8ij den bouw der Kieuwe Wereld.
HET ONBEREIKBARE.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de RechtzaaL
Zaterdag 2 Augustus 1919.
62sle Jaargang No. 6457.
FEUILLET ON.
21.
t
Wal doen da Senatoren?
Als man de berichten uit Amerika getrouw volgt,
»weft het er allen schijn van alsof bot geheele plan
van den Volkenbond nog op het Laatste ooe-enblik
vol stranden.
wn^lllB<>n*vjSG,Utiefce t0fenstan|d»r8 misgunnen hem
biiklaar hot. succes dit wereldwerk tot stand te
hebben gebracht In den beginne toen Wilson zijn
veertien punten bekend maakte en rijn volkenbond-
plan scherper gronslijnon begon te vertoornen, was
er ook al oppositie. Niet zoozeer tegen toet plan-zeil
als tegen die reis van het staatshoofd der repu
bliek. Immers in die honderd veertig jaar had nooit
een president het grondgebied ook maar één dag
verlaten en thans zou Wilson, afwezig blijven niet
voor dagen dodh maanden achtereen.
Op allerlei manieren poogde men te verhinderen,
dat hij zon gaan, zonder dat er eendg ander motief
werd' aangevoerd; dan het ontbreken van een presi
dent. Natuurlijk was er een geheel ander motief
en wel dit, dat do republikeinen vreeeden, dat het
welslagen van Wilson'» plannen heem «n daardoor
de democratische partij zóó sterk zou maken, dat
het met den republlkelnschen, d.w.z. conservatieven,
invloed lange jaren gedaan zou zijn
Zoodra het echter bleek, dat president of geen
president Wilson's reisplan vaststond, gooiden
de Senatoren het over een anderen boeg. Zij wezen
er op, dat de verkiezingen een verschuiving dn de
samenstelling van het Congres tengevolge hadden
gehad, waardoor de meerderheid niet meer achter
den president stond. Daarom verlangden zij dat de
delegatie niet uitsluitend uit creaturen en ministers
van Wilson zou bestaan, doch dat daarin ook ver
scheidene republikeinen zouden worden opgenomen.
Het was duidelijkkwami de Volkenbond tot stand,
dan zou het door de medewerking der republikei
nen zijn geweest. Mislukte het, dar was het de
schuld der koppige democraten en speciaal van
Wilson.
Toen ook dit plan werd' geketst, begon Senator
Lodge te protesteeren tegen de geheimzinnigheid in
Darijs. Men zette zelfs een campagne op touw tegen
Creel, den chef van den officieelen informatiedienst
in Washington en tegen den postmeester-generaal
Hurleson, dien men beschuldigde door zijn censuur
allerlei gewichtig nieuw» te verdonkeremanen. Ten
slotte rustten de oppositiemannen een eigen expe
ditie van Senatoren uit die als dwarskijker» naar
Parijs gingen om Wilson op do vingers te zien.
liet baatte wederom niets. Wilson ging zijn gong,
beperkte de eigenlijke hoofdcommissie, die in Pa
rijs het werk deed, eerst van tien tot vijf, later
zelf» tol vier en drie leden, zoodat in het geheel
geen „lekkage" meer mogelijk was.
In arren moede gingen de controleerend e Sena
toren naar huis, niets wijzer geworden, dat uit wat
Wilson zelf of een „goed ingelicht" journalist hun
wel had willen modedeelen en wat zij- even gemak
kelijk in Washington of New-York in hun ochtend
blad hadden kunnen lezen.
De oppositie had dus tijdens de besprekingen wei
nig succes. Hoogstens, dat zij de officieel© verkla
ring der conferentie kregen, dat de Moenroeleer kon
blijven voortbestaan en volstrekt niet strijdig was
«net den Volkenband.
.Dit succes bevredigde natuurlijk geenszins. Doch
zij hadden den tijd. De Amorikaansche wet schrijft
immers voor, dat weJ de President traktaten sluit,
doch dat de Senaat' ze moet goedkeuren, alvorens
zij van kracht worden.
