HET ONBEREIKBARE. Ingezonden Stukken. FEUILLETON. Zaterdag 28 Juni 1919. 62ste Jaargang No. 6437. TwEEDE BLAD. VOJgeD<ie wn plaAt8je Binnenlandsch Nieuws. t OudesluiB, 25 Juni 1919. Mijnheer de Redacteur, Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den heer.J. de Graaf, verzoek ik beleefd plaateing van bet onderstaande. Toen ik X ingezonden stuk van den heer De Graaf geleren had, was mijn eerste gedachte: Hóe durft iemand dat zoo te plaatsen zonder getuige van het. ongeval geweest te zijn en zonder eerst eens gTon- dige informaties in te winnen. Do datum is juist doch verder is er geen stukje van waar. Boaendien was ik alleen ooggetuige van het geval en niemand anders, 'k Hel» u niet op of hij X plein getijen om dat allee waar te nemen of cirkelde u misschien in een vliegmach'ne boven 't Schoolplein, want die tóen wo tegenwoordig nogal eens. Dn zaak heeft zich aldus toegedragen. Twee jon gens kwamen met een spelletje met elkaar in bot sing. Een vtari de twee valt en huilt. Ik ga heen en help hem op de been, ela 't stof af en oven later zijn de tranen verdwenen, 't kind speelt weer mee. In school en bij 't uitgaan heb ik niets bijzonders aan 't kind ontdekt. Voor mij was X oogenschijnlijk een buiteling geweest, die, 'k zou haast zeggen, dagelijks voorkom'. Wat later thuis geconstateerd werd, heb ik In school niet kunnen ontdekken. Of denkt u dat we een kin-l me' een gebroken arm en gierende van de pijn, volgens u, rog één minuut in school zou den houden? 't Zaakje heeft tóhc zonder gieren afgespeeld, want niemand, noch 't hoofd der school, noch de onder wijzer, door wiens kiasse we moesten, heeft iets "van X omgeve' bemerkt. Dit Vi-s -or r kind van een werkman, dat viel, doch veés gerust, mijnheer De Graaf, mwfaen kind van gegoede ouders zou ik evenizoo genaai- deld hebben. Intusscbon ben ik biij voor u, dat u geen kinderen heeft, dit bij zulke jiarbaren terecht moeten komen. Nu nog iets. U wil ons op onzen plicht wijzen. Met welk re.riit? Is u «oma inspecteur van X onderwijs geworden? Als we onze plicht niet doen zijn er auto riteiten genoeg die ons'daarop zullen wijzen, doch tot heden heb ik er niet een mijnheer J. de Graaf bij gevonden. Ten slotte nog een verzoek aan u. Laatst duldde u niet dat de eer van de arbeiders werd aangerand. Wij duiden da*, evenmin van u. Of is de eer alleen gemeengoed van de arbeiders? Dit is mijn laatste woord izi deze zaak. Bij voorbaat vriendelijk dankend voor de verleen de plaatsruimte. G. VAN DER MELLEN, Onderwijzeres. Mijnheer de Redacteur, iDezer dagen in de droeve noodzakelijkheid, ver kennende osmi do zorg1 op mij te necr.cji veer -te 'her kenning, en tic tier aarde bestelling te IJ munten; van het lijk van eien mijner, bij den scheepsramp met liét eUxmiivtasctoeiraviuirtute „Nooatóster UT' cum het leven gekomen familieleden, wiens lijk te Cail- iamUaoog was aangespoeld, en, in verband mot den ver gevobderdien. staat van ontbinding waarin het venk eendie, reeds was begraven, kwam ik tot de ervaring, dat de telefonische verbinding tuisschen verschillende kustplaatsen alle»-de telegrafische veel te w-enschen overlaat; zooveel dat ik meen in bet algemeen belang te handelen door aan mijne ervaringen bekendheid te geven, en daardoor de aandacht Van verschillende autoriteiten op die f"*^5envHet 18 daarom M_ de R., dat ik 1 rSLlFL* T«rnam uit een nieuwsblad „De CallantBoog een lijk was «r^eTÏ? kv^' ^Vermoedende dat dit wel SSlwl i den ramp met „De Noordster iIT vmrue; femiüeWd kon pin jvn in ■y"Qa" de henc liggend vermoeden, trof 'k "L^i- 'iü i nde"bbarav^h 0°Q'. r*ad€T®- voor Cö* Tan be- ang zijnde bij-zondetftnfden omtrent uiteriiik en klea- r*®4™*1® tijk te vernamen, waarvoor ik van zelf was aang.wecoen op de telefoon de te- nD«£ van verschiilcndc au- deE®, betreft, hunne hulp- wae zonder een enkele uitzondering too- yten alle lof verheven; doch wat de telefonisch» en ^23*^!WT^in betreft, die waren in eon woord', treurig; .