De dingen om ons heen.
VOGELVRIJ
De inrichting en de bevoegdheden
der Gemeentebesturen.
Zaterdag 16 November 1918.
61ste Jaargang No. 6313.
DERDE BLAD.
FEUILLETON.
fiSSi'&t 3? Sl SVSvdï
rv.
Schetsen uit de Rechtzaal.
1
i
De Nederlandsche Bolchewicki.
.tuiin v.ei jaren laijg hebben we gehoopt, dat wc
„er buiten xuudeu blijven. En dan had dit „er buij.
len bj.inkkwg op den wereldoorlog, die cipn van
genen, dan van dezen kant ons sciieen te zullen
memeuren.
Unteibuhj beledigingen hebben we moeten slikken
vun beide partijen, i;e eene nam onze schepen in
beslag, do ander vernielde ze. De Entente stelde ons
op rantsoen un Duitschland vorderde haisufsnijdei'v
prijzen voor wat hot met v«el moeite beloofde te
zal len leveieui. Mijnen en vliegers verpestlen onze wa„
teren e,i onze lucht en een regeering, die krijg had
gewetucht, zou niet één maar dozijnen malen aait
'eidtng gjhad hebbest tot een oorlogsverklaiing, naar
keuzo met welke der groepen.
Dut hel niet zoo is gegaan en dat wij er zcyidetr
ernstig kleerscheuren zijn doorgerold is verblijdend en
is gen onbelangrijke creditpost pp de rekening van
Loudon, al is de vr«le. dien men wist te bewaren dan
ook ztvr duur gekocht., Duur in .persoonlijke offers
duur in staatsgeld, duur voor particulieren.
I De staatsschuld steeg in die vier jaren tot enorme
hoogte, de kosten voor levensonderhoud der burgerij
werden dubbel in vele gevallen drie of vier dubbel.
Doch de vrede bleef, de volkskracht ondervond hoog.
stens indirecte sdiade, en de eoonomische kracht leed
iin weerwil dier financieele offers slechts zoo weinig
dat men veilig een spoedigen herbloei mag verwachten.
Ih ns echter bedreigt een gevaar veel grooter dan,
olie» wat wy ondervonden, onze economische welvaart.
Namelijk de nadering van het bolchewisme, van dé
aociule en economische revolutie.
Een krachtige guedgeleide propaganda is gevoerd seu
dert geruimen tijd. Onderhands helmen Russische, Duit.
eche en Nederlandsche agenten Tan Lenin c.s. een deel
van ons volk .rijp gemaakt voor de bolchewistiache
leerstellingen en idealen.
Laat ons dadalijk zeggen, dat wij ons best kunnen
begryp«n, dat zij idealen hebben, die niet de onze zijn
en, dat vele dier idealen ons positief ongevaarlijk lijf.
ken. Mem zou zelfs kunnen zeggen, dat de heeren
Winkoop en Ravesteyn zich herhaaldelijk jjezighou,
dan met het intrappen van wijd openstaande deuren.
Herhaaldelijk hebben wij Lu dit blad, ais simpel
van wijd openstaande deuren,
en wij in dit blad, ais si
bourgeois maatregelen besproken en verdedigd, die als
bourgeois, maatregelen besproken en verdedigd, die als
hoofdpunt schUterem op hun verlanglijst en bijna .geen
programpunt of het vindt verdedigers ook buiten de
bolcliewifltische partij, zij het dat de methode waarop
men ^paar de bereiking streeft geheel, verschillend is.
Hoe dit zij, het bolchewisme zal. met of zonder
sucoes, dezer dagen zijn eischen stellen en de buigerij,
en de regeering zal zich hebben uit te spreken in
hoeverre zij bereid is daarmede accoord te gaan.
Veel ia er natuurlijk dat een overgang in de richting
zooals de Bolchewicki die wenschen, gemakkelijker zal
maken.
Niet voor niets hebben wij vier jaar geleefd in een
tijd van staatsalmacht, in een periode, waarin de staat
vleeschhouwer^ bakker, manufacturier. landbouwer, koop
man, bankier on reeder was.
