Uit het Hart Yan Holland. He! Meisje yan hiernaasl. TWEEDE BLAD. S t a a t s 1 o t e r ij. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. Zaterdag 12 Juni 1920. 63ste Jaargang. No. 6634. De ïcvolutiekoorta wordt van dag tot dag dwazer en als het eens komt tot een, relletje, zal het mi6t het minst aan het rare voorstel vain den Premier zijia tn wilton. Menschen, die 'ai 'ia uur op hol 21111, als zij maar denken aan geladen geweren bi] de openbare macht, heiden, 'die in een slot kruipen zoodra er geknala wordt, en die zich derhalve beperkten tot gezwam In üe ruimte over revolutie, inplaats van er maar een seconde aan te denkieln, dat zi] zelf ook wel eens boven op, inpiaats van achter '111 barricade zou den komen te staan, worden au door hun volgelingen en hun partij faiiitsoon op 'n mooien dag misschien rïbg eens gedwongen va!n hun praten* over te gaan 01 daden.Dan zal het wetje vaia Ruys de naaste aanleiding zijn, Als het zoover komtl Want vermoedelijk zal het echec van de „algeraeene staking" van Dinsdag jl, voor de roode neeren wel eun vingerwiiziging znm, dat het tenslotte geen loonend "bedrijf is, alleen maar 10 doen wat de nog-rood'ere buurman wij, en heéjle- maal niet ,to letten op die wenschen van .eigen vol gelingen' m partiigenooten, Misschien komt er binnen niet te langen tijd een eind aan het „overkleden" in volksliefde pn demo- craWigheid tusschen Wiinkoopianen dn. S.D.A.P Zit zijn thans reeds zoover, dat de een steunt, wat de ander voorstel en dat Piet uaiibauwt wat Da- vid zeide, en omgekeerd; De beroemde 50 pet., die de heeren op den wéiosch van hun „naaststaande geestverwanten plachten te zetten, iijn tot 10 pet. of zooiets gereduceerd. Ook zonder ov of bi edendoor geschreeuw, sabo tage, intimidatie en dergelijke middelen alleen, hopéin" zn de bourgeoisie wei te kunnen nekken. Wat mogelijk zou zijnv indien alle andere partijen nog maar. steods, precies'als bil 'de regeering nog ai- tii<T het geval is. te vangen waren onuer het hoedje van November 1918. Do initiecle foutde lafhartigheid der-j,bourgeoisie", van toon, blijft zich nog steeds wreken. Praktisch Leder .bourgeois" maakt langer dagen, 'en zeer velen,, verdienen milder, dan de workma'11, die toen dè hartlau der regeering werd en moest worden gepaaid met üe allerdwaaste concessies. Om het revolutie- spook toch maar af to wencleh. Nu hoeft men liet zoover gekoerst, dat de officieelé arbeidsdag van Nederland, de- kortste is van ,heel do wereld, Men heeft het algemeen kies récht, hétgjéétn' aan Troelstra's partij wol een groot aanial zetels, maar toch* bij lang© na geen meerderheid schonk. Om Inu toch do roodo wenschen- te verwezenlijken, moet één nieuwe taktiek worden toegepast. Het volle hoeft Zich onder vigent van het Alge meen Kiesrechtweliswaar uitgesproken, doch dia uitslag deugt niot, zegt Troelstra, nagepapjtgaaid doen de mindere goden. Deugt niet, want: „Wij ebben de meerderheid achter ons 1 Waaraan hij dit merkt, blijkt nergens uit. Zeker niet uit de „algemeen© staking" die voor Dinsdag verordineerd was en. waarvan niemand veel bespeurde, De venters met roode anjeliorén haddén eert goeden dag en het nieuwsgierig publiek iln do buurt van het Binnenhof een buitenkansje vanwege de bereden agenten en het verder machtsvértoon, ter onderdrukking van heelemaal niets door de over heid ontwikkeld. De cenigeav die slaakten waren de bouwvakarbeiders en nog zoo in paar groepen, waarbij niet-werken een chronisch