Zaterdag 7 Augustus 1920.
63ste Jaargang. No. 6665.
TWEEDE BLAD.
Raad Zuid-Scharwoude.
FEUILLETON.
DE DEGENSTOK.
Voltallige vergadering ma den 'Raad dezer ge
meente, op Woensdag 8 Augustus 1920, 'aa-vonda
V uur.
VoorzitteT de Edeiachitiblajre heer Van Spongier,
secretaris 4e hoe/- Piarma.
Na cpeuilug worden de notulen gelezen en goed
gekeurd.
Naar aanleiding van de notulen merkt de iheer Zee
man op, dat daarin inzake 'zijn opmerking de 0.JW.-
beiwting, een andere lezing voorkomt dian hij ze
aanfetyguiven heeft.
Het ging er over dat het door hem ingezonden atuK
niet In heliandeling kwam. Ilij haid wel lu de notu
len willen zien opgenomen, dat voorzitter diit stuk
niet wen&chte te behandelen.
Voorzitter: U vroeg of u over deze zaak mocht
spreken en die gelogenheidi hebt u gehad. Een voor-
stei moet 'behoorlijik door eenige leden ondenteekend
zijn. Als dit door één geteekend is, geschiedt dit op
de marnier zooals 't gebeurd da De notulen zijn niet
stenugmiiiach, daarin kan' dus alles niet opgenomen
worden.
De heer Zeeman: lm deze- verschil i'k cmet u van
opvatting; wat u 2egt heb tik 'in het reglement van
orde niet kunnen lezen. Volgens dit reglement heeft
een lid van den Raad ten allen tljlde het recht op*
een voorstel in te dienon. De Raad beslist dan otf
het behandeld wordt. Ook de 'Gemeentewet zegt het.
Voorzitter: We hehben hei cyver de notulen en niet
over de O.-W.-belasting. Uw schrijven hield vragen
in. Ik hoop dat u er dn werkelijkheid nota van zult
nemen, dat mijn mededeeling dn deze. de juiste is.
bovendien was het schrijven 'aan mij persoonlijk ge
richt.
De heer Zeeman: Ik verschil met u van msenang,
mijnheer de voorzitter.
Ingekomen stukken. Goedkeuring op het ko
lder II. O. 1920; op de of- en overschrijvingen; on
voorziene uiLtigiavem; suppl. begrootdng 1919 en op de
gelid Leeulnig voor de lichtbedrijivem.
Deze stukken worden voor kennisgeving aangeno
men.
Van Ged. Staten is een brief ingekomen, waarin ze
verzoeken geen besluiten te nemen tot het doen van
geld 1 eenlingen, alvorens er .zekerheid is diat de leendng
geplaatst, kun worden.
Zal zooveel mogelijk rekening mee gehouden wor
den.
De heer Zeeman .merkt op, dat in die circulaire ook
over de O.-W.-uitkeeri,ng gesproken wordt. Hij vraagt
of het juist is- dat d.it op de tweede slaat en dat de
3e geheel op zichzelf staat.
Voorzitter: Zo hebben het in die circulaire alleen
over de uiïkeeringen die reeds zijn toegezegd.
De heer Berkhout: Is het u bekend, welke maat
staf-er genomen wondt; wij tasten in deze geheel in
het d'Udistir.
Voorzitter: Er is binnenkomt een schrijven te wach
ten, waarin wordt meegedeeld, op welken grond uit-
keening kan worden aangevraagd. De beantwoording
van dit schrijven izal aan B. en W. zijn.
De heer Berkhout markt op dat elke gemeente
groou uitgaven gehad heeft.
Voorzitter: De tweede uitkeertmg ging ovej de cri-
«iauitgaven in de jaren 1917 en 1918. Er wordt over
wogen een 3e uitkeering te doen vioor hen die in
1919 in dde positie verkeerden.
De heer Zeeman: Vast ©taat volgens het Kort Ver
slag van 1 Julii, dat ae igemeieriten die het niet ge
had hebben, het dan zullen ontvangen. Is diit nu een
zaak voor B. en W. of heeft de geheel e Raad er iets
ini 'te 7.eggen? Waar Ide uitvoering aan B. en W. is,
meen ik dat het goed is wanneer ook de Raad in
deze (rebound wordt.
