NIEUWJAARSGROETEN 50 CENT Raad Barsingerhorn. DEVERBORGEN VALLEI Zaterdag 27 December 1919. 62ste Jaargang No. 6540. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. IN ONS BLAD DAT OUDEJAARSDAG VER- SCHIJNT, BESTAAT GELEGENHEID TOT HET PLAAT SEN VAN EEN NIEUWJAARSGROET AAN BEGUNSTI GERS, FAMILIE, VRIENDEN, ENZ. TEOEN CONTANTE BETALINO VAN (MITS NIET GROOTER DAN 3 REGELS). OPGAVEN S.V.PL. SPOEDIG AAN ONS BUREAU OF AAN H.H. BRIEVENGAARDERS EN BOEKHANDE LAARS. DE UITOEVERS. Vergadering op Dinsdag 23 December 1919, des middags 2 uur. Aanwezig alle leden. Voorzitter de heer K. Breebaart Dz., secretaris de heer P. Bronder. Na opening der vergadering worden de notulen onder dankzegging goedgekeurd. Is ingekomen een brief va nden heer Engel, dat hij zijn benoeming tot wethouder aanneemt. De heer Engei zegt hierna, dat hij in de vorige vergadering van den Raad heeft gezegd dat hij de 24 uur bedenktijd zou aanvaarden om te zien wat de onderhandeling met de andere raadsleden zou bren gen. Ik heb tevens gezegd mij het recht voor te be houden om den uitslag dezer besprekingen in open bare raadsvergadering mee te deelen Spr. doet dat dan bij deze: le. is gesproken over een hooger aftrek van noodzakelijk levensonderhoud en den aftrek voor kin deren bij de bepaling van den hoofdelijken omslag. Spr. heeft den indruk, dat de Raad het hierover wel eens zal worden. Het tegenbezwaar dat werd gemaakt, was, dat moest blijken dat menschen tot een inkomen van f2000, van deze regeling geen schade zullen hebben.. 2. Wat de verschillende wantoestanden van wo- alleen wvmschte de heer Engel de vlag te weren. Daar 1 is spr. tegen, hoog als hij da Nedarlandscha vlag wil houden. De heer Engel vraagt wat de bedoeling is dat de heer Smit dit alles zegt. Voorzitter meent dat er niet verder over deze zaak behoeft te worden gesproken, duidelijk als is geble ken, dat de heeren hetzelfde beweren over de ge houden besprekingen. De heer Engel wijst er op, dat wat de vlag betreft, hij alleen de wenschelijkhedd heeft geuit, omdat ge durende 4 jaar deze vlag niet is uitgestoken. En nu er iemand lid van het Dagel. Bestuur is, die niets voor die vlag gevoelt, zou die oude toestand van 4 jaar wel bestendigd kunnen worden. Spr. heeft van die vlag echter de aanneming van zijn ambt als wethouder niet afhankelijk gesteld. De heer Smit: Ik heb ook gezegd dat u het wen- schelijk vond. Voorzitter zegt dat de zaak voldoende 19 behan deld en brengt den heer Engel hulde, omdat hij hel wethouderschap heeft aangenomen. Het college heeft nu 3 of 4 maal vergaderd en deze vergaderingen zijn gehouden tot aller genoegen. Spr. twijfelt niet, of dit zal zoo blijven en hij hoopt, dat de heer Engel nog vele jaren wethouder zal blijven. Van Ged. Staten is ingekomen de goedkeuring op het raadsbesluit over de presentiegelden. Van den Inspecteur van Posterijen en Telegrafie is bericht ingekomen dat de spreekcellen door het Rijk zullen worden onderhouden. Van de vereeniging Visschersbelangen te Kolhorn is een adres ingekomen over den treurigen toestand der liaven te Kolhorn en het remmingswerk. Adres sante vraagt verbetering voor de a.s. ansjovisvangst. Voorzitter stelt voor dit adres te stellen in handen van B. en W., omdat B. en W. eerstdaags een be spreking zullen hebben met het Dagel. Bestuur van den F older Waard en Groet over deze zaAk. Allen vbor. Van Ged. Staten is bericht ingekomen dat het sa laris van den Burgemeester dezer gemeente is be paald van f 1600 tot f 2000. Het salaris is voor dezen