verschijinsel is geworden, warou niemand meer let dan de velen, dio hoe zu pok zoeken geen woning kunnen vinden. Dat de huizeiibezitters en bouwers onschuldig uitgaan, .zal niemand beweren, die de talrijke leegstaande huizén met In t bordje „te koop" ziet. Maar dat het niet gereed komen' van ieon groot getal hal fafgie werkte hui zen aan 't slaken van grondwerkers, stucadoors, metse laars en wat dies meer zij, moet worden toegejschre- v©n is 'eveneens oen vaststaand feit. Zoo moet het werk aan eenige woningen die nog wei roer do Gemeent* worden gebouwd, reed» génri- men tijd rusten, omdat de stucadoors geen zin heb ben en de andere werklui dus niet kunnen opschieten. Het plan is wel geopperd het werk door stucadoora van elders te doen verrichten, doch daartegen verzet zich de nieuwe moraal en de besmettingsthieorie. 'Geschiedde dit, dan zouden de andere werklui toch niet aan den arbeid gaan, want deden zij "dit. dan zouden zij jSch schuldig maken aan het behandelen •van „besmet goed", door „onderkruipers" aangeraakt Dit laat de solidariteit niet toe en dus wachten zij. wacht het werk tot het den heeren stucadoors ge legen komt weer eens aan het werk te gaan... Hoever die besmettingstheorie gaat en tot wellen absurde consequenties zij leidt, Wijkt uit een ar- beidersconilict in Elngdand. Dat is in het buiten land. Toegegevem doch hetzelfde zou hier -ook zijn geschied. B11 den bouw van een tuindorp, geheel voor ar beidersgezinnen bestemd in de omgeving van Lon den moest een 'directiekeet worden opgietrokkén. Hét ding, van hout, kwam püsklaar uit Noorwegen in eeln Engelsche haven, waar (toevallig of natuurlijk?) een hoolwerkersstaking was. Daar de houten directieke>e|t noodig was voor het werk, besloot men. gezien de gr00te belangen voor de gezinnen, die op een wo ning in het tuindorp wachtten en omdat aan dè havenstaking geen einde was te zien, do lossing van de deelen dier keet door werkwilligen te doén plaats hebben. Groot alarm der stakende bootwerkers. Dat hout Is besmet. Ja, dat vonden de bouwarbeiders in het tuindorp ook. De deelen van de keet waren er wel, doch nié mand stak een hand uit om het ding iln elkaar te zetten en 'dus blijft ook het werk aan de arbeiders woningen rustig liggen tot er bij gelegenheid oen eind komt aan dit merkwaardig conflict. Wat de stakers eigenlijk willen is niet duidelijk, Vermoedelijk moeten de planken en balken wéér naar de haven worden teruggebracht en ingeladen om dan door de alleen daartoe gerechtigde bootwer kers opnieuw te worden gelost. Een andere methode om de besmetting te bestnjdén, die bootwerker en bouwarbeider bevredigt, schijnt er niet te zijn. Leven we nog l-n een normale wereld, of bevinden wn bns ar Compleet in eeui gekkenhuis? Het hóeft er soms alle schijn van, dat het laatste 't geval is.... A. 5e Klasse. 16e Lijst. Trekking van 10 Juni. I 1000 niet premie van i 30000, No. 19886 I 2000, No. 19330 f 1500, No. 14150. t 1000, No. 952 6633 9066 10260 20311. f 400, No. 13731 145-16 20680 21314 t 200, No. 52Ö9 10244 12570 14998' 15323 16637 17333 17620 22280. 1 100. No. 3873 4096 6384 7433 7582 11185 11959 12199 14108 14501 15724 20569 218-15 22620 22920. Priizen van 70. 