Almttn Nieuws- Adierteitie- Laiimllal DE VERBORGEN VALLEI DONDERDAG 12 FEBRUARI 1920 63ste J a a r g n n g No. 6566 Uitgevers: TRAPMAN Co. Brieven uit Engeland. FEUILLETON. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Binnenlandsch Nieuws. SCHA Dit blad verschijnt viermaal oer week Dinsdag. Woensdag Donderdag en Zaterdag. Bij inzending lot 's morgens 8 uur wor den ADVKRTENTIÈN in het eerstuukomend nummer geplaatst. SCHAOKN, I AAN II 5. Int. TelevOi. No. 20 Prtis per 3 maanden f 1.55. 1 osse nummers öceni. ADVhRTEN TIÉN van 1 tot 5 regels 10.80. iedere regel meer 15 cent bewiisno inbegrepen). Grpote letters worden naar plaatsruimte berekend Amsterdam, 7 Februari 1920. Menigmaal heb ik mijzelf afgevraagd, hoe toch een interview in werkelijkheid zou plaats grijpe®. Vraaggesprek wordt pet 'tegenwoordig wel genoemd, en dat Is werkelijk geen onaardige vinding. Immers, de verslaggever vraagt, de andere persoon spreekt, dusvraaggesprek. Schrijft ae verslaggever ondertusschefn alles op, wal hem wordt gezegd? Dat moet wel. Zoo niet, dan her schikt hij over een geweldige hoeveelheid fantasié, of een buitengewoon goed geheugen. Ik vermoed hét eerste. Zelf herinner ik miji inoodt veel vain een gé- leviers schijnen zich alles dan, dat alles op voerd gesprek. En versla/ woordelijk te herinneren, een stukje papier wordt gesmet. Nu schijnt ipfl dit laatste voor den ondervraagde heel onpleizierig. Niet ieder is gewend dagelijks voor een klas jongens te staan, die de. woordea, welke vau ie lippen vallen, vlijitig. neerschrijven, om ze later ja, dat is de troost. Ze komen morgen niet in druk op de ontbijttafel van eönige duizenden medeburgers te liggen. Wat zouden leeraren en onderwijzers dan angstvallig op hun woorden letten, In keurige zinnen zouden ze piotten spreke®, geen foutje mogen ma ken. Nee. het schijnt mij gee® benijdenswaardig lot toe, een vraaggesprek te moeten ondergaan. Maar de ondervraagde kan zelf ook zijn maatregelen nemen. Sommigen doen het. Gteorge Moore, bijvoor beeld, de bekende schrijver van Esther Waters. De zer dagen las ik een vraaggesprek, dat hij; had toege staan aan een verslaggever. En de schrijver was daarin allesbehalve het lijdend voorwierp. De kwestie ging over den prijs van Mr. Moonefs nieuwste boeken. Esther Waters heeft haar vijf e® twintigsten verjaardag reeds gevierd, en zij is lang niet de eerstgeborene van den schrijver. Zijn Flowers jf Passion, een bundel gedichten, is de veertig al gepas seerd, Mr. Moore zelf is dichter biji de zeventig dan bij zestig. Maar zijn pen werkt door. Waarom niet, zoolang hij wat te zegge® heeft? Zor gen, om een uitgever te vinden, heeft eén schrijvér van naam niet meer. Zij® boek is verkocht, vóór er een letter van geschreven is. De titel alleé® is vod- doende voor den uitgever. En is ©r nog geen titel, ook goed. Maar nu George Moore zijn. eigen heer e® meestér is, en uitgevers en publiek de wet kan voorschrijven, inplaats van afhankelijk te zijn van hen, nu heeft hij: den volgenden maatregel getroffenVan zijne nieu we hoeken mogen niet m©er den duizend exémipla- ren gedrukt worden, en. ze moeten vijf-enftwintig gul den per stuk kosten. Met ander© woorden, ze zijn niet voor het groot© publiek bestemd, slechts voor hen die zooveel geld kunnen willen betalen voor één boek.. Dus, ze zjjn voor de gegoede bewonderaars van Mr. Moore. De niet gegoede