NIEUWJAARSGROETEN
50 CENT
Raad Barsingerhorn.
DEVERBORGEN VALLEI
Zaterdag 27 December 1919.
62ste Jaargang No. 6540.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
IN ONS BLAD DAT OUDEJAARSDAG VER-
SCHIJNT, BESTAAT GELEGENHEID TOT HET PLAAT
SEN VAN EEN NIEUWJAARSGROET AAN BEGUNSTI
GERS, FAMILIE, VRIENDEN, ENZ. TEOEN CONTANTE
BETALINO VAN
(MITS NIET GROOTER DAN 3 REGELS).
OPGAVEN S.V.PL. SPOEDIG AAN ONS BUREAU
OF AAN H.H. BRIEVENGAARDERS EN BOEKHANDE
LAARS.
DE UITOEVERS.
Vergadering op Dinsdag 23 December 1919, des
middags 2 uur.
Aanwezig alle leden.
Voorzitter de heer K. Breebaart Dz., secretaris de
heer P. Bronder.
Na opening der vergadering worden de notulen
onder dankzegging goedgekeurd.
Is ingekomen een brief va nden heer Engel, dat
hij zijn benoeming tot wethouder aanneemt.
De heer Engei zegt hierna, dat hij in de vorige
vergadering van den Raad heeft gezegd dat hij de
24 uur bedenktijd zou aanvaarden om te zien wat de
onderhandeling met de andere raadsleden zou bren
gen. Ik heb tevens gezegd mij het recht voor te be
houden om den uitslag dezer besprekingen in open
bare raadsvergadering mee te deelen Spr. doet dat
dan bij deze:
le. is gesproken over een hooger aftrek van
noodzakelijk levensonderhoud en den aftrek voor kin
deren bij de bepaling van den hoofdelijken omslag.
Spr. heeft den indruk, dat de Raad het hierover
wel eens zal worden. Het tegenbezwaar dat werd
gemaakt, was, dat moest blijken dat menschen tot
een inkomen van f2000, van deze regeling geen
schade zullen hebben..
2. Wat de verschillende wantoestanden van wo-
alleen wvmschte de heer Engel de vlag te weren. Daar 1
is spr. tegen, hoog als hij da Nedarlandscha vlag wil
houden.
De heer Engel vraagt wat de bedoeling is dat de
heer Smit dit alles zegt.
Voorzitter meent dat er niet verder over deze zaak
behoeft te worden gesproken, duidelijk als is geble
ken, dat de heeren hetzelfde beweren over de ge
houden besprekingen.
De heer Engel wijst er op, dat wat de vlag betreft,
hij alleen de wenschelijkhedd heeft geuit, omdat ge
durende 4 jaar deze vlag niet is uitgestoken. En nu
er iemand lid van het Dagel. Bestuur is, die niets
voor die vlag gevoelt, zou die oude toestand van
4 jaar wel bestendigd kunnen worden. Spr. heeft van
die vlag echter de aanneming van zijn ambt als
wethouder niet afhankelijk gesteld.
De heer Smit: Ik heb ook gezegd dat u het wen-
schelijk vond.
Voorzitter zegt dat de zaak voldoende 19 behan
deld en brengt den heer Engel hulde, omdat hij hel
wethouderschap heeft aangenomen. Het college heeft
nu 3 of 4 maal vergaderd en deze vergaderingen
zijn gehouden tot aller genoegen. Spr. twijfelt niet, of
dit zal zoo blijven en hij hoopt, dat de heer Engel
nog vele jaren wethouder zal blijven.
Van Ged. Staten is ingekomen de goedkeuring op
het raadsbesluit over de presentiegelden.
Van den Inspecteur van Posterijen en Telegrafie
is bericht ingekomen dat de spreekcellen door het
Rijk zullen worden onderhouden.
Van de vereeniging Visschersbelangen te Kolhorn
is een adres ingekomen over den treurigen toestand
der liaven te Kolhorn en het remmingswerk. Adres
sante vraagt verbetering voor de a.s. ansjovisvangst.
Voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen
van B. en W., omdat B. en W. eerstdaags een be
spreking zullen hebben met het Dagel. Bestuur van
den F older Waard en Groet over deze zaAk. Allen
vbor.
