De dingen om ons heen. VOGELVRIJ De inrichting en de bevoegdheden der Gemeentebesturen. Zaterdag 16 November 1918. 61ste Jaargang No. 6313. DERDE BLAD. FEUILLETON. fiSSi'&t 3? Sl SVSvdï rv. Schetsen uit de Rechtzaal. 1 i De Nederlandsche Bolchewicki. .tuiin v.ei jaren laijg hebben we gehoopt, dat wc „er buiten xuudeu blijven. En dan had dit „er buij. len bj.inkkwg op den wereldoorlog, die cipn van genen, dan van dezen kant ons sciieen te zullen memeuren. Unteibuhj beledigingen hebben we moeten slikken vun beide partijen, i;e eene nam onze schepen in beslag, do ander vernielde ze. De Entente stelde ons op rantsoen un Duitschland vorderde haisufsnijdei'v prijzen voor wat hot met v«el moeite beloofde te zal len leveieui. Mijnen en vliegers verpestlen onze wa„ teren e,i onze lucht en een regeering, die krijg had gewetucht, zou niet één maar dozijnen malen aait 'eidtng gjhad hebbest tot een oorlogsverklaiing, naar keuzo met welke der groepen. Dut hel niet zoo is gegaan en dat wij er zcyidetr ernstig kleerscheuren zijn doorgerold is verblijdend en is gen onbelangrijke creditpost pp de rekening van Loudon, al is de vr«le. dien men wist te bewaren dan ook ztvr duur gekocht., Duur in .persoonlijke offers duur in staatsgeld, duur voor particulieren. I De staatsschuld steeg in die vier jaren tot enorme hoogte, de kosten voor levensonderhoud der burgerij werden dubbel in vele gevallen drie of vier dubbel. Doch de vrede bleef, de volkskracht ondervond hoog. stens indirecte sdiade, en de eoonomische kracht leed iin weerwil dier financieele offers slechts zoo weinig dat men veilig een spoedigen herbloei mag verwachten. Ih ns echter bedreigt een gevaar veel grooter dan, olie» wat wy ondervonden, onze economische welvaart. Namelijk de nadering van het bolchewisme, van dé aociule en economische revolutie. Een krachtige guedgeleide propaganda is gevoerd seu dert geruimen tijd. Onderhands helmen Russische, Duit. eche en Nederlandsche agenten Tan Lenin c.s. een deel van ons volk .rijp gemaakt voor de bolchewistiache leerstellingen en idealen. Laat ons dadalijk zeggen, dat wij ons best kunnen begryp«n, dat zij idealen hebben, die niet de onze zijn en, dat vele dier idealen ons positief ongevaarlijk lijf. ken. Mem zou zelfs kunnen zeggen, dat de heeren Winkoop en Ravesteyn zich herhaaldelijk jjezighou, dan met het intrappen van wijd openstaande deuren. Herhaaldelijk hebben wij Lu dit blad, ais simpel van wijd openstaande deuren, en wij in dit blad, ais si bourgeois maatregelen besproken en verdedigd, die als bourgeois, maatregelen besproken en verdedigd, die als hoofdpunt schUterem op hun verlanglijst en bijna .geen programpunt of het vindt verdedigers ook buiten de bolcliewifltische partij, zij het dat de methode waarop men ^paar de bereiking streeft geheel, verschillend is. Hoe dit zij, het bolchewisme zal. met of zonder sucoes, dezer dagen zijn eischen stellen en de buigerij, en de regeering zal zich hebben uit te spreken in hoeverre zij bereid is daarmede accoord te gaan. Veel ia er natuurlijk dat een overgang in de richting zooals de Bolchewicki die wenschen, gemakkelijker zal maken. Niet voor niets hebben wij vier jaar geleefd in een tijd van staatsalmacht, in een periode, waarin de staat vleeschhouwer^ bakker, manufacturier. landbouwer, koop man, bankier on reeder was. Dat hij het er goed heeft afgebracht zal niemand durven zeggen. Zelfs onze bolchewicki vaak zelfs zij ia de cvrste plaats hebben kritiek uitgeoefend op de faits et gestes van den almachtigen, alles doende en alles regelende Staal De ervaring, die wij hebben op), gedaan met de socialiseering van