Dat hij het er goed heeft afgebracht zal niemand
durven zeggen. Zelfs onze bolchewicki vaak zelfs
zij ia de cvrste plaats hebben kritiek uitgeoefend op
de faits et gestes van den almachtigen, alles doende en
alles regelende Staal De ervaring, die wij hebben op),
gedaan met de socialiseering van productie en vert.
doding is geenszins moedgevend geweest. Doch, zeggen
de communisten van het Wijnkoop .genie, dat komt
omdat de proefneming half was en zich niet oriën
teerde op het welzijn des volks, doch dit slechts ten
dede, en vaak zelfs in bet geheel met. deed. doch zich
richtte naar kapitalistisch belang". Het is hier de plaats
niet om nader op dit verwijt in te gaan. Het zou ons
niet verwonderen, als de Tnbune menigen bewijsgrond,
zou weten bij te brengen, al was het alleen maar omdat
da noodregeikig, die ter voorziening in den toestand
geimprovisoerd werd, wel diende om de zaken gaande
t<e houden, doch geenszins om een nieuwe samenleving
in ta richten.
Thans koman de eischen los: socialiseering van bo
dam .en productiemiddelen, acht .strakszes .urendag
directe volksregeering door arbeiJers- en soldatenraden,
invoering oener arbciderspolitie, afschaffing van leger
en vloot mot behoud van wapens, opruim.ng van ko.
ningschap, diplomatie m staatsschuld, verbeurdverkla.
ring der oorlogswinsten, sa mens mei ing van alle belas.
ting«i tot ean enkele op vermogen en Inkomen. En
nog ko hst nu ta ander.
Er zou ovar al dia Duatan afzonderlijk een beek,
zoo niat eau halve bibliotheek Je schrijven zijn.
Wanneer wij de eischen in het kort nagaan, dan lijkt
het alsof, die welke met leger en vloot samenhangen
direct ingewilligd zouden kunnen worden. In den vol
kerenbond is voor die tweie geen plaats.
Misschien zelfs ook niet voor do diplomatie, een
Instituut, waarmede wij aooals de lezer weet. nooit bor
ven mate hebben gedweept, overtuigd als wjj Varen
dat consuls en speciale geranten voor zeer bijzondere
uangekgenheden ruimschoots voldoende zijn te achten
voor ujle werkzaamheden, die tot dusverre jjoor di
plomaten heetten te worden verricht.
Mits natuurlijk zij, die gezonden worden, de juiste
manman zijn. Oven- het nut van een senaat op belastingr
grond samengesteld en over een erfelijk koningschap
kan metl bijna guen verschil van meening hebben, als
men bijv. ton aanzien van het laatste bedenkt^ hoe wij
voor korte jurem nog <je kans lieten dat een of andere.
Prins vun Heuss hier koning zou hebben moeten spelen,
wanneer de koningin kinderloos ware overleden.
Bovendien maakt het machtig weinig verschil voor
leder, die niet leeft in historische en andere tradities,
of e;'n wet of besluit geteekend wordt door een vorst
of om president.als hoofd van den Staat. Zoolang de
ondertookoiiing van het Staatshoofd verplicht Is door
de grondwet, lijkt het vrijwel het zelfde of de vorst
of de president voor heit zetten der handteckening en
voorts voor het maken van rondreizen het bezoeken
vun instellingen en hel toespreken van vergaderingen,
commiss.es en volksmenigten, een half milliocn gulden
ontvangt. Goedkoop is pen president ook niet en zeer
zeker niet belangrijk goedkooper, zoodat het op het
Staatsbudget oenig verschil van beteekenis maak!.
Ü9 kwestie van de eenheidsbelasting van den impót
uniqué heeft hoogstens studeerkamerbeteekenisis een
invorderingsquaebüe.
Zes belastingen, «fce -oveï het half jaar voor de
helft voldaan moeten worden, drukken precies zoo
zwaar, als één van hetzelfde bedrag, die per maand
1/12 vordert. Hoogstens heeft het wegvallen van invoer,
rechten en accijnzen (waarin wij ons hartelijk zouden
verheugen) eonige bcteckemis.
De achturendag is 'sedert lang geen probleem meer.
Elk fabrikant, die er een proef mede nam, is voldaan
en 'wïl niet meer terugkeeren tot het oude systeem.
Hoogstens blijft de vraag of voor werkzaamheden zoo,
als op het land geen uitzondering noodig is, jvanneer een
algemeen© wet deze materie regelt.
len slotte de socialiseering der productiemiddelen en
van den bodem en de verdeeling als tak van Staatszorg,
Hier vreazen wij dat de groote moeilijkheid komt.
