Bij den bouw der Nieuwe Wereld.
HET ONBEREIKBARE.
S
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
}Z
Brieven uit Engeland.
."Si 'SS&'JSRÜLePJZZ;
Zaterdag 21 Jont 1919.
62ste Jaargang No. 6433.
FEUILLETON.
door john galsworthy.
hij hief de handen, die den hoed nog steeds vastv
houding Onwillekeurig namen zij een smeekendd
J£ 1
MAïTRE CORBEAU.
I
Zondereeu'gelGrietje de transactie der vijftienhonderd ral
Niet?
yastigu^-, »u,i wen m aezen tij
ponen, haa tuif-Ustige candidaat debiteur niet een
oom, een tante, een neef, een vriend?.... Bereid cm
„eventies te reekenen" c Heelemaal niet?
ilden
pM. het
ditmaal dubbel geriskeerd was, driedubbel zelfs.
Bii Groof stonden de zaken zeer wankel en agent
Maneer Co'/neUs0dronk zi1rfmiaa' n-let"winkelier speelde heel erg. Cornelis had uit halve
iraarne een nieuw 'r-arr- I uit, accepteerde woorden genoeg begrepen, meer dan genoeg, er
van candidaat—reldótfnpm^r ^^ote _haast b>>' die de vijftienen-
einzen
wam
heelen tijd
geldopnemer, zat een
k uit den hoek. Hij won meneer
te peinzen, te prekeren.
"OlUEIlci
zoo J. .^raag helpen. Wist misschien, heel misschien
een
Mise en scèné.
In het kleine opkamertje, achter manufactuur-
winkeltje zaten ze te overleggen. Bejaarde man
met eerzame witte bakkebaarden luisterde rustig,
nu en dan rookwolkje uit pijp blazend. Dan be
hoedzaam stofje, aschje wegwuivend van jasmouw.
Hij luisterde met zeer ernstig gelaat. Mondhoeken
wat omlaag getrokken. Plooi van zorg tusscnen de
oogen. Ook keek hij wel eens bejaard vrouwtje aan,
dat tegenover hem zat te breien, dat de lange sta
len naaiden telkens blikkerden.
Aan een hoek van de tafel zat oude vriend Cor
nelis. Ook niet jong meer, maar kwiek ventje nog,
met iets modieus, iets chieks over zioh, donker
geverfd kneveltje met opgekrulde punten.
Glinsterende simiié-doékspeld in das. Met z'n
bewegelijk vroolijk Zinnelijke oogen. Een grappe
maker, een „noceur", als 't er op aan komt, wat ik
je vertel, zei beiaard mannetje van Cornelis, als ze
er niet was.
.Vijftienhonderd I" zei meneer Groof, en hij
schudde bedenkelijk met somber peinzende ge
laats-expressio, het grijze hoofd, „'t Is veel hoorl
Wat jii, Griet?"
Tot het oude breiende vrouwje deze woorden.
„Wees jij maar voorzichtig 1" bromde juffrouw
Griet.
Maar vriend Cornelis schaterde 't nu uit. „Voor
zichtig!" riep graplustig-aangelegde compagnon,
deelgenoot in allerlei geldzaakjes, transacties, „die
is goed! waarachtig die is onbetaalbaar 1Op 't
laatste leggen ze nog beslag op z'n onroerende goe
deren. Hij moet voorzichtig wezen. Geen rooie
cent in de wereld heit-ie...."
„Sst! Sstl" siste meneer Groof. Hij was er echt
van geschrokken. Die Cornelis had in vroegen
middag zeker al een paar borreltjes gesnapt. Hij
schreeuwde daar van geen rooie cent, dat de over
buren 't konden verstaan. Gek, dat-ie was....
Toch kwam er in de vertrouwelijkheid van met
hun driëen dat zaakje daar te zitten bepraten, iets
van een glimlach om zijn lippen. Want gelijk had
Cornelis.
