Alltuti Kiens- Woensdag 21 Juli 1920. 63st«>» J»^rgang. No. 6655. lllTGCVtRS: TRAPMAN CO., SCKAGElN. Uit en Voor de Pers. FEUILLETON. De dingen om ons heen. DE DEGENSTOK. Bïnnenlandsch Nieuws. SCHAGE Dit blad verschijnt viermaal per week Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8uur worden Advertentien zooveel mogelijk In het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTCHEQUE en OIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTHN TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend HET FUSIE-VOORSTEL VAN Mr. TREUB. De Telegraaf schrijft hierover: Wie het fusie voorstel-Treub, bedoeld als herstel ran een algemeen vrijzinnige partij, maar waar schijnlijk neerkomend op liberale reconstructie, in zijn politieke en historische beteekenis wil zien, moet teruggaan tot de dagen van Thorbecke. De grondwet van 1848, waarbij aan de volks- wetgevende macht werd vertegenwoordiging de w toegekend, met het reeht van initiatief, amende ment, interpellatie en enquête, de wet op de mi- nisterieele verantwoordelijkheid, de provinciale en gemeentewetten en die op vereeniging en ver gadering, zijn de grondslagen, waarop ons demo cratisch staatsbestel rust. Ook het algemeen kies recht zag Thorbeeke als de concequentie van zijn werk in net verschiet. Heeft het liberalisme van Thorbecke dus in staatkundig opzicht zijn democratische roeping beseft, tegenover de maatschappelijk eischen des tijds heeft het geen andere wijsheid dan het „lais ser faire, laisser aller" weten te stellen. Het heeft de politieke burgerrechten geconsoli deerd, maar 't heeft voor de sociale nooden, die zich in arbeiderskringen steeds scherper afteeken- den, geen oog gehad. De sociale beweging heeft het liberalisme met lamheid- geslagen en reeds-in de nadagen van Thorbecke openbaarde zich een verdeeldheid, die na het verscheiden van den grooten staatsman (1872) de liberale partij tot machteloosheid doemde. De z g. Thorbeckianen of oud-liberalen meenden met de constitutie van 1848 den democratischen heilstaat He hebben gevestigdde jong-liberalen sloten de oogen voor de wenschelijkheid van so ciale hervormingen niet. Jong en oud stemden echter hierin overeen, dat zij de economische rechteloosheid van het individu bleven huldigen en het voor een practisch staatsbeleid niet verder brachten dan een blanco program, dat niemand bond en de ontbinding van het liberalisme den vriien loop liet. De Telegraaf tracht dan aan te toonen, dat de machteloosheid der liberale partij leidde tot den schoolstrijd. I)e scherpe resolutie van Kappeyne schonk den hopeloos verdeelden liberalen de negatieve ver- eenigingsleuze, welke in 1885 het aanzijn gaf aan de Liberale Unie, waarin jong- 'en oud-liberalen zich in anti-clericale solidariteit vereenigden om, in hun machteloosheid tot opbouwenden demo cratischen arbeid, de bijzondere school tot politie leen speelbal t« proclameren en daarmede tevens den grondslag te leggen voor de kerkelijke ceali- tie. Het resultaat ran dit abele spel is thans be kend: de bijzondere school worat voortaan op staatskosten geëxploiteerd. Van de harde lessen der practijk heeft de Libe rale Unie echter'.niets begrepen. De onvermijdelij ke tegenstelling tusschen conservatief en demo craat heeft zij in haar eigen midden zien voltrek ken door het uittreden van de oud-liberalen in 1894 'en de afscheiding van de vrijzinnig-demo craten in 1901. Desondanks is de Unie nog heden ten dage van elke positieve gedachte gespeend en is haar eenige en hoogste politieke wijsheid een anti-clericale concentratie van alle „vrijzinnigen" gebleven. En het kabinet Pierson Goeman Borgesius, dat men den eerenaam van „het ministerie van sociale rechtvaardigheid" toekent? Onder den druk van de wassende» sociale beweging heeft dit minis terie (1898Ué>01) met deLeerplichtwet.de Woning wet en de Ongevallenwet eenige belangrijke sociale wetten tot stand weten te brengen. Deze hervor- mingsarbeid van het kabinet stond