De dingen om ons heen. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. het Kerkbestuur legt hip een prachtiger» krans voor het monument, als een laatste hulde aan den onver, getehjken organist. Nog een drietal kransen volgen, een namens Saal's koor ,,Jacob Kwast", een namens het nieuwe koor: „Wognumsch Zangkoor", en oen namens een ver eerder. De heer Van -Balen Blanken sprak nog ee« kort slotwoord en hiermede was de plechtigheid letn einde, De groote schare vereerders en belangstellénd&r bezichtigde nog eens het mooie monument en lang zamerhand trok de menigte weg. Rusland blijft bet (groote probleem. Als er geen Balkan, geen iKlein-iAzië, geen Ar menië was, dan zou de Vredesconferentie toch al de handen vol hebben met de verrassingen, die de wezen bondgenoot haar dagelijks bereidt. Verrassingen, die elk oogenblik een ander ge vaarlijker aspect aannemen. Verrassingen, waar van m>en omvang en beteekenis ter nauwernood kan overzien, omdat men nu eenmaal niet weet wat er precies gebeurt in het oude Czarenrijk. Immers de berichtgeving is uiteraard eenzijdig. Buiten de regeerdngspers is er niets. Elk ander berichtgever kan slechts spreken over hetgeen hij zelf heeft gezien en gehoord, van hetgeen gebeur de in de streek of de stad, waar hij vertoefde, zoo en zooveel maanden of weken vóór hij buiten de Rais3ische grenzen kwam. pegeen, die wéét, zegt dus niet meer dan hij kwijt wil zijn en stelt de zaken zoo voor als dit in zijn belang is. En de wetenschap der andere berichtge vers is beperkt en meestal verouderd. Men'kan dus alleen oordeelen naar wat in ver band met buitenlandsche aangelegenheden gebeurt. Wanneer men uit de verspreide gegevens een al gemeen beeld van den toestand poogt te vormen, moet men tot de conclusie komen, dat Rusland er langzamerhand boven op komt. Nu de excessen vrij wel ophouden, omdat het kapitalisme en naar men zegt: ook de kapitalist er bij vernietigd as, wordt het dn het binnenland kalmer. Er wordt ge werkt onder toezicht van den Staat. In plaats van den rentmeester van den bojaar, die de boeren en lijfeigenaar opzweepte tot den arbeid, zooals we hem kenden uit Russische romans van een dertig Jaar geleden, is nu de „leider" van de zooveelste afdeeling van de arbeidsafmeo en de volkscommis saris gekomen, die samen toezicht houden dat er op het land, aan den weg en in de fabriek gewerkt en niet gelanterfant wordt. Inplaats van werk voor de opbrengst waarvan de baron of de grootvorst In Petersburg of IMonte- Carlo ging spelen of juwelen kocht voor een dan seresje, kwam het werk voor den Staat, dat de Soviet-grootmachten in staat stelde het Amsterdam- sche Bolchewdstdsche bureau met gioud, „steentjes" en ander propagandamateriaal te voorzien. Voor den arbeider dus vrijwel hetzelfde. Alleen, dat hij nu honger lijdt, terwijl het in het belang van1 zijn vroegeren werkgever was hem op krach ten te houden Maar gewerkt wordt er althans al blijft het twij felachtig of er in afzienibaren tijd sprake kan zijn van uitvoeren. De paar landen, die reeds handels betrekkingen hebben aangeknoopt, hoofdzakelijk Zweden en Amerika 'rekenen, blijkbaar niet met exporten van Russische zijde, die zij in betaling zouden kunnen nemen voor de artikelen, die zij aan Soviet-Rusland gaan leveren. Zweden wenscht voor zijn landbouwgereedschappen veertig millioen kro nen in goud te ontvangen. Amerika, voor zijh loco motieven vraagt geen geld, doch alleen concessie voor bosschen en mijnen, om op die manier aan zijn geld te komen. De eene methode is al net zoo goed of kwaad als de andere, 'n Concessie