llituti Nitin- Mrattntii- Si LuUwriliil (1EIIWE ABONNÉ's Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Donderdag 16 December 1920. SCHAKER 63ntc ilaarganq. No. 674^1 mmi Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groot;e [letters worden naar plaatsruimte berekend lit blad verschijnt viermaal per week rDinsdag, Woensdag. Donder- ag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Adverteniiën zoo\eel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst. UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAGEN. POSTCHEQUE cn GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. VAN DE SCHAGER COURANT, ONTVANGEN DE NUMMERS TOT 1 JANUARI A.S. NOG VER. SCHIJNENDE GRATIS. DE UITG. Zitting van Dinsdag 14 D«c. 1920. HIJ KRIJGT DE KANS. De eerste beklaagde, C. J. Munteworf, loi werkman tc Zaandam, was niet 'verschenen. Hem was diefstal «i een horloge, te Helder geploegd, ten laste gelegd. Gtuigen waren niet gedagvaard en de O.v.J. eischte eei maand gev. voorwaardelijk met een proeftijd van eer. 'jaar. ■BET BLOKKER STADION. Ok de volgende beschuldigde, Adrianus Bakker, een landbouwer uit Hoogkarspel, schitterde door afwezig heid; Ilij fietste in September jl. te Hoorn zonder lient op, ferwijl het al laat in den avond was. Toen de po- litiearent Sanders hem wilde aanhouden, verdween sin jeur In de lichting van de gemeente Blokker. De agent hem na, ook per rijwiel en het slot van de hardrijderij was, dat Bakker een verbaaltje wegens belemmering ambtshandeling aan zijn broek kreeg. De eisch des wege thans ingesteld, luiddef 25 boete of 25 dagen. NIET VOOR KOORN BEDOELD. De 25-jarige Jan Jacobus Burgering uit Alkmaar, heeft een kwestie met zijn zwager. En toen hij op Zondag 17 Octo.yer jl. dezen meende te zien loopen, in Alkmaar, gaf hij hem een geweldigen klap in 't ge zicht. Maar onze vriend had zich vergist. Het was niet zijn zwager, maar de kruidenier., Dirk Koorn uit AnnaPaulowna, die hij zoo onbehoorlijk had getrak teerd.- 't Is ook al geen voorrecht om op een ander z'ii zwager te gelijken. Tegen Burgering werd f 25 boete oi 25 dagen brommen gevorderd. DIE HAD ZIJN PORTIE AL. De 45-jarige, te Nieuwe Niedorp geboren Guurtje Veldman, huisvrouw D.. Ranzijn, te Alkmaar, had op 19 October jl. sterken drank toegediend aan iemand, die beschonken het 'café van haar man was binnenge komen. De politie mengde zich in dit zaakje en heden stond de kasteleines terecht en hoorde f 50 boete of 50 dagen hechtenis tegen zich eischen. DEUREN DICHT. Volgt een 'zaakje met gesloten de DE ZAAK-KAPELAAN BILARS. deuren. Daarna komen als beklaagden Adrianus Johannes van Doorn, metselaar, geboren 22 Juli 1881, wonende te Alkmaar, en Hein Vrij, metselaar van beroep en 6 October 1889 geboren te Leeuwarden, eveneens woon achtig te Alkmaar. Zij staan" terecht ter zake dat zij in het 'arrondisse ment Alkmaar, op Woensdag 21 Juli jl. tezamen en in voroeniging opzettelijk eer en goeden naam van den kapelaan H. Bilars van de parochie Heilige St Lou- roniius, evenals zij, wonende te Alkmaar, nebben aan gerand. Zulks door Bilars, die zich toen in of nabij he; Heilooer bosch, in gezelschap van twee dames be vond, te verwijten^ /lat nij met een dezer twee dames onzedelijke handelingen had gepleegd. Er was veel pu blick aanwezig om de behandeling dezer zaak 'bij te wonen. De beleedigde kapelaan Henricus 'Bilars genaamd, oud 41 jaar, Wonende aan het Verdronken Oord, te Alkmaar, had de door hem Ingestelde eisch tot schade vergoeding, eerst f 220, bedragende, teruggebracht op f 1 en is deze civiele vordering door hem .nog met aanhangig gemaakt bij den burgerlijken