Dit het üart van Holland.
1
Ingezosiden Stukken.
Uit en Voor de Pers.
Binnenlanascft Nieuws.
betreffende sneeuwoprulmen gedaan. Kan hieromtrent
geen verordening gemaakt worden, zoo mogelijk fn sa
menwerking met de andere gemeenten?
Voorzitter: Heeft u nog meer?
Do heer Zeeman i iStapÜ u zoo van mijn punt ar?
Voorz.Het reglement van orde worat hier prac-
tlsch toegepast, afschriften kunnen worden verstrekt als
er personeel is. De rondvraag is voor inlichtingen, doch
niet voor besluiten, ik zou kunnen zeggen, ik geef u
geen antwoord, doch doe dat natuurlijk niet.
l)e heer ZeemanDat mag u ook hltijd niet. Ik heb
als raadslid het recht een voorstel als dit te doen.
Voorzitter; U moet u aan de órde houden.
De heer Zeeman: Art. 183
Voorzitter: U hebt mij de wet niet voor te leggen.
De heer Zeeman: ik kan mijn vragen ook schriftelijk
doen, doch ais men niet al tc veel den parlementaire^
weg bewandelt, wordt ook mondelinge vragen wel toe-
gelaten. Kunt u nu mijn verzoek niet in stemming
rongen? Het is zoo uiterst eenvoudig. Ik meen, als
een voorstel ondersteund Wordt, dit behandeld kan
worden.
Voorzitter: U moet u eerst overtuigen, wat de rond
vraag beteekent
Tót 'den heer De Jong zegt voorzitter, dat de ge
meentewet het recht geeft inzake sneeuwopruimen aan
dc Ingezetenen verplichtingen op te leggen.
Do heer De Jong: Zou het niet gewenscht zijn met
dc andere gemeenten' overleg te plegen?
Voorzitterlk zal het bespreken.
Hierna gaat de raad in comité.
De een of andere onderzoeker met veel vrijen tijd
heeft uitgerekend, dat er in het afgeloopen jaar op het
dierbaar plekje grond, dat wij ons vaderland noemen,
niet minder dan 136 staatscommissies doende waren, om
allerlei onderwerpen te bestudeeren en (of) den gang
der wetgevende machine te bevorderen.
Met hun honderdzesendertigen kostten zij den belas
tingbetaler bijna 6Va ton voor presentiegelden en andere
uitgaven.
Eerlijk gezegd, valt het me mede. Honderdzesendertig
stuks voor 6Vs ton, dat is door elkaar even 4700 gulden
per commissie.... Dat lijkt zeer goedkoop. Vooral omdat
ue meeste allicht zullen beschikken over een permanent
secretaris, die dus een klerk of 'n juffrouw-met-de-
schriifmacbine onder zich heeft, die natuurlijk niet per
uur betaald of gehuurd wordt. Dan is er toch al heéi
gauw een loketkast voor de documenten en een kaart-
register noodig. Voorts moet er huur worden betaald vooi
een kamer, tenzij een der feden zijn huis belangeloos
tegen een zoet bedrag aan het Rijk verkoopt. Ieder i
weet hoe duur huizen, kamers, bureaumateriaal en type-
juffrouwen momenteel zijn. Eu do heeren zouden dan ook.
nooit met die schamele bedraagjes uitkomen, als de ge- i
woonte niet bestond in zulke commissies zooveel moge- I
lijk de helft kamerleden te stoppon, die toch vrij reizen j
hebben <en dus geen spoorkosten kunnen declareeren
Anders was de uitgaaf bijna tweemaal zoo hoog.
Nu rqst er alleen nog twijfel, of zulk een Kamerlid-1-
commissielid, die een briefje aan president Fock 'stuurt, l
dat 'hü wegens landsbelangen do vergadering niet kan j
bijwonen, behalve zijn Kamerlidsalaris ook nog zyn j
vacatiegeld opstrijkt of dat hij alleen het hoogste bedrag i
declareert. I
Een mooi ding voor de Rekenkamer om uit te plui-
zen. Anders krijgt een snelvmgerig en snelvoetig iemand,
die .kans ziet twee commissievergaderingen tegelijk bij
te wonen, of althans in allebei de presentielijst te tee-1
kenen er zijn van die vlugge „nuttige menschen?,
dat ziet men aan burgemeesters-Kamerleden en derge-1
lijkei de kans tweemaal zijn vacatiegeld plus zün on-
kosten binnen te halen, wat toch nauwelijks de bedoe- j
ling der regeering kan zijn.
