De dingen om ons heen.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
het Kerkbestuur legt hip een prachtiger» krans voor
het monument, als een laatste hulde aan den onver,
getehjken organist.
Nog een drietal kransen volgen, een namens Saal's
koor ,,Jacob Kwast", een namens het nieuwe koor:
„Wognumsch Zangkoor", en oen namens een ver
eerder.
De heer Van -Balen Blanken sprak nog ee« kort
slotwoord en hiermede was de plechtigheid letn einde,
De groote schare vereerders en belangstellénd&r
bezichtigde nog eens het mooie monument en lang
zamerhand trok de menigte weg.
Rusland blijft bet (groote probleem.
Als er geen Balkan, geen iKlein-iAzië, geen Ar
menië was, dan zou de Vredesconferentie toch al
de handen vol hebben met de verrassingen, die de
wezen bondgenoot haar dagelijks bereidt.
Verrassingen, die elk oogenblik een ander ge
vaarlijker aspect aannemen. Verrassingen, waar
van m>en omvang en beteekenis ter nauwernood
kan overzien, omdat men nu eenmaal niet weet wat
er precies gebeurt in het oude Czarenrijk.
Immers de berichtgeving is uiteraard eenzijdig.
Buiten de regeerdngspers is er niets. Elk ander
berichtgever kan slechts spreken over hetgeen hij
zelf heeft gezien en gehoord, van hetgeen gebeur
de in de streek of de stad, waar hij vertoefde, zoo
en zooveel maanden of weken vóór hij buiten de
Rais3ische grenzen kwam.
pegeen, die wéét, zegt dus niet meer dan hij kwijt
wil zijn en stelt de zaken zoo voor als dit in zijn
belang is. En de wetenschap der andere berichtge
vers is beperkt en meestal verouderd.
Men'kan dus alleen oordeelen naar wat in ver
band met buitenlandsche aangelegenheden gebeurt.
Wanneer men uit de verspreide gegevens een al
gemeen beeld van den toestand poogt te vormen,
moet men tot de conclusie komen, dat Rusland er
langzamerhand boven op komt. Nu de excessen vrij
wel ophouden, omdat het kapitalisme en naar
men zegt: ook de kapitalist er bij vernietigd as,
wordt het dn het binnenland kalmer. Er wordt ge
werkt onder toezicht van den Staat. In plaats van
den rentmeester van den bojaar, die de boeren en
lijfeigenaar opzweepte tot den arbeid, zooals we
hem kenden uit Russische romans van een dertig
Jaar geleden, is nu de „leider" van de zooveelste
afdeeling van de arbeidsafmeo en de volkscommis
saris gekomen, die samen toezicht houden dat er op
het land, aan den weg en in de fabriek gewerkt en
niet gelanterfant wordt.
Inplaats van werk voor de opbrengst waarvan de
baron of de grootvorst In Petersburg of IMonte-
Carlo ging spelen of juwelen kocht voor een dan
seresje, kwam het werk voor den Staat, dat de
Soviet-grootmachten in staat stelde het Amsterdam-
sche Bolchewdstdsche bureau met gioud, „steentjes"
en ander propagandamateriaal te voorzien.
Voor den arbeider dus vrijwel hetzelfde. Alleen,
dat hij nu honger lijdt, terwijl het in het belang
van1 zijn vroegeren werkgever was hem op krach
ten te houden
Maar gewerkt wordt er althans al blijft het twij
felachtig of er in afzienibaren tijd sprake kan zijn
van uitvoeren. De paar landen, die reeds handels
betrekkingen hebben aangeknoopt, hoofdzakelijk
Zweden en Amerika 'rekenen, blijkbaar niet met
exporten van Russische zijde, die zij in betaling
zouden kunnen nemen voor de artikelen, die zij aan
Soviet-Rusland gaan leveren. Zweden wenscht voor
zijn landbouwgereedschappen veertig millioen kro
nen in goud te ontvangen. Amerika, voor zijh loco
motieven vraagt geen geld, doch alleen concessie
voor bosschen en mijnen, om op die manier aan
zijn geld te komen.
