Binnenlanctsch Nieuws.
Burgerlijke Stand.
Reclames.
Voorkoming óti genezing van
aambeien.
een nieuwe maatschappij gesticht, waarin plotse
ling millioenen mensohen, tot toen toe veracht en
vernederd, menschelijke rechten kregen.
In 1920 zal een nieuwe stap gezet worden tot op
heffing van de lagere volksklassen. Wie Japan van
aanschouwen kent, en even slechts een oog sloeg
in de werkplaatsen en zich liet inlichten over de
maatschappelijke toestanden, zal weten hoezeer voor
al de arbeidende klasse nog ten achter stond in
arbeidsvoorwaarden, in arbeidsduur en loon, in
vrouwen- en kinderarbeid' bij de Westersche landen.
De beraadslagingen der Internationale arbeidscon-
ferentie hebben geleerd dat Japan nog niet was waar
wij reeds jaren geleden kwamen en dat Japan ge
acht werd te grooten stap vooruit te'moeten doen
om de bepalingen omtrent vrouwen- en kinderar
beid, minimum loon en maximum arbeidsduur te
kunnen verwezenlijken.
De schrijver in de ,£)aily News" heeft het ook over
deze achterlijke toestanden en wijst er op dat de
arbeidersklasse in beroering is gebracht door de
overwinningen behaald door de 'Westersche arbei
ders.
En ook de kleine burgerstand, geëxploiteerd door
het groot kapitaal, komt in vertzet.- En mede ten
gevolge van -de toestandn door den oorlog gescha
pen, doet zich een algemeens eisch om algemeen
kiesrecht gelden.
Daarmede houdt de ontbinding van de volksver
tegenwoordiging en de staking in de Yawata fa
brieken verband.
Volgens de meening van den schrijver zijn de hui
dige onlusten eer aan economische dan aan indu
strieels of politieke redenen te wijten.
iDdt neemt niet weg dat het socialisme enormen
voortgang maakt, indien men in het oog houdt hoe
(groote vereering de Mikado nog steeds geniet.
In drie maanden tijds verschenen in Tokio drie
vertalingen van iKarl Marx's werken, en de vereeni-
gingen die het socialisme leeren winnen dagelijks in
ledental.
Twee groote studentenverenigingen zijn bereid
zoo mogelijk met het kapitalisme af te rekenen.1
Maar men is nog oneindig ver van een revolutie als
die welke Rusland en Duitsc-hland leeren kennen.
De persoon des keizers is nog steeds boven alles en I
alles verheven.
De schrijver vermoedt 'dat 'drie mannen thans
voorname rollen spelen, n.1.: Sen Katayama, de so
cialistische leider, aanhanger der tweede interna
tionale; Imaï, een rechtsgeleerde uit Osaka, die voor
de verbetering der arbeidstoestanden ijvert; en Oka,
het hoofd der politie, een man van ijzer, bereid den
strijd op leven en dood aan te bind eb tegen revo
lutie en algemeene staking.
Hot -valt moeilijk'zich liet oude land, hoezeer in
de laatste jaren gemoderniseerd, voor te stellen in
revolutie en staking.
Immers is de indruk dien de reiziger krijgt een
van rust en tevredenheid. Deze is de indruk dien
men -krijgt in Japan, het platteland bereizende, waar
de Westersche vooruitgang nog zoo weinig vat -heeft1
gehad' op zeden en gewoonten, op de bevolking, op
de- beleefde kleine nienschen, allen in kimono, wo- j
nende in hun houten en papieren huisjes, loopende
op de klikklakkende houten schoenen door de la-1
nen van maple-tree en bloeiende kersenboomen, in
eerbied opgaande naar de hooggelegen eeuwen oude J
tempels van het (üoedhisme en den Sjinto gods- j
dienst, verbaast men zich dan te komen in do mo-1
derne steden als Tokio en Yokohama, met elec-1
trlscihe verlichting, electrische trams, Europeesche
hotels, geasfalteerde straten, maar men bespeurt
trots dit alles dat die steden nog zoo bitter weinig
gemeen hebben mot Westersche 'hoofdsteden, dat men
Westersche staking, Westersche opstootjes en rel-
lotjes moeilijk kan vereenigen met den aanblik van
de rustige, beleefde, In kimono's gaande volksme
nigte.
Doch het volk ontwaakt en hegint in te zien hoe
ver het achter staat in economisch en .politiek en
industrieel opzicht bij de Westersche arbeidende
klassen.
