Bij den bouw der Nieuwe Wereld. HET ONBEREIKBARE. S TWEEDE BLAD. Schetsen uit de Rechtzaal. }Z Brieven uit Engeland. ."Si 'SS&'JSRÜLePJZZ; Zaterdag 21 Jont 1919. 62ste Jaargang No. 6433. FEUILLETON. door john galsworthy. hij hief de handen, die den hoed nog steeds vastv houding Onwillekeurig namen zij een smeekendd J£ 1 MAïTRE CORBEAU. I Zondereeu'gelGrietje de transactie der vijftienhonderd ral Niet? yastigu^-, »u,i wen m aezen tij ponen, haa tuif-Ustige candidaat debiteur niet een oom, een tante, een neef, een vriend?.... Bereid cm „eventies te reekenen" c Heelemaal niet? ilden pM. het ditmaal dubbel geriskeerd was, driedubbel zelfs. Bii Groof stonden de zaken zeer wankel en agent Maneer Co'/neUs0dronk zi1rfmiaa' n-let"winkelier speelde heel erg. Cornelis had uit halve iraarne een nieuw 'r-arr- I uit, accepteerde woorden genoeg begrepen, meer dan genoeg, er van candidaat—reldótfnpm^r ^^ote _haast b>>' die de vijftienen- einzen wam heelen tijd geldopnemer, zat een k uit den hoek. Hij won meneer te peinzen, te prekeren. "OlUEIlci zoo J. .^raag helpen. Wist misschien, heel misschien een Mise en scèné. In het kleine opkamertje, achter manufactuur- winkeltje zaten ze te overleggen. Bejaarde man met eerzame witte bakkebaarden luisterde rustig, nu en dan rookwolkje uit pijp blazend. Dan be hoedzaam stofje, aschje wegwuivend van jasmouw. Hij luisterde met zeer ernstig gelaat. Mondhoeken wat omlaag getrokken. Plooi van zorg tusscnen de oogen. Ook keek hij wel eens bejaard vrouwtje aan, dat tegenover hem zat te breien, dat de lange sta len naaiden telkens blikkerden. Aan een hoek van de tafel zat oude vriend Cor nelis. Ook niet jong meer, maar kwiek ventje nog, met iets modieus, iets chieks over zioh, donker geverfd kneveltje met opgekrulde punten. Glinsterende simiié-doékspeld in das. Met z'n bewegelijk vroolijk Zinnelijke oogen. Een grappe maker, een „noceur", als 't er op aan komt, wat ik je vertel, zei beiaard mannetje van Cornelis, als ze er niet was. .Vijftienhonderd I" zei meneer Groof, en hij schudde bedenkelijk met somber peinzende ge laats-expressio, het grijze hoofd, „'t Is veel hoorl Wat jii, Griet?" Tot het oude breiende vrouwje deze woorden. „Wees jij maar voorzichtig 1" bromde juffrouw Griet. Maar vriend Cornelis schaterde 't nu uit. „Voor zichtig!" riep graplustig-aangelegde compagnon, deelgenoot in allerlei geldzaakjes, transacties, „die is goed! waarachtig die is onbetaalbaar 1Op 't laatste leggen ze nog beslag op z'n onroerende goe deren. Hij moet voorzichtig wezen. Geen rooie cent in de wereld heit-ie...." „Sst! Sstl" siste meneer Groof. Hij was er echt van geschrokken. Die Cornelis had in vroegen middag zeker al een paar borreltjes gesnapt. Hij schreeuwde daar van geen rooie cent, dat de over buren 't konden verstaan. Gek, dat-ie was.... Toch kwam er in de vertrouwelijkheid van met hun driëen dat zaakje daar te zitten bepraten, iets van een glimlach om zijn lippen. Want gelijk had Cornelis. 