234 '2707 6829 10204 12851 15611 18437 20579 278 3098 7265 10210 12858 15777 18541 20734 663 3190 7284 10430 13112 15843 18613 20788 687 3249 7457 10714 13126 16051 18621 20813 845 3393 7465 10748 13327 16196 18749 20865 860 3453 7511 10991 13123 16338 18823 20915 891 3823 7548 11096 13531 16192 18869 20970 911 3907 7760 11219 13551 16621 18886 21183 956 3959 7857 11414 13619 16624 18901 21221 1027 1054 40-11 7975 11460 13670 16664 18904 21353 4308 8011 11463 13865 166,72 18908 21368 1059 4606 8108 11593 13869 16783 19184 21434 1118 4812 8126 11678 13905 16925 19297 21546 1170 510-1 8249 11731 14290 16974 19340 21/50 1195 5183 8254 11777 14352 17350 19360 '21801 1313 5197 8371 11956 14429 17385 19376 21910 1381 5209 8487 12102 1-1473 17-116 19386 21994 1642 5303 8601 12160 11517 17483 19474 22028 1714 5446 8608 12166 14561 17486 19475 22097 1767 5573 8626 12378 14755 17492 19505 22169 1882 5574 8723 12411 14917 17555 19765 22172 1919 5599 8955 12419 11904 17613 19771 22182 1969 5833 8960 12513 15036 17644 19798 22236 1990 5919 9149 12522 15086 17787 19821 22218 2210 6324 9211 12595 15129 17924 20071 22305 2247 6339 9338 12672 15346 17955 20074 22377 2306 6410 9580 12706 .15350 17983 20087 22521 2518 6567 9638 12970 15371 18092 20089 22709 2572 6642 9725 12816 15451 18274 20124 22857 2599 6699 9833 12823 15552 18359 20487 22968 2640 6784 10105 12837 15601 18396 20531 NAAR HET ENGE/LSGH VAN RUBY M. AYRES DOOR W. J. A. ROLtDANÜS Jr. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht „Toon ik binnenkwam", zeide ik, „zei Je, dat de dingen eenmaal in orde moest komen. Ik wee't, dat dat een lievelingsgezegde van je is maar wat voor dingen?" Het leven, hèt geluk, de dingen in het "algemeen", legdé hij uit. „De dingen zouden voor haar bijvoor beeld in orde komen, wanneer zij over haar verliefd* beid, liefde of hoe je het noemen wilt voor jou •kan heenkomen!" Hij hield op. „Of als jij", ging hij voort, „plotseling tot het besef komt, dat zij er niet overheen behoeft te komen". Er klonk iets vroolijk-ironisch in zijn stem. „En wanneer er zoo iets gebeurde?" vroeg ik kalm. „En dan wanneer Don eens terugkwam zooals God geve, dat het gebeuren zall" De oude Jardine antwoordde niet dadelijk; dan zeide zij: „Daar zeg ik amen op, en laat de rest maar voor zichzelf zorgen". „En wat moet er intusschen van Joy worden. „Ze zegt, dat haar vader haar verstooten heeft Jardine schraapte zijn keel. „Zij komt hier hij mij wonen". „Hier!" „Ja ik (ben een oud man zij zou mijn klein dochter kunnen zijn. (Niemand kan er iets van zeg gen, wanneer ik haar tot huishoudster neem en haar wat. terug laat brengen van1 den zonneschijn, dien ik verloren (had, toen zij. wegging", en hij keek weer naar het portret van zijn vrouw. „Nu vroeg hij, toen ik b leef zwijgen. ,AMat heb je te zeggen?" „Alleen dat het vriendelijk edelmoedig precies iets voor jou is". „Tut, Tut! Onzin en malligheid! Het is niets dan zelfzucht. Ik heb- veel liever, dat zij hier komt, dan zij zelf wil, daar wed ik wat om. !Nog wat whisky..." Ja. zij zou het goed bij hem hebben, 'dat wist ik, en ik zou haar nu en dan eens kunnen zien. 'Dat was het eenige waar ik over dacht, toen ik naar nuig liep. Ik zou haar kunnen zien en haar stem en haar lach hooren en al was dat plles, waar ik op kon hopen wanneer Don terugkwam enfin, het was in ieder geval iets. Een sul had de oude Jardine mij genoemd. Ik moest bijna lachen, toen ik er aan-dacht. De man, die dien avond JoV Lambert in den'tuin gekust baa, de man, die nu naar huis wandelde met klop pende polsen bij de herinnering aan de dingen, die zij aan. den ouden Jardine verteld had, en aan de onuitgesproken dingen, die in haar oogen gelezen had, toen zij mij heel even aankeek door haar tra