echter buiten het karakter van de Liberale Unie zelf, zooals uit de verkiezingen van 1901 maar al te duidelijk bleek. Ondanks het goede werk van het ministerie werd het aantal Liberale Unieaetels gehalveerd (van 33 op 17). In dit negatief resultaat lag inmiddels voor de Unie de grootste triomf van de gevolgde anti these politiek. Sinds 1885 had zij de baan voor de kerkelijke coalitie vrij gemaakt en daaraan ver- mooht de sociale noodkreet van het ministerie Pierson-Goeman Borgesius niets meer te verande ren. De kerkelijke coalitie in den hoogst eigen persoon van dr. Kuyper kwam aan het bewind. Ook het Kuyper-regime heeft de Unie niet het besef van haar positie kunnen bijbrengen. In 1913 scheen zij er nog eenmaal in te zullen slagen libe ralen en democraten door de z.g. „Concentratie" in machteloosheid te neutraliseeren. De vrijzinnig democraten en de sinds 1905 georganiseerde vrije- oudliberalen, gingen bij de stembus van 1918 ech ter weer hun eigen weg en de Unie bleef zonder beginsel, zonder Goeman Borgesius en zonder stuur een zonderlinge overbodigheid. En nu komt mr. Treub, in zijn jeugd „radicaal", in de jaren des onderscheids vrijzinnig-democraat en sinds een koninklijk ministerschap neutraal- econoom, tot het politieke novum van een algemeen vrijzinnige fusie 1 Het moet inderdaad langgeleden zijn geweest, dat de „democraat" Treub het streven der Unie als „slimmelingen-politiek" kwalificeerde. Desondanks behoeft het geen verwondering te wekken, dat het voorstel-Treub in Uniekringen met sympathie is ontvangen, dat de vrije-liberalen er wat gereserveerder tegenover staan, terwijl de vrijzinnig democraten nog slim genoeg blijken te zijn, om geen tweede concentratie-débacle te riskeeren. 'r Indien onze inlichtingen juist zijn, aldus schrijft de Telegraaf, schijnt een liberale reconstructie echter verzekerd, in dien zin, dat een fusie tot stand zal komen tusschen den Bond van Vrije Liberalen, den Economischen Bond en de Liberale Unie. Verschillende persstemmen wijzen ook ondubbel zinnig in die richting. De liberale kopstukken moeten het althans over de vorming van één krachtige liberal^ partij eens zijn en het is voor een zuiverder partijverhouding te wenschen, dat zij in hun pogingen zullen slagen. uDe Unie zou zich als organisatie een eervolle „ifberale" begra fenis verzekeren en door dit geforceerd kleur- bekennen haar leden voor de vrije keus stellen .tusschen een behoudend liberalisme of de vrijzin nig-democratie Voor mr. Treub is er geen keuze meer. Hij zal met mr. van Houten kunnen overpeinzen, hoeeen radieaal verleden kan leiden tot een onbegrepen isolement, als men de pretentie heeft een maat schappelijke beweging aan zijn persoon te kunnen bipden. i Zoolang de Vredesconferentie duurde, was het moei lijk zich - ter plaatse of in de verte een ecnigszins juist beeld te vormen van wat daar verhandeld werd. Vooral was het moeilijk, om de onde^striyomin- cen vast te stellen, die natuurlijk veei hieer invloed nadden op het resultaat der besprekingen, dan de ar gumenten, die openlijk werden aangevoerd in com muniqué1», interviews en geinspireerde artikelen. Want in weerwil van het algemeen ideaalafschaf fing van geheime diplomatie, hebben diplo- Deteefive-rotna* naar het Zweedsoh van S. JL DUX Q Bawerkt door W. J. A. ROLWAliDUS Jr. HOOFDSTUK IV. Ken interessante les. Judat waa ik met mijn artikel klaar, toen Leo mij opbelde on vroeg of ik een grog bij hem kwam drinken. Reeds in zijn studententijd had hij de woonte avonds alleen èen grog te drinken, speciaal wanneer bij hard werkén moest Hij placht te beweren, dat men slechts de kunst verstaan moest de juiste hoe veelheid whisky te nemen te weinig haa geen' uit werking, to veel veroorzaakte slapheid in hef denken dan Werkten de hersens onder hoogen druk. De ideefin werden dan helderder en dfongen zich aan je op-I fa gedachten worden scherp als scheermessen. Dien nacht had Ut- niet do minste lust om te slapen. Ik moe6t