burgemeester f 1900, gezien zijn aantal dienstjaren. De secretaris heeft f 1900 salaris, zijnde het maxi mum, als ontvanger zou hij moeten hebben f 1000, maar waar dit ambt in één persoon is vereenigd met dat van secretaris, wordt het f700, dus te zamen f2600. Deze salarisregeling gaat in 1 Januari 1919. Wat de dienstjaren betreft, is de regeling gevonden minder dan 2 dienstjaren, van 2 tot 4; van 46; van 6—8 en meer dan 8 dienstjaren. Deze gemeente io geplaatst in de 2e klasse en niet zooals vastgesteld was in de 3e. Uit de verdere mededeelingen blijkt, dat de secretaris door deze regeling f 200 mindei krijgt. Dit geeft den heer Blaauboer aanleiding om te zeggen, als dat zóó is of dan niet aan den secretaris een toeslag kan worden gegeven, die hem ten volle vergoedt, de f500 toeslag die de gemeenteraad hem had toegezegd. Voorzitter zegt, dat het een regeling is door Ged. Staten vastgesteld en de verandering is gekomen door de samenvoeging door Ged. Staten van het ambt van secretaris en ontvanger. In salaris achter uit gaat de secretaris volgens voorzitter niet. B. en W. gtelten voor, over te gaan. tot wijziging van ningen betreft, zouden daarin de noodige verbe- teringen moeten worden gebracht. Ook hier is de het reglement van het Burgerlijk Armbestuur en wel indruk, dat er wel samenwerking zal komen. dat in artikel .13 Wordt voorgesteld, dat ^an de leden 3e. Wat het onderwijs aangaat, is de eisch om het van het bestuur een presentiegeld van f 1.50 per lid ■volksonderwijs zoo hoog mogelijk op te voeren, en en Der vergadering wèrdt uitgekeerd. Goedgevonden wanneer er iemand is uit de mindere klasse die uit- Voorts stollen B. en W. voor, het reglement van het stekend kan leeren, deze door de gemeente in staat Weezen Armbestuur te Wijzigen en artikel 2 zoodanig zal worden gesteld om door te leeren tot het oogen- te wijzigen, dat het bestuur zal bestaan uit 3 mannelijke blik dat hij zichzelf zal kunnen redden. Ook hiermee en 2 vrouwelijke leden. De leden zullen - 5 jaar zit- gingen de heeren accoord. üng hebben, terwijl elk jaar 1 lid aftreedt. Volgens art. 4e. Werd het. oog gevestigd op de landarbeiders 12 zullen de leden een presentiegeld van f 1.50 pér die thans land van particulieren gebruiken. Als hier- hd en per vergaderingg genieten,tenvijjl^ het salaris over eens verwikkelingen komen en die arbeiders dat land niet meer kunnen krijgen, dat dan de ge- van den secretaris.penningm. op f 125 wordt voor; Voorzitter licht in, dat het bestuur thans iteld. taat meente voor het land van de arbeiders zal zorgem Kr i ,3 mannelijke leden en B. en W. steden nu voor, rijn wellicht bezwaren omdat het gemeenterend 2 vrouwelijke leden toe te voegen Het salaris van dein. daarvoor niet direct geschikt is, maar er zal dan secretaris .penningmeester was f 75 en wordt nu voor wel een mogelijkheid komen, om de arbeiders aan geteld °P f 125 te bepalen, terwijl dan i>ij de ver. land te helpen. Dit zijn, zegt de heer Engel, de officieele punten die in bespreking zijn gebracht en spreker hoopt dat ook ten opzichte van andere zaken wel samen, werking zal worden verkregen. Met het oog op dit alles hebben wij, zegt spr., besloten dat ik het ambt van wethouder zal aanvaarden. 