't Was eigenlijk een fantastische historie. Toen de zaken, er bij meneer Groof heel slecht bij ston den, nu al een jaar of vijf geleden, was Cornelis bij hem gekomen en had gezegd, dat-ie „een uit weg* wist. Groof moest als borg fungeeren.'t Klonk zeer mal, iemand die aan den vooravond van een faillissement staat. Maar dat wisten toen maar heel weinig menschen. Groof had indertijd een kléin kapitaaltje bezeten. Door allerlei tegenslag was het versmolten. Geen vijfhonderd gulden was er meer van over. Maar meneer Groof nad nog al den naam van wel voor een duizend-of drie, vier „goed" te te zijn. Toep had Cornelis, die als 't er op aan kwam een aarts-pientere vent was, gesmoest met den eerste boekhouder van een aL puik solied be kende kassier in de kleine stad, waar meneer Groof woonde. De boekhouder was een stil gokkertje, die bovendien voor speciale genoegentjes ook vrij wat duiten noodig had. Cornelis had al menig uur tje met hem zitten „smoezen" in de naburige groote stad, in hoekje van café. Boekhouder was watje-noemt een „makkelijk" man. Kwam er een al of niet telegrafische informatie naar de solidi teit van meneer Grooi, dan zorgde in de meeste gevallen boekhouder wel voor een „bevredigend" antwoord. En de zaakjes marcheerden prachtig. Cornelis. die zich in allerlei stemmige fatsoen lijke en ook andere soort gelegenheden bewoog om „relatiën" aan te knoopen, liep een of ander jongmensch tegen 't lijf, aie door heertjes werd achtervolgd of wiens fuif-stemming contanten be hoefde. Cornelis was een van die meest bekende „tieps" om in zoo'n geval in de arm te nemen. Cornelis begon dan met zich rijkelijk te laten trak- teeren. Dat moest-ie er in elk geval van hebben. Hij had een ijzersterke maag. Zoo goed als altijd dorst en lust om wat te eten. Hij liet hoop door schemeren op 't gelukken van 't transactie. Al smullend vischte hij dan de bijzonderheden van het geval uit. Bleek 't „iets" te wezen, dan kwam hij met de groote vraag of er een borg was??.... i i i gaat|e' Maar 't zou, gesteld dat 't goedkoop /ajn op z'n kant was- steliig niet *enkte «t» dat 't hem niets kon sche- C°rn.e!!s n°K jets aan, beduidde dat hij de zaak graag wat bespoedigd zag. Dan kwam Cornelis met zijr. condities, als hij meneer nu eens die zeshonderd kon bezorgen voor hoeveei er geteekend moest worden zou later wel worden behandeld, dat kwam terecht, wat zou hij Gornelis dan als provisie mogen afhouden? Me neer moest niet vergeten 't was een reuze toer om r- i?!» aan te En zij kwamen overee Geidopnemer was doorgaans uitermate toeschie lijk en wild. En Cornelis verder het pad op, Rprst naar Clr-nnf -u - r. derd gld. zou opnemen vormde een buitengewoon dubieus postje. Als daar iets van terecht kwam, begreep meneer Cornelis ook zoo goed dan ge beurden er meer wonderen, zooals hij 't zelf uit drukte. En agent-winkelier vertelde hem, bleek, gejaagd, ontdaan, bevend van angst en overspan ning dat hij in kas van zijn prinoiaal had ge tast. Vrij diep zelfs. Volhouden, zei meneer Cor nelis, dat is het eenige middel, kerel. Laat je den ben je positie! naar de haaien, n driehonderd gulden aan n je te helpen, ditmaal met behelpen. Mooier kan t toch Eerst naar Groof, een prachtzaakje.^ Zij conditi oneerde, zooveel moest Groot voor zijn pootje, z'n borgstelling hebben. En voor Cornelis schoot er dan nog dat en-dat over. Niet meer riep deze ver schrikt verontwaardigd kwasie nijdig uit. ,Ja, die vent zal je niks geven!" snauwde juf frouw Griet, die steeds aanwezig was bij de af spraken. J Maar meneer Cornelis sprong op zoo waar zal .begon hij de hand leggend op de plek, waaronder zijn hart school, zoo waar zal itc op staande voet „Sstl" vermaande Groof, bezon dig je niet Cornelis, wij gelooven je! rGeen rooie cent 1" verzekerde Corrtelis nog eens Hij wist op meesterlijke wijze de pose van onbil lijk, van onredelijk gewantrouwde aan te nemen. En van GrooPs ging hij dan naar het adres. Daar kwam 't op aan, dat