feilt
Uil het Hart van Holland.
M.<
Wij kannen een groote partij groen-1
blijvende LliillSTKUMS en goed geve-f
derde ELS voor bogen aanbieden
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
Donkere Schaduwen
SS?1 r ^iee^ Agnes dat niet reeds neden avond ge-
zegd? Ach, en wat zal zij wel zeggen., als zij morgen
<lc gcheele waarheid verneemt "als zij hoort, wat e*
gebeurd is, wat do kantonrechter zijne bruid heeft aan
gedaan. Margareta 'huivert, vol ontzetting springt zt]
£P en klemt de handen om de stoelleuning. O, dat niet
beleven, dat slechts niet l
Bïmtenlandsch Nieuws.
TEOEN SCHERP CONCURREERENDE PRIJZEN.
KWEEKERIJ „DE DHADIA",
Sint Paneras.
voor de melkopbrengst. Men melkt koeien zoolang moge
lijk geven zij minder dhu 6 8 (L. per dag, ,dan worden
zij - langzamerhand gemest en geslacht. Bij de tegen
woordige prijzen der ihelk '(5 Kr. per L. af boerderij)
is een dergelijke exploitatie nog wel rendabel.
Van Staatswege wordt, zoowei in Oostenrijk als in
Hongarije, voor fokken en ook voor kruisen, het Zwit-
serscne vee verkozen boven het Hollandsche. Op de
groote goederen is men vrij om te fokken met welk vee
men verkiest, doch bij kleinere landbouwers mogen alleen
van staatswege goedgekeurde stieren dekken en ter keu
ring worden geen Hollandsche stieren toegelaten, ook al
omdat deze kleine boeren zulks niet eischten. Indien deze
eenmaal doordrongen worden van het feit, dat lókken met
Hollandsche vee hun melkproductie zeier zal verhoogen,
dan zullen zij eischen om Hollandsche stieren tér beschik
king gesteld te krijgen en dan zal de regeering moeten
toegeven. Daaróm zal het echter noodig zijn, dat zij aan
schouwelijk hebben gezien de resultaten, die men bereikt
met Hollandsch vee. Hun eigen vee geeft minder, maar
vetter melk. Dit laatste was vooral vroeger toen er over
vloed van melk was, een voordeel, doch thans nu er een
groote schaarschte heerscht, vraagt de consument niet in
de eerste plaats naar zeer vette melk (toft 4 pCt. toe), doch
naar melk en mits hij weet, dat ze onvervalscht is, is het
vetoehalte voor hem bijzaak.
Geheel in het Zuiden van Honghrya dicht bij de
Joegoslavische grens, bezochten wij een landgoed, waar
reeds sinds jaren met Hollandsch vee wordt gerokt en ge
kruist. Die eigenaar, die zelf in Holland zijn vee kocht,
was zeer tevreden met zijn resultaten. Hij voedde het vee
echter ook beter, dan jnen gewoonlijk aldaar doet Het ;vee
liep er dagelijks in de weide (wat tdaar te lande lang 'niet
altijd gebeurt) en kreeg op stal ruimschoots klaver of
lucerne en zoo noodig nog krachtvoer toe. Bij eenmalige
kruising van Hollandsch met het inheemsch vee (zoogen,
Bonybader-rasse) zijn de nakomelingen wel goed, doch
men moet niet doorgaan met kruisen, daar men dan
als trouwens gewoonlijk in dergelijke gevallen zeer
afwijkende dieren krijgt.
Eigenaardig is, dat men gefiike ervaringen had opge
daan aangaande het Hollandsen vee, zoowel in Oosten
rijk als in Hongarije, alsook in Bohemen. «Overal bestaat
angst voor groot' vatbaarheid voor tuberculose en vreest
men spoedlgen achteruitgang der dieren, terwijl ook
algemeen is gebleken, datnij onoordeelkundige behande
ling, verpleging en voeding, dit gevaar niet denkbeeldig
is, vooral wanneer men op het geïmporteerde materiaal
niet 'al te kieskeurig is geweest Veelal bleek ons, dat
men de geïmporteerde fokdieren betaalde per ge
wicht. Voor slachtdieren moge dit juist zijn, voor
goede fokdieren diens men toch een anderen maatstaf
aan te leggen.
De opgedane ervaringen waren echter gelukkig niet
gelijk aan die pessimistische verwachtingen.