Want hier gaan de wegen ver uiteen.
Zij Zouden niet zoover uit elkander gaan wanneer de
Staat ooit bewezen had iets goeds te kunnen doen als
exploitant, wanneer wij niet steeds hadden gezien hoe
de Staat, bij onverschillig wat hij onderneemt duurder
werkt en slechter, alleen iets presteert wanneer hij /ich
daarbij kan beroepen op voorschrift of precedent, nooit
iets kan en doet uit eigen initiatief, wat hem dan ook
uitteraard ontbreekt en moet ontbreken.
Ambtenaren, benoemd of gekozen, zijn nu eenmaal
overal ter wereld het zelfde, in de eerste plaats missen
zij de aansporing om iets goed en iets goeds te doen.
Hun salaris staat vast en houdt geen verband met do
resultaten van het bedrijf. In de tweede plaats hangt
hun benoeming af van allerlei invloeden, waarbij hoog.
stens in zeer zeldzame gevallen de geschiktheid den
doorslag geeft.
Wanneer de bolchewicki hierop een andere methode
weten, kans zien allerlei betrekkingen zoo te bezetten
dat elke man op de goede plaats komt.^vaar hjj '.het
eiste werk kan en zal leveren, .zie dan is er geen
feitelijk bezwaar meer de onteigeningswet met eenigé
artikelen uit te breiden.
Doch van dat middel om benoemingen en de leiding
van Staatsbedrijven goed te doen plaats hebben, mochten
wij pimmer iets overnemen. De Russische ontwrichting
is althans geen bewijs, dat die méthode gemakkelijk te
„vinden is.... x
Wanneer nu onze bolchewicki op normalen weg
met hun eischen komen, is er over heel veel te redf
necTen.
Doch wat wij van het optreden der heeren in de
Kamer en daarbuiten gezien hebben, geeft zeer weinig,
boop, dat er van ledeneeresn (in den zin van overleggen,
veel zal komen. v
En als het den Russischen (straks ook den Duitscherj)
kant op gaat, vreezen wij met groote vrees dat er
nog Mer moeilijke dagen zullen aanbraken voor ons
land,
UITKIJK.
DOOR DAVID HENNESSEY.
Naar hel Engelsch bcwerkl door W, J. A. Roldanus Jr.
Lilga-ve W. De HAAN. Utrecht.
18.
Ze waren juist bij hun paard, toen zij den ouden
man hoorden .schratuwen: „Daii Flannigan. smeerlap,
wil je het meisje laten gaan, anders stuur ik de po(.
IlÜe op je al. Wat denk je, dat Jphn Bennet)! van
je zeggen zal?"
.Vervloekte oude gekl" bromde Dan; „nou zal Ik
een koge. dopr je kop jagen;" en woedend op zfln
paard springend, ireod hij naar dan ouden geestelijke
terug Hoor hem eens te keer gaan." zeide hjj tep
gen Tot' Hij sclireeuwt de heele buurt nog bij elkaar.
Wee» nou verstandig. Dan," zeide Tot opgewoq,
den, luat mij nou gaan, dan zal ik hem wel weg
zien tè krijgen," maar terwijl zij dit zeide. vuurde
Dan in de richting van do stem, en dadelijk na het
schot hoorden zij Amos en Shawn in de richting van
Sydriey weugnloppeeren.
Dan en lot bloven onder de dekking van het kreu.
P*'hout een lijdie wachten, want de opkomende maan
f°nd lichtbundels door do lagere takken van de
Dan laadde zijn pistool weer
leak wel een gek om te schieten." zeide Tot.
weet niet wat hij van plan is; maar het was een
tegen va Hertje dat we juist twee oude vrienden moest-
ten overvallén Wat zullen de menschen in het dal
wel zqggen, hel hoorenï Ik zal maar vertellen,
deud." wio het was, en het voor de grap
Plan weer terug te gaanf' vroeg Dan
Natuurlijk, Mr F;n aE daar zm in heb.
M^™d° Tot;wie zou me kunnen tegenhouden?
r™. geloof ie dat het nu geraden zou zijn
to n;: zouden wc niet beier doen
Schri don Wollombi te rijden?"
vanavond wnt Sm® do woudlooper boos; we moeien
M."av<?d ^i .geld 2iorl t krijgen om in Sydncy de
bloemetjes bu,ten te zeti^Tkdenk wel, .dat jij
J gaan;: zouden wc mei ik?
