Bij den bouw der Nieuws Wereld. IWtE MtNSClJtN.- TWEEDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. Zaterdag 12 April 1919. 62sle Jaargang No. 6394. FEUILLETON. Ken van de bepalingen van Wilson's programma, waarmede hij destijds de wereld, dié snakte naar rust en bevrijding der eeuwige oorlogsbedreiging ver raste, was de afschaffing der geheime diplomatie. De lezer weet, dat schrijver dezes, in een andere artike lenreeks in dit blad, heeft gemeend ernstig te moe- ten betwijfelen of „geheime diplomatie" kon worden afgeschaft. Of het ooit mogelijk zou blijken in onder handelingen tusschen regeeringen zijn kaarten open op tafel te leggen, iets wat ook in particuliere on derhandelingen onmogelijk is. Iets anders echter is en vermoedelijk was dit de „geheime diplomatie", die Wilson af wilde schaf fen bet systeem der geheime tractaten, die de volken binden en desnoods in oorlog kunnen stor ten, winder, dat zij van het bestaan ervan iets af weten. Geheime tractaten, als dat van Londen, w aar bij, Italië o.a. de oostkust van Dalroaitië zou 'krijgen als loon voor zijn hulp tegen de Centralen, het ver drag, dat nu Italië's hoofdwapen is in den twist met de Yugoslaven. Dat soort geheime diplomatie moet natuurlijk zoo gauw en zoo radicaal mogelijk uit de wereld wor den gebracht. Wiison is ocliter later in zijn verklaringen verder gegaan. Hij verkondigde, dat aan dezen oorlog een einde moest worden gemaakt door een „open cove- nant, openly arrivedat". Dat is: „een openbaar ver drag door openbare onderhandeling verkregen. En daaraan mankeert machtig veel. De besprekingen hebben in het geheim plaats. In commissie, subcommissies, raden van tien, van vier, van drie. Van de twee laatstgenoemde verschijnen niet eens communiqués en de officieele berichten omtient de andere samenkomsten zijn zóó mager, zóó weinig zeggend, dat men ze evengoed ongelezen kan laten. „De commissie voor financiën hield een bijeen komst waarin zij financieele problemen behandelde. Morgen zet zij hare werkzaamheden voort", <- Dit is de typische vorm'der communiqués. Ver vangt men het woord „financiën" door „schadeloos stelling" „.grensregeling", „Poolsche grenzen" <of welke der andere onderwerpen, waarvoor commis sies bestaan, dan heeft men een nieuw communiqué aan welks eenheid niemand het waagt te twijfelen. Het spreekt vanzelf, dat deze methode aanleiding geeft tot allerlei geruchten en valsche berichten. Be richten waarvan vaak niet eens tegenspraak mo gelijk is zonder het geheim der conferentie te schen den en waardoor dus tegenspraak op zich zelf reeds onmogelijk werd, hoe wenschelijk zij ook ware om te verhinderen, dat het moeilijke werk nog door mis verstand verzwaard wordt. Daarom is te betreuren, dat men niet ietwat meer openbaarheid heeft betracht, want we zijn overtuigd dat veel anders en gladder zou hebben geloopen, wanneer niet telkens het wantrouwen van dezen of genen ware gewektdoor geruchten en mededeelin, gen,* die misschien glad uit de li^cht gegrepen of maar half waar zijn. Ook wij Nederlanders hebben onder die ge heimhouding te lijden. liet valt niet te ontkennen, dat de beide berichten die Dinsdag verbreid werden en waarin ons land ge noemd wordt, verre van geruststellend zijn. Het eene bericht, waarop wij doelen, is dat van de Associated Press, dat Nederland nog steeds in ge breke is gebleven te antwoorden op de invitatie der Conferentie, n.1. afgevaardigden naar Parijs te zen den om formeel gehoord te worden aangaande de Belgische eischen. Wij hadden niet uit een communiqué uit Pa rus, noch uit een van