productie en vert. doding is geenszins moedgevend geweest. Doch, zeggen de communisten van het Wijnkoop .genie, dat komt omdat de proefneming half was en zich niet oriën teerde op het welzijn des volks, doch dit slechts ten dede, en vaak zelfs in bet geheel met. deed. doch zich richtte naar kapitalistisch belang". Het is hier de plaats niet om nader op dit verwijt in te gaan. Het zou ons niet verwonderen, als de Tnbune menigen bewijsgrond, zou weten bij te brengen, al was het alleen maar omdat da noodregeikig, die ter voorziening in den toestand geimprovisoerd werd, wel diende om de zaken gaande t<e houden, doch geenszins om een nieuwe samenleving in ta richten. Thans koman de eischen los: socialiseering van bo dam .en productiemiddelen, acht .strakszes .urendag directe volksregeering door arbeiJers- en soldatenraden, invoering oener arbciderspolitie, afschaffing van leger en vloot mot behoud van wapens, opruim.ng van ko. ningschap, diplomatie m staatsschuld, verbeurdverkla. ring der oorlogswinsten, sa mens mei ing van alle belas. ting«i tot ean enkele op vermogen en Inkomen. En nog ko hst nu ta ander. Er zou ovar al dia Duatan afzonderlijk een beek, zoo niat eau halve bibliotheek Je schrijven zijn. Wanneer wij de eischen in het kort nagaan, dan lijkt het alsof, die welke met leger en vloot samenhangen direct ingewilligd zouden kunnen worden. In den vol kerenbond is voor die tweie geen plaats. Misschien zelfs ook niet voor do diplomatie, een Instituut, waarmede wij aooals de lezer weet. nooit bor ven mate hebben gedweept, overtuigd als wjj Varen dat consuls en speciale geranten voor zeer bijzondere uangekgenheden ruimschoots voldoende zijn te achten voor ujle werkzaamheden, die tot dusverre jjoor di plomaten heetten te worden verricht. Mits natuurlijk zij, die gezonden worden, de juiste manman zijn. Oven- het nut van een senaat op belastingr grond samengesteld en over een erfelijk koningschap kan metl bijna guen verschil van meening hebben, als men bijv. ton aanzien van het laatste bedenkt^ hoe wij voor korte jurem nog <je kans lieten dat een of andere. Prins vun Heuss hier koning zou hebben moeten spelen, wanneer de koningin kinderloos ware overleden. Bovendien maakt het machtig weinig verschil voor leder, die niet leeft in historische en andere tradities, of e;'n wet of besluit geteekend wordt door een vorst of om president.als hoofd van den Staat. Zoolang de ondertookoiiing van het Staatshoofd verplicht Is door de grondwet, lijkt het vrijwel het zelfde of de vorst of de president voor heit zetten der handteckening en voorts voor het maken van rondreizen het bezoeken vun instellingen en hel toespreken van vergaderingen, commiss.es en volksmenigten, een half milliocn gulden ontvangt. Goedkoop is pen president ook niet en zeer zeker niet belangrijk goedkooper, zoodat het op het Staatsbudget oenig verschil van beteekenis maak!. Ü9 kwestie van de eenheidsbelasting van den impót uniqué heeft hoogstens studeerkamerbeteekenisis een invorderingsquaebüe. Zes belastingen, «fce -oveï het half jaar voor de helft voldaan moeten worden, drukken precies zoo zwaar, als één van hetzelfde bedrag, die per maand 1/12 vordert. Hoogstens heeft het wegvallen van invoer, rechten en accijnzen (waarin wij ons hartelijk zouden verheugen) eonige bcteckemis. De achturendag is 'sedert lang geen probleem meer. Elk fabrikant, die er een proef mede nam, is voldaan en 'wïl niet meer terugkeeren tot het oude systeem. Hoogstens blijft de vraag of voor werkzaamheden zoo, als op het land geen uitzondering noodig is, jvanneer een algemeen© wet deze materie regelt. len slotte de