Schri a'Tu den Wollombi te rijden?'
neT'il/.vfvl bu't'ïl te zcüon «f lwdeDlt wd, aai l'J
.kerfs,0k heb als ik; want Ik weet
heel goed, dat je de merrie, waar je op zit. gestolen
snekwT Tot- ^n zij naar do paarden
oudf ^'Ük tagrioopen. Het is een
een klrin n Ml praten. Geef hem eens
hvh. tj,011 al me dwingen weer naar
«1 jdu bat 4jXmm g» dat
J
Dezen keer zullen wij bet hebben, over de bevoégdl
heden van de gemeentebesturen. In verband met art.
143 van de Grondwet, waarvan de aanhef luidt
„Aan het hoofd der gemeente staat een raad",
lezen we in dit verbond allereerst zeer nauwkeurig
na art. lid van onza oonztltutl»;
„Aan dan raad wordt dw ragaling an hat bastuur
van ca huishouding der gameents ovsnalstan Hij
maakt d« verordantngan, di e hij in hst
■Kr 8, gamednte noodig oordaelt.
wwitteer de wetten, algemeene maatiegelén van béL
stuur of provinciale verordeningen het vorderen, ver-
leonen de gemeentebesturen hunne médewérking tot
uitvoering daarvan,
annotr de regeling en het bestuur van de huis
houding een er gemeente door den gemeenteraad grou
velijk worden verwaarloosd, kan een wet de wijze
bepalen, waarop in het bestuur dier gemeente, met
afwijking van ae beide eerste zinsneden van dit ai*_
tikel, wordt voorzien.
De wet bepaalt, welk gezag het gemeentebestuur veT„"
vangt, wanneeT dit in gebreke blijft van de uitvoering
der wetten, der algemeene maatregelen van bestuur én
der provinciale verordeningen Je voorzien".
In het bijzonder vestigen .wij voor dezen keer de
aandacht op de door ons gespatieerde tweede
alinea
„Hij (d.i. de Raad) maakt de verordeningen, die
hij in het belang der gemeente noodig oordeeit,"
Indien ten aanzien van deze materie niets meer en
niets anders was bepaald don hetgeen deze korte zinsnede
inhoudt, dan zou de Baad dus volkomen oppermachtig
zijn en elke verordening die hjj „,In het belang der
gemeente" ltt hot leven verkoos tè roepen, kunnen
muken. En wat meer zegtal deze verordeningen zou
den geldig en bindend rijn. Zoo staat het er evenwel
niet moe.
Indien de eeïste zinsnede van het door ons aan
gehaalde art. 144 der Grondwet door niets werd be\,
perkt, zou daarmee de gemeente tot een volkomen
zelfstandig staatje rijn verheven. Zij was dan
niet een ook maar ^enigszins ondergeschikt deel van
een provincie van d,en Staat.
De gemeentebesturen, dat rijn dus op grond van
art. 143 der Grondwet, de gemeenteraden, zouden dan
geen hoogere besturen boven zich hebben.
Ieder voelt en ieder weet, dat het zoo niet Is.
De macht in de eerste zinsnede van bovengenoemd
artikel aan de gemeentebesturen toegekend, wordt in
de allereerste plaats beperkt door art. 145 van onze
Constitutie
De macht des konings om de besluiten van ga.
meentebesturen, die met de wet of het algeméén
belang strijdig zijn, te schorsen en, te vernietigen
wordt bij de wet geregeld. Die macht is onbeh
perkt, ten aanzien van dé plaatselijke verordenin.
gen an reglementen."
Bovendien moeten voor de beperking van de macht
der gemeentebesturen In dit opricht worden gelezen
da artikelen 150 .en 153 van de gemeentewet.
Art. 150: „Da plaatselijke verordeningen, waaronder
alle voorschriften <an beschikkingen van den Raad
en van Burgemeester en Wethouders worden ver
staan, treden niet in hetgeen van a 1 g
meen Rijks. <>f provinciaal belang is.
Bij twjjfel of een verordening dit deed, verbindt
zy, tot artikel 153 is toegepast."
Art. 153„De plaatselijke verordeningen kunnen,
'voorzoovèi- zij met de wetten of het algemeen bej.
lang strijden, door ons worden geschorst of vöJ.
nietigd."
