Bij den bouw der Nieuws Wereld.
IWtE MtNSClJtN.-
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
Zaterdag 12 April 1919.
62sle Jaargang No. 6394.
FEUILLETON.
Ken van de bepalingen van Wilson's programma,
waarmede hij destijds de wereld, dié snakte naar
rust en bevrijding der eeuwige oorlogsbedreiging ver
raste, was de afschaffing der geheime diplomatie. De
lezer weet, dat schrijver dezes, in een andere artike
lenreeks in dit blad, heeft gemeend ernstig te moe-
ten betwijfelen of „geheime diplomatie" kon worden
afgeschaft. Of het ooit mogelijk zou blijken in onder
handelingen tusschen regeeringen zijn kaarten open
op tafel te leggen, iets wat ook in particuliere on
derhandelingen onmogelijk is.
Iets anders echter is en vermoedelijk was dit
de „geheime diplomatie", die Wilson af wilde schaf
fen bet systeem der geheime tractaten, die de
volken binden en desnoods in oorlog kunnen stor
ten, winder, dat zij van het bestaan ervan iets af
weten. Geheime tractaten, als dat van Londen, w aar
bij, Italië o.a. de oostkust van Dalroaitië zou 'krijgen
als loon voor zijn hulp tegen de Centralen, het ver
drag, dat nu Italië's hoofdwapen is in den twist
met de Yugoslaven.
Dat soort geheime diplomatie moet natuurlijk zoo
gauw en zoo radicaal mogelijk uit de wereld wor
den gebracht.
Wiison is ocliter later in zijn verklaringen verder
gegaan. Hij verkondigde, dat aan dezen oorlog een
einde moest worden gemaakt door een „open cove-
nant, openly arrivedat". Dat is: „een openbaar ver
drag door openbare onderhandeling verkregen. En
daaraan mankeert machtig veel.
De besprekingen hebben in het geheim plaats. In
commissie, subcommissies, raden van tien, van vier,
van drie. Van de twee laatstgenoemde verschijnen
niet eens communiqués en de officieele berichten
omtient de andere samenkomsten zijn zóó mager,
zóó weinig zeggend, dat men ze evengoed ongelezen
kan laten.
„De commissie voor financiën hield een bijeen
komst waarin zij financieele problemen behandelde.
Morgen zet zij hare werkzaamheden voort", <-
Dit is de typische vorm'der communiqués. Ver
vangt men het woord „financiën" door „schadeloos
stelling" „.grensregeling", „Poolsche grenzen" <of
welke der andere onderwerpen, waarvoor commis
sies bestaan, dan heeft men een nieuw communiqué
aan welks eenheid niemand het waagt te twijfelen.
Het spreekt vanzelf, dat deze methode aanleiding
geeft tot allerlei geruchten en valsche berichten. Be
richten waarvan vaak niet eens tegenspraak mo
gelijk is zonder het geheim der conferentie te schen
den en waardoor dus tegenspraak op zich zelf reeds
onmogelijk werd, hoe wenschelijk zij ook ware om
te verhinderen, dat het moeilijke werk nog door mis
verstand verzwaard wordt.
Daarom is te betreuren, dat men niet ietwat meer
openbaarheid heeft betracht, want we zijn overtuigd
dat veel anders en gladder zou hebben geloopen,
wanneer niet telkens het wantrouwen van dezen of
genen ware gewektdoor geruchten en mededeelin,
gen,* die misschien glad uit de li^cht gegrepen of
maar half waar zijn.
Ook wij Nederlanders hebben onder die ge
heimhouding te lijden.
liet valt niet te ontkennen, dat de beide berichten
die Dinsdag verbreid werden en waarin ons land ge
noemd wordt, verre van geruststellend zijn.
Het eene bericht, waarop wij doelen, is dat van de
Associated Press, dat Nederland nog steeds in ge
breke is gebleven te antwoorden op de invitatie der
Conferentie, n.1. afgevaardigden naar Parijs te zen
den om formeel gehoord te worden aangaande de
Belgische eischen.
Wij hadden niet uit een communiqué uit Pa
rus, noch uit een van ons eigen Ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken dat zich steeds hult in een
mantel van geheimhouderij doch uit een pers
bericht iets vernomen omtrent zulk een uitnoodi-
ging. Wij begrijpen, dat het moeilijk is te gaan spre
ken» ten overstaan van de „Vierschaar" over eischen,
die zoo ongemotiveerd, men zou haast zeggen: zoo
ongemotiveerd-brutaal zijn, als die der Belgische
heerschappen.
