I
illllftl NiEïïS-
AdvertEniiB- Luiknvllil
Meijer Pels,
ZATERDAG 18 OCTOBER 1919
is Jaargang Nd. §50!
Alkmaar,
BLANKE KRULTABAK van J. R. KEUSS.
Buitengewoon zacht en geurig.
HET ONBEREIKBARE.
""eerste blad.
De dingen om ons heen.
feuilleton.
Nieuwesloot (Hofplein) 59,
Schetsen uit de RechteaaL
{ns -
Uitgevers TRAPMAN Co.
9CIIAGEN. LAAN D 5. Int. Teleph. No. 2G
hebben beschikbaar gelden
voor ie hypotheken op lan
derijen op zeer voordeelige
voorwaar den en tegen lage rente
Uil
hiail vcrsrhiint viermaal oer week: Dinsdag. Woensdag.
L)onderiiai' P' 'n2cndinp tot 's morgens 8 uur wor-
i?n ADV''KW I RN 1 1EN ir het eerstuitkomend nummer peolaatst.
Prijs per 3 maanden fT.40. Losse nummers 6cent ADVERTEN
TIÉN' van 1 tot 5 regels f OM iedere regel meer 15 cent (bewqsno.
Groote letters worden naar plaatsruimte berekend
Prijs
■TftN
inbeereoen).
pIj NUMMER bestaat uit vier bladen.
Houden eiken Donderdag tusschen 8 en II
uur te Schagen gitting in het Hotel „de Roos"
van den heer H. DE LIGT.
Wanneer deze regelsden leecr onder de oogen
komen, is de vrede tusschen Duitschland en de
Entente een feit. ï>rie, misschien zelfs vier van de
groote Ententelanden ratificeeren in den loop van
deze week het verdrag en de gtichtingsoorkonde
van den Volkenbond, die door hun afgevaardigden
reeds in Versailles werden onderteekend.
Ontegenzeggelijk is dit een groote schrede naar
betere toestanden en desniettemin ontbreekt alle
grond voor tevredenheid.
Lord Robert Cecil en Aaqulth hebben het zoo te-
lacht gezegd, dat de nieuwe wereldorde, die in Ver-
Killes en Parijs in plan ia gebouwd, alleen dan
da werkelijk gebouw kan verrijzen, alleen dan een
Acces kan zijn, wanneer niet de regeeringen, doch
fie -votkeu zeil zich aan den Volkenbond laten gele
gen liggen.
Nu heeft helaas leder volk gewoonlijk iets andera
aan het hoofd dan Idealen. Men heeft in onze da
gen te kampen met duurte, met loonen die te laag
arbeidstijden die te lang heet/en, ma(t malaise op
velerlei gebied. De materieele belangen gaan dua
voor, dan komen de sociale en de ideëele interessen,
zooals bijv. de verhouding tusschen de landen
onderling, komft ergens in ,de zooveelste plaats.
Dit is onjuist, omdat het kortzichtig is. En toch
was het deze volgorde van belangen, die den door-
»lag gaf bij alle verkiezingen der laatste jaren.
Het was daarom zoo kortzichtig, omdat geen en
kel land, met uitzondering misschien van de Ver-
eenigde Staten, zich zelf bedruipen kan, niemand
anders noodig heeft. Zelfs Amerika evenwel heeft
fooveel punten van aanraking op financieel en
economisch gebied met andere landen, dat ook zij
öch niet afzijdig kunnen houden.
Waar nu geregeld aanraking en verkeer tusachen
4« volken noodig ia, dient er in de allereerste plaats
t» worden gezorgd voor een behoorlijker rechtatoe-
Rand.
Zoomin als twee personen zaken kunnen doen ot
contracten kunnen sluiten, zonder dat er «en ge
schreven of gewoonte-wet bestaat plus een rech
ter, die beslist over de waarde dier afspraken, zoo
goed behoort ook tusschen natiën een recht te be
staan, een wet en een rechter, die in naam dier
wet dat recht verkondigt plus een macht die er
zorg voor draagt dat de uitspraak des rechters kan
worden voltrokken.
Dat alles mankeerde in onze samenleving.
Terwijl in elk beschaafd land recht en wet be
stond en de overtreder tot inkeer genoopt werd,
heerachta er tusschen de staten anarchie van de
ergste soort. iEien anarchie, die met de bekends
funeste gevolgen leidde tot den wereldoorlog.
