Sciiager Coiral
4'/2 Ouitsche Schatkistbiljetten
5 °/o Duitsche Rijksleening.
Door smarl gelouterd.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Ingezonden Stukken.
Zaterdag 6 April 1916.
61sle Jaargang No. 6166.
Koers van uitgifte 98 pCt.
Koers van uitgifte 98 pCt.
Uitlootbaar legen 110 pCt. tot 120 pCt.
dun 18en April, des nam.'ten 1 ure.
MELKKOE.
Soms kon meneer had de oude Van Wti veren
meermalen opgemerkt vreemd doen. In den regel
Wits hij de rustige bodaardheid zelve. Maar dan kon
het wezen, dat hij plotseling bleek werd, beverig, ver
strooid, dat hij met angstia-zoekende oogen om zich
heen keek. Van a verten dacht er 't zijine van. Aan iets,
met de zaken in betrekking staand, kon 't nie. liggen.
Alles was prachtig, in de puntjes, in orde. Meneer \va>
de stiptheid en eerlijkheid zelve. De dood van me
vrouw had hem ook niet zoo aangepakt. Heelemaal
niet. Dat wist Van Waveren, de procuratiehouder en
vertrouweling sinds vele jaren beter. Mevrouw was een
zeurig bijzonder kerksch menschje geweest. Toen ze
was gestorven, had Van Wavereu nieis bijzonders aan
meneer kunnen bemerken. Hij trok voor 't goed-fat
soen een wat stemmig gezicht, maar in ztl hart scheen
hij vroolijker dan anders.
„Je zult 't zien en beleven", had hij thuis gezegdi,
„den een of anderen dag vinden wij nem dood aan
z'n schrijftafel zitten. Hoor wat ik je zeg, die man
heeft een hartziekte Alles wijst erop!'
Van Waveren was op een ochtend gekomen met het
sombere nieuwtje, dat do zoon van een zijner best©
liandelsvrienden gepakt was.. Verduistering, valschheid
in geschrifte, nog wat meer; duizenden waren op 'I
wcdrenveld geofferd en de rest van het deficit aan een
kostbaar „vriendinnetje'
„Ze moesten zoon schavuit twintig Jaar geven!" zen
Van Waveren „terwilie van zoo'u hondsvot moeten
eerlijke, brave menschen nu in kommer en ellende
zitten. De wet is veel te mild, veel te zacht voor zulke
schooiers En u, meneer?"
Hij kreeg niet dadelijk antwoord. En toen Van Wa
vereu opkeek, zag hij dadelijk't was alweer zoo
ver. Meneer was aoodshleek en zat kwaaie een brief te
schrijven. Maar dat starende van z'n b.ik kende pro
curatiehouder. Hij bracht gauw een glas water. En
meneer dronk, terwiil z n handen erger beefden dan
gewoonlijk, 't Viel Van Waveren op, dat meneer met
schrik een brief in z'n zijzak had gestopt. Hij zat
daarover na te denken. Het was inderdaad zonderling,
Van Waveren maakte allerlei combinaties. Zocht nu
verband tusschen dat plotseling bleek en beverig Wor
den en dien brief..
Thuis bespiegelde hij er met z'n vrouw verder over.
En die maakte de gissing, dat er achter school wat
zij Vel altyd vermoed had... Natuurlijk wat anders?
Een kind. Een natuurlijke zoon of dochter... Van
Waveren wist toch even goed als de man zélf, hoe
ongelukkig, troosteloos 't huwelijk was geweest met
mevrouw-zaliger, nu drie jaar geleden, gestorven. VVd-
n udanHij leek wel een kind op z n vier en vijf
tigste jaar.
Mevrouw Van Waveren, die een rijke fantasie had
en dol was op romans-lezen, had onmiddellijk 't heele
zaakje doorzien. Een natuurlijke zoon, die pa telkens
om duiten vroeg. Meneer, doodsbang voor z'n repu
tatie, durfde niet weigenen. Zoontje werd steeds bru
taler... 't Was zoo helder als de dag.