Wij mogen niet zeggen „der Belgische regeering",
omdat officieel totaal niet bekend is, welke wen-
«ehen die heeft geuit. Het eenlge wat tilt een half-1
officieel communiqué is gebleken was, dat de com
missie onder voorzitterschap van den F r a n s c fa-
man Tardieu wij spatieeren het woord Fransch-
man, omdat de Franschen als de trouwe ondersteu
ners der Belgische eischen worden beschouwd'
van meening was, dat de conferentie zich niet kon
uiten over gebied van een neutraal land. Ben be
slissing, die evengoed kan «taan op Moresnet, als
op de beide bcheldeoevert en op heel Limburg.
Nu komt het verhaal van de (haif-officieele) Asso
ciated Press. Zoodat er dus werkelijk een uitnoodi-
ging aan ons gericht is.
Maar is het nu aan te nemen, dat Minister van
Karnebeek hoffelijk man! nu lk een uitnoodi-
ging onbeantwoord zou hebben gelaten? En dit ter
zelfder tijd, dat Nederlandsche gedelegeerden naar
i anjs gingen om te spreken over de Statuten van
den Volkenbond en thans weder over financieele aan
gelegenheden?
Als die uitnoodiging is gedaan, weid er natuurlijk
ook antwoord gegeven en gaat er gelijk van zelf
spreekt, zoodra dit noodig of wenschelijk is, een de
legatie uit Nederland naar Parijs om'daar de Ne
derlandsche belangen uiteen te zetten.
»Het dwaze in heel deze Belgische aangelegenheid
is, dat wanneer men de taal laat beslissen over de
nationaliteit gelijk België wil doen ten opeachte
van het „Waalsch"-sprekende Malmédy en Stave-
lotte feitelijk de helft van den lappendekerf die
België heet en „Nederlandsch" spreekt, met Neder
land vereenigd, één land behoorde uit te maken. Ja
zelfs, dat nog niet eens vast zou staan of Duinkerken
en Hazebrouck in Noord-Frankrijk ook niet als
overwegend-Vlaamsch (ö-i. Nederlandsch) moeten
worden beschouwd.
Het tweede bericht, dat geschikt is als men aan
de juistheid er van wenscht «te gelooven om ons
publiek in verwarring te brengen, stamt uit de Daily
Mail, die zijn eersten leugen bi.ina twintig jaar heeft
overleefd en sedert inmuun schijnt te zijn tegen de
gevolgen van onjuist nieuws, die voor de meeste
bladen noodlottig plegen te zijn.
Dit blad wist te melden, dat de Conferentie zich
ten behoeve of ten bate van ons land blijkbaar
had beizig gehouden met de regeling van de Eems-
en Dollartquaestie en dat bovendien het land van
Kleef en Gelder van Duitschland zou worden afge
nomen. Nederland had maar te zeggen, wat het van
die streken graag voor zfrn grensverbetering wilde
hebben. Dan kenden wij dat krijgen en wat we niet
wilden zou later aan Duitschland. terug worden
gegeven.
Zooveel goedheid op eens is tveusch te veel.
En dat Reuter dit Daily-Mail-bericht zoo snel naar
Nederland terug seinde, maakt die vriendelijkheid
der conferentie nog verdachter.
Evenals de juistheid van het bericht of het uit
treksel ervan.
De aap komt al heel nauw uit de mouw, als we
het geheele bericht lezen. Dau.in toch is geen sprake
van een plotselingen opwelling van goedheid <>«i
Holland nu eens een geschenk te geven. België wil
geen iDollandsch gehied inliiven, heet het daarin.
Het wil alleen maar zelf gebied in beslag nemen,
dat. nu ja, Holland toebehoort, doch waarvoor het
rach schadeloos kan stellen door een ongeveer even
™oot brok Duitsch gebied te accepteeren.
België is dus zoo vriendelijk niet eens zoo maar
te willen stelen, doch zich „iets te laten geven, dat
de geefster (n.1. de Conferentie) niet toebehoort. Ja
zelfs, het gaat nog verder, is nóg edelmoediger. 'Het
wil den bestolene zelfs nog schadeloosstellen met
een gelijke waarde, die eerst van een derde moet
worden gegapt
Deze woorden zii-n niet parlementair. We weten
het. Maar öm de daad, die hier voorbereid heet te
worden te 'beschrijven, moet men woorden kieeen,
die thuis hooren in 'n dievenkroeg, waar Linke Piet
en Manke Dorus hun „raak" op touw zetten.