Voorzitter: t Sipijt me u te moeten, -(teleurstellen,
'l Is zuiiiver een zaak voor B. en W. Ala die noodlg
oordeelen den Raad te hooren, gebeurt het, B. en
W. moeten toch eenig vertrouwen van den Raad
hebben.
I>e heer Zeeman: Ik stel de kwestie van, vertrou
wen ndet, maar ik (meen, dat In g.eldoange 1 eg-eniheden
ook de Raad iets heeft te zeggen.
Voorzitter: B. en W. zijn mans genoeg om de za
ken van de gemeente .te behartigen. Ik vraag den
Raad of deze Zeeman verlof geeft nog verder over
deze zaak van B. en W. te spreken.
- De heer Zeeman: U stelt <Le kwestie onzuiver.
Dètective-roman naar het Zweedsch van S. A. DUX
- Bewerkt door W. J. A. ROLlNlALiDUS Jr.
17.
HOOFDSTUK VIII.
Deinbraak. i
ïk was niet dc eenige, die door inbrekers gezocht
werd.
Het resultaat der beide geheimzinnige bezoeken in
mijn woning was afgezien van het binnensmokke
len der dreigbrieven heel mager geweest. Den
eersten keer had men, voor zoover ik na kon gaan,
niets gestolen én de tweede maal was het fragment van
den brief de eenige buit geweest. De beteekénis was
echter zeer belangrijk verminderd, doordat ik de on
begrijpelijke regels goed genoeg in mijn geheugen had,
om ze zonder moeite neer te kunnen schrijven.
Ik kan niet loochenen, dat het mij eenigszins ver
baasde het slachtoffer te moeten zijn van die. nachte
lijke begroetingen. Ik speelde tdch in deze aange
legenheid een neel wat ondergeschikter rol dan Leo
Carring en was in vergelijking met hem een ongevaar
lijk tegenstander. Waarom had hij ook geen dreig
brieven gekregen? En waarom trachtte men ook hem
niet te bestelen? Bij hem zouden zij immers veel be
langrijker dingen kunnen finden dan bij mij. Want
ongetwijfeld bezat Carring, die zelfs tegenover mij zoo
gesloten was, verscheidene dingen, die voor de schurken
van groot belang waren.
's Avonds voor het feest bij de^efferts ging ik heel
vroeg naar. bed. Ik had nog niet lang geslapen, toen
ik plotseling door een luiden knal gewekt werd. Klaar
Jjakker sprong ik op en hoorde een tweeden knal.
Het klonk als een revolverschot en het was als kwam
bet uit Carrings kamer onder mij.
Inderhaast kleedde ik mij aan. Dadelijk daarop ging
oe telefoon, en ik hoorde Leo's stem, koud en rustig
zooals gewoonlijk.
„Kan je niet even beneden komen? Ik heb hulp
noodig,' zeide hij.
„Heb jij geschoten?''
»Ja, maar aileeen om schrik aan te jagen. Het is
*0$ gelukt wat te vangen. Kom beneden, dan zullen
Wij samen het net doorzoeken, maar breng je revol
ver meel"
Na enkele minuten was ik beneden.
„Waar heb je hen kerel?" vroeg ik buiten adent
„In de badkamer. -Wie het is, weet ik nietmaar wat
Voorzitter: Wordt aan Zeeman verder het woord
gegeven?
Allen meenen dat er genoeg over gesproken' le.
Het bekende schrijven van het gemeentebestuur
van Alkmaar inzake de Hamdelsdogscholea, stellen
B. en W. voor vtoorDoopolg ndet op in te gaan. Voorzit
ter heeft de burgemeester van! Alkmaar gesproken
en heeft ivtoldoemde gw>nd te vermoeden, dat de leer
lingen niet direct geweerd zullen wórden. Vaat
staat dat Alkmaar geen andexen weg kan
In deze gemeente izijni 2 leerlingen die aan het (han
delsonderwijs deelnemen.
De heer Berkhout: Zooals heit schrijven daar ligt,
is het iets vreemds. Geeft deze gemeente nog sub
sidie aan hen dde aan het Handelsonderwijs deel
nemen?
Voorzitter: Ik meen van wen.
Stemmen: Aan de Handelsschool niet, aan de Am
bachtsschool wei.
Voorzitter: (Het achrijfven van Alkmaar Is im over
eenstemming met de voorschriften.
De heer berkhout acht het gewenecht een oplos
sing te vinden, door iets of desnoods alles van het
schoolgeld te vetgoederen.