Van Ged. Staten is bericht ingekomen dat het sa
laris van den Burgemeester dezer gemeente is be
paald van f 1600 tot f 2000. Het salaris is voor dezen
burgemeester f 1900, gezien zijn aantal dienstjaren.
De secretaris heeft f 1900 salaris, zijnde het maxi
mum, als ontvanger zou hij moeten hebben f 1000,
maar waar dit ambt in één persoon is vereenigd met
dat van secretaris, wordt het f700, dus te zamen
f2600. Deze salarisregeling gaat in 1 Januari 1919.
Wat de dienstjaren betreft, is de regeling gevonden
minder dan 2 dienstjaren, van 2 tot 4; van 46; van
6—8 en meer dan 8 dienstjaren. Deze gemeente io
geplaatst in de 2e klasse en niet zooals vastgesteld
was in de 3e. Uit de verdere mededeelingen blijkt,
dat de secretaris door deze regeling f 200 mindei
krijgt. Dit geeft den heer Blaauboer aanleiding om
te zeggen, als dat zóó is of dan niet aan den secretaris
een toeslag kan worden gegeven, die hem ten volle
vergoedt, de f500 toeslag die de gemeenteraad hem
had toegezegd.
Voorzitter zegt, dat het een regeling is door Ged.
Staten vastgesteld en de verandering is gekomen
door de samenvoeging door Ged. Staten van het
ambt van secretaris en ontvanger. In salaris achter
uit gaat de secretaris volgens voorzitter niet.
B. en W. gtelten voor, over te gaan. tot wijziging van
ningen betreft, zouden daarin de noodige verbe-
teringen moeten worden gebracht. Ook hier is de het reglement van het Burgerlijk Armbestuur en wel
indruk, dat er wel samenwerking zal komen. dat in artikel .13 Wordt voorgesteld, dat ^an de leden
3e. Wat het onderwijs aangaat, is de eisch om het van het bestuur een presentiegeld van f 1.50 per lid
■volksonderwijs zoo hoog mogelijk op te voeren, en en Der vergadering wèrdt uitgekeerd. Goedgevonden
wanneer er iemand is uit de mindere klasse die uit- Voorts stollen B. en W. voor, het reglement van het
stekend kan leeren, deze door de gemeente in staat Weezen Armbestuur te Wijzigen en artikel 2 zoodanig
zal worden gesteld om door te leeren tot het oogen- te wijzigen, dat het bestuur zal bestaan uit 3 mannelijke
blik dat hij zichzelf zal kunnen redden. Ook hiermee en 2 vrouwelijke leden. De leden zullen - 5 jaar zit-
gingen de heeren accoord. üng hebben, terwijl elk jaar 1 lid aftreedt. Volgens art.
4e. Werd het. oog gevestigd op de landarbeiders 12 zullen de leden een presentiegeld van f 1.50 pér
die thans land van particulieren gebruiken. Als hier- hd en per vergaderingg genieten,tenvijjl^ het salaris
over eens verwikkelingen komen en die arbeiders
dat land niet meer kunnen krijgen, dat dan de ge-
van den secretaris.penningm. op f 125 wordt voor;
Voorzitter licht in, dat het bestuur thans
iteld.
taat
meente voor het land van de arbeiders zal zorgem Kr i ,3 mannelijke leden en B. en W. steden nu voor,
rijn wellicht bezwaren omdat het gemeenterend 2 vrouwelijke leden toe te voegen Het salaris van dein.
daarvoor niet direct geschikt is, maar er zal dan secretaris .penningmeester was f 75 en wordt nu voor
wel een mogelijkheid komen, om de arbeiders aan geteld °P f 125 te bepalen, terwijl dan i>ij de ver.
land te helpen.
Dit zijn, zegt de heer Engel, de officieele punten
die in bespreking zijn gebracht en spreker hoopt
dat ook ten opzichte van andere zaken wel samen,
werking zal worden verkregen. Met het oog op dit
alles hebben wij, zegt spr., besloten dat ik het ambt
van wethouder zal aanvaarden. 'En hiermee heb ik
mijn verklaring afgelegd.
De heer Smit zegt, dat de heer Engel er zeer op
gesteld schijnt te zijn hier mee te deelen wat is be
sproken. Spr. heeft daar niets tegen. Spr. wil er zelf
ook iets over zeggen.
