Uit bet Hart van Holland.
HET ONBEREIKBARE.
TWEEDE BLAD.
Schetsen uit de Rechtzaal.
FEUILLETON.
Staatsloterij.
Zaterdag 20 September 1919.
62sfe jaargang Nu. 6405.
Zy wendde om, nam rich scherp op in den
troonrede die
aoo om'
in auen laren «Mn de peraarephen der troot
0 buiienlaiKUclis betrekkingen bandelen
\Liiik en gewichtig geweest.
^1 kon tnoeiiijk anders, nu we niet alleen de quaes-
rie met België heöoen. die «org en aandacht vereis cht,
r nu er bovendien een Voikenboud tot stand is
«komen, «Be op allerlei wyze zulk een invloed zal
hebben, niet alleen op de buitenlandache relaties, maar
/wik oO deloDsia i
Ue rinsnedeu. die den Volkenbond vermelden, had-
Am wii tnel alle mogelijke waardeering der behoedzaam
'r„j onzer regc.nng. andera gewenscht Sympathieker
'lurtnsr voor n« plan. dat ook voor Naoerknd vau
inriaeni W"n«
Wij hebben het gezien hoe Spanje, toen die inkt
der onderteekeniugmi in Vereailles nog nauwelijks droog
-^3 aanstonds verklaart le willen toetreden en als
,id "werd opgenomen. Reeds dadelijk was een Span-
ed tot Ud van een der gewichtigste commissies
wnd.
Nu zal toch zeker niemand beweren, dat Spanje
voii groot* internationale beteekenis is. dan Nodor-
Uuil Noch commercieel, noch eoenomisch, noch fi-
uamiieti is bet in staat een rol te spelen, als N<y
darlancL op zich zou kunnen nomen, als het dat wilde
ije mibioenou nieusc hen in ZuitLAmezika die Spaainsch
«gekcn (vergeet niet dat Brazilië. Portugeesch spreekt,
ea dat ook in andere ZuiiLAmerikaanscnc landen die
heide talen vrijwel door een worden gebruikt) wegen
locli «eikei in cultureel belang piet op legen Vlaanderen,
Zuid-Afrik a en onze kolom fin.
Toch deed Spanje den stap. dien Nederland nog
nie: durft wagen.
Wij villen de kat uit den boom kijken, afwachten
tot ae totstandkoming van den Voikeronbuaid zal zijn
verzekerd. Dan zullen ook wy hot lidmaats, t ap gaan
ambieereo. D.w.z zoodro Senator Lodge ende an
dere repubiikeinschc gegadigden naar een presidentscan-
didatuur inzien, .dat zy met hun gesputter, hun re.
serves, en hun amendementen nieta bereiken, dan uit'
stel van het in werking treden van dén eemgen goe
den maatregel waarvoor wij ,den oorlog dank hebben
te «eggen. Of liever: de «enige overenkomst, dié al
thans ten deele kan goedmaken wat door den wereld
strijd bedorven is.
Of zouden wij de Troonrede m ia verstaan, zou het
uitstel moeten duren lot alle andere mogendheden
hebben geratificeerd. Tot Panama. Nicaragua, Haiti,
Siara eg wat dies meer zij. hebben besloten de on-
derteekoniug van hun gemachtigde te avaleeren. Mis
schien tot ihiitschland eji Oostenrijk ook.lid zijn, tot
men weet wat er met Armcnifi gebeurt en of Afghamsta
en Andorra ook lid denkt te woeden.
Het is ternauwernood aan te nemen, dat meu de
bedachtzaamheid zoo ver zal 'drijven en vermoede,
lijk bel eekent die zin over het verzekerd zijn der
totstandkoming, dan feitelijk wel de Amerikaansehe
ratificatie.
Als die dus ultbljjft, doen wty niet mee, of althans
Wenken wij ons een poos,
We hadden van een Nederiandsche regeering wier
hodu Haar residentie ter beschikking stelde
voor twee vredesconferenties, voor het Hof van Ar
bitrage, voor het houden dar vredesonderhandelingen
tot tweemaal toe een tegemoetkomendere houding méé-
Dien te mogen verwachten, tegenover deze nieuwe, paar
wij gelooven zoo heilzame beweging.