-Chandelijk! Verbe* iü u het verkrö- 32! tusechen IJmui- bleeflc ni€!t direct, doch ff door ^6sciheniioo*t van- of ov*r- de kustwaoh- I zel" omweg over Den Helder, efcn- voudig onmogelijk! Eien telegram; verzonden te LJ- muiden dos morgens 10 uur, kwam te Caliantsoog aan des avonds 6 uur, en mdsto, doordat ik toen zelf' reeds daar ter plaatse was, geheel de bestemming! Zooaots lijkt mij, vooral voor kustplaatsen, waar voor het vinden van voorwerpen wat licht kan. ver spreiden ten aanzien van een vermoedelijke scheeps ramp van het grootste belang is, waar, vooral te genwoordig. tal van gezinnen in pijnlijke onzeker heid ver Keuren omtrent het lot van famlMélédem, waarvan wel is waar het overlijden moet worden aangenomen, dodh ten aanzien waarvan door som mige toch. altijld nog een zwakke hoop op levend weldennen wordt gekoesterd, voor wien elke zeker heid, ook de meest droetve, te verkiezen is boven, het bestendigen van dien onzekenen toestand, toch on houdbaar! Waaromi geen behoorlijke telefonische en (of) telegrafische verWnding tusschen alle kust plaatsen van ons land; waardoor het mogelijk is direct na stranding van een In verhand met scheepe- rairrpen belangrijk voorwesp, of van een lijk, daar van kennis te gev en aan. alle in de eerste plaats daair belang bif hebbende gemeenten, waar dan, door kennisgevingen voor ramen van politieposten, of andere daarvoor aangewezen plaatsen daar verdere bekendheid aan gegeven kan wórden. Was dat in het onderhavige géval b.v. gebeurd, wij hadden niet pos op 9 Jufii uit een nieuwsblad behoeven te ver nemen dat er een lijk was gestrand en begraven, a/och hadden dat roéds «g den dag der stranding kunnen weten, ware het mogelijk geweest een paar dagen vroeger eien einde te maken aan de kwellin gen van in hobp en vrees verkeerende bloedverwan ten, en ware mogélij!k te voorkomen geweest de nogf al belangrijke kosten van begraven, weder opgraven en het vragen van vergunning daartoe, welke thans na herkenning, ten laste werden gebracht der aan verwanten. Ik vertrouw dat «r onder de autoriteiten welke het brengen van verbetering in detaen toestand in de band kunnen werken, wel gevonden zullen worden wélke deze kwestie van. voldoende belang achten om er hunne aandacht aan te schenken en om er zich eenige moeite voor te willen getroosten, waar mede het doel van dit schrijven' zou zijn bereikt. <De Redactie dankend, voor de opname, Hoogachtend!, A. P. BAKKER, Bloemstraat 122, IJmuiden. DOOR JOHN GALSWORTHY. UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT. 8. De deur piepte. Zij Sloot de oogen. Had zij wei een hart? Het leek niet meer te kloppen. Aldus lag zij hiet gesloten oogen tot zij het niet meer kan uifj houden Bij het licht van het vuur zag. zij hem aan het yoeteneind van het bed (gehurkt zitten; zij kon juist zijn gezicht nog zien dat was als eeii gezicht een gezicht ja, waar had zij het gezien? O jal "een schilderij van een wijde, die aan ide voeten van Iphigenia neerhurkt, zoo nederig, zoo hongerig zoo verzonken j|n #jn beschouwing Zij smoorde een snik en Slak haar hand uit. HOOFDSTUK IL Gyp was le trots om zich half te geven. En in die eerste dagen gaf zij "Fiorsen alles behalve haar hart. Zij had den