was feitelijk het moeie lijkste. Want in den kring van geldschieters was de borgteekening van meneer Groof niet algemeen meer in trek. Men wist van een geval, waarin de geldgever er „bekaaid" af was gekomen ondanks aie garantie. Hoe de vork precies in den steel zat, daar werd nog naar gevischt. Eenig wantroüwen ontluikte. Cornelis moest voor zichtig zijn, maar hij was vindingrijk. Had pas ontdekt nog jeugdigen handelaar, die feitelijk agent was van een uitgebreide firma. Dat was nu juist z'n mannetje. Dien moest hi; hebben. Agent-winkelier had een duur vriendin netje. moest zien rond te komen van een klein salarisje met eenige provisie, raakte, wist meneer Cornelis al meer achterop. Had nog een stuivertje van zichzelf. En Cornelis werd z'n raadsman. Agent-winkelier kon er immers in een ommezien weer bovenop raken. Cornelis nam hem in vertrouwen. a, hij moest zich er niet voor schamen, wat uur geld" uit te zetten. Aan jongens, die 't toch maar in een uur of wat wegsmijten. Beter dat hij, winkelier 't In zijn zak kreeg dan En de 'andere was het met hem eens, Moest z'n eerewoord geven dat, wat Cornelis hem vertellen ging, «Is in het graf bij hem zou wezen. Agent-winkelier zwoer plechtig. En mijnheer Cornelis vertelde van zijn relatiën met puik-aolide vrij welgestelden meneer Groof. „Dat is nu een van de menschen" zei hij die niet genoeg geld kunnen bij elkaar schrapen, 'tls meer zijn vrouw snap je wel? Die zit er achter Een duitendief, zooals je er nog nooit een gezien hebt. Hij expliceerde het geval, Agent-winkelier begreep volkomen, wilde toch nog voor alle zeker heid eenige referentie hebben over Groofs soliditeit, Die kun j'e dadelijk krijgen, op staande voet bes te vriend, wie wil je hebben Van Kampen en Hege- ling bijvoorbeeld. Ik neem je het absoluut niet kwalijk Les affaires sont les affaires, hè? Dus: van Kampen enHegeling? Die is je zeker wel goed Bést 1 zei winkelier verbaasd over de eerste rangs informatie. Nou, ik zal 't voor je regelen. Je krijgt natuur lijk zelf het antwoord. F hij seinde Boekhouder van kas: jrs-nrma kreeg het tele gram in handen. Antwoor Me in volkomen bevre digende zin. Had met een der patroons dat zaakje wel weten in orde te brengen. Als meneer Corne lis namens iemand soms inlichtingen vroeg, dan kon hij het antwoord geven. Patroon had nauwe lijks op de cofiliteit gelet in de drukte zijner zaken, en mijnheer Cornelis kreeg van een Agent-winke lier, nadat hij deze som onder meneer Groofs borg stelling had voorgeschoten, had geleend van fuil- lievenae jongeling, ook zijn hem' immer ten volle toekomend aandeel. Zoo sneed bij hem 't mes van drie kanten. Cornelis wist, nadat hij in het opkamertje achter kleine manufacturenwinkel met Groof en juffrouw UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT. 7 Winstotn's gelaat drukte niets dan koud© verach ting uit Deze vent bleek hem voor 'iemand te houden, die g i l liet meewegen, waar het zijn dochter betrof, en dit beleedigde hem diep. Fiorsen ging voort i,U moogt me niet lijden, dat is duidelijk, .Dat zeg ik direct al U is een Engelsch gentleman" hij sPJakdit laatste wodrd met een soort ironie uit 'ai 18 voor u niet, En toch, in mijn wereld ben ik wel iemand. De ben geen avonturier. Sta mij 'toe, dat JTL* hand van uw dochter ding?" lEun oogenblik lang besefte Winston, dat hij leed, Mjzeide stijf ver<*weea onmiddellijk wéder, en Fior- ghiipej en daarna in eene van u moet meneer, dat u het eerst bh' mij zijt ET™* 10 mijn huis, en ik wil niet onhoffe-) maar Ik zou u dankbaar zijn als u wildet heen u* u._van Verzekerd houden, dat ik mij zoo nL wens<* verzetten •Ue -bijna kinderlijke teleurstelling en pijn op wanhoop. 