Vermoedelijk zal Brussel en Parijs inzien, dat het
niet aangaat dit Reu ter-Ma i!-bericht zoo maar te la
ten circuleeren. Het zou anders misschien voor som
migen d'en schijn hebben, alsof Nederland werkelijk
de inbrekersneiging had, die de Mail bij België en
bij ons land veronderstelt.
Toch blijft het jammer, dat er zooveel geheime
diplomatie bestaat, dat dergelijke praatjes met eenig
uitzicht op succes in de wereid kunnen worden ge
stuurd, waar misschien iemand ize gelooft.
UITKIJK.
„PRINSESJE,"
Zij «aten tegenover elkander in het stille huisver
trek. En in een hoek bij het raam was de leegc arm-
s.oel. Vroeger had moeder gezeten aan den kant van
de kachóL Maar hart vorig jaar was aij gestorven» t
Truus was toen nog op school en moeder had gewild
dat het meisje daar nog een poos bleef. Zij had geen
«in in handwerken en ook niet in huishoudelijke ber
xigheden. yiaai moeder zette haar wil door j Dekonv1
mende zich niet om de pruilende lippen, de nijdig-»
achteruitgeschoven stoelen. Als Truus de deur van cte
kamer openrukte, en woedend over hei weerstreven van
haAr wil weg wou loopen, den riep moe haar terug.
Zet eerst je stoel behoorlijk weg, gelastte zij op
«achten maar vasten loon. En het d«rnlje durfde
ine, weigeren. Barstte, van machleloosen toorn wei
eens in tranen uit Moeder lette daar niet op. hield de
(puge.fi in handea En nu was «ij gestorven. Eu overbledj
de «wakke. gedwee onderworpen vader. De zachtmoe
dige man, die «ieh slechts met zijn zaken bemoeide
en werk.uigelijk deed wat xijn vrouw wensehte. Van
Li lden hau a.t.jd zn jicele leven lang, den teugel ge
voeld. Eerst 'van den vader, die den slappen knaap
.ot z n huwelijk toe behandelde als een kind. Duarnu
van x.jm vrouw, een koel.verstandelijk-nuchter praetisch
aangelegen menschje, dat hem genomen had om a'n
geld, hem regeerde zonder verbittering, maar ook
«onder liefde. Van Linden had een ander meisje willen
trouwer^ maar dat was den ouden vader niet naar den.
«in. Hendrik van Linden had nauwlijks durven zeggen,
dat hij niet volkomen met vaders keuze instarnde!
Eindelijk had hij detn .ouden man een briefje ger-
stuurd, met het geheim. Hem zeggen was Hendrik te
kras. Van Linden Sr. had de zaak uitermate luchtig op
gevat. Dat varkentje zouje wel eventjes wass'chen... Hij
liet Hein bij xich komen. De jongen klappertandde
van angst.
Maar «at met het briefje voor zich.
Wat zijn dat voor malligheden, barstte hij los,
den zoon toornig aankijkend je snapt toch wdj
dat Ik van die Lias Hevel niks wil weten. Dat is
geen vrouw voor je. Hóe kom jij ertoe om me
zulke malle zottigheden te durven fcchrijven?
Hendrik kreeg de tranen in z'n oogen. Want hij
hield echt van Liesje. Maar hij zweeg. En hij berustte
Een weejf of »rat later trouwde hij met de keuze
van zijn vader. Met de vrouw die Truus' moeder zou
worden. Nu was zij weg. Een paar weken ge.oden was
zijn broeder bij hem geweest. En bad er met Hendrik
over gesproken. Je weel. zei Jan jp oude iio.dij
is weer vrij. Sinds twee jaar weduwe. Zij Jioeft een
aardig centje. Vader heeft zich indertijd ook leelijk
vergisl, wat de ouders van Lies Heuvel betreft. Als
vader geweien had dat de oude Heuvel een kerel in
bonus is hij zou wel anders gepraat hebben. Maar
jelui bent nog op een mooien leeftijd. Zij en jij 42. Dat
gaat best. Ik geloof stellig, dat zij ja zegt.