In de volgende vergadering zullen B. en W. met
prae-advi'&s komen.
De voordracht voor zetters wordt zomfder stemming
als volgt opgemaakt: 1. J. Kroon, 2. G. Bekker:
1. .S. de Boer, 2. Jb. Vexknoosit. De beide bojS 1 zijn
aftredend.
Van Ged. Staten is hericht ontvangen, dat de wij
zigingen in1 de algemeene politiefveroideooing betref
fende het 'tapveihod zijn goedgekeurd.
Ingekomen is een adres van de vergunninghou
ders, met verzoek om op die genomen hesluiten in
zake tap verbod, na 10 uur en oip kermis terug tQ
komen.
Voorzitter deelt naar aanleiding hiervan mee, dat
door enkelen Wiaa opgemerkt', dat het gebruik hier
soms overdadig is. Aan de hand van statistische cij
fers blijkt ech ter heit 'drankverbruik dn deze gemeen
te miniem. I-Iet verbruik lin 1916 was ih het geheele
land per hoofd 4.73 liter, in Zuidscharwoude 2.12 L.
In 1917 waren de cijfers 4.95 en 2.72, in 1918 5,21 en
2.00 U. Ik stel er hoogem prijs op om dit even mee te
dealen, omdat 'dit aangeeft, dat onze gemeentenaren
niet drankzuchtig zijn.
De heer Berkhout spreekt er zijn verwondering
over uit, dat B. en W. geen prae-«dvles hebben.
Meermalen ie er gepoogd om een pas genomen be
sluit ingetrokken te krijgen, doch dan. werd gezegd,
dat gaat niet op» Ik hadi.verwacht dat er nu een voor
stel geweest wias om dit adres voor kennisgeving aan
te nemen. Ik stel voor om heit adres voor kennisge
ving aan te nemen.
De hoer De Jong weet bok dat het hoofdelijk ge-^
brulk ihler niet groot dis. lm 19,14 is het door ons ge-'
zegd' dat het ojver den gebeélen Lang&dljk 2.33 was.
Hij protesteert er echter tegen waar dn het adres1 ge
zegd wordt dat in de gemeenten met tapverbod hpt
gebruik hot grootst is. We weten goed, dat ze door
die groote pers beïnvloed worden. Veel wordt als be
wijs Deventer genoemd, doch de hoofdcommissaris
van Deventer heeft zelf getzegd, dat de kermis daar
een normaal verloop heeft gehad. Laten adres san
ten om zich heen zien en zien hoe het in EWrkshorn
en Hciloo gegaan is. In Waarland waar alleen met
kermis drank getapt wordt, was gedurende d9 ker
mis veel dronkenschap. Het verwondert mij. dat R.
én W. geen advies voor afwijzende beschikking heb
ben. Ons concours had een zeer normaal verloop. Er
wend geen sterken, dronk getapt'. Ik geef toe dat door
die caféhouders en tegenstanders een boom opgezet
wordt, dat ze zich niet. wenscheen te laten koeio
neer en door 5 raadsleden. Aian -de 'Stamtafel van
een der caféhouders is zelfs gezegd, dat ze bij De
Jong en Zeeman, de glazen zullen ingooien.
Voonzitter: Ik laat me eerdgsains lelden door <le
lijst aan Ged. Staten, waarop 350 kiezers hun naam
teekenden. Daaronder waren namen van zeer veel
notabelen. Ik wil daarom geen advies uitbrengen.
Ook ié ini de vorige 'vergadering steun gegeven aan
een actie voor plaatselijke keuze. Deze 350 hand-
rteekeniinig hebben toch wel iets van plaatselijke
keuze.
De heer Bekker, r.-k., zegt, dat er een aardige agi
tatie zal komen. De meeaten van onze zijde zijn te
gen het besluit omdat het misbruik hier nihil is.
Als er heelemaal 'geen alcohol getapt werd, zou het
een heel verschil geven, doch stout enz. mag men ge
bruiken en dat gebruiken de jongelui het meest.
ILat meerehdeel van do gigiemcentenaren is er tegen.
