«!1 I (lltll-ini Si LUUI Oiü De dingen om ons heen. Hel Meisje Yan hiernaast. Polder Wieringerwaard. Zaterdag 22 Mei 1920. 63ste Jaargang. No. 6622. TWEEDE BLAD, FEUILLETON. Uit en Voor de Pers. Men kan niet ontkennen, dat ernstige menachem vaak ongewild grappig kunnen zijn. liet communiqué, waarmede het resultaat der be sprekingen tusschen Lloyd George en Millerand to ilythe gehouden, aan de wereld wordt bekend ge maakt is er een prachtig voorbeeld van. De twee mannen, die daar het uitermate gewichtige vraagstuk van de Duitsche betalingen voorloopig hebben geregeld, zeggen in die officieele verklaring, dat nu eindelijk iets moet gebeuren, om het defini tief begin van de nieuwe periode van wereldvrede te kenmerken to mark the beginning of the new era of peace. Moet men niet, als de Figaro van iBeaumarchais, oven lachen, omdat men anders tranen in de oogen zou krijgen? iDe nieuwe periode van: wereldvrede 1 .In Klein-tAzië kookt en woelt het. Wordt er da gelijks gevochten en gemoord. De Oekradne staat lot den IDnjepr in vollen oorlog. OPolen en Oekrainers zijn aan het strijden tegen de troepen der Soviet- legeering en Roemeniërs, Estlanders en andere groepen staan geweer bij de voet te wachten hoe die strijd zal afloopen en met of tegen wien zij eventueel zullen oprukken om hun aandeel in den budt binnen te halen. In Mexico is de revolu tie in vollen gang. Op den grenzen van Honduras en San Salvador wordt gestreden. Ierland is, of wordt aanstonds, onder de krijgswet gesteld en divisie na divisie gaat met spoed naar het Groene Erin om te pogen met de wapens ln de hand althans de uiter lijke orde te bewaren. In Frankrijk heeft de regeering van Mdllerand den strijd aangebonden met het machtige centrale or- faan der syndicalistische revolutionnaire arbeiders- eweging. In de Vereenigde Staten stelt men een herhaaldelijk moordend anarchist candidaat voor het presidentschap. In Hongarije dreigen de weder- zijdsche gruwelen van Witten en JRooden over te gaan in een burgeroorlog. In Duitschland schijnt een nieuwe omwenteling te worden voorbereid en dit terwijl Polen en Franschen loeren aan de grens en zelfs Denemarken probeert meer te grazen dan waarop het recht heeft. Dit is volgens de heeren Lloyd George en Millerand het „nieuwe tijdperk van wereldvrede". Als het niet zoo bijster oneerbiedig was, zou men er toe komen te constateeren, dat een kinderhand gauw gevuld is. Wij zullen dit niet doen, om dat de heeren zoo machtig weinig hebben van kinderen, dat zij zich gegriefd kondien gevoelen. De verklaring, waarin deze fraaie zinsnede voor komt, is echter ook uit anderen hoofde interessant. N.l. om de regeling, die ten opzichte van de 'Duitsche schadevergoeding in uitzicht wordt gesteld. iDe heeren verklaren dan, dat het in het belang van alle partijen is om de oorlogsschulden zoo spoe dig mogelijk te liquideeren. Daarmede zal ieder het eens zijn. Maar dit liquidatie kan alleen plaats heb ben, wanneer de Centrale Mogendheden beginnen met af.