Aloiitti Nieuws- Adietiemie- LuiMIil Afscheid Burgemeester Wijdenes Spaans. Donderdag 1 Juli 1920. SCHAE 63ste tl«ara©no. No. 6544, Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag. Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden AdvertentiCn zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst. UlTütYtKS: TRAPMAN CU., SCtiAGEN. POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f t.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTBN TIÉN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend Aam ihet einde vam de openbare raadsvergadering op Woensdag 30 Juni 19Ü0, waarvan in (het volgen de no. uitvoerig verslag wordt gegeven, werd door Burgemeester Wjjdenea Spaans afsctheid, van den Raaid genomen. Van den boer ILddhitiliart 'was een schrijven in gekomen, waarin deize mededeelde niet in de ge legenheid te zijn op deze raadsvergadering te komen tn waarin hij dan ook schriftelijk afscheid nam van dan (Burgemeester. Door (den Voorzitter, Burgemeester Wljdenea Spaanis, werd het volgende gezegd: -Mljneheerenil Gelijk ik u in uWe voorgaande vergadering heb medegedeeld, vraagde ik tegen 1 Juli dat is dus afloopend op dezen dag, mijn eervol ontslag aüs Burgemeester van de gemeente Anna Faulowna. Aan mijn verzoek is Inmiddels -voldaan en na heden zal Ik niet meer uw Burgemeester fcljo. iDat het mij niet gemakkelijk valt van de ge meente Anna (Paulowtna afscheid te nemen uit die venhouding, zoilt u, hoop ik, willen aannemen. Het feit, dat ik sedert mijn optreden hier eerder niet heb getracht het ambt van Burgemeester dezer ge- inetento te ruilen met eonige andere betrekking, moge u daarvan het bewijs zijn. Toen het Hoogheemraadschap 'Noordhollands Noorderkwartier eenmaal was opgericht en daar voor een (bestuur moest worden benoemd, was de verleiding mij te sterk, waar ik van jongs af aan mij (bijzonder veelde aangetrokken tot tvatersohaps- regelingen, en zoo vraagde ik met gunstig gevolg om het ambt van (Dijkgraaf. Wij weten allen, dat deze betrekking te veel aan dacht Vraagt, dan dat daarbij het ambt van Bur gemeester dezer gemeente zou' kunnen worden aan gehouden, en zoo komt het ©ogenblik, waarop ik daaruit zal moeten treden. Ik acht mij gelukkig dat daardoor de band tus sen en Anna Paulotvna en mij niet geheel zal wor- dten verbroken, want treed ik af als (Burgemeester, BURGER van u-we gemeente zal Ut blijven, en het ambt van Dijkgraaf van den Anffla (Paulownapolder hocv» ik nog geruimsn tijd te mogen blijven ver vullen. De tijd, welke voor ons ligt schijnt lang; de tijd, welke achter ons ligt gevoelen wij als kort, eh zoo kan de wetenschap beter dan het gevoel mij over tuigen, dat (het ongeveer dertien jaren geleden is, toen Ik hier het was op 15 Juli 1907 voor (het eerst de raadzaal betrad. Van. hen, die toen het raadscodlege uitmaakten, mag ik hier slechts den heer D. C Rezelman nog aantreffen. De anderen zijn vertrokken of over leden. (Dat ik mij bij mijn afscheid het eerst tot den heer Rezelman wend, is daardoor vanzelfsprekend. Al dien tijd mijnheer Rezelman, is u de betrek king van wethouder, welke u toen reeds was toe vertrouwd, blijven vervullen met dien ernst, welken al uw werken kenmerkt. U heeft daardoor veel en nuttig werk helpen tot stand brengen. De gemeen schap is n daarvoor wel dank verschuldigd. Ik herinner .mij nog goed hoe op den dag van mijne .installatie, toen elk der raadsleden, zoo vrien delijk. was enkele woorden /tot mij te spreken, door u ongeveer dit is gezegd: „Ook fk begroet u als onzen „-Burgemeester en al heb ik tot uw komst hier niet „medegewerkt, ik verzeker u, dat dit niet Is ge- we est tegen' uw. persoon, en dat u voortaan In mij „iemand zult vinden, die tot alle nuttige en aan- ,genaime samenwerking] bereid ds."