Sciiager Coiral 4'/2 Ouitsche Schatkistbiljetten 5 °/o Duitsche Rijksleening. Door smarl gelouterd. TWEEDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. FEUILLETON. Ingezonden Stukken. Zaterdag 6 April 1916. 61sle Jaargang No. 6166. Koers van uitgifte 98 pCt. Koers van uitgifte 98 pCt. Uitlootbaar legen 110 pCt. tot 120 pCt. dun 18en April, des nam.'ten 1 ure. MELKKOE. Soms kon meneer had de oude Van Wti veren meermalen opgemerkt vreemd doen. In den regel Wits hij de rustige bodaardheid zelve. Maar dan kon het wezen, dat hij plotseling bleek werd, beverig, ver strooid, dat hij met angstia-zoekende oogen om zich heen keek. Van a verten dacht er 't zijine van. Aan iets, met de zaken in betrekking staand, kon 't nie. liggen. Alles was prachtig, in de puntjes, in orde. Meneer \va> de stiptheid en eerlijkheid zelve. De dood van me vrouw had hem ook niet zoo aangepakt. Heelemaal niet. Dat wist Van Waveren, de procuratiehouder en vertrouweling sinds vele jaren beter. Mevrouw was een zeurig bijzonder kerksch menschje geweest. Toen ze was gestorven, had Van Wavereu nieis bijzonders aan meneer kunnen bemerken. Hij trok voor 't goed-fat soen een wat stemmig gezicht, maar in ztl hart scheen hij vroolijker dan anders. „Je zult 't zien en beleven", had hij thuis gezegdi, „den een of anderen dag vinden wij nem dood aan z'n schrijftafel zitten. Hoor wat ik je zeg, die man heeft een hartziekte Alles wijst erop!' Van Waveren was op een ochtend gekomen met het sombere nieuwtje, dat do zoon van een zijner best© liandelsvrienden gepakt was.. Verduistering, valschheid in geschrifte, nog wat meer; duizenden waren op 'I wcdrenveld geofferd en de rest van het deficit aan een kostbaar „vriendinnetje' „Ze moesten zoon schavuit twintig Jaar geven!" zen Van Waveren „terwilie van zoo'u hondsvot moeten eerlijke, brave menschen nu in kommer en ellende zitten. De wet is veel te mild, veel te zacht voor zulke schooiers En u, meneer?" Hij kreeg niet dadelijk antwoord. En toen Van Wa vereu opkeek, zag hij dadelijk't was alweer zoo ver. Meneer was aoodshleek en zat kwaaie een brief te schrijven. Maar dat starende van z'n b.ik kende pro curatiehouder. Hij bracht gauw een glas water. En meneer dronk, terwiil z n handen erger beefden dan gewoonlijk, 't Viel Van Waveren op, dat meneer met schrik een brief in z'n zijzak had gestopt. Hij zat daarover na te denken. Het was inderdaad zonderling, Van Waveren maakte allerlei combinaties. Zocht nu verband tusschen dat plotseling bleek en beverig Wor den en dien brief.. Thuis bespiegelde hij er met z'n vrouw verder over. En die maakte de gissing, dat er achter school wat zij Vel altyd vermoed had... Natuurlijk wat anders? Een kind. Een natuurlijke zoon of dochter... Van Waveren wist toch even goed als de man zélf, hoe ongelukkig, troosteloos 't huwelijk was geweest met mevrouw-zaliger, nu drie jaar geleden, gestorven. VVd- n udanHij leek wel een kind op z n vier en vijf tigste jaar. Mevrouw Van Waveren, die een rijke fantasie had en dol was op romans-lezen, had onmiddellijk 't heele zaakje doorzien. Een natuurlijke zoon, die pa telkens om duiten vroeg. Meneer, doodsbang voor z'n repu tatie, durfde niet weigenen. Zoontje werd steeds bru taler... 't Was zoo helder als de dag. Op zekeren ochtend was er een aangeteekende brief gekomen voor meneer Maar hij was ongesteld. Niet heel ernstig, maar do dokter had hem beslist verbo den uit ie gaan. Van Waveren werd op kantoor door meneer opgescheld. Hij vroeg of er gocn kennisgeving van een aange- teekeriden brief uit Rotterdam was, jaDan moest Van Waveren die zult onmiddellijk even brengen, dal meneer hem kon af teek enen. 