't Was eigenlijk een fantastische historie. Toen
de zaken, er bij meneer Groof heel slecht bij ston
den, nu al een jaar of vijf geleden, was Cornelis
bij hem gekomen en had gezegd, dat-ie „een uit
weg* wist. Groof moest als borg fungeeren.'t Klonk
zeer mal, iemand die aan den vooravond van een
faillissement staat. Maar dat wisten toen maar heel
weinig menschen. Groof had indertijd een kléin
kapitaaltje bezeten. Door allerlei tegenslag was het
versmolten. Geen vijfhonderd gulden was er meer
van over. Maar meneer Groof nad nog al den naam
van wel voor een duizend-of drie, vier „goed" te
te zijn. Toep had Cornelis, die als 't er op aan
kwam een aarts-pientere vent was, gesmoest met
den eerste boekhouder van een aL puik solied be
kende kassier in de kleine stad, waar meneer Groof
woonde. De boekhouder was een stil gokkertje,
die bovendien voor speciale genoegentjes ook vrij
wat duiten noodig had. Cornelis had al menig uur
tje met hem zitten „smoezen" in de naburige
groote stad, in hoekje van café. Boekhouder was
watje-noemt een „makkelijk" man. Kwam er een
al of niet telegrafische informatie naar de solidi
teit van meneer Grooi, dan zorgde in de meeste
gevallen boekhouder wel voor een „bevredigend"
antwoord.
En de zaakjes marcheerden prachtig.
Cornelis. die zich in allerlei stemmige fatsoen
lijke en ook andere soort gelegenheden bewoog
om „relatiën" aan te knoopen, liep een of ander
jongmensch tegen 't lijf, aie door heertjes werd
achtervolgd of wiens fuif-stemming contanten be
hoefde. Cornelis was een van die meest bekende
„tieps" om in zoo'n geval in de arm te nemen.
Cornelis begon dan met zich rijkelijk te laten trak-
teeren. Dat moest-ie er in elk geval van hebben.
Hij had een ijzersterke maag. Zoo goed als altijd
dorst en lust om wat te eten. Hij liet hoop door
schemeren op 't gelukken van 't transactie. Al
smullend vischte hij dan de bijzonderheden van
het geval uit. Bleek 't „iets" te wezen, dan kwam
hij met de groote vraag of er een borg was??....
i i i gaat|e' Maar 't zou, gesteld dat 't
goedkoop /ajn op z'n kant was- steliig niet
*enkte «t» dat 't hem niets kon sche-
C°rn.e!!s n°K jets aan, beduidde dat hij de
zaak graag wat bespoedigd zag.
Dan kwam Cornelis met zijr. condities, als hij
meneer nu eens die zeshonderd kon bezorgen voor
hoeveei er geteekend moest worden zou later wel
worden behandeld, dat kwam terecht, wat zou hij
Gornelis dan als provisie mogen afhouden? Me
neer moest niet vergeten 't was een reuze toer om
r- i?!» aan te En zij kwamen overee
Geidopnemer was doorgaans uitermate toeschie
lijk en wild. En Cornelis verder het pad op,
Rprst naar Clr-nnf -u - r.
derd gld. zou opnemen vormde een buitengewoon
dubieus postje. Als daar iets van terecht kwam,
begreep meneer Cornelis ook zoo goed dan ge
beurden er meer wonderen, zooals hij 't zelf uit
drukte. En agent-winkelier vertelde hem, bleek,
gejaagd, ontdaan, bevend van angst en overspan
ning dat hij in kas van zijn prinoiaal had ge
tast. Vrij diep zelfs. Volhouden, zei meneer Cor
nelis, dat is het eenige middel, kerel. Laat je den
ben je positie! naar de haaien,
n driehonderd gulden aan
n je te helpen, ditmaal met
behelpen. Mooier kan t toch
Eerst naar Groof, een prachtzaakje.^ Zij conditi
oneerde, zooveel moest Groot voor zijn pootje, z'n
borgstelling hebben. En voor Cornelis schoot er
dan nog dat en-dat over. Niet meer riep deze ver
schrikt verontwaardigd kwasie nijdig uit.
,Ja, die vent zal je niks geven!" snauwde juf
frouw Griet, die steeds aanwezig was bij de af
spraken. J
Maar meneer Cornelis sprong op zoo waar
zal .begon hij de hand leggend op de plek,
waaronder zijn hart school, zoo waar zal itc op
staande voet „Sstl" vermaande Groof, bezon
dig je niet Cornelis, wij gelooven je!
rGeen rooie cent 1" verzekerde Corrtelis nog eens
Hij wist op meesterlijke wijze de pose van onbil
lijk, van onredelijk gewantrouwde aan te nemen.