moeten zich van "ziin 'nieuwste -góShchten spenen 'Se niet bewonderaars interesseeren «er zich niet voor. Over dit onderwerp ging het vraaggesprek, dat mij fnkele 'dagen geleden onder de ooge-n kwam. Natuur" lijk had het plaats in Mr. Moore's eigen wotning. Het was van te voren aangekondigd, en Mr. Moore had er alles voor in gereedheid gebracht. D«f verslaggever nam plaats. Hem werd gezegd, dat het maken van aanteekéningen overbodig was. De se cretaresse van den schrijver zat gereed om een Sté" Bografisch verslag op te maken. *Mr. Moore zelf stond voor het open haardvuur, stelde zich zelf vragen, gaf daarop langzaam antwoorden, herhaalde een zin ai© hij bijzonder goed vond. De verslaggever was geheel lijdelijk, Wat rpaar goed was ook, wpnf eenmaar tóen h$ »2ni .een pauze vau Mr. Moore's voordracht ik weet er geen beteren naam voor een vraafl stelde, raakte d© schrijver de kluts kwijt, en duurde net ©enige®' Uj<L eer hij weer op dreef kwam. door HUBERT FOOTNER, voor Nederland bewerkt door L. ALETRINO. gj Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. HOOFDSTUK XIX. Nieuwn figuren op hottooneol. Toen Ralph om hert huis was gesneld, zag hij Nah- fcya "nergens meer. Hiji was jni'et genoeg met het lef ven in de wildernissen vertrouw® dan dat hij haar sporen op de doode bladeren e® $e deninenaalden zag. Het scheen hem het meest waarschijnlijk, dat zij langs de rivier zou trachten te ontkomenop zijn schre^ den terugkeerend, snelde hij het pad daarheen af. Hij vond geen .spoor va® h$ar -slechts zag hij tegen den oever, aan ee® struik gebonden, de kano die ziji had teruggebracht. Er waren ook fceen voetafdrukken i® het zand die er op wezen, dat zij' van het blokhuis was teruggekeerd en evenmin eemg tpékéa, waaruit hij 'de gevolgtrekking had* kun®e® maken, dat een an dere boot afgezet .was. Ralph lie pgejaagd het strand op en peer, uitziende naar haar, or naar iets, dat hem eanige aanwijzing zou kunnen geven waarheen zij gegaan was. „Zij moet de rivier langs." redeneerde hij. „Heit woua is o®door„ dringbaar.' Doch Zijn moed ontzonk hemhij wist dat Nahnya hem in de wildernis de baas was. Hij volgde de rivier ©en eindwieegs stroomafwaarts, ie® stuitte eindelijk op een spoor dat va® de® oeverrand kwam, en verder langs het strand liep. Hijl volgde het met nieuwe hoop. Na ongeveer ee® kwartier lang snel voortgegaan te zijn, bleef hij plotseling staan. „Zoo haal ik haar nooit in," dacht hiji „Ze moet daar ee® boot hebben, om de rivier te kunne® oversteken. Dan sta ik op het strand en ka® niet verder. Ziji is na tuurlijk pp weg naar haar thuis. Ik moet haar over de rivier kunne® volgen." Haastig keerde hij terug naar het blokhuis dat tot Werkplaats diende, waaruit hij een bijl en ©en avegaar ts voorschijn haalde. HJj ontmoette tiiemand. Daarop ttrugkecrend naar de® mond va® d© beek, zocht hy! Jot hij ©en grooten droogan boomstam vond. die daar Hl fcea overstrooming m achtergebleven. Hij begon Het „vraaggesprek" was afgeloopen. De verslaggef ver stond op, om heen te eaa®. Hij dacht dat de I secretaresse hem haar aanteekeniingea ter hand zou stellen. Maar 'hij had builen den waard gerekend. ,,'t Ging vandaag niet erg goed, vindt u wel. juf frouw?" Mr. Moore tegen de secretaresse. „Nee, mijn heer Moore, niet heel erg" Natuurlijk ^haastte d* verslaggever zich te zeggen, dat hij zeer ingenomen was geweest, met Mr. Moore's gesprek. Mocht er een .