6' ^Majoor Winston, u heeft zelf liefgehad haar moeder toch hebben liefgehad De lijd!" winston, die zich naar het vuur gekeerd had, draai» de ®ch weder om. oefen geen invloed uit op de genegenheid hiij- ru meneer; zij zal doen zooajs zij verkiest, ut verklaar enkel, dat het tegen mijn wenschen zal zijn zij u trouwt. Ik geloof trouwens, dat. 'u niet gehrêl jjjwacht Tiebt op mijn verlof Ik was niet heeleimaal rijm!, toen u in Wiesbaden voortdurend in haar na theid bleef, mijnheer Fiorsen" morsen antwoordde met een pijnlijken glimlach: nFu" ongelukkige doet wat hij kan. Mag ik haar ■Pmkcn? Laat mf) haar maar even spreken." Zou het iets géven als hij weigerde? Zonder dat "ii Qr iets van arwist, had zij den vent toch al meer» malen gesproken en had haar .gevoelens voor hen^ geheim gehouden, welke ze dan ook waren En hij xeide .«Ik zal haar laten roepen. Ondertusschen wilt u muachiea wei leis gebruiken?" ,du kop nu zakken, dan ben je positief naar de baaien. Hier kun je toch schoon c verdienen. Ik zal mij, om ji vijf en zeventig pop behéi boo ier kun je toch schoon driehonderd gulden aan te helpen, ditmaal met bé. Agent-win keiier, in zijn radelooze wan- grooter. werkte er zich nog diepi Cornelis had eerst de zitting der Rechtbank, waar agent-winkelier wegena* verduistering terecht zou staan willen gaan Diiwonen. Maar hij kwam van dat plan terug. Wachtte in lijn stamkroeg af de komst van een kennis, die hem zou vertellen wat de eisch was. Meneer Cornelis had den rechter commissaris een paar maal inlichtingen moeten verschaffen, en de wijze, waarop Z.ETa. hem be handelde, was nu juist niet zeer vriendelijk. Cor nelis bleef liever wachten dus, op de tjjding. Hij was dien oohtend wat stiller, wat bleeker, wat min der jolig dan anders. Tikje nerveus. Toen kwam de kennis. Vertelde dat het O.M. anderhalf jaar had gevorderd. Niet bepaald malsch. Vertelde nog allerlei dingen meer. Aanvankelijk wa6 meneer Cornelis nog down. Ba» gaandeweg keerde zijn lustigheid weer terug. Hij bestelde een ochtendborreltie, en nog eentje. Werd weer de oude'. Keek op zijn horloge. Tjonge, werd tijd. Met Groof als borg, liep 'top 't eind, besefte hij. Maar meneer Cornelis had een nieuw adres. Een pracht trouvaille. Hij zou om twaalf uur bij eventueelen opvolger van Groof zijn. Moest zorgen niet te laat te komen, want hij had ai weer een mooi zaakje in 't zicht. Echter moest 'hij er voor zorgen de leuk-vroolijke Cornelis te blijven. Dat behoorde bij de gansche mis^-en-scéne. Amsterdam, 14 Juni 1919 Engeland al wa&aeer zal Fiorsen schudde het hoofd, en er vólgde een bij zonder onbehaaglijk' half uur Met zijn bemodderde jachtkostuum aan, verdroeg Wipston dit beter dan zijn bezoeker. Na getracht te hebben de kalmte van zijn gastheer na te bootsen, gaf dit natuurkind dergelijke pogingen pp met een veelbeteekenend gebaar, liep on rustig hier heen, en dan weer daar heen, liep met zware schreden de kamer op en neer, ging naar het venster^ schoof de gordijnen óp zij en siaarde het duister in; kwam terug alsof hij van plan was Winston te cónfron- teeren; en dan, ontmoedigd door die beweginglooze ge stalte bij het vuur wierp hij zich in een leunstoel, met het gezicht naar den wand gekeerd. Winston was van nature niet