En van GrooPs ging hij dan naar het adres.
Daar kwam 't op aan, dat was feitelijk het moeie
lijkste. Want in den kring van geldschieters was
de borgteekening van meneer Groof niet algemeen
meer in trek. Men wist van een geval, waarin de
geldgever er „bekaaid" af was gekomen ondanks
aie garantie. Hoe de vork precies in den steel zat,
daar werd nog naar gevischt.
Eenig wantroüwen ontluikte. Cornelis moest voor
zichtig zijn, maar hij was vindingrijk. Had pas
ontdekt nog jeugdigen handelaar, die feitelijk agent
was van een uitgebreide firma.
Dat was nu juist z'n mannetje. Dien moest hi;
hebben. Agent-winkelier had een duur vriendin
netje. moest zien rond te komen van een klein
salarisje met eenige provisie, raakte, wist meneer
Cornelis al meer achterop.
Had nog een stuivertje van zichzelf.
En Cornelis werd z'n raadsman. Agent-winkelier
kon er immers in een ommezien weer bovenop
raken. Cornelis nam hem in vertrouwen.
a, hij moest zich er niet voor schamen, wat
uur geld" uit te zetten.
Aan jongens, die 't toch maar in een uur of wat
wegsmijten. Beter dat hij, winkelier 't In zijn zak
kreeg dan En de 'andere was het met hem
eens, Moest z'n eerewoord geven dat, wat Cornelis
hem vertellen ging, «Is in het graf bij hem zou
wezen. Agent-winkelier zwoer plechtig.
En mijnheer Cornelis vertelde van zijn relatiën
met puik-aolide vrij welgestelden meneer Groof.
„Dat is nu een van de menschen" zei hij die
niet genoeg geld kunnen bij elkaar schrapen, 'tls
meer zijn vrouw snap je wel? Die zit er achter
Een duitendief, zooals je er nog nooit een gezien
hebt. Hij expliceerde het geval, Agent-winkelier
begreep volkomen, wilde toch nog voor alle zeker
heid eenige referentie hebben over Groofs soliditeit,
Die kun j'e dadelijk krijgen, op staande voet bes
te vriend, wie wil je hebben Van Kampen en Hege-
ling bijvoorbeeld. Ik neem je het absoluut niet
kwalijk Les affaires sont les affaires, hè? Dus:
van Kampen enHegeling? Die is je zeker wel goed
Bést 1 zei winkelier verbaasd over de eerste rangs
informatie.
Nou, ik zal 't voor je regelen. Je krijgt natuur
lijk zelf het antwoord. F hij seinde
Boekhouder van kas: jrs-nrma kreeg het tele
gram in handen. Antwoor Me in volkomen bevre
digende zin. Had met een der patroons dat zaakje
wel weten in orde te brengen. Als meneer Corne
lis namens iemand soms inlichtingen vroeg, dan
kon hij het antwoord geven. Patroon had nauwe
lijks op de cofiliteit gelet in de drukte zijner zaken,
en mijnheer Cornelis kreeg van een Agent-winke
lier, nadat hij deze som onder meneer Groofs borg
stelling had voorgeschoten, had geleend van fuil-
lievenae jongeling, ook zijn hem' immer ten volle
toekomend aandeel. Zoo sneed bij hem 't mes van
drie kanten.
Cornelis wist, nadat hij in het opkamertje achter
kleine manufacturenwinkel met Groof en juffrouw
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
7
Winstotn's gelaat drukte niets dan koud© verach
ting uit Deze vent bleek hem voor 'iemand te houden,
die g i l liet meewegen, waar het zijn dochter betrof,
en dit beleedigde hem diep.
Fiorsen ging voort
i,U moogt me niet lijden, dat is duidelijk, .Dat
zeg ik direct al U is een Engelsch gentleman" hij
sPJakdit laatste wodrd met een soort ironie uit
'ai 18 voor u niet, En toch, in mijn wereld ben ik
wel iemand. De ben geen avonturier. Sta mij 'toe, dat
JTL* hand van uw dochter ding?"