^baeelt minder goed rij® geweest, dan was dat zijn de verslaggever's schuld. Wat Mr. Moore weer niet wilde .toegeven. Zoo had met wederzijdsche beleefdhedeni het afschéid jplaats Het uitgewerkte. stenografisch© verslag, zou worden nagezonden, Ee n iedgenaardig interview, zal me® zeggen. Maar we zijn nog niet aa® het eind. Den volgenden dag ontving de verbaasde verslag, gever een- lang verslag met ee® kort begeléidétnd schrij ven. De inhoud daarvan was ongeveer als vöigt Waard© Heer, aangezien ons gesprek van .gistere® mij bij nalezing niet beviel, heb ik vanmorgen een ander aan mijn secretaresse gedicteerd, dat maar ik hoop, woordelijk door u in uw blad gedrukt zal wor den. Wat volgde was werkelijk een „vraaggesprek". De verslaggever was zich wel niet bewust van de hem toegeschreven vragen, maar Mr. Moore had alles keu rig voor hem in elkaar gezet. Ik zal het begin |er van meedeelen: Verslaggever, ,.Ik geloof, Mr. Moore, dat u met ge noegen zul» vernemen, dat uw naam ©en van de drie of vier is, die wij: in Amerika steeds noemen." Mr. Moore. „U hoeft de namen niet te vermelde®* die u op de lippen zweven. Ze zouden o®s op bijwegén leiden. U bont hier gekomen, oan over letterkunde té spreken, als ik goed begrijp." Verslaggever. „Zeer zeker, want het Amerikaansche publiek zou gaarne van n vernemen, waarom u uw bo-eken niet voor ee® ieder beschikbaar stelt, e® maat regelen getroffen hebt....." Mr. Moore. „Die buiten mijn kring van lezers al diegene sluiten, die literatuur beschouwen als ee® soort ontspanning, zooals de bioscoop ©n fietsrijder,, En zoo voort. Zooals men ziet, een ideaai vraag* gesprek Niet, zooals het gehouden werd, maar zoo- ais hei gehouden had kunne® zijn. Verstandige vra gen, m©t juiste antwoorden, Htet zou miji te ver voeren veel meer over Mr. Moo re's zelf opgesteld interview' mee te deélén. Dé rést zou zeker nog een. paar kolommen vullen. Ik zaL ech ter nog wel "meedeelen, waarom Mr. Moore zoo af wijkt in het onder het publiek brengen van rijn werken van zij® eveneens beroemde tijdgenootén, van mannen als Shaw. Coinpto® Mack©nsie„ Gonrad e® anderen, schrijvers, die evenmin als Moore naar een uitgever behoeven te zoeken. Geen schrijver, zegt Mr." Moore is zoo vrij geweest i® zijn ku®sl als hij, sinds den tijd van koningin Elisa" beth. Zorgen voor een uitgever heeft hij niet. Groot©' oplagen die in korbe® tijid uitverkocht zaj®, laten hem onverschillig. Hiji schrijn voor duizend lezers, alle® vrienden e® bewo®deraars, die reeds gevonden zijn, vóór rijn werk in druk verschenen is. Beoordeelingen i® krante® laten hem onverschillig. In het kort, hij schrijft zooals Homerus, Aristophanes. Catulles en Apu" lpius schreven. Di't is één kant va® de zaak. Er Is no** een andere. De boeken van tegenwoordig, zegt Mr. Moore, de zes shilling boeken, rij® zóó afschuwelijk om te zien. dat ieder ze, na lezing we/gooit. Mij® boeken rijn prach tig. Niemand gooit ze ooit weg. Ze worden bewaard, al is het niet om den inhoud, om het papier, waarop om de letter, waarm e e ze gedruktrij®. Per slot van rekening, zegt Mr. Moore, ben ik een weldoener voor het publiek ,een weldoener in géldélijk opzicht. Op mijn boeken wordt ingeteekend. Er wordt vijf en twintig gulden voor betaald. Zes maanden later zijn ze het dubbele waard. Ze rijn dus een goede Een gelukkig man ka® Mr. Moore genoemd worde®. Schrijverszorgen kent hij niet. Critici laten hem koud. Hij schrijft voor rijn genoegen. H is zeker van de bewondering zijner lezers. En hij voelt zich nog eén weldoener op financieel gebied. AI s tenminste de dui zend gegoede bewonderaars verkoope® wille®. Zitting van Dinsdag 10 Februari 1920. Vier zaakjes vandaag Geen bepaald overladen pro" gramma.. Toch nogal eten aa® 't eil».... 