oprechten wensch hem ook dat te geven; doch harten geven zich enkel uij eigen bewe ging Misschien, indien de wilde in hem, tot razernij gebracht door schoonheid, dde baar macht voelt, niet zoo geheel den man van geest had uitgedreven, zij haar hart miét haar lippen en het overige nebben gegeven. Hij wiet wel, dat hij haar hart niét ontving, en dit maakte dat hij, door het willde in v natuur en de perversiteit van een man, juist v ergeerd te werk ging!, en trachtte haar te verove- re?,' 111 et door de ziel, doch door de zinnen. ,n. was zij rdeit ongelukkig behalve dan ar somtijds geheel verward en verloren ge- r.j-n bezig was te trachten iets te grij- ^(fWtjrend aan haar greep ontsnapte. Het 7u 1 Tfe aax dat zij hem genot kon verschaffen. o=U" ?eon tveenzdn dit was nu eenmaal de aard vaa een mam. Enkeil had zij steeds dat gevoel, da 041 ^as. Als hij voor haar speel- de, met die uitdrukking waarin hij al zijn ziel leg- T tvel: „Nu zal Ik hem toch zéker naderbij komem!Doch dan verdween die uitdru'k- ng weder, en tij wist niet hoe haar daar te hou- I S:JaJfS sijtig, verdween haar hoop tevens. k«i i 118 suite was aan het uiterste eind van TArJri 11,00 »P«le®. zooveel hij wilde tiftr^ '»- ^morgens studeerde ging zij In den ff.-.m'iJ 111 rndsterassen afliep naar de zee. In bont EtSÜ}) ^at daar dan met een boek. Zij kiende lederem heester en elke Moem, die bezig •wit wi lkoïnein aubrétia of laurustinus, een tnfiaJSoem'Pj6i welks naam onzeker was, en één ij6l ^depalm. De lucht was cLikwijls zacht; de vo- *n thf00®00 reedn en waren druk bezig met paren, <*>k i 6?0aal tenminste deed de lente haar intrede voor th ar liart dalt wonderbare gevoel als men fcoran eerst weder nieuw léven ruikt en dat ge- dat n'!VOr'c11' d-® aarde en den wind het getvoel, teirAuiw 8,1 homt als de lente er nog niet ia, en men "Wo»»41*1 P^11 heeft en tóch verheugt Dikwijls de «rr j61" Zöemeeuwen over haar heen, en strekten u«n 8® bekken, en uitten kreten ais het miau- ®en jonge kat had tój gevoelens, die tój ln zijn bij- m#t had, nameidjtk, met *11* #sn te tójn. Zij be- ALKMAAR. Onder de ingekamem sttukken, van welke de Raad in zijne Donderdagmiddag gehouden vergadering kennis nam, was een adres van verschillende (hier gevestigde organisaties, houdende het verzoek om wéder over te gaan tot invoering van eene reduc tie op den. gtasprijs, welltoe reductie in de vorige ver gadering was ingetrokken. De tribune was dicht be zet met vertegenwoordiger- 'er organisaties, terwijl 'bovendien een groot aar .7 vrouwen vóór hiet stad huis de beslissing van tU - Raad verbeidda Alleen Öe heeren Westerhof en Verkerk, beiden atgerraxr- digvten tan de SJ)AJP^ bepleitten de noodzakelijk heid oen wederom tot een verlaagden gaap rijs voor on- en minvermogende ingezetenen over te gaan. .oen niemand daarna nog heit woord verlangde, bracht de Voorzitter in stemming, of op het in de vorige zitting genomen beslissing zou worden te rug gekomen. Met 9 tegen 7 «temmen besliste de Raad, dat niet opnieuw reductie behoort te worden toegekend. J/Jsc kweekt men revolutie" en J5chan- de" waren uitroepen op de tribune, toen deze tóch na de gevallen beslissing ontruimde. Mevr. Tjaden- v. d. Vod en (Ertka) deed van de trap van het Stad huis vtan de afwijkende beslissing aan de verzamel de menigte kond. Na het ringen van een paar lie deren trok de menigte ordelijk af. Een verzoek van de gemeentewerklieden, om de loonen aan eene herziening te onderwerpen en aan elk werkman, te rekenen van 1 Januari 1919 eene genrJcx-tflooming te var Leen en van f6 per week, ln afwadhMng van de gevraagde verbc .ging, werd ge steld' in handen van. dezelfde raadscommissie; welke zal ï-ïbhen. te adviseere<n over de salarissen der ge meenteambtenaren. 