lEun oogenblik lang besefte Winston, dat hij leed,
Mjzeide stijf ver<*weea onmiddellijk wéder, en
Fior-
ghiipej
en daarna in eene van
u moet
meneer, dat u het eerst bh' mij zijt
ET™* 10 mijn huis, en ik wil niet onhoffe-)
maar Ik zou u dankbaar zijn als u wildet heen
u* u._van Verzekerd houden, dat ik mij zoo
nL wens<* verzetten
•Ue -bijna kinderlijke teleurstelling en pijn op
wanhoop. 6'
^Majoor Winston, u heeft zelf liefgehad
haar moeder toch hebben liefgehad De lijd!"
winston, die zich naar het vuur gekeerd had, draai»
de ®ch weder om.
oefen geen invloed uit op de genegenheid hiij-
ru meneer; zij zal doen zooajs zij verkiest,
ut verklaar enkel, dat het tegen mijn wenschen zal zijn
zij u trouwt. Ik geloof trouwens, dat. 'u niet gehrêl
jjjwacht Tiebt op mijn verlof Ik was niet heeleimaal
rijm!, toen u in Wiesbaden voortdurend in haar na
theid bleef, mijnheer Fiorsen"
morsen antwoordde met een pijnlijken glimlach:
nFu" ongelukkige doet wat hij kan. Mag ik haar
■Pmkcn? Laat mf) haar maar even spreken."
Zou het iets géven als hij weigerde? Zonder dat
"ii Qr iets van arwist, had zij den vent toch al meer»
malen gesproken en had haar .gevoelens voor hen^
geheim gehouden, welke ze dan ook waren En hij
xeide
.«Ik zal haar laten roepen. Ondertusschen wilt u
muachiea wei leis gebruiken?"
,du
kop nu zakken, dan ben je positief naar de baaien.
Hier kun je toch schoon c
verdienen. Ik zal mij, om ji
vijf en zeventig pop behéi
boo
ier kun je toch schoon driehonderd gulden aan
te helpen, ditmaal met
bé. Agent-win keiier, in zijn radelooze wan-
grooter. werkte er zich nog diepi
Cornelis had eerst de zitting der Rechtbank, waar
agent-winkelier wegena* verduistering terecht zou
staan willen gaan Diiwonen. Maar hij kwam van
dat plan terug. Wachtte in lijn stamkroeg af de
komst van een kennis, die hem zou vertellen wat
de eisch was. Meneer Cornelis had den rechter
commissaris een paar maal inlichtingen moeten
verschaffen, en de wijze, waarop Z.ETa. hem be
handelde, was nu juist niet zeer vriendelijk. Cor
nelis bleef liever wachten dus, op de tjjding. Hij
was dien oohtend wat stiller, wat bleeker, wat min
der jolig dan anders. Tikje nerveus.
Toen kwam de kennis. Vertelde dat het O.M.
anderhalf jaar had gevorderd. Niet bepaald malsch.
Vertelde nog allerlei dingen meer.
Aanvankelijk wa6 meneer Cornelis nog down.
Ba» gaandeweg keerde zijn lustigheid weer terug.
Hij bestelde een ochtendborreltie, en nog eentje.
Werd weer de oude'. Keek op zijn horloge.
Tjonge, werd tijd. Met Groof als borg, liep 'top
't eind, besefte hij. Maar meneer Cornelis had een
nieuw adres. Een pracht trouvaille. Hij zou om
twaalf uur bij eventueelen opvolger van Groof zijn.
Moest zorgen niet te laat te komen, want hij had
ai weer een mooi zaakje in 't zicht. Echter moest
'hij er voor zorgen de leuk-vroolijke Cornelis te
blijven. Dat behoorde bij de gansche mis^-en-scéne.
Amsterdam, 14 Juni 1919
Engeland al
wa&aeer zal
Fiorsen schudde het hoofd, en er vólgde een bij
zonder onbehaaglijk' half uur Met zijn bemodderde
jachtkostuum aan, verdroeg Wipston dit beter dan zijn
bezoeker. Na getracht te hebben de kalmte van zijn
gastheer na te bootsen, gaf dit natuurkind dergelijke
pogingen pp met een veelbeteekenend gebaar, liep on
rustig hier heen, en dan weer daar heen, liep met zware
schreden de kamer op en neer, ging naar het venster^
schoof de gordijnen óp zij en siaarde het duister in;
kwam terug alsof hij van plan was Winston te cónfron-
teeren; en dan, ontmoedigd door die beweginglooze ge
stalte bij het vuur wierp hij zich in een leunstoel, met
het gezicht naar den wand gekeerd. Winston was van
nature niet wreed, doch
dezen ekrel, die G;
vaar bracht? Maar
hem Zou aannemen. En toch, als zij dat niét wildi
waarom had zij hem er dan niets van gezegd Min
hij leed.