ons eigen Ministerie van Bui- tenlandsche Zaken dat zich steeds hult in een mantel van geheimhouderij doch uit een pers bericht iets vernomen omtrent zulk een uitnoodi- ging. Wij begrijpen, dat het moeilijk is te gaan spre ken» ten overstaan van de „Vierschaar" over eischen, die zoo ongemotiveerd, men zou haast zeggen: zoo ongemotiveerd-brutaal zijn, als die der Belgische heerschappen. Wij mogen niet zeggen „der Belgische regeering", omdat officieel totaal niet bekend is, welke wen- «ehen die heeft geuit. Het eenlge wat tilt een half-1 officieel communiqué is gebleken was, dat de com missie onder voorzitterschap van den F r a n s c fa- man Tardieu wij spatieeren het woord Fransch- man, omdat de Franschen als de trouwe ondersteu ners der Belgische eischen worden beschouwd' van meening was, dat de conferentie zich niet kon uiten over gebied van een neutraal land. Ben be slissing, die evengoed kan «taan op Moresnet, als op de beide bcheldeoevert en op heel Limburg. Nu komt het verhaal van de (haif-officieele) Asso ciated Press. Zoodat er dus werkelijk een uitnoodi- ging aan ons gericht is. Maar is het nu aan te nemen, dat Minister van Karnebeek hoffelijk man! nu lk een uitnoodi- ging onbeantwoord zou hebben gelaten? En dit ter zelfder tijd, dat Nederlandsche gedelegeerden naar i anjs gingen om te spreken over de Statuten van den Volkenbond en thans weder over financieele aan gelegenheden? Als die uitnoodiging is gedaan, weid er natuurlijk ook antwoord gegeven en gaat er gelijk van zelf spreekt, zoodra dit noodig of wenschelijk is, een de legatie uit Nederland naar Parijs om'daar de Ne derlandsche belangen uiteen te zetten. »Het dwaze in heel deze Belgische aangelegenheid is, dat wanneer men de taal laat beslissen over de nationaliteit gelijk België wil doen ten opeachte van het „Waalsch"-sprekende Malmédy en Stave- lotte feitelijk de helft van den lappendekerf die België heet en „Nederlandsch" spreekt, met Neder land vereenigd, één land behoorde uit te maken. Ja zelfs, dat nog niet eens vast zou staan of Duinkerken en Hazebrouck in Noord-Frankrijk ook niet als overwegend-Vlaamsch (ö-i. Nederlandsch) moeten worden beschouwd. Het tweede bericht, dat geschikt is als men aan de juistheid er van wenscht «te gelooven om ons publiek in verwarring te brengen, stamt uit de Daily Mail, die zijn eersten leugen bi.ina twintig jaar heeft overleefd en sedert inmuun schijnt te zijn tegen de gevolgen van onjuist nieuws, die voor de meeste bladen noodlottig plegen te zijn. Dit blad wist te melden, dat de Conferentie zich ten behoeve of ten bate van ons land blijkbaar had beizig gehouden met de regeling van de Eems- en Dollartquaestie en dat bovendien het land van Kleef en Gelder van Duitschland zou worden afge nomen. Nederland had maar te zeggen, wat het van die streken graag voor zfrn grensverbetering wilde hebben. Dan kenden wij dat krijgen en wat we niet wilden zou later aan Duitschland. terug worden gegeven. Zooveel goedheid op eens is tveusch te veel. En dat Reuter dit Daily-Mail-bericht zoo snel naar Nederland terug seinde, maakt die vriendelijkheid der conferentie nog verdachter. Evenals de juistheid van het bericht of het uit treksel ervan. De aap komt al heel nauw uit de mouw, als we het geheele bericht lezen. Dau.in toch is geen sprake van een plotselingen opwelling van goedheid <>«i Holland nu eens een geschenk te geven. België wil geen iDollandsch gehied inliiven, heet het daarin. Het wil alleen maar zelf gebied in beslag nemen, dat. nu ja, Holland toebehoort, doch waarvoor het rach schadeloos kan stellen door een ongeveer even ™oot brok Duitsch gebied te accepteeren. België is dus zoo vriendelijk niet eens zoo maar te willen stelen, doch zich „iets te laten geven, dat de geefster (n.1. de Conferentie) niet toebehoort. Ja zelfs, het gaat nog verder, is nóg edelmoediger. 