* Welnu, mijn heer Rezelman, of beter, beste Vriend Rezelman, ge hadt uw Hvoord, toen gegeVen, niet beter gestand kunnen doen. Onze samenwerking is altijd bijzon der aangenaam geweest, Hartelijk dank ik <u daar voor. Wlanneer lk straks mijn ambt voor tijdelijke waar neming aan u overdraag, dan ben ik overtuigd, dat dit komt in allerbeste handen. Naast u mocht ik sedert, 2 September van het vo rige jaar als wethouder ontmoeten den heer S. Spigt, die toen reeds elen drietal jaren raadslid was. Ook met u, mijnheer Spigt, heb ik steeds mogen samenv^erken1 op eene wijze als ik niet beter kon wenschen. U heeft in alles uwe volle belangstelling gegeven, en al is u dikwijls over verren afstand bij ongunstig weer naar deze plaats moeten komen, het was u nimmer te veel. De tijd! van onzen gemeenschiappeüjken arbeid in het belang dezer gemeente zal blijvend aange name indrukken bij mij' achterlaten. De samenstelling Van den (Raad onderging in die Jaren veel verandering, en veten, van1 hen, die an deren hadden vervangen, heb ik in dien tijd weder van. dit tooneel zien heengaan. Bij' alle tvisseling van personen is hier gebleven eien goede geest. Dat heb ik steeds hoog gewaardeerd en daarvoor breng ik gaarne van deze plaats'hiartelijk danik zoowel aan u, die thans de zetels in den (Raad bezet, als aan bon, die dat eerder deden. Het geeft mij hoop, dat die goede geest ook in de toekomst zal blijven en dat deze zal blijken, de eigenschap Van deze plaats te zijn, welke verder zal strekken tot heil 1 van. de gemeente. Naast u mijne hoeren, heb dik (bijna onafgebro ken mogen genieten de hulp van den heer C. Keij- zer, eerst als Ambtenaar ter 'Secretarie, sedert 10 Januari 1917 als Secretaris van Anna Paulowna. Die hulp, zoo bekkvaam en zoo vol toewijding, heb lk steeds bijzonder.op prijls gesteld en valt niet hoog genoeg aan te slaan. Mijn rechterhand, mijn groote dankOnze verhouding is daarbij altijd zoo ge weest, dat ik daarover hier gaarne mijne volkomen tevredenheid betuig. (Dien dagelij ksdhten vriendelij ken omgang bij het bespreken en regelen van dat gene, wat voor d'e gemeente was te doen, zal ik ze ker missen1, maar ik blijf behouden het gevoel van onze hechte Vriendschap, dat gesteund: wordt door de .groote waardeering Van Uw werk, dat u onder hoeilijike omstandigheden, als watersnood en oor logstoestanden hebben gebracht, met onbezweken ijver en toewijding, ten ook met de 'beste resultaten hebt volbracht. Het is mij een behoefte en een aan gename plicht idit hier uit te spreken. Met u, hoeren wethouders, raadsleden en secre taris, had lk voor het besturen onzer gemeente wel het meeste contact, doch nog vele andere personen hebben mij daarin bijgestaan. Ein dan denk ik aan .den Gemeeüte-Gtnivanger, iwlems keurige (admini stratie zoo vaak .een woord van lof ook op 'deze plaats verwierf, wanneer zijne rekening was inge komen en in commissie was onderzocht geworden. Hem, dde bij het klimmen zijner jaren nog steeds met de oude accuratesse en netheid zijn werk ver richt, en die mijn taak daardoor zoo gemakkelijk maakte, wanneer geldelijke regelingen en nagaan zijner administratie aan de orde wiaren, breng ik daarvoor en voor zijnen aangenamer omgang gaar ne 'dank. Daarnaast wensch ik