wreed, doch dezen ekrel, die G; vaar bracht? Maar hem Zou aannemen. En toch, als zij dat niét wildi waarom had zij hem er dan niets van gezegd Min hij leed. Toen >Jrwam zij. Hij had verwacht, dat zij bleek en Zenuwachtig zou zijndoch Gyp gaf nooit toe, dat zij Iets Verkeerds had ..gedaan, voordat hef haar verJ geven was Haar gliinlachend gezicht had jets waar schuwend geslotens. Zij ging naar Fiorsen toe, en ter wijl zij hem de hand toestak, zeide zij kalm: Ik vind het heel aardig van u, dat u eens komf Winston had het bittere gevoel, dat hij hij er geheel buiten stond. Welnu, hij zou ronduit zijn meening zeggen; er was reeds te veel achter hem om gehandeld Meneer Fiorsen heeft ons de eer aangedaan den wensch uit te ^rukken je te trouwen. Ik heb hem ge zegd 'dat je dergelijke dingen zelf te beslissen lui*. Als je hem aanneemt, is het natuurlijk tegen mijn wenschen Terwijl hij sprak', steeg het bloed haar naar 1de wangenzij keek noch hem, noch Fiorsen aan. Winston merkte het rijzen en "dalen van de kant op haar borst op Zij glimlachte en "haalde heel even de schouders op' En plotseling tot in zijn hart geroerd, ging hij met U-meten tred naar de deur. Het was duidelijk, dat „r -rijm leiding niet wenschte Ais haar liefde voor jiemi niet grooter was dan voor dezen man! Maar défir be reikte zijn vrok dan ook zijn grens Hij wist dat geu wonde gevoelens hem niet konden helpen; en dat nij het zonder haar niet kon stellen Al was Zij met ffpn grooisten schelm ter wereld getrouwd geweest, dan, zou hij nog aan haar zijde hebben gestaan en veriai hebben naar haar bijzin en liefde Hf was e kostbaar bezit in het heden maar ook In het vei vertegenwoordigde zij zooveel. .Met een gewond hart ging hij aan tafél t. Toen hij weder beneden kwam, was Fiorsen weg, Hij zou voor niets ter wereld gevraagd hebben, waf de vent gezegd, of wat zij geantwoord had. Kloven tusschen trotsche menschen wonden niet zoo gemakke Ierland ,en de Ieren I Wat hebben ze een zorgen en hoofdbreken verschaft. En Engeland zoo verstandig ?ijn, daaraan eens en voor al een einde te maken? Op de eenige afdoende manier, door de Ieren hun zin te geven Geen ongeluk zoo groot, of er is geluk bij. Behalve veel zorgen, hebben de Ieren hun landgenoot en aan de aiidero zijde van de Iersche -Zee heel wat reden gegeven tot vermaak Wat Kampen ls voor ons, dat is Ierland voor de Engelschen Een- mop is als er een Ier in voorkomt. Ën als die Ier boet, is het geen goeie Ier het komische weekblad Funch komt niet vaak uit, zonder dat de een of andere JPat er de ,.eeF' van zijn land in ophoudt. In een verzameling van anekdoteil neemt hij het leeuwendeel 'voor zijn rekening. En hij kan alfijd zeker zijn van succes In werkelijkheid met Pat in aanraking te komen» schijnt vete Engelschen sphter minder gewenscht toe. Hoeveel advertenties voor huisknechten, dienstmefcjesj chauffeurs, eindigen niet met de woorden: „Ieren hoe ven zich niet aan te melden/' Regelrecht met Iei^ pas leuk, geen PaJ aiooala Jk hens zeifs heb hcoren noemen. Maar we zullen Shaw en zijn „vereerders" met rust la Jen, en liever tets vertellen over een Ierse! .en predikant, die nog niet heef lang geleden gestorven is, Willtem Spots- we od Green Ik zeg predikaat, maar vaei van een geestelijke zat er niei in Green. Hij dacl.i se^rsi zelf wel, aat ,hii godsdienstige roeping in zich voelde, maar toen hq Eet zoover had gebracht, dat hij zijn kennis van den godsdienst ten nutte van pin n - demenschen