DERDE BLAD. Uit het Hart van Holland. fïaad Anna Paulowna. FEUILLETON. DE VERBORGEN VALLEI Zaterdag 31 Januari 1920 63ste Jaargang No. 6559. dat de groot» magazijnen, dlê. {ten naam hebben duur onderwijzeressen hun de kousen uittrokken de been te rijin, veel goedkooper notöören, dan de kleirié. tjes met doeken omwonden. Spr. wil dan ook het Vermoedelijk ligt de verklaring hierin, dat de groote voorstel-Koorn uitbreiden en als begin van school- hutn dure oorlogsrommel van sigarenkistjeshout en pa- voeding en -kleeding voorstellen voor elke klas een pieren weefsels kwijt zijn. terwijl *de kleine zaken nog 5-tal paar kousen en pantoffels beschikbaar te stel- met dat duur gekocht fraais zijn blijven zitten. I len. Wat echter zeer duur blijft is alles wat luxe is, siera- J De heer Keuris ondersteunt het voorstel van den dein. bibelots, fijne leerwerken en dergelijké. En wat beer Lichthart. Het was hem bekend, dat. de heer Aangezien ik dezer dagen'voor kennissen een huwe lijkscadeau heb uit te zoeken, maakte ik van de week van een drong middaguur gebruik om eens langs de winkels te loopen. Het was met eenige huivering, dat ik dit deed en half was ik boos op mijn kennissen wat dwaas was. want zij hadden gaarne ook zelf an ders gewild dat zij niet een jaar of vier eerder naar den wethouder van den Burgerlijken Stand waren ge stapt. Want de duurte... Ik berekende, dat ik als goed griend van beide trouwlustigen reeds vroegen/ un de termen van een cadeau van 'n gulden of twintig zou zijn gevallen, zeg een divankleedje; een éét kamér pendule, een trancheerstej, gebakvorkjes van Mielé oif iets dergeiuKS, zoodat ik ine er thans op vooroer^d moest houden er zijn minst voor vijftig gulden „bij te zjjin". Wat geen plezierig idee is, vooraf omdat zoo'n trou werij van bevriende mogendheden toch bovendien nog aan fooien, bloemen, witte handschoenen, rijtuigen enz. vrijwat los geld verslindt voor hem. jlie de versrhil-- !onde vermakelijkheden als getuige officieelé naam voor medeplichtige heeft mee te maken. Nu - het is me meegevallen. Ik koin er met veertig gulden ook af en misschien dóch zeker is dit alles behalve, zelfs nog ietwat goeakooper. liet zal dein lezer vermoedelijk weinig belang inboe zemen welk nummer van het verlanglijstje ik wensch te executeeren en daarom geef ik mezélf vérlof u maar onkundig te houden van mijn definitieve keus. Misschietn is hel echter belangrijker wanneer ik u een en ander vertel van wat ik zag en welke prijsverschillen ik opr merkte. Allereerst .moet ik er evdn de aandacht op vesti gen, dat wij in de maand der uitverkoo-pen levein en 'dat alles dus twee prijzen heeft waarvan de laagste gewoon lijk zooveel gulaen 99 of 971/» of 95 bedraagt. Wat volgens vvrnkeliersgelooif bij; den aanstaanden kooper do over tuiging vestigt, dat de prijs zoo nauwkeurig en zoo laag mogelijk berekend is. Nu is metterdaad f 14,95 héél iets anders dan 15 gulden precies, zooals het voor den fiscus een groot verschil maakt of iemand f 1999.50 of f 2000.25 per. jaar verdient, een verschil,, dat ik dia vijftien stuivers 'zéér kwalijk neem... Evenals a.s. pen- sLoontrekkers er boos om zullen zijn. Op grond van mijn omzwervingen kan ik dus con- stal-eeren. dat dé winkelprijzen .van velerlei artikelen zakken. Wel zijn ze nog steeds hoog, veel te hoog en veel hooger. dan voor vijf jaar, maar er is vooruitgang merkbaar. Ik heb sigaren ontdekt, die slechts vijf cent kosten, pfschoon ik er moet bijvoegen, dat ik mijn jonge leven er niet aan gewaagd heb ze te rook en. Maar fret kistje zag er zeer toonbaar uit, eenvoudig zonder veel goud en de sigaren waren zonder bandje. Wat een aanbeveling is. Het