socialiseering der productiemiddelen en van den bodem en de verdeeling als tak van Staatszorg, Hier vreazen wij dat de groote moeilijkheid komt. Want hier gaan de wegen ver uiteen. Zij Zouden niet zoover uit elkander gaan wanneer de Staat ooit bewezen had iets goeds te kunnen doen als exploitant, wanneer wij niet steeds hadden gezien hoe de Staat, bij onverschillig wat hij onderneemt duurder werkt en slechter, alleen iets presteert wanneer hij /ich daarbij kan beroepen op voorschrift of precedent, nooit iets kan en doet uit eigen initiatief, wat hem dan ook uitteraard ontbreekt en moet ontbreken. Ambtenaren, benoemd of gekozen, zijn nu eenmaal overal ter wereld het zelfde, in de eerste plaats missen zij de aansporing om iets goed en iets goeds te doen. Hun salaris staat vast en houdt geen verband met do resultaten van het bedrijf. In de tweede plaats hangt hun benoeming af van allerlei invloeden, waarbij hoog. stens in zeer zeldzame gevallen de geschiktheid den doorslag geeft. Wanneer de bolchewicki hierop een andere methode weten, kans zien allerlei betrekkingen zoo te bezetten dat elke man op de goede plaats komt.^vaar hjj '.het eiste werk kan en zal leveren, .zie dan is er geen feitelijk bezwaar meer de onteigeningswet met eenigé artikelen uit te breiden. Doch van dat middel om benoemingen en de leiding van Staatsbedrijven goed te doen plaats hebben, mochten wij pimmer iets overnemen. De Russische ontwrichting is althans geen bewijs, dat die méthode gemakkelijk te „vinden is.... x Wanneer nu onze bolchewicki op normalen weg met hun eischen komen, is er over heel veel te redf necTen. Doch wat wij van het optreden der heeren in de Kamer en daarbuiten gezien hebben, geeft zeer weinig, boop, dat er van ledeneeresn (in den zin van overleggen, veel zal komen. v En als het den Russischen (straks ook den Duitscherj) kant op gaat, vreezen wij met groote vrees dat er nog Mer moeilijke dagen zullen aanbraken voor ons land, UITKIJK. DOOR DAVID HENNESSEY. Naar hel Engelsch bcwerkl door W, J. A. Roldanus Jr. Lilga-ve W. De HAAN. Utrecht. 18. Ze waren juist bij hun paard, toen zij den ouden man hoorden .schratuwen: „Daii Flannigan. smeerlap, wil je het meisje laten gaan, anders stuur ik de po(. IlÜe op je al. Wat denk je, dat Jphn Bennet)! van je zeggen zal?" .Vervloekte oude gekl" bromde Dan; „nou zal Ik een koge. dopr je kop jagen;" en woedend op zfln paard springend, ireod hij naar dan ouden geestelijke terug Hoor hem eens te keer gaan." zeide hjj tep gen Tot' Hij sclireeuwt de heele buurt nog bij elkaar. Wee» nou verstandig. Dan," zeide Tot opgewoq, den, luat mij nou gaan, dan zal ik hem wel weg zien tè krijgen," maar terwijl zij dit zeide. vuurde Dan in de richting van do stem, en dadelijk na het schot hoorden zij Amos en Shawn in de richting van Sydriey weugnloppeeren. Dan en lot bloven onder de dekking van het kreu. P*'hout een lijdie wachten, want de opkomende maan f°nd lichtbundels door do lagere takken van de Dan laadde zijn pistool weer leak wel een gek om te schieten." zeide Tot. weet niet wat hij van plan is; maar het was een tegen va Hertje dat we juist twee oude vrienden moest- ten overvallén Wat zullen de menschen in het dal wel zqggen, hel hoorenï Ik zal maar vertellen, deud." wio het was, en het voor de grap Plan weer terug te gaanf' vroeg Dan Natuurlijk, Mr F;n aE daar zm in heb. M^™d° Tot;wie zou me kunnen tegenhouden? r™. geloof ie dat het nu geraden zou zijn to n;: zouden wc niet beier doen Schri don Wollombi te rijden?" vanavond wnt Sm® do woudlooper boos; we moeien M."av<?d ^i .geld 2iorl t krijgen om in Sydncy de bloemetjes bu,ten te