't Werd al zondeftingerl Procuratiehouder moest zelf naar het postkantoor. Hij kreeg een tamelijk goren, beduimelden brief in handen, waarop in slordig-necrgepeud schrift het adres van meneer was geklad. Bracht hem, volgens opdracht naar meneer z'n huis. De meid bracht den brie! naar boven. Kwam even later Van Waveren verzoeken, op meneer z n kamer te komen. Patroon zat in een armstoel bij de kachel. Bleek, verlegen, ontdaan. „Ik zal je dat later wel eens vertellen,' zei meneer „maar voor 't oogenblik wil ik niet dat er over dien aangeteekendan brief met iemand gesproken wordt., 't Beduidt niets. Tenslotte eigenlijk o^n soort van aardigheid, eene weddenschap. Meneer probeerde oen lach-grijasje op z'n bleek, ang- itig-strak gezicht te krijgen, maar het iukte niet Volkomen begrepen/ zei Van Waveren. Begon over te hellen tot de mocning. dat zijn Cor- nelie toch gelijk kon hebco. Maar overtuigd was hij niet Zóó bleef 't een heele poos. Toen op een middag een vreemde figuur zich op 't kantoor aanmeldde Een soort-van-meneer. Met Iets nog ln z'n Weeding zn 'manier van optreden, dat aan 't meneerschap van vroeger deed denken. Met een verfomfaaiden boord met verrafelde manchetten, met wangen en kin die ai een dag of drie geletien onder het scheermes haddein, moeten geweest zijn. Als die bezoeker iels zei met zn broche stem, .dan kwam jenever-stank in den neus van dengeen, tot wien hij 't nad lig moest absoluut meneer zelf spreken, 't Betrof iets van urgentie, Kon geen uitstel lijden Ongenood ging hg zitten in een van de ruime dub-JatiouUs. Wacht te af. „Tja!", red Van Waveren, - die 't met het oog op dat zonderlinge met die mysterieuse brieven nki aandurfde den vent de deur te wijzen, wat hij in gewone omstandigheden zeker dadelijk zou gedaan heb- en „tja, ziet u, maneer is in conferentie. Dat kan nog een heel poosje duren. Kunt u mij niet zeggen'? En Van Waveren oogde op het vieze visite-kaartje, met een gansch onbekenden naam erop gadrukt „Neen, zei de bezoeker „dat gaat niet Laat ''s kijken..... 't Is nu..„ 't Is nu—" Hij poogde te zien,, hoe laat 't op de pendule stond. „Halfdriezei Van Waveren. „Nu, ik kom tegen halfvier terug," zei bezoeker „meneer biijft hier tot tegen vijven, nietwaar?. in orde., Laat u vooral mijn visite-kaartje oevenl" En hij sjokte weg. Toen meneer weer alleen was, ging procuratiehouder in het privé-kantoor. Fluisterde patroon iets in Me neer sprong op uit z'n stoel. Zóó wild, zóó ontdaan, dat Van Waveren ervan schrok. „Is-ie.,, Is-ic... zei meneer, Maar hg bedwong zich. De man iw< het gore boordje en de uitgerafelde1 manchetten werd, toen hij zich weer aanmeldde, totgel aten. Bleef langer dan een half uur bij melnoer. Zóó lang, dat Van Waveren op 't punt stond binnen te gaan.. Eindelyk vertrok de onbekende. Hij zag er rood, opgewonden uit. Maar Van Waveren merkte toch ook best, dat-ie een vergenoegden trek op z'n verloopen gezicht had. Z'n visite was niet vruchteloos geweest... liet mysterie bleef bestaan. handen in de broekzakken, de slappe achter OP 't hoofd stond De Haan - de man art net vies-beduimelde kaartje in het privé-kantoor 'an meneer. Een dag of tien waren' er verioopeu sinds zijn vong bezoek. ilij blies wolkjes tegen het plafond; had een paar garen genomen uit net kistje, dat op meineer z'n bezoekers ^laBr stou<^ voor speciale, zoor-welkome J I 13 B®811, kous", zei De Haan ,Je weet, wat mij boven t hoofd hangt. Als ik voor den 2em, dat u. dus over drie dagon, de twaalfhonderd pop niet iitD, dan ben ik naar de haaien. Zit ik voor den avond nor- Neen, amice, dat zul-je toch niet willen, Meneer zat bevend van woede voor zijn schrijftafel Nu stond hij op. »^v.. wil je helpen," zei hij „op voorwaarde, dat je mij dat briefje eindelijk geeft. Je kunt er desnoods tweeduizend... Daar, vijf en twintighonderd voor krij- Contant Direct in handen Mits je Maar bezoeker lachte met z'n schor, heesdh geluid^ „Geloof ik graag amice!" zei hij „geloof ik heel graag. De algemeen