'Het wil den bestolene zelfs nog schadeloosstellen met een gelijke waarde, die eerst van een derde moet worden gegapt Deze woorden zii-n niet parlementair. We weten het. Maar öm de daad, die hier voorbereid heet te worden te 'beschrijven, moet men woorden kieeen, die thuis hooren in 'n dievenkroeg, waar Linke Piet en Manke Dorus hun „raak" op touw zetten. Vermoedelijk zal Brussel en Parijs inzien, dat het niet aangaat dit Reu ter-Ma i!-bericht zoo maar te la ten circuleeren. Het zou anders misschien voor som migen d'en schijn hebben, alsof Nederland werkelijk de inbrekersneiging had, die de Mail bij België en bij ons land veronderstelt. Toch blijft het jammer, dat er zooveel geheime diplomatie bestaat, dat dergelijke praatjes met eenig uitzicht op succes in de wereid kunnen worden ge stuurd, waar misschien iemand ize gelooft. UITKIJK. „PRINSESJE," Zij «aten tegenover elkander in het stille huisver trek. En in een hoek bij het raam was de leegc arm- s.oel. Vroeger had moeder gezeten aan den kant van de kachóL Maar hart vorig jaar was aij gestorven» t Truus was toen nog op school en moeder had gewild dat het meisje daar nog een poos bleef. Zij had geen «in in handwerken en ook niet in huishoudelijke ber xigheden. yiaai moeder zette haar wil door j Dekonv1 mende zich niet om de pruilende lippen, de nijdig-» achteruitgeschoven stoelen. Als Truus de deur van cte kamer openrukte, en woedend over hei weerstreven van haAr wil weg wou loopen, den riep moe haar terug. Zet eerst je stoel behoorlijk weg, gelastte zij op «achten maar vasten loon. En het d«rnlje durfde ine, weigeren. Barstte, van machleloosen toorn wei eens in tranen uit Moeder lette daar niet op. hield de (puge.fi in handea En nu was «ij gestorven. Eu overbledj de «wakke. gedwee onderworpen vader. De zachtmoe dige man, die «ieh slechts met zijn zaken bemoeide en werk.uigelijk deed wat xijn vrouw wensehte. Van Li lden hau a.t.jd zn jicele leven lang, den teugel ge voeld. Eerst 'van den vader, die den slappen knaap .ot z n huwelijk toe behandelde als een kind. Duarnu van x.jm vrouw, een koel.verstandelijk-nuchter praetisch aangelegen menschje, dat hem genomen had om a'n geld, hem regeerde zonder verbittering, maar ook «onder liefde. Van Linden had een ander meisje willen trouwer^ maar dat was den ouden vader niet naar den. «in. Hendrik van Linden had nauwlijks durven zeggen, dat hij niet volkomen met vaders keuze instarnde! Eindelijk had hij detn .ouden man een briefje ger- stuurd, met het geheim. Hem zeggen was Hendrik te kras. Van Linden Sr. had de zaak uitermate luchtig op gevat. Dat varkentje zouje wel eventjes wass'chen... Hij liet Hein bij xich komen. De jongen klappertandde van angst. Maar «at met het briefje voor zich. Wat zijn dat voor malligheden, barstte hij los, den zoon toornig aankijkend je snapt toch wdj dat Ik van die Lias Hevel niks wil weten. Dat is geen vrouw voor je. Hóe kom jij ertoe om me zulke malle zottigheden te durven fcchrijven? Hendrik kreeg de tranen in z'n oogen. Want hij hield echt van Liesje. Maar hij zweeg. En hij berustte Een weejf of »rat later trouwde hij met de keuze van zijn vader. Met de vrouw die Truus' moeder zou worden. Nu was zij weg. Een paar weken ge.oden was zijn broeder bij hem geweest. En bad er met Hendrik over