Wat het le punt betreft, ben ik niet tegen een
andere heffing van hoofdelijken omslag, mits dit op
een betere wijze als tot dusver geschiedde.
nu ring der landerijen geen provisie meer zal worden
genoten.
De heer Smit begrijpt niet, waarom vrouwelijke'le
den moeten worden toegevoegd, Wanneer enkélé kéé-
ren kleeren noodig zijn, wordt het tegenwoordig be
stuur door mevrouw Bronder bijgestaan.
Voorzitter wijst er op, dat mevrouw Bronder bijstaat,
maar niets met "de zaak noodig heeft. Wanneer er
nu vrouwelijke leden worden benoemd, hebben die
ook de verantwoordelijkheid te dragen. De weezen
zijn niet altijd in het huis ondergebracht en daarom-
achten B. en W. toezicht van vrouwen noodig
De heer Smit gelooft, dat het voorstel in hoofdzaak
wordt gedaan om de vergaderingen pleizieriger te ma
ken en spr. wil den heeren dat genoegen niet onthoudén
Wat de woningbouw betreft, wil spreker meegaan Mevr. Bergman—Gons spijt" het, dat de heer Smit
en geeft den raad om de afgekeurde woningen maai zoo weinig vertrouwen in de vrouw heeft. Spr. meent,
direct te ontruimen, dat schiet tenminste op. En dat de heeren niet zooveel verstand hebben van dézé
wanneer dan noodig blijkt dat een woningbouwver- zaak en stelt voor, het geheele Armen Weezénbéstuur
eeniging wordt opgericht, wil spr. die gaarne steu- te ontslaan en een nieuw bestuur te benoemen én
nen. dat daarbij rekening wordt gehouden met die even*
En ten 3e om een onbemiddeld kind te helpen in rodige vertegenwoordiging,
zijn studie, daar is spr. voor; en om het onderwijs De heer tingel is in principe wel voor het idee
zoo hoog mogelijk op te voeren, juicht spr. eveneens van mevr. Bergman—Gons, maar hij kan geen enkele
toe. En dan wil spr. herinneren aan het woord van redactie voor de wijziging vinden, die daaraan voldeed,
den heer Kistemaker hier gesproken, om in Bar- En waar spr. in het college van B. en W. den indruk
singerhorn en Kolhorn nog een leerkracht aan te heeft gekregen, dat het in het voornemen ligt, dat elk
stellen, te meer nu het Rijk in hoofdzaak de leer- tlflel zou worden vertegenwoordigd, evenals in den
krachten betaalt. raad het geval is, heeft spr. zich met het idee van B.
Verder werd er niet veel belangrijks besproken, en W. vereenigd. Spr. jvijst erop, dat ook bij even-
redige vwtegenwooriïigiTig fijn finscHe lodb "Tn de fhïn-
derheid blijft en met hei.oog op de samenwerking
hn met het voorstel meegegaan.
Mevr. ^Bergman—Gons zegt, dat hier zulke toestan
den bestaan, zelfs al zitten er dames fn „dat zij blijft
voorstellen, ten nieuw oestuur te benoemen. Spr. zal
die toestanden niet allemaal in het openbaar bespreken,
doch zal straks op een geval terug komen.
Voorzitter meent, dat mevr. B rgman—Gons de zaak
verwar tv Jtet gaat nier o/er het Weezen Armbestuur,
Mevrouw Bergman—Gons blijft haar voorstel hand
haven
Het voorstel vpn B. en W. wordt aangekomen met
tegen 1 stem, tegen mevr. Bergman—Gons.
Volgt goedkeuring aanbesteding Kokkebrug. Het
resultaat van do aanbesteding is geweest, dat de
laagste inschrijver was U. Bosma met een bedrag
van f1381. De begrooting was f1320.12. B. en W.
hebben de gunning aangehouden, totdat de Raad
zal hebben goedgekeurd het werk aan den laagsten
inschrijver te gunnen en stellen voor dan tot gun
ning over te gaan.
