fist verlengstuk der Troonrede.
VOGELVRIJ
i"1 "TSs-Ssrts!
tS?^mAsrJS7 tfiW
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Zaterdag 21 December 1918.
61ste Jaargang (No. 6333.
FEUILLETON.
1
iOVöt de Slaatsbegrootlng heeft eindelijk de Zoozeer ae-
wen3Chlei opheldering gefir^cht. Zoow» wat inhoud Sb
JÏÏÏÏ. °e®/V, v4tt tode vari tui.
u^3i iwaaruij de voorgenomen hervormingen
7^ aangekondigd, hei karakter aan* troonrede
onNslaiigryk eüt de troonrede ,an September was!
-oo belangr(jk wus dit verlengstuk
Abareeret briiajidcldtr het de Staatkundige hervor.
ïniJigetn. hen nieuwe grond we i s lus zitmlog zal ouver-
wijld worden voorbereid. Daarbij zal in hei hijzonder
amioacht wc. J«n .geschonken aan de vraagstukken der
Lüoouepvqlging, de samenstelling der Staten-Geueiaul
T8rin het Kabinet-Ruys do Beoroa-
ePlen?})er ^J11 jplannen ontvouwde, hiold
uitter venilg m Het regeei ingsprograin bepsalJe zich
vi gons dit stuk feitelijk tot twee hoofdpunten, invoe
ring der verzekeringswetten van wijlen minister Tal ma
en uitvoering van artikel 192 der Grondwet, Bovendien
was de wijze, waarop deze beido zaken werden aan
gekondigd, niet in alle opzichten geschikt om den
indruk te wekken, dat daarbij naar verzoening mei
de linkerzijde zou worden gestreefd
Den vprzekeringswetteu-Talma zijn 'in het voorjaar
van 19U, vlak voor, de algemeene verkiezingen van
dat jaar, ondanks scherp verzet der geheele linker,
zijde, door de toenmalige rechtsche meerderheid In
bitde Kamers der S (aien-Generaal doorgedreven. Naast
lal vjan andere gewichtige bezwaren was vooral de
.vijze, waarop in „die wetten het vraagstuk der ouder
doms verzorging werd opgelost, aanleiding tot het ver-
/.et der liiiksclio groepen, In plaats van dit vraagstuk
op te lossen langs den weg dor staatspensioneeringw
voerde do ouderdomswet de verplichte vcizekeriing .in.
Bovendien werd deze verzekering beperkt tot dëloón-
arboiders, zoodat allo ouden van dagen, die niet in
loondienst hadden gearbeid, doch wier maatschappe
lijke positie in wezen van die der arbeiders niet vor-
•a tiilt. onverzorgd werden gelaten. Inzet Van den ver
kiezingsstrijd in 1913 van de zijde der linksche groepen
was dan ookniet invoering dor Talma-welten, doch
van een premievrij Sloatspensioen voor alle ouden van
dagen, die daaraan behoefte hébben. De oorlogstoe
stand bracht vertraging in de uitvoering van dit pro
gram. Wel bleef de invoering der Talma-wetten achter
wege, doch de wet pp het 'Staatspensioen vermocht
niet het Staatsblad te bereiken. De poging om dit
Staatspensioen tot stand te brengen, in hetbegia van
dit jaar beproefd door een wetsontwerp, ingediend
door drie fracties der linkerzijde, stuitte ondanks de
talentvolle verdediging door Mr. Marchant, af op het
verzet der rechtsche meerderheid in de Eerste Kamer.
Zoo was man dus in September 1918 nog even ver als.
vijf jaren geleden. Nu kondigde het minlsterie-Ruys
als zijn voornemen aan onverwijld de wetten-Talma
in te voeren. Eerst daarna zou aanvulling van die
watten worden overwogen. Zelfs liet men ons omtrent
de richting, waarin die aanvulling zou worden gezocht,
volkomen in het duister. Er werd 'derhalve van de
linkerzijde feitelijk een volledige capitulatie geëischt.
Zij moest beginnen met het geheele samenstel van
Tal ma. te slikken en moest daarna afwachten in hoe
verre <lo regeeringsmeerdérheid bereid zou zijn aan
-haar billijke verlangens tegemoet te komen. Van veel
geneigdheid tot "bverleg getuigde dit niet.