Dat was het machtsmoment voor de ontevreden
Senatoren. Als zij de ratificatie op een of anderen
grond weigerden, waa Wllsons werk een fiasco. Der
halve begon er een vitterij zonder weerga. Sloeg
men hun één aanmerking uit de hand, dan kwa
men er twee nieuwe voor in plaats. Vaak klein en
gezocht on waardeloos, soms echter, handig, zoo
voorgesteld en opgeblazen tot het iets wezenlijks
IaaV
Wilson had te veel toegegeven aan de anderen,
heette het. In de kwestie van Shantung maakte
Amerika zich China tot vijand om de Japanners te
plezieren, met wie men steeds op allerlei gronden
vooral wegens die immigratie van goedkoop© Ja-
nansche werkkrachten bijv. in Cattfarnië op ge
spannen voet stand.
was 0611 argument, want metterdaad is deze
-.geling zooals wij hier ter plaatse hebben aan-
ge voonn met in overeenstemming met de veer-
TT,arKer no* met recht en
billijkheid Ook bet garantieverdrag, dat Engeland
enAmerika met Frankrijk zouden sluiten als ver-
voï6 6611 n^nwen Duitschen aan-
redsiwm ^Cf\/r0erd"o ■Ailwoeir niet zonder ©enige
de^ vrede ^laU?r. Lodg® redeneert: als
Volkenbond eenige waarde h<*£
ra ©en speciaal verdrag?
vrerl^tiiH V0rder Ra-»* en in bet
voorgMtold tractaat niet alleen het bewijs wil zien
dat de Volkenbond niets waard is, maar ook dat
Amerika nu dubbel gedwongen ls ten plezier».- van
een paar twistzoekende Europeeecbe landen straks
opnieuw in den oorlog te gaan.
Natuurlijk is deze, voorstelling van zaken niet
juist en reeds bij de eerste bespreking van het vre-
des verdrag 1b het in Parijs iiitoen^ozftt, weLke ino-
lieven er voor Frankrijk bestonden om extra-waar
borgen voor zijn veiligheid te verlangen.
De menschenverliezen van Frankrijk, welks bevol
kingscijfer toch &1 daalde, waren zoo groot, de her
bouw van het verwoest gebied stelde zulke eischen,
<i»i t frankrijk er niet aan kon denken een zóó groot
legor op de been te houden om tegen een onverhoed-
schen aanval ten allen tijde gedekt te zijn.
Daarom moest het Rijngebied blijvend gedemobi
liseerd .worden en moest Frankrijk ook weten, dat
net ten alleen tijde kon rekenen op twee machtige
helpers.
Voor wie overtuigd is, dat Duitschland de bepalin
gen voor zijn ontwapening zal naleven en dat de
statuten van den Volkenbond geen doode letter zul
len blijven, i» het speciale garantietractaat natuur
lijk ovorbodlg en wie het noodig vindt geeft daar
mede zijn wantrouwen ln de rest te kennen.
Een andere vraag edhter ls of men het Frankrijk
mag kwalijk nemen een beetje of heel erg wan
trouwig te zijn. Komt het tot een botsing in de toe
komst en wij weten hoe Hindenburg zelf ln zijn
jongste intervew met Von Wiegand uitdrukkelijk
zegt, dat alleen een verblind idealist dezen oorlog
voor den laatsten kan houden dan is het niet
Engeland of Amerika, doch weer Frankrijk, dat den
stoot heeft op te vangen. En te weerstaan, tot de
hulp van overzee gereed is. Geen wonder, dat Frank
rijk aandrong op extra-waarborgen, dat die huLp in
dat sfeval tenminste zeker was!
Geen wonder echter ook dat Lodge en de zijnen
er een wapen uitsmeden tegen .Wilson.
Toch zou het den president vermoedelijk geen al te
groote moeite kosten om die oppositie te overwin
nen, wanneer hij zich direct aan het volk wendt,
dat naar het groote resultaat kijkt en niet let op
politieke haarkloverijen.