'Het"voorstel van den heer Van den Boach om op óe poortstijlen van het Scbermerhek de kostbare beeldengroepen te herplaatsen en de daarvan ge maakte gipsafgietsels in het museum te plaatsen, over welk voorstel' de vorige rittink do stemman staakten, werd thans aangenomen met 10 tegen 6 stemmen. B. en W. wensohten de oorspronkelijke beeldengroep ?n het museum te bewaren ter voor koming van verdere .vernieling en beschadiging en de afgietsels op de pöqrt te plaatsen. Voor de inrichting van éen aangekocht h'eeren- huis op het Lutrtikoudorp als tijdelijk weeshuis, werd een crédiet verleend van f5500. Het Burger- Weeshuis zal in verband hiermede tijdelijk worden verhuurd aan het Rijk om daarin de Rijk» Hoogere Burgeredhool onder te bremgen gedurende de uit breiding en verilouwing dier schooL Vtoor uitbreiding van de boerderij der gemeente aata. de Bi eek ei-sloot, werd. voorts een crediet ver leend. van f500. Ter 'Voorbereiding ivtan de veTbreeding van den weg langs den Gèestersingel bij de Texelsche brug, £aJl een gedeelte van hét singel Water ter plaatse worden gedempt, waarvoor B. en W. een creddet ontivingetn Van f750. Vastgesteld werd een 7e sruppletoire gameenteite- prooting voor het dienstjaar 1918, in verband, met de ïilurtdng wam. dien dienst, tot een bedrag van f222013, in omhang en uitgaaf. ;vatü, H. M. de Koningin zal worden verzocht, in veaband. met oe oprichting van.een Avondschool •voor amlbach'tisliedlen en een school voor voorberei dend middelbaar techMsclh onderwijs, vrijstelling van de verplichting ttot het oprichten van een hur- gerdagtschool en van hot in standhouden van een •burgeravondschool. Door den Wethouder van Publieke Werken werd modlegédeeld, dat van elders inlichtingen waren be komen, dlat de aldaar gebouwde noodwoningen zeer slecht bevielen, zoodat het géén aanbeveling ver diende tot dien bouw; in verband mat de bestaan de Wonicgschaarschte, Over te gaan. Valn B. en W, zullen nu tegen de eeretvolgeude vergald ering •vOoTSiteü'en zijn be wachten tot Etichticg •vian pl.m. 200 semi-permanente en van 33 perma nente woningen. De Raad ging daarna over in eene zitting met gesloten deuren ter behandeling van het kohier van den koofdelijklen omslag, dat door B. en W. is op gemaakt met een invorderbaar bedrag van f711429, waariMj het percentage, 't welk van den- laagst en aansJag zat móeten Warden geheven, 8 zal bedragen. IdVNDBOUWHUlSEOXJDOiNIWmWlja. In het café „.Central" te Alkmaar werd dstermldt dag een spoedvergadering gehouden van oudjeeriingea jee Ouders van 8e vereenigiing „Landbouwhuishoudj' onderwijs" in Noordholland, oin maatregelen tegeu het onderbrengen van het landbouwhuishoudonderwijs, waar door de door de regeering toegezegde scholenbouw ten behoeve van het LandlxiuwnuisEoudoiiderwijs te Alkmaar bedreigd wordt. De vergadering was druk bezocht De voorzitter zeide. dat door bijzondere omstandig' Jheden de vergadering spoedeischend belegd was. Spr. heette daarom vooral de oudjeerlingcn en de vaders en moeders welkom, alsmede de leerareBsen softe niet hoe ontzaglijk sterk zij in die panr dagen geestelijk gegroeid was, hoe er in de lichte muziek van haar leven reeds ,en grondbastoon gekomen waia. Het leven met Fiorsen beteekende voor haar veel meer dan enkel kennis van „de menschelijke natuur", met haar misschien wel noodlottige ont- vankelijlkheid zoog zij reeds de atmosfeer zijner 'le vensleer in tóch op. Hij kwaim steeds in opstand