is een stuk papier, waarvan de waarde uitsluitend wordt 'bepaald door de hou ding van he-91, die ze uitgaf. Wil hij de concessie gestand doen, zijn er'werklieden en transportmid delen, dan opent het bezit van die concessie en dé productie ervan enorme vooruitzichten bij de steeds stijgende wereldprijzen van allerlei artikelen Maar halen de heeren in Moskou een streep door hun toezegging, zooals zij het deden door de Staats schuld, dan hebben de Amerikanen een strop. De Zweden, die goud krijgen,' zijn dus in zooverre be ter af, dat zij iets in de hand hebben. Maar goud is het eenige, wat voortdurend, in vergelijking met alle andere goeden, in waarde daalt, waarvoor men steeds minder kan koopen. Zoodat het nog zeer de vraag is welke betalingsrisico op den duur de voor keur zal blijken te verdienen, een vraagstuk, waar aan ook Nederland wanneer het er bij tijd en wijle eens toe overgaat zijn voor den oorlog zoo hloeien- den handel met Rusland weer te hervatten, oo/k wel eens de aandacht mag wijden. De quaestie der Russische Staatsschuld, waarmede voor ons land nominaal een klein milliard is gemoeid, dient bij ge legenheid ook eens in het oog te worden gevat. Het gaat niet aan, dat een debiteur eigenmachtig zijn verplichtingen annuleert zonder dat de crediteur althans een woord van protest laat hooren of zijn best doet iets uit het faillissement te redden. Voor al wanneer het niet^betalen geenszins het gevolg is van onmacht, doch alleen van onwil. Want Rus land bezit eigendommen genoeg in, en op zijn bo-' dem om bij intensief werken aan zijn verplichtin .,Als ik dat doe, zal ik' hem. zeggen, dat hu een gelukkige jonge man is." „Gelukkig?" Ja, omdat Ijl] door u opgevoed is." Ik lachte om naar vleierij en om het gesprek een andere wending te geven, zeide ik. dat het» te oor deelen naar mijn etenstrek, lunchtijd ziin moest, en raapte den kluwen khakiwol, die als gewoonlijk een heel eind weggerold was, op en we wandeldein Inaar het logement terug. Een jong meisje in een blauw katoetoen japon" netje kwam ons voorbijzij deed mij een beetje aan Joy denken, hoewel zij haar haar nog in een vlecht droegik keerde me om, om haar na te kijken. „Ik had altijd zoo graag een dochtertje .willen hebben," zeide Mrs. Chester, die ook omkeek. Jongens zijn natuurlijk ook heel aardig, maar u kent het spreekwoord, Mr. Buchanan: ,>Mijn zoon is mijn zoon tot hij zich een vrouw neemt.' Ja, ik wou, "dat ik een dochter gehad had, zu zou misschien een goe de vrouw voor u geweest ziin," voegde zu „er aan toe, terwijl zij mij met een ondeugende schittering ia. haar oogèn aankeek. Ik voelde dat ik een kleur kreeg. „Ik i O, ik zal nooit trouwen*',- zeide Ik vlqg. „Mannen, die dat zeggen, trouwen altijd," lachte zij. „Ik ben benieuwd of er nog brieven zijn w,uit Frankrijk", bedoelde, zij; dat waren de eenige brieven, waar, ai belang in stelde. Ik volgde haar in het logement en beiden blevefn wij voor net bncvenhekje staan. Eietn brief voor u, Mr. Buchanan." Zij nam hem eruit en gaf hem aan mijhet adres was geschreven, door den ouden Jardine jen erop stond, onderstreept met een dikke, zwarte lijn: „Dringend". Ik ging weer naar bulten, lx was bang om den brief Jo openen. De oude Jardine zou mij niet ge schreven hebben, als het niet iets betrof, dat werkelijk van belang was; en tot mijn schande moet ik "ber- bdnnen, aat tijijn eerste gedacht© iniet Don, maar Joy gold. Zij was ziek of verkeerde in moeilijkheden, daar was ik zoker van, maar toch 'was ik niet voor bereid op den werkelijken inhoud. „Beste Buchanan, Ik heb reeds de