Het bewijs daarvan levert een telegram uit Tient-
sin, dat melding, maakt van sabotage gepleegd door
tram-beambten en van een Küreigendo al-gemeene
staking.
Een ander bericht zegt dat de bladen zich tegen
de ontbinding der volksvertegenwoordiging hebben
gekant, daar ze in die daad een drijven van den
minister-president zien om een nieuwe vertegen
woordiging te krijgen die hij naar zijn hand zou kun
nen zetten, om aldus het algemeen kiesrecht tegen
te kunnen houden.
DOODGESCHOTEN,
Twee metselaars uit Vaals gingen, om hun weg
naar Terwinselen te bekorten ,over Duitscih grond
gebied, meldt de „Maasbode". Onderweg sloot zich
een Duitscher bij hen aan. Toen ze met hun drieën
door de draden kropen, welke daar de grenzen af
sluiten, bleef de Duitscher in den draad' haken. Een
Belgisch soldaat, dien ze pas zonder aanmerking wa
ren gepasseerd, richtte nu, zonder iets te zeggen, het
geweer op den Duitscher en schoot hem dood.
TERUGGEVONDEN KLOKKEN IN BELGIë.
In verscheidene gemeeenten van West-iVlaanderen
mag men zich reeds verheugen over de terugkomst
der klokken, die men verloren waande.
Die van Ostende, Clemskerke en eene van Swe-
vezele werden uit Hamburg teruggebracht, evenals
de twaalf -van Poperingen.
Die van Oostduinkerke, Houthem, Wytschate en
Comen werden in loopgraven gevonden, waar zij de
Duitschers moesten waarschuwen tegen het stikgas.
Drie van Loo, twee van Oost-Vleteren, eene van
Elverdinge eiy van Locre werden ongeschonden ge
vonden onder de puinen der kerk; die van Vla-
mertinghe zijn in den grond van het kerkhof be
graven.
Eene van Yperen, met eenihouwitser doorschoten,
diende als schildwachthuisje. Die van Westende rust
onder den toren der hoofdkerk van Brugge.
NIET MEER BLOKKEN.
Een geneesheer schrijft aan de Daily Mail:,De
onderwijzers zetten hun leerlingen .aan, om steeds
meer en meer in hun hoofd te proppen en ver
dwaasde of angstvallige ouders berusten in die po
litiek, die den boom der kennis in hun telgen zou
willen doen bloeien en vrucht dragen, vóór hij
knoppen zou moeten maken.
,/Het aanhoudend .werken boven boeken beteekent
werk voor' de oogen.
„In vroegere tijden was het zien op korten afstand
iets dat af en toe eens voorkwam op een. langen
dag van zien In de verte de positie waarbij het
normale oog het meest uitrust.
„Het hedendaagsche stadskind wordt gedwongen
steeds meer van de uren, waarin het niet slaapt, te
besteden aan werken in boeken waardoor men een
Nrfenis .van brillen opstapelt en dikwijls aan het
vermogen om op middelbaren leeftijd zijn kost te
verdienen, afbreuk doet.
„Zomervacantie in de lange dagen van Juni en
geen gevos 's avonds, zijn de hervormingen die drin
gend noodig zijn in de schoolwereld."
huis terugliepen ,,dat de roodharige jonge dam©
naast ons me zelf gezegd heeft, dat het voor een ouden
ouden knol als ik ben te koud is om in mijn eigein
achtertuintje te zitten."
Ik keek hem niet aan, terwijl ik het zeide en er
volgde een vrij pijnlijke stilte, voor hij vrij gemelijk
zeide
„Haar haar is niet rood."
vO," zeide ik droogjes, „is het niet rood? Neem
me niet kwalijk."
Zwijgend kwamen wij: bij het huis.
„Ik wist 'niet, dat u haar kende," zeide Don dan.
„Ik ook niet." antwoordde ik. „Maar* zij scheen
het prettig le vinden, dat ik het wist; zij vroeg naar je,"
Don kroeg, eeiv kleur.
„Is er iets te eten?" vroeg hij met een besiisté po
ging om over een ander onderwerp te begmnfefi.
„Ik heb honger als een paard."
En dat had hij misschien ook, maar hij: werkte
het eten met een zevenmij Is vaart naar binden en liét.
mo dan onder het mompelen van een excuus, dat
hij naar zijn uitrusting moest gaan kijken, alleen
zitten.