'En hiermee heb ik mijn verklaring afgelegd. De heer Smit zegt, dat de heer Engel er zeer op gesteld schijnt te zijn hier mee te deelen wat is be sproken. Spr. heeft daar niets tegen. Spr. wil er zelf ook iets over zeggen. Wat het le punt betreft, ben ik niet tegen een andere heffing van hoofdelijken omslag, mits dit op een betere wijze als tot dusver geschiedde. nu ring der landerijen geen provisie meer zal worden genoten. De heer Smit begrijpt niet, waarom vrouwelijke'le den moeten worden toegevoegd, Wanneer enkélé kéé- ren kleeren noodig zijn, wordt het tegenwoordig be stuur door mevrouw Bronder bijgestaan. Voorzitter wijst er op, dat mevrouw Bronder bijstaat, maar niets met "de zaak noodig heeft. Wanneer er nu vrouwelijke leden worden benoemd, hebben die ook de verantwoordelijkheid te dragen. De weezen zijn niet altijd in het huis ondergebracht en daarom- achten B. en W. toezicht van vrouwen noodig De heer Smit gelooft, dat het voorstel in hoofdzaak wordt gedaan om de vergaderingen pleizieriger te ma ken en spr. wil den heeren dat genoegen niet onthoudén Wat de woningbouw betreft, wil spreker meegaan Mevr. Bergman—Gons spijt" het, dat de heer Smit en geeft den raad om de afgekeurde woningen maai zoo weinig vertrouwen in de vrouw heeft. Spr. meent, direct te ontruimen, dat schiet tenminste op. En dat de heeren niet zooveel verstand hebben van dézé wanneer dan noodig blijkt dat een woningbouwver- zaak en stelt voor, het geheele Armen Weezénbéstuur eeniging wordt opgericht, wil spr. die gaarne steu- te ontslaan en een nieuw bestuur te benoemen én nen. dat daarbij rekening wordt gehouden met die even* En ten 3e om een onbemiddeld kind te helpen in rodige vertegenwoordiging, zijn studie, daar is spr. voor; en om het onderwijs De heer tingel is in principe wel voor het idee zoo hoog mogelijk op te voeren, juicht spr. eveneens van mevr. Bergman—Gons, maar hij kan geen enkele toe. En dan wil spr. herinneren aan het woord van redactie voor de wijziging vinden, die daaraan voldeed, den heer Kistemaker hier gesproken, om in Bar- En waar spr. in het college van B. en W. den indruk singerhorn en Kolhorn nog een leerkracht aan te heeft gekregen, dat het in het voornemen ligt, dat elk stellen, te meer nu het Rijk in hoofdzaak de leer- tlflel zou worden vertegenwoordigd, evenals in den krachten betaalt. raad het geval is, heeft spr. zich met het idee van B. Verder werd er niet veel belangrijks besproken, en W. vereenigd. Spr. jvijst erop, dat ook bij even- redige vwtegenwooriïigiTig fijn finscHe lodb "Tn de fhïn- derheid blijft en met hei.oog op de samenwerking hn met het voorstel meegegaan. Mevr. ^Bergman—Gons zegt, dat hier zulke toestan den bestaan, zelfs al zitten er dames fn „dat zij blijft voorstellen, ten nieuw oestuur te benoemen. Spr. zal die toestanden niet allemaal in het openbaar bespreken, doch zal straks op een geval terug komen. Voorzitter meent, dat mevr. B rgman—Gons de zaak verwar tv Jtet gaat nier o/er het Weezen Armbestuur, Mevrouw Bergman—Gons blijft haar voorstel hand haven Het voorstel vpn B. en W. wordt aangekomen met tegen 1 stem, tegen mevr. Bergman—Gons. Volgt goedkeuring aanbesteding Kokkebrug. Het resultaat van do aanbesteding is geweest, dat de laagste inschrijver was U. Bosma met een bedrag van f1381. De begrooting was f1320.12. B. en W. hebben de gunning aangehouden, totdat de Raad zal hebben goedgekeurd het werk aan den laagsten inschrijver te gunnen en stellen voor dan tot gun ning over te gaan. De heer Smit heeft zich reeds in de vorige ver gadering als tegenstander van een dergelijke durt brug doen kennen en nu het bedrag weer een hon derd gulden of drie hooger wordt, is hij er nog ster ker tegen. Het is spr. verweten dat hij gegooid heeft met duur gemeentegeld, maar spr. gelooft dat de voorstanders van