In Hongarije zagen wij vjae, dat al jaren daar was en
zich goed had geacclimatiseerd. Het bezwaar om zuiver
in het Hollandsche ras door te fokken, bestond in het
niet voorhanden zijn van volbloed stieren'; noodgedwon-
fen was men daar dus overgegaan tot kruising met
Iwitsersch vee.
In Bohemen troffen wij in den leider der goederen en
demonstratie-boerderijen behoorende bij de Landbouw-
Hoegeschool een groot voorstander van het Hollandsche
yee aan. Reeds sinds jaren importeerde hij i am deal
aanvang als Leider van keizerlijke domeinen vee uit
Nederland. Echter was het aanvankelijk succes gering,
naar hij volmondig erkende door zijn .eigen onkundig
en gebrek aan kennis met de eischen van dit vee. Door
herhaalde bezoeken hier te lande kwam hij op de hoogte
met de behandeling, voeding enz. van onze dieren en
sindsdien voldeden de geïmporteerde dieren goe. Toch
waren de dieren, welke wij aldaar bezichtigden, niet van
die qualitejt, als yerwacht mocht worden op een staats-
demonstratie-boerderij,. zoodat ook daar propaganda voor
onze veerassen niet overbodig zou zijn.
Daar zoowel Hongarije, als Tsjecho-Slowakije fokvee
en melkvee noodig heddien, zal derwaarts met veel suc
ces kunnen worden geëxporteerd, mits door oordeelkun
dige voorbereiding van den uitvoer en voorafgegane
propaganda, meer kennis aangaande ons vee, zón be
handeling, voeding en verpleging is verspreid. Hierbij
zal niet mogen worden voorbijgezien, dat men speciaal
de regeeringsambtenaren door demonstratie zal moe
ten overtuigen van de geschiktheid van ons vee, dat
evengoed ten hunnent kan Voldoen als het Zwitsersche,
Zeer wenschelijk zou het dus zijn, dat deze ambtenaren
eens een bezoek brachten aan ons land. Bij de Iion-
gaarsche regeering bestaat reeds het plan een studie
commissie hierheen af te vaardigen.
Ten slotte zal vqor het welslagen van den export
noodig zijn, dat men in het klem beginne met vee
te zenden bij fokkers, die volkomen op de boogte
rijn van d« ^schen, die ons vw stelt, opdat dan het
succes, dat zij ongetwijfeld zullen heoben, ook ande-
ren er toe zal brengen het Hollandsche vee te im
porteeren. Men bedenke echter wel, dat, om zeker te
zijn yan dit succes alleen goede en volkomen gezonde
dieren tot den uitvoer zullen mogen worden toegelaten.
Het zal er toch niet 'alleen om gaan.de goede reputatie
van ons vee te handhaven, doch ook om ongemotiveerde
vooroordeelen te overwinnen."
ALKMAAR.
In de Donderdagmiddag gehouden vergadering van
den Raad was onder de ingekomen stukken een adres
van ambtenaren 'bij de Posterijen en Telegrafie alhier,
waarin zij te kennen geven, aat de financieele moei
lijkheden, waarin zij buiten hun schuld verkeeren, het
hun onmogelijk maakt, jegens de gemeente aan hunne
verplichtingen te voldoen en daarom eenig uitstel tot
betaling hunner belastingen verzoeken, omdat zij de
gegronde hoop koesteren, dat weldra de Regeering in
nun noodtoestand eenige verbetering zal brengen. Voorts
verzocht de Rijwielpadvereeniging Noord-Kennemerland
de gemeente om tegen betaling van f 250 's jaars als
begunstiger te willen toetreden. Van de R.K. Woning»
bouwvereeniging „Goed Wonen" jvas een© aanvraag
ontvangen om voor den bouw van1 7 middenstands wo
ningen te ontvangen een voorschot van f 58500, te
gen eene rente van 6Va pet. 's jaars af te lossen in
75 jaar, 'een bedrag als geschenk van f 61050 en een
voorschot voor den grond van f 11620.