-te betalen op wat zij schuldig zijn. Of schuldig zullen worden geacht. Wat niet geheel hetzelfde is. Maar tevens hebben de heeren in Hythe ingezien, dat „moeten betalen" een mooi werk is, maar dat „kunnen betalen" er aan vooraf behoort te gaan. Zoowel voor 'Duitschland, als voor de Ententelanden- zelf. De Entente heeft, zooals bekend ia, overal geleend waar maar te leenen was. Eerst bij 'Engeland en toen dit zelf in moeilijkheden kwam bij «Amerika, waar Engeland evenwel in de meeste gevallen borg was, omdat er reden was aan de bonlteit van vele geld- leeners te t\yijfelen. Zoolang Engeland als debiteur en als borg voor andere debiteuren in Amerika in het krijt blijft staan is er natuurlijk weinig of geen kans op herstel van de Sterlingkoers en dus van normale handels relaties. -Er moet dus Londen :alles aan gelegen zijn van die schulden af te komen. Vandaar dat men naar een middel heeft omgezien om die afbetaling te bespoedigen. Dit is een der redenen waarom Lloyd George plotseling zooveel haast maakt, niet alleen met de regeling der schadevergoeding in het alge meen, maar ook met het vaststellen van een fixuur en van de verdeeling der jaarlijksche afbetalingen onder de verschillende landen der Entente. Zoodra die féiten vaststaan en zoodra er zekerheid wordt gesteld door Duitschland, dat de afgesproken jaarlijksche bedragen ook geregeld zullpn worden voldaan, is Engeland er hoven op. Dan krijgen de bondganootan, dit milliarden 1» Londen en vla Lon den in New-York hebben geleend, een behoorlijk ge dekte vordering in handen. Papier, dat zij kunnen verkoopen, kunnen endosseeren aan derden. Als Frankrijk bijvoorbeeld een bedrag van drie duizend millioen toegewezen krijgt, in dertig jaar te betalen, (beschikt het jaarlijks over een wissel van honderd millioen afgezien nog van de rente. (Met die wis sels kan het zijn schuld aan Engeland en aam Aime- rika betalen. Natuurlijk precies als bij een ge wone particuliere zaak onder aftrek van een dis- contobedrag en met aansprakelijkheid als de hoofd schuldenaar in gebreke mocht blijven. Dit zou niet mogelijk zijn, zoolang van een vast (bedrag geen sprake is, zoolang het niet vaststaat, welk percentage elk land van de jaarlijksche afbeta ling zal ontvangen. Pas nadat dit is vastgesteld kan er sprake zijn van betere regelingen en van een her stel der internationale wisselkoersen. Niet alleen van die der Ententelanden, maar ook van' die der Centrale mogendheden. Want evenmin als men in Amerika Frankrijke vordering op Duitschland tot een onbepaald bedrag zou willen disconteeren, even zoo min kan 'Duitsch land of Oostenrijk rekenen op een werkelijk afdoend belangrijk buitenlandsch crediet, zoolang de geld schieter niet weet hoeveel de debiteur aan anderen heeft te voldoeh en hoeveel vermogen en inkomen hij dus onbezwaard overhoudt om de nieuw aan te gane verplichtingen behoorlijk te kunnen kwijten. Het is dus wel een algemeen belang van alle Staten dat de regeling in Spa zoo spoedig mogelijk tot stand komt. Geschiedt dit niet, mochten er weer nieuwe be zwaren rijzen, dan is het wel zeker, dat de finan- cieele en economische verwarring nog grooter wordt en dus de oplossing nog moeilijker. Reeds het feit, dat de conferentie in Spa uitge steld moest worden, is te betreuren voor de geheele wereld. Toch was er géén andere mogelijkheid. Op 25 Mei te beginnen met een conferentie van dergelijke beteekends en waar zoo goed als alles af hangt vam de. garanties, die Duitschland geeft voor het nakomen, is een onbegonnen werk, wanneer er een maand later verkiezingen plaats hebben, die groote veranderingen kunnen brengen in de regeo.