DE PAPIERNOOD.
VOGELVRIJ
TWEEDE BLAD.
Ingezonden Stukken.
Brieven uit Engeland.
S5
Schetsen uit de ReditzaaL
Zaterdag 4 Januari 1919.
62ste Jaargang No. 6336.
Tengevolge van het gebrek aan steenko
len In Nederland kan het papder voor de
couranten in de maand Januari as., en wel
licht ook in volgende maanden,, niet in vol
doende hoeveelheid worden vervaardigd.
In overleg met de Regeering La th&na be
paald, dat op het papierverbruik van alle
couranten zal worden bezuinigd.
Dientengevolge, alsmede wegens de stij
ging van den papierprijs, zijn wij verplicht
onze prijzen iets te verhoogen.
De advertentieprijs zal voortaan zijn van
16 regels 75 cent en eiken regel meer 14
cent.
De abonnementsprij s wordt verhoogd met
5 cent per 3 maanden.
FEUILLETON.
ra*llf*xg«r
net a^J ds melkbsk,
onder »t»et wat «arat «en pw? degen later blTocder
soek ub het Jicht kwam. Hiermede J^oop ik
de»
DE UITGEVERS.
seak voldoende te net>beo toegelicht.
U manheer de Redacteur dankend toot fie plaats
ruimte, teeken ik mij.
Hoogachtend
P. SLIKKER,
Controleur JExcalsior".
Heertugrwnaitf, 3 Jaawi 1919.
11 de Redacteur
Vergun mij av.pt. roor onderstaande letteren een
SS* in uw veelgelezen blad. Bij voorbaat mijn
Bij mijn thuiskomst op Oudejaarsavond wad mij
aan niet plezierig nieuws medegedeeld, en wel dk
Er was bij mijn buren gestolen. Dat ia niet pteeierio doch,
door de vele diefstallen die tegenwoordig gepleegd wor
den wordt hot al iets gewoons, alledaags, wat ook
da oorzaak was dat het mij onverschillig liet. Doch
door de kletserij van Kolhprnder vrouwtjes, kwam
mij ter oore. dat ik den dief zou zijn, tenminste tic werd
er voor gehouden, omreden wil nieuwe buien wyen.
Stel je voor, zoo iets ondoordachts te uiten. Geluk
kig is h^t bij Jde politie in handen gegeven, hopende
dat het door haar qptreden zal gelukken, gen dada*
te vinden. Toch 'gevoel ik mii gedwongen tegenover
mijn gezin en mijn positie de lasteraren te verzoeken,
om
ranlt
openlijk hjaar zoo vol laster zijnde redeneering in
trekken in een bekendmaking In de Schager Cou-
ilt .Het is te begrijpen, al Is het dan ook door
één uit de laagste rang in het maatschappelijk leven
geuit, dat ik mij zoo met laat Mameeren Bii niet vol
doen aan mjjn uitnoodiging. hierin vermeld, zie Ik
mijn uitaoodigtng. hierin vermeld,
mij "dan ook gedwongen het den rechter in handen
te geven, daar ik getuige héb die bij eigen bijzijn don
laster aanhoorde.
Hopende op een bevredigend einde, tevens de klets-
vrouwtjes van Kolhorn aanradende, voorzichtig mek
hunne tong*» te zfln.
1 G. DUIJNKERy.
KaUurn.
Mijnheer de Redacteur!
Beleefd verzoek Uk U nogmaals «enige plaatsruim
te, naar aanleiding van bet laatste schrijven van
den heer A. Kraan, in uw bied van 81 December
1918.
Het la m. L wel watt tegenstrijdig wat de beer
Kroon daarin schrijft. Wed wilde hij hebben dat ik
elke bus melk afzonderlijk had gekeurd, doch hecht
geen waarde aan het onderzoek der monsters door
mij. Verder heb ik, in mijn eerste schrijven duidelijk
genoeg toegelicht dat wij aan ..Excelsior*' niet gemach"
tigd waren de melk van de „Voorwaarts" af te Jceurent
ook geen enkele bus. Dat er onzuivere melk geleverd is
door bovengenoemde fabriek aan ..Excelsior' daarvan
Den ik overtuigt, ook al hecht de heer Kroon geen
waarde aan het onderzoek der monsters, toch was
ik niet gemachtigd deze inrik af te keuren of af te
zonderen, waar den heer Kroon ook wel geen waarde
aan gehecht zou hebben.