gesproken. Je weel. zei Jan jp oude iio.dij is weer vrij. Sinds twee jaar weduwe. Zij Jioeft een aardig centje. Vader heeft zich indertijd ook leelijk vergisl, wat de ouders van Lies Heuvel betreft. Als vader geweien had dat de oude Heuvel een kerel in bonus is hij zou wel anders gepraat hebben. Maar jelui bent nog op een mooien leeftijd. Zij en jij 42. Dat gaat best. Ik geloof stellig, dat zij ja zegt. Hendrik zat te peinzen. Ja ging Jan voort ik wee', wel. wat- er in je omgaat. Je durft niet voop Truus. Maar dat is doilemanswerk. We hoeven elkaar niets wijs te maken. Je «aken staan er belabberd bij. Om drijvende te blijven moet je ploeteren als een neger en dan is 't nog de vraag, of je 't kunt iboU werken. La en wij elkaar nu goed begrijpen, ik heb zelf geen cent, dat weet je. Wat er is. behoort aaij Emiile. En ik behoef jou niet te vertellen, dat mijn wijf haar „pootje niet «al zetten voor honderd jx>p. Als 't dus misloopt en xooals ik de zaken inzie, moet 't misgaan met je «aken Hein kan ik je niet, bijspringen. Dan rit ie jjiet de gebakken peren. Neem <dus mijn raad aan. Vraag Lies lot vrouw. Ik ver-, moed dat zij ja zegt. Je zoudt ie later je haren uil den kop trekken van berouw ais ze met een ander ging trouwen. En geloof, dat maar zeker. Zij loeren op een weduwe met centen. Hendrik van Linden had erover gedacht. Vele weken. Nu zat hij in de stille huiskamer tegenover Truusje. Zij leek sterk pp haar moeder. Telkens keek hjj naar het vijftienjarig" meisje Hendrik kuchte eens. Maar Truusje keek niet op. Ein delijk «ei hij Truusje? Zij zag op. Nijdig dal haar vader haar in de lectuur stoorde. l>e wenkbrauwen fronsend. Wat is er nou. vroeg «ij. Vader zweeg. Nam met onvaste haind een teug uit «n kopje koffie. Heb je even tijd? vroeg hij Ik zit te lezen, dat ziet u toch wel. Wat hebt u dan? Truus, «ei Hendrik, ik moet je eens wat vragen. Zij werd vuurrood. Want «ij begreep dat er iets van gewicht pp komst was. Schoot de roman een eind weg Wachtte af. Truus, «ei vader je moeder is nu ruim een jaar dood Er kwam iets verbaasds, daai een glans van op-* winding in haar oogen. Truus was vroeg rijp. Zij be gregi veel meer dan andere "sjes van haar jaren... Vader zocht naar een passende inleiding. Maar hij had geen tact. Wist geen warden te vinden. Viel mei de deur in het huis. Hoe «ou je 't Vinden als ie eens een stiefmoeder kreeg, «ei hij nu heviger bevend, bleek ontdaanj als toen hij vele jaren geleden stond te wachten op hel antwoord dat xijla vader zou geven op hel briefje dat bij, aan Van Linden Sr. had gexondeu. Over zijn plan om liever met Liesie Heuvel te trouwen. Maar Truus 'was opgevlogen, ilad hel boek op den grond gesmeen. Zij was kersrood. Wat «egt u Idaar, rie pzij uit. Beseffend dat vader onmiddellijk moed overrompeld worden. .Wat «egt n daar..... Een stiefmoeder,En «ij barstte in traoen uit. Dan Jpop ik weg... Dan jeef ik geen dag meef, Als je daf maar weet- een man van uw leeftijd... o... moeder... moeder... ik volg u... in wil niet langer le ven.-. Truus bad .veel romans gelezen was ook dit- wijls naar een schouwburg geweest sinds moedeq/a dood. Maar aan vader onlang hel theatrale van haar doen. Hij sidderde van ^hnk. Was radeloos. Ging water inschenken. Wou Truus laten drinken- Voehjo tóch als een beul, een ellendeling. Zij weerde hem af. Ga maar weg, riep het menje. Ge maar naar je vrouw. Ik weet wat mij te doen staat. O moedertje kom toch bij me. Sta me Joch bij. Ik ben zoo on gelukkig. En «ij snikte zoo luid, dat de meid uit de keuken kwam. Vroeg of de jongejuffrouw ziek was