deze brug al aardig op weg zijn met duur gemeentegeld te gooien. Spr. heeft een ander voorstel en wel dat de gemeente een zeker bedrag per jaar zou uittrekken en dan overleg plegen met de eigenaren van de wipbrug,opdat de gemeente zoodoende recht kreeg dat de menschen over die brug loopen. Spr. gelodft, dat op deze wijze de be langen van twee partijen zijn gediend, de gemeente krijgt 't recht de menschen over de wipbrug te laten loopen, terwijl den eigenaren tegemoet worden geko men in do onderhoudskosten. In dat geval hebben we die dure brug niet noodig. Voorzitter zegt, dat door den Raad is besloten tot het maken van die brug en wijst er op dat de heer Smit zich vergist. Het bedrag is f60 hooger dan de begrooting. De heer Kooijman heeft wel van 2 plannen gehoord, een houten brug van f 500 en een ijzeren' van f 1100, hij heeft nooit gehoord van f 1300. Voorzitter zegt, dat dat bedrag van f 1300 later Is besproken. Het bedrag voor een houten brug zou nu ook wel hooger worden, het hout ia met 20 pet. ver hoogd. De heer Blaauboer vereenlgt zich met het ldée-Smlt en zegt nooit voorstander van die dure brug te zijn geweest. Dat die brug een meter breed wordt, komt spr. belachelijk voor en als we nu met de land eigenaren overleggen en we krijgen daar vrij over pad, dan zijn we van die brug af. Vooral met het oog op doortrekking van den weg in de toekomst, waarbij de uitweg toch zou komen waar nu de wip brug is, zou die Kokkebrug niet meer noodig zijn. Spr. zou daarom het besluit van vorige vergadering willen intrekken en B. en W. voorstellen een be spreking met de landeigenaren over het geven van subsidie voor de wipbrug te houden.. Voorzitter wijst er op, dait het niet belachelijk is dat de brug een meter breed wordt, want zooals thans komt het voor, dat wanneer twee personen elkaar op de brug moeten passeeren ze als 2 bokken tegenover elkaar staan. De heer Blaauboer meent dat het niet véél zal voorkomen dat twee personen elkaar daar moeten passeeren. De heer Engel zegt, dat wat de heer Smit naar voren heeft gebracht over het werpen van duui gemeentegeld, op hem slaat. Spr. begrijpt niet dat de heer Smit zoo onkiesch is geweest dat te zeggen. Spr. gevoelt er niet veel voor om nu weer terug t» komen op de burgerwachtkwestie, maar in dat ver band heeft hij het gezegd. Ten opzichte Van de zaak die het betrof, heeft spr. het gezegd en hij heeft ge wezen op het weinige nut van wapengeweld en in verband daarmee heb ik gesproken over het gooien van duur geld. Maar nu de meerderheid van den Raad heeft besloten, dat de brug zou worden ge bouwd. kan spr. zich vereenigen met de verhooging van f60. Voorzitter zegt, dat men niet telkens die persoon lijkheden naar voren moet brengen. De heer Burger wijst erop, dat reeds vroeger in den Raad ig besproken, wanneer de Kokkebrug zou af raken, dat ze voor gemeenterekening zou worden gemaakt en dat was al toen burgemeester Spaans hier zetelde. Door statistiek is gebleken, dat er wel degelijk èen groot gebruik van de Kokkebrug wordt gemaakt en dat het gemis een ontzettende tegen valler is. Het bedrag van f60 acht spr. niet zoo'n onoverkomelijk bezwaar. De heer Geertsema is ook altijd tegenstander van die brug geweest, maar is tenslotte op de vorige vergadering in zooverre meegegaan, dat hij wel een brug zou willen maar een goede brug. Tenslotte komt er evenwel een einde aan de waarde van die brug en nu is f 1300 of f 1360 wel een klein verschil, maar er komt eindelijk een eind aan. Nu de heeren Smit en Blaauboer een nieuwe weg openen, meent spreker dat de behoefte niet zoo groot is. De heer Engel acht het onnoodig te vragen of de wipbrug opengesteld wordt voor het publiek, dat is een open deur opentrappen, want de menschen gaan er al over. De heer Blaauboer zegt, dat wanneer de eige naren de brug ophalen, de menschen er voor kunnen blijven staan. door HUBERT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door L. ALETR1NO. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. „Eens hoor ik op straat een man mijn vaders naam noemen. .Daar gaat hij', zeide hij, en ik kijk, en ik zie mijn vader. Hij rijdt in een mooien motormobiel, met zijn blanke vrouw en zijn blahke kinderen. Mijn hart klopt sneller toen ik hem zie. Hij is een mooie, trotsche man, niet erg oud nog. Hij was nog net een jongen, toen hij in ons land was, mijn moeder mij Wh? Ee.n,.^er' m®t blond haar, die altijd ^rdigheden maakte, zegt zij. Nu ook nog gelaat VaJ1 en' zie ik aan de trekken van zijn ik bem Kezien heb in dien mooien motor- \,D<?g bai?«er- heeft hij te maken met een arm, klein meisje als ik, denk ik, en ik doe geen moeite hem te spreken. Maar aldoor lees ik de kranten om te zien wat hij doet. Dan zie ik dat er een groote, wat de blanken noemen een oolitieke bij eenkomst zal worden gehouden, en mijn zal spreken. Dan ga ik dien avond naar de rolschaatsen- baan, en alle menschen kijken mij aan, omdat er geen ander rood meisje naar die politieke bijeenkomst is gegaan. Maar ik geef er met om. Ik wil alleen maar mijn vaders stem hooren. Als hij opstaat om te spre ken, klopt mijn hart in de keel „Hij spreekt. En zoo mooi. Ik versta niet alles maar ik ben gelukkig omdat mijn vader een goed' braaf man is, die wil dat het arme volk 't goed heeft' Altijd werkt hij voor het volk, zegt hij. Zijn stem was zoo vriendelijk en zoo machtig als een orgel in do kerk. Wanneer ik hem hoor, weet ik zeker, dat hij is ^o|jn vader, omdat ik hetzelfde van binnen voel als "ijmaar ik kan het niet zoo zeggen. „Daarna denk ik veel: ik ga hem opzoeken. Ik ,®n h,ang en toch ook weer niet. Ik denk: waarom nang Hij is vriendelijk, hij voelt voor h„ v®tk. Ik denk: ik kan gaan als arm meisje, en rv®rteli®a ik ben rijn dochter. Eindelijk ga „Wanneer ik zijn huis zie, ben ik weer bang. Het is groot als een berg. Het heeft wel honderd ramen. Een heelen tijd loop ik er omheen. ,Je bent dwaas', zeg ik tot mijzelf. ,Je hebt niets slechts gedaan; hij zal niet boos zijn'. Eindelijk ga ik naar de deur. Er komt een man. Hij zegt, mijn vader is uit, en doet de deur weer voor mij dicht. Wanneer ik de stoep afga, komt mijn vader thuis in zijn motormobiel Hij vraagt mij, wat ik verlangen. Ik eeg, ik wii hem spreken. Hij lachen en neemt mij mee naar binnen, in een kamer. Het is als een droom. Mijn knieën knikken. „Het is een mooie, groote kamer, met hooge ramen. Overal langs de wanden zijn boeken met banden in allerlei kleuren. Er is een groote tafel, en daar zit hij achter: hij leunt achterover, en trekt zijn hand schoenen uit. Hij glimlacht Hij heeft mooie witte tanden, zooals mijn moeder mij verteld had, en hij vraagt me wee, wat ik verlang. Ik ben zoo bang, dat ik het eerste zeg wat ik denk. Ik vraag hem om werk. „Hij is heel vriendelijk. Hij zegt: ,We zullen zeker wat voor je vinden'. Wat kan je?" „Ik zeg, ik kan goed wassen of koken. We praten nog wat. Hij blijft vriendelijk. Hij vraagt mij hoe lang ik in Winnipeg geweest ben, waar ik gewerkt heb, en alles. En aldoor ben ik te bang om in de mooie kamer te zeggen: Jk ben uw dochter'. „Eindelijk zegt hij: Nu, kom dan morgen terug; ik zal zien wat ik voor je doen kan'. Dan wil ik weggaan, en hij zegt: Wacht even'. Hij staat op, en komt naar mij toe, zijn oogen worden zoo slecht en toen Zij stokte. Ralph's hart klopte benauwend, bang van een vreeselijk voorgevoel. „Ik ben wegge loopen", snikte Nahnya. „Ik vertel het hem nooit. Ik zie hem nooit meer!" HIOOIFDSTTM X. Maanlicht Ralph lag stil in het vuur te staren. Aan slapen dacht hij niet: met verrassende snelheid en volle digheid van details verrezen de beelden voor zijn geestesoog. Zoo snel wisselden zij, dat hij de ge waarwording kreeg, als doemden zij op, volkomen onafhankelijk van zijn bestaan. En alle beelden vertoonden Nahyna: Nahnya zoo- als hij haar het eerst had gezien, een gewoon Iadi- De heer Engel: Maar dat gebeurt niet. v Voorzitter zegt, dat de Raad niet meer behoeft te praten over al- of -niet noodig zijn van die brog, daarover heeft hij zich reeds uitgs'aten. Het voorstel van B. en W. wordt in stemming ge bracht en verworpen met 5 tegen 2 stemmen, voor stemden de heeren Burger en Engel. "De heer Enael leest nog eens bet voorstel va» B. en W. voor, waaruit blijkt dat B. en W. voorstel len de brug voor het bedrag waarvoor de lAagste in schrijver heeft ingeschreven, te doen bouwen. Hoe komt de heer Geertsema er nu toe tegen te stemmen, is dat enkel naar aanleiding van hetgeen door de heeren Smit en Blaauboer naar voren is gebracht7 Het spijt ook voorzitter, dat de heer Geertsema te gen heeft gestemd. De heer Engel meent, dat wanneer nu andere voorstellen komen, de leden het zelf maar moeten voorstellen, want spr. bedankt ervoor deze zaak op nieuw in het college van B. en Wter sprake te brengen, nu een der leden van dit college in den Raad tegenstemt De heer Smit geeft dan In overweging, dat B. en W. in overleg treden met de eigenaren van de wip brug. Voorzitter zegt, dat het voor B. en W. niet zoo aangenaam is om nu de zaak weer te bespreken en om nu een, twee, drie te beloven met een andei voorstel te komen, kan hij nog niet doen. Net als de heer Engel, heeft spr. het niet prettig gevonden dat dé heer Geertsema het afstemde. Spr. kan nog geen toezegging doen met een ander voorstel te komen, maar zal daarover denken. Op het oogenblik zal hij de zaak van de baan schuiven. In behandeling komt vaststelling van de tarieven voor het electriciteitsbedrijf, met ingang van 1 Jan., welke regeling in overleg met den ingenieur van het PXN. heeft plaats gehad. In de regeling wordt voorgesteld de vaste kosten te bepalen als volgt: voor 1 lichtpunt 85 cent pei maand, 2 lichtpunten f 1.15, 3 lichtpunten f 1.45, 4 lichtpunten fl.75, 5 lichtpunten f2.05, 6 lichtpunten f2.35, 7 lichtpunten f2.65, 8 lichtpunten f2.95, 9 lichtpunten f3.25, 10 lichtpunten f3.50, 11 lichtpun ten f3.75, 12 lichtpunten f4.—, 13 lichtpunten f4.25, 14 lichtpunten f4.50, 15 lichtpunten f4.75, 16 licht puntten f5 en verder voor elk lichtpunt meer 25 ct. Een stopcontact als lichtpunt te rekenen, terwijl voor lichtverbruik een tarief van 18 cent per K.W. wordt voorgesteld. Voor kracht voor motor bensden 5 P.K. 85 cent per maand, buitan da llchturan en 20 cent meer in de lichturen. De heer Smit begrijpt niet waarom dia vast# be dragen voor de lichtpunten moeten worden betaald. Waarom kunnen nu niet alle kosten worden gebaald uit een heffing per K.W.? Spr. lijkt het bepalen van vaste kosten ten nadeele van het bedrijf, omdat het een meerder verbruik zal tegengaan. Voorzitter wijst