bestaan van dien prijs ovenwei is de hoofdzaak. Want zeker twee japr iang is de allergoedkoopste prijs voor een sigaar in den Haag zes of zeven cent geweest. En dan was het zeker evenals nu vermoedelijk met die van vijf het geval zal zijn het beroemde merk „Openluchtos." Kleeding wordt ook aantrekkelijker. Men kan voor f 49,75 weer een confeotiepakjie koopen, dat voor 'n jaar ■minstens 75 had gekost en er zijn gummi, en andere regenjassen, voor f 29.90, die voorheen zestig en tien jpar geleden f 12.50 kostten. Schoenen in de oude vierguldensbazars. die vroeger best waren, en die er hu waarlijk niet erg kartonnig uitzagen, waren voor twaalf gulden geprijsd, hoewel- in September zestien gulden nog het minimum was. waarvoor men over een paar schoenen kon beginnen te gaan fan-, taiseeren. De rottinkjes, die in academiesteden voor 'n jaar of tien 'n kwartje kostten en die sedert d.e epidemi sche Etngelsche ziekte tot een rijksdaalder zonder, en drievijftig rffét een polsveter waren ppgotoopen. zijn weer voor eenvijftig en zelfs voor 'n gulden te hebben. En een hoed 'n gewoon kaasdopje is van achttien op elf gulden gezakt. Dat zijn prijzen, nietwaar, waarover men weer be gint te kunnen redeneer©n. Al denkt fnon terug aan de tijden, dat het AmstcT-- dsmscho straatpubliek bij politieke en andere opstootjes cr steeds op belust was 'n meheer rin eennegéntig, ovér z'ji oogen te drukkenf zooals het teekenend neelté. Zelfs meubelen beginnen weer bereikbaar Jé worg den. wanneer men er ten minste rekening meé mag houdón. dat alle (kleinere) inkomens tijdens den oorlog verdubbeld zijin. Hierbij doet zich het merkwaardig verschijnsel voor. me het meest frappeerde: porselein en aardéwérk. Ge weet lezer, waarvoor ik uit ging Een ©ntbijts-efr- vies had in vroeger dagen tot die cadeaux behoord, waarvoor het bruidspaar mij redelijkerwijze aansprake lijk had mogen stellen. Welnu, toen ben ik geschrok ken. Serviezen van de allerakeligste vormen, kleu ren én kwaliteit, kopjes, die men eerder zou-kunnen gebruiken om een spijker mee inte slaan, dan om er 'thee uit te drinken, borden, dia er uitzagen alsof eeui Woerdensche dakpannenbakker er al zijn artisti citeit aam had besteed. En prijzen, prijzen om van om te yallem. Zestig gulden .was al heel bescheiden, Zoo bescheiden, dat, toen ik een ontbijtstel vond/ dat maar vijftig kostte en er werkelijk bijna dragelijk uitzag, ik mijin. oogen niet vertrouwde. Het bleek mie dan ook, dat ik me vergiste. Want terwijl alle andere* hoogera prijzen voor een stel voor twaalf peirsonen golden, was dit zoo goedkoop, omdat er maar zes bordjes bij waren.... Ziedaar een. gevaarlijk 'trucje, dunkt me. Doch do I winkelier hielp me uit den droom. Toch heeft U on" gelijk, -meneer. Juist dit wordt veel'gekocht. Jongelui nebben geen huis, wónen hoogstens op twee kamers en aangezien zij maar net genoeg verdienen voor zich zelf en-er bovendien irr hun woonkamer geen ruimte is voor een groole tafel, krijgen zii toch nooit me<.f dan zes personen aan hun tafel. Wat doen zij dan met twaalf borden, als zij bovendien toch al zitten I met de bergruimte? Geloof me, meneer, het is in hun eigen bestwil, dat wij die groote combinatie nipt I meer verkoopen. Wat zonden Zij op al die vlelesch- schalen moeten leggen? En bedankt u 'eens. wat 'n j besparing, dat zij nu ook maar zes boterhammen^ j mesjes nooflig hebben, bij den prijs, die daarvoor i gevraagd wordt. En aie stellen van twaalf dan? vroeg ik. Wel. memeer, die zijn voor groote gevestigde oude Raap in zulke gevallen kousen beschikbaar stekb en dot dienen we ten zeerste te apprecieeren. Doch dit is een persoonlijke daad. De heer Koorn komt