afgeloopen week telkens weer op het punt gestaan, jo te schrij ven, maar Ük was bang je uftlsrtapje te bederven; De quaestie is, dat ik mij bezorgd «maialk over die kleine M-ias Jloy. Ik heb hlaar na je vertrek maar1 één keer gen te kunnen voldoen. Dit blijkt o.a. uit het draadlooze bericht uit Mos kou, dat aanstonds na de bezetting van Bakoe da gelijks vijif tanktreinen naar de hoofdstad zullen komen en dat dit getal nog, belangrijk zal worden uitgebreid, zoodra de transportmiddelen dit toela ten. Vijf tanktreinen van zeg 15 wagens elk betee- kenen per dag 7500 iHX. voor Moskou alleen, terwijl dit'ongeveer genoeg zou zijn voor het geheele.ge bruik van Nederland. En dit terwijl de arbeid in de petroleumstreek nog maar te hooi en te gras en zonder deskundige leiding geschiedt is, terwijl vele bronnen eenvoudig verstopt of op andere wijze buiten exploitatie zijn geraakt. Denkt men dan aan de enorme uitvoer van graan, van hout, van pelzen, van ertsen en van zooveel meer, dan kan niemand te goeder trouw beweren, dat Rusland buiten machte zou zijn om aan zijn verplichtingen te vol doen. .Zeer zeker niet wanneer de exploitatie in handen van vakmenschen wordt gesteld. Want de thans op arbeid georganiseerde roode legers, met de scherpe controle tegen slabakkerij, garandeert dat althans de werkkrachten voor oen goede exploi tatie ruimschoots aanwezig zijn. Dat militair ingerichte arbeidsleger is een insti tuut een der weinige! die West-Europa het roode Rusland mag benijden, al heeft het dan ook blijkbaar een deel van zijn waarde als vechtmachine verloren. Immers iPolen ien Oekrainers melden dagelijks hoeveel kilometer zij weer verder zijn gekomen, hoeveel gevangenen en buit zij hebben gemaakt. Hetgeen een geheel ander versje is, als waaraan de Soviettroepen ons hebben gewend toen de legers van Deni-nkin, Kolchak en Judenich nog beston den. Alleen in den Kaukasus gaat Rusland vooruit. Overal elders leveren de Russische wapenen slechts tegenslagen'op. Ook in het verre Oosten waar thans' aan Japan gelukte, wat der Entente onmogelijk bleek. Nu 'Engelschen, Franschen, Amerikanen, Czechen enz., enz., naar huis zijn gegaan en in arren moede den strijd tegen de Roode-n hebben opgegeven is Japan begonnen, zonder veel gepraat. Het heeft troepen gezonden en zich hier en daar en overal vastgezet en eindelijk de Sociëttroepen tot een wa penstilstand gedwongen. ^\t daarin precies is overeengekomen is niet duidelijk. Wel, dat Japan ontzaggelijke voordeelen schijnt te h'ebben verkregen. De mededeeling, dat er een bufferstaat in Siberië moet worden gevormd, zoodat Rusland en Japan daar ter plaatse niet in directe grensaanraking komen, bewijst vrij duide lijk, dat Japan zich in (het verre Oosten zoo heeft gevestigd, dat van een Japansch vastelandsgebied kan worden gesproken. Wat dit is, waar het ligt, welken omvang het heeft, blijkt niet uit de berich ten, doch dat het er is, staat wel vast fWIanneer het nu gelukt Amerikaansche gevoelig heden te ontzien, zoodat het tractaat met «Engeland weder voor zeven jaar wordt verlengd, kan men Japan veilig beschouwen als de eenige Aziatische macht, als de eenige feitelijke OJW.er onder de mo gendheden. Als het tenminste vrij blijft van het Bolchewisme, dat ook daar in allerlei stakingen zijn invloed doet gevoelen! UTTTKIJE. Zitting van Dinsdag 11 Mei 1920. In verzet. Nadat eerst in buitengewone burgerlijke terecht zitting een faillissement^e was uitgesproken, kregen we een verzetzaakje van den lAlkmaarschen ban ketbakker Hendrikus Johannes Gerdes, die 'm op 27 Januari j.1 ongemakkelijk om had en die toen een geweldig spektakel tegen de politie heeft ge maakt. Wederspannigheid en zelfs mishandeling der agenten waren, delicten, waaraan de beschonken bankethakker zich had bezondigd en waarvoor hij een vonnis «bij deze rechtbank had opgeloopen. Daarvan kwam hij' nu dn verzet, maar Gerdes had niet veel succes. De O. v.