De heer Smit heeft zich reeds in de vorige ver
gadering als tegenstander van een dergelijke durt
brug doen kennen en nu het bedrag weer een hon
derd gulden of drie hooger wordt, is hij er nog ster
ker tegen. Het is spr. verweten dat hij gegooid heeft
met duur gemeentegeld, maar spr. gelooft dat de
voorstanders van deze brug al aardig op weg zijn
met duur gemeentegeld te gooien. Spr. heeft een
ander voorstel en wel dat de gemeente een zeker
bedrag per jaar zou uittrekken en dan overleg plegen
met de eigenaren van de wipbrug,opdat de gemeente
zoodoende recht kreeg dat de menschen over die
brug loopen. Spr. gelodft, dat op deze wijze de be
langen van twee partijen zijn gediend, de gemeente
krijgt 't recht de menschen over de wipbrug te laten
loopen, terwijl den eigenaren tegemoet worden geko
men in do onderhoudskosten. In dat geval hebben
we die dure brug niet noodig.
Voorzitter zegt, dat door den Raad is besloten tot
het maken van die brug en wijst er op dat de heer
Smit zich vergist. Het bedrag is f60 hooger dan de
begrooting.
De heer Kooijman heeft wel van 2 plannen gehoord,
een houten brug van f 500 en een ijzeren' van f 1100,
hij heeft nooit gehoord van f 1300.
Voorzitter zegt, dat dat bedrag van f 1300 later Is
besproken. Het bedrag voor een houten brug zou nu
ook wel hooger worden, het hout ia met 20 pet. ver
hoogd.
De heer Blaauboer vereenlgt zich met het ldée-Smlt
en zegt nooit voorstander van die dure brug te zijn
geweest. Dat die brug een meter breed wordt, komt
spr. belachelijk voor en als we nu met de land
eigenaren overleggen en we krijgen daar vrij over
pad, dan zijn we van die brug af. Vooral met het
oog op doortrekking van den weg in de toekomst,
waarbij de uitweg toch zou komen waar nu de wip
brug is, zou die Kokkebrug niet meer noodig zijn.
Spr. zou daarom het besluit van vorige vergadering
willen intrekken en B. en W. voorstellen een be
spreking met de landeigenaren over het geven van
subsidie voor de wipbrug te houden..
Voorzitter wijst er op, dait het niet belachelijk is
dat de brug een meter breed wordt, want zooals
thans komt het voor, dat wanneer twee personen
elkaar op de brug moeten passeeren ze als 2 bokken
tegenover elkaar staan.
De heer Blaauboer meent dat het niet véél zal
voorkomen dat twee personen elkaar daar moeten
passeeren.
De heer Engel zegt, dat wat de heer Smit naar
voren heeft gebracht over het werpen van duui
gemeentegeld, op hem slaat. Spr. begrijpt niet dat
de heer Smit zoo onkiesch is geweest dat te zeggen.
Spr. gevoelt er niet veel voor om nu weer terug t»
komen op de burgerwachtkwestie, maar in dat ver
band heeft hij het gezegd. Ten opzichte Van de zaak
die het betrof, heeft spr. het gezegd en hij heeft ge
wezen op het weinige nut van wapengeweld en in
verband daarmee heb ik gesproken over het gooien
van duur geld. Maar nu de meerderheid van den
Raad heeft besloten, dat de brug zou worden ge
bouwd. kan spr. zich vereenigen met de verhooging
van f60.
Voorzitter zegt, dat men niet telkens die persoon
lijkheden naar voren moet brengen.
De heer Burger wijst erop, dat reeds vroeger in den
Raad ig besproken, wanneer de Kokkebrug zou af
raken, dat ze voor gemeenterekening zou worden
gemaakt en dat was al toen burgemeester Spaans
hier zetelde. Door statistiek is gebleken, dat er wel
degelijk èen groot gebruik van de Kokkebrug wordt
gemaakt en dat het gemis een ontzettende tegen
valler is. Het bedrag van f60 acht spr. niet zoo'n
onoverkomelijk bezwaar.
De heer Geertsema is ook altijd tegenstander van
die brug geweest, maar is tenslotte op de vorige
vergadering in zooverre meegegaan, dat hij wel een
brug zou willen maar een goede brug. Tenslotte
komt er evenwel een einde aan de waarde van die
brug en nu is f 1300 of f 1360 wel een klein verschil,
maar er komt eindelijk een eind aan. Nu de heeren
Smit en Blaauboer een nieuwe weg openen, meent
spreker dat de behoefte niet zoo groot is.