De Raad heeft benoemd tot leeraren aan de han
delsdag- en aan de hoogere handelsschool voor staatsin
richting, de Jieer A. P. H. Blaauw, leeraar aan de
Cadettenschool, alhier; in boekhouden de heer A. Sel-
lemans, in Noderlandsch -mej, H. E. Dekkers; in han
delsrecht de heer Mr. C. A. <de Groot in natuurwe
tenschappen de heer J.A. Ladage en mej. M. J. Op-
penheim, de laatste studente in de biologie te Am
sterdam; in Duitsch de heer L. Huizinga, leeraar aan
de Cadettenschool en in wiskunde de heer P. Weeda,
idem Tot lid der. schattingscommissie voor de Rijks
inkomstenbelasting werd benoemd die heer J. CloeckL
De verordening tot heffing van een hoofdelijken omslag
werd gewijzigd wat den belasting-aftrek aangaat Na
dat een voorstel van de soc.-dem. raadsfractie, om dien
aftrek te bepalen voor gehuwden op f 1000 en voor
ongehuwden op f 750, met een aftrak voor elk .kind
bovendien van 75 was verworpen, met 12 tegen 6
stemmen, die der Soc.-Diem. Leden, werd met algemeene»
stemmen aangenomen de voordracht van B. en Wt,
waarbij de geldswaarde voor eigen gebruik voor wo
ning, of tot huishoudelijke doeleinden van gebouwen
of gedeelten van gebouwen wordt gesteld op de som,
die bij verhuring zou kunnen worden bedongen en
waarbij voorts bepaald is, dat het belastbaar inkomen
verkregen wordt aoor het vermoedelijk zuiver inkomen
te verminderen voor noodzakelijk levensonderhoud met
f 800 voor gehuwde belastingplichtigen en weduwnaars,
weduwen en van echt gescheiden mannen of vrouwen,
die een of meer kinderen te hunnen laste hebben en
t 650 voor ongehuwde belastingplichtigen, een en an
der ingaande 1 Januari 1921.
Aan B. en W. werd een icrediet verleend van f 80Ö
stellen en haar salaris te bepalen op minstens f 1800
straat, ter vervanging van de bestaande ongelijk liggende
stoepen.
Het onlangs genomen besluit tot het aangaan van
een 6 pet. geldleening, groot f 430000, aflosbaar in 40
jaar, werd gewijzigd m dien zin, dat eene leening zal
worden gesloten van f 500000, tegen eene rente van
7pet., af te lossen in 40 jaar. D|e Raad benoemde tot
regent van het burgerweeshuis, de heer A. Oskam,
Besloten werd aan de heeren J. Opdam eh Joh. Apel
doorn te berichten, dat de Raad geen aanleiding vindt,
om B. en W., naar aanleiding van hunne afwijzende)
beschikking op het verzoek om schadeloosstelling .van
f 11025 voor uitgevoerd extra-werk bij de ophooging
van het bouwterrein voor de stichting van 47 werkmans
woningen in de omgeving der Lanastraten, uit te noo-
digen met eenig nader voorstel ter zake te lcomen. Aan
de Nederl. Vereen, ter bevordering van belangen van
verpleegsters en verplegers „Nosokomos" te Amster
dam zal worden bericht, dat er ivoor deze gemeente
geenerlei aanleiding bestaat om de wijkverpleging, in
deze gemeente te maken tot een 'gemeentelijken tak
van dienst, slechts gediplomeerde iverpleegsters aan te
stellen en haai salaris te bepaling op. minstens f 1800
's jaars.
Teruggenomen werd een vroeger genomen besluit om
aan alle ambtenaren der politie een vacantietoeslag te
geven, voor zoover het den Commissaris van Politiiei
betreft
Voor de uitbreiding van de ijsfabriek 'bij het ge
meente-slachthuis werd een crediet verleend van f 12000,
als voorschot té verstrekken 'aan het bedrijf onder ver
plichting tot aflossing in 15 jaren.
Ingesteld werden commissies van bijstand voor 'het
grondbedrijf en voor het sportpark, met vaststelling
van de verordeningen tot regeling van» den werkkring
deri commissies. Het loon der kaasdragers werd nog
voor een jaar1 bestendigd op 20 cent per 100 K.G. kaas.
Met 14 tegen 4 tstemmen werd besloten tot verbreeding
van de Voormeer tot 11 M., ter verbetering van het
verkeer te "land,met' het maken van een nieuwen wal-
muur, ter plaatse, waartoe aan B. en W. crediet werd
toegestaan van I 72000. De begrooting van het burger
lijk armbestuur voor 1920 werd goedgekeurd met eene
subsidie uit de gemeentekas van f 65600, die van het
burgerweeshuis idem van f 10659, die van den ar
menraad, met toekenning eener gemeentelijke bijdrage
van f 4167, die van den gem.-reinigingsdienst in ont-
Zaterdag 30 October 1920.