Wat het melkkeunen aan de „Voorwaarts" betref*
wil ik den heer Kroon pr even aan herinneren, wat
deze persoonlijk daarvan tegen mij gezegd heeft, nxnl.
dat de melk daar geproefd werd., «och daar hechtte
hij toen ook niet veel waarde aan, omreden het wei
eens gebeurde, dat de melkproever soms een pruimpje
tabak In den mond had en men door van verscheidens
bussen de melk tp proeven, .op het laatst den goeden
smaak niet meer heeft. Beter achtte hij hei wanneer de
melk door den melkrijder zeif geproefd werd.
Wat het melkwegen betreft, kan ik aan mijn eerste
schrijven nog toevoegen, dat hrt den melkontvanger
niet bekend was, dat het wwgstoeatel, wanneer er méér
in gewogen werd als 900 Kg., dan de bak van dm
Amsterdam, 28 Dec. 1918;
Hel Kerstfeest is alweer voorbij 1 Voor hot eerst na
vier jaren van verschrikking is het feest gevierd in
tenminste een igi rins betere omstandigheden. Al was
er dan geen vrede, de oorlog, zooals wij hem hadden
leeren kennen, was ook opgehouden, en bovenal, daar
was bij ons allen de hoop, thans veel sterlur en meer
gerechtvaardigd dan voorheen, dat wü spoedig zouden
zjjn teruggekeerd tot een normal«n lijd, tot wat wjj
nu hebben leeren kennen als da zegeningen van den
vrede.
Voor Engeland Is het Kerstfeest, meer dan voor
ons, het feest bij uitnemendheid. Weken van te voren
worden de toebereidselen er voor gemaakt. Maanden
or na smult men nog van de plumpaaaings. die feu groote
hoeveelheden worden bereid. En op het feest zever
geet ieder rochlgeeard Eugelschman /oowal zuinigheid
matigheid. Want het Kerstfeest fc em leest van
eten en drinken, lekker en veei.
Natuurlijk weid dit in de afgeioopen jaren steeds
minder. Voedsel was achaarsch en duur, Lekkernijen
scnaarscher en duurder. Nu was de vredejjekomen, jen
het volk verwachtte^ dat jlezp Kerstmis een betere zou
zijn dan zijn vier voorgandera, ja, misschien da fees
ten van vóór 1914 zou evenaren.
Het Ministerie van Voedselvoorziening .in Engeland
had deze verwachtingen wijselijk voorzien, en bad zeer
verstandig besloten aan de wenschen van het volk voor
veel mogeijk tegemoet te komen. De groote voorraden
waren nog niet aangekomen, .konden ook nog in geen
maanden verwacht worden, maar men besloot met
de aanwezige voorraden te woekeren en het Kerstfeest
zooveel mogelijk te doen beantwoorden, aan de ver.
wachtingen, die er van gekoesterd werden.
In de eente plaats werd natuurlijk aan het vleesch
het hoofdvoedsei van den Engetschman. Ge
was er een tamelijk groote hoeveelheid ossen
vlees ch voorradijL en de vlees chbon werd voor de
Kerstweek verdubbeld. Met andere woorden, ieder kon
in die week voor f 1.60 aan vleesch, fcoopen, inplaats
van voor f 0.80. Bovendien waren wild en gevogelte vrij.
Na het vleesch komen de onontbeerlijke Kerstpud
ding en de „mir.ee pré Sommige bestanddeel en daar
van; bloem, rozijnen, aucade en krenten waren In
voldoende hoeveelheden voorhanden. Bovendien kon
aan iederen bezitter van een bonboekje een half pond
gedroogde vruchten worden toegestaan. De groote moei-
Bjkheia lag in het ossenvet, dat. zooals men weet een
voornaam en onontbeerlijk bestanddeel is van de En
gels che puddingen. En de koeim en ossen, die voor
slachten in aanmerking kwamen, waren helaas lojet
in het bezit van een overdadige hoeveelheid vet. De
Kerstpuddingen moesten dus. noodgedwongen, dit jaar
een beetje magerder worden. Wat aan vet tekort schoot,
kon met jam aangevuld worden. In Engeland schijnt
men al evenals bq ons volop ia de jam te zitten;
Volgen de snoeperijen. Yap elke vyf winkels in
Londen is er een gewijd aan de belangen der zoet-
tongige kleinen en grooten. De $.uikeroommissife
stond daarom aan de fabrikanten van bonbons choco
lade. biscuits en% een verhooging van 50 pet van
het suikerrantsoen toe, om gen flinke hoeveelheid
te kunnen vervaardigen voor hel Kerstfeest
Zieken en herstellende soldaten kregen op
den kooi» toe nog een extra portie suiker voor die
Kerstweek, en de besturen van Kerstfeesten konden
eveneens een aan vulling! voorraad aanvragen.