nen heen voor zij uit de kamer vluchtte, die man was zeker geen sul. Stel, dat Don niet terugkwameen wreede ge dachte, die telkens weer meedoogenloos in mij op kwam, hoezeer ik trachtte die van mij af te zetten. Ik wilde hem terug hebben nacht en dag hoopte ik, dat hij terug zou komen, een hoop, die met ieder ■voortsnellend uur iets van haar kracht verloor. iAls hij terugkwam als hij op een goeden dag zijn hoofd weer om de deur van mijn studeerka mer stak en „Allo, sir, daar ben ik!" zeggen zou! Ik wist, dat dat het gelukkigste oogenblik van mijn le ven zijn zou, en tochen dat oogenblik zou dk voor eeuwig de deur moeten' grendelen, die toch al gesloten was achter de vrouw, die lk liefhad. •Don had haar lief; dat was voldoende; als hij leef de, zou ik liever sterven dan een vinger uitsteken, om hem van haar af te nemen. „Als het niet hoogst noodzakelijk is, dat u nui spreekt zou ik het liever niet willen. Etn ik1 geloof niet, dat het hoog noodzakelijk is... De woorden van haar briefje kwamen In 'mijn gedachte terug; ik .deed de lade, waarin ik het opgeborgen had, open en las het nog eens over. Wat zou zij met mijn briefje gedaan hebben, vroeg ik ma] af. Het leek onmogelijk, dat zij niet alles had kuninlen lezen, wat. mijn hart tusschen de régels geschreven had. Maar zij had tegen den ouden Jardine gezegd, dat ik haar niet liefhad; ik had zelf den strijd der schaamte in haar oogen gezien, toen zij dien ochtend de mijne ontmoetten; en een groot verlangen reés in mn op baar te. doen begrijpen, om haar te zeggend dat ik mij ter wille van Don ter wille van hem alleen .verwijderd van haar hield, om haar te Schrijven, om iets te zeggen, dat de vreeselijke wondé, die aan haar trots was toegebracht, te heelen en dd dingen voor pus beiden gemakkelijker te maken om te dragen; de gedachte, dat zij niet weten zou, dat ik met haar leed, was ondragelijk. En dan, vóór ik het zelf wist, begon ik te schril0 ven, en de woorden, die gisteren zoo moeilijk te vin° den waren, kwamen nu als vanzelf, en ik schreef: „Beste Joy. Je hebt me eens een lievén, edelen man genoemd. Misschien verdiende ik dat toen met, maar wil je probeeren. mij te begrijr pen, als ik zeg. dat ik nu al 'mijn best doe om het te verdienen. Er zijn vele dingen, die ik. behalve in mijn hart, nibt tegen je zeggen mag; maar misschien zal eenmaal het leven vriendelijk^- voor ons worden en een manier weten te vindén, dat ik ze je zeggen kan, zonder dat ik me ecfci t/weede maal eerloos behoef te gedragen tégénT over hem die ons beiden vertrouwd heeft," Ik was van plan dien brief te' verzenden, om har rentwil, zoo niet om mijnentwil. Want ik wist, dat het geloof, dat .ik haar nie! liefhad, haar de meeste smart veroorzaken moest. Ik had den brief juist in een enveloppe gedaan^ DE KRACHT VAN DEN WIL Het scherpste wapen van den mensch is de wil. Het is een zekere waarheid van de oudste tijden af, dat het leven van het lichaam zich schikken moet naar het leven van den geest. Het geesleslévén is hét ©enige waarachtige, het is 'de grondslag valn alle deugd en van waar geluk. De meinschelijke geest bezit het v< -nogen om door oen wil alleeln zijn ziekelijke ge waarwordingen te beheerschen." Ik wil. Het halve lot van den mensch ligt in dat energieke woord. Ik wi I, geeft de kracht om zeJfs den grootsten vijand te bedwingen en de macht om het lot te verzwakken En wat is dus het meest noodig bij jlen gang door dit leven? Een vaste wil. Het moet niet alleen