- ring. Veranderingen, die zoowel personen kunnen be treffen als de algemeene politiek. Wanneer in mid den of einde Juni een andere regeering optreedt, die ten opzichte van de uitvoering van het verdrag van Versailles en de daarmee samenhangende regelingen een geheel ander standpunt inneemt hetgeen wij volstrekt niet voor onmogelijk houden dan zou het geheele werk van Spa weer ongedaan zijn ge maakt. lEn in elk geval zou men dan toch met het dis-- conteeren der Duitsche accepten moeten wachten tot einde Juni, eenige meerdere zekerheid is. Het zou dus volmaakt nutteloos zijn thans te gaan conferee- ren met personen, die straks als vertegenwoordiger en onderteekenaar konden worden gedesavoueerd. Nutteloos niet alleen maar ook gevaarlijk, omdat de Entente bij die besprekingen over het vast te stel len bedrag ten slotte open kaart zal moeten spe len, genoodzaakt zal zijn tegenover het Duitsche aan bod een tegenbod te doen, dat natuurlijk hooger is. Indien de Duitschers eind Mei in Spa waren en ook maar gedeeltelijk toegaven aan dien hoogeren eisch, hadden de tegenstanders der regeering van Ebert daarin het allerbeste verkiezingswapen, wat zij zich maar denken kunnen en zou de nederlaag van de tegenwoordige Duitsche coalitie reeds bij voorbaat vast staan. Met alle gevolgen van dien. Is er echter in Juni e enregeering, die krachtig staat en gesteund wordt door een meerderheid des volks, dan is er kans, dat men in Spa spijkers met koppen kan slaan en dat althans een deel van de bestaande onrust verdwijnt. (Dat is dan gezien die tien, twintig oorlogen en opstanden! nog wel niet het „begin van een nieuw vredestijdperk", waarvan Millerand en Lloyd George spreken, doch het is althans een stap in de richting tot minder gespannen verhoudihgen op economisch en financieel gebied tusschen Centraal en Entente- Europa. En zelfs die eerste stap valt toe te juichen. Ookdoor de neutralen 1 UITKIJK. gelegenheids wet kan worden gediskwalificeerd. Op spoedige behandeling van het wetsontwerp werd van verschillende zijden aangedrongen. Eenige leden, die ln het ontwerp wel degelijk een gelegenheids wet zagen, verklaarden zich tégón dé voorgestelde bepalingen, welke zij niet anders konden beschouwen dan als een onduldbare bedreiging van persoonlijke vrijheid, van de vrijheid van gedachte en politieke actie van handel en organisatie, met kracht te zullen verzetten. De regeering zal, volgens dézé le '"Ti, ook met dit wetsontwerp aan de revolutionnaire vloeiingen geen einde kunnen maken. De eenige wijze waarop de komende revolutie kan worden afgewend, is het wegnemen van de oorza ken, welke tot het ontstaan en het groeien der revo lutionnaire 'beweging aanleiding hebben gegeven en nog geven. De burgerlijke staat, die berust op de rechten van het individu, is het, waartegen deze her weging zich keert. Het revolutionnaire proletariaat zal zich door He bedreiging der regeering niet laten weerhoudén, hét zal op den eens ingeslagen weg voortgaan en hoe teller de Tegenstand, des te scherper zal zijn strijd zijn. Verscheidene leden, die niet, gelijk zij, die hiérbon- ven aan het woord waren, alle heil verwachtten van den communistisch en staat hadden i'ntusschen tegen dit wetsontwerp niet minder ernstige 'bezwaren. Z11 zagen in de indiening van 'het ontwerp een groote politieke fout. Dit ontwerp is niets anders dan eein poging van de regeering, om den arbeiders het. recht te ontneméin openlijk te beraadslagen over de vraag, welke houding zij züxlen aannemen. WAT DE KATHOLIEKEN VERWACHTEN VAN HET STEMRECHT DER VROUWENI Het Roomsche Dagblad, De Maasbode, maakte de volgende kantteekemingen over den uitslag der Raads- stemming te Maastricht, -„Bil de