De heer Engel acht het onnoodig te vragen of de
wipbrug opengesteld wordt voor het publiek, dat
is een open deur opentrappen, want de menschen
gaan er al over.
De heer Blaauboer zegt, dat wanneer de eige
naren de brug ophalen, de menschen er voor kunnen
blijven staan.
door HUBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door L. ALETR1NO.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
„Eens hoor ik op straat een man mijn vaders naam
noemen. .Daar gaat hij', zeide hij, en ik kijk, en ik zie
mijn vader. Hij rijdt in een mooien motormobiel,
met zijn blanke vrouw en zijn blahke kinderen. Mijn
hart klopt sneller toen ik hem zie. Hij is een mooie,
trotsche man, niet erg oud nog. Hij was nog net een
jongen, toen hij in ons land was, mijn moeder mij
Wh? Ee.n,.^er' m®t blond haar, die altijd
^rdigheden maakte, zegt zij. Nu ook nog
gelaat VaJ1 en' zie ik aan de trekken van zijn
ik bem Kezien heb in dien mooien motor-
\,D<?g bai?«er- heeft hij te maken
met een arm, klein meisje als ik, denk ik, en ik doe
geen moeite hem te spreken. Maar aldoor lees ik de
kranten om te zien wat hij doet. Dan zie ik dat er
een groote, wat de blanken noemen een oolitieke bij
eenkomst zal worden gehouden, en mijn zal
spreken. Dan ga ik dien avond naar de rolschaatsen-
baan, en alle menschen kijken mij aan, omdat er geen
ander rood meisje naar die politieke bijeenkomst is
gegaan. Maar ik geef er met om. Ik wil alleen maar
mijn vaders stem hooren. Als hij opstaat om te spre
ken, klopt mijn hart in de keel
„Hij spreekt. En zoo mooi. Ik versta niet alles
maar ik ben gelukkig omdat mijn vader een goed'
braaf man is, die wil dat het arme volk 't goed heeft'
Altijd werkt hij voor het volk, zegt hij. Zijn stem was
zoo vriendelijk en zoo machtig als een orgel in do
kerk. Wanneer ik hem hoor, weet ik zeker, dat hij is
^o|jn vader, omdat ik hetzelfde van binnen voel als
"ijmaar ik kan het niet zoo zeggen.
„Daarna denk ik veel: ik ga hem opzoeken. Ik
,®n h,ang en toch ook weer niet. Ik denk: waarom
nang Hij is vriendelijk, hij voelt voor
h„ v®tk. Ik denk: ik kan gaan als arm meisje, en
rv®rteli®a ik ben rijn dochter. Eindelijk ga
„Wanneer ik zijn huis zie, ben ik weer bang. Het is
groot als een berg. Het heeft wel honderd ramen.
Een heelen tijd loop ik er omheen. ,Je bent dwaas',
zeg ik tot mijzelf. ,Je hebt niets slechts gedaan; hij
zal niet boos zijn'. Eindelijk ga ik naar de deur. Er
komt een man. Hij zegt, mijn vader is uit, en doet de
deur weer voor mij dicht. Wanneer ik de stoep afga,
komt mijn vader thuis in zijn motormobiel Hij
vraagt mij, wat ik verlangen. Ik eeg, ik wii hem
spreken. Hij lachen en neemt mij mee naar binnen,
in een kamer. Het is als een droom. Mijn knieën
knikken.
„Het is een mooie, groote kamer, met hooge ramen.
Overal langs de wanden zijn boeken met banden in
allerlei kleuren. Er is een groote tafel, en daar zit
hij achter: hij leunt achterover, en trekt zijn hand
schoenen uit. Hij glimlacht Hij heeft mooie witte
tanden, zooals mijn moeder mij verteld had, en hij
vraagt me wee, wat ik verlang. Ik ben zoo bang,
dat ik het eerste zeg wat ik denk. Ik vraag hem om
werk.
„Hij is heel vriendelijk. Hij zegt: ,We zullen zeker
wat voor je vinden'. Wat kan je?"
„Ik zeg, ik kan goed wassen of koken. We praten
nog wat. Hij blijft vriendelijk. Hij vraagt mij hoe
lang ik in Winnipeg geweest ben, waar ik gewerkt
heb, en alles. En aldoor ben ik te bang om in de
mooie kamer te zeggen: Jk ben uw dochter'.