rechter. Mr. Tijdeman uit Bloemendaal, treedt op als' ver dediger van de beklaagden. Mr. Leesberg staat den getuige Bilars met diens ci viele vordering ter zijde. In eenc door 'kapelaan Bilars afgelegde verklaring die op schrift gesteld is, en voorgelezen wordt, zegt Bilars, op dien Julidag gewandeld te hebben 'naar het Heilooër bosch en daar ?yne tante en een andere dame mej.Suderee te hebben ontmoet. De tante werd oiiwei en men zette zich neder om haar wat op ver haal te laten komen. Niet lang daarna kwamen er drie manspersonen aan waarvan twee, de beide beklaag den den kapelaan beleedigden, hein verwijtende dat hij met een der dames onzedelijke handelingen had gepleegd. Beklaagden hadden zoodanige ruchtbaarheid daaraan gegeven, dat Bilars verzoek tot strafvervolging tegen beklaagden bij den Officier van Justitie had in gediend op J Augustus jl. Als eerste Heilooër r Maria Louisa van Cuijk" uit' Alkmaar (thans wegens ernstige ongesteldheid als getuige afwezig). Zij wasin gezelschap van mej. Elisabeth Maria Suderee, die bij mej, van Cuijk inwoont. Ik wandel veel naar het Hei- looürbosch, zegt getuige. Ik zag miin tante en nicht aan komen. en jpag dat tante niet goed was. Ik kwam haar tegemoet. Zij was bleek en had hinder van de warmte. Ik bood aan, een rijtuig te halen, doch tante wou geen gebruik van mijn aanbod maken. Toen hebben we bij Hét Sparrebosch een koel plekje- opgezocht, waar we zijn gaan zitten. Na een poosje werd tante beter. Zij had koude thee meegenomen. De dames waren van plan naar Heilo te gaan en met de tram terug. Daar om hadden zij thee mee, waarvan wij gedtonken hebben. Wij bespraken boottochtjes en andere onderwerpen en tante kwpm zoo goed bij, dat we besloten te vertrek ken en naar huis tc gaan. Do dames hoorden iemand aankomen. Ik stond da delijk op en hoorde oerst „pstf..." en daarna fluitsig naal. Ik zag daarna drie mannen. Van den derde heb ik alleen maar een schim gezien. De bedde anderen, deze beklaagden, vlogen woest op mjj aan, met woeste gebaren. Vrij zei: Nu hebben we je. Wij vroegen wat zij moesten. Zij kwamen dreigend met woeste gebaren en verhit gezicht tegen ons optreden en verweten mij;! „Jij 'hebt met de jongste dame onzedelijke handelingen gedaan.' Zij waren zoo woest Sn hun optreden, dat w» dachten: souden we om 't leven worden gebracht? YDj roegen, hebben m gwdtaan? De Vrij zei, dat ik onzedelijke handelingen had gedaan en van Doorn spe- ri£c®6ffö6 d© cwusdeS^jk® handelingen nog nader. Be klaagden voegden me toeWe" hebben propaganda noo- dig. Wij zijn revolutionnaire socialisten. Jelui R.K. priesters zijn de schuld, dat wij uitgesloten zijn. Vrij noemde mij 'vuile vetzak 'en volksverdommer. De dames en ik 'pakten onze benoodigdheden bijeen j en wij vertrokken, gevolgd door beklaagden, terwijl i van Doorn toen Vrij opstookte en Vrij Weer op luiden 1 toon mij beleedigde en van Doorn zag mei groote vol doening, dat Vrij my beleedigde. Wij kwamen op den openbaren weg. Ik kon van schrik naast niet loopea Eerst dacht ik, dat het óm mijn leven te doen was. 't Was me een verluchting, mij van onzedelijke hande lingen te hooren beschuldigen, iets waaraan ik 'on schuldig was. Onderweg naar huis op den Westerweg hebben een tweetal dames, die per fiets passeerden, moeten afstap pen toen zii ons allen tegenkwamen en toen heeft Vrij mij weder beleedigd. De twee fietsende dames zeiden; Foei wat 'n schande. En we werden verder door be klaagden op den voet gevolgd, doch daarbij heeft van Doorn niets meer gezegd, "lante was zeer van streek. De President vroeg aan getuige, of 'die zich belee digd gevoelde, door de hem toegevoegde