raadsverkiezing gisteren te Maastricht gehou den heeft het actieve vrouwenkiesrecht zijn intredé gedaan in de practische politiek. En het dient aan" stonds erkend, dat de resultaten van deze stembus, waaraan voor het eerst de vrouw deelnam, voor die Katholieke partij bijzonder gunstig zim te noemen. Volgens den niet_ofncieelen uitslag althans zou door den invloed der Roomsche Jciezers het aantal Katho lieke raadszetels van Maastricht met negen vermeert derd, ..dat der socialisten daarentegen met tweo verminderd zijn. Deze verheugende uitkomst beantwoordt overigetns volkomen aan de verwachtingen, die allerwegen war den gekoesterd omtrent "de werking van bet ini©uwe kiezeTsinstituut, en dat de Nederlainidschei socialisten voorheen -allerminst ooren hadden voor wat zn Ja ter als de vrucht van hun actie den volke met veel emphase voorhielden, vond zijn hoofdreden wel hierin, dat zii evenals tnans nog hun Belgische broeders beducht waren voor de Katholieke vrouw met het stembiljet in de hand. onder haar vaandel weet te Tokken te instrueeren in den wapenhandel volgens het socialistisch systeem," NAAR HET ENGELSCiH VAN RUBY M. AYRES DOOR W. J. A. ROLDANUS Jr. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht Ik ging naar het perron, koos een coupé in den tnein, die voorstond ,en blpef bij het portier staan rooken. Ik rookte drie sigaretten en wilde juist de vierdgf opsteken, toen een conducteur vroeg: „Gaat u mee, sir?" Ik schrok en keek óp. „Ja, maar het is toch nog geen tijd?" „We vertrekken dadelijk, sir." Mijn hart scheen een harden bóns le geven ejn dan stil te staan. Ik keek vlug het perron op en af, maar er was geen spoor van Joy te zien. „Gaat u mee, sir?" vroeg de conducteur weer, maar nu wat harder; hii dacht blijkbaar dat Ik doof was. Ik gaf geen antwoord; ik keerde mij om en liep verder. Joy was niert naar huis gegaan, dat wist ik, daar zil .geen andere lijn kon nemen. Ik hoorde het fluiten van den trein en het lang zaam wegrollen ervan uit het station. Ik bleef stil staan en keek hopeloos rond. Een soldaat, die iemand had weggebracht, en een geënga geerd spannetje liepen me vlug voorbij en toen zij weg waren, bleef ik alleen over in het station be- halve de portier, die met een lantaarn zwaaide, en een koopman die een trolley met leege mandén voort, duwde. .Joyi Waar was zij? Ik voelde me verdoofd en niet in staat om te denken, toen ik werktuigelijk weer naar de straat liep, maar op dat oogenblik hielden twee taxi's voor den ingang sul; een joingeman sprang uit den eerste en vloog halsoverkop het station binnen. Hu werd door twee andere mannen en een meisjé in een witte japon gevolgd, terwijl uit de andere taxi..,., maar daar bleef ik niet naar kijken. Ik keerde mu om en ging het station weer-bin'nen. Ik vond het groepje op het perron in gesprek met den portier., die achter zijn ooren krabbelde en vrij •koptisch naar hun opgewonden gezichten keek. ieder geval is er geen trein voor morgen och EEN GROOTE POLITIEKE FOOT. Het Voorloopig Verslag is verschenen omtrent het wetsontwerp*, houdende nadere voorziening gen tot bestrijding van reyolutiojnmair woelingen. Verscheidene leden gaven hunlne verbazing er ovér te kennen, dit dit wetsontwerp eerst nu, (een maand geleden ongeveer) is ingediend In de afgeloopén jarén zijn er oogenblikken. geweest, waarop het gevaar voor revolutie aanzienlijk grooter was dan thans. Vele andere leden konden zich met' deze ziéuiswijzé