Ik betreu dat het gebeurd is en het misbruik keeren
we toch niet Mien zegt wel eens, een boer laat zich
ini et dwingen. Ze zijn bij de varkens af. Onthouding
keur ik goed, doch laten ze aan anderen de vrije
keuis laten. Vioor mijn part was de drank de wereld
•uit
Wethouder Kroon: We woten hoe de kermis hier
de laatste jaren veloopt- Ik ben bang, dat de bom
zeer slecht springen zal. 'Er zal een beroerde toe
stand geschapen worden, al is de bedoeling van de
hieeren gloed.
De heer De Jong: De likt van.' ca. 300 handteekenini-
gen verwondert mij in net minst niet. Het is geen
hij .Vil is duidelijk. Vermoedelijk dacht hij? dat ik
reeds in slaap was, en waande hij zich betrekkelijk veilig.
Hij is ook met buitengewone list te werk gegaan. Zie
je het open raam? Daar kwam hij binnen. Dwaas
genoeg had ik door de drukkende warmte het open
gelaten. Ik dacht ook werkelijk niet, dat iemand nier
op die manier zou willen binnendringen. Van de goot
naar het raam is het ruim anderhalve meter. Zoo n
luchtsprong is alleen mogelijk voor een handigen en
getrainden zeeman of acrobaat"
„Hoe heb je hem te pakken gekregen?"
„Ik kwam heel zacht naar binnen, daar ik in den
corridor een ?w5kkc petroleumlucht geroken had
de dievenlantaarn van den schurk. Gelukkigerwijze had
hij vergeten de gangdeur te sluiten. Toen ik binnen
kwam, was hij bezig met de grootste kalmte »mijn
brandkast te openen. Hier lachie Leo vergenoegd.
„Dat mocht hij gerust probeeren. In één nacht zou
het hem niet gelukt zijn. Je weet, dat ik tegenwoor
dig steeds gewapend ben. Op het oogenblik, dat ik
hier licht maakte, richtte hij zich op en greep naar
zijn revolver. Doch eer hij' nog merkte, dat het mij
ernst was, schoot ik een paar kogels af, die langs zijn
haar streken een valsche pruik natuurlijk. Eerst bij
het tweede schot stak hij zijn handen in de hoogte
en ik joeg hem formeel voor mij uit in de badkamer, die
ik diehtgrendelde. Daar zit hij nu."
„Kan nii er niet uit?"
„Alleen door dc deur natuurlijk. Een raam is er niet,
zooals je weet Neen, wij kunnen er volkomen zeker
van zijn, dat do visch niet door de mazen van hel
net kruipt voor wij het doorzoeken. Je bent toch ge
wapend?
Ik liet mijn revolver zien.
Leo onderzocht nu de brandkast en de op .den grond
liggende werktuigen.
„Zoo kwaad niet," prevelde hij. „Een loodlamp en
zwavelstangen. Die inbreker van me schijnt goed thuis
te zijn in de chemie. Een gloeiende ijzeren plaat wordt
door een 'zwavelstang vlug en geluidloos doorboord.
Het zich vormende gesmolten zwavelijzer stroomt een
voudig weg en laat een gat achter zooals geen boor
het beter kan. Op die manier kan je een pantserplaat
klein krijgen. En 'kijk eens wat hij hier voor de slaap
kamerdeur gelegd heeft om te verhinderen, dat ik eruit
kwam.. Kijk eens naar dat kleine stalen apparaatje.
Zoodra de deur eventjes geopend worden zou, zouden
die stalen punten in den grond grijpen en „Halt"
zeggen."
^Het schijnt een doortrapte schurk te fijn. Hoe ziet
hij eruit?"
rBaard en pruik, geschminkt en geverfd 'natuurlijk.'
Zijn masker was in zooverre goed gekozen, dat ik ten
minste in den korten tijd, dat ik hem voor mijn revol
ver had, geen herkenningsteeken vond. Maar we zullen
vrij© etemming, men geeft «oo licht toe als iemand
vraagt «n wijst op -de echode dde hij ex van «tl on
dervinden enz. Als het gevraagd wordt, zetten net
zoo goed notabelen eis minderen er hun naam op.
Elkeen die bij den caféhouder kooit, i« het roerend
met hem eenia. Ik hecht er niet de minste waarde
aan» Er zijn onderteekenaaxe dde zelf zeggen dat
het beter is, als alles wieg was. Toch zetten ze hun
naam op het stuk, dat geteok-end is dwor P, Kna-
rner en geschreven door Rempt van OudtkoirapaL
De heer Zeeman: Er Wordt ook in het adres gezegd
dat de drank dan uit andere gemeenten gehaald zal
worden, waardoor vechtpartijen zullen ontstaan. Er
wordt dus grif toegegeven, dat 'door den drank de
menschen aan het vechten gaan. Er is met de groote
trom gewerkt van wat ben je ma
De heer Bekker interrumpeert.