Veel ernstiger evenwel ls de houding van den
roegeren president Taft, die zelf voorstander is van
den Volkenbond en stichter van den Bond tot af
dwinging van den vrede (League to Elnforce
Heace), doch tljans ook met critiek komt. Een kri
tiek, nog gevaarlijker omdat hij het niet laat bij
;i fbreken en bij algemeenheden, doch met amende
menten komt.
ivu-e der veranderingen, die hij wenscht, gooien
heel liet plan en alle gotroffen regelingen in dui
gen. IIij wil n.1. Amerika slechts op proef, gedu
rende bijv. tien Jaar, lid Laten worden. Zoodat het
desgewenscht dan zijn vrijheid van handelen weer
kan hernemen. Deze houding van het machtigst lid
zou patuurlijk alle» op losse schroeven zetten. Nog
belangrijker is de tweede wijziging, die direct tegen
Engeland is gericht en die een verbod inhoudt, dat
koloniën enz. zelfstandig lid kunnen worden. Daar
mede zou Engelands overwicht bulten den Raad van
Vijf verdwijnen, aangezien het nu in de algemeen©
vergadering steeds op Afrika, Australië, Canada en
Indië meent te kunnen rekenen. Ook de mandaten
pm de vroegere Duitsche bezittingen, die de twee
eerstgenoemde dominions hadden verkregen zouden
daardoor te loor gaan.
Het is dus ontegenzeggelijk, dat zware onweers
wolken zich samen pakken boven Wilson en zijn
werk.
Zet de Senaat door, neemt hij Taft's amendemen
ten over, dan is het logisch gevolg, dat alles over
moet worden gedaan, dan wel, dat Amerika, nadat
de andere landen reeds in vrede met Duitschland
leven, nog eens zelfstandig met Weimar moet gaan
onderhandelen.
Het schijnt te hopen, dat de Senatoren wijzer
zullen zijn en liever op den Volkenbond zullen ver
trouwen om die wijzigingen door te zetten, die zij
voor noodig houden of zeggen te houden.
Anders duurt de periode van onrust en verwarring
nog langer en raakt 'Europa, dat het in zoovele op-
zichten thans van Amerika moet hebben, nog meer
in de verdrukking.
UITKIJK.
„INBREKER".
Koen de Mare sloeg zich, met beugen, slag van kn
dikke knuisten ,op de }mi«\
Neem die wei onbetaalbaar... Zooiet» bad hij nooit
doorleeld. Dat was eenvoudig, uniek
Herrit kon zooiets fitten vertellen-, alsof 1 de meest
gewone zaak ter wereld was. Met een wet bedremt-
meld, verlegen gezicht. Als Óen lengen, die op mts
ondeugends geattrapeerd ls. Hif tiad roode, fnsch-)
blozende, geschoren wangen en eerlijke, goeige oogén
In tegenwoordigheid van zijn.^de, mevrouw Melanie,
voelde hij altijd iets van min waardigheids, en afhunker-
bjkheidsbesef, dat in hem gelegd had tegenover vader.
liij had 't in kring van Intieme kermissen, die hem
allen wel mochten iijoen en alten een klein tikje min*
achf-- -
Karei, rtefi meneer Gerrit aft, neen, schei naar
aft. Ik doe het niet, 't i» vee He gevaarlijk. JEieÜ
zweet parelde hem op het voorhoofd Zijn oogen
puilden üii de kassen. Zgn handen waren klam. Als
Melanie nu eens plotseling thuiskwam.- Een gevoel
van mateloos afgrijzen bezorgde hem die gedachte
Schei ntt, riephg nog eens. Maar Jongman
wierp hem knipoogjes toe van i Houd je nu toch
bedaard, 't Gaat prachtig..
Al #e moeite en voarbereéding mochten toch niet
vruchteloos rijn. Jongman) had net plan zoo "fijn, zoo
zijn oude Jcha
zouden gaan. 't Viel juist
samen met het Congres,
dat h(j zou bijwonen. Maar_. mevrouw Melanie was
gewoon zijn ultgBVda
oen kwartje af te berekenen. Zooveel voor dén ^réln.
voor zoo'n gelegenheid tot op
aven... Nu ja, dit
voor logies, eten, onvoorziene uitga-
laatste kon men rekbaar maken. Melanie hield" ervan
zeer pauw af te bakenen. Wat is nu
->m ae grenzen
mvoomen, He?.... Een hoed. die afwaait Een scheur
om de
04
In oen jas of zoo. Mei de mogelijkheid van portemon*
naie verliezen e.4 hield mevrouw zich niet op. Vijf
gulden voor „onvoorzien" achtte zij ruim genomen.
Meneer Gerrit berustte.. Knikkend, zuchtend, niet we
tend ..op welke manier hij "de situatie zou kunnen op
helderen. Hjj 'was een zeer geapprecieerd lééraar aan
de fl.B S maar voor het gewone leven deugde Ger*
rit niet.