niet vereenigen. Zij achtten het een. daad van wijs beleid van de regeering, dat zii .eerst nu dit wetsonH werp indiende, omdat zij daarmede heeft 'voorkomen, dat het met ook maar qenigen schijin van recht als tend," hoorde ik hem zeggen. „Hoe u Ihuis kaïn ko men Hij lachte. „Ja, dat weet ik niet, tenzij u gaat wandelen of een van de chauffeurs overhalen kunt u naar huis te rijden." Ik vond, dat het nu tijd werd mij met de zaak té bemoeien, waarom ik naar het groepje liep. „Hebt u den laatsten trein gemist?" vroeg ik langs ?miin neus weg, hoewel mijn hart zóó klopte, dat ik dacht te zullen stikken. „Ik verkeer in hetzelfde* ongelukkige geval." Zn keken allemaal om. Zij kenden mij niet be halve Joy en ik hoorde haar een gilletje geven, dat zoowel woede als verlichting uitdrukken kon. Het andere meisje, dat vrij brutale, donkere oogen en eèn hooge stem had, antwoordde voor hen allen. „We hebben door het dansen niet aam den tijd gedacht Voor mij Js het zoo erg nietik heb een zuster op Russell Square wonen zn zal mu wei willen logeeren en Joy desnoods ook wel, maar deze jongens „l) komt zéker allen van Heston?" vroeg ik „Ja, daar moeten wij in ieder geval naar terugf" antwoordde de jonge man, dien Joy Roger genoemd had. „en Miss Lambert „Ik zal Miss Lambert .thuis brengen," viel ik hem in de rede. „Als deze dame, zooals zij zegt, op Russell Square kan loogeeren, en u een taxi kumt krijgen om u thuis te brengen, dan zal ik misschien wei een andere voor Miss Lambert en mn krijgen." Ik zag een jaloerschen blik in de oogen van den iongen man en ging voort: „Mijn naam. is Buchanan. Miss Lambert is geëngageerd met mijn pupil Do- nald Carey." Dat scheen een kleine sensatie le verwékkéh, Joy alleen bleef met gebogen hoofd onbeweeglijk staaa Het 'meisje met de donkere oogen lachte vni fa miliaar. „Zoo. bent u Don's voogd?" vroeg zij. ,.We 'heb- heel dikwijls over u hooren praten, niet waar. jon gens?" Zn "kreeg geen antwoord en ik zeide kalm:' „Als een van jullie nu e£ns probeerde een paar taxi's te krijgen in plaats van hier te blijven staan." Drie vlogen, er onmiddellijk weg en wij volgden hen langzamer, tefwijl Joy afzonderlijk liep. Zii sleepte zich voort alsof zij zóó moe was, dat zn nauwelijks wist hoe vooruit le komen en zij sprak geen woord voordat Roger ademloos terugkwam en zeide, dat alles in orde was; zij hadden twee chauffeurs gevonden, die ons voor een paar pond naar huis wilden jfc>rengeA. Vergadering Polderbestuur op Woensdagmiddag 4 uur, onder leiding van Dijkgraaf Koster. Afwezig we gens ongesteldheid de heer J. A. Kaan, Heemraad en de heer K. A. Kaan, thans nog Hoofdingeland. De heer J. K. Kaan, secretaris, leest de notulen* voor, welke, behoudens een kleine bemerking van den heer F. A .F. Groneman, worden vastgesteld Naar aanleiding der notulen deelt voorzitter mede, dat hq persoonlijk aan den Oostdijk is geweest en heeft aldaar gezien, dat enkele perceelen minder goéd in orde waren w$tt betreft de jai'etschokken. Om deze thans op te ruimen, zou voor 't gewas minder ge- wenscht zijn en wil dit dus liever uitstellen tot dein herfst. Ingekomen is een afschrift van het uittreksel Ko ninklijk Besluit, betredende de benoeming van den heer Jb. Waiboer Hz. tot Heemraad. Voorzitter zegt, dat t Dag. Bestuur behoudens goed keuring van hoofdineelanueiL, besloten heeft om de brug bi] den hoer D. Breed aan de Nieuweeluis, waraan toch tamelijk veel reparatie moest