beslist voor 10 Oct. is er raad, want dan is het de fatale datum, dat de dokter hier 1 jaar ds en moet in deze benoeming worden voorzien, anders zitten wij aanstonds nog zonder dokter ook. De heer Breebaart betreurt het, dat de Burgemeester den brief niet heeft willen teekenen. Kan nu de wet houder met den secretaris niet eens informeeren om den burgemeester te spreken te krijgen? Ook mevr. Houtkooper—Bol dringt op kspoed aan en als de Burgemeester zelf de zaak niet kan afdoen, Iaat zijn plaatsvervanger dan optreden. Die heer. Spaans meent, dat de raad algemeen voor spoedige afdoening is en dat er ook weer gauw ver gaderd moet worden. Secretaris meent, dat wat deze brief aangaat, alleen de vraag komt, of de heer Spaans deze als loco-burge meester kon leekenen. De heer Spaans wil eerst trachten de Burgemeester të spreken te krijgen. De heer Breebaart acht dat' ook het beste en meent, dat na de inlichtingen van den secretaris wij allen) op de hoogte zijn. Spr. zegt, dat ook op een huurtekort van 50 cent of minder de zaak niet mag stranden, |de bouw der 8 woningen moet nu doorgaan, en alle spoed moet worden betracht. En als de Burgemeester niet kan teekenen, dan moet een ander zijn plaats innemen. De zaken der gemeente mogen niet zoo stagneerem,, ook met het oog op de wijkverpleging is spoedige af doening noodig. De neer Kaaij zegt, dat het geenszins de bedoeling was vanavond een besluit te nemen. Wij bedoeldetV openbare mededeeling van den stand der zaak. De heer Kriek dringt eveneens op spoed aan. De heer Spaans belooft, morgen naar den Burge meester te gaan. Do heer Breebaart informeert, wanneer ot de ge meenterekening nu eens moet worden nagezien. Secretaris zegt, dat dit ook afhangt van de bespre kingen morgen met den Burgemeester. B. en W. moe ten die eerst nog nagaan. De heer Breebaart meent, dat zulke zaken toch moe ten afloqpen en is het met den heer Kriek eens, dat alles niet kan blijven wachten. Spr. is nieuwsgierig naar de rekening^ waarover hij reeds zulke noten heeft hooren kraken. De heer Kaaij vraagt, wie of de kosten betaalt van den lotingsdag. De secretarisElke deelnemende gemeente blaall f 3, maar dat wil niet zeggen, dat daarmee de kosten zijn betaald. D(e heer Kaaij zegt, geen inval te hebben gedaan, en er ook niet op tegen te zijn dat de merisichein1 een maal krijgen maar wat hij nu op talei 'zag, Icon hij niet bewonderen. Hij wenscht daar niet de wijn- flèsch te zien. De heer Breebaart: Wias het ook champagne. Mevr. youlkooperBolDat kan je zoo gauw niét zien. De heer Kaaij: Koffie, thee, brood vind ik 'goed, maar waar hij den lolingsdag alcoholvrij willen houden moet op het raadhuis dat ook niet voorkomen. De heer Kriek vraagt voor de pers beter licht. Die zit nu in donker en als een schaduw van een der raadsleden op hun werk valt, kunnen zij niets zien. De heer Spaans wijst op een lantaarn op den hoek der Weere, die brandt slecht. t Spr. sluit vervolgens de vergadering, in de hoop, dat de familieomstandigheden van den Burgemeester spoedig zich ten gunste mogen keeren. c

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 10