Urenlang had hg liggen en ritten piekeren over de
vraag, hoe dat Anistemamsche reiske wat ruimer te
kunnen maken". Toon en Wim, zijn twee vriendeb
van al dertig jaar her hadden een Leuk program.
Er was iets m meneer Gerrit's gemoedsleven, dat hem
deed haken naar wat joligheid Toon had "t in hem
wakker geroepen, 't Was niet heel „erg". Een leuk*
gemoedelijk, gezellig intiem dlnertje, met eên smaken
lijk potje w(jn. Een rijtoer als 't mooi weer was. Hier
en daar 's even kijken. Gerrit pette al verschrikte oogen
op, toon Toon daarop zinspeelde Maar Toon stelde
hem gerust. Moest ie nu oens aan hem 'overlaten.
Alles goed en wel, zei Gerrit, maar -de lieve
oenten.
Toon snapte niet dadelijk, De apder had een tjp*
hoor lijk inkomen, geen kinderen. Mevrouw Melanie
had (wisten ze) een aardig duitje meegebracht.
De lieve centen.-. Hoe bedoel je dat?... vroeg
Toon, werkelijk verbaasd. Hjj' wist, dat meneer Gerrit
panloffelheld "was. Maar toch...
En de man, die door gade bestuurd, geleid, bef
heerscht werd hij vertelde. Dat vrouwtje, deksel van
geldkist stjjf dicht hield. Zijn salaris bracht jhij haar
maandelijks, zonder ooit eraan lp denken, iets voor
zichzelf te houden. Hg ontving dan een tientje Moest
daarmee toe tot ultimo van de volgende maand.
En Melanie had zich herhaaldelijk uitgelaten, dat 't
eigenlijk zonde en schande was.... Toen de club „Nos
junglt Amicitia" veertig ""jaar bestaan had,Gerrit was
er al twnlig jaar Jid van had hij hiel voor (pijn
doen, gruwelijke moeite een extra.'ienlje losgekregen.
Waar dan alles in begrepen was; bijdrage voor het
feest, zijn onkosten fuËavond en nog meer.
Tja, dat 's loolijkor, erkende Gerrit, Do oude adbats
inch ton er niet aan om hem duiten voor t© schieten.
Gerrit zou z© nooit van z*n leven kunnen teruggeven.
En mevrouw Melanie zou zich van zulk „obligo^ niet»
aantrekken.
In vriendenkring, waar ook de
do Mare was had meneer Gerrii
licht. Hij kwam er rond voor hit.
niet poo heel veel ongewoons in de zaak.
Maar 'je bent toch apresjout de baas, riep een
var do lui üSt,. Genitje mot onverholen minachting
aankijkend, woes een kerel Zeg tegen jé vrouw: Wijf,
je zorgt, dat hier binnen een kwartier honderd pop
liggen of jk 'regel van dit oogenblik af zelf de zaken.
En daar blijf ie dan bij.-. Waarop'de kordate met. rijn
borrel. Rood van opwinding
ft, Edn misse*
kordater. Bah.
ebt goed pra
DOOR JOHN GALSWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
Dien avond dineerden zij buitensbuis en gingen
naar de .^Sprookjes van Hoffmann". Door deee kunst
middelen waa bet baar mogelijk nog eenlgen tijd
langer udit te stellen wat rij' van plan was te doen.
Gedurende den rit naar biul» ln bet donkere buur-
rij tuigje, drukte zij zich zoo ver mogelijk in baai
boek, onder voorwendsel dat zijn arm baar japon zou
kreuken; baar gekwelde zenuwen waren toch reed»
overspannen. Tweemaal waa zij op het punt uit te
roepen: „Ik ben D&pbne Wlng niet!" Doch telken
male smoorde baar ft rota de woorden in haar keeL
En toch voelde zij dat zij er uit moesten. Welke
andere reden 'kon zij vinden qtv hem uit haar ka
mer te houden?