„Eindelijk zegt hij: Nu, kom dan morgen terug;
ik zal zien wat ik voor je doen kan'. Dan wil ik
weggaan, en hij zegt: Wacht even'. Hij staat op, en
komt naar mij toe, zijn oogen worden zoo slecht en
toen
Zij stokte. Ralph's hart klopte benauwend, bang
van een vreeselijk voorgevoel.
„Ik ben wegge loopen", snikte Nahnya. „Ik vertel
het hem nooit. Ik zie hem nooit meer!"
HIOOIFDSTTM X.
Maanlicht
Ralph lag stil in het vuur te staren. Aan slapen
dacht hij niet: met verrassende snelheid en volle
digheid van details verrezen de beelden voor zijn
geestesoog. Zoo snel wisselden zij, dat hij de ge
waarwording kreeg, als doemden zij op, volkomen
onafhankelijk van zijn bestaan.
En alle beelden vertoonden Nahyna: Nahnya zoo-
als hij haar het eerst had gezien, een gewoon Iadi-
De heer Engel: Maar dat gebeurt niet. v
Voorzitter zegt, dat de Raad niet meer behoeft te
praten over al- of -niet noodig zijn van die brog,
daarover heeft hij zich reeds uitgs'aten.
Het voorstel van B. en W. wordt in stemming ge
bracht en verworpen met 5 tegen 2 stemmen, voor
stemden de heeren Burger en Engel.
"De heer Enael leest nog eens bet voorstel va»
B. en W. voor, waaruit blijkt dat B. en W. voorstel
len de brug voor het bedrag waarvoor de lAagste in
schrijver heeft ingeschreven, te doen bouwen. Hoe
komt de heer Geertsema er nu toe tegen te stemmen,
is dat enkel naar aanleiding van hetgeen door de
heeren Smit en Blaauboer naar voren is gebracht7
Het spijt ook voorzitter, dat de heer Geertsema te
gen heeft gestemd.
De heer Engel meent, dat wanneer nu andere
voorstellen komen, de leden het zelf maar moeten
voorstellen, want spr. bedankt ervoor deze zaak op
nieuw in het college van B. en Wter sprake te
brengen, nu een der leden van dit college in den
Raad tegenstemt
De heer Smit geeft dan In overweging, dat B. en
W. in overleg treden met de eigenaren van de wip
brug.
Voorzitter zegt, dat het voor B. en W. niet zoo
aangenaam is om nu de zaak weer te bespreken en
om nu een, twee, drie te beloven met een andei
voorstel te komen, kan hij nog niet doen. Net als de
heer Engel, heeft spr. het niet prettig gevonden dat
dé heer Geertsema het afstemde. Spr. kan nog geen
toezegging doen met een ander voorstel te komen,
maar zal daarover denken. Op het oogenblik zal hij
de zaak van de baan schuiven.
In behandeling komt vaststelling van de tarieven
voor het electriciteitsbedrijf, met ingang van 1 Jan.,
welke regeling in overleg met den ingenieur van
het PXN. heeft plaats gehad.
In de regeling wordt voorgesteld de vaste kosten
te bepalen als volgt: voor 1 lichtpunt 85 cent pei
maand, 2 lichtpunten f 1.15, 3 lichtpunten f 1.45, 4
lichtpunten fl.75, 5 lichtpunten f2.05, 6 lichtpunten
f2.35, 7 lichtpunten f2.65, 8 lichtpunten f2.95, 9
lichtpunten f3.25, 10 lichtpunten f3.50, 11 lichtpun
ten f3.75, 12 lichtpunten f4.—, 13 lichtpunten f4.25,
14 lichtpunten f4.50, 15 lichtpunten f4.75, 16 licht
puntten f5 en verder voor elk lichtpunt meer 25 ct.
Een stopcontact als lichtpunt te rekenen, terwijl
voor lichtverbruik een tarief van 18 cent per K.W.
wordt voorgesteld. Voor kracht voor motor bensden
5 P.K. 85 cent per maand, buitan da llchturan en
20 cent meer in de lichturen.
De heer Smit begrijpt niet waarom dia vast# be
dragen voor de lichtpunten moeten worden betaald.