geworden. Hij wil gaan trouwen, gilde Truus, ik krijg een s.iefmoeder, Daatje. De meid, die ook ontstelde van de boodschap, di« een eind wou maken aan haar schier onbeperkt be- stier, keek van Linden verontwaardigd aan. Suste Truus je. Drukte haar hoofd tegen xich aan. Wees maar kalm «ei Daatje, die al vier jaar bij van Linde diende, en natuurlijk wist, wat meneer voor een meosc hwas. Pa «al je dat verdri etniqt )doe4 Daarvoor was moe veel te goed en te braaf, nietwaar Pa. Van Linden stond daar, hulpeloos en radeloos. Be zwoer beloofde, had geen woorden.... smeekte Truus toch kalm te xijn.... Kuste haar. Eindelijk werd hert weer stil. Truus ging met barstende hoofdpijn naar bed. Lang «at Hendrik te peinzen. Hij wist, broer Jan had gelijk. Maar hij durfde niet. Hij durfde ook niet Truus doen begrijpen, hoe de zaken er bij stonden., Een paar dagen lalcr kwam broer Jan bij hem oploopcn: Om nog eens even over hel geval te spreken. Maar hij zag duidelijk dat het mis was. Zeg maar niks, zei Jan, ik heb het al in de gaten. Er komt geen .steek van. Emillie heeft gelijk. iXe zei dadelijk: Hein is te laf. Truus zal het wel beletten. Afijm, je moet het zelf weten, jongen Maar weet wel, bij Jan hoef je nooit aan te kloppen. Je hebt het nu zoo goed als in je eigen hand en je verdraait het... Je zult nog wel eens aan mij denken. En (faq vertrok. Van Linden zag van zijn plan af. In den kring der cafévrienden werd Truus „heft prinsesje" genoemd. Hendrik was nu een stamgast ge worden in „De Kroon". En Truus zat altijd bij hem. Zij gebruikie dure dingen. En kreeg telkens geld van pa om iets te gaan koopen. Als-ie haar vroeg wat net moest zijn en het duurde te lang. voor alles was ui gerekend, dan «ei zij: Och, sanik toch zoo lang niet Geef mij maar je portemonaie. Hij gaf glimlachend. in den regel was hij (jan wat lodderig. Want van Linden dronk een meer dan stevigen borrel. .Ais Truus een boodschap was gaan doen, bestelde hij haastig. Dronk twee. drie borrels achter elkaar. Rekende gauw af. Voordat zij: terugkwam. Om geen standje op te loopen. Zij ging zitten in den kring van zijn ketninis- sen. Er werden moppen gelapt, die voor het oor van den zes.ienjarige allerminst geschikt waren. Maar van Linden stompte af. De alcohol degenereerde, heel langzaam maar zeker. Zijn.zaken gingen hard achteruit,, en jia een dag van groolen tegenslag in het vooruit zicht van een extrajastig beertje, dronk hij nog heviger dan gewoonlijk. Truus kreeg altijd haar «in. Hij pronkte met zijn prinsesje. Gaf haar peperdure manteltjes en bontjes en handschoenen. Liet de cafékennissen raden wat het hem kostte. Lachte met dronkemansgrijns, als Truus hem afsnauwde. Eens was Jan nog bij hemf komen oploopen had hem de waarheid gezégd en ongezouten ook. Maar Truus stond achter de deur te luisteren. Kwam de kamer binnen. Kreeg wilde ruzie met oom en vader, baing voor haar toorn, trok Truus haar partij. Zoodat Jan weg vloog, onderwijl uitroepend, dat hij nooit meer een voet over den drempel «ou zet ten. ])at duurde tot Truus 1§ jaar was geworden. Toen kreeg van Linden een beroerte en stierf na twee dagen. Een week later wtas de boedel In staat van faillissement vertelaard Er stond een oplichtster terecht. Pas 21. Zij had met groote sluwheid weken achtereen, een ragfijn, overdacht net van leugens en bedrog spinnende, zich uitgevend voor een bemiddelde freule bij men- schen van plattelands-naieve omgeving, vrij aan zienlijke bedragen verduisterd. Het O. M. had 1H jaar tegen haar geëischt en. de toegevoegde verde diger schetste.de jeugd van Truus