Doch toen zij hem in den spiegel achter haar zag
staan hij was als een kat de slaapkamer bdnnen-
gee lopen werd zij bevangen door een zekere woe-
de-razernij. Zij kon, 't bloed haar eigen bleek© ge-
zedd 'rij' WV6ratroomiein' 0,1 terwijl zij zich omkeerde,
„Neen, Gustav, ga maar naar de Tnm-nt &v k an-iar, al»
je iemand' noodig hebt om je gezelschap te hou
den".
iHiJ deinsde tegen het voeteneind van het bed en
staarde haar met doodsbleek gelaat aan, en terwijl
Gyp zich weder naar den spiegel wendde, 'ging zij
kalm voort met de haarspelden uit haar te
nemen. Minsten» een minuut lang kon zij hem daar
t zien leunen, terwijl hij zijn hoofd en banden bewoog
i alsof bij pijn bad. Toen ging bij tot haar verwond»-
iring heen. En een vaag gevoel van berouw ver-
Icneiigde zich met dat van bevrijding. ZIJ Lag lan
en tijd wakker, toekijkend hoe het schijnsel van
et vuur beurtelings bet plafond helderder en don
kerder maakte, terwijl aldoor aria's uit de „Sprook
je» van Hoffmann" baar door het hoofd gingen, en
^•©dachten on verbeeldingen kriskras door baar op
gewonden brein schoten. Toen zij eindelijk in slaap
viel, droomde zij dat zij duiven uit de hand voerde,
en dat een er van Dapbne Wing was. Met schrik
ontwaakte zij. Het vuur brandde nog, en bij bet
licht hiervan zag zij hom e^tn het voeteneind neer
hurken, Juist zooals in den nacht van hun trouwen
hetzelfde hongerende verlangen in zijn gelaat, en
met een arm uitgestrekt. Voor rij iet» zeggen kon,»
begon hg:
„0, Gyp je begrijpt het niet! DAt heeft allemaal
niets te beteekenen jou alleen wil ik hebben
altijd. Ik ben een dwaas die zichzelf niet behear-
Bchen kan. Deuk toch! Het is al zoo lang dat je van
me weg bent".
Met ?en koude, harde stem zeide Gyp:
„Ik vdde geen kind hebben".
Hij zeide snel: „Nee, maar nu Je bet hebt, ben
je er big om. Wees niet meedoogenloo», Gyp! 't Ligt
v»el meer in je aard om medelijden te hebben. Dat
meisje dat is allemaal afgeloopen ik zweer het
je ik beloof bet je". Zijn hand raakte haar voet
aan door bet zachte dekbed been. Gyp dacht„Waar
om komt hij toch 'hier bij mij lamenteeren? Hij heeft
niet de minste waardigheid-* En zij zeide;
„Hoe kun je dat nu beloven? Je hebt bewerkt dat
het meisje je liefkreeg. Ik zag het aan baar gezicht"
Hij trok zijn hand weg.
„Heb je baar dan gezien?"
Ja".
Hij zweeg, en staarde baar aan. Even later begon
hij weer:
„Zij is een Idioot wicht. Ik geef om baar beele
licii aam niet zooveel als om een vinger van jou.
Wat komt het er op aan wat men op die manier
doet, zoolang als je zoo'n kind niet Hefheibt? Do
ziel/niet het lichaam, is trouw. Een man bevredigt
zijn' lusten dat beeft niets te beteekenen.
Gyp zeide: „Misschien niet, maar wat wel iets
beteekent,, ls, dat je anderen er ongelukkig door
maakt".
„Heeft bet Jou dan ongelukkig gemaakt, mijn
Er klonk iets als hoop in zijn stem. Verschrikt
antwoordde zij: „Mij* Neen baar
Haar? Oho! Voor baar is het een ondervinding
—"het is het leven. Haar zal het geen kwaad doen
„Neen ,er is niets dat oen ander kwaad doet, al»
het Jou maar genot verschaft".
Na dat hittere antwoord zweeg hij langen tija, en
slaakte van tijd tot tijd een diepen zucht. 1 eikons
klonken zijn woorden in haar hart: „De ziel, en me
het lichaam is trouw". Was hij haar per atot trouwer
dan zij ooit geweest was, ooit kón zijn, zij. die b^o
uit IJdelheid getrouwd had, Je. uH wat eigenlijk? L
plotseling zet de hij:
„Gyp! Vergeef het me!"
ij slaakte een zucht en wendde het gelaat aj
'HIJ boog zich over naar bet dekbed. Zij kon hem
diep hooren ademhalen alsof hij snikte, en, teiaia-
den van haar geestelijke moeheid en hopeloosheid,
begon zij een zeker medelijden te voelen. Wat kwam
het er ook eigenlijk op aan? Met een heesche stern
zeide zij:
„Heel goed*ik vergeef het je*.
spotziekjustige Koen,
rit 't geval ook toege-
uit. Vont eigenJjjk
tikte om
ten. Je kent haar niet-.