gebeuren, geheel le verwijderen en daarvoor evenals aan dé tweewegen een duiker, niet betonnen dék té laten maken, we kunnen dan tevens 60 a 70 c.M. verlagen, wat zeker een groote verbetering zal zijn, terwijl hel voor de vaart geen belemmering zal opleveren. Allen zijn overtuigd, dat het een groote .verbetering zal zijn, én kunnen zich dan ook. best met het voor stel vereeniaen. De heer C. A. Waiboer vraagt nog, of het werk zal worden aanbesteed, hetgeen door voorzitter bevesti gend wordt beantwoord Dan deelt voorzitter mede, dat op de nieuwe ver ordening op het hebben vaii brongas geen bezwaren zijn ingekomen en deze aldus in werking wordt gesteld. De geloofsbrieven van den herkozen Hoofdingeland K. K. Kaan en de gekozen hoofdingelanden C. Biaau- b oer—Vries en J. Bakker Az. worden in orde bevonden, zoodat tot toelating wordt besloten. Den heer K. K. Kaan, die aanwezig is, wordt ge- reliciteerd door voorzitter, die tevens den wmsch uitspreekt, dat de beer Kaan wederom deze betrekking tot nnn genoegen moge waarnemen in het belang van den polder. De hoer Kaan dankt voor deze woorden, de verzen kering gevende, ddt hij zijn beste Vachten wil geven tot medewerking aan de belangen des polders. Hierna is aan de orde rekening en verantwoording van den penningmeester. De heer K. Zijp als rap porteur deelt mede namens de heeren Waiboér én Rijkes, dat alles volmaakt in orde was bevonden. De ontvangsten hadden bedragen f 92066.57, de uitgaven f 78954.30V», zoodat het batig saldo bedroeg f 13112.26i/i. Het is de commissie opgevallen, dat bij de uitgaven enkele posten abnormaal hoog 'waren. Dit kan na tuurlijk een gevolg zijn van de steeds hooger wor dende prijzen, doch eein paar posten waren toch zeer hoog. Ten le. de rekening van Veeier dié het onderhandsch werk had gehad ein ten 2e de rekening vain Schouten. We hebben ons niet kunnen voorstellen, dat alles geconsumeerd was, want dan zouden de heeren er zeker niet goed vandaan géko- men zijn. Voorzitter licht toe, dat de materialen zeer zeker verbazend hoog zijn en veel werk aan de bruggen is geweest, waardoor de rekening van Veeter niet is meegevallen en ten opzichte van de rekening van Schouten, die ook ons niet is meegevallen, kan wor den meegedeeld, dat er ook eenige lévérantié bil was. De heer Zijp zegt, dat niet te hebben gewetém want als 9 personen hebben geluncht voor f 61.50, zouden de heeren toch zeker niet op hun beemén hebben kunnen staain. Overeenkomstig het voorstel van de commissie wordt de rekening goedgekeurd. Enkele ai. en overschrijvingen tot een bedrag van f 1582.25 worden goedgekeurd. Alsnu komt voor de 3e maal in behandeling de beharding van een gedeelte onderkant van den west- frieschedijk. Voorzitter zegt. dat er de vorige vergadering 3 voor stellen waren, doch dat bet Dag. Bestuur thans ad- haesie wil betuigen aan het voorstel van den heer C. A. Waiboer, als zijnde het meest radioneelst. Dit voorstel luidt, dat de eigenaar van het land de be harding voor hunne rekening zullen doen en daarna de pólaer het voortdurend onderhoud op zich neemt, De heer Rijkes houdt zich aan zijn voorstel, n.1. dat de polder alle kosten zal dragen. Het is niet zoo erg ais het bestuur wel denkt, er zijn heele stukken waar bijna niets aan te doen is. Evenals de vorige keeren wederom een drukké dis- cusie, waarna voorzitter eerst het voorstel-Rijkes in temming brengt. Dit wordt verworpen met- IQ tegen 3 stemmen. De heeren