Met de uitvoering van art. 192 (het nieuwe onder
wijsartikel der Grondwet) stond "de zaak niet anders.
Natuurlijk zijn wij Volkomen bereid tot de'loyale uit
voering mede te werken. Doch loyale uitvoering wil
zeggen, dat men niet begint met ae voordeel en voor
het bijzonder onderwijs binnen te halen en pos daarna
de daartegenover staande waarborgen voor goed on
derwijs gaat vaststellen. De uitvoering van art. 192
moet als één geheel geschieden wil zij werkelijk tot
bcvredieing voor beide partijen leiden. Dit was ook
de reden, waarom de linkerzijde zich In het voorjaar
van 1918 unaniem verzette tegen het werts voorstel --De
Savomin Lohman, dat al dadelijk de gelijkstelling der
onderwij zers t ra elementen voor bijzonder en openbaar
onderwijs wilde doorvoeren. Het is dus begrijpelijk
dat de aankondiging ln de troonrede; dat voor tot de
algeheele uitvoering van het onderwijsartikel zou wor
den overgegaan, eerst de bezoldiging der bijzondere
onderwijzers zou worden geregeld' lot algemeens ont
stemming bij de linkerzijde aanleiding gaf.
Hoog stemde de troonrede dus onze verwachtingen
van" het nieuwe bewind niet.
Er is echter in de weinige maanden /iie sedert
hei uitsjircken 'der troonrede zijn verloopen, heel wat
veranderd. De bekende gebeurtenissen van den laatsteta
tijd hebben een geweldige stroom van democratie door
geheel Europa doen gaan. Ook bij ons zijn de Regee.
ring en de conservatieve elementen in de Volksverte
genwoordiging daarvoor niet ongevoelig gebleven. Een
door alle ministers medeonderteekende proclamatie der
Koningin stelde hervormingen in het "uitzicht, welke
in overeenstemming „met den polsslag van den tijd".
Doch ook deze proclamatie Jiet ons omtrent den aard
vain die hervormingen nog in hel duister. De rede van
den minislerepresident bij de algemeene beschouwingen
de nmgelij'khèW van instelling van nieuwe publiek rech
telijke^ lichamen en het lies tuur der buitenlaoidsclui
betrekkingen.
Over ,clk dezer juuntcn een enkel woord.
Itarzieuing der troonsopvolging zul beteekenea bet
hnoretu zeggen .kent, hier uen troon zou beklimmen
Dat het Oranjehuis in Nederland regeert is hooasi
gelukkig. Wij zouden de regeerimg van onze tegen
wooiOige vorstin 'niet gaarne voor een repT.^likeinsclio
zien plaats m&kea. Van harte hopen wij, üat
ramp als hel verlies van dat huis ons gespaard moge
blijven. Mocht die ons echter treffen dan moet ons
coik zelf kunnen beslissen hoe het voor het vervolg
geregeerd wil worden^ en niet aan de kans bloot
suian. dat een buiteniandsche onbekende de tougeis
van het bewind in handen neemt.
De samenstelling der Slóten-Generaal vordert even
eens een grondig onderzoek. Met name zal het insti
tuut van de Eerste Kamer niet kunnen worden ge
handhaafd. Jn dc laatste jaren is dit lichaam 'meer en
meer een rem geworden voor democratische hervor
mingen. Wij behoeven siechls op twee voorvallen uit
hel laatste jaar te wyzen. 1) everwerpimg van hel voorstel
lot gewijzigde heffing der verdedigingsbelastingen met
haar dank zn hel vrijzinnig.democratisdh amendement
goed geregeld progressief tarief alsmede de verwerping
van het wetsontwerp tot invoering van het Staatspen
sioen spreken, boekdoelen.
Voorts zal de vraag onder de oogen zijn te zien
of do taak dvj Tweede Kpjuor niet kan worden ver.
licht om aldus tot vluggere afdoening der zaken en
het bereiken van grootere practisohe resultaten te ko
men. Daaraan knoopt zich danv terstond de kwestie
vain de instelling van nieuwe publiekrechteriyke licha
men vast. Ons Staatsrecht kent thans geen andere van
die lichamen uuin de Sta ten-Generaal, de Provinciale
Staten, de Gemeenteraden en de waterschapsbesturen.
