Alieicei itiuis-
Mummie- UiMlil
ZATERDAG 28 FEBRUARI 1920
63ste Joargoug ^o. 0575
LLR51E BLAD.
Uit het iiart van Holland.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
Porforico, Krul oï Heerenbaai van J. R. Keuss.
Exfra kwaliteit.
DE YERB0R0EN VALLEI
Du blad ver&.-hiilU viermaal Der week DiiibOag. Woensdag
llondeidag' en Zaïerdag. tin inzending lol 's morgens 8 uur wor
den AOVKRTKN1 IÜN in het eerstuilkomemi nuinuier geplaatst.
UilgcVtTb J KaI'MaN Co.
SCHAOKN, l.AAN O 5. Int. Telepfi. No. 20
Prijs per 3 maanden t 1.55. L osse nummers o ccia. Ai'/\'nKi'EN
TIEN van 1 tot 5 regels 1 0.80. iedere regel meer 15 cem btwiisno
inbegrepen). Grooie letters worden naar plaatsruimte bereke.iui
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN.
Wij, Nederlanders, rijn wat decoraties betreft, niet
zeer verwend.
het houdt op voor burgers inet Leeuw en Oranje
Nassau, plus de Huisorde gn nog andere eereteeaé-
nöu, voor personen» die zich op bijzonder gebied ver
dienstelijk hebben gemaakt.
Militairen hebben dan bovendien de Willemsorde
voor Moed, Beleid en Trouw. Maar wat wij oiel beolie"
is een speciale onderscheiding voor anderen dan mili
tairen moed, wal een totaal ander ding is.
Len voorbeeld.
Len vakveiroeiuiging noemt met op een aa
ineen© sleinmien het besluit te staken. Eén man stemt
logen.
Een enkel lid stemt tegen. Daargelaten wie gelijk
heeft zouden wij de vraag willen stelten of die tegen"
stemmer niet zéér moedig is?
Kortelings schoot eein dame in Den Haag haar man
dood, zeulde het corpus uit den tuin naar de kamer|
zette den overledene in een stoel, énscénéérdé 'n zélf-
i noord tafereel en ging toen gomballetjes koopen om
die in in bioscoop op te eten. Het ging om een 'huis
houdelijk verschil van meening en dus was het motief
niet bijzonder hoogstaand. Maar de neergeknalde en
toen in positie geplaatste gemaal had ook een landver
rader kunnen zijn, zoodat wat nu als moordvfiares
geldt als 'n tweede Judith 'in plaatsje in de wereLdgtv
sch edenis had gekregen. Wij, vragen wie er meer moéd
heeft: de man, die in een algemeen© vechterij dé êor-
sie is in eeh vijandelijke loopgraaf' of 'n vesting, of de
vrouw die na eén dergelijke echtelijke uileénzétting
gomJbtolletjes gaat kauwien jin een bioscoop?
Ons inziens, deze wild optredende en toch zoo zoet
kauwende dam©.
Zelfs wanineer haar. doel lof lelijker. haar daad van
algemeencr strekking ware geweest, dan nu het géval
is zou de Staat der Nederlanden geen middelt hebben
gehad 'om haar behoorlijk te onderscheiden.*
Zelfs voor militairen ontbreekt de decoratie van
ander dam militairjnoedsbptoon.
Ariders zouden wiji diie onderscheiding vragen van
den officier, die sedert eenige weken mét zijn vri>u(w één
woonwagen bij de Maliebaan heeft betrokken.
Over oen particulier, die zooiets zou doen tenzij
hiji natuurlijk sportman, padvinder of artist is zou
de Haagsche wiereld de schouders ophalen. Iemand,
die zich gelijk stelt met 'n spulleman, kan men in „onze
kringen" niet toiereeren, zou het heeten, zélfs al is
hij aan Pietekiee vain Hoven tot Buitenaf geparateerd
En op het Departement zou er met vele referéndarir'
sche hoofden worden gescihud en. zou men tot de conclii"
sie komen, dat zelfs een adj unctcom miesJtitulair*buiten
btewaarfvan-'s lainds-schatkist, die zulke dingen doet,
nooi't het' Departieme'nt goede diensten kan bewijzen.