1 Een oneerlijke logée. De eisch van de weinige® vandaag was de 40-jarige gedetineerde zonder vaste woonplaats rondzwervende beklaagde Jan Dioog, die in den nacht yan 6 op 7 Januari, niettegenstaande het toe®, zooals we ons nog opperbest herinneren, duivels koud was, i® een boet nachtverblijf wou neme®, Maar toen ie er was, wijzigde hij, rijn plan en ging groene en grauwe erwten stelen. En de bestolene, Piet Schout©® van Zwaag, was nog wel 'n ouwe schoolmakker van Ja®. Met die ouwé makkers ben j© ook „zoo gericht". Nou... en of... Enfin, .Ja® tippelde er in voor een eisch tot 4 maanden brommen. Z'n verdediger vo®d lichtere straf meer verkieslijk. Wat 'n wonder! Een oud zaakje. Dirk Schekkerman van Alkmaar had ©e® portemooi" naie gestolen, welk zaakje onlangs in deze rubriek reeds meer omstandig is behandeld. De O.v.J. bleef bij: ingestelde® eisch volharden, Ook van vroeger. G. S. Nedermouwer, E. Impijn, Harm Oost en Jan Oost, Helderschen, hebben in hunne woonstede ver schillende gapperijtjes aan de ba®d gehaald. Ook ai eerder gediend" dit zaakje. De O.v.J. eischte tegen Impijn thains 3 maanden ge vangenisstraf en bleef wat de andere drie betreft, bij ingeslelden strafeisch. persisteerem. Een rooftocht in Callantsooger omstreken. De laatste zaak was die tegen Geert van der Laan, ©en 34 jarige metselaar, Johan Gerrit Smit. ee® 19" jarig werkman en Mattheus, Muller, ee® rijwiel herstel ler van ïn kwart eeuw, allen gedetineerde Amsterdam mers. Ziji hebben in vereépiging heel wat weten té stelen. In den macht van 20 op 31 Oct. te Callantsoog divers© fietsen en kleediingïtukke® en begin Novém" ber rijwielen, onderdeele®, otnderkleerén, schoéisél etc. 't Was een brutale rooftocht, waarvoor ze uit Mokum naar .Helder waren gespoord e® toe® loor pende naar Callantsoog. Daar moest het da® „beuren". Nu, d'r is van gebeurd. Lang ®iet zuinig. Het klaver blad heeft getoond, uit uiterst gevaarlijke roofzuchtige luidjes, gewapend met legio valsche sleutels en wat dies meer zij, te bestaan. De drie maande® voorarrest, die de „heeren" nu al hebben opgeloope®, bebbén ze, dunkt wel ten volle verdiend., 't Is wat je noemt, dat drietal... Reuzentypen, om zoo va® nabij: eens op je gemak te beschouwen. De ©en, (va® der Laq®) een echte dronkaard, zooals men signaleert, heeft een op vallend, kromme, stijve linkerpink. Bij 't zwem mm gekregen, menheer, zooalsl hij; e®treJnous vertel dé. Zeker in heel gevaarlijk water rondgescharreld dan bij je badje, waarde Vrijend. Van ©en ander (Smit) was diens vrouw, Jantinie Oet fenherg. op visite gekomen voor dezen grooten dag". Zij: maakte ter opluistering onder het publiek de heel© strafzaak mee. De derde. Muller, had ee® besten dikke® kop, an ders was er geen bijzonders aan 'm te zien. Smit .heeft zich in de geheel© geschiedenis oindér scheiden door zijn technische vaardigheid in het han" teeren van valsche sleutels. Met dat gevaarlijke goedjé, vooral met z'n eigen huissleutel, kom ie wonderen