Toen >Jrwam zij. Hij had verwacht, dat zij bleek
en Zenuwachtig zou zijndoch Gyp gaf nooit toe, dat
zij Iets Verkeerds had ..gedaan, voordat hef haar verJ
geven was Haar gliinlachend gezicht had jets waar
schuwend geslotens. Zij ging naar Fiorsen toe, en ter
wijl zij hem de hand toestak, zeide zij kalm:
Ik vind het heel aardig van u, dat u eens komf
Winston had het bittere gevoel, dat hij hij
er geheel buiten stond. Welnu, hij zou ronduit zijn
meening zeggen; er was reeds te veel achter hem om
gehandeld
Meneer Fiorsen heeft ons de eer aangedaan den
wensch uit te ^rukken je te trouwen. Ik heb hem ge
zegd 'dat je dergelijke dingen zelf te beslissen lui*.
Als je hem aanneemt, is het natuurlijk tegen mijn
wenschen
Terwijl hij sprak', steeg het bloed haar naar 1de
wangenzij keek noch hem, noch Fiorsen aan. Winston
merkte het rijzen en "dalen van de kant op haar borst
op Zij glimlachte en "haalde heel even de schouders
op' En plotseling tot in zijn hart geroerd, ging hij met
U-meten tred naar de deur. Het was duidelijk, dat
„r -rijm leiding niet wenschte Ais haar liefde voor jiemi
niet grooter was dan voor dezen man! Maar défir be
reikte zijn vrok dan ook zijn grens Hij wist dat geu
wonde gevoelens hem niet konden helpen; en dat nij
het zonder haar niet kon stellen Al was Zij met ffpn
grooisten schelm ter wereld getrouwd geweest, dan,
zou hij nog aan haar zijde hebben gestaan en veriai
hebben naar haar bijzin en liefde Hf was e
kostbaar bezit in het heden maar ook In het vei
vertegenwoordigde zij zooveel. .Met een gewond hart
ging hij aan tafél t.
Toen hij weder beneden kwam, was Fiorsen weg,
Hij zou voor niets ter wereld gevraagd hebben, waf
de vent gezegd, of wat zij geantwoord had. Kloven
tusschen trotsche menschen wonden niet zoo gemakke
Ierland ,en de Ieren I Wat hebben ze
een zorgen en hoofdbreken verschaft. En
Engeland zoo verstandig ?ijn, daaraan eens en voor al
een einde te maken? Op de eenige afdoende manier,
door de Ieren hun zin te geven
Geen ongeluk zoo groot, of er is geluk bij. Behalve
veel zorgen, hebben de Ieren hun landgenoot en aan
de aiidero zijde van de Iersche -Zee heel wat reden
gegeven tot vermaak Wat Kampen ls voor ons, dat
is Ierland voor de Engelschen Een- mop is
als er een Ier in voorkomt. Ën als die Ier
boet, is het geen goeie Ier
het komische weekblad Funch komt niet vaak uit,
zonder dat de een of andere JPat er de ,.eeF' van zijn
land in ophoudt. In een verzameling van anekdoteil
neemt hij het leeuwendeel 'voor zijn rekening. En hij
kan alfijd zeker zijn van succes
In werkelijkheid met Pat in aanraking te komen»
schijnt vete Engelschen sphter minder gewenscht toe.
Hoeveel advertenties voor huisknechten, dienstmefcjesj
chauffeurs, eindigen niet met de woorden: „Ieren hoe
ven zich niet aan te melden/' Regelrecht met Iei^
pas leuk,
geen PaJ
aiooala Jk hens zeifs heb hcoren noemen. Maar we
zullen Shaw en zijn „vereerders" met rust la Jen, en
liever tets vertellen over een Ierse! .en predikant, die
nog niet heef lang geleden gestorven is, Willtem Spots-
we od Green
Ik zeg predikaat, maar vaei van een geestelijke zat
er niei in Green. Hij dacl.i se^rsi zelf wel, aat ,hii
godsdienstige roeping in zich voelde, maar toen hq
Eet zoover had gebracht, dat hij zijn kennis van den
godsdienst ten nutte van pin n - demenschen kon gaat)
aanwenden, bedacht hn zich, Hy verwierp het prei
dikantschap, niet geheel. Neen, hij gaf toe, dat hü
zich voor eo ijke aan boord van een zeerooverf
schip wel geschikt voelde, maar vermar kon hij niet
gaan. En een dergelijke betrekking scheen toen ter
ujd juist niet vacant te zijn.
