De Roos van Schagen. en DERDE BLAD. 20, 20, Tweede Kamer. 20, bertha. Gemengd Nieuws. yen, tuur i Zaterdag 30 October 1920. 63ste Jaargang No. 6713. NG. i op ;ti- iTI- ags hu- j,w- •eet i De M'iplster van .Financiën heeft in de vergadering [van do Tweede Kamer vani gistermiddag medege deeld), dat fl«e criitiek imi dan iaatstem tijd' op Qiem, iin dn buii-ten de Kamer ui-tgeo.ef'e.nidi, ni-eit beeft miageia- j.ten indruk op h-eim .te maken. Mocht' ,'hij alleen lu'is- te-ron, maar de.ni kamt van zijne politieke tegenstan- fdersi, jdian ziou hij nee-dis aan id© Koningin- 'zijn. ontslag (hebben gevraagd. Maar ,'hij zal met zijin -ambtigenoo iten en zijn poli-ti-eke vrienden nagaan, wat -hem te doen staat en hij zijne beslissing rekening 'houden 'me.t de adviezen, weilke hij van hen zal ontvangen en ook met de vraag, of zijtn heengaan meer politieke pevolgem met zich zal isleepen dan .alleen ihert. verdwaj- len van hemzelf. Wiat of er nlu «zal gebeuren als nog niet bekend. Die Sondertondelingen worden druk gevoerd en die mi nister-president had) een conferentie met -dr. No-lens, die invloedrijke leider dier kaïtiholii'ekèm. De minister-president bean'two«ordide voor .een groot deel de gemaakte- hezworen en w.ees er ,op dat het vinden van een nieutwen grondslag voor d!e firman- ufcieele verhouding tusischen Rijk en Gemeente vrijwel [een vergeefsche arbeid is. Een te groote ve-rhooging [van de rij-ksui-tkeeringen zal op den duur moeten geiden .tot een 'inkorting van de gemeentelijke auto nomie-. De Regeerimg heeft met een voor,stel tot verhooging dier -r ijksiu Itkeeringen dian oolk zoo lang mogelijk ge wacht, maar thania is, ombat die nood zoo- dringt, .een voorstel ontworpen, dat het Depatement heeft ver laten en .dat spoedig den 'Raad v.ani State zal herei ken; (Bijzonderheden kunnen (hierover nog niet worden meegedeeld. Spr. verdedigt zich vervolgens "tegen, dé critiek op hetm uitgeóetend over zijn circulaire laan de gemeentebesturen van 10 December 1919, waarin [de eii.seh- wordt gesteld, dat er geen uitgaven zouden worden gedaan., zonder dat tévens de dekkingismid- idelen waren, aanigewezen. De miiniister ©preekt er zijin verbazing over uit idoit !S Tragedie, vrij bewerkt naar eene legende door LEONARD ROGGEVEEN. j o |(Het stuk ©peelt gedleeiltieijlk op-, gehe.eltelijk in ld.e nabijheid1 vian het sioit te Sdhagen.) PERSONEN: I De PROLOOG. WELLüiMi, Heer van- 'Schagen. RBINOUD, zijn) tweede zooin. ROBlERT, klokkengieter. BiEiRTHA, zijn dochter. Kleine RÓ'BiERT, zijn zoon. AiRiE-ND, .zijn vier'trouwdie 'knecht. Die Geest van "Ridder tMaigmuis. Koor van «onzichtbare Geesten. Volk. PROLOOGl DE PROLOOG. Dat onze Hieer ons al wil sparen, Onis voor zonde en kwaad bewaren! 