Overigens zouden de dames van de heeren van het
Deparleinjcnt zich natuurlijk aanstonds genoopt zien
alle relaties met meuscheto zonder dienstbode (want
die heb jie in een woonwagen natuurlijk niet aaaih
stonds af te brek(eto.
Al deze dingieia zijn reeds ..ernstig.
Maar voel icrger wordt het wa ïïneer een officier,
iemand, wiens jas er reeds op wijst, dat hij tobeen.spé*
ciale klasse behoort en dat hij; er dus speciale levensy
opvattingön betreffende deftigheid op na moet houden,
zooi ets... excuslriets doet en. liever 'in een spullewagén
Eat kampoenen, dato ach door een of anderen huis^
as te laten villen, of zich van wege het sleutelgela
in schulden te steken.
Het zal den Lezer duidelijk zijn, dat wij zéér veel
respect hebben vóór den moed van den luitenant, die
mei zijndapper vrouwtje, zoo durft ito gaau tegen
lióugsche departementale en militaire conventie»
omirenl wat noort en wat niiet hoort.
Die officier moet een ot andere speciale decoratié
krijgen voor zijn zéér groot moedsbeioon.
Doch heiaas, zooiels beslaat ten onzent niet.
Zelfs heeft de Huurdershond, die toch uit zulk een
daadwerkelijk protest, van een oif.cier' tegen den wup
niiugnood en de gevolgen van dien, meer propaganda
kan halen voor z.jn bew,eg.ng dan uil tien vergaderingen
nog geen enkele motie van hulde en dank voor dit
exempel aangenomen of zelfs maar aangekondigd...
Dit is te betreuren. Want waarlijk speciaal in Den
Haag valt nog wel ïeis te doen ter bestrijding van
woningnood en woningwoeker.
Wat er van Rijk en Gemeente terecht moet komen
wanneer de nieuwe woningnoodlwet wordt aangeno
men, weet niemand. Dan zal men geen woonhuizen
meer mogen onttrekken aan hun feitelijk doel, geen
huis meer mogen inrichten tot kantoor.
ne.i koipgm.
Als de hoeren willen, ernstig willen, is het l'vunsf
tje zoo eenvoudig.
Dan Zal het blijken, dat de woningnood volstrekt
zoo groot niet b,ehoeft te zijto, als men haar kunstma
tig," speciaal m,et overheidssteun, heeft gemaakt. Dat
hot .ucnige wat gedaan moet worden de juiste distrir'
butio van de beschikbare hoeveelheid is. Wanneer
daarmede aan den oeneti kanl niet wordt gemorst,
beho,eft men zich aan den anderen kant niet onnoo^
digte bekrimpen.
Tusschen vandaag vcn 1 'Mei kunnen er duizend tijr
delij'k© rijksloodsen voor amhtenaarswerkpiaalsen wor"
den gebouwd. Zeg zelfs semiperma nente als men ten
minste de particuliere bouwers het werk laat doen
Dan kaïn die luitenant uit de Maliebaan ook weer
in 'm gewoon huis trekken, waar zijn vrouw een dienstr"
bode kan nemen, zoodat hij' en zij in „ónze" kringen
wqer 'toelaatbaar wordenA.
Maar "wanneer Rijk en Gemeente de zaak .eens
in zagetn, zooals zij is, zouden er aanslonds zeker een
honderd, misschien wel twee of driemaal zooveel,
huizon voor woning disponibel komen, die nu ah
bureau dienst doem en waar eenige ambtenaren hum
40 uur per week moeizaam bijeen teilen, terwijl tweéf
duizend personen konden wpnén bi de ruimte waar nu
hoogs lens duizend hce.en te werken.
Het is ons niet mogen gelukken een complete lijst
machtig, te worden vato de heerenhuizen, boven en
benedenwoningen enz., die Rijk en gemeen té in gér»
bruik hebb.en. Em nog veel moeilijker is het te weten
te kom^n hoevele halfofficieele lichamen nog steéds
j allerlei panden in huur hebben.