- J. vroeg bekrachtiging van het gewezen vonnis. Verzet vervallen verklaard. N'og een verzetzaakje was aan de orde met als beklaagde Gijsbertfus Roelof Anthonius Tichelaar, stoker te Velzen, uit anderen hoofde thans gedeti- fieerd in het Huis van Bewaring te Tiel. Beklaagde was liefst maar niet eens verschenen. Het verzet werd dientengevolge nu vervallen ver klaard. Een cadeautje voor zijn „melsle". De 21-jarige zwervende koopman Alge Zeldenrust, had-den goud- en zilverwinkelier Jan Feller te Hoorn onlangs weten wijs te' maken, dat ie „verkeering" had met een, met name genoemd Hoornsch knotje. Nu moest er 'n cadeautje zijn en wou ginjeur graag wat gouden en zilveren horloges en ringen mee op zicht hebben. D«ap (kon zijne aangebedene maar uitzoeken. Nu, de voof haar opgegeven naam was die eener credietwiaardige familie, aan Feller wel bekend. Enafgifte volgde. Age met eenige gouden ringetjes en horloges naar z'n „allerliefste"Die intusschen alleen maar in gezien, en dat «toevallig op straat. Zij scheen er heele maal gteen lust in te hebben haar lijd te verspillen om een praatje met me te maken, zoo-ala jij dacht, dat zij graag doen zou, en na een paar opmerkin gen' over het weer excuseerde zij zich onder voor wendsel, dat zij naar dien trein, moest Haar manier van dben trof mij zóó zeer, dat ik haar den volgen den dag, ging opzoeken, maar het huis scheen ge sloten; in ieder geval ik kreeg geen gehoor. Gastle wist niets, behallve dat Joy heel veel scheen uit te zijn en dat ook verscheidene andere menschep. ver geefs gebeld hadden. D4t is een week geileden ge beurd en sindsJdlien ben ik tot de ontdekking ge komen, dat zij bijna den geheelen dag te Heston bij de vliegeniers is. Als ik je minlder goed kende, zou ik aarzelen je dit alles te schrijven, maar ik heb het nauwkeurig geiDiformeerd en ik hen hang, dat zij zich een beetje te vrij beweegt! Drie dagen ge- lelden heb ik haar een briefije geschreven en ge vraagd of zij bij mij kwam thee drinken, maar zij heeft niet geantwoord en i® ook niet gekomen. Wat moet ik doen? In zekeren zin voel ik mij verant woordelijk voor het meisje, daar jij mij gevraagd hebt een oogje op haar te houden. I.k kan je aJlleten aanraden terug te komen en zelf eien oogje in het zeil te houden Ik vroeg mii ai wat hl] zeggen zou als hu wist, dat Ik niets liever wilde aan wat hij wilde en welk oen onmogelijkheid het was. Ik ging lunchen, mij volkomen bewust, dat Mrs. Chcster's vriendelijke oogen mijn angst reeds dul dde t hadden. Het zou mij heel wat waard geweest zijn als ik haar in vertrouwen had kunnen nemen. Zn was juist de soort vrouw om Joy onder haar moe. derlijko vleugelen te nemen en voor haar lo zorgén. Ik Was «er zeker van, dat zo heel voel look op dé 'vrouw van den ouden Jardine. Zou ik naar haar huis gaan of niet? Wat kon ik doen als ik ging? Wöarschijnlijk alleen do dingen nog maar erger maken. Ik gebruikte den gehelen namiddag om tot een besluit t© komen, terwijl ik in den zonneschijn op den dam zat en kleine kie zelsteentjes in de zee gooide. Het was een prachtige dag en zonder -het zich telkens herhalend geratel van eon machitoegewéér ér- gens in den omtrek, zou men (nooit gedroomd hebben van den oorlog en de daarbij