De eene methode is al net zoo goed of kwaad als
de andere, 'n Concessie is een stuk papier, waarvan
de waarde uitsluitend wordt 'bepaald door de hou
ding van he-91, die ze uitgaf. Wil hij de concessie
gestand doen, zijn er'werklieden en transportmid
delen, dan opent het bezit van die concessie en
dé productie ervan enorme vooruitzichten bij de
steeds stijgende wereldprijzen van allerlei artikelen
Maar halen de heeren in Moskou een streep door
hun toezegging, zooals zij het deden door de Staats
schuld, dan hebben de Amerikanen een strop. De
Zweden, die goud krijgen,' zijn dus in zooverre be
ter af, dat zij iets in de hand hebben. Maar goud
is het eenige, wat voortdurend, in vergelijking met
alle andere goeden, in waarde daalt, waarvoor men
steeds minder kan koopen. Zoodat het nog zeer de
vraag is welke betalingsrisico op den duur de voor
keur zal blijken te verdienen, een vraagstuk, waar
aan ook Nederland wanneer het er bij tijd en wijle
eens toe overgaat zijn voor den oorlog zoo hloeien-
den handel met Rusland weer te hervatten, oo/k
wel eens de aandacht mag wijden. De quaestie der
Russische Staatsschuld, waarmede voor ons land
nominaal een klein milliard is gemoeid, dient bij ge
legenheid ook eens in het oog te worden gevat. Het
gaat niet aan, dat een debiteur eigenmachtig zijn
verplichtingen annuleert zonder dat de crediteur
althans een woord van protest laat hooren of zijn
best doet iets uit het faillissement te redden. Voor
al wanneer het niet^betalen geenszins het gevolg
is van onmacht, doch alleen van onwil. Want Rus
land bezit eigendommen genoeg in, en op zijn bo-'
dem om bij intensief werken aan zijn verplichtin
.,Als ik dat doe, zal ik' hem. zeggen, dat hu een
gelukkige jonge man is."
„Gelukkig?"
Ja, omdat Ijl] door u opgevoed is."
Ik lachte om naar vleierij en om het gesprek een
andere wending te geven, zeide ik. dat het» te oor
deelen naar mijn etenstrek, lunchtijd ziin moest, en
raapte den kluwen khakiwol, die als gewoonlijk een
heel eind weggerold was, op en we wandeldein Inaar
het logement terug.
Een jong meisje in een blauw katoetoen japon"
netje kwam ons voorbijzij deed mij een beetje aan
Joy denken, hoewel zij haar haar nog in een vlecht
droegik keerde me om, om haar na te kijken.
„Ik had altijd zoo graag een dochtertje .willen
hebben," zeide Mrs. Chester, die ook omkeek. Jongens
zijn natuurlijk ook heel aardig, maar u kent het
spreekwoord, Mr. Buchanan: ,>Mijn zoon is mijn
zoon tot hij zich een vrouw neemt.' Ja, ik wou, "dat
ik een dochter gehad had, zu zou misschien een goe
de vrouw voor u geweest ziin," voegde zu „er aan toe,
terwijl zij mij met een ondeugende schittering ia.
haar oogèn aankeek.
Ik voelde dat ik een kleur kreeg.
„Ik i O, ik zal nooit trouwen*',- zeide Ik vlqg.
„Mannen, die dat zeggen, trouwen altijd," lachte
zij. „Ik ben benieuwd of er nog brieven zijn
w,uit Frankrijk", bedoelde, zij; dat waren de eenige
brieven, waar, ai belang in stelde.
Ik volgde haar in het logement en beiden blevefn
wij voor net bncvenhekje staan.
Eietn brief voor u, Mr. Buchanan." Zij nam hem
eruit en gaf hem aan mijhet adres was geschreven,
door den ouden Jardine jen erop stond, onderstreept
met een dikke, zwarte lijn: „Dringend".
Ik ging weer naar bulten, lx was bang om den
brief Jo openen. De oude Jardine zou mij niet ge
schreven hebben, als het niet iets betrof, dat werkelijk
van belang was; en tot mijn schande moet ik "ber-
bdnnen, aat tijijn eerste gedacht© iniet Don, maar
Joy gold. Zij was ziek of verkeerde in moeilijkheden,
daar was ik zoker van, maar toch 'was ik niet voor
bereid op den werkelijken inhoud.
„Beste Buchanan, Ik heb reeds de afgeloopen
week telkens weer op het punt gestaan, jo te schrij
ven, maar Ük was bang je uftlsrtapje te bederven; De
quaestie is, dat ik mij bezorgd «maialk over die kleine
M-ias Jloy. Ik heb hlaar na je vertrek maar1 één keer
gen te kunnen voldoen.