hem toe, dat hem nog een aantal jaren de kracht mag worden ge schonken deze betrekking, waaraan ik weet, dat hij zeer gehecht ia, op dezelfde 'wijze als tot heden te kunnen vervullen. Het personeel ter secretarie wisselde In de laat ste jaren dikwijls, en zij, die daar thans werkzaam i zijn, Vervullen hunne betrekking (hier nog slechts kort, en niet onder mijne directe leiding. V, Secretaris mocht ik over hen, evenals over den Bod e-Conci erge, die. bier ook nog ai echts enkele maanden werkzaam is, veel goed hooren. Waar ik hun dienst behoefde, werd mij die zóó welwillend gebracht, dat ik aan hun persoon en hun werk een aangename herinnering zal blijven bewaren. Al den tijd van mijn ambtsvervulling was de agent van politie Hartog hier werkzaam en. later, nadat enkelen gekomen en gegaan waren, werd de agent Teutelink zijn getrouwe makike^. Hun werkkring was niet altijd een aangename. Menige bezigheid, welke veel beleid vorderde, werd hun opgedragen. Zij hebben terdege ondervonden, dat de moeilijkheden, welke de oorlogstoestand, die in naburige Rijken heerschte, schiep, op het moreel van de menschhiedd ongunstig inwerkte. Ook de watersnood heeft langen tijd hun dienst zeer moeilijk gemaakt. 1 In hun diensttijd is hder meermalen een ernstig feit, waaronder moord en Vergiftiging gepleegd. In beste samtenwerking met de Rijkspolitie is bet mo gen gelukken de daders op te sporen en aan het gerecht over te leveren. Voor de wijze waarop zij hun taak hebben ver vuld 'en mij het werk als hoofd der politie gemak kelijk hebben gemaakt, zeg ik ook hun gaarne en van harte dank. /Doör een eenvoudig zinnetje in het reglement voor het Burgerlijk Armbestuur, wordt de leiding van dat werk aan den Burgemeester opgedragen. Niet zoo eenvoudig is de uitvoering, en in deze uitgestrektegemeente met vrij talrijke en sterk wis selende bevolking, zou bet 'uiterst moeilijk werk zijn •dat reglement gped uit te veoren, ware het niet, dat een twaalftal leden van het (Burgerlijk Arm bestuur den Burgemeester'daarbij ter zijde ston den. 'Dde 'heeren verrichten dat werk, we mogen wel zeggen om Godswil, want het geringe bedrag aan presentiegelden, dat hun wordt uitgekeerd, vormt, dn de verste verte geen belooning voor al de moeite en zorgen, welke van hen worden gevraagd. Ik bewaar aan de 'besprekingen in en. buiten ver gaderingen met dit college vele goede herinnerin gen, doordat ik heb ondervonden, dat het billijk en rechtmatig behandelen van de belangen der ar men daar steeds bij een ieder heeft voorgezeten. Ik dank die heeren en hun secretaris-penningmeester voor hunne vriendelijKe en nuttige samenwerking met mij 'en ik beveel den Raad ten 'zéerste aan dat college de noodige vrijheid te laten, overtuigd als ik ben, dat deze daar goed wordt benul Aansluitend aan de medewerking van de leden van het Burgerlijk Armbestuur wensch ik in her innering te brengen de voorlichting en medewer king, welke ik steeds van onzen bekwamen en hulp vaardigen GemeenteMGeneesheer mocht ontvangen in die talrijk vele gevallen, waarin hulp bij ziekte, opname in een gasthuis, verpleging Van geestelijk kranken enzoovoorts werd gevraagd, Hoe heb lk daarbij altijd weder kunnen Vaststellen, dat door hem het belang der patiënten uitstekend werd be hartigd zonder de belangen der gemeente uit het oog te verliezen. Indien iemand in de gelegenheid werd gesteld de beste eigenschappen van hoofd ten hart van den Gemeente-Geneesheer te leeren ken nen en waardeeren, dan ben ik het geweest. Ik dank hem hartelijk voor zijne uitstekende mede werking. Het verheugt mij, dat ik met den sympathieken Gemeente-Opzichter, die zijn werk altijd/ met de hem eigene opgewektheid aanvatte en verrichtte, en die de gemeente daardoor wel aan zich heeft ver plicht, ook in. de toekomst zal kunnen blijven wer ken. 