genoeg zijn het goede té willen, maar het moet ook worden gedaan. En is dit on3 ©ens een gewoojnte géwordén, dan onder vindt men zeker hjet aangename vam deze verstan dige levenswijze Beter is intelfectueelé groothéid dam materieele macht. Door geest en verstand is de mensch de heer der schepping. Niettemin heeft hij .dwalin gen, die haar spel spelen, maar door den wil kan elke dwaling een kerm van .deugd ön waarheid be vatten, die wel moeilijk is te vinden, .omdat zij in de diepte ligt, maar met een vasten wil toch kan worden gevonden. De verheven mensch is te ken nen boven den gewonen, doordat de eerste zich zelf bezit., terwijl de ander dikwijls zijn geluk alleen vindt als hii fich zelf vergeet. En ioch zijn beiden van groot belang iln de samenleving. Diei kunst om zich zeikte vergelen, is vaak één met de kuinst om te genieten, zoo goed als zii één is het streven en werken voor een doel, dat ons geheel vervult. Veie menschen ontwijken al datgene wat hun moei lijk valt en doen met groot© tevredenheid dat wat hun licht is. Bij hen heeft gemakzucht een bedding gevonden ijdie inzinking doet vreezen. Zij ïnfssein meer en méér de noodig© kracht zwaren arbeid- te verrichten en noemen den tijd slecht waarin zij leven Wellicht heb ben zij den leermeester gemist, die leérdé vérmoéié- nissen te verdragen, werkzaam te zijn en weinig be hoeften te .hebben, óver eigein zaak door te denltéin en irfimrii'er uit te stellen. Het leven is nu eenmaal stnjdvoeren met geesten in hoofd en hart én eerst die strijd maakt het leven draaglijk. Voor den arbeid vluchten ondeugd, gebrek en verveling Verstandig overleg is de juiste wijze om van zijn krachten het beste gebruik te maken. Door vasten wil en door fcefening wordt de geest gestaald i,egén het lot en gewapend tegen de menschen. Uit het hoofd en hel nart komt de moed die vertrouwen in zich zelf doet stellen en de kracht.doet verdubbelen. Willen zien en hooien, willen onderscheiden en liezen gééft kracht om te werken en .verwekt indrukken die ver kwikken en verheffiem. Hierdoor wordt aan den jon-' geling, die de wereld intreedt, waarde, en, kracht gegeven om te beproeven moeilijkheden té ovérwin- nen en kleinmoedigheid onmogelijk te maken, .hli leert bemerken, dat daden behooren tot {iet ze kere en dat eigenbelang elke taaiSpreekt én élké rol speelt. Het. willen hij het moeten zal de gezond heid der ziel, waaruit elke deugd voortspruit, ver- grooten -en versterken. Geen onbeduidende dingen moeten ons bezighouden, maar wij moeten willen wat wij vreezen niet te kunnen. Dan stellen wij oujs doei hoog en uit ver hevenheid dier drijfveer en moot de verhévéuiihéid van karakter voortkomen. Leeft men iln het volle gebruik van -zijn bijzondere gaven en krachten, dan zal men zich kunnen, scheppen eeln toestand of een. levens taak, die niet anders dan geluk zal brengein. Men kan dan 'zijri, die men zijn .wil en dit strevenis de moeder van gemoedsrust, waaruit de teedere plant van het. aardsch geluk groeit. Uit deze ontstaat op gewekte stemming en Se gezondheid der ziel;- zn brengt tevredenheid met zichzelvein, Hoe naief is dan het leven in blijdschap en. voldaanheid. In herbo ren werkelijkheid kunnen wij dan blikken in de donkere verte en worden ons bloemen gestrooid op den weg naar het graf. Enkh. Grt EEN LAND ZONDER DIENSTBODEN. In de Nieuwe Courant van. Den .Haag lezen wij: Ik heb eenigem tijdi doorgebracht in' Zuid-Califor- mië, een landi ziondier dienstboden, en ik