Nu is de gelegenheid gekomen om die anarchie
te vervangen door een rechtstoestand.
De volken echter, d.w.z. de kiezers, richten hun
aandacht in de eerste plaats op meer loon, minder
werk en dergelijke dingen. Zij vergeten, dat alles
wat zij sedert jaren hebben verkregen, van rech
ten, van contracten, van rustig leven, van zelfbe
schikking over hun eigen bestaan, van vrijheid van
woord en schrift, direct is weggevaagd, zoodra er
geen rechtszekerheid is tusschen de naties onder
ling.
Dele les had men kunnen trekken uit den oorlog.
Zelfs in hea bij uitstek vrijheidlievende Engeland,
waar geen dienstplicht ooit had bestaan en waar
de vakvereenigingen een macht in den staat
waren als nergens elder9, werd die vrijheid van
het individu, die macht der trade-unions aan kant
gezet, zoodra alle krachten noodig waren om een
einde te maken aan het Duitache geweld.
Nu is dit gevaar afgewend, door machtsontwik
keling. Niet door recht en rechtspraak.
'Die twee deden hun geluid alleen nog maar hoo-
ren in de onderhandelingen der Groote X, toen
voorloopig de Statuten van den Volkenbond wer
den vastgesteld.
De lezer weet, dat wij totaal niet gelooven, dat die
statuten voor de eeuwigheid zijn vastgesteld en
dat nog veterlei cr in zal zal moeten worden ver
anderd alvorens dit Statuit ala «ene rechtvaardige
wereldgrondwet kan worden beschouwd.
Niettemin: het begin is er.
Dit staat ongetwijfeld vast.
Daarom moet nu het werk beginnen om d!t zóó
te veranderen, dat niemand meer reden heeft tot
klacht.
DU te doen is niet de taak der regeerders, doch
der volken-zelf. Regeerders zitten of raken vast
in tradities van politiek of diplomatie Zij zijn ge
bonden aan door hen zelf of door hun voorgangers
gemaakte afspraken en regelingen.
I>e volken, die van dit alles gewoonlijk nooit iets
hadden vernomen, voor de regeering kwam om zoo
veel millioen en zooveel man om oorlog te voeren
die dus steeds de dupe waren en toch altijd weer
opnieuw voor een ctf andere vaak zeer chimae-
rlsch doel hun geld en werk en bloed weggaven,
die nooit de kans hadden zich uit te spreken over
de wanschelijkheid van een of andere afspraak,
krijgen thans de gelegenheid daartoe.
Voor de eerste ngaal in de geschiedenis der we
reld.
Maar bovendien krijgen zij thans een hou
vast in hunne internationale betrekkingen. Voort
aan za! er naast en boven het geweld en de macht
iets anders komen, het Recht
En wel in een blijvenden vorm, gesteund op een
wet en met een wel omschreven procedure.
Toch zien wij het zeldzaam verschijnsel, dat ook
nu nog de volken, d.wt. da kiezers en de pera, die
hot IdazeraveiLk «r toe brengt de <>«1» of andere deus
a's Inzet bij d« TwkUwingan beschouwen, nog
altoos niet inzien welk een Lalang da Volkenbond
voor heel de wereld heeifi
Nog steeds ziet men niet in, dat de jaarbudgetten
voor leger en vloot zóó kunnen worden vermin
derd, dat niet alleen de belastingdruk minder zwaar
wordt, doch dat tevens vrijwel alle eischsn op
sociaal gebied kunnen worden vervuld, wanneer
niet 2/5 tot 2/3 weg ging aan niet-prbductieve uit
gaven.
Het is alsof iemand, aan alle zijden bij goede
maatschappijen voor diefstal en inbraak verzekerd,
zijn inkomen in hoofdzaak ging besteden aan vei
ligheidssloten, revolvers, voetangels en klemmen,
roodat er als er eens inbrekers kwamen er
niets meer bij hean te stelen zou zijn, dan wat min
of meer evrouderde instrumenten itot afweer van
dieven.
Natuurlijk kan dit nooit de bedoeling van een
particulier zijn. Evenmin die van en volk. Wan
neer men geloof heeft in den Volkenbond is het de
plicht van ledereen er toe anode te werken, dat
die Bond zoo goed en zoo sterk mogelijk wordt
Zoodra dit bereikt is, komt er zooveel staatsgeld
vrij, dat alle wenachen, die nu nog utopie zijn, tot
werkelijkheid kunnen worden.