'Immers'bij het bestuur van den Anna Pau lownapolder heb lk in nog ruimere mate dan bij 4e gemeente gelegenheid zijn werk te waardeeren. Mijn besten dank aan hem voor zijne kundige en aangename medewerking bij het verrichten van mijn ambtsbezigheden. Het onderwijzend 'personeel, waarmede lk niet zoo vaak, doch meermalen op belangrijke puntten in aanraking kWam, heeft mij veel dienst bewezen hij de regeling van al wat met het onderwijs in verband staat. (Daarvoor zoowel als voor hetgeen door zijne leden is gedaan om de Jeugd hier door degelijk onderwijs en goede leiding op te voeren' tot nuttige en bek'wame leden der maatschappij, breng ik gaarne een woord van' lof. En dan zijn er nog zoo velen, die in meer en minder ondergeschikte betrekking van tijd! tot tijd met mij in aanraking kwamen als ambtenaren der gemeente. Ik ben gelukkig te -mogen verklaren, dat ik ook van' hen alle gewenschte medewerking heb ondervonden, waarvoor ik steeds waardeering, blijf koesteren,. 'Om de belangen der gemetente te dienen komt een Burgemeester niet alleen in aanraking met hen, die mede-bestuurders, ambtenaren en beambten der gemeente zijn. Het belang der gemeenschap is ook betrokken bij eene goede regeling van posterijen en telegrafie, bij goede dienstregelingen van de mid delen van versneld vervoer. Daarbij denk ik met genoegen aan de medewerking, welke ik mocht ondervinden van hen, die eerder en thans bij die takken van dienst waren en zijn betrokken. Van de hooger vn lager geplaatsten kan ik verklaren, diat ik veel medeWerking mocht ondervinden, welke prettig aandeed. Geen wonder, dat ik den omgang met al die personen in aangename (herinnering houd. Het zal wel vreemd' aandoen, wanneer straks niet meer de menschen met hunne nooden en nood- jes komen aanloopen om mij raad en 'daad te vra- gun. Want al behoort het niet tot de omschreven'i taak van den Burgemeester al die menschen tè ont-1 vangen, te Woord te staan ten als het kan te hei- i pen, op het platteland ds dat zoozeer gang, dat ik mij daaraan niet heb willen onttrekken. Bovendien j vond/ ik daarin wel bekoring, kreeg ik daardoor j meer contact met do bevolking en kon ik daaruit 1 gegevens 'putten, welke mijn bestuur ten goede kon-1 den komen. Ik heb heel wat geheimen en geheimpij es in be-1 waring genomen, heb heel wat bezwaren en moei lijkheden aangehoord, heb getracht veel recht te j zetten, doch heb daarbij niet altijd succes gehacL Dat is eenmaal ®0O' het beloop. Ook heb ik wel eens i een driftig èn minder aangenaam woord moeten aanhooren; ik heb ook meermalen een hartelijk be dankje mogen ontvangen omdat i6ts zoo goed was terecht gekomen. Dat eerste kon ik altijd gemak kelijk vergeten: het laatste heeft mij gesteund ia volgende getvallen. Wethouders, Raadsleden, Ambtenaren en Reatnb- ten, InWoners van Anna Paulowna, ik kan naar waarheid verklaren, dat ik dn uw midden als (Bur gemeester, dank zij uWe welwillendheid èn groote medewerking, Vele mooie jaren heb mogen door-1 brengen. Ik betuig u voor alles van ganseher harte dank, een «dank, welken ik beter kan gevoelen dan ln woorden brengen, doch die ge zyïj. aannemen als diep uit het hart gekomen. Ik hoop ten zeerste, dat het