geachte, hooggeëerde b inkier Koen- ders schrijft daarin aan zijn toenmalige vriend en col lega Jantje do Haan, toen nog maar evenals hij een nietig commissionairtjo, in doodsnood, in doodsangst.." „Sst! Stil tochl" fluisterde meneer, wien de zweet droppels uitbraken. Maar de ander vond er nu heerlijk behageh in, hem een klein poosje op die pijnbank te martelen. Dat 15 nu precies achttien jaar geleden", ging de liaan voort „dat jij dat pootje onder dien wissel,.... Weet je nog wel?.Hebt nagemaakt En dat je mg in je doodsangst om hulp..... Mits ie... Mits je Maar dat briefje uit handen geven... Neen, amice, zóó dom is Jantje de Haan niet..." De beide mannein stonden tegenover elkaar, 't Hoofd van procuratiehouder verscheen. Van Waveren noemde een dor voornaamste Cliënten van het Huis. En in een plotselinge opwelling van trots; van zich verzotten tegen de dwingelandij van den ploert, die hem nu belette een van zijn aanzien lijkste relatiën te Ontvangen, zei meneer: „Bhutan ko men, Van Waveren.. Zeker, dadelijk... Meineer de Haan, u ziet mijn tijd ss beperkt/' Hg wees naar- die deur. Procuratiehouder wachtte voor alle zekerheid tot de slampamper weg was. Jantje De Haan keek den patroon eventjes dreigend-waar schuwend aan. Toen slofte hg weg. Blijkbaar heel erg teleurgesteld. Maar toch mot een medelijdend-epottenu glimlachje. En Van Waveren bleek goed voorspeld te hebban. Op een ochtend, ©en kwartier nadat hij z'n werk geordend had, voor dien dag, kreeg hy een tele gram.,.. Meneer was, in de tram op weg naar z'n kan toor plotseling ongesteld geworden. Men had hem in een apotheek gedragen,een dokter geroepen. Van Wa veren spoedde er zich heen. Maar 't was reeds afgeloopen. Een hartverlamming Zijn profetie was bewaarheid Toen hij, uren later en mog heelemaal onder den verschen indruk van den slag, de ochtendbladen door keek, viel z'n oog op een bericht Bende oplichters van de meest-geraSincerde soort die de stad al maan den achtereen onveilig hadden gemaakt, gepakt. Over rompeld bij een politic-inval. Onder de namen van de hoofdleiders tier bende hof procuratiehouder ook aan dien van Jan de liaan, den sohamelen, naar je never stinkenden bezoeker. Een paar weken later zat procuratiehouder, door de commissarissen der vennootschap voorloopig na me- neer's plotselingen dood in het beheer bevestigd, met den verdediger van beklaagde De liaan te spreken. Lang en ernstig Toen eerst werd hot mysterie hem opgehelderd. Beduidde hij, dat de kerel na zijn straf Ie hebben ondergaan door hem wel geholpen zou worden, mits hy..... Mits verzwegen werd die historie van voor achttien jaar. Toen de achtbare bankier zich aan valschheid in geschrifte hadi schuldig gemaakt en aan nog ander misdrijf. En zeer zeker toen maatschappelijk vernietigd zou zijn geworden, had niet een buitengewoon gelukkige samenloop van omstandigheden hem toen op t laatste oogenblik gered.... Die historie van achttien jaar geleden was voor Jan tje de Haan de „melkkoe" geweest. „Ja waarde heer!" zei de verdediger van berech ten Jantje „waaneer wij eens alles wisten uit het verleden van sommige nu zoo hooggeachte menschen... En Van Waveren knikte zwijgend. Hij begreep en doorgrondde nu. En dat weten deed heiii toen pijn MAITRE CORBEALY Het Kijk mag de obligaties op rijn vroegst legen den islen Oclober 1924 opzeggen *n kan, in verband daarmede, ook den ren tevoet daarvan niet van te roren verlagen. Mocht het Rijk na dien datum voornemens zijn, den rentevoet te verlagen, dan moet het de obligaties opzeggen en de houders de terugbetaling daarvan tegen de volle nominale waarde aanbieden. Wendt U voor verdere inlichtingen tot Uwen Bankier. De termijn van inschrijving sluit op Donderdag Vervolg van Grlff^ Lomax en zijn daad. HALLIWELL°SUTCLIFFF Voor Nederland bewerkt d W J A Rni nivitc i. In