Ziedaar de reden waarom wij de tegenwoordige
i houding der politieke leiders in alle landen zoo
kortzichtig vinden.
Als in Engeland, Amerika, Frankrijk, Italië om
van ons land niet eens te spreken uitgaven wor
den verlangd ten behoeve der arbeiders, dan kun
nen wij dit in zekeren zin begrijpen. Maar wij ver
staan ook, dat men een gulden maar éénmaal kan
uitgeven en dat zoolang niet Juist één van alle pro
gramma's aansluiting bij en verbetering van den
Volkenbond ls, het noodlge geld niet ter beschik
king kan komen voor die andere kostbare hervor
mingen.
Alle landen hebben op bun begroeting een uit
gaafpost, die vroeger reden van bestaan kan heb
ben gehad, doch speciaal voor de kleine landen wel
druk, doch geen voordeel beduidde
Thans bestaat het voordeel van. die uitgaven voor
defensie voor niemand meer. sedert er een nieuw
middel, n.L het Recht, is verrezen ter regeling van
Internationale verhoudingen.
Voor één procent der defensieuitgaven kan men
een fonds ter beschikking stellen ter bevordering
van de studie van het volkenrecht in zijn nieuwe
ontwikkeling, waarvan de wereld nooit heeft ge
droomd.
Dan blijft er nog altoos 99 pet. over voor loons-
verbooging ,pensioensverhooging. toeslagen en wat
dies meer zij.
Nog afgezien van hert feit, dat met dit vrijkomend
geld energiek kan worden opgetreden ten behoeve
van prijsvermindering.
Ziedaar hoe wij de redevoeringen van Robert Co-
cil en van Asquith meensn te mogen Lezen.
UITKIJK.
DOOR JOHN GALSWORTHY.
UITGAVE VAN W. DE HAAN. UTRECHT.
40,
wijdde zich deze weken geheel alleen aan haar
?®r, maar ze leefde op de post. en als er bij toe.
tori. 26 wisselend nu eens zich verheugend op d>4
peinst, dan weer knorrig en down; en ze werden
r* korter. En de derde week kwam haar tante Rou
^"Und ook bij hen. Die goede vrouw was cwn hechte
m geworden in Gyp's nieuwen toestand, die volgens
sp meening een goede Jes was voor I-Torsen,
moest dat arme kind een leven zonder liefde
Z\j had een beslist ongunstige opinie over de
dijks wetten, zooals
vrouw een heldin,
slaan.
Itut" yergat geheel, dat Gyp niet den minsten
0f v°<'lde ain 'n giag te slaan tegen huwelijkswetten
'IstiH? wi *ante Roeamund's aristocratisch en op-
0010 bloed kookte over van haat, tegen die ,j>uf-
AL- ■"''hielden dat vrouwen 't eigen-
ren .En dat deed haar zeer
Morri die nog volhielden dat vrouwen 't eigen
wü .vafl den 'man weren En
yjdchtig een tkrgdyke posiiit-
Md 'n nieuwtje voor Gyp
1-1* llei> ,W.r
«air <*oor Bond Street even voorbij dien confi-
cjw' weet wel, kind waar ze die heerlijke mokka.
Ö«tik k®n> m wie denk je dat er uitkwamen? Miss
yrPM Wing en onze vriend Fiorsen; en nijdig dat
hen Hij kwam naar me toe, terwijl z'n meisje
ttet I?aar beloerde. Ik had heusch 'n Peetje merfij
dat ri?bad die bekenden hongerigen blikik denk
öUalTti u®8 opgegeten had En hij vroeg hoe je 't
tno*.. Ut «ei best". Toen zei hij ^als u haar unt-
vefoT. *eg dan, dat ik haar niet vergeet, en nooit zal
di. ™aar te had gelijk; dit ia de soort vrouw,
haar P*at." En ik werd er naar van, zooals hij
Wh, aan*eek Toen maakte hij even 'n buiging; en
'tt1 lze; zij erg in d'r schik. Ik had echt met
*ei rustig i
'•nietje, dat hoeft heusch niet; hij heeft al-
Tirn. J* met zichzelf te doen."