Daarnaast zou men nu kunnen overgaan tot het op
richten. van andere. Arbeidsraden, landbouwraden en
dergelijke, bekloed met de bevoegdheid om ieder op
te treffen, zou de
DOOR DAVID HENNESSBY.
Naar het Engélséh bewerkt door \V. J. /V. Roldanua Jr.
Uitgave W. De HAAN. Utrecht.
zijn terrein verschillende l v
taak der Kamers kunnen verlichten en aan 'de doel
matigheid der wetten en verordeningen, die thans uit
den aard der zaak door in hoofdzaak nietjdeskundigen
moeten worden gemaakt, ten goede kunnen komen.
Ten slotte zal daarbij heit buitenlandsch beleid
weer in handen der volksvertegenwoordiging' moe
ten worden gebracht en met name aan haar de be
slissing over oorlog en vrede, die thans bij de Re
geering alleen berust, moeten worden overgedragen.
(Het spreekt van zelf, dat van deze grondwetsher
ziening tevens gebruik zal moeten worden gemaakt
om heit algemeen vrouwenkiesrecht tin de Grondwet
vast te leggen. Men mag hieruit natuurlijk niet af
leiden, dat de invoering va ndat vrouwenkiesrecht
op die grond wetsherziening zal moeten wachten.
Integendeel behoort door de aanneming van het
eenige maanden geleden ingediende wetsontwerp-
Marchant zoo spoedig mogelijk gebruik te worden
gemaakt van de door de laatste grondwetsherzie
ning gegeven bevoegdheid om het algemeen vrou
wenkiesrecht in de gewone kieswet neer te leggen.
Dit strookt ook met de voornemens der Regeeiing.
Men weet, dat voor het aanbrengen van veranderin
gen in de Grondwet tweemaal een behandeling in
de Kamer nooddg Is. Tusschen deze belde 'behande
lingen in moet een Kamerontbinding door nieuwe
verkiezingen gevolgd', plaats vinden. Welnu, mimdster
.Ruys sprak den wensch uit, dat bij die verkiezingen
ook de vrouwen mede ter stembus zullen optrek
ken. Een uitmuntende gedachte; over de definitieve
vaststelling der nieuwe grondslagen van ons staats
bestuur moeten ook. onze vrouwelijke medeburgers
haar oordeel kunnen uitspreken.
Doch het zal bij des&e staatkundige hervormingen
niet blijven. Een zeer lange reeks van sociale her
vormingen werden daarnevens opgesomd. Ons be
stek laat niet toe die alle te vermelden. Wij zullen
trouwens in den loop der tijden, naarmate zij in
de Staten-Generaal worden behandeld alle gelegen
heid! hebben daarop terug te komen. 'Bepalen wij
ons dus voor ditmaal tot eenige hoofdpunten.
Ongetwijfeld is een der groote sociale vraagstuk
ken, die ons volk het meeste belang inboezemen, dat
der Ouderdomsverzekering. Wegneming der schrij
nende onbillijkheid, dat een groot deel- van onze
ouden van dagen niet weert, waarvan te leven, Is al
lereerste eisch. iHet is niet noodlg, dat ik mijn per
soonlijk standpunt in deze zaak uitvoerig uiteen
zet. Oplossing van dit vraagstuk door middel van
het Staatspensioen Is en blijft mijn meenihg. Het is
een zeer verheugend verschijnsel, dat de door de
Regeerrdng voorgenomen regeling een flinke stap in
de door ons begeerde richting zal doen. Zeker, het
volledige staatspensioen, zooals wij dat wenschen,
kondigt de Regêering nog niet aan. Zij heeft zelfs
angstvallig vermeden het woord Staatspensioen te
noemen, wat zij echter voornemens Is, is in het we
zen der zaak het begin van' het Staatspensk tn en
dat is voor het «ogenblik bot voornaamste. Wan
neer dkit begin er eerst maar is, zullen wij door
iuachitge propaganda wel zongen, dat do rest er ook
komt. De Regeering wil dan ten eerste do premies
voor de ouderdom? verzekering niet langer door den
arbeider doen betalen; voor hem wordt dit per .-sloor
dus al dadelijk premievrij. Voor den niet-arbeider
wij zij de mogelijkheid openstellen ore zich vrijwil
lig een ouderdomsrente te verzekeren. Doch, en hier
op komt het aam, bij de invoering van dane verze
keringswet, zal, terstond aan de oudop van dagen
van 65 jaar en ouder het pensioen premievrijwor
den verleend. Practisch zal dia dan het volledige
staatspensioen, zoowel voor loontrekkemden als voor
niet-loontrekkende:! zijn ingevoerd, is dat eenmaal
g°schied, dan komt men naar mijn vaste overtui
ging van dit staatspensioen noodt meer af. De vrij-
i willige verzekering zal waarschijnlijk, gezien de er
varing in het buitenland, een doodgeboren kind blij
ken en men zal het staatspensioen tot een jwijvend
instituut zien groeien. Daarbij zal terstond de rente,
die thans voor de Talma-penstoen-ra f2.voor één
persoon «n f 3.voor een echt paai toedraagt, worden
verhoogd tot f 3 en f5. Een mooi brok staatspensioen
zaï zijn veroverd, wanneer dit alles Is tot stand ge
bracht. Ik herhaal, het is voor ons nog lang riet. vol
doende, doch het is een begin, waarover wij voldaan
kunnen zijn en aan welks verdere uitbreiding wij
met kracht zullen werkeu.