Vooral omdat zooels uit de defensieparagraaf zoo
duidelijk bljjkt. dat ook de regeering overtuigd is van
den goeden Invloed, dien de bond op de wereldvery
houdingen zal hebben.
Zoodra meer zekerheid zal zijn verkregen omtrent
de internationale regeling door den Volkerenbond be
oogd, zal het defensievraagstuk ter hand genomen
kunnen worden.
Als dus de geheele wereld geheel of goeddéélz ont,
wapent, zal Nederland meedoen.
Dit. terw ijl de «enige bedreiging te land, nl Duitach-
land. is uitgeschakeld en men voor de grens verdedi
ging naar hel Zuiden over ruim genoeg manschap
pen beschikt, tenzij, als in 1830 de groote broers
België helpen, in welk geval wij toch machteloos staan
tegen oen gezamenlijke invallersmacht, die meer sol
daten heeft dan wij inwonen, en die bovendien over
allerlei technische en economische strijdmiddelen be
schikt .die we nu eenmaal niet en nooit iin
voldoende mate kunnen bezitten.
Wal voor doel hal dan nog heeft, het iqger te
Willen gaan uitbreiden tot het totaal van een miilioen
weerbare mannen (nl. 25 lichtingen ad 50.000 man)
bereikt \a weet niemand. De leus: allen weerbaar 1 is
en klinkt ienu. Doch bedenkt men wel eens. dat er
.dan ook voor dit millioen ook kleeding, uitrusting»
bewapening en aanvoering moet zijn? Een leger zonder
dut alles ui zoor voldoende hoeveelheid en hoedani -
Ut»d is ecu narde of een kudde slachtvee. Aau e
eerste heeft men niets, voor de tweede zijn onzé
volkszoncu ie goed. Om evenwel steeds de beschikking
houden over de voorraden, die noodig zijn, zou al
gauw een bod».!,, van n-inscons een half milliard extra
zyn gemoeid. Een bedrag, dat zeker elke tien jaar zou
moeten Wérden vernieuwd, omdat dan kleoduig. uit-
i-uiting.^herwapening méér dan verouderd zijn, wan
neer althans de wedloop op mllitairgebied voortduurt.
En zelfs met dat leger zouden wij toch nog Indifi
weerloos moeten laten.
Dearom is het woord uit de Troonrede zoo gewicfa-
.dat men zal nebben af te wachten wat de Volke
renbond breng! alvorens omtrent de defensie een be
slissing kan worden genomen.
wat beters
- - v.vbuiui ttöcl, ^wat Senator
Lodgc ten slotte zal besluiten, er nu reeds toe over
gaat een eind te maken aan de dienstplicht en terug
te keoren tot het oude vrijwilligersleger van hoogstens
2ÜU.WXJ man, dat voldoende is ,voor de rustbewaring
in hei iixitsciie wereldrijk, kan niemand het Neder
land kwaiyk nemen, dal het desgelijks doei eu rustig
loeziel als wu ander iaud bankroet. wit gaan aan
zijn militaire voorbereioiugen. waarvan het. puder uei
regime van den Volkenüoud, mei ai zonder Amerika s
medewerking daaraan toch nooit gebruik zal kunnen
of mogen maken om een buurman te nekken of te
bestelen.
Waar de regoering verpdichi zal zijn allerlei eiscueu
der arbeiders in te willigen en waar niemand de greuiM
zen kent. die aan het draagvermogen der meer ge-
goeden der belastingbetalers aizoo zullén worden
gesteld, zou men althans mogen verwachten, dat de
kans op werkelijke bezuiniging, die de Volkerenbond
biedt, met beide handen zou worden aangegrepen.
Ook omdat dan zoovele krachten, die nu in het
leger improductief werk- doen, voor grbeid. die ma.
terieele en economische beteekenis heeft, ter beschik
king zouden komen.
Heel de teruggetrokken, gereserveerde houding dié
de regeering ten opzichte van den Volkerenbond aan
neemt i> een vergissing, naar ons idee.
Onze j, «sei v iviubcid kan op andere regeériugén
geen andereu, dan «en verkeerden invloed hébbéu.
Tenzij men daar de schouders voor ons ophaalt en
zegt; die Hollanders hebben alevel wat raars!