Men riet dus, dat aan de gemeenten niet de vol.
jkomen zelfstandigheid is gegeven, In de allereerste
plaats heeft de Raad gr voor te zorgen, dat hij' met
zijn verordeningen niet In strijd komt met de wet.
Deze beperking aan de bevoegdheid der gemeénté-
besturen aangelegd is zoo natuurlijk en vanzelfsprekend
mogelijk. Waar zouden we blijven als de gemeenteraad
volkomen het recht bezat, regelrecht tegen de Rijks^.
wetgeving in, ie kunnen verordenen.
Stel b.v. dat de Leerplichtwet bepaalde, dat de kim
deren $Ie school niet mogen verlaten voor de voli-
tooiingvan den lLljarigen leeftijd. Het zou dan im
mers de grootste ongerijmdheid zijn indien de get
meentebesturen zouden kunnen bepalen, dat in hun
gemeente de leerplichtigheid eindigde op b.v. 12_jarigen.
leeftijd. Ieder begrijpt, dat dit onmogelijk toelaatlxaar
zou rijn.
Het is intusschen duidelijk, dat hier gemakkelijk
verschil van meening kan ontslaan. De termeen vei*,
ordening mag niet in strijd met de wet zyn'is vrij
vaag. In ieder gevai laat rij plaats voor verschil van
opvatting. Wat de een wel in strijd acht met de wet,
oordeelt een ander dikwijls volkomen met de wet te
strooken.
Laten we het nog eens precies zeggen:
1. de plaatselijke verordeningen mogeh niet met de
wetten of het algemeen belang strijden,
2. zij mogen niet treden in hetgeen van algemeen
Rijkv of provinciaal belang (s.
De vraag doet zich nu voor, wie bij verschil van
opvatting uitspraak doet.
We vinden hieromtrent reeds eenig licht in boven
aangehaald art. 145 van <je Grondwet. Daarnaast geven
wij eenige aanhalingen uit de Memorie van Toelichting
bij dat artikel
„Artikel 145 der Grondwet verklaart de Konink
lijke bevoegdheid tot schorsing .en vernietiging op
t de plaatselijke door den raad gemaakte verorde
ningen van toepassing. Het daar gebezigde woord
verordeningen behoort, naar de Regeering meent
in d«n meest utigebreiden zin, zoodat 'het alle regels
hij Bothered Shawn mee moest brengen I" Het meisje
lachte zenuwachtig.
,.A11 right". zeide het meisje smalend. „Maar bedenk
gaiiw jets anders, als het je blieft, anders zal ik op
mijn eigen houtje wat verzinnen. We zouden misschien
een ander wat geld kunnen afzetten en dan langs een
anderen weg naar Sydney gaan. Er zullen wel geen
andere menschen uit het Broadhavendal in de buurt
zijn behalve piisschien de schoolmeester."
Ik zou net zoo liof den duivel tegenkomen." zeide
Dan; ,.hfj zou me hoogstwaarschijnlijk een kogel door
mijn kop jugan."
„Waarom? vroeg Tot verwonderd.
.meisje als Je denkt, dat j© hem kent, dan
vergis jo Je leelijk, Hjj mag zoo zacht rijn als e«n
lain bij jongens en meisjes, .maar fa hit eenmaal los
dan valt er niet met hem te spotten. Halloi daar komt
een ander aan, bind je paard vast. dan zullen we
nog eons oen kans wagen en dan wijs ik je daarna
een anderen weg naar Sydney." Hij luisterde een
oogenblik en zekle toen: „Twee boerenjongens, als
ik me niet vergis; hoor ze eeins lachen,"
Twee ruiters kwamen lachend en pratend aanrijd
den. Tot zette zich fchrap en hield haar stok als een
pistoql pilaar, zij was een sterk, moedig meisje, groot
gebracht voor ruw, mannenwerk, tusschen paarden en
vee; maar zij hield haar adem In, toen de twee dichterbij
kwamen en zij op Den's geroep wachtte, om te vooiV
schijn te springen. „Zij konden nu wel eens terug».
sUi itrn'. dacht zij.
Zy zag in het maanlicht, dat het twee stevige k«l
reis waren, die op goede paarden zaten, en toen stond
naar hart als liet Iwaire stil. Zij herkende een van de
stemmen den schoolmeester zelf nu zou alles
natuurlijk misloopen.
De twee ruiters., nog lachend en pratend, réden,
zich van het gevaar onbewust, ongemoeid door.