De ander haalde de schouders ongeduldig óp..
Men is man of mion, is 't biet, zd hg, wat schor
van nijdigheid. V
je weet toch waar zij do mummi bewaart
Ik bedoel gaven en zoo... zei Jongman, die altijd
iemand vafc vindingrijke geest Vas geweest en in oe
club zonder datje het wist, lichtelijk gewantrouwd werd.
Meneer Gerrit knikte.
Welnu, dam Al Tqn8mnn, 411 wiens groenige
oogen iels van hebzucht en sluwheid schitterde wel
nu dan._. En hg wenkte meneer Gerrit. Ging vlak
naast hem zitten. Ze fluisterden druk. De anderen
blven buiten 'J geheim.
't Is maar oen mop, zei Jongman, later hooren je
lui 't wel. Ik 'zal dat zaakje
geven, en er voor zorgen zou dat .aan Dephne
iedere gelegenheid .zou worden
HOOFDSTUK XIV.
De mensch heeft een wonder vermogen om onaan
gename dingen te verduwen. Gyp geloofde geen oogén-
blik, dat het nu geheel uit was met Daphne Wïng.
llaar sceptisch instinct zeide haar, dat wat Fioisen eer
lijk van plan was te doen, iets geheel anders was dan
wat hij onder den druk dier omstandigheden 'Werkelijk
zou doen, ais deze omstandigheden slechts zorgvuif
dig binnen zgn bereik werden gebracht
Sedert haar terugkeer was Roseck ook weder op
het tooneeJ verschenen, zeer op zijn hoede om zgn
vroeger begane fout niet weder lp herhalen, doch liaar
geen oogenblik bedriegend. Hoewel zijn zelfbuheèrscbing
tvon groot was als die van Horsen gering, voelde
zij, dat hg zgn vervolging van haar niet nadf
te zien." Doch haar trots stond toe ooit over
het meisje te
over
otndatHPI
aanval een verkeerde richting was ingeslagen,-; en F tor
sen omdat rijn temperament hem»piet toeliet de waarr
heid te spreken. Nu zjj er zich toe gezet had Je dul^
den, kwam zij tot xte slotsom, 'dat zij ln het heden moest
leven, en nooit over de toekomst, ja, zelfs zoo weinig
mogelijk aan \yat dan ook moest denken. Gelukkig
wordt dit laatste door niets zoozeer bevorderd als door
het hebben van oen baby. Zij Wijdde zich met haar
geheele wezen aan het kind. Het was een érg zoet
kindje, en dpor haar gezichtje aandachtig gade te slaan
en het warme lijfje .tegen zich aan te drukken, slaagde
Gyp er iederen dag in zich aan da werkelijkheid te
onttrekken en zich te brengen in den gobypnodsccrd.va
toestand van moeders, en herkauwende koeien. Doch
het k-inH shep veeL, en dan ook bemoeide Betjty er
zich vaak mede, Die uren en het waren er vele, (iié>
len Gyp zeer zwaar. Zij had alle belangstelling in h4
zich kleeden en het opsieren van hapr huis verloren,
en behield er pog juist genoeg van om haar netheidszin
te bevredigen. Ook het geld werd schaarscher onder toe
der invloed van Fiorsen's zeer ongeregelde behoef^
ton. Als zij zich tot lozen zette, verviel zg bijna dar
delijk in sombere overpeinzingen. Naar de muziekka
mer kon zij niet gaan, en zg had den drempel er van
niet overschreden sedert haar terugkomst, en de toen
gedane ontdekking. De pogingen van fcmte Rosamund
om haar mee te krijgen naar jours en partijen Varen
vruchteloos die gaven haar geen genoegen, meert,
en, hoewel haar vader nog web kwam, bleef hij hooit
lang uit vrees Ftorsen te zullen ontmoeten. Bij dezen
stand van zaken keerde Zij zich hoe langer hoe mee®
naar hiaar eigen muziek, en op zekeren morgen, toen
zg benige composities uit haar meisjestijd tegenkwam,
zoo
voorbereid.
Voor
Z*n huis.