kon gaat) aanwenden, bedacht hn zich, Hy verwierp het prei dikantschap, niet geheel. Neen, hij gaf toe, dat hü zich voor eo ijke aan boord van een zeerooverf schip wel geschikt voelde, maar vermar kon hij niet gaan. En een dergelijke betrekking scheen toen ter ujd juist niet vacant te zijn. Het gevolg was, dat Green voor zQn eerste beroep en inplaats van leider te worden van oen kleine PnW testantsche gemeente in hot Zuiden van Ierland, verf trok hij naar Nieuw Zeeland, met een Zwitserschjsh gids, om te lqjken, of hü den uitgeloofden prijs van vijf duizend pond voor oen eersten man» die Mount Cooke zou beklimmen, niet kon verdienen. Hij kwam en wel in Nieuw Zeeland aan en klimmen deden) en de gids ook, geen klein beetje. Het had zelfe maar heel weinig gescheeld, of ze hadden nooit iets van hun klimpartij naverteld. Maar hun moeite was vergeefs ch, want per slot van rekening bleek, dat ze den verkeerden top van dan borg bestegen hadden!; Green keerde dus terug naar Ierland en begon zich te wijden aan een studie van dieren, die op den bo dem van den oceaan leven. Een niet j^er voor do hand liggende 3tudie, zal men zeggen, voor een preu dikanLhergbeklimmer, maar slechts een van de vele dingen, waar Green verstand van had Hij was er van overtuigd, dat de wetenschap gebaat zou worden, door op diepe plaatsen in den oceaan te dreggen, en wendde zich tot het Britsch Museum om steun .Maar het Britsch Museum ging slechts gedeeltelijk op Green's voorstel in. Het weigerde, hem volledig voor zijn on derzoekingen uit te rusten, maar het beloofde hem hooge prijzen voor elk belangrijk dier, dat hij naar boven bracht. Menigeen zou onder die omstandigheden het plan hebben laten varen. Green niet Hij huurde een stoom bootje, dregde in den Aftandseben Oceaan ten We», ten van Ierland, vond een en atoder vpn belang' voor het Museum, maar vond tegelijkertijd kuit van makreel. Dat was in Mei, in de buurt van de Aran Eilandefai En Green kwam tot de gevolgtrekking, dat je daar in de lente makreel zou kunnen vangen. Wat dg Araa Eilanders tot hun niet gering .voordeel ondervonden! hebben waar te zijn. Deze eilanden, waar zoowat eens in de yjjf of zes jaar hongersnood hestwrhte, kun-1 nen zich nu, dank zy Green, verheugen in een bloeiend bestaan De Éngelsche regeering, die iemand noodfg had om de visscbérij te bevorderen, zag in Green den rechten man op de rechte plaats Een man was noodig met wetenschappelijke kennis. Die waren er genoeg. Maar met die wetenschappelijke kennis moest gepaard gaan oen praktische kennis van de vischvangst waardoor het aantal geschikte candidaten merkwaardig klein werd -- en een intieme kennis van Ierland en zijn bewoners Waardoor het aantal geschikte candidaten hoogstwaar* schijnlyk verminderde tot één Green doch cm, die dan ook in alle opzichten voldeed. In zijn Jpfcuw regeeringsambt -werkte Green twintig jaar piet groote liefde en onvermoeiden ijver In dien tijd verzamelde hij oen kennis van de Ier- schen humor kennis te maken, vinden dergelijke En-t gelschen dus blijkbaar niet zoo vermakelijk Of zijl vreezen het slachtoffer te worden van de duizenden vergissingen, waaraan de Iersche bediende in de anekdoten zich te buiten gaat. Het ieder bekend© voorbeeld van zulk een bediende" is de door Samuel Lover beschreven Handy Andy. De arme Handy, die het niemand lastig wil maken, en er in slaagt een ware schrik voor zijn omgeving te worden. '„Gooi die lampetkan even uit", zegt rijn