Hendrik zat te peinzen. Ja ging Jan voort
ik wee', wel. wat- er in je omgaat. Je durft niet voop
Truus. Maar dat is doilemanswerk. We hoeven elkaar
niets wijs te maken. Je «aken staan er belabberd bij.
Om drijvende te blijven moet je ploeteren als een
neger en dan is 't nog de vraag, of je 't kunt iboU
werken. La en wij elkaar nu goed begrijpen, ik heb
zelf geen cent, dat weet je. Wat er is. behoort aaij
Emiile. En ik behoef jou niet te vertellen, dat mijn
wijf haar „pootje niet «al zetten voor honderd jx>p. Als
't dus misloopt en xooals ik de zaken inzie, moet
't misgaan met je «aken Hein kan ik je niet,
bijspringen. Dan rit ie jjiet de gebakken peren. Neem
<dus mijn raad aan. Vraag Lies lot vrouw. Ik ver-,
moed dat zij ja zegt. Je zoudt ie later je haren uil
den kop trekken van berouw ais ze met een ander
ging trouwen. En geloof, dat maar zeker. Zij loeren
op een weduwe met centen. Hendrik van Linden had
erover gedacht. Vele weken. Nu zat hij in de stille
huiskamer tegenover Truusje. Zij leek sterk pp haar
moeder. Telkens keek hjj naar het vijftienjarig" meisje
Hendrik kuchte eens. Maar Truusje keek niet op. Ein
delijk «ei hij Truusje?
Zij zag op. Nijdig dal haar vader haar in de lectuur
stoorde. l>e wenkbrauwen fronsend. Wat is er
nou. vroeg «ij. Vader zweeg.
Nam met onvaste haind een teug uit «n kopje koffie.
Heb je even tijd? vroeg hij
Ik zit te lezen, dat ziet u toch wel. Wat hebt u
dan? Truus, «ei Hendrik, ik moet je eens wat
vragen. Zij werd vuurrood. Want «ij begreep dat er
iets van gewicht pp komst was.
Schoot de roman een eind weg Wachtte af.
Truus, «ei vader je moeder is nu ruim een
jaar dood
Er kwam iets verbaasds, daai een glans van op-*
winding in haar oogen. Truus was vroeg rijp. Zij be
gregi veel meer dan andere "sjes van haar jaren...
Vader zocht naar een passende inleiding. Maar hij
had geen tact. Wist geen warden te vinden. Viel
mei de deur in het huis.
Hoe «ou je 't Vinden als ie eens een stiefmoeder
kreeg, «ei hij nu heviger bevend, bleek ontdaanj
als toen hij vele jaren geleden stond te wachten
op hel antwoord dat xijla vader zou geven op hel briefje
dat bij, aan Van Linden Sr. had gexondeu. Over zijn
plan om liever met Liesie Heuvel te trouwen. Maar
Truus 'was opgevlogen, ilad hel boek op den grond
gesmeen. Zij was kersrood.
Wat «egt u Idaar, rie pzij uit. Beseffend dat vader
onmiddellijk moed overrompeld worden. .Wat «egt n
daar..... Een stiefmoeder,En «ij barstte in traoen
uit. Dan Jpop ik weg... Dan jeef ik geen dag meef,
Als je daf maar weet- een man van uw leeftijd... o...
moeder... moeder... ik volg u... in wil niet langer le
ven.-. Truus bad .veel romans gelezen was ook dit-
wijls naar een schouwburg geweest sinds moedeq/a
dood. Maar aan vader onlang hel theatrale van haar
doen. Hij sidderde van ^hnk. Was radeloos. Ging
water inschenken. Wou Truus laten drinken- Voehjo
tóch als een beul, een ellendeling. Zij weerde hem af.
Ga maar weg, riep het menje. Ge maar naar je
vrouw. Ik weet wat mij te doen staat. O moedertje
kom toch bij me. Sta me Joch bij. Ik ben zoo on
gelukkig. En «ij snikte zoo luid, dat de meid uit de
keuken kwam. Vroeg of de jongejuffrouw ziek was
geworden.
Hij wil gaan trouwen, gilde Truus, ik krijg
een s.iefmoeder, Daatje.
De meid, die ook ontstelde van de boodschap, di«
een eind wou maken aan haar schier onbeperkt be-
stier, keek van Linden verontwaardigd aan. Suste
Truus je. Drukte haar hoofd tegen xich aan.