boekvorm vanchenen bh'\V DEHAAN Uitgever te Utrecht. AAN V, Weer «fond het meisje plotseling stil Miinhrer Tr> max rei zij mot een stem; die half nleWsürif half gemelijk was, „is het waar, dat uw ©enige V.r'VochK de ontginning is m dat uw hoofd geen andere gedach ten kent da|n die op ontginningen betrekking heb ben dat vrouw en kinderen m een gozelliae haant u onverschillig zgn.en dat u WVreden bont als u de bunders kunt tellen! die u veroverd hebt od de I withens heide?" „Ja. dat is waar," zei Griff. zonder veel aandacht te schonken aan haar heftigheid, hoe ongewoon die ook was. „Elke bunder, dien ik win, telt voor oen kind zoodoende zal die hut van mg spoedig overvol rijn. Ik zal weldra moeten gaan bijbouwen." Zg schudde weerspannig haar hoofd, D© man was zoo eenvoudig, ging zoo geheel op in zijn hartstocht voor ontginningen, dat het even weinig gaf hem te bespotten of boos op hem te worden als te trachten den muur van heuvels weg te dringen. Weer zwegen beiden, „U kunt teruggaan," zei Hester plotseling. „Een kind zou van hier den weg kunnen vinden," „Ik breng je heelemaal thuis," antwoordde de ander Oog met dezelfde opgewektheid. .Ik heb voor je vader wn drankje meegebracht, dat de vaars noodigheeft." „Dat kan ik dragon." ^.En dat kan ik ook en ik ben van plan hot zelf te open. Zie, wij zijn ai aan den muur van de I/OW Moadow cn we zijn geen halve mijl meer van huis h ZuJf Lostwithens niet meer bereiken. Bedenk, u mÜ gehaast hebt om weg te komen, omdat als nog een half uur langer sneeuwde in A?r .1" k°nt maar <!0n klein meisje," viel Griff ztY'i sneeuw op Litig Grag Moor nog tweemaal korn. ik 0^ nog door." ketend "n,)ujs't've kind, welks gevoelens oven snol ont- •tamnwJ* on a'a d® winden en wateren, naar wier swn 10 8elui5tcrit had, sinds zg in de wieg la," °n<l aan oogenblik »m op het pad. tot Grifi haar was stak toen haar wannen arm in den zijnen en liep naast hem voort met groote passen, alsof zij niet in een booze bui vooruit geloopen was. Het schijnt mij toe, dat u over iedereen de baas wènscht te spelen." zei zij. „U tracht dc heide te be- beerschen; u bent meester van uw hond ginds cn het vee gehoorzaamt eiken wenk, dien u ge fl. Nu, zoudl u niet gaarne meester over een vrouw willen zijn'.' Griff lachte, als om een grap uit een kindermond, maar zij vervolgde: .Denkt u er nooit eens over, hoe u t vinden zou, een vrouw steeds tot uw dienst te hebben l Een.. den fflanjchen dag alles voor u zou halen en brengen en zich ais een hond zou laten bestraffen, als zij wat verkeerd had gedaan zou „rrt1iw „Mijn lieve kind, wat zou ik met zulk een vrouw doen, als ik haar vond?" zei Lomax eenvoudig. Zij zweeg een poosje, toen klonk haar stem snel en diep een stem, die in haar hartstocht even kunsteld was ais de door sneeuw gezweepte wi nissen om hen heen. T „Weet dit dan, mijnheer Lomax, zei zij. /oj- dat u meestor bent over een vrouw, 'zult gc tover iets meester zijn in dit leven. En deze Num van u die gij uw kinderen noemt als u hen oud bent geworden, zie dan, of zij aan uw k zullen komen en u een vredig einde, een go©« V' bed zullen geven. Er ts meer in het leven dan ff0® oogsten en uzult dood zijn, voordat u hoeft getee Voor het eerst luisterde Griff werkelijk naaY, De stem, het vuur, waarmee zy sprak, herinnerd aan wat het gerecht over dc moeder van 1 tester zeggen had. De moeder was van aanzienlijker geo geweest dan Joshua Royd, de hard zwoegende Jano- rnan die zyn bost deed om den moed er m te houocn op de onvruchtbare Windy Farm Zy was een temperamentvolle, beweeglijke, g<vo01^ vrouw; zy was Jong gestorven, maar niet zoo sp^ dig, of Hester luid nog andere leiding gekend dan (U van haar vaMer. En zoo was het meisje zeker, sterk en handig, maar geneigd om te iuu ~~T naar de stemmen van den wind, die ook het snpr instrument van liaar moeders hart eöis Ihad<:i«J speeld; en als de dagtaak gedaan was, begal nes zich gewoonlyk naar <ie klane dalen, waar de v bcekjrs murmelend, snelvlietend, zingend doornsra» g gen - en legde zich daar neër naast dc wateren en leerde de groote les, die zij haar konden leeren les van vrijheid. En nu was haar karakter gefE zg was kuisch en hartstochtelyk eii p'fl/f'. 