Het begon toen te schemerenu kent dat grijze*
halve licht wel. waarin een zonnige Mei-avond wegp
doezelt, en de kamer was vol schaduwen, toen ik mij
aan tafel zat te verbazen.
Ik had er mij zooveel van voorgesteld. Don thuis te
hebben; ik had mij verbeeld, dat vervelende dagen
en eenzame avonden tenminste voor een tijdje tot
het verleden zouden behooren, en nu had hij mij
de eerste vijf minuten na zijn komst al teleurgesteld.
Er was een meisje naast ons. Daar stak toch i^ts
bijzonders in, want b'ijma van af het oogemblik, dat
ik Don had leeren kennen, was er een meisje naast
ons of een paar huizen verder geweest, waarin hij
min ot meer belangstelde; Don nad altijd een ver.
eering gevoeld voor de andere sekse, maar tot dus-
veiTe nooit ernstig.
Doch dit meisje met haar kortgeknipt haar en haar
duivelsche brutaliteit, naar wie Don, zooals ik heel
goed merkte, verlangde, toen wij tegenover elkaar
zaten en hij zijn avondeten 'naar binnen sloeg, was
in sommige opzichten anderszij was meer dan alle
andere onschuldige flirtations van zijn leven bij elkaar
en. te oordeelen naar mijn ervaring va'n dien middag,
vastbesloten zich te laten gelden.
Ik had mij den .gcheelen dag bijzonder goed ge
voeld. maar toen ik daar zoo alleen in de toenemende
duisternis zat, maakte een deprimeerend gevoel van
te oud. van te veel te zyn, zicïx van mij meester.
Ik was zeker nog niet oud pas acht en dertig.
1 'kheb heeL wat vrienden, die verscheidene jarón ouder
zijn en toch echte sportmen als zij zijn alles
aan kant gezet hebben en tnoa een nieuwen schakel
zijn gaun smeden in den o'nbreekbarenketen van
het Britsche leger, terwijl ik genoodzaakt ben thuis
te blijven en mijn lot te vervloeken en te keér^ té
gaan togen de doktoren, die weigeren mij voor iets
goed te keuren, en verzekeren) dat ik, als ik nog
ooit in het Leger kom, alleen maar ecu last. voor de
natie en een candidaat voor een bed In het dichtstl-,
bljzijndc hospitaal zal zijn.
Ik vermoed, dat ziekte een mensch zich oud doet
voelen, maar ook iets anders was verantwoordelijk
voor dat gevoel, toen ik daar alleen in de schemering
zal. en ik wist, dat hot de jeugd van Don en van
dat meisje, naast ons was. -
Hoe hadden ze elkaar leeren kennen, vroeg ik mij
af. Ik was nooit oon scherp opmerker geweest, en
daar ik nooit ©enige ervaring op het punt van hof
makerij bezeten had, was ik op dat gebied bovendien
nog heelemaal blind ook.
Ik weet niet, waarom ik er mij zoo zeker van
gevoelde, dat deze zaak van veel meer belang was
dan alle flirtations, waarmede Don tot dusverre zijn
DE TABAKSBELASTING.
De commissie inzake labuksbelasling heeft een schrij.
ven gericht tol de regeering, de Statem-Geiieraal, Kaf
mers van Koophandel en verschillende instellingen van
handel en industrie, waarin zij er op wijst, dat bi]
het lot wet worden van het gewijzigde ontwerp op
den tabaksaccijns voor de industrie en den handel in
labaksfabricaien
1. De consumptie van sigaren aanmerkelijk zal ver
minderen, waardoor zeker duizenden arbeiders zonder
emplooi zullen komen. Dit zul een kalaslrofe in het
vak veroorzaken, nu reeds vele fabrieken niet kunnen
doorwerke11 wegens totaal gemis aan export orders.
Door de .daling van het binnenlandsch verbruik zou
dus hot tegendeel verkregen wordein van belgéén blijk
baar ook de Minister van Financiën wenscht, waar liij
zegt: „dat do opleving van handel en industrie niet
ibehoort te worden belemmerd". (Zie brief i.z. Oor-
logs winstbelasting dato 19 Februari 1920). Het mag
een'gevaarlijk experiment heetein, eén vak, waarin vér-
moedelijk circa 40000 persoden een bestaan vinden,
zulke groote lasten en moeieiijk te vervullet formaii-
levensloop afgepaald had, maar ik was er zeker van,
en dat ledt hinderde me.