zeti^Tkdenk wel, .dat jij J gaan;: zouden wc mei ik? Schri a'Tu den Wollombi te rijden?' neT'il/.vfvl bu't'ïl te zcüon «f lwdeDlt wd, aai l'J .kerfs,0k heb als ik; want Ik weet heel goed, dat je de merrie, waar je op zit. gestolen snekwT Tot- ^n zij naar do paarden oudf ^'Ük tagrioopen. Het is een een klrin n Ml praten. Geef hem eens hvh. tj,011 al me dwingen weer naar «1 jdu bat 4jXmm g» dat J Dezen keer zullen wij bet hebben, over de bevoégdl heden van de gemeentebesturen. In verband met art. 143 van de Grondwet, waarvan de aanhef luidt „Aan het hoofd der gemeente staat een raad", lezen we in dit verbond allereerst zeer nauwkeurig na art. lid van onza oonztltutl»; „Aan dan raad wordt dw ragaling an hat bastuur van ca huishouding der gameents ovsnalstan Hij maakt d« verordantngan, di e hij in hst ■Kr 8, gamednte noodig oordaelt. wwitteer de wetten, algemeene maatiegelén van béL stuur of provinciale verordeningen het vorderen, ver- leonen de gemeentebesturen hunne médewérking tot uitvoering daarvan, annotr de regeling en het bestuur van de huis houding een er gemeente door den gemeenteraad grou velijk worden verwaarloosd, kan een wet de wijze bepalen, waarop in het bestuur dier gemeente, met afwijking van ae beide eerste zinsneden van dit ai*_ tikel, wordt voorzien. De wet bepaalt, welk gezag het gemeentebestuur veT„" vangt, wanneeT dit in gebreke blijft van de uitvoering der wetten, der algemeene maatregelen van bestuur én der provinciale verordeningen Je voorzien". In het bijzonder vestigen .wij voor dezen keer de aandacht op de door ons gespatieerde tweede alinea „Hij (d.i. de Raad) maakt de verordeningen, die hij in het belang der gemeente noodig oordeeit," Indien ten aanzien van deze materie niets meer en niets anders was bepaald don hetgeen deze korte zinsnede inhoudt, dan zou de Baad dus volkomen oppermachtig zijn en elke verordening die hjj „,In het belang der gemeente" ltt hot leven verkoos tè roepen, kunnen muken. En wat meer zegtal deze verordeningen zou den geldig en bindend rijn. Zoo staat het er evenwel niet moe. Indien de eeïste zinsnede van het door ons aan gehaalde art. 144 der Grondwet door niets werd be\, perkt, zou daarmee de gemeente tot een volkomen zelfstandig staatje rijn verheven. Zij was dan niet een ook maar ^enigszins ondergeschikt deel van een provincie van d,en Staat. De gemeentebesturen, dat rijn dus op grond van art. 143 der Grondwet, de gemeenteraden, zouden dan geen hoogere besturen boven zich hebben. Ieder voelt en ieder weet, dat het zoo niet Is. De macht in de eerste zinsnede van bovengenoemd artikel aan de gemeentebesturen toegekend, wordt in de allereerste plaats beperkt door art. 145 van onze Constitutie De macht des konings om de besluiten van ga. meentebesturen, die met de wet of het algeméén belang strijdig zijn, te schorsen en, te vernietigen wordt bij de wet geregeld. Die macht is onbeh perkt, ten aanzien van dé plaatselijke verordenin. gen an reglementen." Bovendien moeten voor de beperking van de macht der gemeentebesturen In dit opricht worden gelezen da artikelen 150 .en 153 van de gemeentewet. Art. 150: „Da plaatselijke verordeningen, waaronder alle voorschriften <an beschikkingen van den Raad en van Burgemeester en Wethouders worden ver staan, treden niet in hetgeen van a 1 g meen Rijks. <>f provinciaal belang is. Bij twjjfel of een verordening dit deed, verbindt zy, tot artikel 153 is toegepast." Art. 153„De plaatselijke verordeningen kunnen, 'voorzoovèi- zij met de wetten of het algemeen bej. lang strijden, door ons worden geschorst of vöJ. nietigd." Men riet dus, dat aan de gemeenten niet de