vaq Linden. De oplichtster. Hoe de zwakke, willooze alcoholist, haar vader, niets gedaan had om leiding te geven aan net meisje, dat was grootgebracht, ver boven haar sfeer en zijn middelen. Hij schetste den kring van 'kroegvrienden, waar hij Truus dagelijks bracht. Niet beseffend, d!at hij zijn dochter aldus demoraliseerde. Hij schetste ook het balsturige karakter, de driestheid, haar eigen en die slechts door de stevige hand van een verstan dige, vader, van een wijtze moeder, 'hadden kunnen onderdrukt zijn. Hij riep de clementie in van dte Rechtbank voor de oplichtster. Nu en dan, richtte NAAK HET DUITSCH VAN H1CIIAHD VUSZ. 22. .Maar de kioosterieeringen versehrokkeni toen zij hooiden„pater Paulus wordt als leeraar over u ge- s e.d. Hoe zou dat gaan? Lri de zalen en op de gangen werden de hoofden dikwijl bij eikaar ges o ken en ijverig gefluisterd on met oen bang gemoed verwach.ien de leerlingen dc verschijning van oen ge vreesde. Hij kwain, beklom de kaheder, wierp oen .augm, pcinxenden blik op de verzame.de jeugd aan wie hij ae grooJieid en heer.ykhcid der katholieke kerk in kaar geschiedenis «ou verkondigen, en begon zijn cei> e .es met een sehi.dering der ctnlste ijke -ataco.a hen te Home. Hij ver.e.de, hoe hij uit Zijn klooster op den Aveu in neer was gedaa.d in de (Lepten. t lak a(filter he: klooster lag de ingang naar Homes onder werp, d, die door dooden was bewoonddoor legioenen en pog eens legioenen. Volkeren der eersle Uiris.en, luid .agen daar beneden begraven in depurpe.orun.e tufsteen. Symbolen van het ge.oof en hél lijden van liefde en de hoop op een ops.anding en ee»u eeuwig leven teekenden hun grafsteden. Voor dit ge oof wan.ni tjj ges.orven: legioenen en nog eens legioenen deïi mailetóarsdood. De redenaar liet aijan toehoorders met jiem Ik£ smalle, xwaite ro.spad loopen: dieper en dieper om laag. Het lampje brandde triest en flikkerend, liet be lichtte met spookachtig «wijgen de wanden, die graf spelonken waren: eindelooxe galerijen van grafspe-on- ken. Nu eui dan werd de nauwe ruim e verbreed. Ze rondde zich tot oep groot, die lot een kape, was wijd. Hier rustten de groote bisschoppen der kerk, rustten martelaars, zaligen., heiligen. Ook schaieu van .evenden iiaiiden ril'di onZiglijk «huiveringwekkende graf gehuisd. Om.aag naar de (x« den waren zij voor hun vervo.gers gevlucht, bij de verrottende lijken hadden «ij tóch verborgen gehouden, vaak xoo lang totdat zij zelf stille bewoners der doo- denstad waren geworden. Geheele families, geheele geslachten hadden zoo ge leefd, waren zoo ges.orven: in het geloof aan een trfomfeerende kerk De priester vertelde xijn jongen ehristelijken toehoor ders van een jongen, chnsteiijken Romein... En de jongeling had in het vieeselijke onderaard,che labij- rintn dc geliefde, de echtgenoote verloren. Hij zocht haar. Dagenlang dwaalde hij door de eindetooze s.ra en van giaveti, riep luid den naam der venorene; grifte den geliefden naam in he: ges.eente; hif dwaalde, zoch'l en riep «oo lang, totdat zijn lampje uitbiuschte. Nu vond njj de gehelde in den dood. En pater Paulus schilderde den afgrijselijk en nacht, 1 die den jongeling na he. uitblusschen van z.jn licht umhu.de; schilderde zijn langzaam versuuch en, ia hg zaam wegs.erven, de waanzin, die hem aangreep. In zijn waanzin scheurde pij met zijn handen dc graven I open m doorwoelde zeoin tot zijn laats ten adem tocht dc geliefde te zoeken, stierf hij..... Dan ccn.or voerde de verteller de gtschokte gemoe deren weer uit het duistere afgrijzen omhoog naar den glans van den dag; omhoog in