'u't zl; als zg naar een makker zocht, was het zeker, uitsluitend aan de roepstem <ler nsrtuur gen ge\'en zonder aan de zeden en instellingen van men schen te denken. Iets daarvan drong dien avotnd tot Griff door; maar dat het meisje in hem meer belang stelde dan men gewoonigk in een eenzame streek in zijn buren doet, daarvan tiad hij niet het minste vermoeden. Langzamer hand was de storm, terwijl zij liepen, gaan liggen ein nu hielden de sneeuwvlokken voor ©enige ©ogenblikken op te vallen. De wind, te voren zacht, werd guur, de wolken joegen uiteen in den duisteren nacht boven henhelder scheen plotseling een ster sis een oog, dat verfrischt is door den slaap en daarna verscheen de maan rond en blauw boven den langen rug van Dcad Lads Rigg. Griff groet) den arm van het meisje stevig vast en wees naar de heide. Hij vergat op dat oogenblik alles behalve de betoovering en de pracht van deze door den nacht omhulde wildernis. Van horizon tot hori zon was het land wit van sneeuwvlokken, glinsterend zoo ver als het oog ze kon zien; de oude Bouldsworthi- heuvel, welk© er meestal uitzag als een groote, stomp- hoofdige reus, die de kale landen om Tiem heen be- heerscht, was nu een groote sneeuwbal, glad, rond en op heit punt, naar het scheen, bij den eersten wind stoot ln stukken te vallen. De meer verwijderde heu vels drongen met hun witte koppen in het diepe blauw 'van het uitspansel. De dichtstbijzijnde kloven en uit steeksels waren niet wit, maar van dat teere sneeuw- blauw, dat de natuur in. geen van haar andere tinten weet te leggen. Eln steeds steeg de maan hooger in het diepe blauw van het uitspansel, en de Groote Beer stond laag in het Noorden; zijn zeven sterren slraal- den bijna even heldor als de Poolster, naar wie hij onze gids is. Trash begon te blaffen tegen de maan, die zoo on verwacht verscheen, en hier en daar op de heide ga ven de honden op de hoeven hem antwoord, met stem men, die in de koude lucht als een elfenmuziek klon ken. Dit geduid en de stem van San wind, nu rijzende, dan weer wéifolond in een zacht gëlammer wns '11/ wat üe stilte verbrak, voor zoover Iïester Royd m e ne- te, maar Griff, die nog dichter dan zijn gezellin dij moeder-aarde stond, hoorde een aantal OTdertoncn het lichte tuiten van de heidiestengels als 20 kaar stieten; geluiden van de geestenwereld, di hy 8 van goede vrienden had leeren kennen; het g langgerekte zuchten van de heide, die er naar streef de haar kinderen dicht tegen haar winterachtige borst te houden, om zo een klein beetje warmte te geven tot do kamendo lento se sou koesteren. Maar Hester voelde slechts haar eigen snef slroo- meno bloed, en liaar eigen hoop dn vrees. 7# was TARWE Efl ROGGE. In deze dagen van distributie-misère en distributie- deballen in de Kamer, welke laatste, zooals te ver wachten was, hebben geleid tot... niet (verkiezings- speeches!), trekt het de aandacht 'van het publiek, dat veel wordt afgebroken, maar niets opgebouwd. En daar komt het toen eigenlijk op aan. Dat het met de teelt van broodkoren niet den goe den weg opgaat; doch men verneemt niets van meer doelmatige maatregelen. De regeeringsbepalingen schijnen er op aangelegd, de teelt van broodkoren tegen te gaain, die van ex portartikelen aan te moedigen. Wat toch is het geval? Wie van de regeering ©enig artikel ter distributie ontvangt, heeft daaraan zelf nimmer gebrek. Dit mag in theorie niet juist wezen, in de praktijk is het wel waar. Doch wie, niet