vol. jkomen zelfstandigheid is gegeven, In de allereerste plaats heeft de Raad gr voor te zorgen, dat hij' met zijn verordeningen niet In strijd komt met de wet. Deze beperking aan de bevoegdheid der gemeénté- besturen aangelegd is zoo natuurlijk en vanzelfsprekend mogelijk. Waar zouden we blijven als de gemeenteraad volkomen het recht bezat, regelrecht tegen de Rijks^. wetgeving in, ie kunnen verordenen. Stel b.v. dat de Leerplichtwet bepaalde, dat de kim deren $Ie school niet mogen verlaten voor de voli- tooiingvan den lLljarigen leeftijd. Het zou dan im mers de grootste ongerijmdheid zijn indien de get meentebesturen zouden kunnen bepalen, dat in hun gemeente de leerplichtigheid eindigde op b.v. 12_jarigen. leeftijd. Ieder begrijpt, dat dit onmogelijk toelaatlxaar zou rijn. Het is intusschen duidelijk, dat hier gemakkelijk verschil van meening kan ontslaan. De termeen vei*, ordening mag niet in strijd met de wet zyn'is vrij vaag. In ieder gevai laat rij plaats voor verschil van opvatting. Wat de een wel in strijd acht met de wet, oordeelt een ander dikwijls volkomen met de wet te strooken. Laten we het nog eens precies zeggen: 1. de plaatselijke verordeningen mogeh niet met de wetten of het algemeen belang strijden, 2. zij mogen niet treden in hetgeen van algemeen Rijkv of provinciaal belang (s. De vraag doet zich nu voor, wie bij verschil van opvatting uitspraak doet. We vinden hieromtrent reeds eenig licht in boven aangehaald art. 145 van <je Grondwet. Daarnaast geven wij eenige aanhalingen uit de Memorie van Toelichting bij dat artikel „Artikel 145 der Grondwet verklaart de Konink lijke bevoegdheid tot schorsing .en vernietiging op t de plaatselijke door den raad gemaakte verorde ningen van toepassing. Het daar gebezigde woord verordeningen behoort, naar de Regeering meent in d«n meest utigebreiden zin, zoodat 'het alle regels hij Bothered Shawn mee moest brengen I" Het meisje lachte zenuwachtig. ,.A11 right". zeide het meisje smalend. „Maar bedenk gaiiw jets anders, als het je blieft, anders zal ik op mijn eigen houtje wat verzinnen. We zouden misschien een ander wat geld kunnen afzetten en dan langs een anderen weg naar Sydney gaan. Er zullen wel geen andere menschen uit het Broadhavendal in de buurt zijn behalve piisschien de schoolmeester." Ik zou net zoo liof den duivel tegenkomen." zeide Dan; ,.hfj zou me hoogstwaarschijnlijk een kogel door mijn kop jugan." „Waarom? vroeg Tot verwonderd. .meisje als Je denkt, dat j© hem kent, dan vergis jo Je leelijk, Hjj mag zoo zacht rijn als e«n lain bij jongens en meisjes, .maar fa hit eenmaal los dan valt er niet met hem te spotten. Halloi daar komt een ander aan, bind je paard vast. dan zullen we nog eons oen kans wagen en dan wijs ik je daarna een anderen weg naar Sydney." Hij luisterde een oogenblik en zekle toen: „Twee boerenjongens, als ik me niet vergis; hoor ze eeins lachen," Twee ruiters kwamen lachend en pratend aanrijd den. Tot zette zich fchrap en hield haar stok als een pistoql pilaar, zij was een sterk, moedig meisje, groot gebracht voor ruw, mannenwerk, tusschen paarden en vee; maar zij hield haar adem In, toen de twee dichterbij kwamen en zij op Den's geroep wachtte, om te vooiV schijn te springen. „Zij konden nu wel eens terug». sUi itrn'. dacht zij. Zy zag in het maanlicht, dat het twee stevige k«l reis waren, die op goede paarden zaten, en toen stond naar hart als liet Iwaire stil. Zij herkende een van de stemmen den schoolmeester zelf nu zou alles natuurlijk misloopen. De twee ruiters., nog lachend en pratend, réden, zich van het gevaar onbewust, ongemoeid door. Het duurde