'Gij allen, burgers, boeren, buitenmenschen, Wij bieden "U ons nieuwste treurspel aan. Wij spelen U van. schoome liefdeswens dien, Van izelifopoff'ring. en van heldenldaên. Aanschouw zoo straks de reine roos van Behagen, Haar naam is B-ertha, schoon- is ze als een bloem. Veel knapen- trachtten om haar te behagen', Want ver in 't land drong door 'heur schoonheids roem! Haar vader muntte uit in vele kunsten, (Het Iviokkenigieten w-as voor hem .slechts spel. Willem van' .Schaige-n schonik hem eens de igu.nlste, Een klok te gieten voor ld.e boschkapel. 'Sterk als een aadTaar, lenig als -een hinde, Kloek als ieien leeuw, zoo- was beer WiHeats zoon. Hij was -die iBertba, 'hem', dien Bertha minde, Iiun liefde was, .lijk lt luchtendJkrieken schoon, Gelijk de pas ontloken, bloempjes -teeder, Gelijk de verscli -gevallen ©meeuw zoo rein. Hij ging ten strijd; na weken "kwam hij weder... 'Eilacy, groot moch-t hun geluk niet zijn, Want zij... Miaar zwijg mijn tong nu verder stille: Tioioneel i.s klaar; wijl spelers zijn: bereid. Wij zijn in t spelen ©amen één vian wille. Dieemioedig vragen! we Uw goedgunstigheid'. -Zwijgt istille 'duis; wilt -allen, goed verzinnen', '1 Gordijn ga-at op; het ©pel zal -dra beginnen! Eerste tafereel. (In het Heerenbosch.) BERTHA. Uk weet niet, hoe mijn hlart zoo bang mij klopt, Hoe ik zoo somber bem, mijn «ziel zoo angl&tig, 'Hoe alles mij zoo -drukt; .die zoete geuren Der lentebloemen mij bijna bedwelmen., Terwijl zij steeds mij eiën verkwikking waren. Eh 't blij gezang der vogels ini dien meidoorn! Mij mij.n verdriet nog sterker voelen' doet Och, was «mij.n .goede Reinoud nu bij mij', Ik zou mijn .'droeve hart hem openleggen, k Zou «hem vertellen vian mijn hangen droom, Die dezein nacht mijn ziel de rust ontnam, Zoodiait ik angstig 'wakend heel "den nachit 'Doorbrengen moiest. O1 Rein-omd, toef niet langer, O Reinoud, kom toch kom! i .Stil, 'k hoor izijin «tred, Daar komt Ihij' aah, blij al© een zomermorgen! Mijn allerliefste Bentha- BERTHA. r- O, «mijn Reinoud!! INOUD. Mijn liefste, telken keer als 'k jou weer zie, Groeit dieper dn mijn ziel het .groot geluk Van. onze liefde! *k Voel, dot jij -en ijt -Elkaar behoeven', als het kind die moeder! Mijn Bertha! O, mijn beste lieve Reinoudl- Reinoud. Kom, gaah wij ©amen dloor d;e wedden wamd'len-, Genieten wij de frissc'he voorjaarsgeuren, Ga met mij kleurige lentebloemen garen. Jk vlecht jefdan e.en krans, mijn kohinginnel. Kom, hoor met mij het schoome lied' der vogels, Daar ginder in de troifcacho brcï.'ü wouden.. Dan. niet© «er stoort; die va'e'..vhuv zulk «en 'eenvoudige waarheid nog mooi worden verdiöddgd', Behalve zijn bovenstaande bezwaren, had de mi nister zich eerst nog verklaard tegen- het denkbeeld van «onderwijs, armenzorg, en politie1 'door het rijk te doen overnemen. Dit zou allerlei Invloeden heb ben, juist ook 'voor het rijk, want dit zou «dan b.v. ook verplicht zijn de ganscbe politiezorg op zich te nemen,, gelijk ook reedis in het debat is opgemeikit Ook het andere «deel van-die motie-v. d. Tom-pel be strijdt hij. Het zou ook niet in het belang van de krankzinnigen zijn, wiantn-e-er bet rijk «d'o kosten van de verpleging op zich nam, want vaak .zou d-an die buis'verpleiglnig, vervangen .moeten -worden -door de 'geisttc'ht&ve.rp.legin.g. Het rijk geeft bovendien al be- lamgrijkifi b-eid-raigen uit voior deze zaak. Voor deze rede 'vani 'den m-inisljor-preaident, had eerst mini stier De Vries zijn -aanvallers beantwoord en erkemd-o daar.biji, dat zijn poging om de gemeentelijke inkomstenbelasting af te-schaffen en te vervangen door 100 opcenten op de rijksbelaating een fout v.an he«m Is goweieist. D'aa.rnia ige-eft -de Miiniister een ©chef® van. -dien hoio'f'd- linlhouidi vian het ontwerp, waarbij «ook de bedoeling heeft voorgezeten «d-e adiminiistrati-e zooveel mogelijk te vemeenvoudliigein. /Die iRijkiSaidmiinistroti e zal -ook die ig.em.e-entel ij'ke inkomstenbelasting aanslaan, maar -de mogelijkheid blijft open,, diat de getm.eemte het zelf -doet, telken-s Voor een bepaaldie periode. De ver- on-'de.nstelll'ingi, -dat bet Rijk ziou wallen profiteeren van «de betere aanislagre-geling der gemeeniten is o-njuist. Zijn Excellentie deelde nog mee, dat -een regeling gereed is, volgens «welke het Rijk aan- d-e gemeenten over tien maamdlelijkiscbe termijnen een voorschot zal verleenen, hij d«e opbrengst d-er "gemeentelijke inkomstenbelasting, dte het Rijk zal adminiis«treeren. Ook e.en ontwerp in zake belïalsting op die wiaande- viertoeerd-ering is reed© gereed, en «om advies ge zonden naar de V-ereeniging vani Nlederlandische Ge meenten, van welke belan.grijke opmerkingen zijn ontvangen-. Het zal binnenkort in -de Kamer komen. Wat het verstrekken van hulp betreft aan- d.e ge- meentlen, «dli'e last ondervinden bij het plaatsen van geldleeninigem, heeft die regeerdng niet 'stilgezeten'. Meermalen zijn gemeenten aan- kasgeld geholpen en wat leeninigen aangaat, zijn zij vaak geholpen door verstrekking van geld -uit fondsen van rijkspost spaarbank «en Invaliditeitsverzekering. O'-p d'e.ze.n w.eg zal worden, voortgegaan. Om -echter geld te ge ven of te lee-nen, moe.t men zelf geld hebben. Spr. meent, dat hij veel voor de gemeenten heeft gedaan in zake het geven van een aandeel uttt de opbrengst uit de Oorlogs-winstbelastding. Zij.n. voorganger bod- daarin voor de gemeenten 10 millioen gulden beschikbaar en verhoogde «dit later tot GO millioen.1 Hierbij voegde hij later nog 20 m'illioen. Die uitbetaling van -dit «al-les is zooveel mogelijk be vorder d. De minister -meende dan- ook, dat 'hij in dit opzicht die verwachtingen niet heeft 'teleurgesteld. (Zij bedekt zich 't gelaat met de handen.) Mijn Blertha, deert je wat, mijn lief, niet schreden-, Koon, zeg mij-, wat je -doet ontstellen, liefste! BERTHA. O, Reinoud, ik had' deez' iniacht 'n hoin-gen diroom! REINOUD (lachend). Maar Bertha! BERTHA. Ja, dik weet, 't was slechts «eien droom, Maar ach, -die droom heeft me geheel «ontzet! REINOUD. Vertel mij,, wat je ini je ©llaap verscheen7 BERTHA. Mijn Reinoud, 'Jt -droomde, dat ik was alleen, *k Liep langs den over van een broeden vliet M-et helder water. -PlOits'ldng, o wat schrik Deied ik een