op tegen de redeneering van den heer Lichthart, alsof hij zoo maar zijn voorstel te grabbelen heeft gegooid. Het is toch de bedoeling van B. en W. pantoffels te geven aan de kinderen, wier ouders ze zelf niet kunnen aanschaffen. Voorzitter licht nog eens de bedoeling van B. en W. toe en wijst er op, dat kinderen zoo vaak voor de grap door de plassen loopen. Men moet niet ver geten dat het verschaffen van kousen enz., voor de gemeente geen kleine kosten met zich medebrengen, ze moeten ook gereinigd worden. Wat het voor- stel-Lichthart betreft, spr. moet het den leden ont raden en meent dat hoe goed de bedoeling ook is, het niet goed is loopend e de debatten, nu maar de kousen er bij te halen. Nadat de heer Lichthart nogmaals aanneming van zijn voorstel heeft bepleit, zegt hij, dat het een kwestie van taktiek is als een lid van den Raad tracht te halen wat er te halen is, vooral als het in het belang van het kind is. Spr. handhaaft daar om zijn voorstel. Pe heer Looij zegt, dat het Burgerlijk Armbestuur soms glad verkeerd beslist wat naar spr.'s oordeel niet. anders kan, omdat dat bestuur in hoofdzaak bestaat uit menschen die niet tot de armsten be- hooren. Pe heer Keuris vraagt hoe het gaat als de beslis sing van het Burgerlijk Armbestuur in conflict is met het oordeel van den onderwijzer. Hangende dat conflict, krijgt het kind dan pantoffels? •Voorzitter: Neen, natuurlijk niet. De heer Keuris: Maar dan gaat het ten koste van het kind.' Voorzitter: Dat zal altijd zoo blijven. Spr. vindt I huishoudens, met kmderen of voor de paar menschejp, nje,t g0e,(j) .dat ieder der fractie over hetzelfde I die nog een meid houden^ die wat brekeng is uitge- pU,nt 3i 4 maa'1 het woord voert. W'e moeten over vallen. Onze gewone klanten van dat artikel nejmeln tuig^d. zijp dat men het goede wil, het Burgerlijk allemaal stellen van zes.... Armbestuur aan den eenen kant, de ouders der Ziedaar, waarde lezer, wat ik op mijn wandeling UilKjeren aan den anderen kant. Het is niet de be- voor wetenswaardigs hoorde en zag. doeling dat het Burgerlijk ArmbesUiur zoo vreeselijk Maar om met zoon servies met zes borden aan te on„ té.werk zal gaan. komen, ben ik toch eigenlijk wat te conservatief. iDe heer Lichthart zegt, dat zijn fractie over de 28 punten die op de agenda staan niet heeft kunnen vergaderen en of nu de besprekingen worden ge rekt of niet, wij meenen de zaak naar eigen in zichten te moeten behandelen. Het was dan beter ge weest een vergadering meer te houden. Voorzitter zal zich dan ook .verplicht zien zich VoorsteLKoorn, verstrekking school pantoffels. aan het reglement van orde te houden, dat bepaalt Ook over dit punt is door B. en W. overleg gepleegd ?a' met meer dan 2 maal het woord voert over t notiTolfno on.n oru/nrrt S. tvt* hnnni n T- Tl 1 ot TrQ-n oio n (Vervolg.) met Ij. d. S. Blijkens de notulen dezer bespreking, had de voorzitter er op gewezen, dat deze zaak een meer principieele kwestie was en dat men met ver betzelfde onderwerp. Spr. houdt er niet van zich zoo streng aan het reglement te houden en gelooft wel de heeren in dat opzicht terwille te zijn, maar JIll.fi UJIlltlUICtlt ItWCOLlO W O. O CU UCl l UICU 1.1 Ito Vtl- I,, i i 1 strekking van sehoolpantoffels ook verder zou kun-1 besprekingen van elk punt kunnen niet te veel nen willen gaan en kon komen tot schoolvoeding en 1 £ere,kt worden, s 'hoolkleeding. Spr. is echter van meening dat dit I De heer Lichthart merkt op, dat hem het regle- j de taak der ouders moet blijven. De heer Van Gor-ment van orde niet bekend is, dat heelt hij niet. Spr. kom adviseerde niet tot verstrekking van school-vindt het uitstekend van voorzitter, dat