Dien
't Kwam
bedacht.
llwtMH
kan'.e
van drie lot vijf uit. Dat mankeerde nooit
Gerrit eren teletoneérén naar
zekerheid
'e;\ olguas Jongman Of *t «Ie was.
Vervolgens jhuf.
meneer Ge.rrit geen te» je gevéo.
uk. Jongman had (ju tnise en soene
raam opengeschoven voetstappen op
hier en daar rommel... Nog een paar mar
den.-. De meid was achter. In de
stille straat kon ©en inbreker met wat durf en wat
„veine" best iets probeeren op dat uur. De leveranrf
caers waren dan geweest in de huurt. Hij moest natuurlijk
op Hjn teilen passen, Gedruisch. en gerukchloos wa
ren ze binnen gekomen. Dadelijk had Jongman go-
zorgd, dat de schel van jje straatdeur geen contact
had... Do meid moest niet merken, dat meneer thuis
Anders was natuurlijk alles verloren, 't Moest
meester
Bantam
omgman was een
was 'het
van mevrouw Melanie
pen op «an»
minuten slopen
latend gauw, gauw ©en
bleef, dal oe buren meneer
zien hadden.
vliegensvlug gaan. Maar jongn
in Eet „vak". In eën ommezien
•v Melanie open geld lag voor het
wijzing van Gerrit. Binnen .hoojstens
5cn zij de gang door de straatdeur
zdjakaa? -
Gerrit
et grij-
tien
open-
in. Het gevaar
en Jongman ge-
Zij .jpnden voort. Meneer Gerrifs boord was een
touwtje gelijk, 't Zweet droop hem over jas en vest
deed 'elkens zijn bril afglijden. Jongman haalde
toen zij goed en wei in derdarangscafé zaten een
nieuwe boord voor hem. Liet hem cognacjes drinn
ken om .tojj Je komen".
Toen gingen .zij hatellen. De bultJongman
had maar een fiksche greep in het wüde gedaan
was giet onbeduidend. Vier bankbiljetten en twee efi
toeten, die mevrouw Melanie had klaargelegd om naar
den kassier te brengen, morgen.
Een kleine vierhonderd pop, Jongman vroeg iets.
Meneer Gerrit knikte. Van dat 'f goed yas, aat de
In meneer
andere er zestig gulden af mocht nemen, als leening.
aer Jongman's groenige oogen flikkerde
mop had hem geen windeieren gelégd,
hij iprak Gerrit moed in. Hielp hem de bankjes be,
Éd
hoedzaam Wegstoppen. Dat Melanie er niets van merk
te. ',t Effect-.. Ja, dat was lastiger. Natuurlijk zou Me
lanie aangifte doen. Zeer waarschijnlijk had gij de
nummers genoteerd.....
Bewaren, zei Jongman, secuur bewaren. Thuis
iuw achteraan ln je schrijfbureau'sluiten... Denk daar
vredesnaam ogj._ Meneer Gerrit beloofde.
Sidderde als hit aan bet uur van thuiskomen dacht.
ken.
Jongman liet hem wat eten. Nog meer cognac -drin-'
n. Gerrit werd, soezerig, slaperig, loóm_onvet
Dat vond de ander pok 't nest in de gfegev P
heden. En toen meneer Gerrit eindelijk thuiskwam,
vond hij er vreemde mensch en. Rechercheurs van po
litie waren aan het rondsnuffelen. De wij k-com missa ris
was zelf even komen kijken. Ln het ochtendblad stond
oen lang© bespiegeling over «de toeneméndó én ongtH
hoorde brutaliteit, der
aanleiding van de
deftig buurtje, bij
S.
En twee dagen na het gebeurde waa mevrouw Me*
Ianie aan het rondneuzen in het studeervertrek van haar
echtgenoot. Vond ze sleutels zitten .op het schrijfbu
reau. Ging zg ritten in stoel van meneer Gerrit Schoof
zij landjes open en dicht Neusde ze in papieren-brie!
ven en andere stukken. Eigenlijk half werktuigdlgk.