te gen. het maar óp gezag aannemen van zoogenaam de waarheden; doch, zooals de meeste uitvoerende kunstenaars, bezat hij geen scherpe gave van be- redeneeren, doch sloeg 'hij enkel instinctmatig de verzenen tegen de prikkels. Hij kon intens genieten van eien zonsondergang, een geur, een aria een nieuwe Hefkooeing, of hij Het tóch meesleepen door medelijden met een bedelaar of een blinde, of door een plotselingen afkeer van iemand met groote voeten of een langen neus, of door haat tegen een vrouw met een platte borst of een uitdrukking van schijnheiligheid. Als hij wandelde, liep hij óf zeer snel, óf hij treuzelde, hij placht te lachen en te zingen, en haar te laten lachen tot zij er pijn in de ztjde van kreeg, en een hall uur later zat hij alweder verzonken in een vlaag van somberheid, waarin zijn geheeLe wezen opging. Zonder het te weten, deelde ook zij in dit zwelgen in sensatie, doch altijd gracelijk, met meer onderscheidingsrin, zoodat tój nooit anderer gevoelens geheel over het hoofd' zag. In haar liefdesverrukkingen vermeed hij haar ze- nulwen al te zeer te prikkelen, omdat hij haar steeds zijn genieten van haar schoonheid wist te doen voelen; en ook het haar voortdurend bijblijvende be wustzijn van niet te behooren tot de fatsoenlijke menschen, die zij aan haar vader had trachten uit te leggen, (maakte dat zij zich verzette tegen het gevoel, dat haar leven haar tegen de borst stuitte. Zij kon ridh niet gewennen aan het feit, dat hij an derer gevoelens volkomen negeerde, aan de alge heel e verachting, waarmede hij degenen placht aan te kijken, die hem zenuwachtig maakten en aan zijn maken van half verafaartbare opmerkingen juist zooals hij dit ook hald gedaan, toen hij en Graaf Roseck 'hen voorbijgingen bij het Schiller-standbeeld Zij kromp zichtbaar ineen bij deigelijke opmerkin gen al waren ze somS ook zoo bijzonder grappig, dat zij er om moest lachen. Doch onmiddellijk daarna deed dit haar pijn. Zij zag dat haar ineenkrimpen hem ergerde, en hem ertoe scheen aan te zetten, om nog meer amok te maken. Doch zij kon er niets aan doen. F*-s stond tój op en ging heen. Hij volg de haar, ging o, den grond zitten, bij haar knieën, en stak zijn hoofd; net als een groote kat, onder haiVenpeef me, mijn Gypi maar (het zijn ook zulke bruten. Wie zou daar nu tegen kunnen? Zeg het nu zelf eens wie zou daar nu tegen kunnen, behalve dan mijn Gyp?" En dan moest tój het hem maar weder vergeven. Doch op zekeren avond, toen hij gedurende het diner weder "hoogst behsedJgeud was geweest, antwoordde zij: Keien, dat kan ik niet volhouden. Niet tój, maar lij'bent' een bruut. Jij was verschrikkelijk onheb belijk tegen toenl" Hij sprong op mot oen gie'la&'t 'Vio- woedo en som- berheid en verliet het vertrek. Het was de eerste maal, dat hij in haar hijzijn had toegegeven aan ziin woede. Gyp zat bij het vuur, en voelde tóch zeer verstoord; voornamelijk omdat tój geen werkelijk berouw bad, dat rij hem gekwetst had. Feitelijk en de leeraren en den heer van der Molen, ren tegenwoordig er voor da Hollandsche Maatschappij van Landbouw welkom Spreker deelde hierop mede dat er tusschen hef ministerie van Landbouw en dal van Onderwas een verschil van mei „Tg bestap of hst landbouwonder wijs ai of niet ouder htadixxw oiyft. Sedert ver} leden -voorjaar is Zs toezeg^ og laan, dat naast de Tuinbouwscholen &cn school gtsuau 6u worden voor landbouwonderwijs en de geiden daarvoor zjjn reeds goedgriicund door de Tweede vu de Eerste Kamer, Hardende de kw-stis heeft men van de zijde van de Huishoud, es Industrieschool getracht dit "onder wijs daar