De heex^eeman: Het iddöele van tapverbod moest
de menschen meer bijgebracht zijn, bij het aanbie
den van het adres. Het is ongehoord om te zeggen
alleen als ex geen tapverbcd is, gaat het ordelijk. In
Dirkshom werden de menschen door de sloot,ge
jaagd, in 'Heiloo stroomde het bloed, en op het feest
bier waar het tapverbod wiasi, (gtimg ihètt er zeer orde
lijk toe. Wethouder Kroon sprak oiver een proefjaar,
doch dit zegt niets, wiant dan jiuist zal men het er
op zetten. Dan wordt aan de iwonoxdelijkhedèn een
/Sterken, arm gegeven. Vroeger bij het wegnemen
van verkoop langs den openbaren weg ging het
eerst ook wanordelijk .Latex wist men niet 'beter of
het hoorde zoo. Er is alle reden om heit besluit te
handhaven.
Wethouder KroonIk wilde een proefjaar ala
vanouds, doch niet met verbod.
De heer Zeeman.': Nloem -dan het kind goed bij den
naam.
Voorzitter: Proefjaar is een gevaarlijk woord.
Algemeen gelach.
De Leer Kroon wiil het genomen besluit intrekken,
omdat het voor ideze gemeente niet van het minste
bellang ia
De neer Groen (R.K.)Ik heb de vorige vergadering
mijn stem uit volle overtuiging gegeven en druk mijn
spilt uit over de agitatie.
Als de menschen van goede wille waren geweest, zou
den zo dit als proefjaar beschouwd hebben. Een over
gangsbepaling was misschien beter geweest. Het verZet
komt het meest van heu, die het kermisvieren tot deu
dag bepalen. Mijn stem gaf ik niet tegen die menschen,
Ik wil er direct geen voorstei van maken, doch ik vraag
het oordeel van den raad, om als overgauapbepaling
voor dit jaar het tapvsrbod s avonds na 8 uur in
te stellen.
De heer Berkhout; Ook mij spijt de agitatie, al ver
wondert het me niet Ik heb met mijn stem gegeven
omdat het hier zoo erg is, doch ik heb mezelf de
belofte afgelegd om alles te doen, wat tot misbruik
aanleiding geef t Het gebruik dient dan 't eerst gekeerd. Een
van de middelen is een tapverbod op kermis. Het besluit
is niet willekeurig genomen, want op kermis wordt
veel meer gebruikt aan nuttig en noodig is. Ik blijf
bij mijn besluit.
Voorzitter; De bepalingen beoogen het tegerigaan van
misbruik.
Dc heer BerkhoutDe vraag is juist, wat is mis
bruik.
De heer KramerIk heb mijn stem uit volle over
tuiging als katholiek gegeven, niet zoozeer uit een oog
punt van drankbestrijding, dan wel tol bestrijding van
de onzedelijkheid. In deze zaak stond dit bij mij op
den voorgrond. Hoewel het onmogelijk is, om alle
.kwaad te keeren, doch waar ik als lid van den raad
soms bij machte ben aan de bestrijding der onzede
lijkheid werkzaam te zijn, ben ik als katholiek verplicht
om dit te doen. Ik had het genoegen d6ze week een
vergadering te presidoeren over 'dit punt met het doel
zich neer te leggen bij de genomen besluiten. Het mocht
ons niet gelukken. Door de opgeschroefde agitatie wa
ren de gemoederen te veel verbitterd. Ik heb verklaard
niet op het genomen besluit to zullen terugkomen.
Toch gevoel ik wel voor de overgangsbepaling als door
den heer Groen bedoeld. De onzedelijkheid komt meer
voor in den avond en nachtelijke uren, zoodat dit even
goed bereikt kan worden. Voor allebei mceningeu is
dan iets bereikt.