Dit blijkt o.a. uit het draadlooze bericht uit Mos
kou, dat aanstonds na de bezetting van Bakoe da
gelijks vijif tanktreinen naar de hoofdstad zullen
komen en dat dit getal nog, belangrijk zal worden
uitgebreid, zoodra de transportmiddelen dit toela
ten. Vijf tanktreinen van zeg 15 wagens elk betee-
kenen per dag 7500 iHX. voor Moskou alleen, terwijl
dit'ongeveer genoeg zou zijn voor het geheele.ge
bruik van Nederland. En dit terwijl de arbeid in
de petroleumstreek nog maar te hooi en te gras en
zonder deskundige leiding geschiedt is, terwijl vele
bronnen eenvoudig verstopt of op andere wijze
buiten exploitatie zijn geraakt. Denkt men dan aan
de enorme uitvoer van graan, van hout, van pelzen,
van ertsen en van zooveel meer, dan kan niemand
te goeder trouw beweren, dat Rusland buiten
machte zou zijn om aan zijn verplichtingen te vol
doen. .Zeer zeker niet wanneer de exploitatie in
handen van vakmenschen wordt gesteld. Want de
thans op arbeid georganiseerde roode legers, met
de scherpe controle tegen slabakkerij, garandeert
dat althans de werkkrachten voor oen goede exploi
tatie ruimschoots aanwezig zijn.
Dat militair ingerichte arbeidsleger is een insti
tuut een der weinige! die West-Europa het
roode Rusland mag benijden, al heeft het dan ook
blijkbaar een deel van zijn waarde als vechtmachine
verloren.
Immers iPolen ien Oekrainers melden dagelijks
hoeveel kilometer zij weer verder zijn gekomen,
hoeveel gevangenen en buit zij hebben gemaakt.
Hetgeen een geheel ander versje is, als waaraan de
Soviettroepen ons hebben gewend toen de legers
van Deni-nkin, Kolchak en Judenich nog beston
den. Alleen in den Kaukasus gaat Rusland vooruit.
Overal elders leveren de Russische wapenen slechts
tegenslagen'op. Ook in het verre Oosten waar thans'
aan Japan gelukte, wat der Entente onmogelijk
bleek.
Nu 'Engelschen, Franschen, Amerikanen, Czechen
enz., enz., naar huis zijn gegaan en in arren moede
den strijd tegen de Roode-n hebben opgegeven is
Japan begonnen, zonder veel gepraat. Het heeft
troepen gezonden en zich hier en daar en overal
vastgezet en eindelijk de Sociëttroepen tot een wa
penstilstand gedwongen.
^\t daarin precies is overeengekomen is niet
duidelijk. Wel, dat Japan ontzaggelijke voordeelen
schijnt te h'ebben verkregen. De mededeeling, dat
er een bufferstaat in Siberië moet worden gevormd,
zoodat Rusland en Japan daar ter plaatse niet in
directe grensaanraking komen, bewijst vrij duide
lijk, dat Japan zich in (het verre Oosten zoo heeft
gevestigd, dat van een Japansch vastelandsgebied
kan worden gesproken. Wat dit is, waar het ligt,
welken omvang het heeft, blijkt niet uit de berich
ten, doch dat het er is, staat wel vast
fWIanneer het nu gelukt Amerikaansche gevoelig
heden te ontzien, zoodat het tractaat met «Engeland
weder voor zeven jaar wordt verlengd, kan men
Japan veilig beschouwen als de eenige Aziatische
macht, als de eenige feitelijke OJW.er onder de mo
gendheden. Als het tenminste vrij blijft van het
Bolchewisme, dat ook daar in allerlei stakingen zijn
invloed doet gevoelen!
UTTTKIJE.
Zitting van Dinsdag 11 Mei 1920.
In verzet.
Nadat eerst in buitengewone burgerlijke terecht
zitting een faillissement^e was uitgesproken, kregen
we een verzetzaakje van den lAlkmaarschen ban
ketbakker Hendrikus Johannes Gerdes, die 'm op
27 Januari j.1 ongemakkelijk om had en die toen
een geweldig spektakel tegen de politie heeft ge
maakt. Wederspannigheid en zelfs mishandeling der
agenten waren, delicten, waaraan de beschonken
bankethakker zich had bezondigd en waarvoor hij
een vonnis «bij deze rechtbank had opgeloopen.