hij zich niet pantoffels te móeten overgaan, hoe lief moet het1 snikt aan het reglement houdt. Het is niet de op- voor ouders zijn pantoffels voor hun kinderen te ma- j zet de zaak te rekken. l:en. Slechts een 2-tal kinderen, wier ouders niet in I Voorzitter zal het voprstel-Koorn, zooals het Dag. staat zijn pantoffels aan te schaffen, zouden voor Bestuur dat voorstelt, in stemming brengen en daar- cerstrekking van gemeentewege in aanmerking ko- na het voorst el-Lichthart. men. De heer Raap beschouwde de scboolpantoffels meer als een modeartikel. Voor kinderen met natte voeten had hij eenige kousen beschikbaar. De heer Keuris: Dat is waar. Voorzitter zegt, dat het Dag. Bestuur dan ook over ■het algemeen niet voor verstrekking van pantoffels Het voorstel-K oorn wordt aangenomen, tegen de heer Lichthart. Het voovstel4Lichthart wordt met 5 .tegen 4 stemmen verworpen. Voor de heeren Keuris, Lichthart, Looij en Koorn. Op een adres van den N'ed. Bond van Gemeente- Ambtenaren' over het uitkeeren van een extra maand voor rekening der gemeente is. Wanneer er echter I salaris, wordt afwijzend beschikt, kinderen zijn wier ouders niet in staat zijn pantof-1 De afdeeling Helder van den Geheelonthou'ders- fels te koopen, dan zou de onderwijzer zich tot B. en W. kunnen wenden. B. en W. doen mededeeling aan het Armbestuur en het lid van het Armbestuur in die wijk stelt een onderzoek in. Indien het dan noodig blijkt; worden de pantoffels door Armenzorg verstrekt. De ouders evenwel blijven er onkundig van dat het door het Armbestuur geschiedt. De pantof fels moeten in de school blijven. De dames van de scholen te Breezand hebbèn wel eens uit eigen beweging eenige pantoffels verstrekt, maar op school werden ze niet gedragen, ondanks j liet verbod mee naar huis genomen en het resultaat j was dat de dames de pantoffels niet meer heb ben gezien. I De heer Koorn kan zich met 'het voorstel van R. I en W. vereenigen. I Den heer Lichthart verwondert het, dat .de heer Koorn zijn voorstel zoo maar van de baan laat glij- dén. Spreker erkent, dat het hier een principieele kwestie betreft en zou dan ook deze zaak verder willen uitspinnen en zich meer willen bezig houden met het vraagstuk van scho.olvoeding en school- I kleeding. Het komt hem voor dat de Raad verder J moet gaan dan verstrekking van pantoffels en dat hij meteen kousen, schoenen enz. moet beschikbaar stel-4 len. Het. is spr. bekend, dat kinderen van school II met zulke natte voeten in de school kwamen, dat de door HUBERT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. 27. „Och dat was zoo moeilijk niet", verklaarde haar redster met een schouderophalen. „Ik was te dicht bij de stroomversnellingen om beide booten te kun nen redden, dus spring ik in jouw kano, en laat mijne gaan. Ik moest hand pagaaien", ging zij met een glimlach voort, „we waren juist aan den ver keerden kant om in het diepe water te komen. Een heelen tijd bleven we op dezelfde plaats, en gingen niet voor- of achteruit. Eindelijk gaan wij langzaam, langzaam vooruit. Er ligt'een omgevallen boomstam over het water en dien pak ik juist bijtijds". „Je hebt mij het leven gered", mompelde Kitty. „Och schei uit!" zeide bet donkere meisje kortaf. „De boot alleen al was het waard". „Maar je bent je eigen boot kwijt". Het andere meisje schudde het hoofd. „Ze is blij ven liggen tegen de, rotsen, ddér", zeide zij. „Ik zat haar later wel gaan halen"* 'Langzaam kreeg Kitty haar krachten weer te rug en trachtte zich op te heffen. De twee meisjes namen elkaar op met blikken van schuwe, maar le vendige nieuwsgierigheid. Beiden waren zij eikaar een -verrassende ontdekking. „Jij bent Kitty