hehoorende verschrik kingen. de rijke verbeelding van vriend Age bestond. Hij wist de op zicht gekregen spullen al spoedig vodr een gedeelte te verpatsen. Zelfs heel naar Helder sjouwde hij met een der gouden ringen die hij aan de «kleine Duifje Groeii aldaar voor vijf gulden over deed, onder (het smoesje, dat zijn verloving „uitge raakt was. Maar het raakte met zijn fantasie en verzinsel tjes weldra heelemaal „uit" en Age liep er in. Na verhoor van de betrokkene getuigen werd te gen Zelden rust 8 maanden zitten gevorderd. Dén heeft hij rust. Mr. Leesberg, pïeiter, concludeerde tot lichtere straf. Een „Thorbecke" onwaardig. De 51-jarige Hendrik Thorbecke, een los werk man, op 30 Juni 186S te Zwartsluis geboren en laat stelijk wonende te Alkmaar, heeft daar op den 29en Maart j.1. zich „opzettelijk en wederrechtelijk" een granaten halsketting met gou-den slot toegeëigend, wat den geoebten heer Officier aanleiding gaf, hem te doen dagvaarden ter zitting van heden. Juffrouw J. Otting, een dochter van Thorbecke's nicht, was de wettige eigenaresse van de kostbare halsketting en de 39-jarige Alkmaarsche schoone waagde er haren oud-neef na diens snood misdrijf aan en liet hem voor de vierschaar dagen. Van onnoozel'heid ter zitting zal niemand vriend Heinr rich hebben willen betichten. Hij bekende de gap- perij en ook wo«u hiiÉbet wel weten, dat hij het hals sieraad voor vijf We guldens bij de wed. Plas in het Payglop had^wkocht. «De O. v. J. eischte 3 maandjes. Mr. Sluis, verdediger, haalde in zijn pleidooi aan dat Hendrik zoo waar nog «wis en warempel bloed eigen familie is van den bekenden grooten staats man Thorbecke. Je zou zeggen En beklaagde, «die in concubinaat met deze vrouw leefde en zinnigheid had om haar te huwen, ter wijl hij recht filosofisch is aangelegd, wasja tot het feit gekomen. Bewezen was 't. Thorbecke zit min of meer vast aan een andere vrouw, zei raadsman, maar is «toch voornemens, om met juffrouw Otting in het «huwelijksbootje te tre«den. lEn nu heeft Thorbecke de wat voorbarige stelling: „al het uwe is het mijne", al reeds gehul digd. Pleiter concludeerde tot geringere straf. En de heer Officier kon niet nalaten nog even dé veron derstelling lucht te geven dat de groote Thorbecke zich zeker in zijn graf zou omkeeren als hij 's'plei ters woorden zou hebben kunnen (hooren. Een strop met zijn eieren. Zekere Pieter Wagenaar, een landbouwer van om streeks 30-jarigen leeftijd heeft in den nacht van 29 op 30 Maart j.1. enkele kazen, wat boter en een „zoodije" kwattareepen gestolen, benevens een aan tal eieren.. (Later bleek echter tot Piet's teleurstel ling, dat die eieren van steen waren. Nijdig smeet hij ze met mand en al Meters ver. Maar de rest werd toch voor „goeden buit" verklaard. Ook wist hij zich nog eenig timmermansgereedschap weder rechtelijk toe te eigenen. Die grapjes gebeurden «te Heiloo en de getui-ge- nisse der waarheid door de bestolenen afgelegd, verschafte den heer Officier alle mogelijke bewijs. En een eiscb werd ingesteld tot 8 maandjes brom men. Dat is niet malsch en «de rechtsgeleerde raads man Mr. Offers, deed al zijn best, om het nog op een nader onderzoek aan te sturen. 