Het zal Wj deze maatregelen niet blijven. De nieu
we mir.ister van arbeid heeft nog heel wat meer pil
len op zijn boog. In de ziekteverzekering zal de
geneeskundige behandeling worden opgenomen,
eveneens tot de nlet-arbeiders uitgebreid. Flinke fi-
nancieele steun zal bet Rijk daarbij verleenen, een
maatregel van onschatbaar belang voor de volks
gezondheid. De achturige arbeidsdag met den vrijen
Zaterdagmiddag zal voor fabrieken en werkplaatsen
worden ingevoerd, de nachtarbeid tot het volstrekt
noodzakelijke worden beperkt. De wotningbouw, ook
van middenstamdswondngen, zal .krachtig worden
aangevat.
Ziehier enkele voorname punten, doch zookls ge
zegd, hot is tang niet alles.
Voor oms vrij zinnig- democraten Is het daarbij een
bijzondere reden tot vreugde, dat het juist zijn de
punten van ons program, die thans staan te worden
verwezenlijkt.
Van Regeering en Kamer wordt ongetwijfeld, wil
dit alles werkelijkheid worden, groote arbeid ver
langd. Het Is daarom een goede gedachte geweest
van den Voorzitter om een verandering in de v. ertc-
wljze der Kamer voor te doen bereiden, waardoor
het praktisch resultaat der beraadslagingen zal kun
nen worden vergroot. Aan breedvoerige redevoerin
gen, zooals wij die ln den laatsten tijd te danken
hebben aan het optreden der uiterste 'linkerzijde,
heeft ons volk niets. Bedriegen de voorteekenen niet,
dar* is bi; de overgroot» meerderheid der Kamer het
besef levendig, dat de tijd, die komende is, zeeT
veel van haar verlangt en is zij ook bereid die zaak
naar beste weten te vervullen. Meer dan ooit moet
thans het parool zijn: Voorwaarts op den weg der
gezonde democratie tot ontwikkeling van alle krach
ten in ons volk, opdat het in staat zal zijn de pro
ductiekracht en daarmede de welvaart zoo hoog
mogelijk op te voeren!
Kr. p. J. OUD.
25.
HOOFDSTUK XXX.
De doodenkamer
Gezegend de regen, die in eau door vuur verzengde
atmosfeer op een door vuur verteerd land valt. Leven
en genezing Is ln iedcreu kristalheldere© droppel, en
de zwartgebrande aaide zet haar duizenden en nog
eens duizenden monden wijd open. om ze op te slurpen.
liet ragende niet hard, 's nachts oiek en den vol-'
Mpdcn dag filet, fin dc bosclibrandefi woedden nog
krachtig voort, maar 'de wind was naar het Zuiden,
geloopoi cn de regen, die op het land viel, redde
han dio do verschrikkingen van den voorafgaanden
nacht overleefd hadden, oir James zag dos ochtends
dat zijn bruin haar gedeeltelijk grijs geworden was
Amos luid om schok gekregen, füon hij hooit meer
geheel te boven kwam, Bob en Lötmox kwamen ar heel
huids nf doch Salathiel had een leclfjko brandwond
op zijn Ankerhand ctn arm opgcloopen bij «fe van
zijn pogingen, om anderen In den vroegen ochtend
10 Ktechen in dc lager gelegen hol|i haddm het
geleden, en «tartte*
zfjn
uuuou geheel
verzengd", scheen Viten het hol
Op een nanr nlaalsen in het dal werd zwavel go.