uwe, onze gemeente in alle opzichten wel zal gaan, dank 'zij uw ver-; atandig bestuur, dank zij uwe mooie samenwerking. Oip ihet wapenschild, dat aan «den schoorsteen* j mantel hangt, staat een gedichtje gebeiteld. Ik moge i daarin enkele 'wijzigingen aanbrengen en dit ge bruiken als mijn laatste woord van afscheid udt mijne betrekking van Burgemeester uwer gemeente: Steeds bloei' uw land, waar, uit het nat, (Door nljv're hand een rijke schat Is opgestegen! Streeft voorwaartsWint door kracht en moed Voor elk der uwen overvloed en weest elkaar tot zegent. Eon hartelijk applaus der aanwezigen getigud van aller instemming met deze gesproken woorden. De heer D. C. Rezelman, oudste wethouder, ver kreeg hierop het woord en sprak den scheidenden Bur gemeester als volgt toe: "M. de Vz.l Hoewel ik- het u gaarne gun, en u bij Tleze gelegenheid nogmaals van narte feliciteer met uwe' benoeming tot Dijkgraaf van het Hoogheemraad schap, spijt het me, en zeker velen met mij, dat u door die benoeming en het aanvaarden van die be-.. trekking, moet bedanken als Burgemeester dezer ge meente. Het is nu bijna 13 jaren, dat u aan 't hooid der gemeenje staat, en als we eens terugdenken, is er in dien tijd heel wat gebeurd. De gevolgen van den oorlog, en vooral ook de ramp van den watersnood, veroorzaakten buitengewone om standigheden, die voor u als Burgemeester, ook bui tengewone zorgen meebrachten. Veel, ja heel veel is er in dien tjjd door u, voor de ingezetenen gedaan, waarvoor ze u dankbaar kpn- -nen zijn. Maar ook behalve de diensten, onder die bizon- dere tijdsomstandigheden is er door u en onder uwe leiding, óf met uwe hulp, veel gedaan in het belang der gemeente. Zooals het in orde brengen der gemeen teadministratie, dat u in den beginne veel werk gaf; het verkrijgen van de spoorweghalte te Breezand; de herziening van het belastingstelsel, de arrmverzorging, de woningbouw enz. en nog tal van verordeningen die herzien, gewijzigd en verbeterd werden. Waarlijk, wij kunnen u alle hulde brengen voor de wijze waarop ae gemeentebelangen door u tijdens uwe ambtsvervulling behartigd zijn. Dat ambt nu, dat aoor u zoo eervol is vervuld, zal door mij als oudsten wethouder, tijdelijk worden waargenomen tot uw opvolger in functie treedt en met de hulp van den secretaris, met wien ik moet samen werken, zal ik trachten dat zoo goed mogelijk te doen. Nu op deze laatste vergadering die u bijwoont, denk ook ik aan uw eerste vergadering als Burgemeester. Toen u werd geïnstalleerd, is door. mij de noop uitgesproken, dat onze samenwerking aangenaam zou- -de zyn, en ik kan niet anders zeggen, (het is zoo even al door u gezegd) daD dat die toen door mij geuite wensch geheel vervuld is. Wij hebben gencegelijk saamgewerkt, ep al ver schilden we soms een enkelen keer van meening, de vriendschappelijke toon heeft er nooit onder geleden. Voor die prettige samenwerking en de welwillend heid uwerzijds tegenover mf) in al die Jaren, zeg ik u wederkeeng hartelijk dank. En nu, MT de Vz.. wensch ik u tot afscheid toe, dat ge in uw nieuwe betrekking een aangenamen werk kring zult vindon. (Applaus.) De heer Keuris: Ook onze fractie, mijnheer de voorzitter, wii graag een enkel woordje bij deze gelegenheid spreken. Afgescheiden van onze verschillen in politiek op zicht .kunnen ook wy constateeren, dat de samenwer king m den Raad steeds prettig is geweest en het voorzitterschap door u steeds zóó is waargenomen, dat een politieke minderheid als de onze steeds gelegen heid