Het duurde vijf volle minuten, voor Dtun Morley
langzaam naar haar toekwam over den door de maan
beschenen ,weg. Hij was heelemaal van streek. „Al.
weer een tegenvaller 1" fluisterde hy beesch. j Heb je
gezien wie hot was? Vervloekt, we hebben vanavond
^^k herkende rijn stem." antwoordde Tot. die stond
te "beven als een riet en begon te denken, dat woudL
loopen per slot van rekening nou piet zoo'n heel
prettige bozigheid was. Eigenlijk had zy er al bet-
rouw van, dat rij van huis woggetoopen was. Maar
daar was nu niets moer aan te doen, dacht rij. Nu
rij éénmaal in het schuifje zat, moest zij mewaren.
Zoo rijdt de kapitein met een geestelijke op Fleertj.
toot naar Sydney", zeide Dan. alsof hjj hartlop dacht.
dat is bliksems gevaarlijk, We dacht©" 8.!Vmit< d*t
Hjj door kat W«t#n naar da R*ng«, Dat ik
vast. Tot nu hij er is. durf ik mij in Sydney niet
te laten zien. We zullen terug moeten rijden en bij
Parramatta de rivier oversteken. Het boste is daar
vannacht te blijven. Als We jiet slim aanleggen, zal
niemand ons verdenken."
„Ik heb nog wat gold." zeide Tot. „Laten we gauw
teruggaan, ik begin nodiger te krijgen morgen zullen
we weer verder zien."
Het was yen heldere, lichte avond, lekker frisch.
zonder dat het koud was, en, de paarden ^pten
flink aan, toen zij in do richting van Parramatta
gingen, het was alsof zij wisten, dat de tocht bijna
ufgcloopen was.
Een half uur lieten rij Be paarden stapvoets gaan,
want J)an wilde niet draven of galoppeeren, steeds
op hun hoede 'en "klaar pm ieder oogeabiik weer in
het kreupelhout te verdwijnen, indien verdachte orr^_
standighedon zulks raadzaam zouden doen zijn. Zij
hadden een aannemeiyke reden voor hun aanwezigheid
op den weg verzonnen; "maar Dan was er toch niet
erg op gesteld met de politie in aanraking te komen.
Daar klonk in den stillen avond achter hen een
nog ver verwijderd geluid; Dein hield zijn. paard in
en luisterde want zijn scherp, goedjgeoefend oor hert-
kende den bij zonderen stap van verscheidene paarden
in een stevigen draf.
Tot hoorde het onheilspellend geluid eveneens. „Denk
je, dat do oude Gordon ons de politie achterna gezon
den hoeft?" zeide rij.
„Het is geen politie, het zijn soldaten, en hoe eer*.
der wij hun ui( den weg zien te komen, des te beter.
De oude gek vnn een dominee heeft ze natuurlijk een
wenk gegevfln, en zelfs als we het geluk hebben te
ontsnappen, zullen ze natuuriyk de politie in Parra.
mntta .waarschuwen. Je kunt jgr van op aan dat do
politie en .de soldaten meer weten van ons optreden
op de Zuidkust dan de oude Gordon. We zullen links
het struikgewas ingaan, zoodat we de rivier vrij hebj.
ben; de oevers zijn hier hoog; blijf dicht bij mc.'J
Gévplgd door Tot, verdween hij in het dichte kreu.
pelhout, tot zij bij een groep theestruiken kwamen,
waar Dan afsteeg. Kom er af', zeide hij. „en vcj
roer je niet. Houd je'hand op den neus van je paard.
Ze komen dadelijk voorbij."
Het waren zes man bereden infanterie onder bevel
van een officier. Zn reden In vollen draf met een la.
waai- van rinkelende sporen en uitrustingen. Op do
hoogte vnn Dan's schuilplaats gekomen, fcommandeerde
de officier; Halt!'' Onmiddellyk hielden ze hun paar.
den in en te oordeelen naar de lange stilte stonden,
zy te luisteren.
I Vreemd I" zeide de officier zachtjes. „Korporaal zei
je niot .dat Je zo «en naar minuten geleden hoorde?"