Laten we hopen, dat de daden der Nederiandsche
regeering nautisch* zullen zyn, dan de woorden, die
zy door ae Koningin liet uitspreken en dat ook Jhr.
van Karnebeek. die toch waarlyk den goeden weg wpl
schijnt op te willen, in plaats van lauw nog eens warm
zal worden voor den Volkerenbond.
De voorgenomen stichting van een Juridische afdee-
ling" aan zyn departement ter bestudeering van het
volkenrecht en van de moderne internationale rechts»
gedachte, belooft metterdaad iets meer en iets betere,
dan de Troonrede iaat verwachten.
A
LANGTONG.
Lien had het hem nog soo op zijn hart gedrukt,
tot vervelens toe. dat h'J nu niet weer alles zou uit
flappen in z'n vreugderoes zou gaan rondkra-
men van dat gelukje. Eu Bart had hel beloofd. Neen,
het was waar. Hij zag in dat geen sterveling er mee
ie maken had. Zulke dingen verzwijgt een voorzlLh
tig en bedachtzaam mensen. Maar hoe gaat het. hé.
Toen hij op een Zaterdagavond met de gewone ken.
nissen steentjes zat te leggen, de ecnige ontspanning,
die Bart zich veroorloofde, zei van Veen. de met hem
bevriende comestibleshandelaar. ineens„Zeg de Groot,
wat ben jy de laatste tyd in je nopjes, geluk in de
loterij gehad."
„Er is bepaald wat goeds aan het handje Voor
de vrienden mag je dat niet verzwijgen. Dat zou niet
hartelijk wezen, amice. Bart haalde de schouders op.
Verzekerde dat -hij van niets wist. Maar .daarmee was
hij niet klaar. Blom, de agent in assurantiën en ere-
dieten, bestelde oen rondje.
De gemoedelijke stemming leefde op.
Het geheim brandde Bart op de lippen, temeer daar
de rossige, valsch geniepige, altijd grynzende Hemmers
naar hem zat te loeren met zoo n kwaadaardig, kwa-
sie zoetsappig gezicht aan z'n sigaar zat te lurken, te
zujgen, telkens lucifers aanstrijkende, eventjes bjj zijn
sigaar houdend, dan weer tastend naar het lucifers-^
bakje bevend (zag Bart duidelijk) van ontroerde
nieuwsgierigheid en al vast Ontkiemende jalousie,
„Kunt jullie zwijgen?" vroeg Bart de Grqpt op.
oens., heel zachtjes pratend.
DOOR JOHN GALSWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
38.
iörwljl hij oog en afwendde van twee comedian-
Um fii oaiico, die elkaar overal op het lichaam
joegen, stond hij met een hoorbaar „Sass!" op, en
P0* heen. Op straat bleef hij staan om op zijn
te knabbelen: „Wil je me ontvangen? G.
Hij ging er mede naar de theaterdeur. Het
antwoord kwam spoedig, en luidde:
Juffrouw Win# zal u zoo dadelijk ontvangen me
neer".
fcn terw ijl hij tegen den ontkalkten muur van de
uilige gan# leunde, met een eigenaardlgen güm-
faotj.op het gelaat, vroeg Fioraen zich. af, waarom
ny daar voor den duivel eigenlijk was, en wat zij
y°* den duivel zou zeggen. Toen hij toegelaten
re, stond zij met haar hoed op. terwijl haar kleed-
w baar verlakte schoenen dichtknoopte. Terwijl
over den rug der vrouw haar hand toestak,
wide jy.
««neer Fioraen, hoe maakt u het?"
'°«*n vatte de kleine, vochtige hand; en zijn
"jjwii namen haar geheel op, doch vermeden een
reota ontmoeting met de hare. HIJ kreeg een In-
us. van iets etevdgiera, iets zelfbewustere dan hij
herinnerde. Haar gezicht was hetzelfde en toch
Weer niet hetzelfde; alleen haar volmaakte, le-
L^i lichaam was zooals het vroeger was.
"kleed ster stond op, mompelde: „Goeienmiddag,
JUITtouw", en ging heen.
'Dsphne Wing glimlachte flauwtjes.
»'K heb Je in lang niet gezien, hè?"
.heen; ik ben in buitenland geweest. Je danst
•ven mooi alB «.itljd".