Sholto", zei het donkere meisje. „Hoe weet je dat?" riep Kitty uit, met oogen groot van verbazing. „Er is geen ander blank meisje in deze streek". „Ik ken jou niet", zei Kitty. Do andere haalde de schouders even op, en glim lachte flauwtjes. „Er zijn ook zooveel roode meisjes", zeide zij. „Ik heet Annie Crossfox". „Waar woon je?" Nahnya maakte een. vage handbeweging in de rich ting van het voortvloeiende water. „Afijn volk zijn de Sapijtndianen," verklaarde rij. „Maar dat is heelemaal voorbij: de bergkloof', zeidé KilhL o&un je alleen zoo'm eind tegen deQ stroom Ik houd van alleen rijln," zeide Nahnya veront schuldigend. „Ik jaag en ik visch alleefn. De menschefci doiken. dat ik biet wijs ben xe zeggen ik doe net eis «an man,'' Beiden bewonderden rij' elkaar in stilte; Nahnya deed de kleur van Kitty's oogen, grijsgroen, denken aan de Groote Geestrivier zelf. en haar wangen herinner den aan sneeuw in den jnatten glans der ondergaande zon. Haar fijinheid scheen haar iets te geven van een hooger wezen. Kitty vam haar kant verwonderde zich over Nahnya's kracht eii moed. Gelijk de meeste meis jes had .Kitty in haar zachtheid, vaak 'gewenscht, dat zij was geboren in,jje plaats va'n een harer broejrs. Heerlijk om als een man te'kunnen trekken waarheen je maar wilde. Het prikkelde haar verbeelding. Elk dezer beide eenzame, 'onbegrepen méisjés hongérdé naar vriendschap van een vrpuw daarin .lag de ver klaring van de emstig.vriendelijke blikken, die zij op elkaar sloegen. Kitty was weldra wéér geheel da oude. Alléén dééd nu en dan de herinnering aan de doorgestane ang sten haar den adem even stokken; dan verdween wéér de kleur, die langzamerhand op haar wangen -w-as teruggekeerd. Doch plotseling werd zij' opnieuw be vreesd. „Hoe kan ik nu thuis komen?" vroeg zijl. „Vader en de jongens zullen wanhopig zijn." Hebben zij nog een andere boot?" Kitty knikte. „Dan zullen ,rij' wel ga uw'komen om ie te zoeken." stelde Nahnya gerust, „,en dan .komt alles in orde/' Kitty slaakte een zucht van verlichting. Geleidelijk voelden de twee meisjes zich vértrouwé- lijker met elkaar worden. „Ik ben zoo verrast dat ik een blank meisje in deze streek vindzeide Nahnya, in haar eigenaardig, zacht zendingsschooLEngelscli. „Toen ik iin je boot kijk. denk i,k aan niets En daar lig jijL Ik ben zoo verrast, dat wij beiden bijna door de stroomversnellingen worden gegrepen." Kitty legde uit, jioe het kwam, dat zij in den stroom was geraakt. „Ja. eiken dag komt het water hooger," zei Nahnyya. „Als jij: er niet geweest was...'' fluisterde Kitty, eii al de schrikbeelden doemden Weer op. „Wij moeten wat eten.'? zei Nahlnya practisch. ,.Ik heb thee. vleesch en brood aan den overkant der rivier. Maar we moeten eerst een halve mijl stroom opwaarts vóór wij kunnén oversteken. We zullen d'e boot sleepen. Maar er is maar een kórt stuk touw in je kano. Dan zal ik trekken, en jij duwt met ©en stok.'f Nahya ging voorop, in de hand het eind van de lijn, terwijl Kitty, op haar aanwijzing, achter de kaho aanliep, en haar met behulp va'n een langen fstok belette op den bever vast te loopen of tegen rots blokken te stooten. Kitty had mog nooit zoo hard gewerkt. Nahnya had haar willen sparen en haar daar bond vraagt een subsidie van f 50 tot het propaganda maken in deze gemeente. 