Ik had zoo veel gehoord van spoedige oorlogshuw-y
lijken, van jongens- en meisjehtiirtalions, die omi
geen andere redenen zich tot 'n huwelijk ontwikkelden,
dan dat de man naar Frankrijk ging en er zooveel
romantisch lag in wittebroodsweken van een paar
dagen ©n een afscheid mat vele tranen, en ik had
andere plannen met Don.
In vele opzichten was hij het evenbeeld vanzijn
vader, ©n hoewel zijn vader mijn beste vriend gewéést
was. was ik toch nooit blind geweest voor de dwaas
heid, die hem ertoe gebracht had op zijri een, ©n. twin
tigste 'jaar te trouwen met een koriste van e©n texh,
neelgezelschap met een knap gezichtje en vérdér niéts
aanbevelenswaardigs.
Zij had zijn leven in enkele maanden ten gronde
gericht 'ein was er met een anderen man van door-C
gegaan, vóór Don twee jaar was, en bijna de laatste
woorden .die Doh's vader vóór zijn dood tegen me
gezegd had, waren:
„Laat de jongen zijn leven niet zoo bedervein als
ik. Laat hem niet trouwen met een vrouw, die alleen
maar een knap gezichtje heeft. Denk erom, dat hij
een aardje naar zijn vaartje heeft."
Dan had hij gelachen met een soort trots op dein
knappen jongen, dien hij zonder een cent achterlief
onder de bescherming vain eeüi man, die minder wist
wan het opvoeden vain edn kind dan hij wist van het
omgaan met een vrouw, wat heel wat zeggen wil.
Maar ik was en' toch op de een of andere manier
in geslaagd. Om te beginnen, had ik. een aardige duit,
waardoor ik in staat geweest was andere mernschen
te nemen om dat te doen, wat jk zelf niet doen kon,
met het resultaat, dat ik, toen Don zijn twee en twin-1
tigsle jaar bereik le. buitengewoon trotsch op hem was.
Maar ik zou zekér niet toelaten, dat iemand met
hem trouwde om zijn, bf liever om mijn geld. Wanl
ik had al lang besloten naar wielu. mijn geld zou gaan,
wanneer ik dat zelf 'niet langer gebruiken kon.
Het was kil in de eetkamer; daarom stond 'ik op
en ging door den hall maar mijn eigen heiligdom, dat
ik, bij gebrek aan een beteren 'naam, de „studcéirkav
mer" noemde. Daar brandde een kleiin vuurtje, dal
k wat oppookte, ik slak de lamp aan en trok de' gor
dijnen dient, om de toenemende donkerte buitein le
sluiten.
Ik ging bij het vuur zitten en keek naar de gloeiend*!
kolen, in ieder waarvan, ilc het kortgeknipte kopje
van hel meisje meende te zien.
Zij en Don kusten elkander nu waarschijnlijk, dacht
ik cynisch, en ik vroeg mij af of de acteur, die er
met mijn flesch whisky vandoor gegaan was, het wist
en dacht, dal hij ©en goede „partij' voor zijn dochter
„le pakken" had.
Een keer of zes stond ik op het punt Dom te gaan
halen, maar iets hield mij tegen, en juist toén ik
eindelijk opstond en de kamer doorliep, werd er hard
op de voordeur geklopt.
Ik kende dat kloppen heel goedgewoonlijk iederdn
avond van de woelt dreigde het op dat uur,mijn deur
in le slaan, en in hel oogenblik. dat volgde vóórdat
Castle (de vrouw, die voor mijn huis zorgl, mijn klee-
ron repareert en mijn eten kookt) van ae keuken bij
do voordeur komen kon, haalde ik de whisky iem
een paar glazen uit de kast én giing weer bij het vuur
zitlen.
Mr Jardine, sir", zeide Castle bij de deur.
Gcorge Jardine is een buurman van me; niet zoo'n
hoede dicht buur. want onze huizen slaan wel acht
minuten loopens va:n elkaar - maar hij komt zóó dikwijls
bij mij over de vloer, dat het net is alsof wp dichter
bij elkaar wonen. Hij is al vrij oud en iemand dien
Lk graag mag trouwens iedereen mag hem graae;
Hij is een van die gezette, vroolijké kerels, die goéd-
gchumeurdheid en optimisme van zich uit doen stralen.
teilen op te leggen in dezen tijd.