Dat het werken 'in een commissie moeilijk is, hooger i
eischen stelt, dan in de Kamer te luisteren naar een
geacht spreker en intusschen zijn particuliere corres
pondentie! au te doen, dan wel rn de koffiekamer een I
sigaartje te rooken of na geteekende presentielijst
naar het strand te gaan, spreekt vap zelf voor wie
de zwoegers in de Kamer aan het werk ziet
Er moet voor iemand met capaciteiten en werklust
meer aantrekkelijks in 'zijn gelegen in een niet te groote
commissie iets uit te voeren dan in de Kamer één
procent van de volksvertegenwoordiging te zijn en dan
te stemmen als lid zijner politieke party.
Maar... dan blijft het feit dat die commissies veel te j
talrijk zijn en -meestal bovendien uit te veel personen j
samengesteld.
Als men aanneemt, dat er per commissie vijf werkers i
zijn. die tevens 'bijzondere kennis hebben van het be~ j
treffend onderwerp zou men tot 136 X 5 is 680 van j
die finomenen komen.
pit is voor -een land als het onze. waar het blij- j
kens de uitslagen der verkiezingen buitengewoon moei-
lijk is om (een eenigszms dragelijk honderdtal bijeen te
krijgen, natuurlijk een 'veel te groote ..hoeveelheid be
kwame en gewillige werkers.
Men moet dus 'doubleeren of men moet afdalen naai
het "tweede plan, "waar de menschen wèl gewillig, maar
niet bekwaam zijn, 'wèl bekwaam maar niet getraind
vooi4 td'af soort Inspannend werk.
Doet men dit, (dan wordt het resultaat der commissie
er naar alle Waarschijnlijkheid niet beter op.
Nog ♦erger is, dat men in elke commissie waaraan
maar een politiek 'of economisch tintje is te beken
nen,. zooveel mogelijk alle partijen opneemt. Laat dit
met de helft der Staatscommissies het geval zyn, dan
moet elke party maar de beschikking hebben over
zeventig bekwame gewillige werkers, specialiteit op net
betreffende gebied.
Quod absurdum I
Met rctwa;- overdrijving jou men <unnon roggen dat
er partijen zijn, die zich zouden verheugen als jay
zooveel leden liadden. als zij personen hebben beschik
baar te stellen, geschikt voor het lidmaatschap van Se-
mipolitieko Staatscommissies.
Er moet dus worden gedoubleerd wat een onevenre-
digon druk legt op de beste krachten in het politieke
•leven of do commissie wordt ten deelesaamgesleld uit
huis-, tuin- of keukenkrachten. Iets waardoor haar gezag
er geenszins op vooruit gaat Noch in dé oógen van
het publiek, noch in die van Kamer en Regeering, die
naderhand het resultaat der. commissoriale werkzaam
heden als basis maken van wetgevenden arbejd.
Lhis minder commissies^ kleiner commissies en breken
met het systeem van partij vertegenwoordiging bij de sa
menstelling.
iEr ligit IMer het lijstje voor ons van. de jongste
Staatscommissie, die wij rijk. zijn, die vootr civlel-
bouiw.
Over «de personen/keuze spreken wij thans niet.
Dit kon, in verband met het bovenstaande, den
schijn van hatelijkheid krijgen en zelfs die schijn
wenschen wij niet oip onis te iaden.
Het is veeleer over de taak dier oommissie, dat wij
iets zouden willen zeggen. Wiji hebben er reeds die
het isociialisat.1 evraaigstuk van bedrij'veini enz. bestu
deert en waarvan dus een rapport te wachten- is,
dat precies hetzelfde inhoudt, wat de verschillende
partijen in deni lande denken.
De Bouwcommissie nu heeft een opdracht, di8 niet
zoo -maar, in de verte, doch zeer nauwkeurig1 omvat:
slavenhandel en socialisatie van bouwvakarbeiders 1
lExcusez du peu.
Maar wat is het anders wanneer men een onder
zoek en rapport verlengt over: a. de distributie der
arbeiders (of -het eenheidissokken -zijnl); b. aanvoer
van huitenlandsche arbeiders (koeliecontracten'? II);
c. regularisatie van 'den bouw en d. opleiding (dres
suur) van jeugdige arbeiders.
