De Roos van Schagen.
en
DERDE BLAD.
20,
20,
Tweede Kamer.
20,
bertha.
Gemengd Nieuws.
yen,
tuur
i
Zaterdag 30 October 1920.
63ste Jaargang No. 6713.
NG.
i op
;ti-
iTI-
ags
hu-
j,w-
•eet
i De M'iplster van .Financiën heeft in de vergadering
[van do Tweede Kamer vani gistermiddag medege
deeld), dat fl«e criitiek imi dan iaatstem tijd' op Qiem, iin
dn buii-ten de Kamer ui-tgeo.ef'e.nidi, ni-eit beeft miageia-
j.ten indruk op h-eim .te maken. Mocht' ,'hij alleen lu'is-
te-ron, maar de.ni kamt van zijne politieke tegenstan-
fdersi, jdian ziou hij nee-dis aan id© Koningin- 'zijn. ontslag
(hebben gevraagd. Maar ,'hij zal met zijin -ambtigenoo
iten en zijn poli-ti-eke vrienden nagaan, wat -hem te
doen staat en hij zijne beslissing rekening 'houden
'me.t de adviezen, weilke hij van hen zal ontvangen
en ook met de vraag, of zijtn heengaan meer politieke
pevolgem met zich zal isleepen dan .alleen ihert. verdwaj-
len van hemzelf.
Wiat of er nlu «zal gebeuren als nog niet bekend. Die
Sondertondelingen worden druk gevoerd en die mi
nister-president had) een conferentie met -dr. No-lens,
die invloedrijke leider dier kaïtiholii'ekèm.
De minister-president bean'two«ordide voor .een groot
deel de gemaakte- hezworen en w.ees er ,op dat het
vinden van een nieutwen grondslag voor d!e firman-
ufcieele verhouding tusischen Rijk en Gemeente vrijwel
[een vergeefsche arbeid is. Een te groote ve-rhooging
[van de rij-ksui-tkeeringen zal op den duur moeten
geiden .tot een 'inkorting van de gemeentelijke auto
nomie-.
De Regeerimg heeft met een voor,stel tot verhooging
dier -r ijksiu Itkeeringen dian oolk zoo lang mogelijk ge
wacht, maar thania is, ombat die nood zoo- dringt, .een
voorstel ontworpen, dat het Depatement heeft ver
laten en .dat spoedig den 'Raad v.ani State zal herei
ken;
(Bijzonderheden kunnen (hierover nog niet worden
meegedeeld. Spr. verdedigt zich vervolgens "tegen, dé
critiek op hetm uitgeóetend over zijn circulaire laan
de gemeentebesturen van 10 December 1919, waarin
[de eii.seh- wordt gesteld, dat er geen uitgaven zouden
worden gedaan., zonder dat tévens de dekkingismid-
idelen waren, aanigewezen.
De miiniister ©preekt er zijin verbazing over uit idoit
!S
Tragedie, vrij bewerkt naar eene legende
door
LEONARD ROGGEVEEN.
j o
|(Het stuk ©peelt gedleeiltieijlk op-, gehe.eltelijk in ld.e
nabijheid1 vian het sioit te Sdhagen.)
PERSONEN:
I De PROLOOG.
WELLüiMi, Heer van- 'Schagen.
RBINOUD, zijn) tweede zooin.
ROBlERT, klokkengieter.
BiEiRTHA, zijn dochter.
Kleine RÓ'BiERT, zijn zoon.
AiRiE-ND, .zijn vier'trouwdie 'knecht.
Die Geest van "Ridder tMaigmuis.
Koor van «onzichtbare Geesten.
Volk.
PROLOOGl
DE PROLOOG.
Dat onze Hieer ons al wil sparen,
Onis voor zonde en kwaad bewaren!
'Gij allen, burgers, boeren, buitenmenschen,
Wij bieden "U ons nieuwste treurspel aan.
Wij spelen U van. schoome liefdeswens dien,
Van izelifopoff'ring. en van heldenldaên.
Aanschouw zoo straks de reine roos van
Behagen,
Haar naam is B-ertha, schoon- is ze als een
bloem.