'Diefstal van een klokkie. Een Amsterdammer, Dominicus Jacobus Peerde- man, thans gedetineerd, had op «den eersten April j.1. het zoo aangelegd, dat je kon gaan zeggen: „Op 1 April verloor Alva zijn bril", en Deen -Delis z'n horloge. Dat had Peerdeman als medepassagier op een kettenrijtuig weien in te palmen. Een goed zil veren remontoirtikket'je met ketting. Al met al de moeite nog wel waard om er werk van te maken. En er werd werk van gemaakt, veren remontoirtikkertje met ketting. Al met al de «Dirk Tamis, evenals Delis wonende te iZijpe, was ér bij geweest,'had ook mee«gereden op de ketten- kar, waar Dominicus z'n slag had geslagen. Maar Dirk had het plegen van het feit niet gezien daar hij gezellig hij den koetsier Wit op den bok zat, ter wijl Dominicus en slachtoffer in het rijtuig hadden plaats genomen. Voorts had het gezelschap zich nu niet bepaald doen kennen als «bestaande uit strenge geheelonthouders. Dirk Tamis wilde tenminste wel weten, «dronken te zijn «geweest, iets waardoor zijn waarnemingsvermogen nu niet in scherpte had ge wonnen. Ook beklaagde was „smoor" maar had, wat .bij gekomen, toch nog het besef, het buitje „onder te brengen" in zijn slaapstee eigenlijk die van Brantenaar. Maar de arm der gerechtigheid is lang en had «Dominicus weten te «bereiken een te geneen zondaar werd nu 6 maandjes brommen gevorderd. Niet malsch! Mr. Huizinga uit Hoorn wilde het «dan ook op ge ringere straf aansturen. KippendiefstaL Izak de Boer van Den Helder, uit anderen hoofde te Haarlem gedetineerd, had kip«pendiefstal ge-' pleegd en deswege was tegen hem 4 maanden ge vangenisstraf. «gerequireerd. Nog was de zaak in haar verder verloop voorloopig aangehouden, cm onderzoek naar beklaagde's vroeger en heden- 4&agsch leven in te stellen. Ik 'dacht aan D«on, en zijn opgewelde brieven. Hij had mij gevraagd ter wille van hem op Joy te letten en dit was de manier, waarop ik mijn belofte hield. Wat zou hij zeggen, ais hij het wist? Ik stond op en wandelde langzaam naar het lo. gement terug. Mrs. Chester kwam juist toen ik buv" nenging naar buiten. „Ik ga vanavond naar de süad terug", zeide ik, „Zoo?" Zij igiimladhte tegen me„ alsof zij alles be greep. „Kk wist, idlat u tot een (besluit -trachtte te (ko men", zeide zij. „Toch niets ernstigs?" Ik hoop van neen." Zij zocht in de zwartzijden tasch, waarin zij haar eeuwig breiwerk had, en haalde er een kaartje uit. „U kunt mij altijd aan dit adres vinden, wamneer ik u met iets van -dienst kan zijn," zeide zij. Ik stak het kaartje dankbaar in mijn zak en ging naar hoven om mijn koffers te pakken. Nu ik eenmaal tot een besluit gekomen was/voel de ik hoe de gedachte weer naar huis te gaan mij op de meest absurde wijze opwond, of moet ik eer-" luk zijn en bekennön, dat net feitelijk de gedachte was Joy te zullen zien? Hoe zou zij eruit zien? W-elke japon zou zn dra. gen? Zou zij 'blij ijjn mij ween- te zien? Ik stelde m«o onze ontmoeting op een hotuderd verschillend^ manieren en plaatsen voor. Misschien zou zu haar hoofd over de heining steken en mij aankijken, zoo», als zij hot den eersten avond gedaan had. Misschien zou zij mij op straat tegemoet komen. Allemaal dwaze verondorstellingen, gezien het feit. dat ik pas oan middernacht thuis kwam en zu van mijn komst (niets wist. Er was om zes uur een. trein, dien ik' namhet was een gloeiend heete dag, maar desniettemin voéldé ik mc als een schooljongen, die met vacantie (naar huis gaat, «eni aan de reis scheen geen eind t« komen. Het was tien uur, toen wij Beddington bereikten en in oen hansom «doorkruiste ik Loinden om te zi«en, dat ik aan het King's Cross station eela half uur moest wachten voor de trein vertrok. Wat vervloekte ik dat halve uur. De kans om dien avond joy nog te zien werd aanmerkerlnk kleiner, want nu zou ik pas na middernacht aalnkomen en tot den volgenden ochtend moeten wachten voor ik haar zag. Maar ik had mij 'die vervloekingen kunnen bespa ren, want toen ik onze straat