Behalve Ban vet was er ook gebrek aan aardappelen
door de moeilijkheden van het vervoer, gebrek aan
arbeidskrachten en de slechts weersgesteldheid. Men
hoopte evenwei vóór Kerstmis daarin nog te kunnen
voorzien. Bovendien trekt de Engetschman ach van
aardappelgebrek niet zoo bijster veel aan.
Melk was ook al schaarsch. en er bestond
enkele mogelijkheid de aanvoer daarvan ter eere "van
het Kerstfeest te vergrooten. Aan de Engelsche huis
vrouwen werd daarom aangeraden een ruim gebruik te
maken van de groote hoeveelheden gecondenseerde
melk. die aanwezig waren.
De eieren zouden minder duur worden, goedkoo.
is haast heit woord niet Groote A-ren zouden
V» cent gaan kosten, kalkeiereu en kleine eieren
natuurlijk minder.
Wet het brood betreft, daarin kon het Ministerie ta
geval het volk tegemoet komen. Integendeel, het
dat door {te ruime voorziening van andere
middelen nog minder brood dan gewoafflijk
gekocht zou worden, om de hoeveelheid graas, jdie
naar de bondgenooten gezonden moet worden, zoo
groot mogelijk te houden. Het rantsoen zal zdb den
geheelen winter door zoo goed als niet verhoogd kun
nen worden.
Tot zoover gingen de tegemoetkomingen, van het
Ministerie. De uitvoering van bovengenoemde beslui-
-ten lag verder in handen van, de verkoopers. die door
laksheid of andere oorzaken .misschien niét de be.
noodïgde hoeveelheden in hun .winkels zouden heb.
ben om hun klanten van hun dubbele voorraden te
voontian. Es, aooais
wwet moré ram ia Eng».
betrekke» jaa Jjeo wtnia-
jand rij» kruidaaferrwarvn
lier pi* man daarvoor heeft op^tsgevsn. ereaals wij
bijv. onze brandstoffen. Om ten slotte ook nog in
deze moeilijkheid te voorzien werd voor deze gelegen
heid aan de plaatselijke distributiekantoren toegestaan,
den menschen. wanneer zij over leveranciers klaagden,
te veroorloven, hun waren van andere handelaars te
betrekken. En zoo kon het Kerstfeest jp l.ngriand
met lust gevierd worden.
Ook buiten bert Kerstfeest om zijn al eenige ver.
ondertogen begonnen door «k» gewijzigde» toestand.
Het trein, bus- ea tram vervoer is nog niet goed-
kooper geworden, maar de bezitters van ten auto
mochten die tusschen 17 November en 1 December
gebruiken om naar de kerk te rijden, na 1 December
voor elk doeleinde., maar voor geen grootere afstand
dan 45 K.M. Extra benzine werd evenwel niet ver
schaft. Aanvragen daarvoor komen na 1 Januari in
aanmerking.
Gesprekken over den oorlog kunnen nu ta treinen
en trams weer vrijuit gevoerd worden.
De kerkklokken luiden weer, zonder vrees om
onwelkome bezoeken door de lucht heen naar Londen
te lokken.
Er bestaat kans, dat het brievenport weer tot een
stuiver wordt voOsagd. maar voorioopig blijft het nog
weer gehouden worden.
7W cent.
Wedrennen mogen
Weerberichten, die uit vrees voor het geven Ttm fc
lichtingen aan den vijand, werden achtergehouden, mo
gen weer gepubliceerd worden.
Brieven gaan nog steeds door de handen van ika
CO-ior
Lampen in winkels mogen 's avonds weer branden
maar het gasrantsoen wordt $i«t verhoogd.
De museums blijven nog gesloten.