Daarvan kwam hij' nu dn verzet, maar Gerdes had
niet veel succes.
De O. v.- J. vroeg bekrachtiging van het gewezen
vonnis.
Verzet vervallen verklaard.
N'og een verzetzaakje was aan de orde met als
beklaagde Gijsbertfus Roelof Anthonius Tichelaar,
stoker te Velzen, uit anderen hoofde thans gedeti-
fieerd in het Huis van Bewaring te Tiel.
Beklaagde was liefst maar niet eens verschenen.
Het verzet werd dientengevolge nu vervallen ver
klaard.
Een cadeautje voor zijn „melsle".
De 21-jarige zwervende koopman Alge Zeldenrust,
had-den goud- en zilverwinkelier Jan Feller te Hoorn
onlangs weten wijs te' maken, dat ie „verkeering"
had met een, met name genoemd Hoornsch knotje.
Nu moest er 'n cadeautje zijn en wou ginjeur graag
wat gouden en zilveren horloges en ringen mee op
zicht hebben. D«ap (kon zijne aangebedene maar
uitzoeken. Nu, de voof haar opgegeven naam was
die eener credietwiaardige familie, aan Feller wel
bekend. Enafgifte volgde.
Age met eenige gouden ringetjes en horloges naar
z'n „allerliefste"Die intusschen alleen maar in
gezien, en dat «toevallig op straat. Zij scheen er heele
maal gteen lust in te hebben haar lijd te verspillen
om een praatje met me te maken, zoo-ala jij dacht,
dat zij graag doen zou, en na een paar opmerkin
gen' over het weer excuseerde zij zich onder voor
wendsel, dat zij naar dien trein, moest Haar manier
van dben trof mij zóó zeer, dat ik haar den volgen
den dag, ging opzoeken, maar het huis scheen ge
sloten; in ieder geval ik kreeg geen gehoor. Gastle
wist niets, behallve dat Joy heel veel scheen uit te
zijn en dat ook verscheidene andere menschep. ver
geefs gebeld hadden. D4t is een week geileden ge
beurd en sindsJdlien ben ik tot de ontdekking ge
komen, dat zij bijna den geheelen dag te Heston bij
de vliegeniers is. Als ik je minlder goed kende, zou
ik aarzelen je dit alles te schrijven, maar ik heb
het nauwkeurig geiDiformeerd en ik hen hang, dat
zij zich een beetje te vrij beweegt! Drie dagen ge-
lelden heb ik haar een briefije geschreven en ge
vraagd of zij bij mij kwam thee drinken, maar zij
heeft niet geantwoord en i® ook niet gekomen. Wat
moet ik doen? In zekeren zin voel ik mij verant
woordelijk voor het meisje, daar jij mij gevraagd
hebt een oogje op haar te houden. I.k kan je aJlleten
aanraden terug te komen en zelf eien oogje in het
zeil te houden
Ik vroeg mii ai wat hl] zeggen zou als hu wist,
dat Ik niets liever wilde aan wat hij wilde en welk
oen onmogelijkheid het was.
Ik ging lunchen, mij volkomen bewust, dat Mrs.
Chcster's vriendelijke oogen mijn angst reeds dul
dde t hadden. Het zou mij heel wat waard geweest
zijn als ik haar in vertrouwen had kunnen nemen.
Zn was juist de soort vrouw om Joy onder haar moe.
derlijko vleugelen te nemen en voor haar lo zorgén.
Ik Was «er zeker van, dat zo heel voel look op dé
'vrouw van den ouden Jardine.
Zou ik naar haar huis gaan of niet? Wat kon ik
doen als ik ging? Wöarschijnlijk alleen do dingen
nog maar erger maken. Ik gebruikte den gehelen
namiddag om tot een besluit t© komen, terwijl ik in
den zonneschijn op den dam zat en kleine kie
zelsteentjes in de zee gooide.
Het was een prachtige dag en zonder -het zich
telkens herhalend geratel van eon machitoegewéér ér-
gens in den omtrek, zou men (nooit gedroomd hebben
van den oorlog en de daarbij hehoorende verschrik
kingen.
de rijke verbeelding van vriend Age bestond. Hij
wist de op zicht gekregen spullen al spoedig vodr
een gedeelte te verpatsen. Zelfs heel naar Helder
sjouwde hij met een der gouden ringen die hij aan
de «kleine Duifje Groeii aldaar voor vijf gulden over
deed, onder (het smoesje, dat zijn verloving „uitge
raakt was.