voinden en waarschijnlijk hadden de zwaveldampen,
die zich door de hitte ontwikkeld hadden, de dooden-
üi TUB 111
brandde nog hol
deze misdaad geweest zijn, behooren onmiddellijk ge
vangen genomen en later opgehangen te worden."
Door dit bestuur zal niemand tot de galg veroor
deeld worden, omdat hij arme zwervers als deze on-
gelukkigen vermoord heeft," zei de Salathial bitter; „en
ik ben bang, dat je pogingen geen succes zullen heb
ben. Maar afgezien daarvan, zal bet nog wel een
'paar dage J
vveg naar
lijk zijn 1i» -
hebben uitgewoed of door hevige regenbuien gebluscht
zijn. Zooals je ziol, 5laan de nosschen nog geheel in
vlammen en dat zal nog verscheidene dagen zoo blij
ven want alleen omdat de wind \naar het Zuiden go
loopen is, is de ieniperatuur wat afgekoeld."
„Heb je eten voor al dio inenschenï" vroeg Six
Ja ('nes, eensklaps van onderwerp veranderend,
Genoeg voor een maand en meer." ontwoordde
Salathiel „We hebben allerlei provisie Ln de kelders
ook voer voor de dieren; maar ik denk op M oogeu-
-blik meer aan de dooden dan aan de levendenwe
moeten ze onmiddellijk begraven met he» oog op de
hitte en omdat het hoL waarin ze liggen, voor de
levenden moet dienm. Ga je eens mee kiiken, oocM
je waaneer dat later noodia mocht zijn, de identiteit
zoudt kunnen vaststellen? Het ml je misschien ook
gonuun UUfc UBIia Vmi/UU'UX^UJ.U JVUJtXAJL^tM
worden vrêgcns moord, als ik het lijk niet vertoornen
cm de doodsoorzaak niet bewijzen kon."
,Maar je bent toch niet in staat de lijken te baL
sern'en vroeg Sir James.
We zijn juist wel in staat dat te doen.' zeldo
Salathiel; „kom maar mee"
Zij liepen pngeveer pon kwart mijl over het natuur.
Na ]aren.
Ze zaten met hun belden op het bankje in het
plantsoen, een eind buiten 'de stad. En de een lachte
luidkeels.
„Jij bent gekt" schreeuwde Jan 't uit „je bent
net een jog van twintig jaar, op z'n 'hoogst. Denk-je
nou waarachtig. WillemNee, laat ons nou eens
even in ernst pratenDenk-je nou waarachtig, dat
Dina nou nog, na over de twee jaar. Ik wou-je
toch wijzer hebben, zeg"
En de ander, op het bankje in plantsoen zit
tend knikte van ja.......
7.Jk'*r, r- dat stond bi; hem vast Daar twijfelde-ie
niet aan.
I)e twee pas uit het „bajes' ontslagen, mannen
zatm daar. Met de ellebogen steunend op de knieën.
Pratend me*, elkander. Over vat ze nu zouden be
ginnen.
„Ik weet 't wel", zei Willem, en eigenlijk had hij
willen wegkoestereu, wegknuffelen, in z'n binnen
ste, het heerlijke denkbeeld; het vergezicht, dat nu
ln hem opleefde
„Ik weet 't best" zei hij „wat we zullen begin
nen. Dina en ikO-jél Dat van wat toen gebeurd
b, ligt achter ons. We gaan weg. Een heel eind
verWaar niemand ons bereiken kanIn zui
vere lucht. Waar werk genoeg is. Wij hebben er
toen toch over gesproken. En als dat niet gebeurd
was, dat ongeluk van overvallen te worden, voor
dat je er b-grtp van had"
Hij sprak nu andere taal dan de boeven, •«■-aar
van hl. str.b «rijde losscheuren.. „dan sou t im
mers heei era zijn geloopenH 'd, heel an
ders;1
Dc ander spuwde voor zich uit. Had torh .et
hem te doenWist niet wat-io zeggan zou
Dacht er ann, dat Wlllein, wanneer hem «trok? Wij
ken zou, dat-Ie te goed van* vertrouwen tjeweest was,
■de club hem misschien voor-goed zou moeten mis
senWaait hij keilde z'11 karakter
„Zeg", zei Jan, „als ik jou was, zou ik beginnen
met eens effetjes de kennissen op te zoeken. Dina
komt altijd nog wel terecht".