»0 ja; het heeft geen kwaad gedaan aan mitn
"♦xiaen".
ij moest zich dwingen haar aan te kijken. Was
jut werkelijk hetzelfde meisje, dat zich aan hem
had
- vaetg«klampt, dat hem oververzadigd had met
oaar kuaien, ham afgeetoötem had door haar tranen,
jaar «meeken om liefde om een klein beetje
uefdsf Ah, ze va» nu nog veel begeerlijker, weel be-
"teriijker dan hij zich haar herinnerde. En hij Led de:
sjjoof me een zoen, kleine Daphnel"
Oaphne Wing verroerde zich niet, haar witte teun-
•o ruetiten op haar onderlip; zij zeide:
t>, neen, denk je weL Hoe is het met mevrouw
<te {taken hoefden bijeen. Het was nu doodstil san
het st&mtaieltje, en Bart alle voorzichtigheid versma
dend vertelde.. van den meneer die ach bereid had
verklaard boig voor hem te blijven, zoodat hij weL
dra vertegenwoordiger in "fijne zaak, keurig ingericht
en op magnifieke voorwaarden zou z(jn van de wei-
bekende maatschappij, hy noemde haar, ze wisten
toch wei
Nou. jlep van Veen uit, wie kent die niet. Ke„
rei dat ia een felicitatie waard, dat beb je hem fijn
gelapt. Zie je nu wel, dat ik goed gezien heb? Ik
dacht ai de vorige week daar is beslist iets met
De Groot voorgevallen, Nee, kereltje, ik kan je lam
gcr dan vandaag ,o< gisteren.
En rij klonken, wenschten geluk. Ook de rossig
grijnzende Hainmers. Het gloeide nu in zyn kleine
oogjes, En toen Bart op zyn beurt als „gastheer' was
opgetreden, klonk de krakende, wringende keelstem
van Hemmers„Maar die meneer is toch anti-rnf"
voiutionair, ais ik het wel heb?"
Sjt.. vermaande een. die het eerlijk met Bart meen
de.. apgsiig rondkijkend. Andere menschein hadden met
hun zaken niet te maken. En over de politiek
vond deze clubgenoot moet men nooit of te nim»
mer in een cafe praten. Bart -knikte even. „En heeft
die er dus geen bezwaar tegen dat hy als sociaal-.
vdewocraaL...'
„Vvuar bemoei jy ie mee'/" vroeg de vriend van
Bart die ais de andere Hempiers niet kon zetten.
De rossige werd geduid in de dub. hij had zich by
de lui aangesloten ongevoelig van haast vijandige
koelheid. Zulke dingen drongen mi den rossige Uret
door. Zy «iston aai ure een vurraderlyke. valsoue, ge
vaarlijke kvrei was... Ze Waren eigemyk wat bang
voor beur. Van Veen, ruei gnwoou our oen blaadje
voor den mond ie neuten had ai eens gezegd: „La
ten wjj den vent neuuideu. dal we beur kever niel in
de club hebben. Wat duivei.». we uoeveu ons, dat
mirakel toch niel te laten opurnigeui Maar ze kwa
men er niet toe. Op zoon Zaterdagavond reikte hy
Z'n visehachtigjtiile hanu aan de rur en ten slotte iisf
ten ze hem maar begaan.
„ia bemoei me mei mks, zei liemmets, op de
verontwaardigde vraag van He urool zn vrienden.
„Ik mag toch wel vragen?' Maar Bart was stil ge.
worden. Hy fluisterde met «en van de dungenooten.
voelde nu eerst, dal hy heter gedaan had. met Liens
wjj ze raad te volgen. ,.Ik vipa', zei Van Veen, „dat
de Groot schoon gelijk heeft.Als die meneer iemand
ia van nobel karakter, dan zal hy bem .óók heipen,
wanneer hij in overtuiging en ieveusbescnouwing recht
tegenover hem staal,
„Juist, precies! werd er uit de dotnine.club geroet*
pen. Maar Hemmers grijnsde eiger, valscher dan ooit,
stopte nu een pijpje en blies geweldige rookwolken un.
Bart was, ze zagen het allen, stiller geworden» dat
gedoe van Hemmers beviel hem jioelemaal niet.