63sie Jaargang. No. 6713.
Het weer blijft zoo schitterend en zoo gestadig, dat
het lijkt of het goen winter worden zal, en alles wat
tot het winterseizoen behoort, wil eigenlijk nog niet
recht op dreef komen. Het beeft er den schijn van, of
men wat er aan zomervreugde tekort is gekomen wil
inhalen, Do stoeltjes en tafeltjes prijken, nog voor de
ca'fé's. Men ziet overal nog open auto's, haast nog meer
dim in het zomerseizoen, de huurkoetsiers rijden nog
met victoriaaijes en zelfs de ijskarrotjes zijn nog niet
ceheel veriwenan, al is 'hun aantal sterk verminderd.
Het loof siert nog de boómen., die in heerlijken na
jaarsdos zijn in hun prachtige kleurverschcidenheid.
der stervende blaren. Overmoedige jonge dichters loo-
peu nog blootshoofds met hun fladderende artiestenlok-
ken en kranige oude heertjes wagen zich zelfs nog
zonder jas, om hu,n krasheid te demonstreeren. Er is
ncfi steeds eenig vertier in het boscii en aan het
strand.
De behoefte aan wintergenoegens doet zich nog niet
sterk gelden en de lust napr komedie en concert is
nog slapjes. Ook de theegelegenheden, mondaine bewe
ging ^waar vooral Den Haag zoo trots op is, willen
nog niet goecl f [oreeren, omdat de Hagenaar nog geen
oGeheid van de Tent in het Bosch en yan Het Room-
huis willen nemen. Het is daar nog op zijn aller
mooist.
Al wat winterseizoen is, wordt een beetje geforceerd.
We iuopen met nazomer-ideeën rond, ondanks het
feit, dat de banketbakkers reeds speculaas én bo-ter
letters en horstplaat, uitstallen voor St. Nicolaas en we
kunnen ons nog absoluut niet indenken dat dit win
terfeest al op komst is.
En een dergelijk najaar is .voöral in Den Haag zulk
een buitengewoon genot, omdat we dan eens rustig en
innig kunnen, genieten van onze schoone natuur eu
van do zee, zonder de opgedrongen seizoenvreugde en
de kcrmisachlige cn protsige .seizoenexploitalie. Scheve-
iiingen is zooveel mooier met een strand zonder stoe
len en tenten en kuilen en gedrang van casten, zonder
muziek en dans en opgesmuktheid, zonoor aanstellers
en mode-gedoo. En vooral het Bosch dat altijd een beetje
vergeten wordt, omdat het buiten do vrcemdelingeai-
exploitatio valt, trekt nu'wat meer den aandacht, dan
in do dagen van Juli en Augustus, wanneer niemand
zich onttrekken wil aan dc geneugten onzer badplaats.
Onze stad is nu een beetje gezuiverd van dat protsige
soort genotzoekers, dat in armoe veel geld in hotels ver
teert.
Thans heeft de residentie een klein beetje het aan
zien van do voorname en mooie Hofstad, de elegante
stad zonder drukte en zonder veel gehaast of werk
zame bedrijvigheid.
Een zeer bijzonder besluit heeft de gemeenteraad ge
nomen en wel om najaarsvacantie in te voeren. 'Dit
kan niet genoeg op jJfijs worden gesteld. Het is toch
langzamerhand gebleken, dat Augustus de slechtste va-
cantiempand is, die men denken kan. En haast ieder
1 is op die ongelukkige maand van regen en koude aan
gewezen. Voor ieder is haast deze vacantieitijd een des
illusie en de zomergasten die onvermoeid elk jaar weer
naar buiten trekken om vnn de stadsdrukte wat uit
te rusten, verknoeien hun geld en hup kiostelijken vrijen1
tijd in armoe en lijden zooveel diende en hebben zoo
veel ergernis, dat ze van de rust, die ze noodig hebben,
plets genieten. In de pensions zitten de armzalige fa
milies dan op elkaar met dreinerige, hangerige Kinde
ren, die hun speelkamer ien speelgoed missen en ook
die genieten weinig of niet
En wanneer dan de familie weer terug is, in de stad,
de kinderen weer naar school moeten en de mannen
weer op kantoor en de vrouwen weer in het huis
hun werk terugvinden, komt September met de zachte
najaarszon tarten, en schijnt door de sdhoolramen cn
op de lessenaars der burcaux e.n In de keuken of de
huiskamer, waar de vrouwen bezigzijn, zoo. verlok
kend en verleidelijk, dat dia ergernis van dan niet vrij
te zijn, zie hgaat mengen met die van de herinnering aan
de mislukte 'zomervacantie.