heb er mij wel bevonden.. "Bijna d'enzelfdien toestand heb ik in Australië aangetroffen, maar die meruschon bevonden er zich daar in het geheel ndet wel onder, omdat de huizen er niet op "waren Ingericht Ik zag o.a. te Sydney jonge vrouwen zich uitsloven, in die onprac- tische huizen, omdat zij, maanden lang, geen dienst bode kond.en krijgen-. toen Castl© aanklopte. „De poet, cir juist gekomen." Zn legde een brief op mijn lessenaar en ging weer weg lk keek er even naar ik zag, dat hl] door den Franschen censor afgestempeld was en herkende het handschrift van den commandant van Don's eskader, met wien ik reeds meer gecorrespondeerd, had. Lang zaam maakte ik hom open. Alweer nieuwe beroordigT hedon, dacht ik, weer een spaak iin het wiel van d» hoop. En toen las ik t „Waard© Mr. Buchanan Even een kort be richtje om u te melden, dat Don na een wonr djerbaarlijke ontsnapping uit d© vijandelijke linies zoo good als we hebben mogen hopen,, teruggje/- koerd is. Zijn been is versplinterd ,maar dat bè- teekent niets, zegt hij. Ik heb hem vanmiddag in het hospitaal gezien en hij heeft mij doen beloven, dat ik u zou schrijven, dat hij er uitslekend uit* ziet. Zoodra hij 'ertoe in staat is, zal hij u zelf allo bijzonderheden melden, maar hij wilde, dal u zoo gauw mogelijk wist, dat hu ,,niot het hoekje om is ,zooals hij zich uitdrukte. Ik behoef u zeker niet te zeggen hoe blij wij allen zijn hem terug te hebben. Uw dienstwillige A. B. Kmight Esoa<lcrconimandant HOOFDSTUK XIV Ik geloof, dat het eerste gevoel van iemand, ware neer hij een blijde of droeve tjjding ontvangt, is ,dal het opmogclijk waar zijn kan; een oogenblik stond ik als versteend met Knight's brief i|n majn hand; dan gaf ik om harden gil en vloog weg óm Castle to zoeken. Ik pakte haar om haar middel, zooals ik Don zoo dikwijls had zien doen, wanneer hij erg opgewonr den was. „Hu leeft," schreeuwde ik. „Mr. Don leeft en is gezondlees het lees het zelf maar...En ik stopte haar den brief in de hand en voerde op mijn eigen houtje een oorlogsdans uit om de keukentafel, terwijl zij met moeite Knight's brief ontcijferde. Dan barstte zij, net als ik verwacht had. in tra-' nen uit. Ik klopte haar op haar rug en zei, 'dat ze zich niei zoo moest aanstellen. „Er is geen enkele reden om te huilen. Lach, vrouw, lach, en dank God, dat hij er nog is en dat wn hem terug zullen zien." Ik voelde me in mijn onuitsprekelijke verlichting en vreugde als een schooljongenik zou hem weer zien, zou zijn hand' weier drukken^ zijn vroolijke stern weer hooreri zeggen: „Hier hen ik, sir." Dit oogenblik te doorleven was bijna de weken van angstige spanning waard. Toen ik haar mijn studeer kamer terugging, betrapte ik me erop, dat ik een rer gel van Don's lievelingslied floot: „Oh, oh, oh i it is a lovely war..," Ja het was een mooie oorlog voor mii op dat oogenblik; hij had jaren van mijn schouders en een zwaar drukkend géwicht van mijn hart weggenomen. Ho» flreir&tj «mTrrs i* OliforBlë. D» gwyred1» ZtrM- Callforniër; de makelaar, de commissionair, de ad vocaat, woont dm de voorsteden' dor grooie steden, in een kleine „Bungalow", bijna altijd ongeveer ge vormd zooais do Zwitsersche chalet, maar lagsr, meestal -weelderig, en smaakvol ingericht, omgeven door bloemen^ en waar binnen bijna geen vierkante voet' verloren/ ruimte te vinidieni is. Portalen en gan gen zijn er onbeklemde zeiken; de deur voert direct in de zitkamer. Bouwverordeningen, zooals in Ne derland, die