Geen slavenhandelaar, geen „besteedster" verbe
tert het. Er zijn ergens werkkrachten. Hier zijn ze
niet, dus moeten er zooveel stuks hierheen worden
geleverd In 'fiet buitenland is voorraad. Daar zal
ik wat van bestellen. Dam is er misschien nog een
tekort. Welnu dan dresseeren we wat andere wer
kers tot ziji (geheel of ten naastehij) kunnen wat van
hen verlangd wordt.
En' als dan nog de behoefte niet gedekt ls, dan
moet -die behoefte maar wat vereenvoudigd, het werk
wat machinale worden gemaakt.
Dit is de qudmtessence van dó opdracht aam deze
commissie gegeven.
Vervang „arbeiders" door „kilo on graan", de
„Jeugdige arbeidersT' door „ersatz-meei" en de „re
gularisatie" doOr .jbnoodbous", dan hebt ge volmaakt
het distributiesysteem van regeerlngsbrood dn de cri
sis-dagen.
Is daar nu oen commissie voor noodig? toen- ging
het toch ook van hoogerhandl Duur en verkeerd en
omslachtig, ja, maar het ging!
Zou men de commissie hebben genomen uit vrees
voor het verwijt van „arbeidersdistributie" van zon
vrijen arbeid"?
Misschien.
Maar het is de schuld van- het voortdurend ge
schreeuw om socialiseerlng, dat leidt tot de
„mensctoomte erende dwaasheid" van bij mens ettelijke
werkkracht evenals bij: stoffelijke dingen de wet
van vraagi en aanbod tot uitdrukking te laten komen.
Hot gekke alleen is dat men voor zoo iets een
overheid en die overhead' een commissie meent noo
dig te hebben.
De materie axuocht anders zich zelf eens regelen,
zohJtiier wetgever,-AA
arbeiders zal winnen, door het toegeven aan de
ongerijmdste wenschen, wenschen zoo ongerijmd, dat
ze dikwijls zelfs niet eens door de arbeiders worden
geuit
Deinum, 4 Augustus 1920.
Geachte Redactie,
Mag, ik den heer Limpers nog even antwoorden?
Bij 'voorbaat dank.
Ik ben den heer L. erkentelijk voor zijn gemoe-
lijke uiteenzetting, waarin mij vooral sympathiek is,
dat hij mot mij betreurt alle tweedracht, als madeelig
voor onze zaak. En ik twijfel er geen «ogenblik dan,
dat de heer L. en ondergeteekendei, als leden van
de (Commissie voor het Volkspetitdjonineimenlt, een
drachtig zullen samenwerken voor het Bomdsbelangr
Dam nog twee zakelijke opmerkingen. Tier Dag.
Bestuursvergadering van, 2 Juii! heb ik betoogd de
wenschelijkheid Van) een pertinente verklaring wie
niet langer, met de hoeren ,v. M. en1 P. konden samen-
werken; dat ik niet meer succes had kon ik niet
helpen; ik heb mij bij, de meerderheid neergelegd.
'Betreffende het Verweer constateer ,ik, dat het
gedragen wordt door de verantwoordelijkheid van
alle to onmatige hoofdbestuurders. Waarom er geen
namen onder staan, heb ik op do. jaarvergadering
uitgelegd. Dat zit in: eten 1 verzuim van hen, die den
heer, Woiudstra geen exemplaar van- (het Rapp-ort d-e-
den toekomen) of van, de posterijen, die 't niet be
zorgden.
Hooiga cMemd,
D. A. VIAN KREVELEN.
„Nog, niet, Georgo. Ik heb me vannacht als eei
groote domkop gedragen en ik voel me volstrekt nie:
m een stemming deze onverkwikkelijke zaak verder
te bespreken. 1^aar morgen wil ik, voor we naar de
Jefferts gaan, iets met je bepreken. Hoe laat kom jc
van de redactie?"
„Om twee uur."
„Zou ie dan om half drie bU mij kunnen zijn? En
ga nu kalm naar je bed. Vannacht zullen we niet
meer lastig gevallen wórden.
Toen ik den volgenden dag op weg naar huis was,
zag ik bij de deur detective Lerner, dien ik sedert onze
mislukte nachtelijke expeditie niet meer gezien had
Hij- scheen heel opgewonden te zijn.
„O, bent u het," zeide hij met zijn verdraaid glim
lachje. „Ik kom zoo juist van#üw compagnon boven.
Een net heer, dat moet ik zeggen."
„Waarom? Wat heeft hij gedaan?"