milssitap, storttie -in- het water, Maar 't water,, Reinoud, was als- gloeiend- v.uiur, Ik voelde -pilo-ts -dien branldi -door heel mijn lichaam' (Heit was me alsof die H«el mij iteigiengrijnsde, Of fe-lle duivels om mijn ziele vochten. Maar eensklaps tuis'schem- ai dit hel'sche woeden- Zag 'k jou gelaat, het -folfrend' vuur verdween, Jij kwam bij mij-, een zachte koelte omving ons, •Een heerlijke muziek klonk uit den hoogen, Giezang van -engelen klonk lieflijk schoon, En ©amen zweefden- wij 4'en- Hemel in *k Ontwaakte, angstig -door mijn droomgezicht, .Rondom mij was het nacht, de sterren blonken, Hoog aan- -den Uelm-e-l stond1 de blanke maan En -zag naar mij Di-t droomde ik, mijn Redmond1, En nu, ik woet niet. hoe, maar 'k voel, -diat .er Iets gaat gebeuren, wèt, kan ik niet zeggen, Maar 't i's zoo -angstig in mijn hart, alleen Nu jij -er bent, mijn Rein-oud, komt de rust we«er... REINOUD. Maar wat, mijn Be-rth-a, kam onls overkomen? W-elk somber -onheil zweeft rond boven ons? BERTHA. Ik weet het ni-eit, maar 'k Voel iets angstig om me! REINOUD. Kom, kom, niet verder dus, geen angst, mijn liefste, Vertel me nu wat anders, nu iets vroolijks! BERTHA. Iets vroolijks, ach mijn Reinoud, 'k weet na-eit© vroOlijks Voor dezen .droom REINOUD. Geen droiomen, lieve Bertha... Z/eit toch diien droiom eiern -poois uiit je gedachten, Wlacht even-, Tk wee-t... hoe dis 't met kleine Robiert, J.e jongste hbo er? BERTHA ("virOolijk). O die, hij maakt bet heerlijk, Je moest bet zien, hoe aardig hij kan spelen, Met hoepels, ballen, knikkers, o met alles, Och, 't i's zooh aardig ventje met zijn krullen, Zijn frissche wangen en -zijn- blauwe oogen En al-tijd .zoo- gehoorzaam, nooit .weerspannig! REINOUD. 'H;iji beeft laan jioiu een beste -tweede mlo-eder! BERTHA. O, dikwijls wen-schi ik, kon mijn lieve moeder (H'em rnu eenls zien. Zij hiel-d' zoo veel van Robeitt En- tot 'h-aar laatste oogentolikken .bad ze Het kl-ed-ne knaapje bij beur pijnlijk ziekbed', Al vier jaar dood"diie IdieJve beste moeder REINOUD. En nu je vader, altijd bij zijn werk? BERTHA. Nog -altijd even Vlijtig aam dien arbeid Bij zijne klokken.. Och, -dit zou "k vergeten, Mijn Reinoud, onze beste- Heer van Schagen, J'O'uiw goe.die vaide-r, heeft bëra 'late-n zeggen,, Om de-zen avond op het ©lot te komen, Waarvoor, «diat weet i!k niet REINOUD. Geloof, lik weet. Mij-n vader heeft een nieuwe klok van noode Voor de kapel, daargandier in het bosch. BERTHA. Misschien', ik ihieb -daar -oolk al aan gedacht, Die goede vader, ais een nieuwe -klo-k Een rein- geluidi geeft, is hij zoo gelukkig, .E.n-(eten ik 1 «o-k 1 aat) hoor, daar slaat 'het negen u-ren, .Ik -moet naar huls, vaarwel mijn beste Reinoud! REINOUD.- Nu al1 weer heen! Vaarwel da/n en tot weerziens! En, nog één iding! BERTHA. Wat i© 't? REINOUD. Beloof me, dat J«e Niet moer «hit den keu tyum jo hengen, «droom! Hij Is desnoods bereid <m strak» nog e»n itskcr bedrag beschikbaar te ©tellen als het lijden kan. Wanneer de tof ooi-opbrengst van de O.