Een rondwandeling door de beste woonbuurten vam
de stad geeft evenwel aanstonds een indruk, die van
1 dien aard is, dat h,et onbegrijpelijk lijkt hoe bel openr
haar gezag den moed heeft met een voorschrift met j
oen speciale onteigeningswet aan te komen tegém eén
j handelwijze waaraam Slaat en gemeente zich in zoo
I omvangrijke mate hebben schuldig gemaakt. En nog
1 voortdurend schuldig blijven maken. I
Dit klemt te meer, omdat stad en Rijk over allerlei
gromdeu beschikken, waar d.rect noodgebouwen voor
I allerlei diens ten konden worden neergezet. Hét zooe j
gen. Tentoonstellingsterrein aan de Nieuwe Parklaatn I
ligt braak sedert de Engelsche geïnterrjeerden naar
huis zijn. Het ALexainderveld ligt ter beschikking, al 1
i zouden dam de pelotonsoefeningen der huzaren elders j
moeten worden gehouden. Het terrein van de afger j
j brand© Orainje Nassaukazerne is nog steeds niet 'onUj i
I ruimd. lederen dag worden er weer twee palen én 1
I 'n handwagen steenen uit dé ruime gehaald. Alleen op
I die drie terreinen, zouden meer loodsen en buréaur
ruimten kutonen worden gezet dan het drievoudig
j cijfer d,ef thans werkzame ambtenaren zich in zijn
dolste Vjerwachtingem droomt, dat er ooit noodig zult
j len zijto.
Boveaidigto zouden, als het eens tot ontruiming van j
die openbare bureaux kwam, ito de zelfde ruimte waar j
nu éón referendaris met zijn staf is ondergebracht, j
gemakkelijk vier of vijf particuliere kantoren onderr1
I dak kunltiem viiK^etn en zouden duswecler vier of j
vijf boveriH of b,etoedenhuizen voor bewoning vrij "kun
ZUmSCHARWOUDE.
De afd. Langedajk vam het Witte Kruis vergaderde
Woensdagavond in het loüaal var} den heer Beers.
Aanwezig 11 leden o!f wel ruim 'n half pet.
Na Opening em lezing der notulen bieek uit en
kele ingekomen stukken o.m., dat de cursus voor le
hulp Dij. ofngelukkem lengevo.ge van geringe deelname
met koto uoorgaan. Wel zou deze gegeven worden
vdor speciaal aangewezen personen, doen daarvan was
er niet een die zich er voor bleek te interésséérén.
In het jaarverslag, hierna uitgebracht, werd gewezen
Op den guinstigen toestand dor kas, tengevolge van de
nieuwe cotolribu beregeling. Tegen de regeling is hoé
genaamd geöii profest aajigeteekend, waan'oor een
ecresaluut aan de leden gebracht wordt. Verder bleék
uit het jaarverslag, dat 321 artikelen zijn gegeven
aan 108 personen, 579 porties ijs zijn verstrekt, waar
voor 2900 Ko, moest worden ingeslagen, 10 maal Is
de ligtent geplaatst, ,12 maai zijn de oh ts m et tings kis ten
gebruikt, 4 maal de brancar, 7 maal zijn borden ge
plaatst en 4 maal zand gestrooid. liet ledental is met
2/ vooruil gegaan en is nu 1680. Er zijnf 3 leden vergad
deringen gehouden en de bakercursus 'is dooi' 23
dames bezocht.
Namens de commissie brengt dei heer Kaan verslag
van de rekening uit, waaruit blijkt, dat de ontvangsten
hebben bedragen f 3649.48, de uitgaven f 3025.59, al
zo© een saldo van f 623.19. Het vorig mar was er
een saldo van f 106.44, alzoo f 517.13, saldo over dit
jaar. Het vorig jaar was aan contributie ingekomen
f 1775, dit jaar tengevolge van de nieuwe contribu-
tieregeling f 3158. Gezien het feit dat de uitgaven
ruim f.800 hpoger zijn dan het vorig jaar, blijkt ten
volle hoe noodzakelijk het was, dat meer contributie
binnenkwam. De rekening wordt goedgekeurd met
dankzegging aan de kasnazieners.