Maar het raakte met zijn fantasie en verzinsel
tjes weldra heelemaal „uit" en Age liep er in.
Na verhoor van de betrokkene getuigen werd te
gen Zelden rust 8 maanden zitten gevorderd.
Dén heeft hij rust.
Mr. Leesberg, pïeiter, concludeerde tot lichtere
straf.
Een „Thorbecke" onwaardig.
De 51-jarige Hendrik Thorbecke, een los werk
man, op 30 Juni 186S te Zwartsluis geboren en laat
stelijk wonende te Alkmaar, heeft daar op den 29en
Maart j.1. zich „opzettelijk en wederrechtelijk" een
granaten halsketting met gou-den slot toegeëigend,
wat den geoebten heer Officier aanleiding gaf, hem
te doen dagvaarden ter zitting van heden.
Juffrouw J. Otting, een dochter van Thorbecke's
nicht, was de wettige eigenaresse van de kostbare
halsketting en de 39-jarige Alkmaarsche schoone
waagde er haren oud-neef na diens snood misdrijf
aan en liet hem voor de vierschaar dagen. Van
onnoozel'heid ter zitting zal niemand vriend Heinr
rich hebben willen betichten. Hij bekende de gap-
perij en ook wo«u hiiÉbet wel weten, dat hij het hals
sieraad voor vijf We guldens bij de wed. Plas
in het Payglop had^wkocht.
«De O. v. J. eischte 3 maandjes.
Mr. Sluis, verdediger, haalde in zijn pleidooi aan
dat Hendrik zoo waar nog «wis en warempel bloed
eigen familie is van den bekenden grooten staats
man Thorbecke. Je zou zeggen
En beklaagde, «die in concubinaat met deze vrouw
leefde en zinnigheid had om haar te huwen, ter
wijl hij recht filosofisch is aangelegd, wasja
tot het feit gekomen.
Bewezen was 't.
Thorbecke zit min of meer vast aan een andere
vrouw, zei raadsman, maar is «toch voornemens,
om met juffrouw Otting in het «huwelijksbootje te
tre«den. lEn nu heeft Thorbecke de wat voorbarige
stelling: „al het uwe is het mijne", al reeds gehul
digd. Pleiter concludeerde tot geringere straf. En de
heer Officier kon niet nalaten nog even dé veron
derstelling lucht te geven dat de groote Thorbecke
zich zeker in zijn graf zou omkeeren als hij 's'plei
ters woorden zou hebben kunnen (hooren.
Een strop met zijn eieren.
Zekere Pieter Wagenaar, een landbouwer van om
streeks 30-jarigen leeftijd heeft in den nacht van 29
op 30 Maart j.1. enkele kazen, wat boter en een
„zoodije" kwattareepen gestolen, benevens een aan
tal eieren.. (Later bleek echter tot Piet's teleurstel
ling, dat die eieren van steen waren. Nijdig smeet
hij ze met mand en al Meters ver. Maar de rest
werd toch voor „goeden buit" verklaard. Ook wist
hij zich nog eenig timmermansgereedschap weder
rechtelijk toe te eigenen.
Die grapjes gebeurden «te Heiloo en de getui-ge-
nisse der waarheid door de bestolenen afgelegd,
verschafte den heer Officier alle mogelijke bewijs.
En een eiscb werd ingesteld tot 8 maandjes brom
men. Dat is niet malsch en «de rechtsgeleerde raads
man Mr. Offers, deed al zijn best, om het nog op een
nader onderzoek aan te sturen.
'Diefstal van een klokkie.
Een Amsterdammer, Dominicus Jacobus Peerde-
man, thans gedetineerd, had op «den eersten April
j.1. het zoo aangelegd, dat je kon gaan zeggen: „Op
1 April verloor Alva zijn bril", en Deen -Delis z'n
horloge. Dat had Peerdeman als medepassagier op
een kettenrijtuig weien in te palmen. Een goed zil
veren remontoirtikket'je met ketting. Al met al de
moeite nog wel waard om er werk van te maken.