hem mjjn eigen nachtelijk avontuur ver tellen en was benieuwd Leo's fneening en theorie over den diefstal en den pas ontdekten, moord te hooren. Ik ging gauw naar beneden en weldra zaten wij In zijn elegante rookkamer in een druk gespjrek over het gebeurde. Leo waa verbaasd toen hij hoorde wat ik mede gemaakt had. „Een belangrijk spoor", prevelde hij, terwijl hij den handschoen belteeb. „Het is geen handschoen van Hepson, hij heeft buitengewoon kleine handen -dit is No. 68/4. Daarentegen Is het meer dan waar schijnlijk, dat hq van „den andere" is. Wanneer het vpor een koel redeneerenden en scherp denkendén man niet zoo overspannen klonk, zou ik zeggen, dat ik voelde, dat de ^moordenaar dezen handschoen heeft aan gehad. Mijn "gezond verstand zegt het mij ook wel, maar ik heb bovendien een gevoel, een intuïtie als je^ dat liever hebt, dat 'deze handschoen van den man is, dien wij zoeken, en dat hij ons op het goede spoor brengen zal." „Waaruit eoncludeer je dat met je gezond ver stand?" vroeg ik op een toon, die zeker verried, dat' ik zijn gevolgtrekking als voorbarig beschouwde. „Beste jongen, je hebt vannacht ongetwijfeld met den moordenaar zelf of een van rijn medeplichtigen te doen gehad. Kijk dien handschoen eens. De knoop iB er zoo woest uitgetrokken, dat er een gat in het leer gekomen is. En hier heb fe de fcnoop, die ik in de hand van het Slachtoffer vond. De draden zitten er nog aan en ook een stukje van het leer van den hand schoen. Blijk maar, de knoop past ér precies in. Bovendien is het zoo duidelijk als de aag, dat de nachtelijke zwerver buiten was om den verloren hand schoen te zoeken. En hij hield zich dronken, om niel in ,de gaten te loopen, toon hij je de deur zag uitkomen. „Waarschijnlijk zag hjj le voor een detective aan. Hij moet gezien- hebben, dat jij je bukte en iets op raapte- daarom volgde hij je in de meening, dat wat je gevonden hadt, misschien dex noodlottige hand schoen'was.1' Ik moest toegeven, dat die redeneering heel logisch was. „Natuurlijk was de kerel gemaskerd en verkleed," ging Leo voort „Hij droeg een valsche baard, die losraakte, toen je hem den laatsten keer tegen den grond sloeg. In leder oeval heb je je Hink gehouden, ofschoon je den schoft hebt laten ontsnappen. Mis schien kan het mes nadere inlichtingen geven. Laat eens zien." Hij bekeek het mee vluchtig, zonder er blijkbaar iets bijzonders aan te zien. „En wat voor een artikel heb Je nu over de zaak geschreven?" vroeg hij dan. Ik las het Voor. „Prachtig I" zeide Carring, toen ik klaar was. yJe hebt de feiten, waarover je wilde spréken, voortreffe lijk "behandeld, maar je zult je met behulp daarvan wel een eigen meening over (het verloop van het ge heel gevormd hebben. Het zou je artikel aardig kruiden, wanneer je er die aan toe zoudt wilLen voa^en.'" Ik voelde me door den vaderlijker toon van zijn kritiek eenigszins gekrenkt in mijn journalisteneer. Daarom antwoordde ik vrij gemelijkDat laat ik liever aan jou over ik zou hier toch maar in het duister ponatasten." „Beslist niet Wanneer Je je gezond verstand hiaar op de goede manier gebruiken wilt, dan zou je even veel van de zaak begrijpen als ik. Laten we eens zien welke praemissen wij nebben om verder op voort te bouwen." ging Leo voort „Wat was in de eerste plaats net resultaat van onze nasporingen in den winkel T' „Die van Jou moeten een heel bijzonder resultaat hebben gehaa," antwoordde ik. Leo keek verbaasd op. Dat antwoord had hij blijk baar niet verwacht „Wat bedoel je?" vroeg hij scherp. „Het was niet moeilijk om in te zien, dat je iets bijzonders in het tusschenvertrek op het oog hadt, terwijl ik den ouden Jeffert met den ladder hielp. En Je bewering, dat je de vensterluiken nagekeken maten de leuze van hun grooten voorganger Tayllerand ter hand genomen, dat de spraak den mensch gegeven is om zijn gedachten te verbergen.... Wat zij zeiden, betoogden en verklaarden, zejfs wat zij onüerteekenden, was niet zoo belangrijk