Veel knapen- trachtten om haar te behagen',
Want ver in 't land drong door 'heur
schoonheids roem!
Haar vader muntte uit in vele kunsten,
(Het Iviokkenigieten w-as voor hem .slechts spel.
Willem van' .Schaige-n schonik hem eens de igu.nlste,
Een klok te gieten voor ld.e boschkapel.
'Sterk als een aadTaar, lenig als -een hinde,
Kloek als ieien leeuw, zoo- was beer WiHeats zoon.
Hij was -die iBertba, 'hem', dien Bertha minde,
Iiun liefde was, .lijk lt luchtendJkrieken schoon,
Gelijk de pas ontloken, bloempjes -teeder,
Gelijk de verscli -gevallen ©meeuw zoo rein.
Hij ging ten strijd; na weken "kwam hij weder...
'Eilacy, groot moch-t hun geluk niet zijn,
Want zij...
Miaar zwijg mijn tong nu verder stille:
Tioioneel i.s klaar; wijl spelers zijn: bereid.
Wij zijn in t spelen ©amen één vian wille.
Dieemioedig vragen! we Uw goedgunstigheid'.
-Zwijgt istille 'duis; wilt -allen, goed verzinnen',
'1 Gordijn ga-at op; het ©pel zal -dra beginnen!
Eerste tafereel.
(In het Heerenbosch.)
BERTHA.
Uk weet niet, hoe mijn hlart zoo bang mij klopt,
Hoe ik zoo somber bem, mijn «ziel zoo angl&tig,
'Hoe alles mij zoo -drukt; .die zoete geuren
Der lentebloemen mij bijna bedwelmen.,
Terwijl zij steeds mij eiën verkwikking waren.
Eh 't blij gezang der vogels ini dien meidoorn!
Mij mij.n verdriet nog sterker voelen' doet
Och, was «mij.n .goede Reinoud nu bij mij',
Ik zou mijn .'droeve hart hem openleggen,
k Zou «hem vertellen vian mijn hangen droom,
Die dezein nacht mijn ziel de rust ontnam,
Zoodiait ik angstig 'wakend heel "den nachit
'Doorbrengen moiest. O1 Rein-omd, toef niet langer,
O Reinoud, kom toch kom!
i .Stil, 'k hoor izijin «tred,
Daar komt Ihij' aah, blij al© een zomermorgen!
Mijn allerliefste Bentha-
BERTHA.
r- O, «mijn Reinoud!!
INOUD.
Mijn liefste, telken keer als 'k jou weer zie,
Groeit dieper dn mijn ziel het .groot geluk
Van. onze liefde! *k Voel, dot jij -en ijt
-Elkaar behoeven', als het kind die moeder!
Mijn Bertha!
O, mijn beste lieve Reinoudl-
Reinoud.
Kom, gaah wij ©amen dloor d;e wedden wamd'len-,
Genieten wij de frissc'he voorjaarsgeuren,
Ga met mij kleurige lentebloemen garen.
Jk vlecht jefdan e.en krans, mijn kohinginnel.
Kom, hoor met mij het schoome lied' der vogels,
Daar ginder in de troifcacho brcï.'ü wouden..
Dan. niet© «er stoort; die va'e'..vhuv
zulk «en 'eenvoudige waarheid nog mooi worden
verdiöddgd',
Behalve zijn bovenstaande bezwaren, had de mi
nister zich eerst nog verklaard tegen- het denkbeeld
van «onderwijs, armenzorg, en politie1 'door het rijk
te doen overnemen. Dit zou allerlei Invloeden heb
ben, juist ook 'voor het rijk, want dit zou «dan b.v.
ook verplicht zijn de ganscbe politiezorg op zich te
nemen,, gelijk ook reedis in het debat is opgemeikit
Ook het andere «deel van-die motie-v. d. Tom-pel be
strijdt hij. Het zou ook niet in het belang van de
krankzinnigen zijn, wiantn-e-er bet rijk «d'o kosten van
de verpleging op zich nam, want vaak .zou d-an die
buis'verpleiglnig, vervangen .moeten -worden -door de
'geisttc'ht&ve.rp.legin.g. Het rijk geeft bovendien al be-
lamgrijkifi b-eid-raigen uit voior deze zaak.