werd gegeven van hare gevoelens te doen blij ken. Mijn partijgenoot Lichthart heeft het in zijn schrij ven aan u reeds doeq blijken, niet namens onze frac tie, want wij hebben elkaar niet gesproken, doch als hij met ons gesproken had, zou hij het bijna niet an ders hebben kunnen zeggen. Wij hebben gedurende vdèn korten tijd, dat wij in den Raad aanwezig waren, werkelijk werkt en v^ij hopen, en wij meenen dat dit werke lijk een hulde pag heeten aan uw adres. M. de Voor zitter, dat wij voor u een opvolger mogen ontvangen die u evenaart. M. de V., ik hoop, dat het u in uw nieuwö functie goed mogei gaan en dat u in die functie de voldoe ning moge vinden die u ervan verwacht. Ik dank u. (Applaus.) De heer Koornsprak Mijnh. de Voorzitter I Nu, dat gij ons als Burge meester gaat verlaten, meen ik ook een enkel woord te moeten zeggen, en wel dit: Ik was het die u in de eerste vergadering na den watersnood een woord van dank en. hulde Dracht voor de trouwe plichtsbe trachting, die gij aan uw gemeentenaren hadt betoond. Thans wil ik dit doen voor de aangename samen werking, die ik met u heb ondervonden. Daarvoor npjn hartelijken dank. Meermalen, Mijnh. de Voorzitter, is het voorgekomen, dat wy met elkander van mee- ning verschilden, maar dat neemt niet weg, dat steeds een ander zijn gedachten hebt gewaardeerd en steeds hebt getoond, een goede oplossing daarvoor te vinden. Ik breng u daarvoor nogmaals een woord van dank. Verder hoop ik, dat het u met uw echtgenoote ia uw nieuwe betrekking wel moge gaan. Tenslotte sprak ook de secretaris, de heer G. Keij- zer .den Burgemeester toe: Mijnheer de Voorzitter. Ofschoon de secretaris in de vergaderingen van den Raad geen stem heeft, doet het my genoegen, dat u mij vergunt thans een enkel woord te spreken. Allereerst zeg ik u, manheer de voorzitter, hartelijk dank voor de .waardeerende woorden en de woorden van warme vriendschap tot mJJ gesproken. Met dezo dankzegging meen ik het heden niet ts kunnen laten: ik meen uiting te moeten geven aan de stemming van mün gemoed, nu het scheidingsuur aanbreekt. Mijnheer de Voorzitter, onze langdurige sa menwerking en samenleving heeft er toe geleia, dat we elkaar geheel kennen en begrijpen. Het zou daarom niet noodig zijn, veel woorden te gebruiken, om u van mijn gevoelens te doen blaken. Dit ls dan ook niw mijn gewoonte. Ik meen thans evenwel wat uitvoeriger te moeten zijn. 8 Jaren was ik onder uwe leiding werkzaam ala ambtenaar ter secretarie en thans weer 3tys jaar als secretaris. Een belangrijk deel van mijn leven, en juist daarom een hoogst belangrijk deel, omdat het den t^jd betreft, waarin men als mensch gevormd wordt waar in men zoo graag luistert en ziet naar menscnen op rijpen leeftijd en meer ervaring, heb ik dus met u samen gewerkt en zoo ik pas reeds zeide, met u sa men geleefd. Ik zie thans met groote dankbaarheid op dien tfjd terug, omdat ik steeds zoo'n goeden baas aan u heb cehad. Goed in de rechte beteekenis van het woord. Men wil pnder een goeden baas wel verstaan iemand die alles goed vindt en zyn ondergeschikte zijn gang laat gaan. Dat bedoel ik hier niet. Ik heb het oog hier op uw rechtvaardigheid en uwe onwankelbare lei ding. Hoe eenvoudig en gemakkelijk viel het mij daar door hot werk naar genoegen te verrichten. Wat u vandaag zeide, \s as morgen nog gezegd en fold ook nog voor het volgende jaar. Het was daar- oor mogelijk namens u- te spreken, zelfs al zou het betreffen een zaak die nog niet door u behandeld was. Van elk