„Niet alleen dat hii ons in den weg komt en al het
mogelijke doorsnuffelt, wat hij zorgvuldig voor zich
houdt, maar hij is nog brutaal en impertiment ook.
Stel u voor, toen ik daareven bij hem kwam en hem
in naam der gerechtigheid vroeg mij zekere feiten
mede to deelen, 'die hij, naar ik zeker weet, goed
kent wijst hij mij eenvoudig de deur."
„Wei voor den duivel 1
.Je, ja. Ik \zou er niets van zeggen, wanneer hij
zelf het geringste nut van ziln ontdekkingen zou kun
nen hebben. Maar dat kan ni] niet Hij staat precies
op hetzelfde punt als wij. Ep wij krijgen geen licht
noch over den moord op Hepson, noch over den dief
stal van den diadeem,"
„Den diefstal hoeft hij, geloof ik, toch zeer goed
verklaard."
„Zeker, zokor. Hei ls allemaal heol aardig om to
hooren, Do diadeem fcou door den ventilator gevlogen
/.ll n. Ik gccf-ochtor toe, dat er een zeker© waaschun-
UiKhoid in llggon kan. Moor waar ter wereld is net
ding dan gebleven? Maar wie is de dief, als Hepson
hot niet is?"
Natuurlijk moest ik hem het antwoord daarop schul
dig blijven om do eenvoudige reden, dat ik er zoll
even woinig van wist als de politie.
„Ik geloof niet'dat Carring het weet," zeide ik.
„Ilij weet veel 'meer dan hij bekent." antwoordde
Lerner verdrietig. „Maar wacht maar. Op een goeden
dag zal hij 'den boog te strak gespannen hebben. En
dan zullen we wel eens zien."
„Dat geloof ik niet Daarvoor is Leo Carring te ver
standig. Maar vertel 'me eens, bent u mijn nachtelijke
bandieten op het spoor gekomen.
I>erner lachte, zoodat zijh mond nog scheever trok
ROOD-ZWARTE LOONPOLITIEK.
Uit „Het ViaderlamicL", fib.:
Wij steil eau de vnaiaigi, of het iidet misdadig is, «dat
door den. wedstrijd.' van (Katholieken/ en sociaal-de
mocraten in arbeiiter-freundlichk eit in den slecht-
sten zin des, woorda, aan den.' arbeider thans gansch
verkeerde opvoeding wondt gegeven; den. arbeider,
die niet weet, d'at zijn wensch om alles maar uit de
rijken der aarde te halen wat reeds daarom niet
vervulbaar is, omdat die betreikkjelijk zeer weinigen
in aantal zijn, en die over het hoofd ziet, dat de
openbare kassen het in hoofdzaak moeten hebben
van den middenstand. Die, en dat geldt vooral den
middenstanders met vaste onkomens, telkens zwaar
der belast worden direct en indirect, en die als men
niet da tering naar de nering gaat zetten, in dien
noodlottigen toestand zullen komen te verkeeren, dat
het excelsior voor hunne gezinnen niet meer geldt
en waarvan velen thans heel wat arbeiders'moeten
benijden.
Er izoiu, om met de gemeenteraden te beginnen, alle
aanleiding zijn voor het stichten van een zuinig
heids partij,, die als mo. 1 op haar program hadi: Niet
meedoen aan den wedstrijd tus^hen S.DaAP. en
Katholieken, wie bij' de stembus het meeste van de
B ARSINGERH ORN.
De harddraverijvereeniging alhier heeft het goed voor.
Naar men verneemt, zullen tijdens de vermakelijkhe
den op Maandag 9 dezer bü daartoe gunstige gelegen
heid. boven het feestterrein manoeuvres met eene vlieg
machine worden vertoond. Als het dus maar mooi
weer ta.
SOHAOERBRUG*
De heer H. J. Jimmink alhier heeft met gunstig ge
volg eind-exanpen Rijks Hoogere Burgerschool, 5-jari-
gen cursus afgelegd.
ALWEER UIT DEN TREIN GEVALLEN.
Van den trein, die om ongeveer 6 uur gistermld1-
dag van de Klomp vertrok en wiaarin een tijansport
Duitsche kinderen vervoerd wend, ging een portier
open, waardoor twiee dier kinderen' uit den trein
vielen. 'Nadat de trein tot staan was gebracht, bieek,
dat een der kinderen' zwaar gewoond wias, terwijl do
andere haast geen letsel had bekomen. Nia verbon
den te zijn, weiden' zij naar Utrecht vervoerd.