onder te brengen. He< £- olg fa geweefl dat ons Riestuur en vertegenwoordigers van den landV bouw vergaderden en besloten tot het beleggen van deze vergadering, om te voorkomen, dat dit gebeurt, Wij' ais bestuur, .zeide spr. staan eenparig .op het standpunt dat het latidbouwhuisnoudonden. :js ook voor het huiselijke gedeelte geheel verschilt naar aard en wezen van het gewone huishoudanderwijs. Het land bouwhuishoudonderwijs is daardoor ten platte lande zoo sympathiek, dat het soms zonder moeite meer leer lingen krijgt als het kan plaatsen. Spr deelde hierop mede, dat bericht van verhin dering was ingekomen van Dr. Scheij, den heer da Boer. het Eerste Kamerlid, en van den heer Vas Visser alsmede van Mevr Spijkerman—Winkel te Hou- wert. oh schriftelijk had verklaard er sterk voor te zijn. bet landbouwhuishoudonderwijs zelfstandig h> houden blijft. Ook van vele anderen was een dergei lijk schrijven ingekomen Van mej. Mant Heine. directrice van het Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid, was oen kennisgeving van verhindering ingekomen, waarin zij tevens verklaarde; dat zij in deze geheel aan de zijde van het bestfiur stond. Hel leiden van hot onderwas in andere Lanen werd algemeen betreurd Van mej. Keulen, oudjeerares was een uitvoerig schrijven ingekomen, waarin zij als haar overtuiging uitsprak, dat het haar vcork- ann dat het bestuur van de Huishoud, en Industrieschool de zaak ten eigen bate ten nadeele van La udbc uwha Ehoudé onderwijs vertroebelde om de financiën van de school op .betere basis te brengen. De «dirij Etter oordeelde^ dat dit echter de ondergang van het Landbouwhuis houdonderwijs met tóch zou brengen, welke meening z ijgrondde op de ervaring, door haar bij het gewone huishcudonderwijs en bij het landbouwhuishoudondas- wijs opgodaanf 'Schrijfster constateerde, dat het be- stuur der Huishoud, en Industrieschool geen andere belangstelling voor het landbouwhuishoudonderwijs had getoond, dan waöneer het eigenbelang dut ritet zich Dracht. Een "i^en school oordeelde schrijfster noodig. De voorzitter wees er op., dat He schrijster 8 jaar onderwijs aan het landbouwhuishoudonderwijs had gegeven, waardoor haar oordeel van groote waarde was. r. De voorzitter zette nog uitvoerig uiteèri,. waarom het landbouwhuishoudonderwijs geheel anders was dan gewoon huishoudonderwijs De bewering, aai men meelt* op het terrein van het huishoudonderwijs was gekomen, noemde spr. onjuist. Slechts een verscnik- ktng van 5 pet. van de lesuren had plaats gehad; plus 84 uren, die er door beperking van vacatures be schikbaar zijn gekomen. Hét bestuur en spr. stonden op liet standpunt, dat men in geen geval het Iandj bouwhuishouaondorwijs moest overgeven. Actie dien de daarvoor gevoerd je worden. Of dat onderwijs zal ressorteeren onder Landbouw of Onderwijs, was van minder belang, als het maar tójn zelfstandig karakter blijft behouden en niet ondergebracht werd onder heit gewone huishoudonderwijs. Lijsten waren daarom op" gesteld, waarin betoogd Wordt dat onderteekenaara, oudjeerlingen en ouders van leerlingen, aandringen .op het zelfstandig bestaan van dat onderwijs en net spoedig bouwen #an de toegezegde scholen Spreker wekte op om het teekenen van de lijsten te bevorderen. Spr. vroeg daarvoor de goedkeuring van de vergadering, die onder applaus verleend werd, Spr. deed nog uitkomen, dat den Haag nu wei nief zal beslissen zouder dé vereenjging te hooren. Mei. Niemeijer was bang geweest, dat het Jand| bouwhuishoudonderwijs ten gronde zo ugaan. Spr. was daarom zoo blii. dat zooveel ouders waren opgeko) men. om hun