van de regeering, maar door eigèin arbeid, tarwe bezit, dient daar wel gebrek aan te heb ben: hij mag dit broodkoren niet laten malen, om het meel tot brood te verbakken, zooals hij altijd ge woon was. Dat is pn biijft een groot onrecht, niet goed te pra ten met dikke woorden als saamhoorigheid en gemeen schapsgevoel. En wat het .ergste is, net geèft aanlei ding tot minder tarweverbouw, daar onbillijkheid on wil kweekt. Dan verbouwt men ook maar liever ex portartikelen, wat bovendien meer loonend is. Om daarin verbetering te brengen, neme men eens de vol gende bepalingen in overweging: a. Wie zijn bouwgrond bij Ares of sneezeh telt, mag desgewensent 25 a 50 pet. van zijn geteelde tarwe voor eigen gebruik houden: b. wie zijn bouwgrond bij kwartbunders of garzetn telt, mag 10 a 20 pet. van zijn teelt houden; c. wie zijn bouwgrond by Hectares telt, mag 5 a jO pet. houden; d. voor het opgevorderde gedeelte wordt vergoed f 20 a f25 per HX. (80 Kg.) Bij toepassing van deze bepalingen zou er geen bou wer of boer in ons land zijn, die niet zijn cigpn broodkoren teelde, plus een surplus voor minder of meer burgers. Dan zou het niet meer voorkomen, dat groote bouwers uitsluitend werken voor export en vee voeder. Wat hierboven wordt voorgesteld voor de tarwe op kleigronden, zou ln de zandstreken voor de rogge kun nen gelden. Dirkshom, 4 April 1918. L. REEVERS jóng en de vervulling van fiefdo feu haat tfaclit zij even nabij als een kina het doél van zijn omzwer vingen in ombekend land precies over den heuvel altijd precies achter den volgenden heuvel. Zij was zoo vervuld van haar eigen opgewektheid en veer kracht en jeugd, dat zij geen acht sloeg op de afgetrok kenheid van den muiij, die slechts genot schiep in het $root, onpersoonlijk spel van vorst dn sneeuw en stergcflonkdr en hel onmetelijk ver terugwijkend uit spansel. „'Mijnheer Lomax!" zei zij. En nu lag zijn hand niet op de hare, maar haar beide op zijn schouders. Zij zei niets meer, maar keek hem open in het ge laat In het licht de rvolle maan stond zij daar recht op, met het hoofd trotsch op haar schouders, met donkere wenkbrauwen, die zich. scherp en eigenzinnig boven de donkerder oogen welfdetn, cn een gelaat, dat de natuurlijke bevalligheid l>ezat van een oud ras. Hester Royd stond daar, volkomen zichzelf en zonder verlegenheid, een meisje om te werken aan de karn. dat geen vermoeienis kent, een metófc om jongens groot te brengen geschikt voor den akkerbouw cn a ontginning, een meisje om een goede en trouwe vro voor haar man te zijn, ofschoon iets grill#» als dc rimpels op een rivier in den glans van fuu t spiegelde; een meisje eindelijk, dat noch ge kWa\Yel kmeisjezef Griff met een vriendelijk en lach, San met hem naar de kerk te gaan - haar moedor Zst hem te leren, omalle werE voor takte ziin kinderen groot te brengen en Zijn pynen te ver zachten, als hy riek en vermoeid was. Ie lang af gezonderd van zulke dingen, te lang verzekerd boven dien dat hij de wereld Van mammen en vrouwen had verlaten,, was het hart van Griff nog altijd vervuld van deze wijde, uitgestrekte heide, die nu een met Ju- weelen bezaaid wonderland scheen, vol toovorij, waar geesten verstoppertje speelden, waar zelfs het geblaf van de hofhonden, tegen de maan klonk als de eeuwige muziek van de Spookhotnden. Eh zoo ontging hem ontging hem volkomen do aangeboren stille ge voeligheid, die de oogen van Hester -vulden met nu»- derlijke tranen. Langzaam lieten haar handen zijn schouders los. Langzaam sloeg 'rij haar moedige oogen neer. Eln toen verhief de wind zich weer en blies de wolkan voor het gelaat van de heide; de sneeuw begon weer in dwarrelende vlokken beer te vallen en toen zij samen het wedepad iopiiepen en over het gras naar het hek

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1918 | | pagina 5