Op zekeren ochtend was er een aangeteekende brief
gekomen voor meneer Maar hij was ongesteld. Niet
heel ernstig, maar do dokter had hem beslist verbo
den uit ie gaan. Van Waveren werd op kantoor door
meneer opgescheld.
Hij vroeg of er gocn kennisgeving van een aange-
teekeriden brief uit Rotterdam was, jaDan moest
Van Waveren die zult onmiddellijk even brengen, dal
meneer hem kon af teek enen.
't Werd al zondeftingerl
Procuratiehouder moest zelf naar het postkantoor.
Hij kreeg een tamelijk goren, beduimelden brief in
handen, waarop in slordig-necrgepeud schrift het adres
van meneer was geklad. Bracht hem, volgens opdracht
naar meneer z'n huis.
De meid bracht den brie! naar boven. Kwam even
later Van Waveren verzoeken, op meneer z n kamer
te komen.
Patroon zat in een armstoel bij de kachel. Bleek,
verlegen, ontdaan.
„Ik zal je dat later wel eens vertellen,' zei meneer
„maar voor 't oogenblik wil ik niet dat er over
dien aangeteekendan brief met iemand gesproken wordt.,
't Beduidt niets. Tenslotte eigenlijk o^n soort van
aardigheid, eene weddenschap.
Meneer probeerde oen lach-grijasje op z'n bleek, ang-
itig-strak gezicht te krijgen, maar het iukte niet
Volkomen begrepen/ zei Van Waveren.
Begon over te hellen tot de mocning. dat zijn Cor-
nelie toch gelijk kon hebco. Maar overtuigd was hij
niet
Zóó bleef 't een heele poos. Toen op een middag een
vreemde figuur zich op 't kantoor aanmeldde
Een soort-van-meneer. Met Iets nog ln z'n Weeding
zn 'manier van optreden, dat aan 't meneerschap van
vroeger deed denken. Met een verfomfaaiden boord
met verrafelde manchetten, met wangen en kin die ai
een dag of drie geletien onder het scheermes haddein,
moeten geweest zijn. Als die bezoeker iels zei met zn
broche stem, .dan kwam jenever-stank in den neus van
dengeen, tot wien hij 't nad
lig moest absoluut meneer zelf spreken, 't Betrof
iets van urgentie, Kon geen uitstel lijden Ongenood
ging hg zitten in een van de ruime dub-JatiouUs. Wacht
te af.
„Tja!", red Van Waveren, - die 't met het oog
op dat zonderlinge met die mysterieuse brieven nki
aandurfde den vent de deur te wijzen, wat hij in
gewone omstandigheden zeker dadelijk zou gedaan heb-
en „tja, ziet u, maneer is in conferentie. Dat kan
nog een heel poosje duren. Kunt u mij niet zeggen'?
En Van Waveren oogde op het vieze visite-kaartje,
met een gansch onbekenden naam erop gadrukt
„Neen, zei de bezoeker „dat gaat niet Laat ''s
kijken..... 't Is nu..„ 't Is nu—"
Hij poogde te zien,, hoe laat 't op de pendule stond.
„Halfdriezei Van Waveren.
„Nu, ik kom tegen halfvier terug," zei bezoeker
„meneer biijft hier tot tegen vijven, nietwaar?. in
orde., Laat u vooral mijn visite-kaartje oevenl"
En hij sjokte weg.
Toen meneer weer alleen was, ging procuratiehouder
in het privé-kantoor. Fluisterde patroon iets in Me
neer sprong op uit z'n stoel. Zóó wild, zóó ontdaan,
dat Van Waveren ervan schrok.
„Is-ie.,, Is-ic... zei meneer, Maar hg bedwong zich.
De man iw< het gore boordje en de uitgerafelde1
manchetten werd, toen hij zich weer aanmeldde,
totgel aten.
Bleef langer dan een half uur bij melnoer. Zóó lang,
dat Van Waveren op 't punt stond binnen te gaan..