meeswr,. en riandy smijt hem uit het raam. „Doe de champagne jn het ijs/' is het een volgenden keer en Handy, die van letterlijk opvolgen van peveleti ne leeg houdt, giet zes flesschen champagne leeg in den em mer met ijs. Zijn eerste ontkurking van een flesch met sodawater, bezorgt Handy een aanval van stomme verwondering en rijn moes ter's gasten een koud bad. Mjaar er rijn nog andere Ieren om over te spreken» dan Handy Andy, die per slot van rekening nog len kunnen van engelen en.de Duit-1 den Duits chen spicxn, Engelschen, schers als duivelen beschouwen, lijk overbrugd En toen zij bij hem kwam om hem goedennacht te wenschen, was hun beider gezicht als met was o vertogen. Gedurende de dagen die kei teekea, en had kunnen jchen dacht te hapdelen Zij maakte met geen erikéi woord melding van Fiorsen. Doch WinSton wist zeer goed, dat rij kniesde, en iets tegen hem had. En dit kon hij niet verdragen Dus zeide hij qp zekeren avond na het middagmaal, kalm: „Zeg me eensronduit, Gyp, geef je Verkelijk om dien vent?" 3 antwoordde even kalm: ot op zekere hoogte ja.' „Is je dat .genoeg?" ,.Ik weet 't niet vadertje" Haar lippen hadden gebeefd; en Winston's hart werd verteederd, zooals altijd .wanneer hij zag dat rij bewogen was. Hij stak rijn hand uit, bedekte een 'der hare, en zeide geloof het niet. hem gezegd werd?" lï ij had niet gedacht, dat rij .het wist, en zgjn moéd! begaf hem „Dat was nu niet zoo bijzonder .gunstig, weet je, En 'behoort hij ook maar in ©enig opricht tot onze wereld?" Gyp keek .op. Denkt u dat ik tot „onze wereld" behoor, vader?" Winston wendde zich af.Zy vólgde hem» én stak haar hand door onder rijn arm. „De wilde u niet kwetsen. Maar *t is toch waaft niet? Ek jioor niet thuis onder menschen van de uit- de kringen. Zjj zouden mij niet onder zich dul- als ?e wisten wat u mjj verteld hebt. Vanaf dat gaande kringen. Zjj zouden mij niet onder zich dul den, als z« wisten wat u rnjj verteld hebt. Vanaf da oogenblik heb ik aldoor het gevoel gehad, jjat "ik niet tot hen behoor. Ik sta dichter bij hém. Muziek is mij dierbaarder dan vwat dan ook." Winston vatte haar hand krampachtig beet ..Een gevoel ven een naderende nederlaag en van 'gemis greep hem aan „Als het met je geluk' eens verkeerd ging. Gyp» dan zou me dat vreeselijk aanepkken," „Maar waarom zou ik niet gelukkig rijn, vader?" "Ah je maar gelukkig wordt kan ik iedereen wel dulden Maar ik zeg je nog eens, ik kan niet gelooven dat je gelukkig zoudt worden. Ik smeek je schat, om Godswil', lieve, overtuig Ik jaag den taan, door rijn hoofd Gyp la iwegen zjj. Toen v> ui uv.u. in ouiva^c jv v.v/m rtuig je eerst, dat je gelukkig wordt, dié fa slecht behandelt, een kogej chte, en kuste hem vervolgens Maar verder rij zich ter ruste begaven, zeide hij: welbekende Onoverwinnelijke Vloot, de Spaans che Ar mada, waarvan op den terugtocht zooveel schepen strandden op de Iersche kust jklie mogelijke docu menten, in het Engelsch en jn het Spaansch, bestu-i deerde Green. Vooral, die jvelke betrekking hadden op het Spaans che admiraalsschip. La Rata Ten slotte kwam hy tot de conclusie, dat jte La Rata in de Blacksod Baai gestrand moest zijn. Kennis van heer- schcnde winden en getij zeiden Green, waar het geu beurd moést rijn, kennis van de baai zelf, dat de La Rata bü Oostenwind en lage eb te vinden zou zijn We kunnen ons voorstellen, wat Green gevoeld moet hebben, toen hij. op zekeren dag dat wind en getij mee werkten, naar die plaats in de