Wees maar kalm «ei Daatje, die al vier jaar
bij van Linde diende, en natuurlijk wist, wat meneer
voor een meosc hwas. Pa «al je dat verdri etniqt )doe4
Daarvoor was moe veel te goed en te braaf, nietwaar Pa.
Van Linden stond daar, hulpeloos en radeloos. Be
zwoer beloofde, had geen woorden.... smeekte Truus
toch kalm te xijn.... Kuste haar. Eindelijk werd hert
weer stil.
Truus ging met barstende hoofdpijn naar bed. Lang
«at Hendrik te peinzen. Hij wist, broer Jan had
gelijk. Maar hij durfde niet. Hij durfde ook niet Truus
doen begrijpen, hoe de zaken er bij stonden., Een
paar dagen lalcr kwam broer Jan bij hem oploopcn:
Om nog eens even over hel geval te spreken. Maar hij
zag duidelijk dat het mis was.
Zeg maar niks, zei Jan, ik heb het al in de
gaten. Er komt geen .steek van. Emillie heeft gelijk.
iXe zei dadelijk: Hein is te laf. Truus zal het wel
beletten. Afijm, je moet het zelf weten, jongen Maar
weet wel, bij Jan hoef je nooit aan te kloppen. Je hebt
het nu zoo goed als in je eigen hand en je verdraait
het... Je zult nog wel eens aan mij denken. En (faq
vertrok.
Van Linden zag van zijn plan af.
In den kring der cafévrienden werd Truus „heft
prinsesje" genoemd. Hendrik was nu een stamgast ge
worden in „De Kroon". En Truus zat altijd bij hem.
Zij gebruikie dure dingen. En kreeg telkens geld van
pa om iets te gaan koopen. Als-ie haar vroeg wat
net moest zijn en het duurde te lang. voor alles was
ui gerekend, dan «ei zij: Och, sanik toch zoo lang
niet Geef mij maar je portemonaie. Hij gaf glimlachend.
in den regel was hij (jan wat lodderig. Want van
Linden dronk een meer dan stevigen borrel. .Ais Truus
een boodschap was gaan doen, bestelde hij haastig.
Dronk twee. drie borrels achter elkaar. Rekende gauw
af. Voordat zij: terugkwam. Om geen standje op te
loopen. Zij ging zitten in den kring van zijn ketninis-
sen. Er werden moppen gelapt, die voor het oor
van den zes.ienjarige allerminst geschikt waren. Maar
van Linden stompte af. De alcohol degenereerde, heel
langzaam maar zeker. Zijn.zaken gingen hard achteruit,,
en jia een dag van groolen tegenslag in het vooruit
zicht van een extrajastig beertje, dronk hij nog heviger
dan gewoonlijk. Truus kreeg altijd haar «in. Hij pronkte
met zijn prinsesje. Gaf haar peperdure manteltjes en
bontjes en handschoenen. Liet de cafékennissen raden
wat het hem kostte. Lachte met dronkemansgrijns, als
Truus hem afsnauwde. Eens was Jan nog bij hemf
komen oploopen had hem de waarheid gezégd en
ongezouten ook. Maar Truus stond achter de deur te
luisteren. Kwam de kamer binnen. Kreeg wilde ruzie
met oom en vader, baing voor haar toorn, trok Truus
haar partij. Zoodat Jan weg vloog, onderwijl uitroepend,
dat hij nooit meer een voet over den drempel «ou zet
ten. ])at duurde tot Truus 1§ jaar was geworden. Toen
kreeg van Linden een beroerte en stierf na twee dagen.
Een week later wtas de boedel In staat van faillissement
vertelaard
Er stond een oplichtster terecht. Pas 21. Zij had
met groote sluwheid weken achtereen, een ragfijn,
overdacht net van leugens en bedrog spinnende,
zich uitgevend voor een bemiddelde freule bij men-
schen van plattelands-naieve omgeving, vrij aan
zienlijke bedragen verduisterd. Het O. M. had 1H
jaar tegen haar geëischt en. de toegevoegde verde
diger schetste.de jeugd van Truus vaq Linden. De
oplichtster. Hoe de zwakke, willooze alcoholist, haar
vader, niets gedaan had om leiding te geven aan
net meisje, dat was grootgebracht, ver boven haar
sfeer en zijn middelen.