Waarom kunnen nu niet alle kosten worden gebaald
uit een heffing per K.W.? Spr. lijkt het bepalen
van vaste kosten ten nadeele van het bedrijf, omdat
het een meerder verbruik zal tegengaan.
Voorzitter wijst fer op, dat het electrisch bedrijf
zich zelf moet bedruipen en het vaststellen van vaste
kosten is noodig, omdat het bedrijf anders nooit kan
uitkomen. Het wordt nu ongeveer 33 cent per K.W.,
de meterhuur niet meegerekend.
De heer Smit blijft van oordeel, dat een dergelijke
regeling ten nadeele van het bedrijf is.
De heer Engel zegt, dat ook hij eerst het idée-Smit
was toegedaan, en de ingenieur had ook eerst een
geheel andere regeling, waarbij alles in vaste kosten
was vastgelegd. Daar is spreker tegen geweest, om
dat dan 'n ieder, weinig of veel licht gebruikende,
evenveel moet betalen en daarna is de ingenieur
met het tegenwoordige tarief gekomen en daarmee
heeft spr. zich vereenigd, omdat het bedrijf zich zelf
moet kunnen bedruipen en het bedrijf op eenige
vaste inkomsten moet kunnen rekenen.
De heer Smit noemt het een lekkermakerij, wan
neer het bedrag per K.W. uur wat lager is, maa*
daartegenover vaste kosten worden geheven.
Voorzitter zegt dat het geen lekkermakerij is. Bo
vendien weet niemand hoe de uitkomsten van het
bedrijf zullen zijn.
De heer Engel wijst er nog op, dat men voor die
25 cent per maand, dat is 6 cent per week, niet zal
nalaten een lichtpunt meer te nemen. Dat zal geen
beperking van lichtgebruik veroorzaken.
Voorzitter zegt te hopen dat later zal blijken dat da
tarieven te hoog zijn berekend.
De heer Smit verklaart tenslotte zich voor dit
jaar bij de voorgestelde regeling neer te leggen.
Het voorgestelde tarief wordt met algemeene stem
men aangenomen.
B. en W. stellen voor om de jaarwedde van den
lijnwerker voor het gemeentelijk electrisch net te
bepalen op f950. Eerst was gedacht met het P.E-N.
samen een lijnwerker te nemen, dit blijkt onmoge
lijk. Deze lijnwerker zal dus geheel voor de gemeente
zijn en de meters moeten opnemen en de qu,:anties
innen. Tweemaal per maand komt hij dan bij eiken
aangeslotene en kan dan de klachten opnemen. Er
-'ijn 6 4 7 sollicitanten, w.o. zeer geschikte. Den lijn
werker is geoorloofd nog eenige andere werkzaam
heden, de electriciteit betreffende, te doen. Dit ech
ter onder goedkeuring van B. en W. Allen voor.
De maximale belasting is voor onze gemeente
wat het verbruik van electrischen stroom betreft, be
paald op f 80 per K.W. De vereeniging van Ned. Ge
meenten heeft nu een rapport uitgebracht, waarin
verklaard wordt dat de eisch van f120.— door het
P.E.N. gesteld, alleszins billijk is, gezien de tijdsom
standigheden en daarom stellen B. en W. voor, ook
voor deze gemeente vanaf 1 Januari 1920 een heffing
van f 120.toe te staan.
De heer Smit wijst er op, dat het contract aan-
aansch meisje gek, die hij was! Nahnya sla
pend op het dek der „Tewskbury", met een glim
lach over het gelaat; Nahnya zegevierend op de
voorplecht in de stroomversnellingen.
Nahnya zooals ze zich met gloeiende oogèn
tegen hem verdedigde wat een beest was hij
toenl Nahnya, schreiend in het gras, 's nachts;
Nahnya, verwijtend en wanhopig toen zij een blanke
in haar heiligdom vond en eindelijk Nahnya, zoo
als ze zich onbewust had getoond in alle phasen
van haar eigen verhaal: braaf, trouw en moedig
als Ruth, en ondraaglijk gekweld.
„O, wat een schande!" riep hij, en zijn hart kromp
ineen van woede en medelijden, „en ik kan niets
doen, om het weer goed te mak mi I O, wat een
prachtig karakter heeft zei En wat is ze mooi".