2. Hierdoor die middenstand zeer gevoelige verliezén
zal lijden.
3. De opbrengst der gewone belastingen sterk zal
verminderen tengevolge van achteruitgang van den
middenstand.
4. Door schadevergoedingen aan arbeiders en klein-
fabrikanten het netto inkomen uit dezen accijns sterk
gereduceerd zal worden.
5. Deze accijns in werkelijkheid is een belasting op
arbeidsloon, waaruit meer dan de helft der sigaren-
prijzen bestaan.
(3. Vele ondernemers groote verliezen lijden téngé-
volge van prijsdaling en Internationalen toestand (va
luta) en tal van zaken bij invoering van een systeem
als het voorgestelde den strijd om het beslaan zullen
moeten opgeven.
7. Het banderolle-systeem onuitvoerbaar is voor
kleinJabrjkanlen, zoowel van sigaren als van tabak
en 'dus de grootindustrie, die aan alle eischen kan
voldoen dooi- aanwezigheid van geschoold personeel en
moderne machines, zeer bevoordeeld wordt ten koste
der klein© bedrijven. Bovendien verdient de verkoop
van losse tabak, die zeer belangrijk is, doch «door
deze wet onmogelijk wordt, de voorkeur boven de
levering van verpakte.
8. Het onmogelijk is, afdoende controle uit te oefe
nen tengevolge waarvan knoeierij en ontduiking groote
uitbreiding zullen krijgen. Dat de clandestien© voor
ziening met sigaren zeer in de hand gewerkt wordt ©n
het publiek hieraan zal medewerken.
9. Men voor een uitgebreide wijze van toezicht eén
groot aantal ambtenaren zal behoeven, waardoor de
geraamde opbrengst sterk in gevaar komt.'
10. Afschaffing van huisarbeid ook langs anderen
weg verkregen kan worden.
11. Kleinjexport van winkelier en handelaar prakr
tisch onuitvoerbaar wordt.
12. Import van gefabriceerde artikelen (sigaretten,
havana-siguren, enz.; door de liooge rechlen grooteuf
deels zal ophouden en hierdoor weder winstderving
ontstaat voor de betrokkenen, omdat het publiek iniet
naar we.isch kan worden bediend.
13. bij volstrekte onafwenubaa.heid van tabaksbelas
ting het noodig© bedrag verkregen kan worden ui.
verhooging van de beslaande invoerrechten op ruwe
tabak (zie rapport der minderheid uil de Advies
commissie).
14. Verplaatsing dar tabaksmarkt onwaarschijnlijk is
Is. waar nu alle m aa^tunerking komende landen veel
hooger rechlen heffen
15. De heffing van hoogere invoerrechten geen kos
ten van ©enige betreken is met zich brengt.
16. De door den Minister betnoemde Commissie van
Advies bestond uit: 12 leden-imporicurs, groothaiidef
laars in tabak, makelaars en groolfabrikanten in siga-
-ren .sigaretten eu labak, 5 sigarenfabrikanten^ 1 wmr
keiier. 1 arbeider, welke samenstelling alkrmiust een
waarborg was voor ©on onjiartijdige opvai.hig.
SMOKKELEN VAN PAARDEN.
Men schrijH van de Oos.g.ous
Hoewel er in Duitschlaud groot gebrek heerschl
aan trekdiereu, zóó zelfs, dat op tal van boerderijen
de melkkoeien weer in t gareel worden gespannen,
gaan er toch voortdurend heel wat paarden de grens
over naar ons land. Do eigenaars, bezwijkende voor
de hoogo prijzen een gevolg van deu lagen Marken-
koers welke Nederlandsche smokkelaars voor de
dieren bieden, werken krachtig mede, om het gebrék
aan trekdieren bij onze ooslelijike buren nog grooler
le muken. Wel zijn de Nederlandsche grensbewakers
voortdurend in actie, oin dien smokkelhandel ie kee-
ren. doch meestal zonder succes. De „verboden strook
van 300 M." is zoo' smal en haar lengte zóó onafzienbaar
groot, dat hel al heel moeilijk is, hier frauduieuzen
invoer je conslaleeren. En zijn de dieren eenmaal
deze strook gepasseerd, dan valt hun herkomst niet
positief vast i© stellen. Buitengewoon welig tiert dciz©
smokkelhandel aan de NO. grens van Overijssel, onder
de gemeente Tubbergen, waar alleen de vorige wéék
op twee stallen niet minder dan 21 dezer blijkbaar
gesmokkelde paarden door RijKsambte naren werden
uangelrolfen. Bekeuring was evenwel niet mogelijk,
omcrat do bewijzen van herkomst der dieren ontbrak,
't Zijn echter in dein 'regel paarden van inferieuriet
kwaliteit k-gerpaarden, die in den oorlog hun dien
sten hebben gepresteerd.
niettegenstaande pas elrikele maanden gcledén hét on
geluk in zijn leveui gekomen was en hem radeloos
maakte.