<lat cY„iJJ0®amuod was In beetje gechoqueerd door
^niiaie.
zwoeg, 't Goede mensch had nooit sa- maar meneer
mengeleefd met Fiorsm.
Dienzeiiden middag zat Gyp op ti beschut piekje in
de weide .met 'n boek voor zich en die ouiao zelfdé
gedachte kwam telkens terug: „Vaandag is 't Donder
dag Maandag over acht dagen. Dus nog elf dagen."
Daar kwamen drie figuren langzaam op haar af, een
man. een vrouw en jvat een hond moest verbeelde#.
Engelsche liefde voor 't schoome, en de rechten van
den mensch hadden den neus van 't beest platgerf
drukt, hem de helft van zijai ooren ontnomen, en maar
een stompje staart gelaten. Hij had asihma, en schom
melde van misère.
Een stem zei
„Hier is 't goed, Maria. We kunnen hier in de
zon zitten."
Als 't niet die chranisch.verkouden stem, bij de
ontelbare graven opgedaan, ware geweest, zou Gyp
meneer Wagge niet herkend hebben want in plaats
van zijn baard had hij likkebaarden en juf'roujw
Wagge was aanmerkelijk iin dikte toegenomen Ze
hadden tijd noodig voor ze rustig in haar "buurt gin
gen neerzitten.
„Ga jij hier zitten, Maria. Daar heb je de zon
niet in je pogen."
,jseen Robertik hier. J«J daar.
„Neen. jij daar."
..Neen ik Jank ie; kom Duckie."
Maar de hond kleef stokstijf °P pad staan «n
bckceek Gyp en meneer Wagge kloek toén ook dién
„Wep dat is een verassing^" En terwijl hij met zijn
strooien hoed frommelde, wreef hij een nand ove?
zijn mouw en stak die Gyp toe De hand wes bijna
droog en dikker dan vroeger. Terfwijl zij die drukte,
kwam de hond naar voren en ging aan haar voeten
citten. Juffrouw Wagge stak ook een hand in een
glimmende handschoen ulL
,,Dat is aardig" prevelde ze. „Wie had kunnen
denken u hier te ontmoeten. Maar Duckie mag niet op
uw mooie laj>on zitten. Kom JRuckie." Maar Duckie
bloef stokstijf met zijn rug tegen Gyp'» acheinen aan
zitten Toen zei pen eer Wagge plots
„U is zeker hier komme wone'T"
„O neen! Ik ben met mijn vader voor de beden
hier."
„Ja dat dacht ik al. want ik 'had u hooit gezien."
„Wij wonen hier sedert een jaar zoowat 't Is een
aardig plekje."
„Ja. erg liet"
„We wilden buiten zijh. De lucht bevalt ons wel
alleen «en beetje te ijzerhoudend zou je zoo zeggón. Maar
de menschen Worden hier oud. Wij hebben lang moe
ten zoeken."
Juffrouw Wagge zei met piepatem
„Ja we hebben nog over Wimbledoh gedacht.
Wagge vond 't hier .prettiger; hij kan
NA JAREN,
„..Ze raten, met hun beidzn, op het bankje in het
plantsoen, een eind buiten de atad. Een va» he»
Iacbt«-, luidkeel*.
Jti bent gek schreeuwde Jan hel hit. Ie *wat hert
een jog van twintig jaar op z'n hocjpt. Denk Je nou
waarachtig WillemNee, Iaat on? nou eens even
in ernst praten... Defnk je nou waarachtig, dat Oina
nou nog na over de twee jaar, ik wou je toch wijzer
hebben, zeg...."
En de ander, op het bankje op hst pfantscen zit
tend, knikte van ia... Zeker, da', atond bij bar
vast. Dear twijfelde ie niet aan.
De twee, pas uit de „baies" ontslagen mannen cte".
daar, met de ellebogen steunend kaiet-n, pratend
met elkander over wat ze nu zouden -beginnen.
Ik weet 't wéi". zei Willem en agenlijk bad hij
willen -vedkoesleres, wetknuffelen, ir. z'n binnenste,
het heerlijke oenkbedd; net vergezicht, dat nu in htm
opleefde
„Ik woet 't best" ze» hij „wat wc zullen be^rv
nen. Dina en ik... O ja. Dat van wat toen aabeurd
is, Jigi achter ons. We gaan weg. Ean heel eind ver.-.