Do natuur geeft nadrukkelijk aan dat September en
October eigenlijk, ook al zijn de dagen dan wat korter,
de maanden zijn om yacantie te nemen en dat het he
in van November daarvoor nog geschikter kan zijn
an de maand van ae hondsdagen.
De Haagschc Kinderen nu krijgen alvast de gelegenheid
om zich een klein beetje schadeloos te stellen voor de
desillusie van dezen zomer. En ook het personeel der
scholen, zal er van profiteeren. Misschien vindt dit
voorbeeld navolging. Het is wel jammer, dat «jd'0 kin
deren, die vacantie hebben, reeds vroeg binnen moeten
cn het is niet zoo heel prettig voor de ouders om
zo ecnige uren zonder 'huiswerk bij de lamp rustig te
DOOR NATHALY VON ESGHSTRUTH.
8.
De maan vult het met baar zilveren licht, en als
vernietigd door leed en smart zinkt .Margareta op de
knieën en drukt de handen tegen het gezicht-
Wat is er gebeuVd.
Ach, kon zij zelve het vreeselijk, ontzettende slechts
vatten en begrijpen. Vernietigd, zedelijk vermoord. Hare
©cr reddeloos gebrandmerkt. O, God, in den hemel, zulk
eene schande kan men zich immers niet voorstellen.
Kan zij ooit voor de wereld weer gerechtvaardigd
worden?
Ais de oppasser dc .waarheid zegt, hoe zij den ge
wonde gevonden en hem onder het eerste het beste
dak gebracht hebben.
Maar neen, dat zou den jongen officier immers aan
het uiterste blootstellen, dat zou het in de stad bekend
maken in welk oen onwaardigen toestand hij zich had
bevonden en h<& gevolg zou zijn, dat bij zijn ontslag
kreeg zcide dc oppasser dat niet?
Dan is hot bestaan van een jong mensch, die misschien
nog veei goeds en nuttigs in do wereld verrichten kan,
voor altijd vernietigd, cn waarom? Om haar armzalig,
nutteloos, doelloos leven voor ellende te behoeden.
Nooit. Zij moet en zal zwijgen om hem te redden
wat is aan haar gelegen.
En toch... als Olmulz opy rijn eerewoord verzekerde...
Margareta 'schudt hartstochtelijk het hoofd.
Te vergeefs. Niemand zou hom gelooven. Wat hel
pen woordenbij het vernietigend feit, dat een jong
meisje des nachts de woning van een beer verlaat?
Ach, de bittere, vijandige stemming der stadbewoners
tegen haar was niet eens noodig om haar door dit
telt voor altijd te veroordeelm Verlaten en verloren. /Us
eon steen op de straat zoo onbeschermd en alleen.
De teerling Is gevallen,
ki/r uw Gij kuht niet langer in dit buis
houden en bezigheid voor ze te vinden, maar ze heb- j
ben te veel ontbeerd, om ze deze zeven vacantiedagen
niet van harte te gunnen.
De algemeene toestand met dit mooie weer is eigen
lijk die van "Msandaghouders. Er gebeurt niets, belang
rijks. Het is overal slap. In de Tweede Kamer is het
nog rustig, en het ziet er altijd nog uit of de winter-
campagne moet beginnen, of de werkelijke animo er
nog niet is. .Het is ook 'te verleidelijk voor de heeren
Kamerleden met dit mooie ^eer om een beetje te
spijbelen. Het is te mooi weer voor geharrewar en
de politici zijn in een te goéd humeur om elkaar al
heftig in het haar te zitten.
Het is .pok geen weer om je op te winden voor de
kunst en als je overdag door het Bosch gewandeld
hebt, heb je geen lust in een stuk van Strindberg, waar
je bij griezelt en ook niet in Vondel. Dat is allemaal
voor een anderen tijd. Als de najaarsstormen woeden
en je bent den ganschen dag opgesloten geweest in je
kamer, komt de ware lust pas om er 's avonds uit te
willen en iets serieus of iets feestelijks te genieten.