vijf volle minuten, voor Dtun Morley langzaam naar haar toekwam over den door de maan beschenen ,weg. Hij was heelemaal van streek. „Al. weer een tegenvaller 1" fluisterde hy beesch. j Heb je gezien wie hot was? Vervloekt, we hebben vanavond ^^k herkende rijn stem." antwoordde Tot. die stond te "beven als een riet en begon te denken, dat woudL loopen per slot van rekening nou piet zoo'n heel prettige bozigheid was. Eigenlijk had zy er al bet- rouw van, dat rij van huis woggetoopen was. Maar daar was nu niets moer aan te doen, dacht rij. Nu rij éénmaal in het schuifje zat, moest zij mewaren. Zoo rijdt de kapitein met een geestelijke op Fleertj. toot naar Sydney", zeide Dan. alsof hjj hartlop dacht. dat is bliksems gevaarlijk, We dacht©" 8.!Vmit< d*t Hjj door kat W«t#n naar da R*ng«, Dat ik vast. Tot nu hij er is. durf ik mij in Sydney niet te laten zien. We zullen terug moeten rijden en bij Parramatta de rivier oversteken. Het boste is daar vannacht te blijven. Als We jiet slim aanleggen, zal niemand ons verdenken." „Ik heb nog wat gold." zeide Tot. „Laten we gauw teruggaan, ik begin nodiger te krijgen morgen zullen we weer verder zien." Het was yen heldere, lichte avond, lekker frisch. zonder dat het koud was, en, de paarden ^pten flink aan, toen zij in do richting van Parramatta gingen, het was alsof zij wisten, dat de tocht bijna ufgcloopen was. Een half uur lieten rij Be paarden stapvoets gaan, want J)an wilde niet draven of galoppeeren, steeds op hun hoede 'en "klaar pm ieder oogeabiik weer in het kreupelhout te verdwijnen, indien verdachte orr^_ standighedon zulks raadzaam zouden doen zijn. Zij hadden een aannemeiyke reden voor hun aanwezigheid op den weg verzonnen; "maar Dan was er toch niet erg op gesteld met de politie in aanraking te komen. Daar klonk in den stillen avond achter hen een nog ver verwijderd geluid; Dein hield zijn. paard in en luisterde want zijn scherp, goedjgeoefend oor hert- kende den bij zonderen stap van verscheidene paarden in een stevigen draf. Tot hoorde het onheilspellend geluid eveneens. „Denk je, dat do oude Gordon ons de politie achterna gezon den hoeft?" zeide rij. „Het is geen politie, het zijn soldaten, en hoe eer*. der wij hun ui( den weg zien te komen, des te beter. De oude gek vnn een dominee heeft ze natuurlijk een wenk gegevfln, en zelfs als we het geluk hebben te ontsnappen, zullen ze natuuriyk de politie in Parra. mntta .waarschuwen. Je kunt jgr van op aan dat do politie en .de soldaten meer weten van ons optreden op de Zuidkust dan de oude Gordon. We zullen links het struikgewas ingaan, zoodat we de rivier vrij hebj. ben; de oevers zijn hier hoog; blijf dicht bij mc.'J Gévplgd door Tot, verdween hij in het dichte kreu. pelhout, tot zij bij een groep theestruiken kwamen, waar Dan afsteeg. Kom er af', zeide hij. „en vcj roer je niet. Houd je'hand op den neus van je paard. Ze komen dadelijk voorbij." Het waren zes man bereden infanterie onder bevel van een officier. Zn reden In vollen draf met een la. waai- van rinkelende sporen en uitrustingen. Op do hoogte vnn Dan's schuilplaats gekomen, fcommandeerde de officier; Halt!'' Onmiddellyk hielden ze hun paar. den in en te oordeelen naar de lange stilte stonden, zy te luisteren. I Vreemd I" zeide de officier zachtjes. „Korporaal zei je niot .dat Je zo «en naar minuten geleden hoorde?" JD*t deed ik ook. Sir. rij mosten hier «rgens hst gevende Schikkingen begrijpt, te worden opgevat Lief ds gro^dvret zoodanige opvatting niet .oe, ril *w,c« dan de gemeentebesturen ia stut, by hunne jigeiy— sche beu'■■'YYiagen, zonder aan weiten. noch ana«r« hoogere iwvtlen