Voor deze rede 'vani 'den m-inisljor-preaident, had
eerst mini stier De Vries zijn -aanvallers beantwoord en
erkemd-o daar.biji, dat zijn poging om de gemeentelijke
inkomstenbelasting af te-schaffen en te vervangen
door 100 opcenten op de rijksbelaating een fout v.an
he«m Is goweieist.
D'aa.rnia ige-eft -de Miiniister een ©chef® van. -dien hoio'f'd-
linlhouidi vian het ontwerp, waarbij «ook de bedoeling
heeft voorgezeten «d-e adiminiistrati-e zooveel mogelijk
te vemeenvoudliigein. /Die iRijkiSaidmiinistroti e zal -ook die
ig.em.e-entel ij'ke inkomstenbelasting aanslaan, maar -de
mogelijkheid blijft open,, diat de getm.eemte het zelf
-doet, telken-s Voor een bepaaldie periode. De ver-
on-'de.nstelll'ingi, -dat bet Rijk ziou wallen profiteeren van
«de betere aanislagre-geling der gemeeniten is o-njuist.
Zijn Excellentie deelde nog mee, dat -een regeling
gereed is, volgens «welke het Rijk aan- d-e gemeenten
over tien maamdlelijkiscbe termijnen een voorschot
zal verleenen, hij d«e opbrengst d-er "gemeentelijke
inkomstenbelasting, dte het Rijk zal adminiis«treeren.
Ook e.en ontwerp in zake belïalsting op die wiaande-
viertoeerd-ering is reed© gereed, en «om advies ge
zonden naar de V-ereeniging vani Nlederlandische Ge
meenten, van welke belan.grijke opmerkingen zijn
ontvangen-. Het zal binnenkort in -de Kamer komen.
Wat het verstrekken van hulp betreft aan- d.e ge-
meentlen, «dli'e last ondervinden bij het plaatsen van
geldleeninigem, heeft die regeerdng niet 'stilgezeten'.
Meermalen zijn gemeenten aan- kasgeld geholpen en
wat leeninigen aangaat, zijn zij vaak geholpen door
verstrekking van geld -uit fondsen van rijkspost
spaarbank «en Invaliditeitsverzekering. O'-p d'e.ze.n
w.eg zal worden, voortgegaan. Om -echter geld te ge
ven of te lee-nen, moe.t men zelf geld hebben.
Spr. meent, dat hij veel voor de gemeenten heeft
gedaan in zake het geven van een aandeel uttt de
opbrengst uit de Oorlogs-winstbelastding.
Zij.n. voorganger bod- daarin voor de gemeenten
10 millioen gulden beschikbaar en verhoogde «dit
later tot GO millioen.1 Hierbij voegde hij later nog 20
m'illioen.
Die uitbetaling van -dit «al-les is zooveel mogelijk be
vorder d. De minister -meende dan- ook, dat 'hij in dit
opzicht die verwachtingen niet heeft 'teleurgesteld.
(Zij bedekt zich 't gelaat met de handen.)
Mijn Blertha, deert je wat, mijn lief, niet schreden-,
Koon, zeg mij-, wat je -doet ontstellen, liefste!
BERTHA.
O, Reinoud, ik had' deez' iniacht 'n hoin-gen diroom!
REINOUD (lachend).
Maar Bertha!
BERTHA.
Ja, dik weet, 't was slechts «eien droom,
Maar ach, -die droom heeft me geheel «ontzet!
REINOUD.
Vertel mij,, wat je ini je ©llaap verscheen7
BERTHA.
Mijn Reinoud, 'Jt -droomde, dat ik was alleen,
*k Liep langs den over van een broeden vliet
M-et helder water. -PlOits'ldng, o wat schrik
Deied ik een milssitap, storttie -in- het water,
Maar 't water,, Reinoud, was als- gloeiend- v.uiur,
Ik voelde -pilo-ts -dien branldi -door heel mijn
lichaam'
(Heit was me alsof die H«el mij iteigiengrijnsde,
Of fe-lle duivels om mijn ziele vochten.