Den Maandag erop. toen de ochtenddrukie voorbij
was. hy zidi gereed maakte om naar boven te gaan
voor het eten stond ineens do rossige in zyn win
kel. Dat het Sart was of iemand hem de keel dicht,
snoerde, jvant van den Zaterdagavond af, had hij
voortdurend gepiekerd over dat zeggen van Hemmers
dat zinspelen op zijn politieke gevoelens, en zoo meer...
„Heb je een ininuutje voor ine, vroeg Hemmers,
en hij grijnsde dat de gele kleine tandjes te zien
kwamen, lerwy'1 het glinsterde in zijn groene oogen.
Ik heb het erg druk. Hemmers, zei Bart, schor van
schrik, kan je piet hier even....
„Nee,' zei de rossige - ik moet je absoluut even
onder vier oogen hebben. In pen minuut ben ik laar.'
Bart bevend en met oen gevoel van lamheid in rie
knieën. W aarom wist hij zelf niet, maar de vcrschy.
ning vau de rossige op dit pogenblik was. voelde hy.
onheilspellend ging hem voornaar kleine ka
mertje achter 'winkel.
De bediende, die zachtjes tot bij den glazen deur,
waarachter gordijntje was geschoven, trachtte iets op
te vangen van wat daar gepraat werd. Maar het lukte
niet .Wel merkte hjj. dat het stormachtig toeging in
het 'kamertje. Patroon praatte hard, driftig, opgewon
den. Beukte zelfs op die tafel, sprak dan weer zacht
De ander, de bezoeker scheen altijd even kaim te
blijven. Van dien hoorde hjj slechts sissend, fluiste
rend praten
Ineens maakte bediende, dat hij met een .-rrongetje
achter toonbank was. Bart de Groot had de glazen
deur opengerukt. Hij was vuur. en blpedrood. Zyn
oogen schitterden van woede. Het zweet parelde hem
op het voorhoofd. Zyn handen trilden. En achter
hem aan Irwam de jrossige. Tikje bleeker dan ge
woonlijk.
En ook wei eeniger mate ontdaan. Maar h(j wist
zich prachtig te beheerschen. En als altijd grynsde
Hemmers. Patroon en bezoeker groetten elkaar niet.
zoodat bediende Hemmersv toen nij door de winkel
ging bleef aankijken met wantrouwend gezicht, zon
der pieer Maar meneer Hemmensknikte hem héél
vriendelijk toe. Tegen rand van hoed tikkend, was
en bleef het beleefde mannetje. Liep naar dén uitgang
van winkel, onderwijl hy mot een van zyin vischachtig
kille handjes, tastte In borllzak, van overjas, waarin
portefeuille was geborgen....
De aoesaih, de rompslomp wan die nieuwe regeling
had Bart de Groot tweemaal Zatendagsche vrienden-
BaanenïotmiBt down verzuim®. Nu vraa MJ <5***
ergate heen. Kwam, hij Weer opdagen. Werd hy door
de vrienden verwelkomd. Het was er lustig ln ua
club, totdat op zeker oogeniblik, vanuit bet stam-
Eoekje luidde door het café wenk,lonk:
„Lang z&l-ie leven,
„Laag aai-ie leven,
„Lang ml-ie leven in de gfloria! -
En die gerant liet het TrLan'r toe, want de chib be
stond uit nette menschen, vaste klanten van de zaak.
Wel kwaon hy, jovia/al glimfncbiend, ©ventjes tel i
fefl, en vetrmaande baüf acherteend.
Maar in de cluib was het toch niet heelemiaal vre
dig en rustig, vvtant ze wisten, ailthazis een paar,
tot Biaat'a na.'iste vrienden behoorden
'.Zy dat Bart de Groot niet gewoon was. Hy
dfeedi heel vroolijk, zelfs overdreven en opgewonden.
Sloeg glaa op glas binnen. Van Veen was dicht
by hein komen zitten en een ander van da oudste
kennissen poogde hem te sussen, te kalmeeren, sprak
wij a-Hedac htzame woorden tot hemDa/t da
schooier immers ver beneden z'n verachting stond,
dat ie toch denken moest aan zijn gezin, zijn goeden
ninjim -
Hart knikte van Ja. Gaf ze scihoon-gelijk. Tikte dan
weer om verach biertlje, met driftig-cxngeduldiig bon»
zen van z'n glas op de tafóL
iDaft, loopt mi»dachten de vrienden.