inkwam, werd de zo- merstilte van den nacht verbroken door het schone Wat intusschen voor 's heeren officieren oordeel niet tot andere overwegingen heeft kunnen leidén, dér- halve Z.E.G. volhoudt bij het «eenmaal genomen re- quistoir. Mishandeling. Een struische jonge kerel van 23 jaar, Adriainus Bernardus pierik genaamd, den lOdeln Juni 1896 ge boren te 's Hage en laatstelijk wonende te Alkmaar, had zich wegens eene op 3 Maart j.1. aldaar gepleeg de mishandeling te verantwoorden. De 58jarige hulpbes teller bij de posterijen, Alh^T tus Peetoom, had een brief te bezorgen aan het adres van den heer Macdonald, bij wien Pierik sedert maan den tehuis was. Maar dat wist Peetoom toevallig niet. Macdonald zou verhuizen en Pierik, studeerende voor de groote vaart en tevens varensgezel, was daar bij 'behulpzaam. De postbesteller vroeg of Macdonald daar nog (aam het Verdronken Oord) woonde, want er was een brief voor hem. Geef dien maar aam jnij zei' Pierik zonder «nadere explicatie, misschien iin 't besef dat hij di-en wel voor z'n toezieuwlen voogd mocht aa'imeinen Maar Peetoom, niet kennende, de betrekking, waar in Pierik, (die hij bovendien iniet kende), tot Mac. donald stond, volgde natuurlijk zijn instructie als be steller, om niet een brief af «te geven aan iemand dién hij niet kende. Toen dus de besteller zijn aanbod weigerde, wcfrd Pierik boos. En toen Peetoom aan een meisje, daar in huis. dat hij wel kende, ten slotte aen brief afgaf, raakte Pierik nog meer uit zij'n humeur. Hu gaf Peetoom een pak slaag, waarvan de bejaar de man 14 dagen lang ziek was. Pierik zei, al een halt jaar bij Macdonald te zijn, door wien zijin studiegeld wordt betaald. Hu had dqj besteller, die hem inaar hij voorgaf, had baleedigd, alleen maar een klap om z'n ooren. Maar dan toch tnogal raak De brieven stoven wijd in 't ronde en het eischtd rappe handen om alles weer netjes bij élkaar to scharrelen. De O.V.J. wist mede te 4eelen, dat de -nogal drif tige Amoldus Bernardus niet al le guinstig bekend staat «en require&rde tegön den jotngein man 4 maanj,- den de doos in. Daar hadden ze niks mee te maken. Ben paar zwervelingen Hendrik 't Hart en Hen. drika van Gij'n, waren den 7den Maart j.1. zoo vnj om de politie te bemoeilijken, toen die een .d-énnis" van hen wilde transporteeren. Gevaarlijke kunstjes .echter ,wat kaïn (blijken uit den edsch tot 14 dagen zitten voor elk der bende be-klaag- den. Schoppe vrouwen. Tweeden Kerstavolnd brandde het haardvuur in het café van Nanne Geus te Oester Blokker recht genoe gd ijk en rondom de gezellig opflikkerinde vlammen zaten hospes ein stamgasten zich te vermeien, mét het aloude kaarlspd, waarmede zoo menige liefhebber in deze streken de lang© December, en andéré wintér^ avonden tracht te korten. Men was aan ,'t schoppenvrouwen en de uren vlogen om i Maar "t werd als hazardspel beschouwd en Nanne werd voor 't gelegeheid geven voor zulk spd voor dén kantonrechter gedaagd, die heim echter van alle rechts vervolging bij uitspraak had ontslagen. Maar -die drommelsche Ambtenaar bij het Open-" baar Ministerie was nog weer in hooger beroep ge gaan. En 'nu had je het gedoe opnieuw. Nan'ne had de moeite genomen zijne ziemsKvijA op papier te stellen, voor te lezein en het „gewichtige stuk" wel in de aandacht der Edel Achtbaren aanbe velende, die letteren voor de getabbaarde héórén ach ter te laten. Ter inzage i Ook gaFNanne grondige theorieën over 't edele kaart, spel ten beste ein 'trachttte hij ten duidelijkste aan te tonen dal schoppvrouwen een heel amusanp spel is, maar geenszins hazardspel. Want