Het drankverbruik blijft nog steeds bepeckt. enz. enz.
De oorlog is voorbij! Een nieuwe toestand fes in
getreden. een overgangstoestand, die nocb oorlog ia.
noch vhode. En langzaam zien wij de dingen veran
deren. waaraan wij de laatste vier Jaren ons noodge
dwongen hadden moeten weiwsex.
„De oude toestand verandert plaats makend voor
oen nieuwe" zong Teonysom, Dat de fiieuwe. waar
naar wij allen rejkhsbend uitzien, ons spoedig in het
nieuwe jaar moge bereiken I Dat 1919 een gezegend
vredejaar moge zijnt
DOOR DAVID HENXfiBBT
Naar bat Eajelsch bemerkt door VA J. A, Roldnus Sr.
Üitgaro W De HAAN. Utrecht
B0.
Betsy's oom, die in het geheele district ala Sajn
Dawson bekend was, had een paar goede paarden
gefokt en merkte al heel gauw, dat Betajr een on
verschrokken rijdster was, zoodat zij bijna dagelijks
In Malt land boodschappen moest gaan doen, sains
met een van haar nichten, maar meestal alleen. Eens
ging zij met een pas getemd veulen naar Patterson,
een. anderen keer weer reed zij naar Anvll Creek.
Wat een tochten waren datl Bunyip, een xnaatiff, die
jan den beginne af aan een groote voorliefde voor
Rrtsy getoond bad, liep meestal met haar mede, an
ov?£««n» keek menigeen heit aardige meisje van de
zuidkust, m©t dien grooten hond, dat zoo mooi reed 4n
allen, die si) onderweg tegenkwam, zoo vriendelijk
to^te. n«, iEgn koningin kon niet eerbiediger be
handeld. worden. Er zat zeker in Betsy Iets van een
moingin, wamt enkelo vrouwen rijn. van nature be-
K'.ugd met koninklijke bevalligheden, en noch ge
drukte katoenen stoffen, noch een ruwe omgeving,
noch zwaar werk, kunnen h-a-an* geheel van die on
schatbare erfenis berooven.
To lSir Jaimea* verdwijning en van
werd, kreeg Betsy dat
riek makende gewoei van vree», dait wij allen wel
kennen, maar haar vertrouwen in fta-i^tel bleef
ongeschokt.
f1* *1 .4»*, wanneer Sla- James
fc SalathleHs handen valt, hij ham goed nal behan
delen, en dart. kapitein Moore, wanneer WJ probeert
hem in de Ranges aan te vallen, verslagen ad wor
den; en lk ben er vaat van overtuigd, dat mijn oude
«Rooimeester het boscto niet in brand gestoken
Toen se Later In de courant las, dat er soldaten
waren uitgezonden om mede te helpen Salathiel g«-
vangen te namen, maakte, hoewel rij zich zoo goed
als na* ultitet, stch sm gsoote engst van V*,t
meeeter; maar haar oom, die haar gedachten raadde
en tuaschem twee haakjes gezegd haar zeer bewon
derde, stelde haar voor om roede te gaan naar Slng-
leton, waar hij voor zaken heen moest.
„Misschien hooren we daar wel wat van Je broer
en Mr. Gorden", zeilde hit.
Zoo reed Betsy met Som Dawson den volgenden
dag naar Patriok's Plains, zooals Singletoai toen
heette. Het was bijna dertig mijl, maar zij
goede paarden en hoopten nog vóór donker terug te
zijn. Zij, die weten wat een rit van zestig mijl op een
Australlschien landweg zeggen wil, sulion begrlj
pen, dat Betsy niet voor niet» haar zadel medege
bracht en zichzelf Lenig gehouden had.
Er zijn sommige menschen, voor wie het een twee
de natuur is gebeurlijkheden vooruit te den. Waar
schljnlljk weet de lezer reed», dat Retay tot meer ii
staat wa» dan de meeste andere meisjea, omdat ri
verder zag dan haar neus lang was. Zij aiuxlde na&>
haar moeder, dis altijd wist waar de lucifers wa
ren en nooit naar een naald en draad behoefde te
zoeken, wat enkele onverwacht» gebeurtenissen ii
dit hoofdstuk kan verklaren, want Betsy vermoedde
toen zij vroeg ta den ochtend het aardige Mor po tl
uk nooit weer cox
verliet, we
terugzien.