als waarom zij dit deden en welke motieven hun handelingen be- heergchten. Toch bleek het ten slotte mogelijk oen bii benadering vrij juist beeld van den toestand en van ae ontwikke ling van het vredesverdrag te construeeren. Ik meen mij althans te mogen vleien, dat do lezer, die mijn artike lenreeks: „Bij den Bouw der Nieuwe Wereld' heeft ge volgd, meer weet van den ondergrond dan hij uit de communiqués zou hebben vernomen. Was het moeilijk in 1919 thans in Spa wag het nog veel en veel moeilijker om te weten te komen wat men eigenlijk wil. In weerwil van de beweringen des hoeren Keynea, (de beteekenis van wiens boek over de Economische Consequenties van het Vredesverdrag schromelijk over dreven is, naar wij meenen), besfpnd er in Versailles een richtsnoer; de XIV punten van Wilson. Overwe gingen van praktischen aard hebben gemaakt, dat die XIV punten in zeer vele opzichten moesten worden ge wijzigd. Nationale gevoeligheden, overwegingen van bm- nenlandsch1 politiek karakter, tenslotte ook motieven van wraakzucht èn van het gevoel overwinnaar te zijn, de den zich gelden en hadden tengevolge, dat Wilson'* principes in het gedrang raakten. Maar van het eerste tot het laatste moment hoe ook gehavend, bleven zij het richtsnoer, bleef Wil- son's grondprogramma doorwerken. Thans mankeeren de Amerikanen en gaat het pleit tusschen de twee oansche en de Wee halve groote mogendheden aan aen eenen en DuiUchland aan den anderen kant. 'Frankrijk heeft België, Engeland zoo ongeveer Italifi op sleeptouw. Die twee groepen wegen eenter niet te gen elkaar op. Want Ae gewezen hartlap der Entente, Belgifi staat er financieel en economisch heel wat be ter voor. dan de groote broer Frankrijk, terwijl het arme Italifi, door de dwaasheid van mee te willen doen en „groote mogendheid" te willen spelen, zoo goed als geheel geruïneerd is en voor alles was het krhgt of krijgen zal, „dank je wel" moet zeggen tegen de Angel- saksers in 'Londen en New-York. Aangezien Italië een politieke en diplomatieke tra ditie heeft op te houden, die in België ten eenenmale ontbreekt, is het dus duidelijk, dat de Engelsch-Ita- liaansche groep veel sterker staat en veel geslotendr is. De Fransche en Belgische-Franschen zullen alleen iets gedaan krijgen uit overwegingen van sentiment en me delijden. Als die v/orden weggecijferd, als Engeland al leen rekening houdt met zijn eigenbelang, zal het de vraag zijn, wat lager staat: franc of mark. Althans zal er weinig zijn te kiezen.... 1 j Die krachtsverhouding is duidelijk gebleken bij ver schillende regelingen der laatste maanaen. Ook nog in Spa-zelf bij de kwestie der ontwapening. Doch. net allersterkst bij de steenkolenkwestie. Men weet, dat Frankrijks plan van den beginne af geweest is, Duitschland economisch en financieel lam te slaan. Engeland wilde zich "oitfdoen van een lasti- §en concurrent, maar Frankrijk wilde den buurman, ie al zijn winsten en verdiensten, zooals Parijs meende, uitsluitend voor militaire (lees inbraak) doeleinden be steedde, voorgoed onschadelijk maken. Daartoe moest Duitschland beroofd worden van 40 steenkolen, die het industrieel zoo machtig maakten. De Silesische mijnen, de mijnen in Elzas-Lotharingen, die van het Saarbekken moesten simpel om die re den aan Duitschland onttrokken en aan Frankrijk of aan Frankrijk'» vrienden worden gegeven. Wanneer het doel was geweest een vergoeding te ver krijgen voor het tekort (tijdelijk of voorgoed) ontstaan door de vernieling der mijnen in Noord-Frankrijk, had men kunnen volstaan met een geheel andere regeling. Maar niet het product, doch ae mijnen zelf moest Duitschland afstaan, om het 'daardoor zooveel doen lijk tot machteloosheid te doemen. Hetzelfde idee is de grondslag van da telken» weer opduikende plannen tot bezetting van het Ruhrgebied. Ook daardoor wordt geen politie,k doch alleen een economisch doel bereikt. Politiek zou Frankrijk, dat toch nog altijd droomt van een oplossing van Duitsch