D. Kooij, Jb. Waiboer «n E. Rijkes stemmen voor. Hierna 'wordt in stemming gebracht het voorstel van den heer C. A. Waiboer, waaraan op voorstel van den heer K. Zijp nog wordt toegevoegd„Mits de aanleg goed is." Dit voorstel wordt aangenomen met dezelfde heeren Kooij, Waiboer ém. Rijkes thans als tegenstemmers. Voorzitter zegt, dat het nu van de gebruikers zal afhangen of zo hierop zullen ingaan. De heer Rijkes geeit te kennen, het niét té zyllém aannemen, doch nu andere maatregelen zuilen nemen. Door den heer C. "A. Waiboer wordt ter sprake gebracht een sloot tusschen het land van Gouwen- borg en Jb. Koning. Het water in dien hoek kan nooit wteg. De sloot zit vol„ terwijl voor en in den duiker zooveel modder ligt, dat daar steeds verstopping is. De eenige oplossing is, de sloot er goed uit te baggeren en de duiker nazien. Voorzitter wil met den opzichter en den heer Wai boer gaarne een onderzoek instellen. Rondvraag. De heer Groneman zegt, wel overtuigd te zijn, dal we in oorlogstijd zuinig moesten doen met de steenkolen, doch indien dit nu wat beter is, zou de sluizerhoek heel wat bevorderd kunnen worden indien 't peil b.v. 20 c.Rt werd verlaagd Met koud weer is 't opmerkelijk, dat 't land daar heel wal achter komt bij den hoogen polder. Voorzitter vindt dit een fcardiinaal punt, het gevolg zou echter zijn, dat er geen sloot meer goed is. Dat bezwaar lijkt den heer Groneman niet zoo groot, als dat het land te koud is. De heer R. Kaan zou 't veriagen van het peil niét willen aanraden, doch er meer voor gevoelen om eerder en meer .keeren te malétn, vooral in dézém tijd dat het land te koud is. Voorzitter Is dit geheel met den heer Kaan ééns en heeft bovendien «hoop, dat we daartoe nog beter kunnen komen wanneer we eenmaal electriricatie hebben. De heer Groneman wil zich niet bepaald aan de 20 c.M. vasthouden, Wanneer er meer keeren wordt gemalen; zal dat zeker al een groote ^rbctering}zijn Voorzitter merkt op, dat als we voor ue Sluizerhoek een aparte bemaling hebben, dit voor de eigenaars in den grooten polder niet billijk Is, wat betreft de betaling van polderlasteo. De heer P. J Blaauboer geeft le kennen, dat we in den grooten polder het water evengoed kunnen mis" sen als in den Sluizerhoek. Door den heer R. Bakker wordt nog opgemerkt, dat we ons van de eiectrificatie niet al te veel moe ten voorstellen. Na nog eenige discussie wordt besloten om bij wijze van proef met 10 c.M. eerder beginnen te malen en dus te stellen op 2.40 M. minus A.P In den zomer wil men 't water liever bewaren. De proef zal wor den genomen tot 1 Januari 1921. Toen keek .Joy op en zeide tegen mij, maar zóó, dat de anderen het niet 'konden hooren: „Ik ga niet met u alleen..." „Neen," antwoordde ik, we zullen uw vriend Roger bij ons nemen. Ik was van plan het hem te vragen." Dat was ook zoo, want de gedachte aan dien lan gen rit alleen met Joy had ik dadelijk van mij af gezet. En toch want zoo zijn wij zeker geschapen deed het mij pnn van haar lippen te hooren, dat zii het ook niet wilde. Wij namen afscheid van het meisje met de don kere oogen en Joy en ik en de jolnge Roger stapten in den eenen auto. terwijl de anderen zich zoo goed en zoo kwaad als het ging een plaatsje ln den tweeden zochten. Joy zat naast mij, maar zij trok zich zoo ver van mn terug in een hoekje, dat zelfs geen plooi van haar Japon mij aanraakte en ik, hoewel ik een paar maal naar haar keek, zelfs dein bleeken omtrek van