Waar ni»mand ot» bereiken kan,.. In zuivere lucht...
Waar werk genoeg is. Wij hebben er toen toch over.'
gesprotten. En els dat niet gebeurd was, dat on
geluk .van overvallen te worden, voordat je er be
grip van had...." Hij sprak nu een andere taal daa
de'boeven, waarvan hij zich wilde losscheuren.,„Den
zou "t immers heel anders zijn geloopen.„ Heel', beef
anders...."
De ander spuwde voor zich uit. Had toch met hem
te doem... Wist niet watje zeggen zou... Dacht
aan, dat Willem, wanneer hem straks blijken zou. dat
te te goed van vertrouwen geweest was, de dub
hem misschien voor goed zou moeten missen... Wart
hij kende z'n karakter... „Zeg" zei Jan, „als 'k jou
was, zou ik beginnen met eens effetjps dé kesxnissrfi
op t« zoeken. Dina komt altijd nog wel terechtl11
Maar hij kréég geen antwoord, Jan za& dat de ander
z'n pakjo over den schouder sjorde, tn zich gereed
maakte om op te spannen. Dat was een slecht treken.
„Laten we een borrel pakken" zei Jan, sich -an
laatste hoop vastklemmend. Maar Willem, na al
die maanbvm „bajes" - schudde van neen. Hij had
geen tijd. Moest bsar, Dina, zoaken. Dat was 't eerste
noodigste. Dat dreef hem voort. Zoodat Jan teer hard,
zeer ruw, hartstochtelijk op den grond spuwde. Be
grijpend nu, dat 't ernstig geval betrof....
En hij kwam, na allerlei steegje, ta hebben door
zocht, aan het huis, waar se yertoefda. Wierp zijn
bundeltje goed oj> den vloer neer. Stak z'n 'ïjp aen
sa bestelde bier Vroeg naar Dina Kamp... Van wie
bh wist, dat ze hier moest wezen.
De waardin kwam. De dikke vrouw zette zich over
hem aan het tafeltje. Diroot met het instinct
van oen mensch, dat zóóveel gezien, heeft doorpei
lend hot geval. Ze snapte al driekwart.... Lse» bier
klokkefcsn in glas. Koek hem, Willem, aan met scherpr
hier goed wandelen; en 't is hier misschien ook defti-
qz i, aoq jBtui 1 uu«Aa8 r»du[ n, pfhje sus tff'
ifjsjou pz o» 'Pnqospjjpu} ^aoj{ zaouoft
„"loom si jpkq op tra 'uopusjj* jboa oaqqoq om zog
weet ik niet, maar in een plaats als deze vdel Je
meer voor een kerk; mijn vrouw ging altijd meófr
dien kant op, Ik steek niks onder stoelt» en banken.
Gyp zei zachtjes:
„Dat is een kwestie van atmosfeerzou 't nletf"
Meneer Wagge schudde zijn hoofd.
„Neen; "ik ban niet voor wierook wij zijn niet
orthodox. Maar hoe is 't met u, mevrouw? Wc hebben
t dikwijls over u. ziet er best uit."
Zijn gezicht zag donkerrood en juffrouw Wagge
kreeg de tint van oen bostwortei. De nond aan Gyps
voeten' bewoog zich, snuffelde, draaide zich om en
viel weer tegen Gyp's beenen aan. Heel rustig zj zij:
„Ik heb vandaag juist van Daisy gehoord. Ze is nu
een heele ster, is 1 niet?
Juffrouw Wagge' zuchtte. Meneer Wagge keek op
zij, en antwoordde
..Het is een pijnlijk onderwerp. Ze verdient
tig a vijftig pona :i de week.; en delsranten staan vol
over d'r Ze heeft enorm succes, dat is vast Em ze
werkt hard. Ik denk wel dat ze een vijftien honderd
per jaar oplegt Nou, dat jaar van die erge influenza
heb ik nooit dulzena gehaald. Neen, ze boft hoor."
En daarop juffrouw Wagge:
„Heeft u dr .laatste portret gezien dat waai»
ze tusschen die twee hydrangea's in staat Dat had ze
zelf poo bedacht'
Meneer Wagge mompelde plota:
„Ik ben
komt met JHH
te rusten na 't leven dat ik achter den rug heb, kn ik
denk er liever maar weinig over, vooral niet waar
u bij bent, mevrouw noen, dat doe ik niet graag."