Maar eensklaps tuis'schem- ai dit hel'sche woeden-
Zag 'k jou gelaat, het -folfrend' vuur verdween,
Jij kwam bij mij-, een zachte koelte omving ons,
•Een heerlijke muziek klonk uit den hoogen,
Giezang van -engelen klonk lieflijk schoon,
En ©amen zweefden- wij 4'en- Hemel in
*k Ontwaakte, angstig -door mijn droomgezicht,
.Rondom mij was het nacht, de sterren blonken,
Hoog aan- -den Uelm-e-l stond1 de blanke maan
En -zag naar mij
Di-t droomde ik, mijn Redmond1,
En nu, ik woet niet. hoe, maar 'k voel, -diat .er
Iets gaat gebeuren, wèt, kan ik niet zeggen,
Maar 't i's zoo -angstig in mijn hart, alleen
Nu jij -er bent, mijn Rein-oud, komt de rust we«er...
REINOUD.
Maar wat, mijn Be-rth-a, kam onls overkomen?
W-elk somber -onheil zweeft rond boven ons?
BERTHA.
Ik weet het ni-eit, maar 'k Voel iets angstig om me!
REINOUD.
Kom, kom, niet verder dus, geen angst, mijn
liefste,
Vertel me nu wat anders, nu iets vroolijks!
BERTHA.
Iets vroolijks, ach mijn Reinoud, 'k weet na-eit©
vroOlijks
Voor dezen .droom
REINOUD.
Geen droiomen, lieve Bertha...
Z/eit toch diien droiom eiern -poois uiit je gedachten,
Wlacht even-, Tk wee-t... hoe dis 't met kleine Robiert,
J.e jongste hbo er?
BERTHA ("virOolijk).
O die, hij maakt bet heerlijk,
Je moest bet zien, hoe aardig hij kan spelen,
Met hoepels, ballen, knikkers, o met alles,
Och, 't i's zooh aardig ventje met zijn krullen,
Zijn frissche wangen en -zijn- blauwe oogen
En al-tijd .zoo- gehoorzaam, nooit .weerspannig!
REINOUD.
'H;iji beeft laan jioiu een beste -tweede mlo-eder!
BERTHA.
O, dikwijls wen-schi ik, kon mijn lieve moeder
(H'em rnu eenls zien. Zij hiel-d' zoo veel van Robeitt
En- tot 'h-aar laatste oogentolikken .bad ze
Het kl-ed-ne knaapje bij beur pijnlijk ziekbed',
Al vier jaar dood"diie IdieJve beste moeder
REINOUD.
En nu je vader, altijd bij zijn werk?
BERTHA.
Nog -altijd even Vlijtig aam dien arbeid
Bij zijne klokken.. Och, -dit zou "k vergeten,
Mijn Reinoud, onze beste- Heer van Schagen,
J'O'uiw goe.die vaide-r, heeft bëra 'late-n zeggen,,
Om de-zen avond op het ©lot te komen,
Waarvoor, «diat weet i!k niet
REINOUD.
Geloof, lik weet.
Mij-n vader heeft een nieuwe klok van noode
Voor de kapel, daargandier in het bosch.
BERTHA.
Misschien', ik ihieb -daar -oolk al aan gedacht,
Die goede vader, ais een nieuwe -klo-k
Een rein- geluidi geeft, is hij zoo gelukkig,
.E.n-(eten ik 1 «o-k 1 aat)
hoor, daar slaat 'het negen u-ren,
.Ik -moet naar huls, vaarwel mijn beste Reinoud!
REINOUD.-
Nu al1 weer heen! Vaarwel da/n en tot weerziens!
En, nog één iding!
BERTHA.
Wat i© 't?
REINOUD.
Beloof me, dat J«e
Niet moer «hit den keu tyum jo hengen, «droom!
Hij Is desnoods bereid <m strak» nog e»n itskcr
bedrag beschikbaar te ©tellen als het lijden kan.
Wanneer de tof ooi-opbrengst van de O.-W.-belasting
voor het Rijk is 600 mjimioen guld-en. kan aan de
gemeenten 100 millioen worden gegeven. Tot dusver
is S40 millioen uitgekeerd. Zoo mogelijk zal spr. dus
nog een zeker hedrag aan de gemeenten uitkeeren.