belangstelling voor het zelfstandig be houd van dat onderwijs te toonen. >5pr. geloofde nu niet meer „Idat men het zou verliezen. Als mem voet bij stuk houdt, dan zal de rechtvaardige zaak het moe" ten winnen Spr. kom niet geiooven, dat het landbouw moest zij zich Ihlerotver toch ellendig gevoelen; meen de tój. Maar toen hij om tien uur nog niet terug was, begon, zij in ernst ongerust te worden. Zij hald iets vreeselijks gezegd! En toch naim zij in haar 'hart, wat zij gezegd had. niet terug. Hij was werkelijk een hruuit gewee&t. Zij hadi tóch gaarne verlichting wil len verschaffen door wat te spelen, doch het was nu reeds te laat om hiermede de andere hotel gasten nog lastig te vallen, en dus ging tój maar wat aan het venster staan kij'klen naar de zee, en tvoeide zich 'verslagen en verward. Dit was de eerste maal dat zij den vrijen teugel had gelaten aan haar gevoel tegfen wat Winsten zou hebben genoemd zijn „poenigheid". Was hij een Engelschman geweest, dan zou tój zich nooit aangetrokken gevoeld héb ben door iemand, die anderer gevoélens zóó kon kwetsen. Wat had haar dan wel aangetrokken? Zijn vreemd hei'd; het wilde in hem, de hypnotische aantrekkings kracht van zijn hartstócht ivoor haar, zijn muziek! Niets kon dat in hem verduisteren. Het aanzwellen, het deinen en zuchten in zijn spel was als de zee ginds, donker en met randen van schuim, die tegen de rotsen aanklotste; of gelijk de zee, diep van 'kleur bij daglicht met witte meeuwen er boven; of als de zee, met drie kronkelende paden, gemaakt door de heen en weer trekkende stroamingen, de heerlijke, lachende, zwijgende zee, die haar peiiloaze rusteloosheid in toom hield, wachtend om aam te deinen en wederom aan te vallen. Dót was het, wat tój van hem verlangde niet zijn. omhelzing en, zelfs niet zijn. aanbidding, zijn geest, of zijn eigenaardige lenig» knapheid die iets katachtigs had; neen, slechts dat in zijn ziel, dat zich een uitweg baan. de door zijn vingers, de lucht in, en dat haar tóel ■tot hem trok. Als zij, wanneer hij binnenkwam, eens naar hem toeijlde, haar armen om zijn hals sloeg, en tóchtzel/ve suiggeerde dat tój zich daar bij heen veilig voelde, en zich in hem verloor! Waarom niet? Het was toch haar plicht? Waarom niet ook haar orenjgde? Doch zij huiverde. Het een of ander instinct, dat te diep wortelde «m te analyse trein, iets ip bet hart har er zenuwen deed haar terugdein- Ben, alsof zij bang was, letterlijk hang om zich in Hafde te laten verzinken het subtielste instinct tot zelfbehoud tegen iets noodlottigs; tegen te ver ge voerd worden ja, het was als het eigenaardige, instinctmatige terugdeinzen dat sommigen woelen bij bet enkel tóen van een afgrond, een angst om er dichtbij te gaan, uit vrees dat zij er naar toe en over den rand Bullen worden getrokken door een onweer staanbare aamjrekkingrkiaidht. Zij ging haar slaapkamer binnen en begon tóch Langzaam te ontkleeden. Naar bed te gaan zonder te weten waar hij was, wat bij deed, en wat hij dacht, leek haar reeds een weinig vreemd; en tój ging beur haar 'langznam tótten borstelen met de met zilver gemonteerde borstel», naar haar eigen bleek gelaat starend, welks oogen zoo bijzonder groot en donker leken. Eindelijk kreeg zij het gevoel: „Ik kan er nteta aan doen! Het kan me niet schelen!" En, na in bed gestapt te zijn, draaide zij het licht uit. Het leek baar vreemd en eenzaamer brandde geen wuur. En toen vieil zij zonder meer in alaam. Zij droomde dat zij tusschen Fiorsen en haar va der op zee in een spoorwegcoupé zat, terwijl het water al' hooger en hooger steeg en zuchtte en