bij hazardspel speelt het geluk, hettoevai, hoofdrol. Bij h«et scnoppen_vrouwen hangt er echter heel wat af van je handigheid en van de kennis die je van ,'t sp«öl hebt. Van de medespelelndenop dien Kerstavond. Cor Dekker, Pieter Ott en Ariën jSchouten, ambtenaar ter Blokkerder secretarie, werd alleen de Jaatsté gé hoord die ongeveer in gelijken zin als de kastdejn over het schoppenvrouwen dacht. De 0.v.J. vroeg tenslotte bevestiging van h«et vonnis des' Kantonrechters, waarbij Nanlnej van rechtsvervolging werd ontslagen. Een stomme streek. Jaap Pronk te Helder, had aldaar van den kastelein A. J. van Weelde een zilverbonnetie van f 2.50 go- stolen. Een dure grap als ©r, zooals nu, een eisch tot f 15 boete qp volgt, door 15 dagen celstraf te vervangen. Verduistering. Johannes Andriessefn, een boekhoudertje van Wer vershoof. in dienst van "den koopman Th. Steltenpohl. aldaar, nad in dienstbetrekking een paar sommetjes, respectievelijk van f 65 eln f 150 verduisterd. Oneer lijkheden, die Hannes rnu als de heer pfficier z'n zin krijgt, met 55 maandjes zittein zal kunnen boeten. Mr. Dorbeck, verdediger, wil lichtere straf en af trek voorarrest. Een tweetal zaken met gesloten deuren tot besluit A.s. Dinsdag uitspraken geluid van ein grammophoon en eön koor van stemr ik dat daar zoo luidruchtig feest werd gevierd. Ik dacht, dat ieder raam wijd open moest staan, te oordeelen naar de duidelijkheid, waarmede ik ied£r woord hooren kon van het raglimelied, dat een half dozijn stemmen, begeleid door de grammophoon, uit brulden. Ik ben ze nu verbeten., maar ik weet, dat het ging over het „old Kentucky home" van den een of ander, en «een vreemd gevoel van eönzaamhéid besloop mij, toen ik daar buiten in deji «nacht stond te luisteren. In ieder geval was haar hart (noch door Don., noch door mij gebroken. Misschien waren wij beiden reeds met andere vergeten herinneringen ia de voddénmand van het verleden geworpen. Alle gordijnen waren neergelatetn, maar nu én dan, wanneer de nachtbries ze ito beweging bracht, kon ik even. in dekamer kijken, en ik weet zeiker, dat ik eenmaal het lichte haar van Joy zag, toen zu langs het raam kwam. Ik weet niet hoe lang ik daar gestaan heb maar wel weet ik, dat mijn eenige gedachte, was,, aat hef idioot van m«e geweest was naar huis terug te komen Wat kon ik doen, nu ik hier was. Wielk gezag had ik over Joy behalve 'dat, hetwelk ik niet durfde uitoefenen «en dat misschien in werkelijkheid nooit had bestaan .En dat leek me zeer waarschijnlijk. Gelukkig had Castle de voordeur niet gegrendeld; zonder leven te maken draaide ik het slot om, legdo op de keukentafel een briefje, dat zij deto volgenaén ochtend zou Vniden, etn ging naar mijn slaapkamer. Maar het was vroeg in den ochtend voor het la waai naast m«o ophield en ik in den tuito luidruchtig afscheid hoorde nemen. Ik kon ook do stem van Mr. Augustus Lambert hooren, waarvoor ik voor het eerst in mijn leven vurig dankbaar was. Zijto aanwezigheid -gaf tenminste iets (van fatsoen aan den avond. Castle scheen niet zoo verbaasd' over muti midder* nachtelijke thuiskomst als ik verwacht had. Toen ik naar beneden kwam, wenschte zij mij precies goedejn morgen alsof Ik heelemaal niet weg geweest was en dan «zedde zil, na mij kritisch opgenomen te heb ben, dat ik er veel beter uitzag en dat zij hoopte, dat ik mij geamuseerd had. „Mooi -weer," zeide ik en 'dan, toen zij weg wilde gaan, «riep ik haar terug „Castle ab je soms Miss Joy ziet. zeg haar dan niet, dat ik thuis ben." Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 6