Hij schetste den kring van 'kroegvrienden, waar
hij Truus dagelijks bracht. Niet beseffend, d!at hij
zijn dochter aldus demoraliseerde. Hij schetste ook
het balsturige karakter, de driestheid, haar eigen en
die slechts door de stevige hand van een verstan
dige, vader, van een wijtze moeder, 'hadden kunnen
onderdrukt zijn. Hij riep de clementie in van dte
Rechtbank voor de oplichtster. Nu en dan, richtte
NAAK HET DUITSCH VAN H1CIIAHD VUSZ.
22.
.Maar de kioosterieeringen versehrokkeni toen zij
hooiden„pater Paulus wordt als leeraar over u ge-
s e.d. Hoe zou dat gaan? Lri de zalen en op de
gangen werden de hoofden dikwijl bij eikaar ges o ken
en ijverig gefluisterd on met oen bang gemoed
verwach.ien de leerlingen dc verschijning van oen ge
vreesde. Hij kwain, beklom de kaheder, wierp oen
.augm, pcinxenden blik op de verzame.de jeugd aan
wie hij ae grooJieid en heer.ykhcid der katholieke kerk
in kaar geschiedenis «ou verkondigen, en begon zijn
cei> e .es met een sehi.dering der ctnlste ijke -ataco.a
hen te Home. Hij ver.e.de, hoe hij uit Zijn klooster
op den Aveu in neer was gedaa.d in de (Lepten. t lak
a(filter he: klooster lag de ingang naar Homes onder
werp, d, die door dooden was bewoonddoor legioenen
en pog eens legioenen. Volkeren der eersle Uiris.en,
luid .agen daar beneden begraven in depurpe.orun.e
tufsteen. Symbolen van het ge.oof en hél lijden van
liefde en de hoop op een ops.anding en ee»u eeuwig
leven teekenden hun grafsteden. Voor dit ge oof wan.ni
tjj ges.orven: legioenen en nog eens legioenen deïi
mailetóarsdood.
De redenaar liet aijan toehoorders met jiem Ik£
smalle, xwaite ro.spad loopen: dieper en dieper om
laag. Het lampje brandde triest en flikkerend, liet be
lichtte met spookachtig «wijgen de wanden, die graf
spelonken waren: eindelooxe galerijen van grafspe-on-
ken. Nu eui dan werd de nauwe ruim e verbreed. Ze
rondde zich tot oep groot, die lot een kape, was
wijd. Hier rustten de groote bisschoppen der kerk,
rustten martelaars, zaligen., heiligen.
Ook schaieu van .evenden iiaiiden ril'di onZiglijk
«huiveringwekkende graf gehuisd. Om.aag naar de (x«
den waren zij voor hun vervo.gers gevlucht, bij de
verrottende lijken hadden «ij tóch verborgen gehouden,
vaak xoo lang totdat zij zelf stille bewoners der doo-
denstad waren geworden.
Geheele families, geheele geslachten hadden zoo ge
leefd, waren zoo ges.orven: in het geloof aan een
trfomfeerende kerk
De priester vertelde xijn jongen ehristelijken toehoor
ders van een jongen, chnsteiijken Romein... En de
jongeling had in het vieeselijke onderaard,che labij-
rintn dc geliefde, de echtgenoote verloren. Hij zocht
haar. Dagenlang dwaalde hij door de eindetooze s.ra en
van giaveti, riep luid den naam der venorene; grifte den
geliefden naam in he: ges.eente; hif dwaalde, zoch'l
en riep «oo lang, totdat zijn lampje uitbiuschte. Nu
vond njj de gehelde in den dood.
En pater Paulus schilderde den afgrijselijk en nacht,
1 die den jongeling na he. uitblusschen van z.jn licht
umhu.de; schilderde zijn langzaam versuuch en, ia hg
zaam wegs.erven, de waanzin, die hem aangreep. In
zijn waanzin scheurde pij met zijn handen dc graven
I open m doorwoelde zeoin tot zijn laats ten adem
tocht dc geliefde te zoeken, stierf hij.....
Dan ccn.or voerde de verteller de gtschokte gemoe
deren weer uit het duistere afgrijzen omhoog naar
den glans van den dag; omhoog in de glorie oer zon
van Home. Hij bracht hen naar Sankt Paolo fuort le
Mura, naar San a Maria Maggiore; bracht hen in
den Si. Pieier.
Uit langen, hangen doodsnacht was dc kerke Christi
opges aan lot gouden zonncgoed. In marineren iial-
.e.i weid z i tol overwinnaren opgeheven. Een juwoden
man.el omhulde de goddelijkehaar lichtend hoofd
ontving den drievoudigen kroon; een scepter werd,
u&.i ha r gebiedende rech erhand gegeven en ,ot voeL-
ba.ik ha.er voeen de aardbo.