Eindelyk vertrok de onbekende. Hij zag er rood,
opgewonden uit.
Maar Van Waveren merkte toch ook best, dat-ie een
vergenoegden trek op z'n verloopen gezicht had. Z'n
visite was niet vruchteloos geweest...
liet mysterie bleef bestaan.
handen in de broekzakken, de slappe
achter OP 't hoofd stond De Haan - de man
art net vies-beduimelde kaartje in het privé-kantoor
'an meneer. Een dag of tien waren' er verioopeu sinds
zijn vong bezoek.
ilij blies wolkjes tegen het plafond; had een paar
garen genomen uit net kistje, dat op meineer z'n
bezoekers ^laBr stou<^ voor speciale, zoor-welkome
J I 13 B®811, kous", zei De Haan ,Je weet, wat
mij boven t hoofd hangt. Als ik voor den 2em, dat
u. dus over drie dagon, de twaalfhonderd pop niet
iitD, dan ben ik naar de haaien. Zit ik voor den avond
nor- Neen, amice, dat zul-je toch niet willen,
Meneer zat bevend van woede voor zijn schrijftafel
Nu stond hij op.
»^v.. wil je helpen," zei hij „op voorwaarde, dat
je mij dat briefje eindelijk geeft. Je kunt er desnoods
tweeduizend... Daar, vijf en twintighonderd voor krij-
Contant Direct in handen Mits je
Maar bezoeker lachte met z'n schor, heesdh geluid^
„Geloof ik graag amice!" zei hij „geloof ik heel
graag. De algemeen geachte, hooggeëerde b inkier Koen-
ders schrijft daarin aan zijn toenmalige vriend en col
lega Jantje do Haan, toen nog maar evenals hij een
nietig commissionairtjo, in doodsnood, in doodsangst.."
„Sst! Stil tochl" fluisterde meneer, wien de zweet
droppels uitbraken.
Maar de ander vond er nu heerlijk behageh in,
hem een klein poosje op die pijnbank te martelen. Dat
15 nu precies achttien jaar geleden", ging de liaan
voort „dat jij dat pootje onder dien wissel,.... Weet
je nog wel?.Hebt nagemaakt En dat je mg in je
doodsangst om hulp..... Mits ie... Mits je Maar dat
briefje uit handen geven... Neen, amice, zóó dom is
Jantje de Haan niet..."
De beide mannein stonden tegenover elkaar,
't Hoofd van procuratiehouder verscheen.
Van Waveren noemde een dor voornaamste Cliënten
van het Huis. En in een plotselinge opwelling van
trots; van zich verzotten tegen de dwingelandij van
den ploert, die hem nu belette een van zijn aanzien
lijkste relatiën te Ontvangen, zei meneer: „Bhutan ko
men, Van Waveren.. Zeker, dadelijk... Meineer de Haan,
u ziet mijn tijd ss beperkt/'
Hg wees naar- die deur. Procuratiehouder wachtte
voor alle zekerheid tot de slampamper weg was. Jantje
De Haan keek den patroon eventjes dreigend-waar
schuwend aan.
Toen slofte hg weg. Blijkbaar heel erg teleurgesteld.
Maar toch mot een medelijdend-epottenu glimlachje.
En Van Waveren bleek goed voorspeld te hebban.
Op een ochtend, ©en kwartier nadat hij z'n werk
geordend had, voor dien dag, kreeg hy een tele
gram.,.. Meneer was, in de tram op weg naar z'n kan
toor plotseling ongesteld geworden. Men had hem in
een apotheek gedragen,een dokter geroepen. Van Wa
veren spoedde er zich heen.
Maar 't was reeds afgeloopen. Een hartverlamming
Zijn profetie was bewaarheid
Toen hij, uren later en mog heelemaal onder den
verschen indruk van den slag, de ochtendbladen door
keek, viel z'n oog op een bericht Bende oplichters
van de meest-geraSincerde soort die de stad al maan
den achtereen onveilig hadden gemaakt, gepakt. Over
rompeld bij een politic-inval. Onder de namen van
de hoofdleiders tier bende hof procuratiehouder ook
aan dien van Jan de liaan, den sohamelen, naar je
never stinkenden bezoeker.