Het gevolg was, dat Green voor zQn eerste beroep
en inplaats van leider te worden van oen kleine PnW
testantsche gemeente in hot Zuiden van Ierland, verf
trok hij naar Nieuw Zeeland, met een Zwitserschjsh
gids, om te lqjken, of hü den uitgeloofden prijs van
vijf duizend pond voor oen eersten man» die Mount
Cooke zou beklimmen, niet kon verdienen. Hij kwam
en wel in Nieuw Zeeland aan en klimmen deden)
en de gids ook, geen klein beetje. Het had zelfe
maar heel weinig gescheeld, of ze hadden nooit iets
van hun klimpartij naverteld. Maar hun moeite was
vergeefs ch, want per slot van rekening bleek, dat ze
den verkeerden top van dan borg bestegen hadden!;
Green keerde dus terug naar Ierland en begon zich
te wijden aan een studie van dieren, die op den bo
dem van den oceaan leven. Een niet j^er voor do
hand liggende 3tudie, zal men zeggen, voor een preu
dikanLhergbeklimmer, maar slechts een van de vele
dingen, waar Green verstand van had Hij was er
van overtuigd, dat de wetenschap gebaat zou worden,
door op diepe plaatsen in den oceaan te dreggen, en
wendde zich tot het Britsch Museum om steun .Maar
het Britsch Museum ging slechts gedeeltelijk op Green's
voorstel in. Het weigerde, hem volledig voor zijn on
derzoekingen uit te rusten, maar het beloofde hem
hooge prijzen voor elk belangrijk dier, dat hij naar
boven bracht.
Menigeen zou onder die omstandigheden het plan
hebben laten varen. Green niet Hij huurde een stoom
bootje, dregde in den Aftandseben Oceaan ten We»,
ten van Ierland, vond een en atoder vpn belang' voor
het Museum, maar vond tegelijkertijd kuit van makreel.
Dat was in Mei, in de buurt van de Aran Eilandefai
En Green kwam tot de gevolgtrekking, dat je daar in
de lente makreel zou kunnen vangen. Wat dg Araa
Eilanders tot hun niet gering .voordeel ondervonden!
hebben waar te zijn. Deze eilanden, waar zoowat eens
in de yjjf of zes jaar hongersnood hestwrhte, kun-1
nen zich nu, dank zy Green, verheugen in een bloeiend
bestaan
De Éngelsche regeering, die iemand noodfg had om
de visscbérij te bevorderen, zag in Green den rechten
man op de rechte plaats Een man was noodig met
wetenschappelijke kennis. Die waren er genoeg. Maar
met die wetenschappelijke kennis moest gepaard gaan
oen praktische kennis van de vischvangst waardoor
het aantal geschikte candidaten merkwaardig klein werd
-- en een intieme kennis van Ierland en zijn bewoners
Waardoor het aantal geschikte candidaten hoogstwaar*
schijnlyk verminderde tot één Green doch cm,
die dan ook in alle opzichten voldeed. In zijn Jpfcuw
regeeringsambt -werkte Green twintig jaar piet groote
liefde en onvermoeiden ijver
In dien tijd verzamelde hij oen kennis van de Ier-
schen humor kennis te maken, vinden dergelijke En-t
gelschen dus blijkbaar niet zoo vermakelijk Of zijl
vreezen het slachtoffer te worden van de duizenden
vergissingen, waaraan de Iersche bediende in de
anekdoten zich te buiten gaat. Het ieder bekend©
voorbeeld van zulk een bediende" is de door Samuel
Lover beschreven Handy Andy.