En onverschillig Ze wist wet. verrassingen" vyaren
hier niet te vinden Mevrouw Melanie geeuwde éénst
Keek óp d'r horloge. Wilde bureau weer sluiten
Woelde nog eens in paperassen En plotseling voelde
zü 'punt van zeer hard papier. Haalde 't te voorschijn
Werd bleek. Het stuk gleed uit haar bevende hand
Met de sidderende vingers veegde zij het torgnét al
Maar jas had goed gezien 't Was het effect Dat
'j "de inbraak gestolen was uit haar bureautje..)
.©vrouw Melanie woedde met dejrillende vingers door
een visioen
was de gruwef
lüka ontzettende jvaarheid. Gerrit de man met de
kinderlijke trekken de onschuldige oogen de gedweéë
manleren, hij was de meest geraffineerde huichelaar
de meest gruwzame bedrieger.. Dienzelfden dag had
meneer Gerrit oen lang en voor hem zeer pijnlijk on-1
derhoud op het Bureau van Politie, Hing oen -straf*
vervolging wegens valsche aangifte hem boven 't hoofd.
Mevrouw Melanie heeft bij 'eten Commissaris, vervol*
gons bij den Officier van fustitio zitten smeeken, ritten
schreien, handenwringend en wanhopend om geen ger
aan de zaak "te geven.
,n 't is haar gelukt. TorwiLlo van baar liet de jus
titie ook Jongman, den medeplichtige verder met ruist,..
zich voor
op
nam zfj een besluit. Dien middag kleedde
het eerst sedert maanden met genoegen,
weg, de FebruariJkoude in.
Monsieur Hannost bewoonde de
vlocrs van een huis in Marylébone Road.
zijn leerlingen in een groote achterkamer,
op een klein tuintje. Waal van geboorte, en met groote
vitaliteit, werd hjj slechts langzaam oud» en had een
weeke plek in ajn hart behouden voor vrouwen, en
een waren hartstocht voor nieuwigheden, zelfs voor
xtdekking
kamer, die uitzag
nieuwe muziek. Iedere nieuwe onld
maakte, dat
hoen en weer schudde, als een pompzwengel.
Toen Gyp in dit vertrek gelaten werd, dal ^j zich
nog jsoo goed herinnerde, zal hjj, met zijn Vingers in
zjjn stijve, grijze haar begraven, te treuren over een
leerlinge, die zoo luist was heengegaan. Hjj Stond
niet dadelijk op, doch keek Gyp strak aan.
„Ahal" zeide hij ten laatste, «mijn oude vriendimt-
notje. Zjj is teruggekomen. Nu, dat is
hjj haar pp de hand likte, keek bjj 1
dat een voor die dggen zeldzame warmte
Toen ging hjj naar den schoorsteenmantel, en nam er
een bosje Parmajvtooltjes af, die klaarblijkelijk door
zijn laatste leerlinge gekocht waren, en "hield ze haar
onder den neus. „Neem ze neem ze ze *va*
jn ouae vneaan*-
i goed." En terwijl
haar in 't
varmte vertoonden
ren voor mij 'bestemd. En hoeveel heb je nu wel
vergeten? Kom!' Én Jerwjjl hjj "haar bij den elleboog
vatte, drong hg haar hjjna naar piano. „Doe je
bont af. Ga zitten."
En terwfjl Gyp haar mantel uitdeed, vestigde bij
op haar zjjn" bolle, bruine oogen, die jjcwegehj^
rolden tn hun lichtelijk met bloed neloopen wit, onder
zware oogleden en overhangende wenkbrauwen. Zij had
wat Ftoreen noemde hagr „vliegenvogJ tjesjitouse aan
donkerblauw en vieuxrose en zag er heei hef en
zacht uit onder haar bontmuts. Het was alsof monsieur
Hannosfs Flik haar indronk; en toch was die blik
niet onanngpm^nm daar er het aenigszms weemoedige
verlangen van oude menschen in lag, die de schooif
heid Beminnen en voelen dat hun tijd om haar .te
zien opschiet. f
„Speel me de „Carnaval" eenszeide hjj.1
zullen we al heel puw zien wat je nog weet."
Gyp speelde. Tweemaal knikte hij; eenmaal tikte
hfl tnet zjjn vingers tegen zijn tanden en liet haar het
wit van zgn oogen zien wat beteekende: ,,Dét moet
heel andera worden." En eenmaal gromde nij. Toen
zij 'klaar waa gühg hjj naasL haar zitten, nam haaif
hand in de zijne, en terwijl hij naar haar vingers keek
bqgon hjji
w