-W.-belasting voor het Rijk is 600 mjimioen guld-en. kan aan de gemeenten 100 millioen worden gegeven. Tot dusver is S40 millioen uitgekeerd. Zoo mogelijk zal spr. dus nog een zeker hedrag aan de gemeenten uitkeeren. Aan -het slot -gaf de minister de varklaring waar mee dit overzicht is begonnen. HOOIKOORTS IN HET OOSTEN. Volgen© medici in Honig Klong wordt de hooi koorts vermoed daar veroorzaakt te worden door het stuifmleel van e-cn Liguster, n.1. Liguatrum sli- n-en©e. Deze plant bloeit 'in- het voorjaar, in welken tijd hooikoorts in dat district veelvuldig voorkomt Het ©baa.t vast, dat het stuifmeel van Liguster vul- gare in' Engel-and een der .oorzaken van hooikoorts is, -en (het is ©te-llig mooi ijk .dat 't stuifmeel vani -do C'h-iineieische isioont ,eon der oorzaken kap «zijn van de ziektie in) Hlong Kong. Om te voorkomen dat bet stuifmeel' -der struik 'zijn .naideellig-eu invloed oefent^ wiordien sedert -de laatste twe'e of -drie- jaren in het gebied van H.ong Kongalle bloem-kn-oppen afgesne den, vóór zij itijd hebben- zich te ontplooien. DALING VAN PRIJZEN AANSTAANDE? Uit Londen, 28 October. Groote zakenmenschen voorspellen een daling van de prijzen, behalve voor voedingsmiddelen, tengevolge van het feit, dat de verbruikers allerlei goederen en artikelen zoo goed als niet koopen en ook ómdat de banken weigeren, onder de groote voorraden van detaillisten te financieren. D-e zomeropruimingen hebben de grootste teleurstelling gebracht Vermaarde kleermakers in het West Ena ontdoen zich van groote voorraden stoffen dóór pak ken op maat voor 5 guinjes (60 gulden Hollandsch vol gens den tegenwoordigen koers) te verkoopen, welke vroeger 12 guinjes kostten. ZEESCHEPEN VAN BETON. Ni-ettegeaustiaande de mislukking met die schepen van. gewapend beiton ku Amerika, bouwt men in iDuitschl-anld ook betonnen; zeeschepen. Het eerste is Woensdag met goed .gövlol-g op -de Elbe- ie water ge laten. Het ©chip- aal dloor e-en Dieselmotor van -onge veer 400 'P. K. wiond,t vioorigeistuwid en is du© geen schip vani gro-oite afmetingen, «wat naar wij meen-en met -de Amerik.aanische schepen- wel het geval -was. SE NALATENSCHAP VAN CARNEGIE. e nalatenschap van Carnegie is tlians bekend. Het blijkt, dat de zoo schatrijke man bjj zijn leven niet ten volle het plan heeft uitgevoerd, dat hij zich had voorgenomen, n.1. het overgroote deel van zijn fortuin weg te geven voor zaken van openbaar niit, ais onder wijs, bibliotheekwezen, musea en liefdadigheid. De nalatenschap bedraagt volgens de taxatie ongeveer 25.000.000. Daarvan kwam wat minder dan de helft aan de weduwe. BERTHA 'k 'Beloof het! REINOUD. Eerlijk? BERTHA Op' mijni eerewoord1! REINOUD. Tioit weerziens- idian! Alddeu! Aidieu! Adiileu! (Bertha of.) •Het -goede kind!, 0010 onbezorgd en vrioolijk, iE.n- dan -zoo '-droevig -door een- -dwazen -droom, Maar «tochdik moet 't miezelven. wel bekennen, Dat -toch ook ik mij wat bedrukt gevoel, Dioor -die verschijning, die te middernacht Mij k;wam verschrikken-, 'k meen 't was fwtalef uur, Juist 't zelfde oogenbflik als in -den nacht van Zondag, 't was eer.gistiren «duisl 't Is vreeimdi, Het ©p-oio'lt©el itaadi nabij- .en wenkte m-e.t -Die ar!men„ -dat dik naderbij moest t'relden, Dian plotseling wla© het w-eg, dn. rook vervlogen... 