JHoe pr
wel eenlgszina, dat rij die plek
oe prachtig t* riep rij uit, terwijl rij haar paart
stapvoet» Liet gaan, toen zij den heuvel opgingen, D<
weg had een bocht gemaakt, zoodat zij de valled ei
de stad weer konden zien. De rivier flikkerde in d<
morgenzon; groote kudden luie stieren graasden la
de vette wedden; vogels Hipten en „manaietjeeezels'
lachten ln het struikgewas, en schuwe diertj«
vluchtten op hun nadering snel het kreupelhout ln
Iio ochtendlucht was zacht en de accacda's, op wiei
bladeren en tokken de dauwdroppels nog schitterden
verspreidden een balsemgeur. Allen, die zij tegenkwa
men. lachten tegen Betsy en zeiden; „Goeden mor
gen en Betsy en haar oom, die niet weinig trotsct
was op zijn nicht, lachten terug en zeiden ook „Goe
den morgen'*.
O, heerlijke Jeugd in zonnig Nieuw Zuldv-Wales,
wanneer het bloed als wijn door de (kloppende ade
ren stroomt, en een meisje Jong is, en gezondheid en
schoonheid bezit! O, heerlijke Jeugd ln een groot,
vrij, mooi land met een ontvankelijk gemoed en een
nieuwe wereld, om te ontdekken, erin feest te vieren
en te genieten! O. Jeugd «n helde, wanneer de ga-
haai» warald ghmiauu tegen «sa vtten. 'ijk
'n Huivexisa.
Dat wil nu toch wed een Jaar of drie geleden zijn,
dat lk op rijn kantoor, 't laatst, was. Waarom mij de
„atmosfeer" frappeerde, ik kan mij nog steeds
niet verklaren. Uiterlijk was alles gelijk vroeger. Het
klericje diende mij aan. Ik wachtte, met een stuk
of drie andere menschen. Toen kwam hij plotseling
uit zijn privé-(kantoor stuiven, met vreemd-roode
wangen en schitterende oog en. Hij stak mij bedde
handen toe, en ik herinner me nog best, dat rij
klam, koortsig aanvoelden.
„Kerel!" eed hij, „ik wist niet dat ji) t wasKom
binnen. Natuurlijk ga, JIJ voor. Oiiwe-eobat!Voor
heb ik altijd een minuut of wat!" En hij eita-
een paar 'kistjes sigaren en sigaretten voor
ml]. Leunde in zijn makkelijk-donzige kantoorstoel
achteruit, en koek ine aan met een blijden, zonmdgen
glimlach
Ik deed m*n best om er ook vroolljk uit te rian.
Maar 1 ging me, weet lk nog zoo goed, slecht af.
Tets onnatuurlijks gaf mij do impressie van een te-
nauw© boord, die om mijn keel
„En (hoe gaat TTHoe gaat TT" vroeg lik, om
Lets te zeggen, niet dadelijk mot do zaken willende
beginnen.
„Partont, Jongen, prachtig!...... T Kan niet beter
En met JouT"
WIJ praatten over bet doel van mijn komst Meer
en meer trof T me, boe hij iets angstigs gejaagds
had. Er werd geklopt
Een der oudere bedienden kwam binnen. Met een
papier Ln zijn hand. Ik zag duidelijk, hos André nog
rooder werd. En toen in eens bleek.
„Hi Seconde!" zei hij, altijd pratend op dien toon
van een man, die rijn geluk niet op kanDe kom
direct!"
Ze gingen in een aangrenzend 'kamertje.
Ik hoorde mompelen. Nu en dan steeg do stem
van mijn armen, vriend. Die van de bediende fluis
terde er haastig-nadrukkelijk tegen ln. Dan sprak
Andre weer luider, driftig. Ik verstond: „Maar als 't
toch niet kanEn een fel woord volgde.
Daarna drukkend-dreigend© stdlte. Opeens stond hij
naast me. Met een doos pracht-sigaretten.
„Proef die eens!" riep hij uit, „dat Is iets heel
bijzonders. Moet-je met aandacht rooken!" Hij zat
weer tegenover me. Ik vond de situatie uiterst pijn
lijkRoerde andere zaken aan. Voelde dat hij niet
luisterde. Aan heel andore zaken dacht. Toen ik
André iets vroeg, zat-ie te peinzen, turend naar hot
vurende puntje van rijn exquise prochtedgarette.