doen. Hiji had dan ook de leiding bij alle grootere e® kleiner© vraagstukken der techniek, die de, avontuur" lijk© rooftocht meebracht Misschien is het gelukkig, dat hert drietal biji zijn ijverig pogen niet op tegen stand stuitte en niet slaags" raakte. Anders had er n og wel eens meer kuinm©n gebeur en dan stel én al leen. De jachtopziener van Hortnschoten boette er jefe® fiets en sliklappen e® ee® paar schaatsen bij: in. Van den 64 jarigen Jonkheer C., F. v. d. Poll uit HeepiH stede, werden heel wat. waardevolle kleecLinjjstukkén ta ©enige gelden geroofd. Va® Maarten Mooy twee rij wielen en .va® A. Vos ee® rijwiel Van Jan Dekker een rijwiel en eebige ingrediënten. Kiaas Zeéraan, een Zijper ingezetene, i® tegenstelling mét dé éér der genoemde beroofden, die Callamtsoogers zij®, had het (nakijken van schoenen en kleedingslukken. Van Gerrit Beek uit 't Zand, die bij Zeeman logeerde^ wierden een rijwiel én schoenen gegapt. Keés Kossén van de Kolksluis (Zijpe) kon een nadeeüg saldo véo twee rijwielen boeken, toe® het edeié klavérblad mét de strooptocht klaar was. Dé O.v.J. beschreef de beklaagden, die overigens hét nogal „wilden weten",, wat ze gedaan hadae®, ftls luidjes, die aan elkaar gewaagd rijin. Eisch tege® Van der Laan 3 jaar gev. regen Smit e® Muller elk 2 jaar gev. Van der Laan had als beklaagde nog de meeste smaps en verdedigde op zijn mamier zichzelf. Waardoor de pleiter, mr. Neltrup (toegevoegd verdediger) in zijm pleidooi vrijwel afzag van verdediging va® eerstén .be klaagde, Voor Smit ,cn Muller concludeert pleiter, na op de lichtpunten te hebbön gewezen, tot lichtere straf. A.s. Dinsdag uitspraken. Da® hebben we meteen een mooie zitting, dam komt immers Bluissen. de distri butieman, uit Noordscharwoude voor, ,,ia het woord." Velen worden verwacht..... hem in vieren te hakken om eén vlot te kunnen maken. Zijn rechterarm was nauwelijks in staat de bijl te zwaaien, maar zijn onverzettelijk besluit deed hem volhouden. Hiji vorderde slechts langzaamkoortsachtig werkte hiji echter voort. „Het komt er niet op aar\' redeneerde hijl „Dan ga ik direct naar de. Kojn va® heit Rotsgebergte Zij; weet ni^t, dat ik jjen weg daar heen kan terugvinden." Na ©enigen fijd naderde Jim Sholto door het struik gewas; jrij kwam den oever af, en ging op ee® rots-1 blok zitten. Ralph wierp slechts even eén blik op hem, en ging voort'met zij® werk. Jim zocht met veel omr slag «pen tak aan zijln voeten. Hij begon dien af te schilferen, waarbij, hij, geluidloos fluitend, de lippen toespitste. Jim's karakter was te fecht-uit, dan dat hij: kon huichelen; ontsteltenis, verdriet én ergenis waren duidelijk bij hem zichtbaar; zijn merkwaardige, zorge" looze onverschilligheid scheen geheel verdweinén. Hij had thans moeite zich te beheerschen. „Dus je gaat ons verlaten?" bego® hij1, zonder eenige inleiding. „Ik moet," mompelde Ralph. „Ik dacht dat je van dat alleen reize®, nu wel je bekomst had gekregen. Je bent nog niet in staat om een hijl te hanteere® of een pagaai." „Ik kan er niets aa®. .doen," zeide Ralph. „En hoe denk je je in 'rt leve® te koude» zonder geweer, voedsel en dekens?" „Ik had me voorgesteld, dat ik van je zou kun®en koop©n*wat ik noodig heb. Geld heb ik wel." „Aan geld heb ik hier niets," zeidef Jim grimmig. „Dan zal ik je er niet om lastig vallén," verklaarde Ralph snel. Jim werd nu even verlege®. „Nu ja ik *il maar zeggen, dat hert geen kwestie va® geld is, ma^r dat ik zeLf weinig voorraad heblegde hij! uit. „Hoe eerder <je me dus kwijt bent, hoe beter," con"' cludeerde Ralph. „Je kunt hier een poos blij'Vén, e® met werke® ver' dienen wat je opeet.'1 zeide Jim listig. Ralph schudde het hoofd ten antwoord. Beiden zwé" ge®. Jim ging zichtbaar met zichzelf te rade, hoe hij de onderhandelingen weer zou openen. «s.Hoor nu eensv" zeide hij! ©enigszins ongeduldig. „Ik kan niet met je spreken als je door gaat met hak* ken. Heb je zoo'n haast om weg te kómen, dat je gee® vijf minuten die bijl kunt neerleggen Onwillig liet Ralph zijn bijl rusten, e® gimg op een. anderen 6rteea zittc®, óa®. de beek. Zijn gelaat vertoondé •QQ trek van halsstarrigheid, die voor de® uitslag va® onderhoud niet veel beloofde, Ralph mocht de® ro®~ "den,. eenvoudige® Jim graag, maar de toestand was hopeloos, en waar er niets meeir te redde® viel, zag hij geen andere oplossing dan hem te bruskeere®. Jim vernederde zich terwille van Kitty. Hiji voelde, dat hiji meer van zichzelf vergde, dan hij verdragen konj, maar hü! achtte zich er toe verplicht; wie anders zou zijn dochter kunnen helpen? „Ik heb me aan je gehecht, sinds Ie hier be®t binrt nengevallen." bego® hij onhandig. „Ik kan het niet zwijgend aanzie®, wanneer je ee® domme streek wilt beraian." Ralph's neusvleugels trilden onheilspellend. „Ik zal mijn weg wel vinae®." zeide hij kortaf. ,,Hier heb ik niets meer te doen." „Laat miji uitspreken," vervolgde Jim! met voor hem» buitengewoon geduld. „Je bent nog onervaren. Ieder die hier het land kent, zal je kunnen vertellen, dat elke verbintenis tussche® roode® e® blanken noodlot tig is." Ralph sprong pp. „Nu is het genoeg," barstte hij uit. „Ik ontzeg je het recht, je in mij» particulier^ aangelegenheden te mengen." Jim stoof plotseling op. „Ik ontzeg je het recht," schreeuwde hij;. „Je spreekt als iemand die niet goed bij "het hoofd is. Je bent gek. Ik heb het recht je op te sluiten, tot je weer bij je verstand be®t gekomen. „Dat zou ik toch maar niet probeeren," ned Ralph. ,yKrankzin<nighead is he<t om geen ander woord te noemen 1" raasde Jim voort. „Hier te komen bin nenvallen, als jij gedaan hebt, en mijn klein meisje het hoofd op hol te jagen met je mooie praatjes en dan maar weer achter een ander aan „Dat is een leugen!" rieip Ralph. „Ik was op weg naar dat andere meisje, toen mij mijn ongeluk overkwam. En nooit héb ik Kitty het hof gemaakt, of haar willen dóen gelooven dat ik van haar hield! Vraag het haar zelf!" „Ja, lafaard, nu wil je Je nog achter haar ver schuilen", hoonde Jim. „Ben meisje heeft zeker geen trots hè?" In blinde woede over die valsche beschuldiging greep Ralph naar zijn bijl maar hij kon de hand niet opheffen tegen Kitty'a vader. Hij liet de biji vallen. „Om Godswil, laat mij gaan, en vergeet mei" riep hij. „Je bent hier doodziek en uitgeput gekomen", ging Jim voort, „zij heeft Je verzorgd, je verpleegd je hebt je leve® aan haar te danken! En wat krijgt i* voor dank? Ik vond haaroh! Ik word NIEUWE NIEDORP. Dinsdagavond 10 Febr. sprong met ee® geweldige® knal, de kachel uit elkaar .in de woonkamer bij B. J. van Herwerden. De kachel werd tol tallooze brokken versplinterd, de spiegel, de piano enz. werden ber» -schadigd, er werd in één woord verwoesting aangek richt in het vertrek, natuurlijk ook door de® inhoud