't I© vreemd Maar Jcom, niet langer peinzen' hier! 1 Wie komt daar iaon? «Geloof d-e klokkengieter, D«e oude 'Robert, igiaanide naar mijn vader! 'k Herken hem aan zijn edel-e gestalte Eh -aan zijn langen baardZijn knecht is bij bem, IDruk -redene erend over kLokkengieienl (iRo«bert en'Arend op.) Dlaar naald'ren zijW«ees welkom, eed'le beer en! ROBERT. (Hieer iRein.ou.di, wee© gegroet! Wij1 zijn op weg Niaiar «bet kasteel, wiaar on«ze Heer ion-s wacht! REINOUD. Tk Geloof, ik zie mijn vlader bij die hoornen, Hij: kijkt en -tuurt, of hij u al -zie,t komen iOok ik 'ga huiswaarts. Gaan -wij du© tezamen, Dan kunt gij (aanstonds U klokken plan beramen! (Allen -af.) Einde eerste tooneel. 0 TWEEDE TOONEEL. (Op het Slot te Schagen.) HEER WILLEM. Dus zooal's afgesproken is, mijn vriend, Vervaardigt gij voor mij die nieuwe klok Voor de kapel, daar achter in het woud? ROBERT. Mijn Heer, ik zal mijn best 'doen, om zoo goed 'Sle-chtls moo.giijk-is, <de «klo-k te -gieten! Nog d:iit: -alon welTkeni klank geeft gij -de 1 voorkeur? HEER WILLEM. Liefst niet te lalag, veel voorkeur geef ik aan Een zoet en zingend klinken, ,lijk 't gezang Van -een-e jonkvrouw, «die haar riddert wacht! Ja ja, gij, denkt, dat ik nu bier dien- spot drijf, Zoo'n grijsaard, die -nog over lief die spreekt! Miaar zi'e, mijn hart is jong, en 't blijft ©teedls jong, Zoolang 'k -mijn Reinoud om mij henen heb, Dien jongsfen van mijn bei-de zonen. Hij I's levenslustig, altijd o-pgewekt Mijn oudste ziie ik weinig. Dikwijls1 dis Hij -reizende, ook nu is hij afiwezig.l (iDe wind steekt op. Bliksem1 en idonder.) ROBERT. M'ijn Heer, 't Üs laat, 't i© bijna middernacht, 'k Neem afscheid dus, len zal u steeds veram Ho.e 't met het gieten staat, en wat 'er verder Met uwe nieuwe klok mag samenhangen! HIEER 3A/1.T .rjM, Mijn dank daarvoor! ROBERT. Uw -dietnlaiar, blefsfoe Heerl AREND. Vaarwel, mijn Heerl HEER WILLEM. Tot weerziens! Wacht, ik help u, De trap is -donker, on de wind wordt hevig! (Allen af. Tooneel blijft eenl-ge ©ogenblik ken ledig. Bij een bevdgen donderslag «treedt Reinoud'binnen.) REINOUD. 'k Geloof, dat 'er eien vrees'lijk onweer dreigt Die luc'ht -dreigt «somber. Bliksemstralen flitsen, En raat'lend -ro.lt de «dio-nder lan-g© den .h-emel! D«e zwarte wolken jagen langs het zw-enk En loeiend1 'dreunt -de wind l«angs poort en grachten! (Zwak hoort men buiten -dien' nachtwacht roepen.) REINOUD. Hoor, hoor, de nachtwacht roept, 't is middernacht, U Is nu het bange uur, dat geesten .waren, Vlucht weg, o Reinoud, vlucht vanhier-, vanhier! Eer weer de ©om'b're geest «u U bloed komt -stollen. Vanhier!! (HiU .snelt wieg, maar dn da