Hij scbrok op.
„Hé, wat zeg je!T** vroeg hij, ontstellend over rijn
abstract zijn. En glimlachte weer zoo onnatuur
lijk, - dat T me pijn deed. Hij werd schrikkelijk-
Jolig. Vertelde een paar gepeperde uien. Zei, dat de
paar menschen in de antd-chaimhre best wachten kon
den T Deed hem teveel plezier om een „ouwen sc
hat" weer eens te zien.
tgt» vooruit Biossomr m os vneooaeiijK© ouae
n reed door. Betsy's lief tong gezichtje (had zijn
l hart opgevroolijkt, en hij begon een half-verge-
minneliedje, dat hij in rijn Jonge jaren dikwijl»
en „Goeden morgzi 1" zegt
Betsy straalde en reed lachend en vTooliJik met
haar oom pratend verder. BIJ Anvll Creek kwamen
zij een ouden boer op zijn wagen tegen. Betsy had
hem toegelachen, terwijl hij haar oom aansprak,
en toen zij weer verder reden, hot hij rijn wagen
stilstaan, om haar na te kijken.
„God zogene hot meisje' sedds ML ..Wat een
oogon en wat een stem en wat oen zit in den zadel
en wat een lach; gelukkig wie haar tot zijn vrouw
krijgt Vooruit Bloesom I" En do vriendelijk© oude
man reed door. Betsy's lief
oud hart
ten
gezongen had, te fluiten.
Maar de paarden 'kregen nu hun eerste rust, en
nadat rij te Anvll Creek hadden ontbeten, gingen zij
verder, om nog vóór den middag Patrick's Plains
binnen te rijden. Een van de eersten die zij in de
hoofdstraat tegenkwamen, was Boib Carey.
„Hemel, Bob!" riep Betsy verbaasd uit; „wart ben
ik blij je te zien; waar kom je vandaanT Maar jon
gen, wat befa je mager geworden I"
„Lieve Hemel, Betsy. lk kan niet zeggen, hoe (blij
ik ben je te zien en u ook, oom!" antwoordde Bob,
zenuwachtig van opwinding en plezier; „we Logee-
ren hier al drie dagen in het hotel; we hebben een
vreeeeiljkea tijd met die branden medegemaakt, en
vader Goidon ls ziek geweest van angst en over
spannen van de zware reils; het la een wonder, dat
we nog leven".
Sir James Beunstt was dien dag Over Maitland
naar Sydny vertrokken. Hij had den ddkter van
eerstgenoemde plaats gevraagd eens naar Arno® te
gaan kijken. Het hart van den ouden man, zedde
hij, was aangedaan; hij moest zeer voorzichtig zijn
en een paar dagen rust nemen; hij vermoedde, dat
zijn patiént pas een zworen schok gekregen had.
Betsy was werkelijk geschrokken, toen rij haar
ouden vriend zag; hit Leek wel tLen jaar ouder ge
worden.
„U hebt een goede verpleging nooddg, vader Gor
den", zeide rij glimlachend, „en ik denk, dat ik hier
maar zal blijven om u op te passen; wat nou moe
der wel zeggen, ala rij u zoo zag!"
Betsy** vroolljk galaat naast zich te zien deed
Amos meer goed dan al de raadgevingen en medi
cijnen van deo dokter; maar er was iets, dot éllen
drukte, wand hst garuaht gtog, do* Sater 1
Hij haaMt een luoafje msdera utt «re fcav"*, van
stjn feprc-1 -schrijfbureau. Dwon» mij ir«rt hra te küu-
k«n. Alp,# t«if x'n sist al te kleine fcok&a. tr-st «et,
•bewegirji van rijn onvast» hand öm. Schonk rich
■weer in. Ik nam afscheid.
HIJ borg bet karafje en de glaaen weg. sjct.
den tegenover elkander, de belde vechtoha-.dcn
saamgealoten. En op dat oogehhHk, staat nv h aoo
acherp voor den geest, bespeurde ik iets van wee
moed, van angst, van smart ln zijn oogem, T Was oi
hij begreep, dat lk scherper zag, dieper, da» het
„masker" mocht gadocgea.