dit en dJat verbieden om denkbeeldige bezwaren te voorkomen, bestaan er niet. De huizen zijn heel eenvoudig van indebling: zitkamer, eetka mer, keuken' tevens waschkamer, badkamer, slaap- kamer('S)de meeste vertrekken loepen in elkander, behalve de slaapkamers, de keuken en de badkamer, afzonderlijk bereikbaar door een smalle vrije ruim te. Elke kamer kan ook als slaapkamer dienen,, de bedden zijn zoo dngeridht, dat ze des daags, met een paar kussens er op, tot zitbank kunnen dienen, hoewel ik,.hier en daar, een „dlisappeacrang bed" aan trof, dat in den muur geschoven wordit. De hudsgenooten wasschen zich in de badkamer, die een of meer vaste waschitafels en verdere b»- noodigdhedeai bevat. -Hoe leeft men nu in zulk een huis. Een ieder imaiakt zijn eigen bed! op-en neemit stof af van de meubelen. Ik meen dat daarmede nauwelijks vijf mi nuten gemoeid zijn. In de ontbijtkamer staat het brood' gereed, 'de boter, de thee, de jam en wat men verder gebruiken wil, gedeeltelijk thuis gebracht, gedeeltelijk door een der .hudsgenooten gehaald en klaargezet. De Galifomdër denkt altijd vooruit, en de voorraden in de keuken zijn nooit uitgep*^ om dat ze, vóór dien 'tijd wo'pdlén aangevuld. De gelegenheden om goedkoop te eten zijn talrijk en goed'. Velen gaan in een „café-teria", ook weer prac.tisch en eenvoudig. Men komt het gebouw bin nen en neemt 'een blad ter hand, waarop men mes, vork, lepel en theelepel legt, in' een servet gerold: Men komit vervolgens langs een aantal meisjes, die u de verlangde schotels toereiken, alle goed warm en goed) klaargemaakt; men ontmoet dan' een dame, ddie een „check" op uw schotel legt, gij doet uw maal tijd en betaalt uw check bij den Uitgang, zonder food te geven. Geen menu, met baroque namen, welke gerechten beite/ekenien, 'die men niet kent en die vaak tegenvallen; men ziet wat men eet, behoeft niet ite wachten 'en is snel gereed. Mijn (vegetarische) maaltijden in de cafeteria kostten 40 50 cents. Zij, die vleesch eten, betalen, iets meer. Veel vrouwen' koken zelf een eenvoudig menu'en gaan met haar gezin, naar een restaurant of cafe teria, wanneer zij vacamitd© willen hebben; ik ver moed dat de kosten ongeveer dezelfde zijn. De wasch is een moeilijk ding, omdat de bleekcfs heel duur zijn. Vele vrouwen wasschen daarom zelf, ma,ar ik'zag hièY en daar, practische toestellen> waar in hep goed met wafter en zeep gelegd eu waarin het langen tijd geschud wordt, totdat het schoon is; mangols en strijkijzers worden ©léctrisch .bewegen en gewarmd. Mijn indruk was dat dit iwerk, op deze wijze verricht, niet vermoeiènd of. lastig was. In het huishouden werkt de main m zijb vrijen tijd, even hard mede als de vrouw en acht zich iniet vernederd wanneer hij de borden vatn. hot ontbijt en de kopj'es wascht. Een beetje „pose" komt ©r wel eens bij. Eens zag ik ©en heer, die voor zijn gasten kopjes uit de keuken giing halen. Om dit een voudig gebaar uit te voeren, trok hij eerst een schort aan, dat hem tot op de voeten viel eu kwam daar mede bij zijn gasten, die evenwel met elkander blé ven doorpraten, zoinder eenige verwondering te toonen. Zoo nu en dan huurt men een Japanner, die handig en vlug 'de kleeden uitklopt, het bad schuurt on barder grol werk verricht. Maar hij èischt vier dollar per. dag. Zoo leven de meeste Californiërs; iin de stadetn ©enigszins anders dan buiten, maar 'in hoofdzaak op dezelfde wijze. Bijna iedereen heeft één auto, dié hu zolf bestuurt en repareert.Chauffeurs