woorden. Zeer zwaar beleedigd, was het antwoord van getuige, die bij zijne bij den heer Officier ingediende klacht bleef volhouden. De Président: U had civiele vordering over belee- diging in eer en goeden naam tot oorspronkelijk f220 ingesteld en die nu tot f 1 beperkt. Gel zegt,: Ik had groote financieele schade en werd ongesteld, mijn zenuwen waren geschokt en ik heb wekenlang voor pension mijne ouders moeten betalen, die mij niet zonder vergoeding konden hebben. In mijn Parochie heb ik bovendien voor assistentie moeten zorgen. Ten opzichte van ondervraging van beklaagden ver zocht Mr. Tijdeman, dat zij buiten elkaar's tegenwoor digheid. zouden worden verhoord. Aldus geschiedde. Mr. Tijdeman legt verschillende foto's over aan de rechtbank, die gemaakt zijn ter plaatse, waar de ka pelaan in«'t bosch had vertoefd. Mr. Tijdeman maakte bezwaar, de getuige Bilars door Mr. Leesberg te laten bijstaan, anders dan ter verdediging der civiele vor- i dering. De President zei, dat ieder op eigen terrein de lei- ding heelt en men hem gerust de leiding ter zitting I kon overlaten. En u streeft de leiding, die ik heb, heelemaal voorbij, zei de President. Beklaagde van Doorn wordt nu ondervraagd en zegt l te zullen antwoorden op groote en kleine onwaarhe den van den Priester. Vrij en ik, zei bekl., waren dien dag met onze kinderen in den Hout. Toen zag ik Bi- lars komen die zich bij het Sparrebosch plaatste in afwachtende houding. Ik zei tegen VrijHij wacht op I iemand. Weldra kwamen er twee dames. Toen zei ik I tegen Vijn, ik 'moet er het mijne van hebben, blijf I jij bij de kinderen. Ik ging toen naar de plaats waar de geestelijke en de beide dames zich bevonden en I zag Bilars liggende naast mej. Suderee. Hartstochte- I lijke kussen en lieve woorden werden gewisseld en spreker beschrijft verder hoe Bilars onzedelijke hande lingen met ju brouw Suderee pleegde. De oudste dame merkte den derden man op en riepO God, een man j nog een, zei ze, toen ze ons zag. Ik zeiDe onschuld I in de armen .van den geestelijke. Ik wees er Bilars op, dat hij als priester verkeerde handelingen deed. En i ik wees hem op zijn plicht. Toen Vrij er ook bij kwam, zijn er enkele woorden gevallen. Ik zei: het is onze zaak, wat we verder zullen doen. Toen we weggingen en op den openbaren weg twee fietsende dames ontmoetten, heb ik tot den priester gezegd: Je moest je schamen, zulke handelingen -te doen met een dame. Later, niet ver van de pastoriq keerde Bilars zich om en zei: Wat heb je d'r aan, het mij lastig te maken. Ik zei: Dat is mijn zaak, En ik vond het erg, ik was zeer getroflen. 'tWas mijn doel, als ik een politieagent ontmoette, hem 'het ge beurde te zeggen. Maar ik ontmoette geen agent. De heeren Speet en Baart van „Ons Blad'"' zijn bij Inij geweest en hebben mij over pen en ander ondervraagd. Bekl. Vrij werd daarna verhoord. Hij "had ook be merkingen op de getuigenverklaring. Ik 'was met 'Van Doorn, terwijl we onze kinderen mee hadden in het Heilooëerbosch. Daar kwam Bilars en narfi een af wachtende houding aan, waarna twee dames aankwa men. Toen ik er bijkwam, "hoorde ik een zoen en ook hoorde ik fluisteren. De priester had zijn jas uit, zijn hoed en zijn boord af, die lagen bij rijn parapluie. Spreker beschrijft wat hij Van de onzedelijke handelingen van den priester zag. Vrij had gehoord, dat juffrouw Suderee zei, dat haar pantalon knelde. Toen juffrouw van Cuijk onze aanwezigheid merkte zei van Doorn: De onschuld, in de armen van de geestelijkheid. En ik zei tegen de geestelijke: Dat zullen bruiken voor propaganda, dikbuik. Bilars zeiVoor welke propaganda Ik antwoordde: Voor