We hebben hier bovendien toch zulk een wonderlijk
theaterseizoen. We genieten hier allé tooneelgezclschan-
pen door elkaar. Onze schouwburg en het theater- Vesrkaae
zijn dan door de een en dan door de ander bezet.
We weten niet, als we eens een avond uit willen, wie
en wat voor genre we voor zullen hebben.
En dat is niets voor den Haag. Ons publiek wil
niet alles voorgezet zijn, maar wil zijn eigen keus
doen. Het wil niet mededeelen in de repertoire van
andere steden, maar het wil zijn vaste acteurs en zijn
eigen stukken, althans de stukken, die in haar smagk
vallen, zien. Het wil zijn eigen sterren, zijn eigen
lievelingen op het tooneol en het wil niet, als een
provinciestad toebedeeld worden, al is het ook nog
zoo rijkelijk, met een serie Voorstellingen van gezel
schappen, die er als het hun uitkomt, heentrekken.
Dit is de voornaamste fout, die ons tooneelseizoen
aankleeft en het is ook de grootste fout van de directie,
dat ze het theater tot een zaai voor alle mogelijke
publieke vermakelijkheden heeft gemaakt en met in
nanden gegeven heeft van eeji vast gezelschap, dat dan
ons gezelschap zou worden, waarvan we het repertoir
zouden kennen en dat ook op onzen smaak zou
letten.
Zoo hebben we vroeger de opera gehad en zoo heeft
Verkade en daarna Van der Lugt Melsert de gunst van.
óns publiek gehad en zoo heelt het publiek zijn ge
negenheid gehad voor verschillende opera-zangers e(n
-zangeressen, zooals Marcou, Sorah Dorley en Emm,a
Luart, en voor acteurs en actrices, als Verkadie, Enny
Vrede en Elsa Mauhs.
Dit contact tusschen publiek én kunstenaar is nu
len eenenmale verbroken, de sympathlën zijn verbrok
keld en eiken avond zit 2jah nieuw gezelschap voor
een nieuw publiek.
Misschien dat zich later eerfigc lijn zal voordoen, en
er toch een bepaalde voorkeur zich doet gelden, voor
een bepaald gezelschap en een bepaaldrepertoir. En
het Is te hopen dat de schouwburgdirectie daaruit een
les zal trekken en dit gezelschap een eenigszins vasten
voet zal geven.
Maar, zooals ik zeide? het is nu nog nazomer en
er valt nog maar weinig anders van het seizoen te
zoggen, dan dat het wat slap begonnen is, waaraan
voor een groot deel het weer .mede schuld is. W. P.
HET HOLLANDSCHE VEE IN HONGARIJE EN
TSJECHO-SLOWAKIJE.
In het Overijselsch Landbouwblad deelt (baron die)
V(os) v(an) S(teenwijk), die deelnam aan de studiereis,
welke onlangs door eenige landbouw-specialiteilen in
Oostenrijk, Hongarije en Tsjecho Slowakije gemaakt
werd, het een en ander mee over den toestand aer vee
fokkerij en de ervaringen, opgedaan met het Holland
sche fokvee, in de genoemde landen. Wij ontleenenj
hieraan het volgende:
Het inlandsche vee heeft men ter verbetering gekruist
met Zwitsersch vee (Simmenthaler), ook wel met Pinz-
gauer, Montafoner (bergvee uit Vorarlberg) en spora
disch met Hollandsch vee. Over het algemeen geeft men
'de voorkeur aan kruising met Simmenthaler omdat men
meent, dat de nakomelingen minder, onderhevig zijn aan
tuberculose, minder hooge eischen stellen aan verple
ging en stalling en zwaarder, krachtiger trekossen le
veren.
Dit laatste moge juist zijn, de eerste meening is
onjuist; bij goede verpleging en oordeelkundige voe*
ding (weidegang, etc.) is a,e vatbaarheid voor tubercu
lose bij liet Hollandsche vee niets hooger dan bij het
Zwitsersche. Zopivel in Hongarije als in Tsjecho-Slo
wakije troffen wij dan' ook fokkers aan, die zeer goe
de ervaringen hadden gemaakt met het fokken van
Hollandsch vee. Zij legden er echter steeds den' meesten
nadruk op, dat men de geimporteerdè dieren niet op
dezelfde wijze moest behandelen als de inheemsche,
die gewend zijn aan slechte weiden en het droge vaste
lands-klimaat. Wanneer men echter eenige zorg be
steedt aan verpleging en voeding, gedijen de Hollandsche
koeien zeer goed, wat trouwens natuurlijk is, daar ons
vee ook elders onder verschillende klimaten getoond heeft
zich uitstekend te kunnen aanpassen aan dia omstandig
heden.