'Voorzitter had willen onderzoeken, wat de afdee ling Helder in dat opzicht had verricht, om dan, als zij in deze wat had geprestéérd, een gedeelte van de opbrengst die de gemeente ontvangt van het drankverhruik, beschikbaar te stellen voor de afdee ling Helder. De wethouders evenwel stellen voor geen gelden aan die afdeeling te verstrekken. Voor zitter moet toegeven, dat wat de géheelonthouders- vereenigingen hier hebben bereikt, niet veel is. De heer Looij is het in deze met den voorzitter eens en wil na onderzoek subsidie verleenen. Er wordt hier subsidie verleend aan gezinsverpleging voor de tuberculosebestrijding, maar hier moet de hartsader worden aangetast. Re heer Rezelman erkent, dat hier subsidie wordt gegeven voor tuberculosebestrijding, maar dat staat niet gelijk^, met suhsidieering van een vereeniging buiten de "gemeente. Spr. vindt het niet goed ver- eenigingen buiten de gemeente, te subsidieeren, ten einde hier propaganda te maken. Was het een flinke vereeniging in de gemeente, misschien zou ik er dab voor wezen. Het voorstefl-CLooij wordt met 5 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen de heeren Rezelinan, Wiggers, Ivoorn en Spigt. Ged. Staten stelden voor wijziging te brengen in de verordening regelendé de uitbetaling aan onder wijzers bij verlof. Overeenkomstig de wensch van Ged. Staten wordt besloten, waardoor o.a. aan de onderwijzeres die verlof geniet voor en na hare be valling, de volle jaarwedde wordt uitgekeerd en niet de helft zoo als door den Raad was bepaald. Door mej. Dam, onderwijzeres aan school III, wordt w,egens hare benoeming te Hoorn, tegen 1 Maart a.s. eervol ontslag gevraagd. B. en W. bejammeren dat mej. Dam heengaat, doch stellen den Raad voor het ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen. Aldus wordt besloten. Naar aanleiding van een circulaire van Ged. Sta ten wordt de huurwaarde van de woning voor den secretaris, zijnde f 200, gehandhaafd. We zijn genaderd tot punt 13, benoeming bode. De aanbeveling luidt: 1. W. Braaf, Anna Paulowna, 2. P. Strijder, Kolhorn, 3. S. A. Bos, Schagen. No. 2 van de aanbeveling heeft evenwel bericht gezonden, dat hij inmiddels een andere betrekking heeft gekre gen. Er waren 76 sollicitanten. Ter bespreking van de sollicitanten, wordt overgegaan tot comité-verga dé- ring. Na heropening wordt de heer Braaf met 8 stem men benoemd, 1 stem- werd uitgebracht op den heer Bos. Indiensttreding 1 Februari as. Goedgevonden wordt naar aanleiding van het ver zoek van het bestuur van de christelijke school, voor de onderwijzeres aan die school, vergoeding te vra gen voor het geven van handwerkondqrwijs, dat ge geven wordt buiten de gewone scholouren. De heer. Dr. Olree, wordt wederom voor den tijd van 4 jaar herbenoemd tot gemeente-geneesheer. Mej. AI. Weeland, verloskundige, vraagt: tegen 1 Februari a.s. eervol ontslag als zoodanig. In haar schrijven wijst ze er op, dat het geringe pensioen haar steeds heeft weerhouden dat ontslag aan te vragen, en zij vraagt, waar zij tot nu f350 salaris ge noot, haar pensioen van gemeentewege zoodanig aan te vullen, dat zij dit bedrag blijft behouden. Het Dag. Bestuur stelt voor het gevraagde ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen en stelt voor waar de belooningen, "behalve de hare, over het al gemeen gestegen zijn, aan het verdere verzoek te Voldoen en haar levenslang een gratificatie van f 125 per jaar te geven, waardoor ze met haar pen sioen tot het thans genietende salaris komt. Al dus wordt besloten. Overgegaan wordt tot benoeming van een ver loskundige. De aanbeveling luidt: 1. Mej. M. Bremer, Texel, 2, mej. A. Dekker-Willegrijp, Wieringen. Mej. Bremer wordt voor den tijd van 4 jaar benoemd met 8 stemmen, 1 stem wordt 'Uitgebracht op mej. Dekker-Willegrijp. Het salaris is bepaald op f 700, indiensttreding zoo spoedig mogelijk, zoo eenigszins 1 Februari. Aan het bekende adres van de gemeente Smallinl gerland, over de verhooging van rijksbijdrage in de saiarieering van burgemeester en secretaris, wordt