De begrooting voor 1920 geeft een eindcijfer aan
van f 4200. Het bedrag aanschaffing materiaal is ge
raamd op "f 1200, de post onvoorzien is f 663.
Het salaris van den bode_magazijnmieestier wordt op
voorstel van het béstuur verhoogd met f 100 en zal
nu bedragen f 600 en f 300 duurtetoieslag.
In de plaats van den heer R. Luiting, dié zijin
benoeming als bestuurslid niet aangenomen heeft,
werd gekozen de heer G. Kramer Gz., nadat door een
der aanwezigen gewezen was op het wenschelijke
dal een katholiek gekozen werd.
Hierna komt aan de orde het belangrijke punt;,
uitbreiding magazijn. Voorzitter licht toe, dat het 'nood
zakelijk is het magazijn uit te "breiden. De ligtenten
kunnen niet in het magazijn ondergebracht worden,
wat toch noodzakelijk is. Het is de bedoeling aan de
Oostzijde .een aanhangsel aan te brengen, het desv
infectie gebouw te verplaatsen en te vergrooten, én
de schoeiing te vernieuwen.
Bestak en teekening waren ter vergadering aan
wezig. Getracht zal worden heit benoodigde geld van
een boerenleenbank op te nemeai. Het wérk zal par
tieel worden aanbesteed onder de leden van dé af-
deteting. Partieele aanbesteding wordt aanvaard op
voorstel van den heer P. Berkhout.
Voorzitter geeft hierna kennis van een ingekomen
circulaire van h(et hoofdbestuur, waaruit blijkt dat dit
jaar 4 vacatures in hjet hoofdbestuur komen.
Otoder applaus wordt besloten, flen hieer O. J.
Staal candidaat te stellen en daarvan aén de ófdee-
lingen kennis te geven.
Bij de rondvraag vraagt de heer Bouman of het
niet goed zou kunnen zijn, iets te doen voor de ma
lariabestrijding.
Na eenige bespreking, waaruit blijkt, dat het be
stuur er zeer veel voor gevoelt, wordt besloten om
zoo eenigsrins mogelijk een vergadering met lichtbeel
den hierover te houden.
De heer Olthoff komt terug op het niet slagen der
pogingen voor een cursus voor eerste hulp bij onge
lukken. Spr. vindt het jammer, dat er zoo weinig
bekendheid aan gegeven is'. Het is hier Til. geble
ken, dal vele fabrieksleiders zekér aan den cursus
-zotoden hebben deelgenomen als ze er meé békénd
waren geweest.
De heer Staal zegt, dat behalve de geplaatste ad.
vertentie door hem eenige fabrieken zijn bezocht,
en hem gebleken is, dat enkélen al een tursus te Alk
maar bezocht hebben.
Na nog ©enige bespreking over dit punt werd be
slopen voor het, volgende winterseizoen nog eén poging
te wagen, door de meest betrokken ondernemingen
aan te schrijven.
Hfierna sluit voorzitter met ©en woord van dank
de vergadering.
WIEHINGER WAARD.
Dotoderda® werd ten overstaan van Notaris van
L©ersum te Winkel publiek verkocht de bouwmanswo-
ning, arbeiderswoning met 22.97.50 H.A. wei- en bouwT
lana, gelegen aan de Tweewegen te Wieringérwaard
en in huur bij den heer Jb. Koning. De geheele plaats
werd opgehouden op een bedrag van f 52744.55.
BURGERBRUG.
Totonderwijzeres aato d© openbare lagere school
te Antoa Pa ulownapolder (Oostpolder) benoemd mej.
Ph Swart, alhier
DE STAKING IN HET TRANSPORTBEDRIJF.
De Elvending Standaard heeft op het kantoor van
de cacao-ftrma Van Houten te Londen vernoemen,
dat 'het stilzetten'van de fabrieken te Weesp tegen
het einlde van deize maand een voorloopiige maatre
gel waia, vo-ornamieiijik tengevolge van d'e tramsport-
artbei dersstalking.