gebonden te kunnen worden, louter naar willekeur te werk te gaan. Dit kan de bédceliu^j niet zyin oener wet die, tegen het plegen van dèagey, tyke handduigen door de provinciale -besturen en -dool de algemeene Ryksregeering middelen vero.dcnt. In art. 145 onzer Constitutie is de koninklijk© be voegdheid to-t schorsing eu vernietiging bepaald, het. geen heteekeat, dat -deze bevoegdheid aan -den uup nister is' gegeven. De memorie van toelichting by dit artikel goeft tevens natjfukkelijk de reden op, waarom deat* bevoegdheid aan den mint ter is gegeven. Overigens heeft ook de Rechter hier een woordje Imede te spreken on deze doet dat af en toe ook. Niet heeft de pochter te beoordeelen, of de vérordd.' ningen der grenzen van art. 150 der gemeentewet te builen gaan, d.w.z. of zij misschien tmien lu hetgeen van algemeen Ryks. of provinciaal belang fa. De beaordeer lifig van dezo vraag is overgelaten aan de adniinistr: tievo macht. Echter heeft de Rechterlijke macht wal da bevoegdheid te oordeelen over de vraag, of de plaatselijke verordeningen in strijd zijn met de wet. Hierin jtau:n de plaatselijke verordeningen ten achter bij de i ijksvéetten. De rechterlijkt- macht mist de bevoegdheid de wetten te toeisen uun de Grondwet en op grond dier toetsing ze buiten toepussing te vedr klaren. Hiervoor sla men slechts op nrt. 121 van de Grondf. wet; „Alle voorsteilen van wet, door de Staten.Ge- neraal aangenomen en door den Koning (de Ka. ningin) goedgekeurd verkrijgen kracht van wet en worden door den koning afgekondigd. De wek ten zijn onschendbaar.' Dit laatste zinnetje heeft een jjjroote beteekenls. Dat yiist beteekent, dat de Rochlerlijke macht zich niet heeft te bemoeien jnet de vraag of een wet al dan niet in strijd fa met de grondwet. Het is een zeer goede bepaling. Immers, indien den Rechter wel het toelsingsrêcht (vare gegeven, dan zou hij. indien iemand ricn tot nem wendde, op grond van strijdigheid met do grondwet, een rykswet buiten toepassing kunnen steE Ion. Waar de jbcvolktng den invloed op de benoeming van de leden der rechterlijke macht mist. en deaa bovendien voor hun leven worden'benoemd, zou het toetsingsrecht op de wetten door en door ondemocra tisch zijn. Er zal in dezen tijd wel niemand rijn, die het toetsingsrecht aan de justitie zou willen verleenen. Dank rij artikal 121 tweede lid van de grondwet heeft d« rechterlijke macht dus op de al of niet toepast sing dar wetten geenerlei invloed. Andara is het gesteld met onze plaatselijke veron. danlngan. van nara onschendbaarheid fa ia de grondt wat niet gerept. De rechter,is dus bevoegd, plaatselijke verordeningen te toetsen aan de wet en verplicht die verordeningen buiten toepassing te laten bij strijd met da wet. We zeiden boven reeds, dat de rechterlijké macht af an toe ook" inderdaad van deze bevoegdheid gebruik maakt en zelfs nog wel verder sgaat, 't Is voorgekomen, dat de justitie oei is getreden in de beoordeeling van de vraag of een verordening in het belang van de huishouding der gemeente fa. Zoo we reeds zeiden, ging ze hiermee haar bevoegd, beid feitelijk te buiten, Het gevai dat we op het oog hebben is het voL sideOver de verordening, regelende de winkélsluJL ting werd voor dm ^Kantonrechter aangevoerd, dat deze verordening niet geacht kon worden in het be lang te rijn van de huishouding der gemeente. Deze was het met die zienswijze oneens^ waarqp da kwestie in hoqger beroep voor de arrondtssemmtSl. rechtbank diénde. Deze rechtbank oordeelde precies andersom en verklaarde dientengevolge de verorde ning buitan toepassing. Jn hoogste instantie kreeg nu de Hooge Raad te beslissen. Hij