land, veel meer zijn gebaat met een versterking van invloed in Zuid-Duitscnland, om zoo de kans te heb ben bij tijd en wijlen een republiek Rijnland te zien ontstaan en een Zuid-Duitschen Bond, die Beieren, Ba den enz., omvat, dan dat het zich waagt in het wes pennest*'aan den Ruhr. Maar economisch is de Ruhratreek met de mijnen en de staalindustrie voor Frankrijk'» doel ven veel groo- ter beteekenis. f Parallel met wat wij aanvoerden, ging het Franschf plan óm van de overige Duitsche kolenmijnen voor geruimen tijd zulk een deel der productie te reserveer ren, dat Duitschland zelf voor een belangrijk te kort zou komen. v Dit plan is goeddeels mislukt. Lloyd George en Sforza hebben een spaak in het wiel gestoken en de regeling, die than» tot stand Is gekomen, moet als een overwinning, van Minister Si- mons worden beschouwd. Inplaats van 3.400.000 ton. gelijk in Versailles was vastgesteld, behoeft Duitschlana maar 2.000.000 ton per maand te leveren en bovendien verkrijgt het een recht op een deel der opbrengst van de mijnen in Silezifi, wanneer die streek althans Poolscb j zou worden. 1 D.w.z. dat Duitschland praktisch uit eigen bodem niet 'meer aan de Entente behoeft te leveren, dan het I zelf heeft voorgesteld. Bovendien heeft het een veel j betere prijsregeling bedongen dan oorspronkelijk was vastgesteld, d§ar net nu zij het langs een omweg en met allerlei 'beperkende bepalingen den wereld- prijs krijgt inplaats van den Duitschen prijs. I Het wil ons toeschijnen, dat de angst van verschil- I lende Nederlandsche bladen of na de regeling van Spa d9 leverantie aan Nederland in het g •- drang zou komen, tamelijk ongemotiveerd is. Immers: op 100.000 ton per maand na is de En tente het eens geworden met net Duitsche aanbod, waar bij natuurlijk rekening was gehouden met de overeen- komst betreffende de 200 millioen Nederlandsche gul- Odens. Die 100.000 ton meer aan de Entente eh de 80.000 ton aan Nederland zijn 4 pet van wat Duitsch land oorspronkelijk op zich nam te leveren. Aangezien Duitschland r, im 70 pet. van 'zij* oude verbruik overhoudt èn dit "verbruik belangrijk is ver minderd, door het'wegvallen van de consumptie va* bunkerkolen voor de (met meer bestaande) groote scheep vaart, door het wegvallen van het Verbruik voor a* metaalindustrie in Élzas-Lotharingen enz., behoeft men er dus geen oogenblik over in te zitten, of Duitschland zal met wat goeden wil gemakkelijk kunnen leveren. En die goede wil Minister Simon» zegt het uit drukkelijk en Prof. Bonn ook is er. Welnu dam Kom je over den hond, dan ko je ook over rin staart UITKIJK. hadt, was zeer beslist een leugen. Dat heb ik persoon lijk 'geconstateerd. Neen, oude jongen, je hadt daar heel andere bedoelingen en je triomphantelijke blik bij het naar buiten komen bewees, dat je een belang rijke ontdekking gedaan hadt Veinzen kan je nog met 'erg goed, beste Leo." „En jij schijnt een scherperen blik te hebben dan ik dacht antwoordde Carring lachend. „Ja, je hebt inderdaad gelijkik heb niet geprobeerd de luiken open te krijgen. In werkelijkheid heb ik iets heel anders gedaan, over het resultaat waarvan ik me op het oogeDblik niet uitlaten kan, maar waarvan je later wel hooren zult. Maar trek je geen conclusie uit dat gebroken traliewerk?" „Eeigeniük niet De dief kan den diadeem toch niet met een hengelsnoer geviacht en door de opening van den ventilator naar boven getrokken hebben.' „Waarom niet? Ik heb opgemerkt, dat do voor- rand van de ventilatorklep precies boVen de plek is, waarop het kleinood voor het verdwijnen gelegen heeft. En in het midden van dien voorrand was een inkeping geveild, diep genoeg om een doorloopend snoer niet le laten afglijden." „Nu herinner ik me, dat ik die inkeping ook gezien had, maar ik. had er niet verder op gelet „Dat is heel dom van.je, want het is het eerste be langrijke feit, dat wo hebben. Een aan deze inkeping hangend snoer 'moet precies den diadeem geraakt hebben, wanneer dfö op