En de stemming in de club was dien Zaterdag
avond gebroken. Als de rossige nu maar wegbleef.
't Was haast ondenkbaar, dat Hemmers, na het
gebeurde, zich nog zou durven vertoon em. Een van
de ciubgenoóten bad, heel-oonfiden.tieel, met gérant
staan pratenDeze beduidt, dat er herrie dreigde
tuaschen meneer De Groot en dien smerigen Hem
mers, mocht die komen van-avondOf gerant
dien vent niet kon weigeren
Maar gérant haaide de schouders op. Dat ging niet
hè?Zoo-lang die. minn geen iaat veroorzaakte,
zich behoorlijk, in U café gedroeg......
„Och, ihiji kounit natuurlijk nietzei een.
„Dat Kun-je niet weten", zei een hnder, „de vent
is tot alles in staat.
't Was al hij half ©11. Het gevaar begon te ver
minderen. De stemming in de club werd rustiger...
En plotseling stond de rossige bij die stamtafel.
Buiginkjes makend, grijnzend, alsof er niets was
voorgevaillen; hij dien Maandag-ochtend niet op be
zoek was geweest bij Bart de Groot.
Ze gingien dicht bij Bart zitten. Zich voorbereidend
op het zooveel doenlijk afwenden vttun wat nu komen
moest
Van Veen was achter z'n stoel gaan staan.
En daar klonk 't, uitgebruld, uitgekrijecht door
Boort de Groot door de café-zaai: „Morden Mer af
dreigera toegelaten?"
Tot drie- tot viermaal toe: „Laten ze Mer af
dreig era toe?
Gérant kwam naderbij. Trachtte Bart de Groot te
sussen. Maar 't haatte niet.
„Laat u", schreeuwde Bart, op Hemmers wijzend,
kerels als dien schurk, dien maitro-chanteur, die
fielt en afzetter, Mer toe?
Zij drongen Hemmers terug. Met krijtwit gezicht,
maar nog steeds grijnzend, haalde deze er getuigen
bij, noteerde namen, adressen
Menschen, de „finesses" van het geval niet ken
nend, waren fel-verontwaardigd op De Groot, zeidén
dat ze zoo-iets nooit gedacht hadden van dien me
neer uit het fijne, pas-geopende magazijn
Bart was niet tot bedaren te brengen. Met z'n
drieën moesten zij hem vasthouden, andere zou Mj
op den rossige zijn aangevlogen
En 't heeft hem nog moeite gekost om te maken,
dat de aanklacht, door Hemmens ingediend, ten
slotte op verzoek van dien aanklager werd gedepo-
'neeid. Hemmers noemde 't een „infame, gemeens
leugen", dat Mj, dien Maandagochtend, Bart de Groot
tweehonderd gulden zou hebben afgetroggeld, onder
bedreiging den meneer van de garantie anders eens
eventjes te zullen inlichten omtrent Bart's politieke
overtuigingEn dat De Groot toen had toegege
ven aan zijn angst voor den rossige en de twee
wivte lapjes had overgereikt in het kamertje.
De Officier van Justitie, die in den loop der jaren
had geleerd, menschen van menschen te onderschei
den, voelde wel waar hier de leugen school.Da
zaak werd gesust.
En de rossige verschijnt nu niet meer op de Zater
dagavonden aan clubtafel
Lien, Bart's gade, ia ©en goedige zieL Zij martelde
hem niet met verwijten. „Maar oen langtong ben-je",
zei ze, toen er zekerheid was, dat de zaak niet „•yoor
zou komen", „en dat je beter hadt gedaan met
mijn raad te volgen en er niet alles uit te flappen,
dat zul-je nu toch niet meer durven ontkennen?"
Bart zweeg, want Mj besefte, dat lien schoon-
gelijk had.
MAITRE CORBEAU.
Trekking van Donderdag 18 September.
5e Klasse. 3e Lyst
No. 13847 f 1500.
Nas. 124 799 0942 14381 17434 20710 elk 11000.
Fioraen wendde zich plotseling om.
„Er bestaat geen mevrouw Fioraen meer
,,Zoo? Heeft ze zich vAn je laten scheiden?"
„Noen. Schei uit met praten over haar, houd 'op
met praten over haar, zeg lk Je!"