Op een wintermiddag, in het helverlichte café va"
omstreeks vier uur, half vijf, in mijn rewoon hoekje,
waar we neerstreken na de middagïaak en de kell;i-..r
het groene bord en het bakje „steenen" had ne«.v*>
zet, werd ik op den schouder getakt. Hij was X
En ik herkende hem Dlet onmiddellijk. H1J was
enorm dik geworden. Met bol-opgeblazen wangen en
waterige oog en. Hij had een zeer-kleurige das om
en een zeer scherpe alcohol-lucht kwam ml] tege
moet. HIJ zed eerst niets. Drukte me slecht» zwijgend
de band. Zijn blik had het vage, doellooss, domme
lige van den potatouv
Hij poogde nog eens op zijn gericht te wringen dat
glimlachje van een poos geleiden..„Kom je even
bij ons zittenT" zei André eindelijk.
Ik zocht excuses. Zei, dat de „vaste kermissen"
dadelijk zouden komen. Hij hield aan met de plomp-
taaie onhoffelijkheid van Iemand, die bezig is z n
zelf-controle te verliezenT Ergerde mij. Maar
do deernis overwon. Ik ging naar rijn tafeltje.
Werd voorgesteld aan een meneer met gitzwart
kneveltje en spierwitte haren; Met loerende, valeche,
koolzwarte oogjes. Met het grijnslachje van een, die
rich gereed maakt u ertusschen te nemen, maar de
juiste taktiek aan T beetudeeren is. De vreemde me
neer droeg een keurig zwart kostuum en een vuur
rood lintje in het knoopsgat Hij sprak op zeer ge-
affeeteerden toon «n verbeeldde ridh, dat deze ma
nier van praten hem het „aar" van een „perfect gent
leman" gaf. Hij had een paar glinsterende ringen aan
de hand' en noigdJ,© dat, terwijl ie uit ®'n glaasje slurp
te, het elecitrisch licht van een der kronen op z'n
ringen vielAlles was „bestudeerd" aam den me
neer. André deed bewonderend tegenover den vreem-
de. Hij vertelde me van meneer z'n verbazend groot»
relatdön; van meneer zHi enorm knap zijn op mer
cantiel gebied. Van de maatschappijen die meneer
airzoo in zijn leven had opgericht
En onderwijl de koolzwarte, sluwe oogjes mij be
spiedden, maakte meneer allerlei allures van „och,
kam mij toch asjeblieft niet zoo op!Begrijp toch,
wat lk Je bidden mag, hoe zulke dingen mijn be-
acheMenbead kwetsen
André bestelde, terwijl ik een moment zocht om
te kunnen ontsnappen, voot de tweede maal een
.rondje". Er stond een gevuld glas voor mij. De me
neer van het vuurrood© lintje en de gitzwarte oog en
zat te toastenHij keek mij aan met zoeÜJg-
lachend gezicht en spmk allerloffeÜJkste, allervledend
ste woorden aan mijn adres, zonder dat de kerel
ooit van z'n lieven m'n naam gehoosd hadIk
mompelde wat terug en voelde mij zeer beklemd.
Merkte dat er iets kwaadaardigs kwam in de pik
zwarte oogen van den gedecoreerda De man schoen
te bespeuren, dat ik hem ln de gaten had...... Hij
wérd geretireerd, stil, stugjes, wat uit de hoogte.
André scheen er ernstig van te wonden. Ik wist te
ontsnappen. En had in den vasten vljfuurakring, te
ruggekeerd, dien middag geen lust, geen trek in
mijn steen tja.
Er werd getelefoneerd op m'n kantoor. Ben ang
stige, heeache stem praatte. Ik verstomd T niet. Be
greep eindelijk. Hij, André was T. Of ik dadelijk,
direct, zonder een minuut te verliezen, daar en daar
kon kamen. Hij smeekte. Ik trachtte duidelijk te ma
ken, dat, hoe gaarne ook.En. ik loog niet. T Wa»
de pure waarheid, 'k Kon niet weg. Maar er waren
tranen in de stern, die aan de telefoon smeekte. Ik
wist uLt te breken. En ging. Naar het vierderang»-
c af ét je, waar hij me wachtte. Heelemaail achteraan,
in het lokaaltje. Toen ik bij hem zat, merkte ik, dat
de eenige kellner Van het zaakje mij acherp opnam.