de glorie oer zon van Home. Hij bracht hen naar Sankt Paolo fuort le Mura, naar San a Maria Maggiore; bracht hen in den Si. Pieier. Uit langen, hangen doodsnacht was dc kerke Christi opges aan lot gouden zonncgoed. In marineren iial- .e.i weid z i tol overwinnaren opgeheven. Een juwoden man.el omhulde de goddelijkehaar lichtend hoofd ontving den drievoudigen kroon; een scepter werd, u&.i ha r gebiedende rech erhand gegeven en ,ot voeL- ba.ik ha.er voeen de aardbo. „Gij zult heerscheu... tieersehen.heerschen."' Vc baasd keken de jonge ingen naar den man, die ot hen sprak, zooa.s te vore.» nog nooi iemand had gesproken. Zijai wangen waren gek.eurd, z.jn oogen straaden. les geweldigs, bedwmgends; iets heerschends stroomde van nem uit over de zielen, die hij in dit uur aa i zich verknocht had. Als aan een bhn onder wierp de vroegere k.oos erleerling van Neustiit aan zich de gemoederen der toekomstige dienaren der groote, godde.ijke overwinnares. Zoo geschiedde het voor Hen tweeden ketr, dat pa er Pau.us xich de macht bewust werd, die hem ge; schonkan was, Weer wierp de herfst xijn mantel van purper en goud over het land Tirol Op de weiden ontsproten) de laals.e bloemen van het jaar, de teere tylooxun, alsol he: lente was, en de blauw_violette crocussem bloeiden), die den Mei aankondigden. Tusschen de bruinachtige maisve den, de ge.e wijnbergen, kleurde de jonge boek- wei den grond met «acht rose, en de toppen dcT kastanjes werden tot lichtende gewelven. Het bleef een gouden wereld totdat cie eerste vorst kwam; oen hulde zich moeder.aarde im sleepend gol vende wolkengewaden; wierp grauwe nevelsluiers over gelaat en hoofd. Liei tóch een diamanten kroon op zetten en wachtte op den winterslaap. Pa er Paulus trad voor zijn overste„Ik zou een bedevaart wLien doen; staat Uw Hoogeerwaarde hert mij toe. „Als uw hart u drijft."' „He: drijft mij, het laat mij 'niet met rust." „Wit gij naa. het Genadelbeeld van onze Ife-, inc.sckc Vrouw van WeLszens ein, lieve zoon?" „ik wi. naar hel Bloedende Hart van Maria, mijn vader." „Daarheen .rekt uw hartstochtelijk gemoed u? Hel is een onaanzienlijk kapellelje, doch dat weet gij.J' „Slechts een armzalig heiligdom is he'., dat weel ik." „Hoog in de Do.omtelen, moeilijk om te bereikenj „Juis. daarom wilde ik er heen." „Om daar voor dc ziel uwer moeder tc bidden,'?" „Neen, mijn vader." „Ik begrijp u niet." „De xiol mijner moeder heeft de ^euwige zaligheid, en heef i daarom mijn gebed niet meer noodig." „Waarom «egt ge dat op dien toon, Pauius. mijd zoon 1" „Hoe zeg ik het dan, Hoogeerwaarde?" „A.sof uw ziel vol bitterheid was." „Ik beken he: dat fk er op dit oogenbiik aan denk, y\ aard oor de kerk mach. over mijn ziel heeft gekregen. Ze was destijds de zie. van oen knaap.' .jbeken enissen behooren bij de biecht. Ik wil doen oi 'ik u aie heb gehoord." „Dan heef. de lieer mij gehoord." „Vvaiuneor wi.t gij de bedevaar, beginnen?' „Den dag evoren za. ik het zeggen. De aa.nne.diiig gebeurde echer pas na vele dagen. He we.d .aal iu net jaar. Op- zwoeren to.m, vo.gd^ ijzige Noordenwind. In he: dal viel dc regen in stroo-, men, maar op de bergen kwam een hef.ige sneeuwval, r Vroeg in den morgen ving pa.er Pauius zijn bedej vaar. najr het Bloedende ifart van Maiiu Am. Hij nam ooi^ een gewijde kaars mede. He. .iefst zou hij hij de genadevolle moeder Gods een Zi. veren Hart heb ben geofferd. Als monnik moch: hij echter de HemeH koni.igm s.ech s zijn eigen harf brengen. Het geleek op het door zwaarden doorboorde Goddelijke hartHet was ook b.oedend. Wel is waar was he: slechts een