fer op, dat het electrisch bedrijf zich zelf moet bedruipen en het vaststellen van vaste kosten is noodig, omdat het bedrijf anders nooit kan uitkomen. Het wordt nu ongeveer 33 cent per K.W., de meterhuur niet meegerekend. De heer Smit blijft van oordeel, dat een dergelijke regeling ten nadeele van het bedrijf is. De heer Engel zegt, dat ook hij eerst het idée-Smit was toegedaan, en de ingenieur had ook eerst een geheel andere regeling, waarbij alles in vaste kosten was vastgelegd. Daar is spreker tegen geweest, om dat dan 'n ieder, weinig of veel licht gebruikende, evenveel moet betalen en daarna is de ingenieur met het tegenwoordige tarief gekomen en daarmee heeft spr. zich vereenigd, omdat het bedrijf zich zelf moet kunnen bedruipen en het bedrijf op eenige vaste inkomsten moet kunnen rekenen. De heer Smit noemt het een lekkermakerij, wan neer het bedrag per K.W. uur wat lager is, maa* daartegenover vaste kosten worden geheven. Voorzitter zegt dat het geen lekkermakerij is. Bo vendien weet niemand hoe de uitkomsten van het bedrijf zullen zijn. De heer Engel wijst er nog op, dat men voor die 25 cent per maand, dat is 6 cent per week, niet zal nalaten een lichtpunt meer te nemen. Dat zal geen beperking van lichtgebruik veroorzaken. Voorzitter zegt te hopen dat later zal blijken dat da tarieven te hoog zijn berekend. De heer Smit verklaart tenslotte zich voor dit jaar bij de voorgestelde regeling neer te leggen. Het voorgestelde tarief wordt met algemeene stem men aangenomen. B. en W. stellen voor om de jaarwedde van den lijnwerker voor het gemeentelijk electrisch net te bepalen op f950. Eerst was gedacht met het P.E-N. samen een lijnwerker te nemen, dit blijkt onmoge lijk. Deze lijnwerker zal dus geheel voor de gemeente zijn en de meters moeten opnemen en de qu,:anties innen. Tweemaal per maand komt hij dan bij eiken aangeslotene en kan dan de klachten opnemen. Er -'ijn 6 4 7 sollicitanten, w.o. zeer geschikte. Den lijn werker is geoorloofd nog eenige andere werkzaam heden, de electriciteit betreffende, te doen. Dit ech ter onder goedkeuring van B. en W. Allen voor. De maximale belasting is voor onze gemeente wat het verbruik van electrischen stroom betreft, be paald op f 80 per K.W. De vereeniging van Ned. Ge meenten heeft nu een rapport uitgebracht, waarin verklaard wordt dat de eisch van f120.— door het P.E.N. gesteld, alleszins billijk is, gezien de tijdsom standigheden en daarom stellen B. en W. voor, ook voor deze gemeente vanaf 1 Januari 1920 een heffing van f 120.toe te staan. De heer Smit wijst er op, dat het contract aan- aansch meisje gek, die hij was! Nahnya sla pend op het dek der „Tewskbury", met een glim lach over het gelaat; Nahnya zegevierend op de voorplecht in de stroomversnellingen. Nahnya zooals ze zich met gloeiende oogèn tegen hem verdedigde wat een beest was hij toenl Nahnya, schreiend in het gras, 's nachts; Nahnya, verwijtend en wanhopig toen zij een blanke in haar heiligdom vond en eindelijk Nahnya, zoo als ze zich onbewust had getoond in alle phasen van haar eigen verhaal: braaf, trouw en moedig als Ruth, en ondraaglijk gekweld. „O, wat een schande!" riep hij, en zijn hart kromp ineen van woede en medelijden, „en ik kan niets doen, om het weer goed te mak mi I O, wat een prachtig karakter heeft zei En wat is ze mooi". Het laatste scheen hem nu van minder belang, maar zijn ziel boog zich voor den gulden glans van het karakter, dat zij gebleken had te bezitten. Een voudig en sterk, zich zelf verloochenend als een