„Gij zult heerscheu... tieersehen.heerschen."'
Vc baasd keken de jonge ingen naar den man, die
ot hen sprak, zooa.s te vore.» nog nooi iemand had
gesproken. Zijai wangen waren gek.eurd, z.jn oogen
straaden. les geweldigs, bedwmgends; iets heerschends
stroomde van nem uit over de zielen, die hij in dit
uur aa i zich verknocht had. Als aan een bhn onder
wierp de vroegere k.oos erleerling van Neustiit aan
zich de gemoederen der toekomstige dienaren der groote,
godde.ijke overwinnares.
Zoo geschiedde het voor Hen tweeden ketr, dat
pa er Pau.us xich de macht bewust werd, die hem ge;
schonkan was,
Weer wierp de herfst xijn mantel van purper en
goud over het land Tirol Op de weiden ontsproten)
de laals.e bloemen van het jaar, de teere tylooxun, alsol
he: lente was, en de blauw_violette crocussem bloeiden),
die den Mei aankondigden. Tusschen de bruinachtige
maisve den, de ge.e wijnbergen, kleurde de jonge boek-
wei den grond met «acht rose, en de toppen dcT
kastanjes werden tot lichtende gewelven.
Het bleef een gouden wereld totdat cie eerste vorst
kwam; oen hulde zich moeder.aarde im sleepend gol
vende wolkengewaden; wierp grauwe nevelsluiers over
gelaat en hoofd. Liei tóch een diamanten kroon op
zetten en wachtte op den winterslaap.
Pa er Paulus trad voor zijn overste„Ik zou een
bedevaart wLien doen; staat Uw Hoogeerwaarde hert
mij toe.
„Als uw hart u drijft."'
„He: drijft mij, het laat mij 'niet met rust."
„Wit gij naa. het Genadelbeeld van onze Ife-,
inc.sckc Vrouw van WeLszens ein, lieve zoon?"
„ik wi. naar hel Bloedende Hart van Maria, mijn
vader."
„Daarheen .rekt uw hartstochtelijk gemoed u? Hel
is een onaanzienlijk kapellelje, doch dat weet gij.J'
„Slechts een armzalig heiligdom is he'., dat weel ik."
„Hoog in de Do.omtelen, moeilijk om te bereikenj
„Juis. daarom wilde ik er heen."
„Om daar voor dc ziel uwer moeder tc bidden,'?"
„Neen, mijn vader."
„Ik begrijp u niet."
„De xiol mijner moeder heeft de ^euwige zaligheid,
en heef i daarom mijn gebed niet meer noodig."
„Waarom «egt ge dat op dien toon, Pauius. mijd
zoon 1"
„Hoe zeg ik het dan, Hoogeerwaarde?"
„A.sof uw ziel vol bitterheid was."
„Ik beken he: dat fk er op dit oogenbiik aan
denk, y\ aard oor de kerk mach. over mijn ziel heeft
gekregen. Ze was destijds de zie. van oen knaap.'
.jbeken enissen behooren bij de biecht. Ik wil doen
oi 'ik u aie heb gehoord."
„Dan heef. de lieer mij gehoord."
„Vvaiuneor wi.t gij de bedevaar, beginnen?'
„Den dag evoren za. ik het zeggen.
De aa.nne.diiig gebeurde echer pas na vele dagen.
He we.d .aal iu net jaar. Op- zwoeren to.m, vo.gd^
ijzige Noordenwind. In he: dal viel dc regen in stroo-,
men, maar op de bergen kwam een hef.ige sneeuwval, r
Vroeg in den morgen ving pa.er Pauius zijn bedej
vaar. najr het Bloedende ifart van Maiiu Am. Hij
nam ooi^ een gewijde kaars mede. He. .iefst zou hij
hij de genadevolle moeder Gods een Zi. veren Hart heb
ben geofferd. Als monnik moch: hij echter de HemeH
koni.igm s.ech s zijn eigen harf brengen. Het geleek op
het door zwaarden doorboorde Goddelijke hartHet
was ook b.oedend. Wel is waar was he: slechts een
armza.ig menschenhart....