DE BURGEMEESTER VAN LEERDAM.
Men meldt uit Leerdam aan het HdblcL, dat elf
naadsleden, onder wie twee wethouders, de drie
predikanten', de hoofden) van openbare on bijzon
dere scholen, de pastoor on meer vooraanstaande
personen, een adres hebben gericht aan de Konin
gin om den heer Mees met Octobar a.s. niet weder
te benoemen tot burgemeester van Leerdam. Twee
duizend bewoners hebben- met dit adres Gidhaesio
betuigd. De bedde wethouders zijn dn verband/ hier
mede. bij den minister van bnnnenLaindsche zaken
op audiëntie geweest en -hebben te kennen- gegeven
dat elf Van de dertien raad-sleden, bij een evenitueele
herbenoeming, met den burgemeester niet meer wil
len vergaderen.
In: zake het verzoekschrift van elf raadsleden om
den heer Mees met Octobar niet weder te benoe
men tot burgemeester van- Leerdam, vernemen, w-ij
nader,, dat de voornaamste redenen tot de indie
ning ervan 'giel/egen waren dn de afwikkeling van
idiistributiie-aan'gelegenbedenhet mengen van per
soonlijke -kwesties in gemeentezaken en dikwijls
lange afwezigheid. Bovendien -had de Commissaris
der Koningin ruim twee jaar gel-eden beloofd, den
burgemeester te zullen- overplaatsen,
in dit artikel, is levendiger gewodren. De voorraden
bij de conciërge afgegeven had, „wnt hij was ge-
HET MOND- EN KLAUWZEER,
De „nieuwe Courant" constateert de mislukking van
het algemeen verlangde en aangeprezen systeem van het
„laten doorzieken" ter bestrijding van net mond- en
klauwzeer. Dc ondervinding is in dit opzicht wel een
zeer harde en dure les geweest. De feiten toonen aan,
dat hetzelfde stuk vee vrij spoedig achter elkaar twee,
driemaal zelfs door het mond- en klauwzeer kan wor
den aangetast Yan immuun worden tegen de besmet
ting, zooals het wel bij andere besmettelijke ziekten het
geval is, is dus bier geen sprake en daarmede is day
ook het doorziekingssysteem, als het een systeem mag
heeten, veroordeeld.
Men zal dus weer tot het óude stelsel moeten terug-
keeren. Maar alvorens daartoe over te gaan, heeft de
regeering advies gevraagd van een commissie van des
kundigen. Het is 'een zeer moeilijk vraagstuk, want om
trent den eigenlijken ziekteverwekker, de smetstof, tast
men nog geheel in het duister, ondanks de meest ijverige
dan gewoonlijk. „En dacht u nu hcusch, dat ik daar
over spreken zou?" zeide hij. „Neen, dank u feestelijk.
Ik kan mijn ontdekkingen ook voor mij houden, lot
ziens." En met een woedend geknor ging hij verder.
Ik ging naar mijn kamers, las een briek die met de
middagpost gekomen was 'en ging dan naar Leo, die
bezig was zich 'na. een uitstapje in den omtrek der
stad te verkleeden en boos scheen te zijn, dat die op
dringerige Lerner hem gestoord had.
„Ik zal de politie wel bewijzen, dat ik van mijn ont
dekkingen gebruik kan maken," zeide hij. „Nog
voor het vallen ivan den avond zal ik zo verbijsterd doen
staan. En nou mijn plannen, Georgo. Ik ben nu zoo
ver met mijn onderzoekingen dat ik ojp dit oogenblik
zonder overdrijving zeggen kan dat ik alle draden
van het drama in mijn handen neb. Want een drama
is het, dat -zich hier woor onze oogen afspeelt, een ont-
zettend drama, waarvan echter geen buitenstaander
een flauw vermoeden heeft. Enkel onbeteekenendé
bijzonderheden, zooals bijvoorbeeld de diefstal van
I den diadeem en de moord op Hepson zijn my heele-
maal duidelijk."
„AVat zeg je?"
„Ik verzeker je, idat ik ieder oogenblik het gestolen©
weer te voorschyn ihalen en zelfs de hand op den moor-
i denaar leggen kan."
„Maar waarom doe je dat dan niet?"