Een paar weken later zat procuratiehouder, door
de commissarissen der vennootschap voorloopig na me-
neer's plotselingen dood in het beheer bevestigd, met
den verdediger van beklaagde De liaan te spreken.
Lang en ernstig
Toen eerst werd hot mysterie hem opgehelderd.
Beduidde hij, dat de kerel na zijn straf Ie hebben
ondergaan door hem wel geholpen zou worden, mits
hy..... Mits verzwegen werd die historie van voor
achttien jaar. Toen de achtbare bankier zich aan
valschheid in geschrifte hadi schuldig gemaakt en aan
nog ander misdrijf.
En zeer zeker toen maatschappelijk vernietigd zou
zijn geworden, had niet een buitengewoon gelukkige
samenloop van omstandigheden hem toen op t laatste
oogenblik gered....
Die historie van achttien jaar geleden was voor Jan
tje de Haan de „melkkoe" geweest.
„Ja waarde heer!" zei de verdediger van berech
ten Jantje „waaneer wij eens alles wisten uit het
verleden van sommige nu zoo hooggeachte menschen...
En Van Waveren knikte zwijgend. Hij begreep en
doorgrondde nu. En dat weten deed heiii toen pijn
MAITRE CORBEALY
Het Kijk mag de obligaties op rijn vroegst legen den islen
Oclober 1924 opzeggen *n kan, in verband daarmede, ook den ren
tevoet daarvan niet van te roren verlagen.
Mocht het Rijk na dien datum voornemens zijn, den rentevoet
te verlagen, dan moet het de obligaties opzeggen en de houders de
terugbetaling daarvan tegen de volle nominale waarde aanbieden.
Wendt U voor verdere inlichtingen tot Uwen Bankier.
De termijn van inschrijving sluit op Donderdag
Vervolg van Grlff^ Lomax en zijn daad.
HALLIWELL°SUTCLIFFF
Voor Nederland bewerkt d W J A Rni nivitc i.
In boekvorm vanchenen bh'\V DEHAAN
Uitgever te Utrecht. AAN
V,
Weer «fond het meisje plotseling stil Miinhrer Tr>
max rei zij mot een stem; die half nleWsürif half
gemelijk was, „is het waar, dat uw ©enige V.r'VochK
de ontginning is m dat uw hoofd geen andere gedach
ten kent da|n die op ontginningen betrekking heb
ben dat vrouw en kinderen m een gozelliae haant
u onverschillig zgn.en dat u WVreden bont als u de
bunders kunt tellen! die u veroverd hebt od de I
withens heide?"
„Ja. dat is waar," zei Griff. zonder veel aandacht te
schonken aan haar heftigheid, hoe ongewoon die ook
was. „Elke bunder, dien ik win, telt voor oen kind
zoodoende zal die hut van mg spoedig overvol
rijn. Ik zal weldra moeten gaan bijbouwen."
Zg schudde weerspannig haar hoofd, D© man was
zoo eenvoudig, ging zoo geheel op in zijn hartstocht
voor ontginningen, dat het even weinig gaf hem te
bespotten of boos op hem te worden als te trachten
den muur van heuvels weg te dringen. Weer zwegen
beiden,
„U kunt teruggaan," zei Hester plotseling. „Een kind
zou van hier den weg kunnen vinden,"
„Ik breng je heelemaal thuis," antwoordde de ander
Oog met dezelfde opgewektheid. .Ik heb voor je vader
wn drankje meegebracht, dat de vaars noodigheeft."
„Dat kan ik dragon."