Tot ongeveer een jaar ina het uitbreken van dan
oorlog was hij vrijgezel, maar toen is hij tot ieders
verbazing getrouwd mei een weduwe, de oenigé
vrouw die hij ooit lief gehad had, zooals hij rnii eens
in vertrouwen gezegd heeft, en die hij zóó vele ma
len ten huwelijk gevraagd heeft, dat hiji de tel kwijt
raakte.
Persoonlijk heb ik haar nooit gekend maar ik heb
gehoord, dat zij inderdaad de bekoorlijke vrouw ge
weest is. die de oude Jardine beweerde, dat zij wasin
Leder geval was bij diep bedroefd, toen zij; nog geen
jaar na hun huwelijk plotseling stierf.
„Ik klaag niet. ik deuk niet, dat ik klaag" zeide hij
mij later. „Ik heb meeir geluk gehad, dan ik ooit
verwacht had. Lieve heunel, ik heb haar zoo dikwijls
ten huwelijk gevraagd, voor zij ja zei, dat ik gelood',
dat zij dacht, dat ik het alleen maar uit gejtvoonte
deed."
En hij lachte, ofschoon er tranen in zijn sluwe oogen
stonden.
Hij voelde zich eenzaam, dat wist ik, en tijdens mijn
ziekte k;wa$ii hij heel veel bij mij, zoodat we het lang
zamerhand als een gewoonte waren gaan beschouwen,
dat hij om half negen ee|n uurtje kwam babbelen.
Hij kwam altijd met een reimetje binnen en pakte
da,n mij n beide handein.
„Én hoe gaat het vandaag? Beier [Je ziet er heeH
wat beter uil!" Je zoudt gqdacht hebben, dat hij* mij
in geen weken gezien hadmaar ik ergerde mij nooit
aan de opmerkingen die de oude Jardine omtrent mijn
gezondheid en uitzien maakte., Trouwens heb ik nooil
iemand gekend, die zich aan iéts, dat hij deed of zeida
ergerde.
Hij nam zijn lieveliingsstoel bij hel vuur en stak zijn
handen uit naar deu gloed, volstrekt niet omdat bij hel
koud had, piaar omdat hij heL niet prettig vond, dal
ik het gevoel hebben zou de eeuige le zij'n, dié op
een. warmen Mei_avoind een vuurtje noodig had.
„Én waar is Don?" vroeg hij plotseling. Hij keek
de kamer rond. alsof hij dacht hem onder de tafel
of achter de gordijnen te zullen zien.
„Hij is uit", zeide ik kortaf. Ik was eenigszins boos
op Don.
„O, zoo 1" De oude Jardine stond op en gilng, met
zijn rug naar hel vuur, inaar het plafond slaan kijken.
Hij schraapt© zijn keel,
„Dat treft prachtig," zeide fciij. „Ik wou je over
Don spreken.
„Over Don?" herhaalde ik, terwijl ik hem aanv
staarde.
„Ja." Hii keek mij nu aan. „Luister eeins goed.
Als je vindt dat ik een oude bemoeial ben. zeg hc/L
dan, en zonder verder een woord te zeggo'n, knijp ik
uitmaar ik ben jaren ouder dan jij. Ik ben oud genoeg
om. je vader te zijn. Ja, waarachtig," hield hij vol, 'toen
ik mijn hoofd schudde. "En oud genoeg, om Dou's
grootvader te zijn; en ik mag den jongen graag ik
mag alle jongens graag, speciaal aie mi kliaki God
zegene ze i En in ieder geval mag ik hem graag om
hem een Duivelsche stommiteit te zien begaan."
„Wat bedoel je?" vroeg ik stijf, terwijl ik rechtop
ging zitlen.
Do oude Jardine schraapte zij'n keel en keek inaar
do whisky. Ik knikte van ja. „Nou eem droppel,"
zeide hij. "Hij: schonk een kleine dosis iin en kwam
met zijn glas in mifm hand naar de kachel terug.