deuropening Carnegie zelf had indertijd de /ormule niigevonden „een man, die rijk sterft sterft ontrrrd". Nu is „rijk" een betrekktltjk begrip. Carnegie had tijdens rijn ieven veel en vee) moer weggegeven, dan hij aan dn rijnen had nagelaten. Maar zelfs een Amerikaansch multi- millionnair mag er met 25.000.000 toch nog altijd wel wezen. EEN WEENSCH PROFESSOR VAN HONGER OMGEKOMEN. De „Times" verneemt uit Weenen, dat prof. Max Miargules, epn Oosten,rijksch geleerde van naam, een -der m.eest bekende geoloigen-, op Öö-jarigen loef- -tijd overleden is. Hij- is van gebrek omgekomen. Zijn pensioen, waar hij van leven moest, -bedroeg 400 kronen, en hij was «te trotsch om hulp te vra gen. HU ZAL HET Zóó EENS PROBEEREN. Een wolkooper «te Brad-ford 'heeft aangeboden, om ziiin .bedrijf v«oor een jaar over .te doen aan de plaatselijke vakvereenlging, iten .einde haar gele- gcnilieid te geven izij-n bedrijf maar d-en wen sch der werkli-eden t-e leiden. De2e' wolkooper ©chrijf-t de 'tegienwoordiige (bit'te«rhelid 'van. de weatkliedJen- ie Biradford toe -aan hie.t valscbe gestook van socia listen. over de winsten in het wiolbcdrijf. Reclames. IJoudt altijd eeii huidzaif in huis. Mer.t dient een betrouwbare zalf te kennen of liever nog in hpis ie hebben ora haar in geval van nood ie gebruiken. En wel, omdat de ergffte huidkwalen aanvankelijk zeer gering kunnen zijn. Een ruwe, korsterige huid, jeuk, een pijnlijk of brandend gevoel, vurigheid, puistjes of vlekken kunnen het begin zijn van een der vele bedroevende vormen van eczeem, dauwworm, gordel roos, psoriasis, schurft of andere vormen ven huid ziekte. Om te voorkomen, dat 'de kwaal zich uitbreidt, is zindelijkheid en spoedige aanwending van een anti septische zalf aan te bevel-en. Het succesvol resultaat zijnde van jarenlange onder zoekingen, bevat Foster's Zalf de antiseptische, ver zachtende en genezende bestand-doelen, die h-et bost geëigend zijn om de ontsteking, pijn en prikkeling van alle jeukende huidziekten te ooen bedaren. Foster's Zalf droogt niet te spoedig op, laat zich niet te gemakkelijk afvegen en zij dringt tot elke plek door. Aanwending bij het uitbreken van dé kwaal voorkomt uitbreiding en verzekert baat Foster's Zalf dient niet voor open won den,. doch uitsluitend voor jeukende huidziekten en is een uitstekend geneesmiddel voor in- en uitwendige aambeien. Let op -den juisten naam: Foster's Zalf. Te Schagen verkrijgbaar bij Gebr. Rotgans a t 1.75 per doos. verschijnt hem de Geest) Ah! God, sta Gij mij bij! (-Hij izink-t op een stoel neer!) GEEST. Uit 't verre ©chdinimenrijik (koon ik itiot u, O R-einouid', zoon van' Willem, heier van éehiaigem, Gij„ 'die .uw vader nimmer op zult vo-l-gien, Giji, isl-eich-ts uwls vaide-r© -tlwieeid' .geboomia! Gij,, Reiinoitid, die -zoo .bleiek «en bevend' neerzit, Gij,, hoor mij aan- en luistert «maar mijn woorden, Buig! n-ieft uw hoofd £©0 angstig naar o-m lalag, M-aar zie mij aan1, 'k zal zeggen, Wie ik ben! Gij kent