Het laatste scheen hem nu van minder belang,
maar zijn ziel boog zich voor den gulden glans van
het karakter, dat zij gebleken had te bezitten. Een
voudig en sterk, zich zelf verloochenend als een
heilige der Middeleeuwen, zoo zag hij haar. „Als
zoo het Indiaansche karakter is", dacht hij, „dan
ben ik beschaamd dat ik een blanke ben!"
De behoefte zijn hart bij Nahnya uit te storten,
martelde hem. Aan het slot van haar geschiedenis,
was hij sprakeloos gebleven, en voor hij weer woor
den had kunnen vinden, was zij reeds verdwenen.
Nu kwelde hem de gedachte, dat zij misschien
in het onzekere zou zijn omtrent zijn gevoelens.
Nahnya hij wist het uit ervaring was maar
al te geneigd tot zelfbeschuldiging. Haar droevig
zeggen: „Ik geloof dat er een vloek op mij rust",
sneed hem telkenmale door het hart Zoo vreeselijk
graag wilde hij haar toespreken, haar kalmeeren.
Het was ondraaglijk, genoodzaakt te zijn tot den
volgenden morgen te wachten.
Langzamerhand verflauwde het kleine vuur, en
aan de andere zijde van het meer, ver weg boven
den hoogen bergtop in het midden van den rots
muur, werd hij een. zwakke glanzing in de lucht ge
waar. Zijn hart juichte hij dacht dat de dage
raad reeds kwam.
Maar de schijn was teerder, subtieler dan die van
daglicht De groote bergpiek toekende er zich
scherp tegen af, de omtrek werd zwak verlicht.
Ralph werd er door getroffen, zoo sterk leek hij op
een reuzenduim; de duim van den Aardmaker, zoo
als de roode mannen zeggen. Het was dezelfde piek,
die hij ook van de andere zijde had gezien. Ein
delijk begon de kling van een zilveren kromsabel
er boven op te klimmen. Langzaam rees de maan
omhoog langs den hemeltrans, als een bleeke
vrouw, die gebukt gaat onder een dapper gedragen
leed -s- als Nahnya.
Haar licht straalde zacht neer in de vallei. De
boomen op den dichtstbijzijnden oever werden als
met stofzilver overtogen, en een droomlicht goot
zich uit over het gras. Het meer was niet langer
een meer van water, maar van wazige elfensluiers,
die langzaam voortschoven naar den anderen oever,
naarmate de schaduw van den bergtop lengde Het
geheele dal was als een kom, die zich langzaam
met maanlucht vulde, dat hoog boven uit een zil
veren kelk werd neergestort.
Slechts voor hen wier hart door leed is gelou
terd, onthult de maan zich volkomen. Ralph zag
haar thans voor het eerst in haar volle schoonheid,
/ljn smart werd door haar verzacht en verdiept,
gelijk een kokende waterval die beneden in den
boezem van een kalinen stroom wordt opgenomen.
De leelijke, knagende gedachten, die hem in zijn
slapeloosheid hadden besprongen, waren wegge
vaagd, en alleen het groote, machtige, bleef.
„Ik heb haar lief!" betuigde Ralph zwijgend. „En
ais de hemel wil, zal ik mij haar waardig maken!
ais ik iets van wat zij geleden heeft, kan goed ma
ken, zal ik het doen!"
Hij was opgestaan en liep naar den oeverrand,
daarheen, waar Nahnya dien dag gegeten had. Een
n V^2. eBD0^6 scheen over hem te komen, die
alle zelfzucht in hem smoorde, en zijn betere zelf
hoog ophief. Ailles in hem voelde hij veranderd. Zijn
geheele leven tot nu toe was eenzaam en trooste
loos geweest; nu zou het anders worden. Voor de
eerste maal had Ralph zich laten opvoeren naar de
noogten der ontroering. En daar zou hij altijd kun
nen blijven, dacht hij.
un den ®rond van z'jn hart zuchtte hij: „Een
ben" gUD8t om ieit8 edels te mogen liefheb-
de 0V6rzUde van het meer lag de berg nog
dln fl?n K0eLln de 8chaduw, maar ter hoogte van
baadden enkele sneeuwvlakken in de ma-
bergen daarachter, meer westwaarts,
g ansden zacht; zij maakten niet den indruk van
tastbare massa's rotsen, ijs en sneeuw, maar iu