„Kalm vriendlief. Een o verijlde stap kan alles
1 bederven. Ik verlies 'niets inet wachten. Het is nood
zakelijk, dat ik nog dieper in het afgrijselijke, daar-
onder loerende geheim doordring en ik moet een beslist
bewijs hebben, waardoor mijn theoretische ketting
i volkomen sluit En 'het is mijn plan dat vanavond te
doen door een aanslag, waarop onze tegenstanders vol
strekt niet voorbereid zijn. Ik heb 'nooit voor je ver-
zwegen, dat ik J3onnel verdacht de hoofdpersoon van
deze vuilichoid to (zijn. En thans wil lk Je nog reggon,
I dat ik volledige bewijzen daarvoor heb."
„En wat voor 'bewijzen zijn dat? Het is -toch niot
I voldoende, dat Bonnol evenals de moordenaar van
I Hepson linksch is en toevallig de grootte van de hand
heat, dio past bij den gevondon handschoen. Eu dat,
f benevens zijn persoonlijke bekendheid met den ver-
moordo is, voor zoover ik weet, alles wat je hom ten
laste kunt leggen."
„Ik heb nog een paar andere dingetjes in het vet
voor dien edelen knaap," glimlachte Leo, „maar dat
behoort hier niet toe. Frans Bonnel is een gewetcm-
loozo booswicht, maar ik kal hem ontmaskeren
of sterven."
j Ik wilde Leo niet tegenspreken. Inwendig moest
toegeven, dat Bonnel een hoogst onaangenaam indi-
ik!
vidu was en dat ik hem tot lederen schurkenstreek
in staat achtte. Maar dat hij den diadeem gestolen
had, betwijfelde ik ten zeerste. En dat hij Hepson's
moordenaar niet kon ziin scheen mij door zijn alibi
volkomen bewezen.- Leo had nl. toen hij" na dien avond
bij de Bixchardts een digestie visite bij den bankier
maakte, vernomen, dat 13onnel nog een kwartier
langer dan wij gebleven was. Derhalve kon hij on
mogelijk bij Hepson geweest zijn, toen wij bij het huis
van den juwelier kwamen tenzij. Nu ging mij een
licht op. t
„De autojl"' liet ik mij ontvallen. „De roode autoo.
Geloof je, dat Bonnel dien gebruikt heeft in den nacht,
dat wij den.moord ontdekten? Dan zou het mogelijk
zijn, dat hij de moordenaar was."'
Leo knikte.
„Heb je daar niet aan gedacht?" vroeg hij. „De
scnerpzinnige Lerner heeft je toch duidelijk laten
zien, dat de wagen in denzelfden nacht op een kwar
tier afstands van Bircherdts huis stil gestaan heeft.
Hii Tieeft ook bewezen, dat hij langs het huis van
Jetfert heeft gereden."
„Maar niet, dat hij daar stil gestaan heeft."
„Dat is ook niet noodig. Het is geen kunst uit een
langzaam, rijdenden auto te stappen.
Ik moest hem gelijk ceven. En toch kon ik het gevoel
niet van mij afzetten, aat hij in Bonnel voor alles den
gehaten mededinger zag. Op die manier was het ook
te verklaren, dat hij zijn persoonlijke antipathie liet
gaan boven zijn gezond verstand en den man tot
den grootsten scnurk van het, drama maakte.
„Je twijfelt altijd nog," z<0de Carring lachend. „Je
bent nog erger dan de ongeloovige Thomas. Nou, is
het je dan voldoende, als ik jo zeg, dat ik den rooden
auto tot aan Bonnel's huis nagegaan bonf'
Ik sprong van verbazing op.
„Hij is echter niot rood moer," #ng Leo VQort. vDé
gen-eele carosserie is veranderd cn ook met andere
fabrieksmerken voorzien. Maar het chassis is nog het
oorspronkelijke. De oude, 'nu zwarte carosserie heb
ik trouwens gevonden de roode verf was er nog
onder te zion. 'Wonderlijk dat zij zoo lichtzinnig waren
om dio niet onkenbaar te maken."
„Tyra Jeffort had dus gelijk." viel ik hem in de
rede. „Zij beweerde, dat het geen kunst moest zijn
den auto een heel ander uiterlijk te^ geven."
„Een scherpzinnige jonge dame," zeide Leo. „De
zaak is dus deze, dat ik van plan ben vanavond go-
durende het feest een klein bezoek te brengen aan
Bonnels woning. Ik mag wel dezelfde atrydmiddolen
aanwenden, die mijn tegenstanders toegepast hebben.