En er werd werk van gemaakt,
veren remontoirtikkertje met ketting. Al met al de
«Dirk Tamis, evenals Delis wonende te iZijpe, was
ér bij geweest,'had ook mee«gereden op de ketten-
kar, waar Dominicus z'n slag had geslagen. Maar
Dirk had het plegen van het feit niet gezien daar
hij gezellig hij den koetsier Wit op den bok zat, ter
wijl Dominicus en slachtoffer in het rijtuig hadden
plaats genomen. Voorts had het gezelschap zich nu
niet bepaald doen kennen als «bestaande uit strenge
geheelonthouders. Dirk Tamis wilde tenminste wel
weten, «dronken te zijn «geweest, iets waardoor zijn
waarnemingsvermogen nu niet in scherpte had ge
wonnen.
Ook beklaagde was „smoor" maar had, wat .bij
gekomen, toch nog het besef, het buitje „onder te
brengen" in zijn slaapstee eigenlijk die van
Brantenaar. Maar de arm der gerechtigheid is
lang en had «Dominicus weten te «bereiken een te
geneen zondaar werd nu 6 maandjes brommen
gevorderd. Niet malsch!
Mr. Huizinga uit Hoorn wilde het «dan ook op ge
ringere straf aansturen.
KippendiefstaL
Izak de Boer van Den Helder, uit anderen hoofde
te Haarlem gedetineerd, had kip«pendiefstal ge-'
pleegd en deswege was tegen hem 4 maanden ge
vangenisstraf. «gerequireerd. Nog was de zaak in
haar verder verloop voorloopig aangehouden, cm
onderzoek naar beklaagde's vroeger en heden-
4&agsch leven in te stellen.
Ik 'dacht aan D«on, en zijn opgewelde brieven. Hij
had mij gevraagd ter wille van hem op Joy te letten
en dit was de manier, waarop ik mijn belofte hield.
Wat zou hij zeggen, ais hij het wist?
Ik stond op en wandelde langzaam naar het lo.
gement terug. Mrs. Chester kwam juist toen ik buv"
nenging naar buiten.
„Ik ga vanavond naar de süad terug", zeide ik,
„Zoo?" Zij igiimladhte tegen me„ alsof zij alles be
greep. „Kk wist, idlat u tot een (besluit -trachtte te (ko
men", zeide zij. „Toch niets ernstigs?"
Ik hoop van neen."
Zij zocht in de zwartzijden tasch, waarin zij haar
eeuwig breiwerk had, en haalde er een kaartje uit.
„U kunt mij altijd aan dit adres vinden, wamneer ik
u met iets van -dienst kan zijn," zeide zij.
Ik stak het kaartje dankbaar in mijn zak en ging
naar hoven om mijn koffers te pakken.
Nu ik eenmaal tot een besluit gekomen was/voel
de ik hoe de gedachte weer naar huis te gaan mij
op de meest absurde wijze opwond, of moet ik eer-"
luk zijn en bekennön, dat net feitelijk de gedachte
was Joy te zullen zien?
Hoe zou zij eruit zien? W-elke japon zou zn dra.
gen? Zou zij 'blij ijjn mij ween- te zien? Ik stelde
m«o onze ontmoeting op een hotuderd verschillend^
manieren en plaatsen voor. Misschien zou zu haar
hoofd over de heining steken en mij aankijken, zoo»,
als zij hot den eersten avond gedaan had. Misschien
zou zij mij op straat tegemoet komen. Allemaal dwaze
verondorstellingen, gezien het feit. dat ik pas oan
middernacht thuis kwam en zu van mijn komst (niets
wist.
Er was om zes uur een. trein, dien ik' namhet
was een gloeiend heete dag, maar desniettemin voéldé
ik mc als een schooljongen, die met vacantie (naar
huis gaat, «eni aan de reis scheen geen eind t« komen.
Het was tien uur, toen wij Beddington bereikten
en in oen hansom «doorkruiste ik Loinden om te
zi«en, dat ik aan het King's Cross station eela half uur
moest wachten voor de trein vertrok.
Wat vervloekte ik dat halve uur. De kans om dien
avond joy nog te zien werd aanmerkerlnk kleiner,
want nu zou ik pas na middernacht aalnkomen en
tot den volgenden ochtend moeten wachten voor
ik haar zag.
Maar ik had mij 'die vervloekingen kunnen bespa
ren, want toen ik onze straat inkwam, werd de zo-
merstilte van den nacht verbroken door het schone
Wat intusschen voor 's heeren officieren oordeel
niet tot andere overwegingen heeft kunnen leidén, dér-
halve Z.E.G. volhoudt bij het «eenmaal genomen re-
quistoir.