^.En dat kan ik ook en ik ben van plan hot zelf te
open. Zie, wij zijn ai aan den muur van de I/OW
Moadow cn we zijn geen halve mijl meer van huis
h ZuJf Lostwithens niet meer bereiken. Bedenk,
u mÜ gehaast hebt om weg te komen, omdat als
nog een half uur langer sneeuwde
in A?r .1" k°nt maar <!0n klein meisje," viel Griff
ztY'i sneeuw op Litig Grag Moor nog tweemaal
korn. ik 0^ nog door."
ketend "n,)ujs't've kind, welks gevoelens oven snol ont-
•tamnwJ* on a'a d® winden en wateren, naar wier
swn 10 8elui5tcrit had, sinds zg in de wieg la,"
°n<l aan oogenblik »m op het pad. tot Grifi
haar was stak toen haar wannen arm in den zijnen
en liep naast hem voort met groote passen, alsof zij
niet in een booze bui vooruit geloopen was.
Het schijnt mij toe, dat u over iedereen de baas
wènscht te spelen." zei zij. „U tracht dc heide te be-
beerschen; u bent meester van uw hond ginds cn het
vee gehoorzaamt eiken wenk, dien u ge fl. Nu, zoudl
u niet gaarne meester over een vrouw willen zijn'.'
Griff lachte, als om een grap uit een kindermond, maar
zij vervolgde:
.Denkt u er nooit eens over, hoe u t vinden zou,
een vrouw steeds tot uw dienst te hebben l Een..
den fflanjchen dag alles voor u zou halen en brengen
en zich ais een hond zou laten bestraffen, als zij
wat verkeerd had gedaan zou „rrt1iw
„Mijn lieve kind, wat zou ik met zulk een vrouw
doen, als ik haar vond?" zei Lomax eenvoudig.
Zij zweeg een poosje, toen klonk haar stem snel en
diep een stem, die in haar hartstocht even
kunsteld was ais de door sneeuw gezweepte wi
nissen om hen heen. T
„Weet dit dan, mijnheer Lomax, zei zij. /oj-
dat u meestor bent over een vrouw, 'zult gc
tover iets meester zijn in dit leven. En deze Num
van u die gij uw kinderen noemt als u
hen oud bent geworden, zie dan, of zij aan uw k
zullen komen en u een vredig einde, een go©« V'
bed zullen geven. Er ts meer in het leven dan ff0®
oogsten en uzult dood zijn, voordat u hoeft getee
Voor het eerst luisterde Griff werkelijk naaY,
De stem, het vuur, waarmee zy sprak, herinnerd
aan wat het gerecht over dc moeder van 1 tester
zeggen had. De moeder was van aanzienlijker geo
geweest dan Joshua Royd, de hard zwoegende Jano-
rnan die zyn bost deed om den moed er m te houocn
op de onvruchtbare Windy Farm
Zy was een temperamentvolle, beweeglijke, g<vo01^
vrouw; zy was Jong gestorven, maar niet zoo sp^
dig, of Hester luid nog andere leiding gekend dan (U
van haar vaMer. En zoo was het meisje
zeker, sterk en handig, maar geneigd om te iuu ~~T
naar de stemmen van den wind, die ook het snpr
instrument van liaar moeders hart eöis Ihad<:i«J
speeld; en als de dagtaak gedaan was, begal nes
zich gewoonlyk naar <ie klane dalen, waar de v
bcekjrs murmelend, snelvlietend, zingend doornsra» g
gen - en legde zich daar neër naast dc wateren en
leerde de groote les, die zij haar konden leeren
les van vrijheid. En nu was haar karakter gefE
zg was kuisch en hartstochtelyk eii p'fl/f'. 'u't zl;
als zg naar een makker zocht, was het zeker,
uitsluitend aan de roepstem <ler nsrtuur gen
ge\'en zonder aan de zeden en instellingen van men
schen te denken.
Iets daarvan drong dien avotnd tot Griff door; maar
dat het meisje in hem meer belang stelde dan men
gewoonigk in een eenzame streek in zijn buren doet,
daarvan tiad hij niet het minste vermoeden. Langzamer
hand was de storm, terwijl zij liepen, gaan liggen ein
nu hielden de sneeuwvlokken voor ©enige ©ogenblikken
op te vallen. De wind, te voren zacht, werd guur, de
wolken joegen uiteen in den duisteren nacht boven
henhelder scheen plotseling een ster sis een oog,
dat verfrischt is door den slaap en daarna verscheen
de maan rond en blauw boven den langen rug van
Dcad Lads Rigg.