zijn plaats lag. En nevond zich aan het einde van net snoer iets, dat het kleinood grijpen kon, dan kon het gevangene makkelijk vlug naar boven getrokken worden. Het gat in het tralie^ werk is zoo groot, dat men den diadeem er zonder moeite door kan halen. „Dat ïou in ieder geval een verduiveld origineele manier zijn om een inbraak te doen," lachte ik. „Met een snoer opvisschen wat je graag hebben wilt.''1 „Dat is zeker zoo. En juist de origineelste trucs hebben tegenwoordig de meeste kans van slagen. Die visschen, welke altijd bijten moeten, wanneer de zaak goed in elkaar gezet is, kunnen een zeer voordelig zaakje rijn." „Het is echter ook iets heel ongewoons om een klep- ventilator vlak boven een raam te hebben," zeide ik. „Natuurlijk, maar in den winkel zijn, zooals je gezien hebt, alle, muren tot aan den zolder toe door kasten ingenomen, zoodat er tusschen de jamen geen plaats is. Jeffert neeft het huis zelf laten bouwen en daarbij in het bijzonder op dé inrichting van den winkel gelet. Natuurlijk heelt de goede man er nooit aan gedacht, dat zijn kostbaarheden eenmaal lucht reizen door de opening van den ventilator maken zouden. „Het is dus niet zoo'n heel verwonderlijk iets?" GEMEENTELIJK MEI2KBEDHUT TE AMSTER DAM. B. en W. van Amsterdam hebben onlangs een voor stel aan den Gemeenteraad ingediend om de melklevering aan de An vurdamsche burgerij lot een gemeente „Volstrekt' niet. Maar wien houdt Je voor dader?" „Hepson natuurlijk," Sntwoordde ik on middellijk. „Hij neeft den ventilator lalèn repareeren ver moedelijk met een reeds doorgezaagd traliewerk. Hij heeft den sokkel op de plaats gezet, waar hij staan, moest, als - de truc wilde lukken. Leo knikte. „Ja, dat spreekt van zelf', zeide hij. „En om a Ue achterdocht te vermijden, was hij slim genoeg om Jeffert zelf er den diadeem op te laten leg gen. Er was maar één plek op den sokkel, want de diadeem moest natuurlijk *op den met fluweel be- kleeden gleuf in het midden bevestigd worden ofin ieder geval tegen die gleuf steunen." „Dat visschen moet zeker van uit het raam van Hepson's slaapkamer geschied rijn?" vroeg ik. „Natuurlijk. Iets anders is ondenkbaar. Het is de eenige plek, vanwaaruit men ongemerkt het hengel snoer door den ventilator brengen kan. Door het spionnetje kon men zich vergewissen, dat er geen ongewenschte personen in de nabijheid waren, wan neer hij zijn misdaad uitvoerde. De spiegel is namelijk zooals je zelf wel gemerkt zult hebben, zoo aange bracht, dat dien niet alleen naar beide kanten, in dit geval dps naar twee straten, kijken kan, maar ook onmiddellijk óp het trottoir daaronder." „Ik geloof toch, dat het 'een heel kunststuk geweest moet rijn dat hengelapparaat op de juiste plaats aan te brengen," zeide ik. „Och, voor zoo'n vindingrijk man als Hepson niet Trouwens ik heb in zijn kamer boven een lange dunne metaaldraad gevonden, waarvan het eene einde krom en van een vork voorzien was." „Misschien was hij van plan rijn vangst gisteren nacht op te halen^ toen hij Jeffert naar huis zag komen. Op die wijze heeft de juwelier hem halver wege belet, zijn plan uit te voeren. Op die manier zouden wij ook een verklaring hebben van het feit, .dat Jeffert rijn kleinood verschoven vond," riep ik uit. „Hm. hml" hoestte Leo met rijn hoonend-superieur glimlachje. 1 „Het schijnt mij tenminste de eenige waarschijn lijke verklaring. We kunnen toch als bewezen aan nemen, dat er niemand in den winkel was van af het oogenblik, dat Jeffert 's avonds zijn zaak gesloten had, tot hij 's nachts thuis kwam." „Ja, dat is bewezen. En daarom concludeer jij met onvoorwaardelijke zekerheid, dat iemand buiten de vier muren van den winkel zich den diadeem toegeëigend heeft, niet waar?" „Dét is een belachelijke vraag. Je hebt déareven zelf bewezen, dat de diadeem door de opening in den ventilator naar boven getrokkei\ is en ae diefstal dus van buiten ai gepleegd moet zqn*"' Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 1