heilige der Middeleeuwen, zoo zag hij haar. „Als zoo het Indiaansche karakter is", dacht hij, „dan ben ik beschaamd dat ik een blanke ben!" De behoefte zijn hart bij Nahnya uit te storten, martelde hem. Aan het slot van haar geschiedenis, was hij sprakeloos gebleven, en voor hij weer woor den had kunnen vinden, was zij reeds verdwenen. Nu kwelde hem de gedachte, dat zij misschien in het onzekere zou zijn omtrent zijn gevoelens. Nahnya hij wist het uit ervaring was maar al te geneigd tot zelfbeschuldiging. Haar droevig zeggen: „Ik geloof dat er een vloek op mij rust", sneed hem telkenmale door het hart Zoo vreeselijk graag wilde hij haar toespreken, haar kalmeeren. Het was ondraaglijk, genoodzaakt te zijn tot den volgenden morgen te wachten. Langzamerhand verflauwde het kleine vuur, en aan de andere zijde van het meer, ver weg boven den hoogen bergtop in het midden van den rots muur, werd hij een. zwakke glanzing in de lucht ge waar. Zijn hart juichte hij dacht dat de dage raad reeds kwam. Maar de schijn was teerder, subtieler dan die van daglicht De groote bergpiek toekende er zich scherp tegen af, de omtrek werd zwak verlicht. Ralph werd er door getroffen, zoo sterk leek hij op een reuzenduim; de duim van den Aardmaker, zoo als de roode mannen zeggen. Het was dezelfde piek, die hij ook van de andere zijde had gezien. Ein delijk begon de kling van een zilveren kromsabel er boven op te klimmen. Langzaam rees de maan omhoog langs den hemeltrans, als een bleeke vrouw, die gebukt gaat onder een dapper gedragen leed -s- als Nahnya. Haar licht straalde zacht neer in de vallei. De boomen op den dichtstbijzijnden oever werden als met stofzilver overtogen, en een droomlicht goot zich uit over het gras. Het meer was niet langer een meer van water, maar van wazige elfensluiers, die langzaam voortschoven naar den anderen oever, naarmate de schaduw van den bergtop lengde Het geheele dal was als een kom, die zich langzaam met maanlucht vulde, dat hoog boven uit een zil veren kelk werd neergestort. Slechts voor hen wier hart door leed is gelou terd, onthult de maan zich volkomen. Ralph zag haar thans voor het eerst in haar volle schoonheid, /ljn smart werd door haar verzacht en verdiept, gelijk een kokende waterval die beneden in den boezem van een kalinen stroom wordt opgenomen. De leelijke, knagende gedachten, die hem in zijn slapeloosheid hadden besprongen, waren wegge vaagd, en alleen het groote, machtige, bleef. „Ik heb haar lief!" betuigde Ralph zwijgend. „En ais de hemel wil, zal ik mij haar waardig maken! ais ik iets van wat zij geleden heeft, kan goed ma ken, zal ik het doen!" Hij was opgestaan en liep naar den oeverrand, daarheen, waar Nahnya dien dag gegeten had. Een n V^2. eBD0^6 scheen over hem te komen, die alle zelfzucht in hem smoorde, en zijn betere zelf hoog ophief. Ailles in hem voelde hij veranderd. Zijn geheele leven tot nu toe was eenzaam en trooste loos geweest; nu zou het anders worden. Voor de eerste maal had Ralph zich laten opvoeren naar de noogten der ontroering. En daar zou hij altijd kun nen blijven, dacht hij. un den ®rond van z'jn hart zuchtte hij: „Een ben" gUD8t om ieit8 edels te mogen liefheb- de 0V6rzUde van het meer lag de berg nog dln fl?n K0eLln de 8chaduw, maar ter hoogte van baadden enkele sneeuwvlakken in de ma- bergen daarachter, meer westwaarts, g ansden zacht; zij maakten niet den indruk van tastbare massa's rotsen, ijs en sneeuw, maar iu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1919 | | pagina 5