zijn er niet. Elke bungdlow heeft edn garage. Het spreekt van zelf dat de zeer gefortuneerdé Ca- liiorniër wel dienstboden en een chauffeur iieeft, maar men moet niet vragen wat het kost. Ook zijn er restau rants, waar men voor 'enorm veel 'geld eten kan. De gegoede Calif'ornicr is eenpractisch main, diie ©en eer in stelt alles zolf te kunnen én zelf té doen. Eens was er in mijn kamer een ruit gebrokcln ©n ik was nieuwsgierig te zien hoe ze gemaakt zou worden, maar mijn gastheer kwam met zijn gereed-, schappen en timmerde in weinig tijd, oen kleed te gen het gat, zoogoed als de hes te Nedorlandsch e be llanger het doen zou, en een week later, toen. ér een niet te vieeleiscliende glazenmakér gévouidén wa», werd de ruit vervangen. De huizen hebben, wegens - het gunstig klimaat, weinig verwarming noodig. Ik zag wel eens een een- Ik ging naar mijn lessenaar om Knfght dadelijk te schrijven, maar mijn oogen vielen op mijn eigen onf gesloten brief aan Joy... Het. was alsof ©en koudwaterstraal over mij gestort werd, toen ik wat ik geschreven had weer uit de enr veloppo nam: .Misschien zal eenmaal het leven vriendelijker voor ons worden en een manier weten to vinden, dat ik ze je zeggen kan zonder dat ik me voor een tweede maal eerloos behoef te gedragen tégénpfvér hem. die ons beiden vertrouwd heeft." Een ïjdele wensch nu. Een vergeefsche -hoop. Met de eene hand had het leven mij teruggegeven wat mij zoo dierbaar was, om mij met de andere van iet» even dierbaars, zi) het dan ook op andere wijze, e berooven. Ik kon dien brief hu niet meer verzendéftx Ik logde hemneer op de lessonaar naast dien, w&ké uit Frankrijk gekomen, en keek als met verblinde oog<pi naar beide. Het was alsof iemand ze beide in de weegschaal >an het /Noodlot geworpen had, zonder naar mijn vensch of mijn keuze te vragen. En toch, zou ik, wanneer het mij gevraagd was, indens gekozen hebben dan het Noodlot gekoaen iod?. Ik wist zeker van niet...... Castle klopte. „Miss Joy heeft zoo juist over de heining gevraagd of er iets bijzonders is Zij lachte vrij zenuw achtig. „Zij heeft zeker het lawaai, dat u maakte, gehoord." Dan kwam er een angstige glans in haar oogen,'die op mij bleven ruften „Het is toch waar, Mr. David? (Mr. Don dis toch ge red? Het is toch geen grap?" „De menschen maken over dergelijke dingen geen grappen", zeide ik, „Waar waar is Miss Joy?" „Nog altijd bij de heining. Ik durfde niet naar bui ten gaan, want dk was bang, dat zij dan dadelijk al les zou raden daarom ben ik eerst naar u geko men, sir". „Ik" zal het haar wel gaan vertellen", zeide ik. "Ik legde mijn eigen brief in de lade bij het eenlg» korte briefje, dat ik ooit van Joy gekregen had, en ging naar den tuin. Zij stond daar nog steeds met haar armen op de heining geleund en keek angstig naar het huis. 'De mouwen van haar katoenen japonnetje vielen neer en lieten haar slanke handen zien; toen zij mij zag, zeide zij vlug: „Ik wist niet, dat u thuis was, maar ik boord» Castle hullen en 'toen dacht ik vermoedde ik 'dot or iets' aiam idle haiwdi was". ,yEr is nj.ets aan de hand", antwoordde ik, „maar er is goed nieuws heerlijk nieuws „Don?" „Ja". Haar oogen gingen naar den brief, dien ik bij m» had; zij strekte er haar hand naar uit on er volgde een kleine stilte, terwijl zij las. Dan haalde zij vlug adem: „Ik ben heel blij", zeide zij, „heel blij voor ,u M „Ja", antwoordde ik, Jk ben ook h»»TbHJ."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 5