mij,, slechts uit .halfvergeten sagen, Die eens uw moeder ,u al© kinld vertelde, Uw moeder Hang reed© tot mij weergekeerd, Want ik ben Magnus, d' eerste heer van Schagen REINOUD. Giji, Magnus? GEEST VAN MAGNUSw Ja, ik ben Weer MiOgnnls' geest! Reieds tweemaal zaïaigt ge mij; mot bange blikken, Giji, .angstige R-eiino'uid, nimmer beer van S-cihagenl Wlaarom verschelen dit ui, terwijl mijn m-on-d Stom bleef daarbij? Ik zal 'it u zeggen, Reinoud, Bevende jonkman-, nimmer heer vian- Sc'hagenl Ik -poogde u aan 't geestenzien te wennen, (Reinoud staat op.) O kloeke Rieimouldi, nimmer heer wan 'Schagen! REINOUD. Waartoe- wilt igij mij hoonen, geest van Magnuisi, Door mdj .er te«lkenmale aan t' herinneren, Diat ik niet -d' -eerstgeboor'ne- Ibën mijn© vaders? GEEST VAN MAGNUS. Wëies't rustig, diapp'ne Redho-u-dl, 1k zal 't .u zeggen! Zult ig.ij .uw iev-en -slijten steeds -als -tweede? iZullt gf u vernoegen steeds met twieed1 ite zijn? Klunt -gij gelukkig zijn met -uwe Berthle, Terwijl giji voelt de tweede steed© to ziin? REINOUD. Waartoe wekt gij mij op, verdoem'bro geest? Wilt gij mij .tot een bro edermoord er maken GEEST VAN MAGNUS. C„ driif-t'ge Redmio'ud, nimmer (h-eer van .Schagen, A:anho«or m-ij kaïkn, ^n talla ik uitge's-prokein bon, Oiordeel mij' dlani, 'k iza.1 -kort zijn, Luister, luister! Gij -zult geen tweede zijn, hoe wiel ge -nimmer, Op 't heerlijk slot van iSchagen zuflt gebieden.. M-aiar itoch zal u«we roem u machtig maken., Dotet gij slech«ts, wat ik zeg! Gij hebt gehoord, H«oe groot de roem van ridder Magnnis was, Wi-en ledereen eerbiedig hulldie bracht, Die overal' in- U Han-d denl Vijand sloeg, Die steed© de ©oh-rik van- «alle volk'ren was, Wien© niaam de ganscho aard meit schrik vervnl-de! Gij hebt gehoord]? REINOUD. Ik tveet! Ga voort, o Magtn-uö! GEEST VAN MAGNUS. -Ziult gij hier steed© in rust «uw levm slijten? Ga, alls heer Magn'us, dn -de wijde waeiield! Bestrijdt uw vijanden, die ,u bestoken-! Trekt op iten oorlog! Zege-vieren; zult' ge! G>aat heen ten strijde! Overwinnen zult ge! Uw niaam z-al -do«or. «d-e lage -landen ©challeirn, U«w -n-aam zal «dan -op aller lippen zweVen! 'Ga, ReimoiUid, ga KOOR VAN GEESTEN (onzichtbaar.) Ga, Reinou-di, .ga GEEST VAN MAGNUS (verdwijnend). Ga, ReinoUd, ga! KOOR VAN GEESTEN. Ga, Riednou-d), ga! REINOUD. Ja ik, ik ga, ik ga! HEER WILLEM (op). '-k Heb R-obert uitgeleid!, 't is .laat gewiordenl Gaan- wij ter rulste! 1 REINOUD. Beste vader, luister! «Ik trek ten strijde! HEER WILLEM. OU (ten strijde? REINOUD. Jia, Want mij verscheen de geest van' ri-dld'er Magniufl, H" zei-de mij, ten strijde- op te «trekken! HEER WILLEM. De -geest van Magnu©? Hebt ge goed gezie«n-? Was ':t -geen gegoocMing iuwer zinaieai.? ,'n Visioen? REINOUD. Neen vader, 'k rag hem duidelijk als .u! HEER WILLEM. Ik kan het niet geloovenl (De geest wan Mognua werschijnit weer), REINOUD. Vod-er, me! Einde tweede tafereel. 0— fWtordt vervolgd],

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 9