De heer Zeeman; Het doet me genoegen den héér
Kramer als katholiek zoo te hooren spreken. Ik. spieea
als soc.-dem. als ik 'zeg, dat ik elke onnutheid over
boord wi! werpen en dan is het niet alleen de onzede
lijkheid die bestreden moet worden, doch alles, wat op
het menschzijn een schadelijken invloed heeft. Dc staart
van Kramer s betoog deed me vreemd aan. Als cr
overdag gelegenheid is, is de gclegeuljeid voor oud en
jong voor allerlei bachanaliën geopend. Onze roeping
als mensch is om al wat 'verkeerd is te bestrijden.
Laten de ouderen nu de ouderliefde eens zoo beschou
wen, dat ze ook in dit opzicht een goed voorbeeld
eeven, evenals mijn vader dat voor zijn kinderen deed.
Ik hoop en zou bijna zeggcrvverlrouw, dat Kramer voelt
dat hij als katholiek ook niet zijn stem aan de staart
kan geven. Ook overdag gebeuren cr reeds verkeerde
dingen. Ik hoop, dat het voorstcl-Berkhout met algc-
-meene stemmen wordt aangenomen, ook voor' het
prestige van den raad.
Voorzitter; Ik hoop dat u ook in ander opzicht het
voorbeeld van uw. vaaer opvolgt.
hem nu wat nauwkeuriger In oogenschouw nemen)!"
„Geloof je, dat hij het op iets bijzonders gemunt
had?" vroeg ik nieuwsgierig.
Leo wierp mij een vluggen blik toe.
„Ik weet het niet," zeide hij. „Maar hij zou heel
wat in zijn handen gekregen hebben, als het hem met
de brandkast gelukt was.
Hij ging naar de deur van de badkamer en bracht
zijn o'or aan het sleutelgat
„Wat voert hij toch uit?" prevhlde hij-. „Ik geloof
dat hij een bad wil nemen."
Ook ik luisterde. Ongetwijfeld brandde de badkaehel.
Maar wat voerde hij uit?
„De een of andere boevenstreek, maar ik kan me
niet voorstellen wat voor een," zeide Leo. „Zijn in-
brekerswerktuigen wijzen er op, dat hij een internatio
nale misdadiger is. We moeten de zaak van den grond
af naaaan. Ga jij met je revolver aan dien kant staan
en schiet zonder pardon, wanneer hij zijn armen niet
omhoog houdt, zoodra ik open maak'.
Iïij draaide het slot om.
„Hallo 1" ri«p hij. „Eruit P'
Maar de deur was niet open te krijgen.
Leo pakte de knop, om nsar met een heftigen ruk
open te trekken. Zij was van binnen gegrendeld.
Een vloek ontsnapte hem. „Wat een ezei was ik
om hem hier op te sluiten," zeide hij. „Maar nu moet
hij eruit."
„Telep*honeer de politie," stelde ik hem voor.
Leo naaide zijn schouders op. „Dat zou het aller
laatste zijn, dat ik doen zou. Heb ik den schurk een
maai hier vast, dan zal ik hem ook in verhoor nemen.
Wanneer ik uit hem heb wat ik wil weten, dan kan
de politie hem krijgen, eerder niet
Hij gni§ weer naar de deur van de badkamer. „Hei
jij Baar binnen. Hoor je niet wat ik zeg.?"
Geen antwoord, maar andere celuiden, die tot ons
doordrongen, brachten ons tot de conclusie, dat hij
druk met iets bezig was.
„Deur open," beval Leo. „Als ie het niet doet dan
schieten, wij door het deurraam. Wij zijn hier met ons
beiden, zoodat je het beste doet je dadelijk over te
geven.
Een onduidelijk gemompel drong tot ons door,
maar de deur was en bleef dicht
„Ik zal tot tien tellen," riep Leo met harde stem.
„Als je dan niet. open gedaan hebt, schieten wij
Een twee1— drie vier
Verder kwam hij niet, want op dat oogenblik ging)
het électrische licht uit en stonden wij in volkomen'
duisternis. Bijna tegelijkertijd werd de deur van de
badkamer opengestooteneen sissend geluid liet zich
hooren en een douche van kokend-heet water en
stoom kwam ons tegemoet Van de eerstvolgende
seconden weet ik niets. Gelukkigerwijze had ik op zij
De heer Berkhout acht het voorstei-Groen-Kramer ge
vaarlijk, omdat juist dan bet meest en bet vlugst ge
dronken zal worden.