Maar hij kroeg geen antwoord. Jan r'.ag dat Ie
ander z'n pakje over de© schouder sjorde. En rich
gereed maakte om op te stappen.
Dat was een slecht tecken.
„laten we een borrel pakken", zied Jan^ zich aan
laatste hoop vastklemmend.
Maar Willem na al dde maanden „baijea-
schudde van nee-: Hij had geen tijd. Moest haar,
Dina, zoeken. Dat was 't eerste, noodigsto. Dat dreef
hem voortZoodat Jan zeer hard, zeer ruw en
hartstochtelijk op den grond spuwde. Begrijpend',
nu, dat 't ernstig geval betrof
j En hij kwam na aiierleif steegjes te hebben
doorzocht, aan het huis, waai- ze vertoefde. Wierp
zijn bundeltje goed op den vloer neer. Stak zijn
pijp aan en bestelde bier. Vroeg naar Dina Kamp
Van wie hij wist, dat z» hier moest wezen.
De waardin kwam. De dikke vrouw zotte zich
over hem, aan het tafeltje. Direct met het in
stinct van mensch, dat zóóveel gezien heeft door
peilend het geval. Ze snapte al driekwart
Liet bder klokkel-en ln gias. Keek hem, Willem, aan
jnet scherp-spiedende oogen. Snapte hcelemaal hce
't zatWas bij voorbaat bang voor herrie.
„Dina KampK^n-je die dan zoo goed?" vroeg
waardin v,an lugtuber kroegje.
Hij antwoordde niet.
In het lokaaltje was de aandacht al gespitst op
man van bundeltje goed, Van wien men begreep,
dat-Ie uit de „bajes" kwamDien man niet da
delijk „thuis kon brengen"
Waardin had al een van de meisjes gewenkt
't Best was om hem afleiding te bezorgen. En er zat
in plaats van de dikke, bedaagde vrouw,
een jong deerntje nu over Willem. Met kersróode
wangen. En glinsterende oogenDie, al uren lang
'biertjes en andera verraa paringen had' geslokt.
Maar hij bleef norsch, stug, treurig.
Deerntje vroeg of ze wat mocht bestollen. Hij vond
't best.
Zij slokte nieuwe biertjes. Waardin had gewenkt...
Géén jenever. Dat kon gevaarlijk worden
Hij zat daar. Eén been uitgestrekt, 't Hoofd steu
nend op een. arm. Telkens, als 't rinkelde, kij
kend naar de deur. Of ze nog niet kwam.
Vruchteloos had deerntje hem pogen te lokken,
aangemoedigd door oogwenkjes van angstig-worden
de waardin, die het zaakje al best doorgrondde.
't Baatte niet. Ze had gestreken over zijn hand.
Geklonken tegen z'n glas. Met haar schoen pestoo
ien tegen z'n voet.
Niets baatte.
Willem wachtte, wachtte, nu en dan slurpend
van z'n biertjes.
Toen ging de deur open.
Werd waardin bleek onder het geschminkt-róód
van haar vetwangen.
Daai was ze.
Dina Lichtelijk-waggelend. Aan den arm van
een kerel.
Zij zag niets.
En de vrouw-vaa het buffet, vloog naar 'r toe.
Rukte haar, even, weg van den soldaat, met wien
ze de kroeg was binnen gekomen.
Troonde haar mee naar binnen. Praatte, vertelde
de hartstochtelijk-Koortsige angstoogenWant
ze wist, dat er iets ergs op kolmst wasGericht
op de lodderige, suffige van de meidDie toch,
opeens, scheen te begrijpen.
„WAt, WimIs-ieIs-le hier?
De vrouwen fluisterden.
Toen werd er gebonkt, geslagen, gebeukt tegen de
deur van het vertrek
Stond Willem daarMet bliksemde oogen. En
gebalde vuisten.'