Toen was er pen slllte, waaronder meneer en prtf-
frouw Wagge voor zich zagen en Gyp naar den hond
koele.
„O. daar ]>en je eindeHJkl" Het was Wihston, die
te voorschijn traa, en rijn wenkbrauwen lichtelijk op
trok. Gyp moest even lachen. Haar 'vaders -Wweerd,
smal gcziKht met de droomerige oogen, rijn fijnen
neus, zijn korten grijzen knevel, die rijn lippen on
bedekt het saju magere rechte figuur, zijn houding rijn
fijne., rustige stem, dat alles was <Je volmaakte tegen
stelling mei meneer Wagge's dikke; stevige figuur, met
zijn grof vef en toch lijmerige stem. Het scheen wel
of de Voorzienigheid de twee uitersten van 't maat
schappelijke type eens wilde demonstreeren. En zij
aeide
„Meneer en juffrouw Wagge - mijn vader."
Winston nam z'n hoed af. Gyp bleef ritten, met
den hond nog aan haar vqeten.
Aangenaam, meneer. Ik hoop dat u wil heeft
Wagge mompelde plots:
altija biji haar te «teo, sis ze eens langs
de aula Maar ik ben hier gekomen om Uit
van 't bïonwater. 't Moet heel krachtig zijfn, geloof ik."
„Dank u niet gevaarlijker dan de meeste. Gch
bruikt u 't ookT'
„Neen" zei hij, „we wonen hier."
„Zoo? ftoeft u hier dan werk?"
„Nou. om u de waarheid te zeggen, ben ik voor
mijn rust hier. Maar ik neem elke veertien dage» 'n
Turksch bad, dat frischt je op, en houdt de poriën
open."
Juffrouw Wagge zei zacht je)
„Het bekomt mijn man uitstekend."
Winston sprak: „Zoo en is dit uw Jiond? Hij ziet
ei filosofisch uit, zou ik zeggen."
Juffrouw Wagge zei: „Het is *een stoute hoed. la
het niet, Duckie?"
Toen Duckie voelde het middelpunt te zijn van alle
maal, stond hij op, en hijgde in Gyp's gericht
Zij nam het waar pm op,te staan.
„Wij paoeten nu gaan. Goeden dag. Het vu aar,
dig u eens terug te riem. Wilt u Daisy groeten ala
u naar riet?"
Juffrouw Wagge nam onverwacht een zakdoek uit
de reticule Meneer Wagge schraapte zijn keel.
Gyp tnerkte dat Duckae achter ze aanwaggelde (te
dat juffrouw Wagge „Duckie. Duckie" riep van ach
ter haar zak doek
Zachtjes zei Winston: „Dus die twee hebben dat
mooie schaap. 'Nou maar ze beteekendo niet veel als
men dat goed bedenkt Ze is oog bij onzen vriend* naar
ik van je tante hoor."
3?p knikte
a. en ik hoop dat ze gelukkig is."
„Hij is het niet. schijnt het Net goed."
Gyp schudde het hoofd.
„O neen. vadertje I"
,.lk zeg maar. moet niemand het kwade toewen-
schen. Maar als ik menschen zie die de» neus voor je
optrekken, goeie genade!"
„Och vadertje, wat hindert datf'
Winston antwoordde gemelijk
„Mij hindert het erg. zoo'n onbeschoftheid."
In die paar dagen te Tunbridge Wells openden zQ
hun harten meer voor elkaar dan zij in jaren gedaan
hadden. Hertzij het baden zijn ziele.korst woeker maak?
te, dan wel of de lucht, dia volgens meneer Wagga
een beetje te ijzerhoudend was, op Winston een tg.
gengeatelde uitwerking had, zekér u
eersten plicht vah des menschen geslotenheid. v»h gegrt
vïü
begon te verwaarioozen, en zijn handel en wandel
als nooit tevoren liet zien hoe die en die op de
been was geholpen, hoe die en die.naar Canada was
►fiden, de vrouw van 'die en die door haar beval
ling was heengeholpen, de dochter van zoo en zoo
weer op streek was gebracht na een „mixtap" En
Gyps klndervereering bvgun opnieuw te bloeien.
Op den laatste» middag van hun verblijf wandelde