Hij Tiep denzelfden weg, dien zijn moeder gegaan
was Hoe hef iger de woeste wind om hem IkcR
rjjasde hoe jjichter de witte warre.ing jiem omhulde^
des te lichter werd het hem op het hart. Hij aditmd©
diep, a s bevrijd van al het zware der aarac. N'aüwe-
lijk skwam hij voort. Ieder ander «ou iaeenges.urt zijn,
zou zijn neergezonken en flie. weer opgestaan zijn.
Pa:er Paulus stortte niert ineen, zonk ma neer., uij
sprong onophoudelijk verder. Als gold he: nog heden
bij de woedende sneeuwjacht in de rotseenzaam.ie«i
een moeder te redden, die uit iefde voor haai' zoon
een bedevaar: «taar de Godheid deed.
Ook heden kwam hij weer in verzoeking. Een inner-*
lijke s em sprak 'tot hein. fluis erde eh lokte,..Leg u
neer, ui. vrijen, eigen wL Blijf 1'ggen; slui. de oogen;
slaap in. Het is zoo heerlijk te sluimeren onder het
zaeii e, wette dek. Niets wekt u. Geen klokgelui, geen
kerkgezang, geen gebed ook geen mensehens em. Niet
eens een stem der liefde. Slaap in, mijn leve z ou.
Gij wee niet, welk pen zaligheid het is, zoo stil daar
te kunnen liggen en de oogen niet weder te openetnf,
welk een zaligheid de wereld nie meer te moeten zién...
Jioe heerlijk schoon «ij is. Het is moeilijk zijn oogen
te openen, zijn ledematen te bewegen en zich op te
lichten. Daarom, lieve zoon, slaap in.
Het was de stem zijner moeder, die hij op dan
doodsweg «ijner moeder voortdurend hoorde fluisteren,
met zulk een zachten, zulk een tenderen toon. Eh lok
kend, «oo onweerstaanbaar lokkend...
Pater Paulus gaf do fluisterende moederlijke stem
luid antwoord
„Ik mtig niet. Nóg mag ik 'iiiet. Pas later mag ik
u volgen en de hcmelsche rust genieten. Dan zal
hel echter schoon zijn. Weet gij, goede moeder, waar
om lk ter bedevaart ga naar net Bloedende Hart van
Maria?"
„Ter mijner gedachtenis".
„Neen. moeder."
„Zeg he; mij dan."
„Gij deodt uw bedevaart en uw gebed werd verhoo d
«ie moeder uw zoon werd gees eujke! Ik iloe 'dezo
bedevaart; offer aan de Moeder Gods een waskaars;
leg een gelof'.e af, opdat ook ik bij het B oedefudo
Hart van Maria verhoor vind. Daarna wil ik mij
nederleggen, mijn ledematen uitstrekken, mijn oogen
slui en on niet weer openen. Dan zal hert heerlijk
zijn!"
Zoo spraken moeder en zoon me', elkaar, terwijl de
slorin steeds woedender raasde, de sneeuwmassa's zich
steeds hoogér opstapelden. Maar pater Paulus d.ong
er door heen. r
Hij kwam aan het kleine heiligdom in de DoloV
mieten.
De sneeuw moes! hij met zijn handen wegruimen....
precies ais des ijds van het graf zijner moeder. Daar
na ging hij binnen, sak de waskaars aau; zette ze
neer bij het Mariabeeld en knielde neer; hij hief ar
men en ge aa' omhoog, keek naar Het Bloedende Hart
van de Heilige Maagd en bad met luide stem, die een,
klank had als erts:
lk breng u een waskaars, Maria. En ik breng
mijn bloedend hart. .Voor een waskaars, en mijn bloe
dend har moe', gj mij een ziel tol eigendom gevent;
slechts ééne ziel! En slechts de ziel I Daarna zal mijn
ambt op narde een einde nemen, zal mijn licht uit
blusschen.... «ooals nu de storm mijn kaars uitbluscht-
Verhoor mij. Maria! Verhoor mij!'
De kaars bluschte uit.
VIERDE HOFDSTUK.
Judith staat met een mder aan den wild en
Eisack en gaat been om haar koninkrijk
té zoeken.
De win er was voor deze gezegende s' re ten ong
w-oon hard en lang. Sedert „menscnenheugenls" was er
niet zooveel sneeuw gevallen Maar aan den zoon an
het land, die van uit xijin Aventinisch heiligdom f.ar
in jpar uit slechts de sneeuw.had gezren op ne: ver