De arme Handy, die het niemand lastig wil maken,
en er in slaagt een ware schrik voor zijn omgeving
te worden. '„Gooi die lampetkan even uit", zegt rijn
meeswr,. en riandy smijt hem uit het raam. „Doe de
champagne jn het ijs/' is het een volgenden keer
en Handy, die van letterlijk opvolgen van peveleti
ne leeg
houdt, giet zes flesschen champagne leeg in den em
mer met ijs. Zijn eerste ontkurking van een flesch
met sodawater, bezorgt Handy een aanval van stomme
verwondering en rijn moes ter's gasten een koud bad.
Mjaar er rijn nog andere Ieren om over te spreken»
dan Handy Andy, die per slot van rekening nog
len kunnen
van
engelen en.de Duit-1
den Duits chen spicxn,
Engelschen,
schers als duivelen
beschouwen,
lijk overbrugd En toen zij bij hem kwam om hem
goedennacht te wenschen, was hun beider gezicht als
met was o vertogen.
Gedurende de dagen die
kei teekea, en
had kunnen
jchen dacht te hapdelen Zij maakte met geen erikéi
woord melding van Fiorsen. Doch WinSton wist zeer
goed, dat rij kniesde, en iets tegen hem had. En dit
kon hij niet verdragen Dus zeide hij qp zekeren avond
na het middagmaal, kalm:
„Zeg me eensronduit, Gyp, geef je Verkelijk om
dien vent?"
3 antwoordde even kalm:
ot op zekere hoogte ja.'
„Is je dat .genoeg?"
,.Ik weet 't niet vadertje"
Haar lippen hadden gebeefd; en Winston's hart
werd verteederd, zooals altijd .wanneer hij zag dat rij
bewogen was. Hij stak rijn hand uit, bedekte een 'der
hare, en zeide
geloof het niet.
hem gezegd werd?"
lï ij had niet gedacht, dat rij .het wist, en zgjn moéd!
begaf hem
„Dat was nu niet zoo bijzonder .gunstig, weet je,
En 'behoort hij ook maar in ©enig opricht tot onze
wereld?"
Gyp keek .op.
Denkt u dat ik tot „onze wereld" behoor, vader?"
Winston wendde zich af.Zy vólgde hem» én stak
haar hand door onder rijn arm.
„De wilde u niet kwetsen. Maar *t is toch waaft
niet? Ek jioor niet thuis onder menschen van de uit-
de kringen. Zjj zouden mij niet onder zich dul-
als ?e wisten wat u mjj verteld hebt. Vanaf dat
gaande kringen. Zjj zouden mij niet onder zich dul
den, als z« wisten wat u rnjj verteld hebt. Vanaf da
oogenblik heb ik aldoor het gevoel gehad, jjat "ik niet
tot hen behoor. Ik sta dichter bij hém. Muziek is mij
dierbaarder dan vwat dan ook."
Winston vatte haar hand krampachtig beet ..Een
gevoel ven een naderende nederlaag en van 'gemis
greep hem aan
„Als het met je geluk' eens verkeerd ging. Gyp»
dan zou me dat vreeselijk aanepkken,"
„Maar waarom zou ik niet gelukkig rijn, vader?"
"Ah je maar gelukkig wordt kan ik iedereen wel
dulden Maar ik zeg je nog eens, ik kan niet gelooven dat
je gelukkig zoudt worden. Ik smeek je schat, om
Godswil', lieve, overtuig
Ik jaag den taan,
door rijn hoofd
Gyp la
iwegen zjj. Toen
v> ui uv.u. in ouiva^c jv v.v/m
rtuig je eerst, dat je gelukkig wordt,
dié fa slecht behandelt, een kogej
chte, en kuste hem vervolgens Maar verder
rij zich ter ruste begaven, zeide hij:
welbekende Onoverwinnelijke Vloot, de Spaans che Ar
mada, waarvan op den terugtocht zooveel schepen
strandden op de Iersche kust jklie mogelijke docu
menten, in het Engelsch en jn het Spaansch, bestu-i
deerde Green. Vooral, die jvelke betrekking hadden
op het Spaans che admiraalsschip. La Rata Ten slotte
kwam hy tot de conclusie, dat jte La Rata in de
Blacksod Baai gestrand moest zijn. Kennis van heer-
schcnde winden en getij zeiden Green, waar het geu
beurd moést rijn, kennis van de baai zelf, dat de La
Rata bü Oostenwind en lage eb te vinden zou zijn
We kunnen ons voorstellen, wat Green gevoeld moet
hebben, toen hij. op zekeren dag dat wind en getij mee
werkten, naar die plaats in de Blacksod Baai ging
en de La Rata daar vond liggen, nauwelijks
dekt door het ondiepe water. Het is niet alk
dat theoretisch opgemaakte stellingen in de
niet alle dagen,
praktijk
volkomen waar blijken te zijn. .Stukken van de La
Rata, echt Spaansch eikenhout, werden door Green
met trots in njh verzameling van curiositeiten bewaard.