Daar de etiakimg al eenigen tijd gedredigd had, had
de firma er bijtijdis 'haar maatregelen tegen kun
nen nemen en beisdhikte zij nu over groot© voorra
den dn Engeland.
LEVENSMIDDELEN UIT HOLLAND NAAR EN
GELAND.
Reuter seint udt Londen aan de N. R. CL:
In amt/woond óp een vraag, of er onlangs veel le
vensmiddelen in Holland' gekochtwaren en of die,
\olgens een beding bij den verkoop, met Holland-
sdhie schepen worden overgebracht, zedde de secre-
door HUBERT FOOTNER,
voor Nederland bewerkt door L. ALETR1NO.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
36.
„Er is een gele ring om de zon vandaag. Morgen
zai er veel regen (komen, teavonidis. ,Het dis goed.
De bessen zullen, rijp worden. Dit is en jaar van
overvloed voor het volk. Wanineer de bladeren ko
men neervallen, zal het herenvolk vet en zacht van
vleesGh zijn, met heel dikke, warme pelzen, denk
ik. De beer is als een mensch: zij houden van een
grap, als hem prettig voelen. Eens zie ik een beer
naast een rivier spelen. Hij is alleen. Hij springt,
hij danst en valt neer, en lacht, en buitelen over zijn
hoofd ,hij zich zoo prettig voelen. En ik lach, tot
mij mijn zijden pijn doen!"
Toen Nahnya opstond uit het gras, volgden allen
haar voorbeeld. Zonder eenige inleiding zeide zij
rustig: „Nu zal ik zeggen, wat ik gedacht heb".
Allen hingen aan haar lippen, behalve de twee
jongens, die geen Enigelisdh verstonden. Zij wierp een
raadsdlachtigen blik op Ralph en sprak Kort: „Ralph
I en Kitty gaan terug naar Jim Sholto."
Ralph vóelde het bloed naar de wangen stijgen.
„Ik ga niet!" riep hij uit „Laat zij gaan! Ik weet
dat ik het recht niet heb, je de wet voor te schrijven,
te minder waar ik de schuld van dit alles ben! Maar
wel geoft dat mij het recht en meer nog: legt het
mij z«lfs de verplichting op om hier te blijven, en
je zooveel mogelijk, te helpen om te redden wat gered
kan worden. Daarna zal ik het je niet meer lastig
maken wees dlaar niet bang, voor, Nahnya Ik
.tal gaamt"
Nahnya boog het hoofd.
spijt mij", fluisterde zij, „maar je imoet gaan
-- nu dadelijk!"
(Ralph trachtte, tegen eigen overtuiging in; zijn
standpunt te verdedigen» Hij had zulke bewijzen
gehad van Nahnya's doorzicht, dat hij er niet aan
twijfelen kon, of zij had ook nu gelijk, evenals reeds
eerder.
„Ik weet wel, dat ik geen- geweer kan hanteeren",
gaf hij toe, „maar ik kan je met mijn raad van dienst
zijn. En zoo is er meer. Als er eenig gevaar is, heb
ik recht, dat met je te deelen! Mijn leven heeft voor
mij geen waarde!"
Nahnya gaf hem geen antwoord. Zij uitte een
kopt bevel in het Cree en Ralph werd vastgegrepen
door de drie Indiaansche' jongens en FhiHppe. Te
gen hen kon Ralph zich niet verweren. Op het zien
van zijn pijn vertrokken gelaat, slaakte Kitty een
onderdrukten gil. Nahnya sprak op strengen toon
eenig, woorden ;toen behandelden zij hem .minder
ruw. Nahnya zelf had hem den rug toegewend. Zij
wonden een touw om. zijn bovenlijf, en zijn armen,
zoodat h.ij deze niet vrij kon bewegen» Ralph ver
droeg het. Iiij sprak niet verder.
„Jij brengt ben terug naar Jim, ISholto", gebood
Nahnya den halfbloed in het Engelsch. „Je zegt
Jim Sholto, hem niet los te laten, voor hij van hier
weggaat".