Griff groet) den arm van het meisje stevig vast en
wees naar de heide. Hij vergat op dat oogenblik alles
behalve de betoovering en de pracht van deze door
den nacht omhulde wildernis. Van horizon tot hori
zon was het land wit van sneeuwvlokken, glinsterend
zoo ver als het oog ze kon zien; de oude Bouldsworthi-
heuvel, welk© er meestal uitzag als een groote, stomp-
hoofdige reus, die de kale landen om Tiem heen be-
heerscht, was nu een groote sneeuwbal, glad, rond en
op heit punt, naar het scheen, bij den eersten wind
stoot ln stukken te vallen. De meer verwijderde heu
vels drongen met hun witte koppen in het diepe blauw
'van het uitspansel. De dichtstbijzijnde kloven en uit
steeksels waren niet wit, maar van dat teere sneeuw-
blauw, dat de natuur in. geen van haar andere tinten
weet te leggen. Eln steeds steeg de maan hooger in het
diepe blauw van het uitspansel, en de Groote Beer
stond laag in het Noorden; zijn zeven sterren slraal-
den bijna even heldor als de Poolster, naar wie hij
onze gids is.
Trash begon te blaffen tegen de maan, die zoo on
verwacht verscheen, en hier en daar op de heide ga
ven de honden op de hoeven hem antwoord, met stem
men, die in de koude lucht als een elfenmuziek klon
ken. Dit geduid en de stem van San wind, nu rijzende,
dan weer wéifolond in een zacht gëlammer wns '11/
wat üe stilte verbrak, voor zoover Iïester Royd m e ne-
te, maar Griff, die nog dichter dan zijn gezellin dij
moeder-aarde stond, hoorde een aantal OTdertoncn
het lichte tuiten van de heidiestengels als 20
kaar stieten; geluiden van de geestenwereld, di hy 8
van goede vrienden had leeren kennen; het g
langgerekte zuchten van de heide, die er naar streef
de haar kinderen dicht tegen haar winterachtige borst
te houden, om zo een klein beetje warmte te geven
tot do kamendo lento se sou koesteren.
Maar Hester voelde slechts haar eigen snef slroo-
meno bloed, en liaar eigen hoop dn vrees. 7# was
TARWE Efl ROGGE.
In deze dagen van distributie-misère en distributie-
deballen in de Kamer, welke laatste, zooals te ver
wachten was, hebben geleid tot... niet (verkiezings-
speeches!), trekt het de aandacht 'van het publiek, dat
veel wordt afgebroken, maar niets opgebouwd. En daar
komt het toen eigenlijk op aan.
Dat het met de teelt van broodkoren niet den goe
den weg opgaat; doch men verneemt niets van meer
doelmatige maatregelen.
De regeeringsbepalingen schijnen er op aangelegd,
de teelt van broodkoren tegen te gaain, die van ex
portartikelen aan te moedigen.
Wat toch is het geval?
Wie van de regeering ©enig artikel ter distributie
ontvangt, heeft daaraan zelf nimmer gebrek. Dit mag
in theorie niet juist wezen, in de praktijk is
het wel waar.
Doch wie, niet van de regeering, maar door eigèin
arbeid, tarwe bezit, dient daar wel gebrek aan te heb
ben: hij mag dit broodkoren niet laten malen, om
het meel tot brood te verbakken, zooals hij altijd ge
woon was.