Aan -het slot -gaf de minister de varklaring waar
mee dit overzicht is begonnen.
HOOIKOORTS IN HET OOSTEN.
Volgen© medici in Honig Klong wordt de hooi
koorts vermoed daar veroorzaakt te worden door
het stuifmleel van e-cn Liguster, n.1. Liguatrum sli-
n-en©e. Deze plant bloeit 'in- het voorjaar, in welken
tijd hooikoorts in dat district veelvuldig voorkomt
Het ©baa.t vast, dat het stuifmeel van Liguster vul-
gare in' Engel-and een der .oorzaken van hooikoorts
is, -en (het is ©te-llig mooi ijk .dat 't stuifmeel vani -do
C'h-iineieische isioont ,eon der oorzaken kap «zijn van de
ziektie in) Hlong Kong. Om te voorkomen dat bet
stuifmeel' -der struik 'zijn .naideellig-eu invloed oefent^
wiordien sedert -de laatste twe'e of -drie- jaren in het
gebied van H.ong Kongalle bloem-kn-oppen afgesne
den, vóór zij itijd hebben- zich te ontplooien.
DALING VAN PRIJZEN AANSTAANDE?
Uit Londen, 28 October. Groote zakenmenschen
voorspellen een daling van de prijzen, behalve voor
voedingsmiddelen, tengevolge van het feit, dat de
verbruikers allerlei goederen en artikelen zoo goed als
niet koopen en ook ómdat de banken weigeren, onder
de groote voorraden van detaillisten te financieren.
D-e zomeropruimingen hebben de grootste teleurstelling
gebracht Vermaarde kleermakers in het West Ena
ontdoen zich van groote voorraden stoffen dóór pak
ken op maat voor 5 guinjes (60 gulden Hollandsch vol
gens den tegenwoordigen koers) te verkoopen, welke
vroeger 12 guinjes kostten.
ZEESCHEPEN VAN BETON.
Ni-ettegeaustiaande de mislukking met die schepen
van. gewapend beiton ku Amerika, bouwt men in
iDuitschl-anld ook betonnen; zeeschepen. Het eerste is
Woensdag met goed .gövlol-g op -de Elbe- ie water ge
laten. Het ©chip- aal dloor e-en Dieselmotor van -onge
veer 400 'P. K. wiond,t vioorigeistuwid en is du© geen
schip vani gro-oite afmetingen, «wat naar wij meen-en
met -de Amerik.aanische schepen- wel het geval -was.
SE NALATENSCHAP VAN CARNEGIE.
e nalatenschap van Carnegie is tlians bekend. Het
blijkt, dat de zoo schatrijke man bjj zijn leven niet
ten volle het plan heeft uitgevoerd, dat hij zich had
voorgenomen, n.1. het overgroote deel van zijn fortuin
weg te geven voor zaken van openbaar niit, ais onder
wijs, bibliotheekwezen, musea en liefdadigheid. De
nalatenschap bedraagt volgens de taxatie ongeveer
25.000.000. Daarvan kwam wat minder dan de helft
aan de weduwe.
BERTHA
'k 'Beloof het!
REINOUD.
Eerlijk?
BERTHA
Op' mijni eerewoord1!
REINOUD.
Tioit weerziens- idian! Alddeu! Aidieu! Adiileu!
(Bertha of.)
•Het -goede kind!, 0010 onbezorgd en vrioolijk,
iE.n- dan -zoo '-droevig -door een- -dwazen -droom,
Maar «tochdik moet 't miezelven. wel bekennen,
Dat -toch ook ik mij wat bedrukt gevoel,
Dioor -die verschijning, die te middernacht
Mij k;wam verschrikken-, 'k meen 't was fwtalef uur,
Juist 't zelfde oogenbflik als in -den nacht van
Zondag, 't was eer.gistiren «duisl 't Is vreeimdi,
Het ©p-oio'lt©el itaadi nabij- .en wenkte m-e.t
-Die ar!men„ -dat dik naderbij moest t'relden,
Dian plotseling wla© het w-eg, dn. rook vervlogen...