haar gezicht niet zien kon. Roger deed verscheidene vruchtelooze pogingen om een gesprek te beginnen. Het was ©en fatsoénliiké jongen en hij "ham alle schuld op zich, opdat Joy maar geen standje voor haar 'escapade zou krijgen maar weldra gaven we., als met onderling goedvin den, iedere poginn om het gesprek gaande te houden op. Spoedig lag Londen achter ons en waren we biuten, waar een frisch nachtwindje het warme aan gezicht der aarde koelte toewuifde. We schenen uren en uren door een slapende wé- reld te mdien. De maan kwam als een bleeke sikkel over de bedauwde velden op en wierp daarover een zacht licht; het gesnor van den motor scheen het eenigg geluid te zijn, dat de stilte verbrak. De ionge Roger sprong op, liet het raampje neer en stak zijn hoofd naar buiten. Blijkbaar reed de andere taxi vlak achfer ons, want hn riep iets en kreeg antwoord, waarna de chauffeur stil hidd. „Neen, gelukkig niet, maar hier slaat de weg naar Heston af en de anderenwillen, dat ik met hen medega. Hij aarzelde en JLk kon voelen hoe zijn blik ken langs mij Tiaar Joy gaan. „Ik zal maar afscheid nemen, Miss Lambert.' Hij stak zijn hand uit en drukte de hare en ik hoorde haar zeggen„Goedennacht en hartelijk dajnk." „Er is niets om dankbaar voor te zijin. Ik had beter op den tijd moeten letten." „Maar allo is gelukkig op zijn pootjes terecht ge komen," zeide ik, Joeln we elkaar de hand drukten, „Goeden Inacht en wel thuis." Hi| deed het .portier dicht, zeide iets tegein dén chauffeur en het volgejnde- oogenblik reden Joy en ik alleen verder. Ik martelde mijn hersens om jets te zegen, maar vergeefs; de stilte die niets beteekénd had, toén Ro ger er nog was, werd ondragelijkik deea een wan hopige poging en zeide, dat ik bang was. dat zij wel moe zou zijn. Zn ftntwoordde niet, maar zij zat nu rechtop, zoo. dat ik haar gezicht in het bleeke maanlicht zien kon. „WanJneer bent u teruggekomen?" vroeg zii. „Gisteravond laat." Ik kon voeléu, dat zij trachtte te bedenken wat mu naar Lotaden teruggebracht kon hebben. „Hoe komt het, dat u den trein gemist hebt?" ».Dat heb ik met opzet gedaan t>m op u te wachten," zeide ik. Ik hoorde, dat zij haar adem In hield, en giing dan voort: „„De zag u m het Savoy; Ik was in de warande, toen u wegging. Ik wist, aat u op den een of janderen tijd naar huis moest, daarom - wachtte ik." „Waarom?" Ik haalde mijn schouders op. „Ik kan u geen. 'betere reden geven dan dat ik £%-<iat u veilig thuis wilde brengen." „Om er zeker van te zijtn, dat ik naar huis (ósnaL bedoelt u zeker?" Een kleine pauze, dan vroeg zij: „Hebt u -u geamuseerd?" „Uitstekend." „Ik ook. Het is de prettigste tijd geweest, dien ik j ieven gehad heb. Roger is rijk wist u dat?" „Ik heb hem voor vanavond nooit gesproken en nooit iets vain hem gehoord -N°u. hu n[k - verschrikkelijk rijk. Daarom heeft vader mij aan hem voorgesteld. Zij hield* even op. Waarom zegt u niets?" vroeg zil .op een toon, die duidelijk bewees, dat zij yreeéeu lijk zenuwachtig en doodmoe was. „Ik heb niets Te zegen," antwoordde ik vrienjdeM lijk, „behalve, dat u ter niet inaar uitziet, alsof u zoo'n prettigon tijd gehad hebtu ziet er doodmoe uit," Zij hield haar adem in en-zij snikte weer. .Het. schema een eeuwigheid te duren vóór zq sprak, (ten zeld© zij „Wat dacht u wel, toon u merkte, dat wij den laat. sten trein gemist hadden?" wist natuurlqk, dat hot oejn ongeluk was."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 5