Blacksod Baai ging en de La Rata daar vond liggen, nauwelijks dekt door het ondiepe water. Het is niet alk dat theoretisch opgemaakte stellingen in de niet alle dagen, praktijk volkomen waar blijken te zijn. .Stukken van de La Rata, echt Spaansch eikenhout, werden door Green met trots in njh verzameling van curiositeiten bewaard. Dit zijn maar enkele woorden over William Spots- wood Green. Maar genoeg, hoop ik, om te hebben aan- dat er nog andere Ieren rijn als Pat uil >UUU) UUl V« Ai0 UUUVAV AV1VU Éngelsche Kamperui en Handy Andy. Het nieuwe Verdrag. Het heeft er allen schijn van alsof de gebeurtenis sen onze voorspellingen in het gelijk zullen stellen. De eerste berichten uit Parijs en Lcmden over den Morgen gaan we naar ue stad." Hetzij door een vporvoelen yan het onver mij de^ ljjke, of omdat hjj hoopte, dat zij, indien zü den man meer zag. genezen zou worden, in elk geval verzette hij er" zich niet verder tegen. En toen begon de eigenaardige vrijage. Tegen Kerst" mis had rij erin toegestemd hem te trouwen, nog steeds onder de impressie, dat .rij do meesteres en mat de slavin was de kat an niet de vogel Een paar malen, toen Fiorsen zich ttoor rijn hartstocht liet mee- sleepen, en rijn al te stoutmoedige liefkoozingen haar beleedigden, deinsde zjj bijna met afgrijzen terug voor wat zij tegemoet ging. Doch .over het algemeen leefde rij Jjn een roes bedwelmd door muziek en door zijn aanbidding, doch met dat ai droevig gestemd dat rij haar vader verdriqt deed. Zij was slechts weinig te Mildetnham en hij, in zijn neerslachtigheid, was daar bijna voortdurend en reed extra hard, terwijl hij Xiyp bij rijn zuster liet Tante Rosamund, hoewel .ook rij ónder de bekoring was gekomen van Fiorsen's muziek, was het met haar broer eens dat Fiorsen onmogelijk was. Doch niete van wat rij zeide, maakte eenigen indruk op Gyp(, Het was iets geheel onverwachts en ónthutsends in dit zachte, gevoelige meisje zulk een koppigheid aan te treffen. Tegenstand scheen haar slechts in haar be sluit te versterken. En haar aangeboren optimisme be gon de goede dame ervan te overtuigen, dat Gyp een rijden beurs uit dit varkensoor Jou weten te maken. Per slot was de nqan toch een beroemdheid in zijn Boort. flot trouwen werd vastgesteld voor Februari. werd in St John's Wood een. huis met tuin gehuurd. De laatste maand ging voorbij, zooals al dergelijke laatste maanden dit plegen te doen, temidden van die aantrekkelijke bezigheden zooals bet koopen van meu belen en kleeren Indien dit er niet bijkwam, wie weel hoeveel engagementen er dan zouden afspringen. En vandaag waren zij Winsim dan gehuwd. Tot op het laatste, had Winston bijna met kunnen gelooven, dat het zoover zou komen Hij had 'haar man de hand gegeven en alle smart en teleurstelling uit rijn ge. Iaat gehouden, wel wetend dat hij niemand bedroog, ukkig waren er.-geen kerk, geen trouwtaart, geen Geli van osoi ■ben kun- uitmoodigingen, gelukwenschen en rompslomp gerlei aard geweest die zou hij hooit heol nen verdragen. Zelfs had hij Rosamund, die influenza had, niet om ricb heen behoeven te dulden Terwijl hij in dien diepen, ouden stoel lag, staarde hij het vuur. Ze zouden nu net zoowat tp Torquay rijn. "Mu-f riek! Wie had ooit gedacht, dat 'n geluid dat uit sna ren en hout kwam, hem haar had kunnen ontstalen. Ja, ze zouden nu zoowat te Torouay rijn, in hun hotel. Eb het eerste gebed, dat hjj tn jaren opgezom

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 5