Het voorstei om het adres voor kennisgeving aan te
nemen, wordt met 4—3 verworpen. Voor de heeren
Berkhout Zeeman, de Jong; de neer Kramer steunt het
voorstel-Groen, opdat men dan ook in de gelegenheid
is een overwinning op zichzelf te behalen. Om erger
te voorkomen, geert hij hieraan do voorkeur.
De heer De Jong: Het is een heel treurige maatregel,
geheel niet doeltreffend. Ik zal er mijn' stem niet aan
geven. Laat ze dan den geheelen dag maar zuipen.
De heer Zeeman: Ze hebben bij Ged. Staten den
kous op den kop gehad, bij den raad hebben ze he
iaas beter succes.
Voor mijn geest komen mannen die zich fierder
hebben gehouden, die zelfs hun leven voor hun mee
ning feil hadden. Kramer spreekt tegen eigen overtui
ging in. Ik kan hun voorstel niet steunen en «zal
me er tegen verklaren. Dat ben ik aan mezelf verplicht
Wethouder Kroon wil voc dit jaar het genomen
besluit intrekken.
De héér Kramer: Tegen mijn overtuiging in terug
krabbelen is bij mij niet het geval, doch: we zullen ei
meer kwaad dan goed van beleven. Ik wil van 2 kwa
den de beste kiezen en wil geen onlusten in onze
rustige gemeente. We kunnen niet altijd ons eigèn zin
doordrijven, doch moeten onze opinie wel eens op den
achtergrond schuiven om anderer opinie te eerbiedigen.
Ik "hen de overtuiging gekregen, dat we voor dingen
komen te staan, waarvan ik de verantwoording mei op
me wil nemen. Daarom ben ik teruggekrabbeld.
De heer Zeeman vraagt het woord.
Voorzitter: U heeft 't reeds tweemaal gehad. Ik vraag
aan deu raad lof u het woord moet hebben.
De heer Zeeman: Ovér dit voorstel heb ik eenmaal
het woord gehad, u is abuis.
Ook anderen merken op, dat voorzitter abuis is,
waarop de heer Zeeman het woord krijgt.
De heer Zeeman: Moet ik nu zoo vechten om hel
woord te krijgen?
Voorzitter: u moet u houden aan de orde.,
Dc heer Zeeman: Ik ben ordelijk genoeg.
Voorzitter: U hebrhet woord.
De heer ZeemanHier wordt gehoor gegeven ean
uitingen van wanordelijkheden, waartegen toch maatre
gelen zijn te nemen. Ik wensen oen amendement in te
dienen, dat er van 's morgens 8—12 uur gelegenheid
tot tappen is. Als het gesteld wordt, tot's avonds 8
uur, is het weer rapop.
Voorzitter: Hier wordt 'goen misbruik van sterken
drank gemaakt. Ik kan de ingezetenen op dit gebied be
ter dan u.
De heer Zeeman: Ik kan met voorbeelden aantoonen,
:dat bij dronkenschap geen proces-verbaal is opgemaakt
in gevallen die u bekend zijn.
VoorzitterDit is geen terrein dat u moet betreden.
De heer Berkhout; Dat hier drankmisbruik is, wordt
door niemand beweerd.
De heer Zeeman't Is een schandaal.
De heer Berkhout: Ik vrees, dat met het voorstel-
Groen-Kramer meer gedronken wordt dan in de ge
wone omstandigheden. Ik stem tegen het voorstel, 't Is
een treurig verloop deze heele geschiedenis.
De heer Berkhout: In andere zaken wordt steeds
gezegd, t gaat niet aan om op een genomen besluit
terug te komen.
Voorzitter: Het eene punt of het andere maakt we:
:eens verschil. Ik wil het voorstel tot de volgende
vergadering aanhouden, opdat ,B. en W. het ondei oogen
kunnen zien.
De heer Groen meent, dat het reeds genoeg bespro
ken Is.
De heer Kroon niet, deze wil verbod na 9 uui.
De heer Zeeman't Is een punt om met rustige
hoofden overwogen te worden. Maak niet te veel illusie
dat het tapverbod met kermis al opgeheven is.
Het voorstel van den voorzitter wordt met 4—3
stemmen verworpen.
Het amendement-Zeeman wordt met 1 slem voor ver
worpen en daarna het voorstel-Groen-Kramer met 4- «3
stemmen aangenomen. Tegen de heeren De Jong. Zeé-
nian en Berkhout. Het sluitingsuur blijft op 10 uur
gehandhaafd.