Daphne Wing, nog steeds bewegingloos ln het mid
den van het overvolle kleedkamertje staande, zeido
op z&kielijken toon:
„Je bent erg beleefd, vindt je zelf ook niet? Het la
eigenaardig, maar ik weet werkelijk niet of lk blij
ben je te zien of niet. Ik heb een moeilijken tijd
doorgemaakt, zie je, en mevrouw Florsen was een
engel voor me. Waarom kom je me nu eigenlijk op
zoeken?'
Precies! Waarom was Mj eigenlijk Mer? De ge
dachte schoot hem door het hreün:
„Ze zal me helpen vergeten". En hij zelde:
„Ik -ben een bruut voor je geweest, Daphne. Ik
kom het goedmaken, als ik kan".
„0 nee, dat kun jé Meit dank Je wel!" Er voer
een rilling door baar, en zij begon haar handschoe
nen aan te trekken. „Je hebt me een boel geleerd,
weet je. Lk moest je eigenlijk heel dankbaar zijn. En
je laat een baardje staan? Vindt je dat je dat knap
per maakt? Ie ziet er een beetje mee uit als MepM-
stophalee, vind lk".
Fioraen keek strak naar dat volmaakt gevormde
fezicht, waarop een vaag. nauwelijks waarneembaar
losje zich met de blankhedd der huid vermengde.
Was zij. bezig hem voor den mal te houden? On
mogelijk! Ze zag er te zakelijk uit.
Waar woon je nu?" zedd© MJ.
"ik woon nu op mezelf, ln een atelier. Je moogt me
vèi eens komen opzoeken als je zin heibt".
||Maar je zuit goed doen één ding ie onthouden.
Ik" heb genoeg van de liefdie."
Fioraen grijnsde.
„Zelfs voor een ander? zeide hy.
Daphne Wing antwoordde kalm:
,lk wou dat Je me als een dame behandelde
Fioraen beet zich op de lip en boog.
„Mag ik het genoegen hebben je wat thee aan te
bieden?
„Ja, heel graag; ik heb ergen honger. Op matinée
dagen lunch ik niet; daar bevind ik me beU r by.
Vindt je mijn Opbella-dane goed?
,Ji(l is erg gekunsteld".
„J«, dat is hij ook, het gaat mot spiegels en
Ijzergaas, zie Je. Maar wek lk het idéé van krankzin
nig te zyn?
Fioraen knikte bevestigend.
„Dat doet me erg veel plezier. Zulten we gaan?
Lk verlang erg nsar mijn thee
spiegel, schikte haar hoed even met beide handen,
waardoor zij Voor een oogenbllk al de fyine schoon
heid van haar gestalte Liet zien, nam een taschje
van de leuning van een stoel, en zeide:
„Als je er niet op tegen hebt, zou ik graag heb
ben, dat je alleen verder ging; dat is minder in 't
oog loopend. Ik ontmoet je wel bij Ruffel daar
bebben ze uitmuntende dingen. Au revoir".
In een staat van verbijstering, geprikkeld1 en
eigenaardige gedweeheid, ging Fioraen Goventry
Street af, en, na de ledilge thee-room wan Buffel te
zijin binnengegaan, nam Mj een tafeltje, bij het ven
ster. Daar bleef hij voor zich uit zitten staren, want
het plotselinge visioen van Gyp ,die op die eiken
houten kist zat, «un het voeteneinde van haar bed,
had het meisje volkomen uit zijn geheugen gevaagd.
Toen de bediende kwam om de bestelling op te
nemen, keek hij naar Fiorsen's bleek, woedend ge
laat, en zeide werktuigelijk:
„Wat mag ik u brengen?"
Toen hij opkeek, zag Fioraen Daphne Wing bui
ten voor heit venster naar de gebakjes staan kijken.
Zij kwam binnen.
„O, ben je er al! Lk zou graag koffie-Ijs en noten
taart hebben en wat van dat marsepein o, en wat
slagroom bij mijn cake Is je dat goed?"
En terwijl zy ging zitten, vestigde zy haar oogen
op zijn. bleek gelaat en vroeg:
„Waar ben je in het buitenland geweest?'
„Stockholm, Budapest, Moskou, en nog andere
plaatsen".
„Vv at neerUjk! Geloof je dot lk succes zuu hebben
in Budapest of Moskou?"