't I© vreemd
Maar Jcom, niet langer peinzen' hier!
1 Wie komt daar iaon? «Geloof d-e klokkengieter,
D«e oude 'Robert, igiaanide naar mijn vader!
'k Herken hem aan zijn edel-e gestalte
Eh -aan zijn langen baardZijn knecht is bij bem,
IDruk -redene erend over kLokkengieienl
(iRo«bert en'Arend op.)
Dlaar naald'ren zijW«ees welkom, eed'le beer en!
ROBERT.
(Hieer iRein.ou.di, wee© gegroet! Wij1 zijn op weg
Niaiar «bet kasteel, wiaar on«ze Heer ion-s wacht!
REINOUD.
Tk Geloof, ik zie mijn vlader bij die hoornen,
Hij: kijkt en -tuurt, of hij u al -zie,t komen
iOok ik 'ga huiswaarts. Gaan -wij du© tezamen,
Dan kunt gij (aanstonds U klokken plan beramen!
(Allen -af.)
Einde eerste tooneel.
0
TWEEDE TOONEEL.
(Op het Slot te Schagen.)
HEER WILLEM.
Dus zooal's afgesproken is, mijn vriend,
Vervaardigt gij voor mij die nieuwe klok
Voor de kapel, daar achter in het woud?
ROBERT.
Mijn Heer, ik zal mijn best 'doen, om zoo goed
'Sle-chtls moo.giijk-is, <de «klo-k te -gieten!
Nog d:iit: -alon welTkeni klank geeft gij -de 1 voorkeur?
HEER WILLEM.
Liefst niet te lalag, veel voorkeur geef ik aan
Een zoet en zingend klinken, ,lijk 't gezang
Van -een-e jonkvrouw, «die haar riddert wacht!
Ja ja, gij, denkt, dat ik nu bier dien- spot drijf,
Zoo'n grijsaard, die -nog over lief die spreekt!
Miaar zi'e, mijn hart is jong, en 't blijft ©teedls jong,
Zoolang 'k -mijn Reinoud om mij henen heb,
Dien jongsfen van mijn bei-de zonen. Hij
I's levenslustig, altijd o-pgewekt
Mijn oudste ziie ik weinig. Dikwijls1 dis
Hij -reizende, ook nu is hij afiwezig.l
(iDe wind steekt op. Bliksem1 en idonder.)
ROBERT.
M'ijn Heer, 't Üs laat, 't i© bijna middernacht,
'k Neem afscheid dus, len zal u steeds veram
Ho.e 't met het gieten staat, en wat 'er verder
Met uwe nieuwe klok mag samenhangen!
HIEER 3A/1.T .rjM,
Mijn dank daarvoor!
ROBERT.
Uw -dietnlaiar, blefsfoe Heerl
AREND.
Vaarwel, mijn Heerl
HEER WILLEM.
Tot weerziens! Wacht, ik help u,
De trap is -donker, on de wind wordt hevig!
(Allen af. Tooneel blijft eenl-ge ©ogenblik
ken ledig. Bij een bevdgen donderslag
«treedt Reinoud'binnen.)
REINOUD.
'k Geloof, dat 'er eien vrees'lijk onweer dreigt
Die luc'ht -dreigt «somber. Bliksemstralen flitsen,
En raat'lend -ro.lt de «dio-nder lan-g© den .h-emel!
D«e zwarte wolken jagen langs het zw-enk
En loeiend1 'dreunt -de wind l«angs poort en
grachten!
(Zwak hoort men buiten -dien' nachtwacht
roepen.)
REINOUD.
Hoor, hoor, de nachtwacht roept, 't is middernacht,
U Is nu het bange uur, dat geesten .waren,
Vlucht weg, o Reinoud, vlucht vanhier-, vanhier!
Eer weer de ©om'b're geest «u U bloed komt -stollen.
Vanhier!!