Iets met patroon in buffet ging fluisteren. Hij be
stelde. Een kop koffie voor tmij. En ik legde haastig
een gulden neer, want dk gevoelde, dat er wenkjes,
oogjes werden gewisseld van; Wie betaalt dat? Is
ie er goed voor? Schrijfgereedschap lag op het tafel
tje naast T onze. De eenige kellner bleef vlak bij om»
staan, zonder dat André de courage had te beduiden,
dat de man onbescheiden waai, De patroon, de kell
ner, de drie klanten ln het lokaaltje luisterden.
Zweetdroppels parelden op André's voorhoofd. Hij
keek mij aan met granzelooze, inatedooze angst Het
had iets van den man' die elk oogenblik kan wor
den opgepakt Van den hond; die zijn baas met een
stok, ter afstraffing, ziet naderen. Ik fluisterde heip
toe, dat wij hier niet konden praten. We gingen naar
bulten. Hij praatte verward, zoodot ik niet in staat
■was hem te begrijpen. De zaken gingen (beet, subliem,
prachtig. Dat wa» T niet. Enkel en alleen.Iets
zeer voorbijgaands. Iets zander eenige beteekenis fei
telijk. Hij Lachte schor en snerpend. M'n zenuwen
zijn 't kerel, zei hij, anders niet Goeie-hemed; jongen,
er is geen stofje aan de tucht Ik ben overspannen. Ik
moet er uit De dokter zegt dat ik minstens drie
maanden weg moet Den is allee weer in orde.
Ik keek op mijn horloge. Zei, dot we over dat cha-
thlel en al de leden der Adullam-broederschap Ln
rij
Pa-
had
dat
dat
handen van de politie gevallen waren en dat
dien volgenden ochtend zwaar geboeid naar
brick's Plains gebracht zouden worden. Ba
gehoord, dat rij daar zouden overnachten en
ieder hotel overval zou zijn. Onnoodlg te zeggen, da
het stadje buiten zichzelf was van opgewondenheid
todh waren er verscheddemen die weigerden geloof
te slaan aan deze geruchten omtrent kapitein Jack,
die eerlijk gezegd, meer populair was bij de bevol
king dan de militairen of de politie.
Zooai* altijd wilde Betsy niets gelooven van de
slechte tijdingen omtrent haar held, en zoo ging
de middag voorbij en kwam Sam Dawson, die rijn
zaken afgedaan haJd, terug voor de thee. Toen zij
later ln den avond met eikaar zaten te praten,
hoorden zij buiten een ongewoon hoefgeklepper.
„Wat is dat?" riep Sam Dawson uit. terwijl hij naar
de veranda vloog, gevolgd door Bob en Betsy, wier
tiart sneller begon te kloppen.
Het wss ©ên kleine afdeeling bereden Infanterie,
en hoewel zij met veel vertoon het stadje kwamen
binnenrijden, zagen rij er toch moedeloos uit; bet
nieuw», dot rij vurtelden, bracht echter het gehoede
plaatsje in opschudding. Salathiel was uit de hin
derlaag ontsnapt; Majoor McFarlane was gewond
<n kapitein Moore dood, terwijl zoowel de miliifv
jen als de politie uk de Ranges verjaagd waren;
»ij hadden hun paarden verloren; er kwam geep
lind aan het verhaal omtrent hun verliezen; de
vermetele woudlooper was hun ln krijgamanékunst
volkoman de baas geweest.
Hierop volgde veel heen- en weergeloop; want
uEe beschikbare paarden moesten het overschot
e er politie en soldaten, die te voet kwamen, tege
moet gezonden worden en tot middernacht brahd-
c en er in de door Salathlel's overwinning uitge
laten stad vreugdevuren. Betsy kon dien nacht
moeilijk in slaap komen, maar volgens Dawson
was het meest verbazingwekkend, dat niemand
bang scheen te rijn. dat Salathiel zich op de po
litie, de soldaten of de bevolking zou wreken.
Na middernacht kwam een renbode den dokter
balen. HIJ zeide, dot Majoor McFarlane erger ge
worden was en een der soldaten op het uiterste
1
Thompson was pas van een rit van dertig
mijl terug, maar twee uren later was bil op «en
varsoh paard ondsrw^ mm FJn jck» PcrJn «en