Zij wachtte enkele oogenblikken om dan voort te
gaan: „Dan ga je naar Joe Mixer. Je zegt hem: het
i.s nu te laat om vannacht nog op weg te gaan. Zeg
hem, dat hij morgen komt. Zeg hem: Annie Cros
fox zal niet vechten".
Philippe wilde een tegenwerping piaken.
„Dat is mijn plan", stuitte Nahnya hem. „Tk zal
alles vertellen, wanneer het daarvoor tijd is. Je moet
vannacht in Joe Mixer's kamp blijven. Zoodra het
licht wordt, moet je opstaan. Je moet uit het kamp
sluipen zonder hen wakker te .maken. Je moet het
ravijn bed volgen tot voorbij het hol in de rots, en
de bocht om gaan. Ik wacht daar op je".
„C,a nu op weg!" beval zij. „Neem een deken, en
voel ammunitie en gedroogd hertenvleesch. Verberg
bet naast het hol in de rots, wanneer je er uit komt.
Breng het 's morgens weer mee. Je zult een lange
reis moeten maken".
Philippe mompelde op ontevreden toon iets in het
Cree.
„Dat zal ik je morgenochtend: vertellen", antwoord
de Nahnya koel. „Als je niet. wilt Jioef je niet te
gaan".
Philippe haalde de schouders op. Hij maak,te aan
stalten om te gaan. „Ik heb eén deken in Joe
Mixer's kamp", zeide hij.
„Neem de mijne", zeide Nahnya. „Laat je eigen
deken daar liggen, als je opstaat, dan vermoeden
ze niet dadelijk, dat. je weggeloopen bent".
De toebereidselen waren weldra getroffen. Nah
nya zond een van de jongens naar het riviertje om
een handvol stofgoud te halen, dat Philippe Joe
Mixer en den zijnen zou kunnen toonen als voor-
loopig resultaat van zijn onderzoekingstocht.
Ralph stond zwijgend voor zich heen te staren. Er
was iets trotsch in hem; zijn gelaat .was volkomen
rustig: alleen zijn oogen glansden vreemd als was
hij een bovenmenschelijke smart ten prooi. Met een
sombere voldoening dacht hij aan de bodemlooze,
gapende kloof die het riviertje geluidloos in zich
opnam. „Een stap naast de balkenbrug, en alles is
voorbij 1" zeide hij in zichzelf, en met ongeduld ver
langde hij, daarheen te komen
Toen zij zich op weg zouden hegeven, en de hel
ling af gaan aan den voet waarvan zij het riviertje
moesten volgen, wierp Nahnya, ongerust ovei
Ralph's stilheid, een snellen blik op zijn gelaat. Haar
scherpziende oogen lazen daar wat hij van plan
was, zoo zeker, als had hij het uitgeroepen. Zij werd
doodsbleek.
„Wacht!" gebood zij zwak. „Ik Ik ga mee dooi
de grot. Waclit bij den ingang op mij!" Tot Ralph
zeide zij, zonder hem aan te zien: „Ik moet je wat
zeggen". (Een uitdrukking van niejuw ontwaakte
j hoop, twijfel en pijn vloog over zijn gelaat het
was de pijn, die een mensch voelt., wanneer hem, ter-
I wijl hij vreedzaam den verstikkingsdood ingaat, de
I prikkelende, levenwekkende zuurstof in de longen
wordt geperst, welke hem terugsleept van over de
grenzen van het hiernamaals.' Nahnya zag, dat hij
zijn plan niet zou ten uitvoer brengen.
Philippe, Ralph en Kitty verdwenen in de grot.
'Nahnya met St. Jean Bateese terzijde, liet hem een
eindje de helling oploopen, en heette hem toen naast
j haar te gaan zitten op den rotswand. De jongens
konden hen niet hooren.
,ySt. Jean", begon zij. „Ik ga nu weg. Ik kom niet
terug".
De oude man sloeg verschrikt de oogen naar haar
op. Toen hij haar in het gelaart. zag, las hij daarop
een vastbeslotenheid, d'ie hem dééd inzien, dat elke
poging, haar te weerhouden, nutteloos was, en zijn
bevende stem zweeg.