En ik hoop daarmede juist dat te bereiken, wat ik
onderzoekingen, zoowel hier te lande ais in het buiten,
land. Omtrent het wezen van de smetstof weet men
niets meer, dan dat deze zich verbazend gemakkelijk
verspreidt op allerlei -bekende en onbekende wijzen en
dat "onze veestapel meer dan ooit bloot staat aan. een
algemeene verbreiding van een me&r en meer blijvéndén
gecsel en daardoor voor een ramp, die men niet mag
onderschatten.
Het is dan 'ook te hopen^ dat het aan bovenbedoel
de commissie van deskundigen moge gelukken, spoedig,
liefst zeer spoedig, 'middelen te vinden, die zulk een
raii#) kunnen afwenden.
Het mond- en 'klauwzeer moet verdwijnen, voor dat f
het een blijvende ziekte onder onzen veestapel is ge-m
worden. Dat poet het parool zijn. Straks, als het bui-l
tenland in zijn eerste behoeften heeft voorzien, kar»
men van die zijde zeker weer allerlei belemmerendó
maatregeelen in verband met den uitvoer van ons vee'
en onze landbouwproducten verwachten. Dan moet de
Nederlandsche landbouwer en veehouder deze niet 'be
hoeven te vreezen, omdat onder zijn vee voortdurend
het mond- en klauwzeer hcerscht, dat bovendien op de
geldelijke uitkomsten van zijn bedrijf Zoo n noodlottigen
invloed uitoefent: Kan het nifct anders, dan maar weer,
het koste wat 'het wil, in den ouden of in oen gewijzig-
den vorm tot het meest afdoend gebleken middel, het
afmaak-systcem teruggekeerd, dat althans resultaten heeft
opgeleverd.
Dot er werkelijk gevaar dreigt, leert men wel uit
de statistische opgaven, die wekelijks worden gepubli
ceerd. In do week van 27 Juni tot 4 Juli b.v. werden
in 319 gemeenten op niet minder dan 1668 stillen of
veebeslagen gevallen van mond- en klauwzeer geconsta
teerd. En zoo 'gaat het week aan week.
Zooals het ait jaar gaat, .mag het niet langer. iDe
weidetijd verstrijkt langzamerhand! en als de staltijd aan
breekt, dient men voor de bestrijding' geheel gereed
te zijn. Dan moet het gelden: nu of nooit, dus aan
pakken.
WONDERLIJKE REGELING.
In de „Protestant" deelt. d«. G. Westmeyse te
Drachten Ihet volgende mede omtrent een te Arn
hem door den katholieken wethouder Usselmuidien
bepaalde regeling:
„De afdeetimg! ,3evolkingT zal 's avonds komen
overwerken om alle room-sche inwoners van Arn
hem op 'kaarten te zotten. Ieder kind' zoowel als vol
wassene -krijgt -een aparte kaart, waarop vermeld
stap: naam, voornamen, datum van geboorte, woon
plaats, betrekking tot het hoofd) wan het huisgezin,
en beroep.
Hiervoor izljn noodig pijn. 80.000 kaarten^ Per 1000
kaarten betaalt de roomeche kerk f 15. De salarissen
der overwerkende ambtenaren zijn echter veel en
veel hooger dan 30 maal f lö is f450, daar dat weric
wel 3 A 3 Yt Thia/amdi 'zal duren. Hot salaris wordt be-
taaüd' door -de' gemeente Arnhem, iq.1. uit do be
lastingen, zoodat het tekort tot dezen wondt bijgepast
door alle inwoners wan Aimhem, zoowel hervormden
als katholieken.
Om echter niet te veel onkosten te krijgen, heeft
de bemeente bepaald dat de overwerkende ambte
naren per week tvijf uur voor niets moesteen wer
ken-, deze ambtenaren schieten er dus ook nog f3
per week bij 4nl"
WELTEVREDEN.
De Menapi vertoornt oen zeer sterk verhoogde wer
king. Zware rookwolken stijgen uit den berg op; wat-
gloeiende puinbrokken en een omlaagstortende lava
stroom gaan in do richting van Moen/tilan» Over na
genoeg geheel Midden-lava vaUlen aschregens. Tot
dusver k-omen geeni persoonlijke oaigieluklken voor,
EEN BEGEERD BAANTJE.
Voor de betrekking van tijdelijk penningmeester
van het, hoogheemraadschap Noord-Hollands 'Noor-'
der,kwartier hebben zich ruim 230 .solti-citaniten aan
gemeld.