van de kachel. Gelukkig was er op 't moment va® het ongeluk niemand i® het woonvertrek, anders hadden de gevolgen nog wel erger kunnen rijn. BARSINGERHORN. De omslag voor het veefonds te Barsingerhoi» is, over het afgeloopen kwartaal, bepaald op t 1.54 per ST. MAARTEN De dilettanten club „Vriendenkring" alhier zal Zon dag 7 Maart a.s. een uitvoering geven i® het lokaal van "den heer J. Schermerhor®. Opgevoerd zal wor den „Adel", tooneelsnel iln vier bedrijven, door Daisy E. A. Junius en „Een Pootig Wijfje", kluchtspel in één bedrijf, door J. J. Rentmeester. SPOOR- EN TRAMWEGPERSONEEL. Gd ijk bekend is, heeft dezer dagen de commissie van acht uit de spoorwegbonde® vergaderd e® een for mule Vastgesteld, waarin de hoofdbesturen verklaren: .indien mocht blijken, dat niet in voldoende mate ©gemoet gekomen wordt aan de rechtmatige e® bil lijke verlangens yan het personeel, den leden tér bé" slissing te zullen voorleggen als uiterste mogelijkheid door toepassing van scherper middelen speciaal het nederleggen van de® arbeid het gevraagde te vér krijgen. Het Weekblad van de Ned. Vereenigiing van Spoor en Tramwegpersoneel meldde, dat vóór de formule stemden: d© B.A.N.S., de Neutrale Bond en,de Ned. Vereeniginger tege® stemde® de P.C.B. en St. Raphaël. In verband met deze beslissing is het misschien ge" wienscht iets mede te deeien betrefféndé dé vérhou dingen dezer organisaties. dol als ik er aan denk! Ik zou Je kunnen vermoor denals ik niet wist, dat het haar 't hart zou breken! Jij ellendige stadsheer! Ik snap niet, wat ze in je ziet!" „Wat kan ik er aan doen?" riep Ralph wanho pig uit. „Het is mijn schuld' toch niet!" Zeg me dan wat ik doen moet, om het weer goed te maken!" „Blijf hier", zedde Jim, iets kalmer nu. „Geef die dolzinnige jacht op, en herstel wat je hier bedor ven hebt". Ralph schudde het hoofd. „Dat ia onmogelijk", zeide hij langzaam. „Hoe zou ik Kiit/ty ooit geluk kig kunnen maken, als mijn hart elders is?" „Je hart!" herhaalde Jim verachtelijk. Hij hief zij® gebald© vuisten op. „De hemel geve mij geduld en zelf beheersching Hij zweeg plotseling op het geluld van Kitty's stem. Zij riep hem; in de laagte waar Ralph zijn vlot bouwde, waren zij onzichtbaar vanaf den weg, en vanuit het blokhuis. Jim antwoordde weinig op gewekt. Weldra kwam Kitty doodsbleek door het struikgewas. „Wat voert u hier uit?" vroeg zij haar vader scherp. De ©enigszins ouderwetsche vader stond versteld zich zoo door een zijner kinderen te hooren aanspre ken. Hij staarde haar sprakeloos aan. „Een mooie manier om je vader aan te spreken", bracht hij eindelijk' uit. •Zijn woorden maakten niet den geringsten indruk op haar. De zachte Kitty van voorheen scheen een ander te zijn geworden. „Ik geloof dat u probeerde hem over te halen hier te blijven 1" riep zij met fon kelende oogen. „Nou nou!" stamelde Jim, niét wetend wat te zeggen om haar te kalmeeren. „Ik deed het voor jou!" lEen zwakke kreet van machtelooze woede ont snapte haar. „Hoe kunt u mij zoo te schande ma ken!" mompelde zij. „Te schande maken?" herhaalde de arme Jim, „Maar als je toch iets wiLt hebben, moet je er toch voor vechten?" „Ik wil; hem niet hebben!" riep zij. „Laat hem weggaan. Hoe eerder hij gaat, hoe liever t mij is! Verstaat u mij: ik haat hem! Ik wil hem nooit meer zien, zoolang ik leef!" Wardt wvelgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 1