armza.ig menschenhart.... Hij Tiep denzelfden weg, dien zijn moeder gegaan was Hoe hef iger de woeste wind om hem IkcR rjjasde hoe jjichter de witte warre.ing jiem omhulde^ des te lichter werd het hem op het hart. Hij aditmd© diep, a s bevrijd van al het zware der aarac. N'aüwe- lijk skwam hij voort. Ieder ander «ou iaeenges.urt zijn, zou zijn neergezonken en flie. weer opgestaan zijn. Pa:er Paulus stortte niert ineen, zonk ma neer., uij sprong onophoudelijk verder. Als gold he: nog heden bij de woedende sneeuwjacht in de rotseenzaam.ie«i een moeder te redden, die uit iefde voor haai' zoon een bedevaar: «taar de Godheid deed. Ook heden kwam hij weer in verzoeking. Een inner-* lijke s em sprak 'tot hein. fluis erde eh lokte,..Leg u neer, ui. vrijen, eigen wL Blijf 1'ggen; slui. de oogen; slaap in. Het is zoo heerlijk te sluimeren onder het zaeii e, wette dek. Niets wekt u. Geen klokgelui, geen kerkgezang, geen gebed ook geen mensehens em. Niet eens een stem der liefde. Slaap in, mijn leve z ou. Gij wee niet, welk pen zaligheid het is, zoo stil daar te kunnen liggen en de oogen niet weder te openetnf, welk een zaligheid de wereld nie meer te moeten zién... Jioe heerlijk schoon «ij is. Het is moeilijk zijn oogen te openen, zijn ledematen te bewegen en zich op te lichten. Daarom, lieve zoon, slaap in. Het was de stem zijner moeder, die hij op dan doodsweg «ijner moeder voortdurend hoorde fluisteren, met zulk een zachten, zulk een tenderen toon. Eh lok kend, «oo onweerstaanbaar lokkend... Pater Paulus gaf do fluisterende moederlijke stem luid antwoord „Ik mtig niet. Nóg mag ik 'iiiet. Pas later mag ik u volgen en de hcmelsche rust genieten. Dan zal hel echter schoon zijn. Weet gij, goede moeder, waar om lk ter bedevaart ga naar net Bloedende Hart van Maria?" „Ter mijner gedachtenis". „Neen. moeder." „Zeg he; mij dan." „Gij deodt uw bedevaart en uw gebed werd verhoo d «ie moeder uw zoon werd gees eujke! Ik iloe 'dezo bedevaart; offer aan de Moeder Gods een waskaars; leg een gelof'.e af, opdat ook ik bij het B oedefudo Hart van Maria verhoor vind. Daarna wil ik mij nederleggen, mijn ledematen uitstrekken, mijn oogen slui en on niet weer openen. Dan zal hert heerlijk zijn!" Zoo spraken moeder en zoon me', elkaar, terwijl de slorin steeds woedender raasde, de sneeuwmassa's zich steeds hoogér opstapelden. Maar pater Paulus d.ong er door heen. r Hij kwam aan het kleine heiligdom in de DoloV mieten. De sneeuw moes! hij met zijn handen wegruimen.... precies ais des ijds van het graf zijner moeder. Daar na ging hij binnen, sak de waskaars aau; zette ze neer bij het Mariabeeld en knielde neer; hij hief ar men en ge aa' omhoog, keek naar Het Bloedende Hart van de Heilige Maagd en bad met luide stem, die een, klank had als erts: lk breng u een waskaars, Maria. En ik breng mijn bloedend hart. .Voor een waskaars, en mijn bloe dend har moe', gj mij een ziel tol eigendom gevent; slechts ééne ziel! En slechts de ziel I Daarna zal mijn ambt op narde een einde nemen, zal mijn licht uit blusschen.... «ooals nu de storm mijn kaars uitbluscht- Verhoor mij. Maria! Verhoor mij!' De kaars bluschte uit. VIERDE HOFDSTUK. Judith staat met een mder aan den wild en Eisack en gaat been om haar koninkrijk té zoeken. De win er was voor deze gezegende s' re ten ong w-oon hard en lang. Sedert „menscnenheugenls" was er niet zooveel sneeuw gevallen Maar aan den zoon an het land, die van uit xijin Aventinisch heiligdom f.ar in jpar uit slechts de sneeuw.had gezren op ne: ver

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 5