Mishandeling.
Een struische jonge kerel van 23 jaar, Adriainus
Bernardus pierik genaamd, den lOdeln Juni 1896 ge
boren te 's Hage en laatstelijk wonende te Alkmaar,
had zich wegens eene op 3 Maart j.1. aldaar gepleeg
de mishandeling te verantwoorden.
De 58jarige hulpbes teller bij de posterijen, Alh^T
tus Peetoom, had een brief te bezorgen aan het adres
van den heer Macdonald, bij wien Pierik sedert maan
den tehuis was.
Maar dat wist Peetoom toevallig niet.
Macdonald zou verhuizen en Pierik, studeerende
voor de groote vaart en tevens varensgezel, was daar
bij 'behulpzaam. De postbesteller vroeg of Macdonald
daar nog (aam het Verdronken Oord) woonde, want
er was een brief voor hem.
Geef dien maar aam jnij zei' Pierik zonder «nadere
explicatie, misschien iin 't besef dat hij di-en wel voor
z'n toezieuwlen voogd mocht aa'imeinen
Maar Peetoom, niet kennende, de betrekking, waar
in Pierik, (die hij bovendien iniet kende), tot Mac.
donald stond, volgde natuurlijk zijn instructie als be
steller, om niet een brief af «te geven aan iemand dién
hij niet kende.
Toen dus de besteller zijn aanbod weigerde, wcfrd
Pierik boos.
En toen Peetoom aan een meisje, daar in huis.
dat hij wel kende, ten slotte aen brief afgaf, raakte
Pierik nog meer uit zij'n humeur.
Hu gaf Peetoom een pak slaag, waarvan de bejaar
de man 14 dagen lang ziek was.
Pierik zei, al een halt jaar bij Macdonald te zijn, door
wien zijin studiegeld wordt betaald.
Hu had dqj besteller, die hem inaar hij voorgaf, had
baleedigd, alleen maar een klap om z'n ooren.
Maar dan toch tnogal raak
De brieven stoven wijd in 't ronde en het eischtd
rappe handen om alles weer netjes bij élkaar to
scharrelen.
De O.V.J. wist mede te 4eelen, dat de -nogal drif
tige Amoldus Bernardus niet al le guinstig bekend
staat «en require&rde tegön den jotngein man 4 maanj,-
den de doos in.
Daar hadden ze niks mee te maken.
Ben paar zwervelingen Hendrik 't Hart en Hen.
drika van Gij'n, waren den 7den Maart j.1. zoo vnj om
de politie te bemoeilijken, toen die een .d-énnis"
van hen wilde transporteeren.
Gevaarlijke kunstjes .echter ,wat kaïn (blijken uit den
edsch tot 14 dagen zitten voor elk der bende be-klaag-
den.
Schoppe vrouwen.
Tweeden Kerstavolnd brandde het haardvuur in het
café van Nanne Geus te Oester Blokker recht genoe
gd ijk en rondom de gezellig opflikkerinde vlammen
zaten hospes ein stamgasten zich te vermeien, mét het
aloude kaarlspd, waarmede zoo menige liefhebber in
deze streken de lang© December, en andéré wintér^
avonden tracht te korten.
Men was aan ,'t schoppenvrouwen en de uren vlogen
om i
Maar "t werd als hazardspel beschouwd en Nanne
werd voor 't gelegeheid geven voor zulk spd voor dén
kantonrechter gedaagd, die heim echter van alle rechts
vervolging bij uitspraak had ontslagen.
Maar -die drommelsche Ambtenaar bij het Open-"
baar Ministerie was nog weer in hooger beroep ge
gaan.
En 'nu had je het gedoe opnieuw.
Nan'ne had de moeite genomen zijne ziemsKvijA
op papier te stellen, voor te lezein en het „gewichtige
stuk" wel in de aandacht der Edel Achtbaren aanbe
velende, die letteren voor de getabbaarde héórén ach
ter te laten. Ter inzage i
Ook gaFNanne grondige theorieën over 't edele kaart,
spel ten beste ein 'trachttte hij ten duidelijkste aan te
tonen dal schoppvrouwen een heel amusanp spel
is, maar geenszins hazardspel.