„Jo weet, dat ik geen oude idioot ben, die inaar
alle kletspraatjes uit de buurt luistert," begon hij na
een oogenblik. „Wanneer ik iets. hoor omtrent iemand,
voor wien ik me interesseer, dan zorg ik eerst zékere
heid te krijgen, voor ik iets zeg. Ik heb het land aan
kletspraatjes. Daar heb ik mijn buik vol van gehad
toen ik in de stad woonde, maar ditmaal,.." Hij hield
GEMEENTE ANNA PAULOWNA
Ingeschreven over de maand Februari 1920.
Geboren: Cornelia, d. v. Jaoob Grin en van Go_
dijntje de Wit. Catharina Geertruida, d. v. Petrus
Nuij en van Grietje Voorthuijsen. Neeltje, d.' v Pie-
ter Zeeman en. van Neeltje Smit. Teunls. z. v.' Mat-
theus Antonius van de Gulik en van Dieuwertje Dek-
j ker. Theodorus, z. v. Johannes Noordermeer qn vani
Margaretha Witteman. Nicolaas Francis, z. v. Pieler
van Dijk en vain Sophia Elisabeth Lemstra. Gerardus
Hendrik, z. v. Cornelis Bremer en van Geertruida
Cornelia Hans©.
Ondertrouwd: Johaninies Jaoobus Geluk en Guurtje
Zwaag. Gerrit Speets en Cornelia Wilhelmiina Corine-
lissen. Harm Landman ©n Trijntje Stins. Cornelis Mid-
delie en Guurtie Geertruida Koorn.
Getromvd: Johannes Jacobus Geluk en Guurtje Zwaag.
Gerrit Speets en Cornelia Wilhelmrna Cornelissen.
Overleden: Jan Aris, echtgenoot van Maartje Schou
ten. Carel Frederilt Leeger, weduwnaar van Bereu-
dina de Boer. Jan Komen, echtgenoot van Maartje
Slrooper. Pieter Michielsen, weduwnaar van Pielertj©
Kroon, tevoren van Maartje de Waal. Levenloos aan
gegeven een kind va'n Aldert van Duin.
GEMEENTE BARSINGERHORN.
Ingeschreven over de maand Februari 1920.
GeborenTrijntje, dochter van Jan Harder e'n van
Cornelia Glim. beiden alhier woonachtig.
Ondertrouwd: August Carolus Breemes, oud 20 jaar,
arbeider, wonende alhier en Josephina Marie CleL
menoo de Schepper., oud 20 jaar, zonder beroep;
wonende te Koewacht. Maarten Buis oud 25 jaar.
broodbakker en Jansje Margaretha Értsen. oud 30
jaar, zonder beroep beiden wonende alhier.
GelrouwdAugust Carolus Breemes en Josephina
1 Marie Clemence de Schepper, bovengenoemd.
OverledenCornelis Droog, oud 61 jaar, arbeider;
wonende alhier, echtgenoot van Maartje van de Welle;
I eveneens alhier woonachtig.
De gewone oorzaken van aambeien zijn een ver
keerde voeding, gebrek aan lichaamsbeweging, ver
stopping en leverkwalen, en do zekerste maatregel
tot voorkoming ervan bestaat in bet zorgvuldig ver-
mijden van deze' oorzaken.
Aambeien zijn in werkelijkheid opgezette aderen,
in- of uitwendig. De aderen en de haar omge
vende weefsels .worden ontstoken, en hevige jeuk en.
pijn treden op, terwijl in vele gevallen bloedverlies
plaats vindt.
De lijder dient niet op koude steenen, natte plek
ken of stoelen met zachte kussens te* gaan zitten,
terwijl plaatselijke afkoeling en te veel inspanning
van de betreffende spieren de kwaal verergert.
De omgevende deelen moeten zorgvuldig gereinigd
worden met een spons en lauw water en door een
weinig drukken met een zachte doek gedroogd wor
den.
Foster's Zalf zal bijzonder geschikt bevonden wor
den voor het genezen van alle vormen van aambeien.
Zij maakt een einde aan de^ jeuk en het bloeden, en
gaat de ontsteking tegen, zoowel bij i n- als u i t-
wendige aambeien. In enkele der ergste gevallen
was één doos Foster's Zalf voldoende om volkomen
genezing te bewerkstelligen. De jeuk hield bijna da
delijk op, en bet bloedverlies en de opawelBaer der
aderen verdwenen.