Dit zijn maar enkele woorden over William Spots-
wood Green. Maar genoeg, hoop ik, om te hebben aan-
dat er nog andere Ieren rijn als Pat uil
>UUU) UUl V« Ai0 UUUVAV AV1VU
Éngelsche Kamperui en Handy Andy.
Het nieuwe Verdrag.
Het heeft er allen schijn van alsof de gebeurtenis
sen onze voorspellingen in het gelijk zullen stellen.
De eerste berichten uit Parijs en Lcmden over den
Morgen gaan we naar ue stad."
Hetzij door een vporvoelen yan het onver mij de^
ljjke, of omdat hjj hoopte, dat zij, indien zü den
man meer zag. genezen zou worden, in elk geval
verzette hij er" zich niet verder tegen.
En toen begon de eigenaardige vrijage. Tegen Kerst"
mis had rij erin toegestemd hem te trouwen, nog
steeds onder de impressie, dat .rij do meesteres en mat
de slavin was de kat an niet de vogel Een paar
malen, toen Fiorsen zich ttoor rijn hartstocht liet mee-
sleepen, en rijn al te stoutmoedige liefkoozingen haar
beleedigden, deinsde zjj bijna met afgrijzen terug voor
wat zij tegemoet ging. Doch .over het algemeen leefde
rij Jjn een roes bedwelmd door muziek en door zijn
aanbidding, doch met dat ai droevig gestemd dat rij
haar vader verdriqt deed. Zij was slechts weinig te
Mildetnham en hij, in zijn neerslachtigheid, was daar
bijna voortdurend en reed extra hard, terwijl
hij Xiyp bij rijn zuster liet
Tante Rosamund, hoewel .ook rij ónder de bekoring
was gekomen van Fiorsen's muziek, was het met haar
broer eens dat Fiorsen onmogelijk was. Doch niete
van wat rij zeide, maakte eenigen indruk op Gyp(,
Het was iets geheel onverwachts en ónthutsends in dit
zachte, gevoelige meisje zulk een koppigheid aan te
treffen. Tegenstand scheen haar slechts in haar be
sluit te versterken. En haar aangeboren optimisme be
gon de goede dame ervan te overtuigen, dat Gyp een
rijden beurs uit dit varkensoor Jou weten te maken.
Per slot was de nqan toch een beroemdheid in zijn
Boort.
flot trouwen werd vastgesteld voor Februari.
werd in St John's Wood een. huis met tuin gehuurd.
De laatste maand ging voorbij, zooals al dergelijke
laatste maanden dit plegen te doen, temidden van die
aantrekkelijke bezigheden zooals bet koopen van meu
belen en kleeren Indien dit er niet bijkwam, wie weel
hoeveel engagementen er dan zouden afspringen.
En vandaag waren zij
Winsim
dan gehuwd. Tot op het
laatste, had Winston bijna met kunnen gelooven, dat
het zoover zou komen Hij had 'haar man de hand
gegeven en alle smart en teleurstelling uit rijn ge.
Iaat gehouden, wel wetend dat hij niemand bedroog,
ukkig waren er.-geen kerk, geen trouwtaart, geen
Geli
van osoi
■ben kun-
uitmoodigingen, gelukwenschen en rompslomp
gerlei aard geweest die zou hij hooit heol
nen verdragen. Zelfs had hij Rosamund, die influenza
had, niet om ricb heen behoeven te dulden
Terwijl hij in dien diepen, ouden stoel lag, staarde
hij het vuur.
Ze zouden nu net zoowat tp Torquay rijn. "Mu-f
riek! Wie had ooit gedacht, dat 'n geluid dat uit sna
ren en hout kwam, hem haar had kunnen ontstalen.
Ja, ze zouden nu zoowat te Torouay rijn, in hun
hotel. Eb het eerste gebed, dat hjj tn jaren opgezom