Behalve om te fokken heeft men in Oostenrijk en 'Hon
garije in de nabijheid der groote steden Hollandsche koei
en geïmporteerd voor zoogenaamde „Abmelk-Wirlschaf-
ten.„ Dit zijn bedrijven, waar men koeien speciaal houdt
Niet den bitteren lijdenskelk tot den laatsten drup
ledigen.
In dit huis kan zij niet langer blijven; zij moet gaan
en hoe eerder zij het doet, des te beter.
Werktuigelijk grijpt zij naar het licht en steekt het
aan; met onzeker tastende handen, vol koortsachtige
haast begint zij haar goed te pakken.
Op de tafel liggen couranten, zij wikkelt haar goed,
er in, doet den kleinen koffer open en vult dien met
het noodzakelijkste. En terwijl zij halfdood van angst
en zorg. daarnaast knielt, dwarrelen de gedachten achter
[laar voorhoofd: waarheen? waarheen in de groote,
vreemde, verschrikkelijke wereld? God mag het wieten,
aan hem vertrouwt zij zich toe; en in den hoogstan
nood vouwt zij de handen en heft ze vurig smeekend ten
hemel.
„Nu de menschen mij In mijne ellende verlaten, er
barm gij u over mij, barmhartige vader daarboven. Ik
hAh immers geen anderen helper in den nood dan
u 'alleen."
En het wordt stiller in haar hart, een wonderbaar
vertrouwen vervult haar plotseling en 'zij hoort weder
do stem van den predikant, die haar zegenend de hand
op het hoofd legde en haar bij hare hervestiging tot lid
maat der gemeente deze woorden medegaf op den langen
pelgrimstocht door het leven: „Uit zes ellenden zal
ik ti redden en in de zevende zal u geen kwaad ge
schieden."
Nu wil zij op God vertrouwen. Hfj zal het wel
maken.
Vooreerst zal zij terugkeeren naar de kostschool, waar
zij vroeger zoo liefdevol opgenomen was; van daar
uit rallen dan wel middelen gevonden worden om voor
een onderkomen te zorgen.
De .vermoeide, omschaduwde oogen leven weer op
bij deze gedachte, de bevende handen reppen zich nog
meer. En als Margareta opnieuw een stuk courant grijpt,
om daarin een schoen te wikkelen, vallen hare blikken
op eene met groote Letters gedrukte, advertentie.
Het licht flikkert werktuigelijk heft mejuffrouw von
Uttenhofen het blad op.
„Vrouwen en meisjes uit den beschaafden stand, die
iiet verlangen en de roeping in zich voelen, zich aan
de ziekenverplegino te wijden of diakones te worden,
vinden te allen tijae vriendelijke opname in het kinder
ziekenhuis Bethesda." De naam van eene groote stad
volgt, alsmede de onderteekeningen vsn het bestuur.
Zij richt zich op, zy leest een tweemaal en een
heldere glans vliegt over het bleake, door tranen be
vochtigde gezichtje i te allen tijde i te allen tijde vindt
rij opname I
Diakones 1
Luid klopt haar hart in blijde verrukking. Hoe was
hȕt mogelijk, dat zij niet reeds lang op deze gedachte
wus gekomen.
Welk ander beroep zou voor haar passen als juist dit
^Diakones I
Had zij niet reeds heden ondervonden, welke over
vloed. van zaligheid en blijde tevredenheid in den Sama-
ritanendienst ligt?
Sïond zij niet heden reeds tweemaal op den drempel,
alsof juist zij de oproepinc had ontvangen; Kom, snel
ellende en nood te hulp. Hier woont geluk en vrede,
ga naar de zieken en hulpeloozen, zijroepen u cn geven
uw leven de waarde, welke het voor God welgevallig
maakt.
Zij had deze oproeping niet begrepen, zij ging blind
en onverschillig struikelend verder op haar doornig pad...
en Gods hana moest eerst naar Kaar grijpen en haai
door een pijnlijken, harden slag met de tuchtroede het
rechte doel wijzen.
O, nu verstaat zij den wil van den Almachtige, die
van zichzelf zegt: Mijne wegen zijn niet uwe wegen.