EEN EIGENAARDIGE BLOEMENHULDE.
De liuitenant-vLi-e/ger Biachoff van het viietg-toaarcp
Soesterberg is gisteren te Amersfoort in het buwe-
lijik getreden. Bij deze gelegenheid werd hem en zijn
bruid door drie collega's een. bloemenhulde gebracht
per vliegmachine. Driie vliegtuigen zweefden gerud-
men tijd boven Amersfoort en wierpen -talrijke bloe
men uit, terwijl zij een fraaie demonstratie van
luchtacrobatiek vertoonden.
IJ SBEREN GEVECHT.
Woensdagmiddag is in de stallen van het circus
Hagenbeek te Sckevqniingen een der ijsberen door
e«n andere« doodgebeten. Er waren nieuwe exem
plaren aangekomen die door de stallen' naar de voor
•hen bestemde kooien werden geleid. Eèn der nieu
welingen moest daarvoor een 'kooi voorbij waarin
•een der oude ijsberen was opgesloten.>J)eze ^cheen
echter o-p zijn nieuwen collega niet bijster 'gesteld te
zijn; althans, plotseling sprong hij' op en greep dien
ander bij de keel waarna een bloedige worsteling
ontstond. Het personeel probeerde- met alle middelen
de vechtenden te scheiden maar tevergeefs. De o-ud-e
ijsbeer liet zijn vijand pas los na hem den strot ge
heel te hebben doorgebeten waarna het' slachtoffer
levenloos -in'elkaar zakte.
De schade van deze vechtpartij wordt op ruim
f 5000 geraamd.
noodig heb om het net om een gevaarlijken misdadiger
rtoe te trekken."
„Een inbraak," riep ik verschrikt uit.
„Zoo ma'fj je het eigenlijk niet noemen," zeide Leo,
„en des te minder, daar het in het belang der gerechtig-
lieid geschiedt Maar ik wil niet ontkennen, dat ik
wegens inbraak en diefstal gearresteerd zou kunnen
worden. Naar ik hoop staat mijn winst gelijk, met dat,
fwat ik op het spel zet Een zoo goede gelegenheid als
vanavond Vind ik niet meer terug. Bonnel ziet mij
bij Jeffert onder dc andere gasten en is. in de mee
ning, dat ik tot het einde van het feest blijf, kalm en
onbekommerd. Trouwens de heeie geschiedenis zal
niet veel tijd tin beslag nemen. Een auto wacht mij te
gen tien uur in de nabijheid der villa. En yan daar
tot de tegenwoordige 'woning van Bommel is niet meer
dan een halve mijl.
„Wat zeg je?"
„Je weet misschien niet, dat mijnheer een aardig
klein zomerhuisje in -de buurt gehuurd heeft. Het Ls
een boereplaats met cerste-klasse-biigebouwen, idyl
lisch aan een baai gelegen, tamelijk afgelegen, maar
met een uitstekende verbinding naar de stad. Hier
heeft onze hooge mijnheer zicq voor den zomer ge
vestigd, met rijpaard, automobiel., bedienden en alles
wat een vermogend man zich veroorloven kan."
„Maar al is Bonnel zelf ook vanavond niet in zijn
huis, dan kunnen er toch wel andere menschen in
zijn. En heeft hij "daar dezelfde aangename kerels, die
Lerner en ik ontmoet hebben{ dan Kan je jc op eenv
warme ontvangst voorbereiden,
„Ik heb Je ai gezegd, dat het een ernstige zaak Js,
en ik ben mij volkomen bewust, dat het een buiten
gewoon gewaagde onderneming is. Maar het moet ge
schieden.
„Misschien tref io daar dan het opgesloten raadsel
achtige dier aan, aat zij in hun vroegere woning Sn
den kelder hadden1 zitten. Ik ben toch bliksems nieuws
gierig wat voor een wezen het zijn zal."
„Ik ben er iniet bang voor," zoide Leo: „Integendeel,.
Als ik hot 'te pakken kon krijgen, zou dat de groots té
belooning voor mijn moeiten zijn."
„Je wilt je dus alleen onder de menschen begeven,
die mij naar ihet leven gestaan hebben?"
„Ja, dat wil ik. En dnor het een gevaarlijke |ex-
peaitic is en mij natuurlijk iets overkomen kan, zou
ik 'je graag nog een paar feiten toevertrouwen, opdat
je ook zonder -mij de zaak tot een gelukkig einde kunt
brengen."
Wordt vervolgd.