„Dat is het beste", gang Nahnya voort. „Ik heb
alles overwogen. Ik ben half-blank. Ik hoor hier
niet. Op deze plaats willen wij een nieuw 'rood ras
grondvesten, sterk en vrij. Ik ben een half-blanke.
Zie, welk ongeluk en gevaar ik over allen breng! Ik
ga weg. Alles zal zoo verder gaan, als wij bepaal
den".
„De blanken zullen morgen1 de Vallei binnendrin
gen!" jammerde St. Jean.
„De blanken zullen nooit Mer komen. langs
dezen weg", sprak Nahnya vast, „Daar zal ik voor
zorgen".
Tranen biggelden langs St Jean's rimpelige wan
gen, smeekend streek hij Nahnya over de hand. „Ik
ben oud", jammerde hij.
„Je bent verstandig", zeide Nahnya. „Huw je wijs
heid aan Charley's kracht, en maak een man van
hem. Vertel hem alle verhalen van ons volk, en
leer hem alles wat zij kenden, dan gaat niets ver
loren. Niemand moet weten, dat ik niet terugkom.
Laat hen naar mij uitzien, terwijl de zomer voorbij
gaat. Dan kun je zeggen, dat je een gevoel hebt, dat
ik dood ben. De jongeren zullen mij vergeten 1"
„De oude man zuchtte, liet het hoofd op de borst
zinken en begroef zijn magere vingers in zijn dunne
lokken.
„De jongens kunnen je zien", zeide Nahnya gebie
dend. „Eto van jou moeten zij leeren pijn te verdra
gen".
Nog enkele oogenblikken van inwendigen strijd
toen hief hij het hoofd weer op. De tranen hadden
opgehouden te vloeien en het gelaat vol groevep
drukte weer die stoicijnsche kalmte uit, welke vooi
zijn ras specifiek was, alleen de oude handen beefden
nog, en trachtten Nahnya's hand te omvatten.
„Zooveel hebben wij met elkaar gesproken", ging
zij voort, „dat je alles weet wat ik mij voorgesteld
had. Wanneer de lente weer komt, en nieuw sap in
do lioomen, dan is het tijd voor den jongen om te hu
wen. Het zal een kruis-huwelijk zijn. Mijn moeder
moet.Ahaweh alles leeren wat gedaan moet wor
den, wanneer de tijd' komt, dat de meisjes kinderen
zullen dragen. Geen mensch zal ooit weer langs de-
n. we8 de vallei betreden of er uitgaan", vervolgde
Nahnya. ,„Als er ooit hongersnood mocht komen., of
wanneer hot heel noodig is, dat je de vallei verlaat,
is eT nog een andere weg. Ga over de waterschei
ding in de vallei noordwaarts: aan het eind van het
dal is een klein riviertje, dat uit de bergen komt.
Na vele dagen moeilijk reizen brengt heit je naar dé
Stanley. Je moet Charley niet van dien weg ver
tellen voor hij verstandig is, of voor dat je zelf het
einde nabij voelt. Dat die weg bestaat, moet bekend
blijven. Vele jaren later zullen er meer vrouwen
voor de jonge mannen hier noodig zijn. De kinderen
van broers en zusters moeten niet huwen: hun kin
deren zijn niet sterk".
„Alles zal worden gedaan als je zegt", mompelde
gehoorzaam SL Jean [Bateese.
Nahnya legde haar hand in de zijne. 'Een snellen
druk toen sprong zij op. en beklom: den heuvel
tot zij hoog genoeg stond, dat zij over de boomen
heen kon zien. Hier wendde zij zich om. Thans ver
toonde haar gelaat het strakke masker niet meer.
Met oneindigen ernst rustten haar oogen op het
lieflijke panorama het meer dat glansde als een
pauwenborst; de grazige oevers met hun witte stam
men; de bergen vol majesteit, bestraald door de
avondizon. En dan de kleine hutten met haar fijne
rook kronkelingen er boven, en nauwelijks zichtbaar,
de gestalten der vrouwen' die zich er voor bewogen.
Nahnya namj het alles nog. eens in zich op, toen liep