Aangeboden wordt de gemeenterekening met een ont
vangst van f 61034.92V», een uitgaaf van 60165.48, al-
zoo een saldo van t 869.441/*, welk bedrag nooger zou
Sïwecst zijn, als de Rijkstegemoetkominc voor het her-
alingsondcrwijs Binnengekomen was. De rekening zal
worden nagezien dodr de heeren De Jong, Groen en
Zeeman. Ook de rekening van het Burgerlijk Armbestuur
wordt in handen van dezelfde heeren gesteld.
Rondvraag. De heer Zeeman vraagt, ot de loden'
een uittreksel van de rekening thuiskrijgen.
Voorzitter: Ja, die krijgen ze thuis.
De heer Zeeman wijst op net groote bezwaar dat
cr t avonds geen gelegenheid ts om de ingekomen
stukken ln te zien. Hij zou gaarne zien, dat dit tVvee
avonden voor eikc openbare zitting kan, geschieden.
Artikel 28 van het reglement van orde zsgL de sluk-
ken kunnen eirculeerem wat echter niet noodig is, als
voorzitter zijn medewerking tot het genoemde kan ver-
Ieenen.
De heeren Berkhout, de Jong en Kramer sluiten zich
daarbij aan.
Voorzitter: Wie heeft er meer voor de rondvraagV
De heer De Jong: Destijds heeft Zeeman het voorstel
van de deuropening gestaan en ontkwam ik daardoor
aan verbranding, maar mijn uitgestrekte hand met
den revolver brandde als vuur. De stoom sloeg mij in
de donkerte tegemoet en verdoofde mij bijna. Ik
hoorde een schot en schoot nu op goed geluk mijn
revolver af.
„Houd den schurk toch vast, schreeuwde Leo.'
Ik stormde vooruit en pakte een man, dien ik met een
krachtigen jujitsu-greep op den grond drukte.
Tegelijkertijd hoorde ik achter mij het kletteren van
gebroken glas en de roan onder mij siste: „Ben je
krankzinnig? Ik ben het"
In de donkerte had ik Leo beetgepakt. Wij vlogen
samen naar het ingeslagen raam, waardoor de flauwe
nachtverlichting der straat drong, en zagen een map
wegloopen als gold het zijn leven.
De conciërge was door het schieten gewekt en kwam
nu boven, tot ingrijpen bereid. Leo echter zeide geeni
woord en ik zweeg eveneens.
Een lamp werd aangestoken en wij keken rond.' In
de badkamer was een overstrooming van het steeds nog
uitstroomende heets water. Toen de kraan gesloten
was, zagen wij wat de sluwe schurk gewild had.
Hij had de badkaehel aangestoken^ de korte slang,
die wij voor het besoroeien der bloemen gebruikten,
eraan gezet, die op de deur gericht en op hetzelfde
oogenblik in de hoogte gestoken.
„Dat had ik moeten voorzien," prevelde Leo. „Een
ezel was -ik om hem in de badkamer op te sluiten.7,
„Maar het was ook een verdomde pech, dat het
licht precies op het oogenblik dat hij de aeur open
deed, uitcing," viel ik hem in de rede.
„Pech, barstte Leo uit „Kijk die electrischë dra
den eens. Hij heeft op twee plaatsen de zekering door
gesneden en enkele fijne koperdraden hij elkaar ge
bracht, zoodat er kortsluiting ontstond, Een geniale
schurk, dat dient erkend.,"
„Dat lijkt wel. 'Maar het is een wonder, dat de kerel
uit het raam heeft kunnen springen, zonder zijn beenen
te breken."
„Ik heb ie toch gezegd, dat hij behendig is als een
acrobaat. Maar laten we nu de brandschade even na
gaan. Hij had ons als varkens met warm water kunnen
overgieten."
De gesprongen zekering werd door een nieuwe ver
vangen, zoodat het electrisch licht weer brandde.
En nu zagen we tot onze blijdschap, dat wij er nog
vrij goed afgekomen waren. Slechts een paar stralen
hadden ons getroffen, zonder brandwonden te veroor
zaken. Maar in 'de kamer was menige verwoestin g
aangebracht en wanhopig keek Leo naar zijn meubels
en zijn tapijt
„Ben je nog altjjd even gesloten en geheimzinnig
tegenover mij vroeg lik. „Of zal je me hu zeggen wat
die inbraak te bettekenen heeft?"