Dat is pn biijft een groot onrecht, niet goed te pra
ten met dikke woorden als saamhoorigheid en gemeen
schapsgevoel. En wat het .ergste is, net geèft aanlei
ding tot minder tarweverbouw, daar onbillijkheid on
wil kweekt. Dan verbouwt men ook maar liever ex
portartikelen, wat bovendien meer loonend is. Om
daarin verbetering te brengen, neme men eens de vol
gende bepalingen in overweging:
a. Wie zijn bouwgrond bij Ares of sneezeh telt, mag
desgewensent 25 a 50 pet. van zijn geteelde tarwe
voor eigen gebruik houden:
b. wie zijn bouwgrond bij kwartbunders of garzetn
telt, mag 10 a 20 pet. van zijn teelt houden;
c. wie zijn bouwgrond by Hectares telt, mag 5
a jO pet. houden;
d. voor het opgevorderde gedeelte wordt vergoed
f 20 a f25 per HX. (80 Kg.)
Bij toepassing van deze bepalingen zou er geen bou
wer of boer in ons land zijn, die niet zijn cigpn
broodkoren teelde, plus een surplus voor minder of
meer burgers. Dan zou het niet meer voorkomen, dat
groote bouwers uitsluitend werken voor export en vee
voeder.
Wat hierboven wordt voorgesteld voor de tarwe op
kleigronden, zou ln de zandstreken voor de rogge kun
nen gelden.
Dirkshom, 4 April 1918.
L. REEVERS
jóng en de vervulling van fiefdo feu haat tfaclit zij
even nabij als een kina het doél van zijn omzwer
vingen in ombekend land precies over den heuvel
altijd precies achter den volgenden heuvel. Zij was
zoo vervuld van haar eigen opgewektheid en veer
kracht en jeugd, dat zij geen acht sloeg op de afgetrok
kenheid van den muiij, die slechts genot schiep in
het $root, onpersoonlijk spel van vorst dn sneeuw en
stergcflonkdr en hel onmetelijk ver terugwijkend uit
spansel.
„'Mijnheer Lomax!" zei zij. En nu lag zijn hand
niet op de hare, maar haar beide op zijn schouders.
Zij zei niets meer, maar keek hem open in het ge
laat In het licht de rvolle maan stond zij daar recht
op, met het hoofd trotsch op haar schouders, met
donkere wenkbrauwen, die zich. scherp en eigenzinnig
boven de donkerder oogen welfdetn, cn een gelaat,
dat de natuurlijke bevalligheid l>ezat van een oud ras.
Hester Royd stond daar, volkomen zichzelf en zonder
verlegenheid, een meisje om te werken aan de karn.
dat geen vermoeienis kent, een metófc om jongens
groot te brengen geschikt voor den akkerbouw cn a
ontginning, een meisje om een goede en trouwe vro
voor haar man te zijn, ofschoon iets grill#» als dc
rimpels op een rivier in den glans van fuu t
spiegelde; een meisje eindelijk, dat noch ge
kWa\Yel kmeisjezef Griff met een vriendelijk en lach,
San met hem naar de kerk te gaan - haar moedor
Zst hem te leren, omalle werE voor takte
ziin kinderen groot te brengen en Zijn pynen te ver
zachten, als hy riek en vermoeid was. Ie lang af
gezonderd van zulke dingen, te lang verzekerd boven
dien dat hij de wereld Van mammen en vrouwen had
verlaten,, was het hart van Griff nog altijd vervuld
van deze wijde, uitgestrekte heide, die nu een met Ju-
weelen bezaaid wonderland scheen, vol toovorij, waar
geesten verstoppertje speelden, waar zelfs het geblaf
van de hofhonden, tegen de maan klonk als de eeuwige
muziek van de Spookhotnden. Eh zoo ontging hem
ontging hem volkomen do aangeboren stille ge
voeligheid, die de oogen van Hester -vulden met nu»-
derlijke tranen.
Langzaam lieten haar handen zijn schouders los.
Langzaam sloeg 'rij haar moedige oogen neer. Eln
toen verhief de wind zich weer en blies de wolkan
voor het gelaat van de heide; de sneeuw begon weer in
dwarrelende vlokken beer te vallen en toen zij samen
het wedepad iopiiepen en over het gras naar het hek