Starend naar de dronken meid, die bij de tafel
zat, half-begrijpend wat er was •voorgevallen.......
Zat hij maast haar, in het vertrek. En poogde te
vatten een van haar handen In de oogen van den
boef was nu iets zachts en streelends gekomen.
Hij had haar weergevondenEn ze zou nu niet
meer weggaan
Ln lange nachten van z'n cel-leven had1 hij er
over gedacht Had-ie zich ook voorgesteld, dat het
1 weerzien zóó ®ou kunnen zijn
■Wilem, zooeven uit de „bajes" gekomen kende
het leven van de vlakte toch, hé?'Maar hij' zou
haarHij zou Dina redden'Met zich nemen.
Hij wist, dat zij van hem hiekL Niemand aou hem-
haar kunnen ontnemen.
/.ij UVJX/JI >-—J-
Jijke terras, dat aam Ue westelijke rotswand vain hot
dal grensde Op het vlakke land was het zware hout
nog aan hét branden, maar hef kreupelhout en het
gras waren geheel in de vlammen opgegaan. Wat den
voricen dag zoo ïrisch en groen geweest was, was nu
een bed van heote, zwarte asch, waarin hier en daar
boomen gevallen waren, die nog smeulden of waaruit
aele vlammen opstegen.
vonden in het hol alleen Lennox, .die bezig was
de laatste liefdediensten aan de doodem te
Dc liikem lagen naast elkaar op een geïmproviseerd
platform, de oogen warén gesloten en mét een nl-
^^5mijn zmi dooiw^". munt bedekt De graiciiten waren vreenidMiortig
let»,- vandaan?" vroeg Sb Janus het ^yojg van den veretikkingsdood;
L? 'J,c1 mij" Pla? 'T T/t ^n de gelaalstrekkii waren vredig, van te-eo van de
gBGJn, om den Gouverneur en den President kinderen meisjes van zerven en tien jaar, met
tv Jj'1 f I 13 ril IJ II Jiia*'
e gaan, om den Gouverneur en dvu - ----
het Gerechtshof den geheelen gang van «aken bloot
4« .FSScff «a
•U *11, die de iwutichtari ram of roedepBchtigm
gezegd hefcbein, dat zij in haar 'slaap glimlachten.
Kaartjes, waarop de naam en leeftijd nauwkeurig op-
geteekend waren, waren op de borst van ieder vastge
hecht. Zij lagen daar in do eenvoudige kloeren, waarin
zij bp dien verschrikkelijken avond gestorvm waren,
doch „verder bedekt met witte lijkwaden,
Sir James, die de gelaatstrekken nauwkeurig optaani,
schreef de namen én leeftijden ln zijn notitieboekje
en voegde er oen paar woorden bii over de lengte of
over andere dingen, die hem troffen.
„Ik zie. «jat er een Mrs. Conway en Flora en
Alle» Gonway bij zijn", zoide hij. „zijn dat moeder
en dochters
„Ja. arme zielen I Be heb zo op een goedön dag in
opn hut op de Moonbi Hills gevonden. De politie zot
Jen. vader, die volgens hun beweren vee gestolen had.
achterna; de vrouw en de kinderen kwamen van ge
brek bijna om. Ik heb ze naar het dal gébracht en
de kleine Flora mijlen ver voor mfj 6p hot zadcf
geiiad. De man is 'ater ook bfj ons gekomen, jeun
fatsoonlijke kerel, niaar verslaafd aan «le «irank, wan
neer hij die krijgen kan; hij is kapot over hun dood;
maar misschien is het voor hen het besté', zeide
Salathiel mert een brok in zijn keef. „Ik noemde de
kleine Flora mijn wijfie, dat had haar moeder zoo
graag, omdat Ik haar leven gered heb. Maar luisterI
Daar wordt de «loodstrom geroerd, die de ménschen
voor de bijzetting samenroept. De dragers zullen dade
lijk met de baar hier zijn."