Want bij hazardspel speelt het geluk, hettoevai,
hoofdrol. Bij h«et scnoppen_vrouwen hangt er echter
heel wat af van je handigheid en van de kennis die je
van ,'t sp«öl hebt.
Van de medespelelndenop dien Kerstavond. Cor
Dekker, Pieter Ott en Ariën jSchouten, ambtenaar
ter Blokkerder secretarie, werd alleen de Jaatsté gé
hoord die ongeveer in gelijken zin als de kastdejn
over het schoppenvrouwen dacht.
De 0.v.J. vroeg tenslotte bevestiging van h«et vonnis
des' Kantonrechters, waarbij Nanlnej van rechtsvervolging
werd ontslagen.
Een stomme streek.
Jaap Pronk te Helder, had aldaar van den kastelein
A. J. van Weelde een zilverbonnetie van f 2.50 go-
stolen. Een dure grap als ©r, zooals nu, een eisch
tot f 15 boete qp volgt, door 15 dagen celstraf te
vervangen.
Verduistering.
Johannes Andriessefn, een boekhoudertje van Wer
vershoof. in dienst van "den koopman Th. Steltenpohl.
aldaar, nad in dienstbetrekking een paar sommetjes,
respectievelijk van f 65 eln f 150 verduisterd. Oneer
lijkheden, die Hannes rnu als de heer pfficier z'n zin
krijgt, met 55 maandjes zittein zal kunnen boeten.
Mr. Dorbeck, verdediger, wil lichtere straf en af
trek voorarrest.
Een tweetal zaken met gesloten deuren tot besluit
A.s. Dinsdag uitspraken
geluid van ein grammophoon en eön koor van stemr
ik dat daar zoo luidruchtig feest werd gevierd.
Ik dacht, dat ieder raam wijd open moest staan,
te oordeelen naar de duidelijkheid, waarmede ik ied£r
woord hooren kon van het raglimelied, dat een half
dozijn stemmen, begeleid door de grammophoon, uit
brulden. Ik ben ze nu verbeten., maar ik weet, dat
het ging over het „old Kentucky home" van den een
of ander, en «een vreemd gevoel van eönzaamhéid
besloop mij, toen ik daar buiten in deji «nacht stond
te luisteren.
In ieder geval was haar hart (noch door Don., noch
door mij gebroken. Misschien waren wij beiden reeds
met andere vergeten herinneringen ia de voddénmand
van het verleden geworpen.
Alle gordijnen waren neergelatetn, maar nu én
dan, wanneer de nachtbries ze ito beweging bracht,
kon ik even. in dekamer kijken, en ik weet zeiker,
dat ik eenmaal het lichte haar van Joy zag, toen
zu langs het raam kwam.
Ik weet niet hoe lang ik daar gestaan heb maar
wel weet ik, dat mijn eenige gedachte, was,, aat hef
idioot van m«e geweest was naar huis terug te komen
Wat kon ik doen, nu ik hier was. Wielk gezag
had ik over Joy behalve 'dat, hetwelk ik niet durfde
uitoefenen «en dat misschien in werkelijkheid nooit
had bestaan .En dat leek me zeer waarschijnlijk.
Gelukkig had Castle de voordeur niet gegrendeld;
zonder leven te maken draaide ik het slot om, legdo
op de keukentafel een briefje, dat zij deto volgenaén
ochtend zou Vniden, etn ging naar mijn slaapkamer.
Maar het was vroeg in den ochtend voor het la
waai naast m«o ophield en ik in den tuito luidruchtig
afscheid hoorde nemen.
Ik kon ook do stem van Mr. Augustus Lambert
hooren, waarvoor ik voor het eerst in mijn leven
vurig dankbaar was. Zijto aanwezigheid -gaf tenminste
iets (van fatsoen aan den avond.
Castle scheen niet zoo verbaasd' over muti midder*
nachtelijke thuiskomst als ik verwacht had. Toen ik
naar beneden kwam, wenschte zij mij precies goedejn
morgen alsof Ik heelemaal niet weg geweest was en
dan «zedde zil, na mij kritisch opgenomen te heb
ben, dat ik er veel beter uitzag en dat zij hoopte,
dat ik mij geamuseerd had.
„Mooi -weer," zeide ik en 'dan, toen zij weg wilde
gaan, «riep ik haar terug „Castle ab je soms
Miss Joy ziet. zeg haar dan niet, dat ik thuis ben."
Wordt vervolgd.