JD*t deed ik ook. Sir. rij mosten hier «rgens hst
gevende Schikkingen begrijpt, te worden opgevat Lief
ds gro^dvret zoodanige opvatting niet .oe, ril *w,c«
dan de gemeentebesturen ia stut, by hunne jigeiy—
sche beu'■■'YYiagen, zonder aan weiten. noch ana«r«
hoogere iwvtlen gebonden te kunnen worden, louter
naar willekeur te werk te gaan. Dit kan de bédceliu^j
niet zyin oener wet die, tegen het plegen van dèagey,
tyke handduigen door de provinciale -besturen en -dool
de algemeene Ryksregeering middelen vero.dcnt.
In art. 145 onzer Constitutie is de koninklijk© be
voegdheid to-t schorsing eu vernietiging bepaald, het.
geen heteekeat, dat -deze bevoegdheid aan -den uup
nister is' gegeven. De memorie van toelichting by dit
artikel goeft tevens natjfukkelijk de reden op, waarom
deat* bevoegdheid aan den mint ter is gegeven.
Overigens heeft ook de Rechter hier een woordje
Imede te spreken on deze doet dat af en toe ook.
Niet heeft de pochter te beoordeelen, of de vérordd.'
ningen der grenzen van art. 150 der gemeentewet te builen
gaan, d.w.z. of zij misschien tmien lu hetgeen van
algemeen Ryks. of provinciaal belang fa. De beaordeer
lifig van dezo vraag is overgelaten aan de adniinistr:
tievo macht. Echter heeft de Rechterlijke macht wal
da bevoegdheid te oordeelen over de vraag, of de
plaatselijke verordeningen in strijd zijn met de
wet. Hierin jtau:n de plaatselijke verordeningen ten
achter bij de i ijksvéetten. De rechterlijkt- macht mist
de bevoegdheid de wetten te toeisen uun de Grondwet
en op grond dier toetsing ze buiten toepussing te vedr
klaren.
Hiervoor sla men slechts op nrt. 121 van de Grondf.
wet;
„Alle voorsteilen van wet, door de Staten.Ge-
neraal aangenomen en door den Koning (de Ka.
ningin) goedgekeurd verkrijgen kracht van wet en
worden door den koning afgekondigd. De wek
ten zijn onschendbaar.'
Dit laatste zinnetje heeft een jjjroote beteekenls. Dat
yiist beteekent, dat de Rochlerlijke macht zich niet
heeft te bemoeien jnet de vraag of een wet al dan
niet in strijd fa met de grondwet. Het is een zeer
goede bepaling. Immers, indien den Rechter wel het
toelsingsrêcht (vare gegeven, dan zou hij. indien iemand
ricn tot nem wendde, op grond van strijdigheid met do
grondwet, een rykswet buiten toepassing kunnen steE
Ion. Waar de jbcvolktng den invloed op de benoeming
van de leden der rechterlijke macht mist. en deaa
bovendien voor hun leven worden'benoemd, zou het
toetsingsrecht op de wetten door en door ondemocra
tisch zijn. Er zal in dezen tijd wel niemand rijn, die
het toetsingsrecht aan de justitie zou willen verleenen.
Dank rij artikal 121 tweede lid van de grondwet heeft
d« rechterlijke macht dus op de al of niet toepast
sing dar wetten geenerlei invloed.
Andara is het gesteld met onze plaatselijke veron.
danlngan. van nara onschendbaarheid fa ia de grondt
wat niet gerept. De rechter,is dus bevoegd, plaatselijke
verordeningen te toetsen aan de wet en verplicht die
verordeningen buiten toepassing te laten bij strijd met
da wet. We zeiden boven reeds, dat de rechterlijké
macht af an toe ook" inderdaad van deze bevoegdheid
gebruik maakt en zelfs nog wel verder sgaat, 't Is
voorgekomen, dat de justitie oei is getreden in de
beoordeeling van de vraag of een verordening in het
belang van de huishouding der gemeente fa.
Zoo we reeds zeiden, ging ze hiermee haar bevoegd,
beid feitelijk te buiten,
Het gevai dat we op het oog hebben is het voL
sideOver de verordening, regelende de winkélsluJL
ting werd voor dm ^Kantonrechter aangevoerd, dat
deze verordening niet geacht kon worden in het be
lang te rijn van de huishouding der gemeente.