(HiU .snelt wieg, maar dn da deuropening
Carnegie zelf had indertijd de /ormule niigevonden
„een man, die rijk sterft sterft ontrrrd". Nu is „rijk"
een betrekktltjk begrip. Carnegie had tijdens rijn ieven
veel en vee) moer weggegeven, dan hij aan dn rijnen
had nagelaten. Maar zelfs een Amerikaansch multi-
millionnair mag er met 25.000.000 toch nog altijd wel
wezen.
EEN WEENSCH PROFESSOR VAN HONGER
OMGEKOMEN.
De „Times" verneemt uit Weenen, dat prof. Max
Miargules, epn Oosten,rijksch geleerde van naam,
een -der m.eest bekende geoloigen-, op Öö-jarigen loef-
-tijd overleden is. Hij- is van gebrek omgekomen.
Zijn pensioen, waar hij van leven moest, -bedroeg
400 kronen, en hij was «te trotsch om hulp te vra
gen.
HU ZAL HET Zóó EENS PROBEEREN.
Een wolkooper «te Brad-ford 'heeft aangeboden, om
ziiin .bedrijf v«oor een jaar over .te doen aan de
plaatselijke vakvereenlging, iten .einde haar gele-
gcnilieid te geven izij-n bedrijf maar d-en wen sch der
werkli-eden t-e leiden. De2e' wolkooper ©chrijf-t de
'tegienwoordiige (bit'te«rhelid 'van. de weatkliedJen- ie
Biradford toe -aan hie.t valscbe gestook van socia
listen. over de winsten in het wiolbcdrijf.
Reclames.
IJoudt altijd eeii huidzaif
in huis.
Mer.t dient een betrouwbare zalf te kennen of liever
nog in hpis ie hebben ora haar in geval van nood
ie gebruiken.
En wel, omdat de ergffte huidkwalen aanvankelijk
zeer gering kunnen zijn. Een ruwe, korsterige huid,
jeuk, een pijnlijk of brandend gevoel, vurigheid, puistjes
of vlekken kunnen het begin zijn van een der vele
bedroevende vormen van eczeem, dauwworm, gordel
roos, psoriasis, schurft of andere vormen ven huid
ziekte.
Om te voorkomen, dat 'de kwaal zich uitbreidt, is
zindelijkheid en spoedige aanwending van een anti
septische zalf aan te bevel-en.
Het succesvol resultaat zijnde van jarenlange onder
zoekingen, bevat Foster's Zalf de antiseptische, ver
zachtende en genezende bestand-doelen, die h-et bost
geëigend zijn om de ontsteking, pijn en prikkeling van
alle jeukende huidziekten te ooen bedaren.
Foster's Zalf droogt niet te spoedig op, laat zich niet
te gemakkelijk afvegen en zij dringt tot elke plek door.
Aanwending bij het uitbreken van dé kwaal voorkomt
uitbreiding en verzekert baat
Foster's Zalf dient niet voor open won
den,. doch uitsluitend voor jeukende huidziekten en is
een uitstekend geneesmiddel voor in- en uitwendige
aambeien.
Let op -den juisten naam: Foster's Zalf. Te Schagen
verkrijgbaar bij Gebr. Rotgans a t 1.75 per doos.
verschijnt hem de Geest) Ah! God, sta Gij
mij bij! (-Hij izink-t op een stoel neer!)
GEEST.
Uit 't verre ©chdinimenrijik (koon ik itiot u,
O R-einouid', zoon van' Willem, heier van éehiaigem,
Gij„ 'die .uw vader nimmer op zult vo-l-gien,
Giji, isl-eich-ts uwls vaide-r© -tlwieeid' .geboomia!
Gij,, Reiinoitid, die -zoo .bleiek «en bevend' neerzit,
Gij,, hoor mij aan- en luistert «maar mijn woorden,
Buig! n-ieft uw hoofd £©0 angstig naar o-m lalag,
M-aar zie mij aan1, 'k zal zeggen, Wie ik ben!
Gij kent mij,, slechts uit .halfvergeten sagen,
Die eens uw moeder ,u al© kinld vertelde,
Uw moeder Hang reed© tot mij weergekeerd,
Want ik ben Magnus, d' eerste heer van Schagen
REINOUD.
Giji, Magnus?
GEEST VAN MAGNUSw
Ja, ik ben Weer MiOgnnls' geest!