„Misschien weL Je bent Engelech genoeg'
„Zoo! Vindt je, dat ik erg Emgelsch ben?"
„O ja, door en door. Jouw soort van Maar
zelfs hij was Met in staat dien volzin te eindigen
„jouw genre van vulgariteit kan neigens andera van
daan komen". Daphne Wing voltooide den zin voor
hem.
„Mijn soort van mooiheid?"
Fioraen grijnsde en knikt.
„O, dat is het liefste dat je nog ooit tegen mij
hebt gezegd! Natuurlijk zou ik liever 't idee hebben,
dat ik een Griek ach type had heidensch, zie
Ze zweeg en sloeg de oogen neer. Tegen het licht
was haar profiel op dat oogenbllk heel zuiver en
zacht. En hy zeide:
Je zult me zeker wel baten, kleine Daphne?"
Daphne Wing 'keek op: haar ronde, blau w-griJze
oogen namen bem op oa eer zooals zij het marse
per'. hadden opgenomen.
„Nee, haten doe ik je niet tenminste nu niet
meer. Ais ik je ook nog maar 't minste beetje liefhad
«ou ik 't natuurlijk wei doen. O, klinkt dat niet
Ierack? Maar je kunt iemand wel een vent van niks
vinden zonder hem nou juist te haten, Met?"
Florsen beet zich o<p de Mppen.
„Dus je vindt mij een went van Mks?"
(Daphne Wing'a oogen werden ronder.
„Ben je daf dan Met? Je kon toch Met veel an
ders zyn wel?" na wat je gedaan hebt".
„En toch heb je er Met op tegen Mer met me thee
te drinken?"
Daphne Wing, die begonnen waa met eten en drin
ken, zeide met haar mond vol:
„Ik ben nu onafhankelijk, zie Je, en ik ken het
leven. Dat maakt je onschadelijk."
Fioraen stak zijp hand uit, en greep de hare juist
waar haar warme pols gestadig klopte. Zij keek er
nadr, nam de vork in de andere hand, en ging
met deze hand1 met eten door. Fioraen trok zyn hand
wieg alsof hy gestoken was.
„Je bent wel heel andera geworden dat Is zeker"
„Ja; je verwachtte toch zeker Mets andera, wel?
Zootets maak je Met voor Mets door, zie je. Ik wei
oen vreaseUjk domme gansZy zweeg enen mei
het lepeltje aan haiar mond en toch.
I „Lk heb je nog altijd lief, 'Daphne".
Zij wendde langzaam het hoofd naar hem toe, en
„Eens zou ik heel wat gegeven hebben om dat te
1 hooren",
■En terwyi zy het hoofd weder afwendde, nam
fflj een groote noot uit haar coke, en stak haar in
den mond.
i„Ga je mee mijn nieuwe atelier zien? 'f Is nog al
aardig en Meuw. Lk maak nu vljf-enr-twintig pond
per week, by mijn voilgend engagement zal ik er
dertig zien te bedingen. Lk zou graag rillen dat me-
i vrouw Fioraen wist, datO ja, ik vergat H, Je
hebt liever Met dat ik over haar praat! Waarom
eigenlijk Met? Zou je t me niet willen vertellen?"
Terwyl zij, evenals de bediende ziooeven, naar zijn
verwoede gezicht keek, ging zy voort:
„lk weet Met hoe het komt, maar lk hen nu heele
miaal Met bang voor je. Vroeger was ik dat weL O,
hoe is het met graaf 'Roeeck? Is MJ. nog altijd zoo
bleek? Neem jy niks meer? Je hebt bijna nog niks
gegeten. Weet je wet ik graag zou hebben, een
chocolat-éclair en een frambozen-roomijs soda met
een scMjfje mandarijn erin".
Toen zij dien drank langzaam had opgeslorpt,
waarbij zij het adMjfje mandarijn beprikto mot haar
strootjes, gingen zy heen en namen een cab. Op weg
naar haar atelier trachtte Fioraen haar hand te
vatten, doch terwijl zij haar armen bedaard over
haar borat vouwde, zeide zy;
„1 Is Met erg beleefd, te probeeren Je voordeel te
doen met een vigilante". En terwiü hjj zich noracb
in zijn, boek terugtrok, sloeg hy 'haar van tervyd*