Deze was het met die zienswijze oneens^ waarqp
da kwestie in hoqger beroep voor de arrondtssemmtSl.
rechtbank diénde. Deze rechtbank oordeelde precies
andersom en verklaarde dientengevolge de verorde
ning buitan toepassing. Jn hoogste instantie kreeg nu
de Hooge Raad te beslissen. Hij sprak uit. dat de
verordening niet in strijd was met ae wet. Had deze
Raad het hierbij gelaten enverklaard, dat hij niet
te oordeelen had over de andere, vraag, n.1. of zij in
het belang van de huishouding der gemeente was ta
achten, dan zou hij volkomen binnen rijn machlsbe.
voegdheid zijn gebleven. Evenwel sprak" de Hooge Raad
zich ook hierover uit, rij het ook in gunstigen zin.
We zien, dat alle drie rechtsinstantie's zich over een
vraag, waarover rij naar de algemeene meening niet te
oordeelen hadden, hebben uitgesproken.
We hebben dezen keer aangetoond, dat de bevoegd
heid van dm gemeenteraad tot het scheppen yan re
gelende besluiten wel groot, .doch geenszins onbej.
perkt is.
„RECEPTIE'".
Terwijl rij nu m dan een angstig oog wierpeh op de
iit, met hangen m wurmen, met overgroote moeite
.oden rij. de vorige maand de gasrekening op bet
uiterste nippertje, me soebatten aan het kontoor van de
fabriek, kunnen Delalen zaten meneer en mevrouw
in het late avonduur te redeneeren over 't geval.
„Natuurlijk komt de oudste patroon feliciteeren"
zei Henk, ..misschien komt mevrouw mee." „Dan
moet ik haar zeker zoo ontvangen," riep mevrouw
uit, haar arm opheffend en toonend een behoedzaam
kreupelhout rijn ingegaan en zich niet ver van ons
verdekt hebben opgesteld I"
„Misschim hebben, ze hun pistolen wel op ons ge(,
richt, wat?" zeide de officier, rijn schouders ophap
lend. „Tusschen twee haakjes, heeft Majoor Browne
niet gemeld, dat het meisje op een gestolen merrie
reed?"
„Ja. Sirl"
„Houdt je nu zoo stil als een muis, mannen," fluis».
terde de commandant.
Vijf minuten gingen voorbij, het leek wel een uur;
de officier verwachtte blijkbaar iets to zullen hooren.
Plotseling word op een afstand van ongeveer twee
honderd voet van de wachtende ruiters de stilte veij.
broken door het luide gehinnik van Tol Gardiner"»
merrie, Doar had de officier op gewacht.
„We hebben ze. piannen" .zeide de officier; „ze
zitten ln dm vai. Korporaal, .rijd met twee man een
honderd yards terug, en dan het bosch in en houd
Ie ooien an oogen open. Let op de river, die heeft
lier steile oevers en loopt een driehonderd yards evenj.
wijdig met den weg"
„Kom mee. mannen." zeide hij tot de overigen
we zullen ze van dezen kant den jpas afsnijden.
„Korporaal 1" riep hy. terwyi hij rijn paard de sporen
i zio zo dooa 01 levend in hflnden - to ^rijgen.
nian behoort tot den troep van Salathiel. Er staat
een belooning van honderd pond op zijn ho fd.
Dan had niet geweten, of anders had hy het vergeten
dat een zijtak van de Parramattarivier den weg kruiste
en tusschen steile oevers naar het N.O. liep en d.v
vendim had hij de bevelen van den officier niet gep
'U(tevolgd door Tot, gaf hij zijn paard do sporen pn
rood recht pp de rivier aan. Tom hij in liet voile)
maanlicht kwam. m i..u uuu. l
zijn paard
dertig voet
een zekeren dood. Dadelijk begreep hij, dat hjj in den
val zat; de soldaten rechts en links van hem en voor
hem afgrond.
Geef jo over. of we vuren I" riep de officier.
De woudlooper overzag in één oogenblik den toe(,
stand; er was slechts één kleine kans zelf te ontsnapi.
pen; hy moest trachten langs den korporaal en zyn
manschappen 'te ontkomen. Dan Morley had niets ri<t,
derlijks; hij dacht geen minuut aan Tot Gardincr. Zijn
beide pistolen op den korporaal cn rijn manschappen
afvurend, gaf hy rijn paard de sporen en reed recht
op hen af
Een salvo was hot antwoord; maar het was wA,
want rij waren bang eikaar te raken; en temidden gin
den rook m de verwnuring hoorde men bem v
loppwra». Tot slaakte toew van p.ya m