Foster's Zalf (let op den juisten naam) is te Scha-
gen verkrijgbaar bij Gebr. Rotgans k 11.75 per doos.
even op. „Ditmaal heb ik zekerheid volkomen ze
kerheid,." zeide hij beslist en nam een 'nieuwen slok
whisky.
Ik wachtte geduldig; je moest den ouden Jardine
noodt overhaasten. Maar net leek wel een ©euwighéid,
voor hij weer begon.
„Ik mag je graag, Buchananl Ik heb je altijd graag
gemoogd; je bent een flinke kerel; dat heb ik den
eersten keer, dat ik jè ontmoette, dadelijk gezién
Goed, daar zullen we niet verder over praten I" 3
toen ik ©en ongeduldig gebaar maakte. „Maar als ik
j© niet zoo graag mocht,, zou ik de moeite niet nemen,
je lastig te vallen, maar ik weet wat je voor den jon
gen Don gedaan hebt, en ik weet hoeveel je van
hem houdt, en daarom zon het me zoowel voor jou
als voor hem spijten, als ik den jongen verkeerde
dingen zag doen; en dat zal gebeuren, als hij zoo
voortgaat.
„Je bedoelt het meisje naast ons?" zeide ik.
De oude Jardine keek me aan.
„Dat bedoel ik heelemaal niet. Ik wist niet eeins,,
dat er ©en meisje dicht in de buurt woonde Ik stel
rn belang in mijn buren en zij niet in mij-, geloof ik,
woon hier, omdat ik van het buitenleven houd en
Londen me de keel uithangt, omdat ik naar rust ver
lang.... goed. daar zullen we .iniet op ingaan." Hij dronk
zijn glas leeg qn zette het neer met eén smak, dié
hem Castle's woede op den hals gehaald zou hebben, als
zij erbij, geweest was.
„Neen, sir," ging hij voort op zijin declamatorische
manier, die altijd klonk, alsof hij' een vergadering to©"
sprak. „Ik heb het over een jonge vrouw, met wie hij
voortdurend le Heston gezien wordt."
Watv Toch geen tweede?" bromde ik.
De oude Jardine ging niet op mijn interruptie in.
„Ik kan van Don een heeleboel door de vingers
zien." ging Yiij voort. „Jongens zijin jongens en ik
ben zelf ook jong geweest. Ik zie 'nog graag een knap
snoetje op mijn ouden dag maar dat meisje deugt
niet. Zij. komt uit ©en zootje en is êcn avonturier-i
ster. Knap, onmiddellijk toegegeven, maar ongetwij
feld eén avonturierster, die jouw finaincieele jx>sdlie
en die van Don kent, daar verwed ik mijn hóófd
onder. Ik heb een deugdelijk onderzoek ingesteld i
en
„Hoe weet je dat allemaal. Wie heeft het je vër.
tcld?" viel ik hen in de rede. „Wie ken je te Héston?"
De oud© Jardine blies zich op met een soort zelfbe
wuste waardigheid.
„Wie ilc te Heston ken? Lieve hemel, ik kein bij
na iedereen in de vliegschool daar en zij kennen mij
allemaal. En zij pralen. Iedereen praat. Wat is er
trouwens anders te doen? Zij kennen allemaal dal
meisje, maar het scnijnt, dat Don de eerste favoriet is.
Mij gaat iederen avond, wanneer hij geen dienst heeft
mei naar uit...."
„Wil je daarmede zeggen, dat zij te Heston woont?"
vroeg ik.
„Ik weet niet waar zij woont," zeide de oude Jar
dine geprikkeld. „Maar ik heb terwille van jou zoowel
als van hem eens goed geïnformeerd. Haar moeder
was oen door en door slechte vrouw en haar vader
Hij haalde zijn schouders op. „Hij hield een
speelhuis voor jonge gekken totdat het ontdekt en ér
©en schotje voor geschoten werd, maar inu... De he
mel mag weten wat hij is of wat hij: doet oan aan
do kost te komen. Maar je kan er donder op zeggen,
dat hij Don als zijn toekomstige schoonzoon beschouwt,
en voor zoover ik Don ken ein ik zeg het niet
omdat ik den jongen iniet mag, dat weet je netl zoo
goed als ik is hij zoo week als was, als er ieen knap
gezichtje in het spel is."
Wordt vervolgd.