adhaesie betuigd. Ingekomen zijn verzoeken bm vetrhooging van uitkeering uit de werkloosheidskassen van ge meentewege en om werk te verschaffen aan 60-jari- gen, die niet bij de werkloosheidsverzekering wor den toegelaten. IB. en W. stellen voor dit adres in handen te stel len va.n B. en W. om advies, opdat het college meer dere inlichtingen over deze zaak kan vragen. Voor zitter wijst er nog op, dat door den Polder zooveel mogelijk is gezorgd dat geen werkeloosheid be stond, wat haar tot nu gelukkig vrij goed is gelukt IIe(, voorstel van B. en W. wordt aangenomen. Goedgevonden wordt verlenging aan te vragen van de concessies tot heffing van veergelden aan De Kooij. Het tarief van rechten wordt onveranderd gelaten. De heer Keuris wees op de ongelijkheid van hef fing tusschen het pont aan de Kooij en aan het Westeind en wel voor fiets en motorrijwielen. Besloten wordt aan de regeering te verzoeken de tariefregeling voor Westeinde gelijk te stellen met die van de Kooij. Voorzitter had over die ongelijkheid reeds geschre ven aan den Inspecteur te Den Hélder. Van Ged. Staten is een schrijven ingekomen, waar in verzocht wordt nu de salarissen van burgemees ter. secretaris en ontvanger nader zijn geregeld, na te willen gaan of de saiarieering van de ambtenaren ter secretarie, daarmee in overeenstemming zijn en wordt advies gevraagd over de bezoldiging van de ambtenaren van den Burgerlijken Stand. B. en W. stellen voor de jaarwedde van den amb tenaar ter secretarie, den heer Wessel als volgt vast te stellen: aanvangsalaris f1700, met vier 2-jaarlijk- sche verhoogingen van f135, een verhooging van f160 voor diploma. Deze regeling terugwerkende kracht te geven -tot 1 Januari 1919. B. en iW. doen dit voorstel, omdat daardoor het z.g. 3A systeem, waarvoor men ziclh. vorig maa'1 heeft uitgesproken, wordt toegepast. Goedgevonden. 'Aan de orde komt een voorstel van de S.D.A.P.- fractie, tot tvijziging in de verordening tot heffing van den hoofdelijken omslag. -Voorzatter herinnert er aan, dat op de vorige ver gaderingen bleek, dat B. en W. met dé" S.D.A.P.- fractie van inzicht verschilden en wel in hoofdzaak over de resultaten van den aftrek van 25 pet. van inkomens verkregen' uit arbeid en uit kapitaal, klei ner dan f 13000. Spr. meent te mogen zeggen dat bij om .het gemakkelijkste deel van de te volbrengen, taak opgedragen, maar het kostte Kitty de grootste in.-* spanning om' ov-er de puntige steenen en de dwars over het zand liggende boomstammen, Nahnya bijl te houden. De kano gedroeg zich, als was zijl door een haar persoonlijk kwaad gezinden geest bezeten. Kitty had met volle overtuiging kunlnen verklaren, dat dq boot opzettelijk zijsprongen maakte om zoo kans te krijgen, op steenen te stooten. ,en wapneer zij ook maar -een stap achterbleef, ^oorde de kano haar voor steven subiet in fret oeverzand. Telkens wanneer hét noodig was, waadde Nahnya zonder zich om de kou de te bekommeren, door net ijskoud^„water en Kitty die niet minder wilde wezen dan zij', volgde oogen- blikkelijk ofschoon huivere,nd en rillend. Toen ziji eindelijk op het puint gekomen waren, van waar Nahnya Kitty te hulp was gesneld, onderscheidde Kitty op den overkant een groote. platte rots en een kjein riviertje, dat zich daarnaast in den grooten stroom ontlastte Nahnya verzocht het bla'nke meisje een vuur aan Ie leggen, terwijl rij zelf zou oversteken om eetwaren te halen. Alet bewonderende maar toch weinig afgunstige blikken zag Kitty toe, hoe handig rij: haar kano bestuurde. Eerst koerste zij* stroomopwaarts toen zij: ver genoeg gekomen was. dat de zuiging van der stroom haar niet voorbij het doel zou trekkein, stak Nahnya die rivier over iin één rechte, lange lijn. Binnen twintig minutenwas rij weer terug met alles wat zij noodig hadden. Zij hingen haar kousen en mocassins te" drogen,-; zij strekten haar rosé met witte en bruin mfet rose t-eenen naast elkaar bij het vuur uit en nuttigden het avondmaal. On-dertusschen voelden zij haar vriend.