klot- ste. Daar tój. evenals een hond, bij haar ontwaken altijd direct volkomen wakker was, wist tój dalt hij in het aangrenzende vertrek aan het spelen was, aan het spelen op detaen tijd van den nacht? Zij lag te luisteren nalar het beverig gespeeld, koesterend liedje; dat zij niet kenda Zou zij het bijleggen of izou zij wachten, tot hij dit deed? Twéémaal liet tój tóch half uit bed glijden, dtoch beide malen, als of het lot wilde dat zij de dingen hiun Loop zou la ten hebben, koos 'hij juist dat oogenblik om zijn toom te doen aanzwellen, en telkemmai dacht zij: „Neien; ik kan niet. Het is alweer Zoo. Het kan hem niets schelen hoeveel menschen hij wakker maakt. Hij doet precies wat hij wiil, en trekt zich niets aan van anderen". En na haar ooren met haar banden bedekt te hébben, bleef zij bewegingloos liggen. Toen tój haar handen er einideilijlfc afnam, had hij opgehouden met spelen Toen boorde zij hem kó men, en deed alsof zij sliep. Doch bij spaarde haar zelfs in haar slaap niet. Zij onderwierp zich aan zijn kussen zonder een. woord, terwijl haar hart tóch verhardde hij rook zeer zeker naar cognac. Den volgenden morgen scheen hij alles vergeten te zijn, Doch Gyp niet. Zij verlangde vurig te weten, wat hij gevoeld hlald en waar hij was geweest, doch zij was te trotsch om het te vragen. Gedurende de eerste weken schreef tój 'tweemdai aam haar vader, doch daarna kon tój dit hiel meert cn zond zij - hem enkel nu en dan een briefkaart/ Waarom zou zij hem vertellen van haar doen en laten, in gezelschap van iemand, waaraan hij zelfs niet denken kon? Had hij gelijk gehad? Het zou haar trots te zeer gekwetst hebben zichzelve dit te beJ kennen. Doch tój begon naar Londen terug te veria n1 gen De gedachte aan haar huisje was een lichtpunfjd in haar 'leven. Als zij eenmaal geïnstalleerd waren, en konden doen wat tój wilden, zonder zich bezorgd te hoeven maken over de gevoelens van anderen, zou het misschien beter gaan. Als hij weder in ernst kom beginnen met zijn werk, en tój hem hielp, zou alles anders worden. Haar nieuwe huis, waarin zooveel te doen was; haar nieuwe tuin, en de vruchtboomen^ die juist 'begonnen te bloeien. Zij kou honden en katten gaan houden, en zou paardrijden als haar vé- der in de stad was. Tante Rosamund en vriendinnen zouden komen en er zouden muziekavondjes gegeu ven worden, en misschien danspartijen hij .danste prachtig en was er dol op, evenals zij. En dan zijn concerten de verrukking vereenzelvigd te worden met 'zijn -succes. Doch bovenal, de opwinding reeds vooruit, dat zü haar huis zoo fraai zou mazen als zij slechts kon, met gedurfde proefnemingen in vorm en kleur Jïn toch wist zij in naar hart, dat dit voor- uitzien en verbannen van het heden, op zichzelf reeds een slecht teeken was. Van één ding tenminste genoot zij namelijk" van zeilen. Er waren onbewolkte dagen, waarop zelfs de Maartsche zon warm en er juist wind genoeg was Hjj schoot uitstekend op met den ouden zeeman, wiens boot tój gebruikten, want hij' was op tójin best als hij Tnet eenvoudige lieden was, wier taaltje hij on geveer even goed kon verstaan als zij 't het zijne dedsn. In die uren beleefde 'Gyp werkelijk eenige écht romantische gewaarwordingen. De zee was zoo blauwt, de rotsen en met bcséh bedekte uitloopers van dat gedeelte der zuidkust waren zoo droomerig in h«*> lichtende waas van ftet laufl. Den ouder, pikbroek vergetend, sloeg hij dan zijn arm om haar heem; hier op zee kon zij hem wel vergeven voor zijn ge. beek aan welopgevoedheid^ en was dankbaar dat tój

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 5