Een stroom van licht opent zich plotseling voor Mar-
gareta's blikken en doet haar arm, gekweld hart m ge-
ïooéige verrukking slaan. Zij heeft een tehuis gevonden.
Eene deur heeft zich voor haar geopend, daarbinnen
staat in een wit kleed de barmhartigheid, die breidt
da armen naar haar uit en glimlacht tegen haar met
een blik van heilige liefde; Kom tot mij, gij arm, ver
weesd kind, ik wil voortaan uwe moeder zijn."
Nu kent Margareta haar vaderhuis.
Als een verlossende ademtocht gaat het door haar
geheel© wezen. Hare lippen glimlachen, hare vlijtige
honden reppen zich dubbel snel, en weldra "rijn hare
weinige zaxen gepakt: zij staat 'stil en ziet met wee
moed in het stille, kleine kamertje rond.
En dan schrijft zij ip vliedende haast nog een paar
regeltjes aan haar oom, bedankt hem zeer hartelijk voor
al de liefde en goedheid, die hij haar 'heeft bewezen,
en zweert hem bij de nagedachtenis van hare trouwe
ouders, dat zij onschuldig is, -hoe zeer ook alle schijn
tegen haar moge zijn. Zij kan geen bewijzen van hare
onschuld geven, God zij geklaagd, en daarom zal de
meening in de stad tegen haar zijn en haar ten strengste
verooraeelen toch is haar geweten rein en hare eer
vlekkeloos. Evenwel kan zij hem onder deze zware
beschuldigingen niet langer tot last zijn. Zij wil zich
een weg aoor het leven banen en hoopt hem na verloop
van jaren het bewijs te kunnen brengen, 'dat zij zijn
naam in eere heeft gehouden. Hij moet niet naar haar
vorschen, maar haar aan haar lot overlaten. Alles zal' zich
ten beste koeren. Hoe gaarne zou zij persoonlijk afscheid
van hem genomen hebben, doch net is heter, dat de
opwinding hem bespaard blijft. Nog een vaarwel
en de verzekering van innige dankbaarheid en dan
sluit Margareta den brief en legt hem zeer in het oog
vallend op do tafel
Het licht der kaars valt op hare hand en verlicht dep
bmallen gouden ring aan haren vinger. Het jonge meisje
rilt
Langzaam schuift zij den ring af en legt hem op
den brief.
En daarbij Ls het haar plotseling te moede, alsof zij
een drukkenden, vernederenden last van zich geworpen
heeft.
Zij heft de armen op en strekt ze vol dwepende ver
rukking naar den helderen, nachtelij ken hemel uit.
„Verlost, O, God in den hemel, heb dank I" sta
melt zij kust de roode streep, die de ring op hare
hand heeft geteekend en glimlacht gelukkig. „Ik heb
hem geduldig gedragen als een juk, dat uw wil, o
Heer, mij had opgelegd. Nu hebt gij het barmhartig
zelf weer van mij[ genomen, en daarvoor dank ik u in
de eeuwigheid."
Vrij, ja, zij was vrij
Zoo ontvlucht een vogeltje de kooi, achter welker
tralies het in kwellende gevangenschap heeft gesmacht.
Vrij, .bevrijd van alle ellende die haar hier omringde.
Nu wil zij een nieuw leven -te gemoet gaan.
Vriendelijke sterren wijzen haar den w-ec en het
geheele. voorjaar met zijne geuren en klanken trekt
met haar en vergezelt haar.
Hoe gansch anders glimlacht Mareareta nu tegen'den
heerlijken tooverglans. Haar blik glijdt over "de droo-
mende boomtoppen en blijft rusten op het verre, don
kere dak, waaronder een bleek, doodehjk uitgeput gelaat
in de kussens rust.
Hoe heet hij, wi-en zij "hulp heeft Verleend, ter wille
van 'wien zij zelve bij nacht en ontijd moet vluchten),
eene onbekende toekomst tegemoet?
Hem hield zij medelijdend in .don -arm, terwijl een
bliksemstraal vernietigend haar eigen nest trof. Ach,
wist zij toch zijn naam. En toch waartoe? Do
wegen, die zij van nu af bewandelen zal, zullen verre van
de wereld en haar geluk liggen.
En zij zal er met naar verlangen. Onder den sluier
der diakones is geene plaats voor den mirt, maar wel
voor de herinnering, welke hare bleeke immortellen om
het beeld van een vreemden man vlecht.