- schapsgevoelcns jegens elkander toenemen. Tégénovér ©en meisje en te minder tegenover 'n méisjé dat zoo' lief was als Kitty, voelde Nahnya niet de behoefte zich met ejen muur te omgeven, e|n de natuurlijke warmte 'van haar wezen brak zich baan. Eindelijk kwam het tot de echte meisjes „confidenties. „Ik spreek nooit zoo tegen een blank meisje als nu," bekend© Nahnya aarzelend. „Toch heb ik on der frlanken geleefd, en blank© meisjes gerién, én veel ovér hen gedacht." „Wat vind je dan wel van -blanke meisjes?" vroeg Kitty met haar bekoorlijk lachje. „Ik moet er altijd aan denken hoe anders ze rijft dan ik." zei Nahnya. „Anders?" herhaalde Kitty verwonderd. „Van mij verschil je toch niet zooveel." „Ik ben een halfblankè," verklaarde Nahnya „In wendig voel ik als de blanke menschen. Alaar de blan ken behandelen mij er niet Haar, ze rijn anders t-egén mij dan tegen de hunnen/'' „Dat begrijp' ik niet." zei Kitty hoofdschuddend. „Toen ik naar de Zendingsschool ging," lichtte Nah nya toe. „leerden de zusters ons„Denk geen kwaad dan zal u ook geen kwaad geschieden. „Dat is waar." bevestigde Kitty. Verdrietig schudde Nahnya het hoofd. „Het is mis schien waar voor jou. maar niet voor mij. Toen ik ond-er de blanken ging, idjacht ik geen kwaad, maar het .kwaad kwam over mij, zoo verstikkend als een deken om mijui hoofd." „Ik ik begrijp je niet," aarzelde Kitty. „Hoe zou je dat kunnen?" zeide Nahnya. „Nie mand is slecht voor je. Alleen tegein mij" Daarom vraag ik mij: altijd, wat in mij dan toch anders is. Ik ■kan hét niet begrijpen, maar ik weet dat het zoo is." „Bedoel je meen je mannen?" vroeg Kitty ontzet. Nahnya antwoordde door te zwijgen. „Alaar niet alle mannen zijn slecht," protesteerde Kilty, denkend aan haar vroolijke, brave jongens. Zeker niet allen." gaf Nahnya 'toe. ^Éénmaal heb ik een blanken man gekend eerst was hij net als de anderen. Maar hij verandert. Hij kijkt mij open aan en spreekt met me. als .met een vriend. Alaar aldoo-r denk ik. dat dat andere nog in mij' is, en 'ik Ein Inog denk ik steedswat is dan zend hem weg. Èin nog t toch da! andere in mij:?" Kitty staarde haar met verschrikte oogen aan en antwoordde niet. a,Nu heb ik je bang gemaakt" 1 zeide Nafrnya ver wijtend. Je moet denken, dat ïk .slecht ben, omdat anderen dat ook gelooven. „Neen", antwoordde Kitty. „Ik ben alleen maar bang geworden van mijn eigen onwetendheid. Ik weet niet., wat ik je antwoorden moet." „Zeg maar niets," riep Nahnya uit. „Ik praat veel te veel. Ik wil altijd tegen iemand spreken, -aie is zoo als ik, en het maakt mij somis razend, dat ik nooit praten kan .Afijn volk dat zijin goede menschen maar ze begrijpen mij' niet. Alijln moeder kent mij niet ik benféetn vreemde voor haar. Zij: is bang voor mij1. Altijd denk ikals ik goede vrienden zo uzijn met een blanke vrouw zouden wij met elkaar kunnen praten. En nu vandaag brengt de rivier jou haar mij toe; ik denk het is als een sprookje. En mijn tong is geworden tot een waterval van woorden. Het spijt mij zoo, dat ik je bang heb gemaakt." „Dat heb je me heelemaal niet gedaanl" protes teerde Kitty. „Ik vind het prettig dat je zoo met mij praat. Maar vertel nu verder over dien blanke", ver volgde zij, bang onbescheiden te zijn, „over dien blanke, dien je aardig vóndt."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 7