sprak uit. dat de verordening niet in strijd was met ae wet. Had deze Raad het hierbij gelaten enverklaard, dat hij niet te oordeelen had over de andere, vraag, n.1. of zij in het belang van de huishouding der gemeente was ta achten, dan zou hij volkomen binnen rijn machlsbe. voegdheid zijn gebleven. Evenwel sprak" de Hooge Raad zich ook hierover uit, rij het ook in gunstigen zin. We zien, dat alle drie rechtsinstantie's zich over een vraag, waarover rij naar de algemeene meening niet te oordeelen hadden, hebben uitgesproken. We hebben dezen keer aangetoond, dat de bevoegd heid van dm gemeenteraad tot het scheppen yan re gelende besluiten wel groot, .doch geenszins onbej. perkt is. „RECEPTIE'". Terwijl rij nu m dan een angstig oog wierpeh op de iit, met hangen m wurmen, met overgroote moeite .oden rij. de vorige maand de gasrekening op bet uiterste nippertje, me soebatten aan het kontoor van de fabriek, kunnen Delalen zaten meneer en mevrouw in het late avonduur te redeneeren over 't geval. „Natuurlijk komt de oudste patroon feliciteeren" zei Henk, ..misschien komt mevrouw mee." „Dan moet ik haar zeker zoo ontvangen," riep mevrouw uit, haar arm opheffend en toonend een behoedzaam kreupelhout rijn ingegaan en zich niet ver van ons verdekt hebben opgesteld I" „Misschim hebben, ze hun pistolen wel op ons ge(, richt, wat?" zeide de officier, rijn schouders ophap lend. „Tusschen twee haakjes, heeft Majoor Browne niet gemeld, dat het meisje op een gestolen merrie reed?" „Ja. Sirl" „Houdt je nu zoo stil als een muis, mannen," fluis». terde de commandant. Vijf minuten gingen voorbij, het leek wel een uur; de officier verwachtte blijkbaar iets to zullen hooren. Plotseling word op een afstand van ongeveer twee honderd voet van de wachtende ruiters de stilte veij. broken door het luide gehinnik van Tol Gardiner"» merrie, Doar had de officier op gewacht. „We hebben ze. piannen" .zeide de officier; „ze zitten ln dm vai. Korporaal, .rijd met twee man een honderd yards terug, en dan het bosch in en houd Ie ooien an oogen open. Let op de river, die heeft lier steile oevers en loopt een driehonderd yards evenj. wijdig met den weg" „Kom mee. mannen." zeide hij tot de overigen we zullen ze van dezen kant den jpas afsnijden. „Korporaal 1" riep hy. terwyi hij rijn paard de sporen i zio zo dooa 01 levend in hflnden - to ^rijgen. nian behoort tot den troep van Salathiel. Er staat een belooning van honderd pond op zijn ho fd. Dan had niet geweten, of anders had hy het vergeten dat een zijtak van de Parramattarivier den weg kruiste en tusschen steile oevers naar het N.O. liep en d.v vendim had hij de bevelen van den officier niet gep 'U(tevolgd door Tot, gaf hij zijn paard do sporen pn rood recht pp de rivier aan. Tom hij in liet voile) maanlicht kwam. m i..u uuu. l zijn paard dertig voet een zekeren dood. Dadelijk begreep hij, dat hjj in den val zat; de soldaten rechts en links van hem en voor hem afgrond. Geef jo over. of we vuren I" riep de officier. De woudlooper overzag in één oogenblik den toe(, stand; er was slechts één kleine kans zelf te ontsnapi. pen; hy moest trachten langs den korporaal en zyn manschappen 'te ontkomen. Dan Morley had niets ri<t, derlijks; hij dacht geen minuut aan Tot Gardincr. Zijn beide pistolen op den korporaal cn rijn manschappen afvurend, gaf hy rijn paard de sporen en reed recht op hen af Een salvo was hot antwoord; maar het was wA, want rij waren bang eikaar te raken; en temidden gin den rook m de verwnuring hoorde men bem v loppwra». Tot slaakte toew van p.ya m

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1918 | | pagina 7