Reieds tweemaal zaïaigt ge mij; mot bange blikken,
Giji, .angstige R-eiino'uid, nimmer beer van S-cihagenl
Wlaarom verschelen dit ui, terwijl mijn m-on-d
Stom bleef daarbij? Ik zal 'it u zeggen, Reinoud,
Bevende jonkman-, nimmer heer vian- Sc'hagenl
Ik -poogde u aan 't geestenzien te wennen,
(Reinoud staat op.)
O kloeke Rieimouldi, nimmer heer wan 'Schagen!
REINOUD.
Waartoe- wilt igij mij hoonen, geest van Magnuisi,
Door mdj .er te«lkenmale aan t' herinneren,
Diat ik niet -d' -eerstgeboor'ne- Ibën mijn© vaders?
GEEST VAN MAGNUS.
Wëies't rustig, diapp'ne Redho-u-dl, 1k zal 't .u zeggen!
Zult ig.ij .uw iev-en -slijten steeds -als -tweede?
iZullt gf u vernoegen steeds met twieed1 ite zijn?
Klunt -gij gelukkig zijn met -uwe Berthle,
Terwijl giji voelt de tweede steed© to ziin?
REINOUD.
Waartoe wekt gij mij op, verdoem'bro geest?
Wilt gij mij .tot een bro edermoord er maken
GEEST VAN MAGNUS.
C„ driif-t'ge Redmio'ud, nimmer (h-eer van .Schagen,
A:anho«or m-ij kaïkn, ^n talla ik uitge's-prokein bon,
Oiordeel mij' dlani, 'k iza.1 -kort zijn, Luister, luister!
Gij -zult geen tweede zijn, hoe wiel ge -nimmer,
Op 't heerlijk slot van iSchagen zuflt gebieden..
M-aiar itoch zal u«we roem u machtig maken.,
Dotet gij slech«ts, wat ik zeg! Gij hebt gehoord,
H«oe groot de roem van ridder Magnnis was,
Wi-en ledereen eerbiedig hulldie bracht,
Die overal' in- U Han-d denl Vijand sloeg,
Die steed© de ©oh-rik van- «alle volk'ren was,
Wien© niaam de ganscho aard meit schrik
vervnl-de!
Gij hebt gehoord]?
REINOUD.
Ik tveet! Ga voort, o Magtn-uö!
GEEST VAN MAGNUS.
-Ziult gij hier steed© in rust «uw levm slijten?
Ga, alls heer Magn'us, dn -de wijde waeiield!
Bestrijdt uw vijanden, die ,u bestoken-!
Trekt op iten oorlog! Zege-vieren; zult' ge!
G>aat heen ten strijde! Overwinnen zult ge!
Uw niaam z-al -do«or. «d-e lage -landen ©challeirn,
U«w -n-aam zal «dan -op aller lippen zweVen!
'Ga, ReimoiUid, ga
KOOR VAN GEESTEN (onzichtbaar.)
Ga, Reinou-di, .ga
GEEST VAN MAGNUS (verdwijnend).
Ga, ReinoUd, ga!
KOOR VAN GEESTEN.
Ga, Riednou-d), ga!
REINOUD.
Ja ik, ik ga, ik ga!
HEER WILLEM (op).
'-k Heb R-obert uitgeleid!, 't is .laat gewiordenl
Gaan- wij ter rulste! 1
REINOUD.
Beste vader, luister!
«Ik trek ten strijde!
HEER WILLEM.
OU (ten strijde?
REINOUD.
Jia,
Want mij verscheen de geest van' ri-dld'er Magniufl,
H" zei-de mij, ten strijde- op te «trekken!
HEER WILLEM.
De -geest van Magnu©? Hebt ge goed gezie«n-?
Was ':t -geen gegoocMing iuwer zinaieai.? ,'n Visioen?
REINOUD.
Neen vader, 'k rag hem duidelijk als .u!
HEER WILLEM.
Ik kan het niet geloovenl
(De geest wan Mognua werschijnit weer),
REINOUD.
Vod-er, me!
Einde tweede tafereel.
0—
fWtordt vervolgd],