De bijzetting etelde den advocaat la de gelegenheid
bytna al de bewoners van het dal te zien, en hij stond
terzijd<3, toen twee mannen den stoet mot het lijk van
Dan Morley openden; don volgden de lijken der drie
vrouwen vervolgens die der zeven kinderen. Ned
Fefaton, Dandy Sinow en drie schildwachten ontbraken;
doch er waren anderen, die als rouwdragers volgden,
waaronder Salathiel en Sir James de voornaamste wa
ren. Er was geen rouwkleedlng, geen bloemen, geen
uiterlijk rouwvertoon; maar hun smart was niettemin
oprecht, toen zij zwijgend door het dal over «le nog
vnrme asch van de kamer der dooden liepen.
Sir James vroeg niets maar hij was benieuwd wat
ij met al «iie lijken zouden doen, dat ze weer getoond
.ouden kunnen worden, wanneer dit noodig mocht zijn.
Tenslotte kwamen zij bij een bocht ln het «lal,
waar een klein aantal treden in de rots was uitgehou
wen. De dragers liepen, zonder stil te staan, dc treden
plan ik lagen naast elkaar vijf lijken, alle goed geconser
veerd, dat het vleesch bijna sneeuwwit waj alsof het
door het een of ander chemisch praeparast gebleekt was.
Toon allen bluften waren, legden «ie' dnigara de lij
ken naast elkaar op den grond en bleven met gebogen
hoofd staan, terwijl Salathiel een gebed uitsprak en
den negentienden Psalm las; eik lijk werd toen volgeös
den Joodschen ritus met wat water besprenkeld en
eerbiedig oip de schuin afloopende plank neergelegd!;
Nog een psalm werd gelezen, de Hebreeuwsche dank
zegging uitgesproken, waarna de rouwdragers zwijgend
naar de zuidelijke holen terugkeerden. Salathiel was
dc laatste, die de grot verliet; hij sloot de zware deur
af en grendelde «iie. ^Jooit misschien was een begrafenis
droever of eenvoudiger geweest. Het was alsof het vuur
hen niet tillccn van die dooden, maar ook van (file
hoop beroofd had.
Des avonds woedde er een zwaar onweer en viel
dc .rageu in stroomen neer, en den volgen«fen dag nam
Salathiel maatregelen voor zijn bezoekers, pm het dal
ie verlaten. Hij nam zes van zijne manschappen m«4
de, want er moest goed gezorgd worden voor zijn
gasten, wter paarden m gloeiende asch konden trappen
en daardoor schichtig zouden kunnen worden; boven
dien achtte Salathiel het niet onwaarschijnlijk, dat zij
in den omtrek politie zouden vinden, pitzende haar
den een of anderen hulpeioozen reiziger, 'Hie aan da
vle mmen ontsnapt was. Onderweg zeide hH tegen Len
nox „Kapitein Moore zal wel een beroerte krijgen, als
hij ons vandaag ziet. Niettegenstaande zijn branden
rijn wij mei ons zevenen goed gekleed, goed bereden
en goed bewapend; en als hij mij dwingt het te do
zal ik hel dal even veilig en comfortabel maken
he vóór don brand was.'
Toen zfj haast elkaar weer in meer open terrein
reden, zeiae Sir James: „Wat ls het geheim van die
grot, waarin jullie je dooderi begraven? Wat conser
veert de lijken en maakt ze zoo wit?"
„Zwavel, antwoordde Jack; „wanneer de grotten
dicht zijn, zullen ze zich met zwaveldampen. Zoo als
Ie weet ligt een van de weinige vulkanen van Austra
le niet ver hier vandaan, en we vermoeden «lat die
qp de een of andere wijze met de grot in verbinding
stamt; maar vraag me niet je de zaak uit te leggen,
wait dat zou ik niet kunnen. We ontdekten «ie conser-
yet rende eigenschappen bij toeval,en nadat we ten
deur voor ae grot gemaakt hadden, schijnen ze zeer
toegenomen te zijn. Wat mij "betreft, zou ik onze dooden
liever begraven; maar onder de gegeven omstandigheden
is het beter fn staat te zjjn de lijken te kunnen toornen
aan de autoriteiten, voor het geval er vermoedens
mochten ontstaan omtrent .den doodsoorzaak. Doch
hoe het zij, Je kan, geloof ik, Voor zeven ervan instaan."
Z\j waren nu builen de vuur zone en stegen af
bfj een kreek om wat te eten en de paarden te laten
grazen.
„Ik hoop over drie of vier dagen in Sydney te
rijn ;*tde de advocaat „Ik aal nooit reryetwo wat i.V