besluit, van elke handeling aanvaardde usteeds do consequentie. Wat voor den een gold, moest worden en werd ook toegepast op den ander. Deze eigenschap heb ik in "als mijn superieur hoog gewaardeerd, vooral toen ik bn mijn kort verblijf te Enschede de ervaring opdeed, aat deze eigenschap niet allen superieuren eigen is. Verder, mijnheer de Voorzitter, heb ik vereering voor uw werkkracht, welke gestuwd wordt door een ijzeren wil en myn dank geldt zeker niet minder het voor- n daa: recht om daarnaast te hebben mogen werken. Hoe be moedigend klonk het steeds in de ooren, als er zich moeilijkheden voordeden bij de toepassing van de vele voorschriften oï op ander ge6ied, van u te hooren „dd moeilijkheden zijn er om overwonnen te worden." En overwonnen werden ze dan, dat stond wel vast Ze werden niet ontweken, om ze later als nog grooter moeilijkheden weer te ontmoeten, maar met inspan ning van alle krachten, soms met taaie volharding, wer den ze uit den weg geruimd. Naast deze eigenschappen, mijnheer de Voorzitter, die u kenmerken als een echten „Westfries", bezit u een aangenaam onverstoorbaar den, door alle w als op 't kantoor, wisf u den juisten toon te bewaren wist u het met den moed te houden. Daarvoor kan ik niet genoeg dankbaar zijn. Slechts één moment is my bekend, dat u daarop eene uitzondering maakte en ik houa mij overtuigd, dat u het mij met euvel duidt, als ik dit thans even in uwe herinnering terugroep. Het was in één aier nachten, die wij slapeloos door brachten in den tijd 'van den watersnood. Samen* za ten we op het kleine kamertje, hier in 't raadhuis, hij een half brandende kachel en een flauw brandende lamp. Buiten loeide de wind en klotsten de golven tegen den muur. Het alles verwoestende water steeg hooger en hooger. De richting van den wind joeg de golven tegen den dijk van de* Wieringerwaara. U dacht om de familie daarachter en de schade reeds toegebracht aan familie hier in de gemeente, naast de vele ellende onder andere burgers. Dat werd u te machtig. U wanhoopte aan het voortbestaan van de gemeente en daarmede, ofschoon het niet werd uitge sproken aan het voortduren van uw betrekkingen. Het is slechts een kort moment geweest. U heeft fluks het hoofd weer opgeheven en ae hand aan den ploeg geslagen. Hoe geheel anders ia het gelukkig ga- Ioopen. De Wieringerwaard is niét geteisterd en onze gemeente werd uit z^jn noodtoestana opgeheven, lang zaam maar zeker en toch..... heeft het uwe betrekkingen gekost; eerst die van Secretaris en nu die van Bur- capariteiten. U hadt in dien tijd de gelegenheid u heeft deze wel gebruikt, om uw capaciteiten te ont- plooen; u heeft daardioor de aandacht op u doen vestigen in meer breeden kring. Thans wordt u geroe pen uw werkkracht en kennis te geven aan een zeer omvangrijke en hoogst gewichtige taak. Ik hoop zeer, en ik weet zeker namens alle ambtenaren in gemeente dienst te spreken, wien het even aangenaam als mij was, met, naast^ of onder u te werken, dat u in uwe nieuwe betrekking evengoed mag slagen, om te be reiken, wat u zich in net belang van'heel Hollands Noorderkwartier voor ooaen stelt., als u dit als Bur gemeester in het belang der gemeente Anna Paulow* is gelukt Burgemeester, ik hoop dat het in uw nieuwe betrekking goed mag gaan. Applaus. Voorzitter: Ik zeg u allen hartelijk dank voor de vriendelijke woorden. Ik verzeker u, dat deze woor den bijzonder aangenaam vooc mij zijn geweest Ik dank u. Hierop volgt sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 1