onze propaganda, wij zijn re volutionnaire socialisten. De President vond beklaagde nu uitvoeriger in zijn verklaringen dan in de stukken bleek. Maar zijne verklaringen klopten goed met die van zijn medebeklaagde. Vrij zegt verderfocn we het boscn uitgingen, zei van Doorn: Het is onze zaak wat we nu verder zullen doen. En ik zei later onder weg tot den Driester: Je moest je schamen om met een dame zulke andelingen te plegen. De President vraagt welke stappen verder gedaan^zijn. Is u niet 'haar den Burgemeester of naar de poliliq in den stand waarin het gefting nu is. Mijn plicht ge bied me dc vraag niet toe te laten al weiger ik in 't algemeen niet, vragen te stellen. Mr. Tydemann zegt, het onderzoek naar de waar heid voor te bereiden. De President zegt, de vraag niet toe te laten, omdat in den stand van het geding het onderzoek naar de waar heid, wat de verhouding betreft, niet is toegelaten. We hebben alleen met de dagvaarding te doen. Ook de O. v. J. zegt, dat de wet uitdrukkelijk ver biedt, in dergelijke gedingen onderzoek naar de waarheid te doen, behalve in de gevallen, die de wet bepaald noemt. En een dergelijk geval is op het oogenblik hier. niet aanwezig. Pleiter zegt, dat er Egyptische duisternis is. Waarom •wordt het niet toegelaten? Art 263 bepaalt; dat onderzoek naar de waarheid kan worden toegelaten in gevallen waar in het algemeen belang is gehandeld. En we "kunnen dit hier aannemen, waar beklaagden zooveel in de waagschaal stelden om te zeggen, wat zij volgens hunne beschouwing omtrent wereld en maat schappij meenden te moeten verklaren. De Pres.Het kan alleen toegelaten worden, wanneer een uitdrukkelijke vraag gesteld wordt. PleiterIk beroep me op 't algemeen belang. Na schorsing zal niérover uitspraak volgen. Bekl. Van Doorn zeide nog, zich te beroepen op het algemeen belang en te hebben gehandeld in het algemeen De rechtbank besluit na schorsing dat de vraag zoo niet kan worden toegestaan. Maar de rechtbank is wel be reid om onderzoek naar de waarheid in de ruimte toe te staan als door Bilars een verzoek daartoe wprdt Mr. Tydeman zal afwachten wat in deze geschiedt Volgt getuige Elisabeth Maria Suderee, 38 jaar, zon der beroep te Alkmaar. Zij verklaart dat Van Doorn op den bewusren d"g zei,Daar heb je nou die geestelijke, die rit met eetn Getuige Johanna de Winter uit Utrecht heeft in ge zelschap van vorige getuige op 21 Juli gefietst en gehoord dat een der bekl. welke weet zij niet vloekende tegen den priester zei: Kom nu nog eens met jq pooten aan die meid. iZij zag dat de geestelijke tewü zeer bleek werd. Get. J. H. G. v. d. Berg, Hoofdinspecteur van politie te Alkmaar, heeft op 6 Aug. bekl. laten aanhouden en hen toen en ook op, 7 ea 8 Aug. gehoord. Vrij zei eerst wel, later niet de onzedelijke handelingen te hebben ge zien. Ik heb geen dreigementen bij Het verhoor gebe zigd, wel heb ik in overweging gegeven niets buiten de waarheid ia zeggen. Ik heb gesprekken van* beki. afge luisterd. Vrij zei, dat er niets gebeurd was en hij niets had gezien. Van Doorn zei, dat het wel gebeurd was. Van Doorn zei tegen VrijDurf jij dat nu zeggen? Laat je mij er inu alleen voor ritten?: Zij gingen naar achter. Van Doorn vroeg aan VrijIs het veilig? Ik ging toen luisteren. Van Doorn zei tot Vrijwat is dat nou stom van je, dat je hebt 'doorgeslagen. <vJö moet je niet laten overdonderen. En nu laat je mij er induiken. Als je weer binnenkom moet je zeggen, dat. je het wel gezien hebt Ik zei toen direct, dat ik het dom vond, dat zij zulks zeiden, waar ik bij was. Ik heb Vrij gezegd: .wil je een andere verklaring afleg gen, dan 731 ik die noteerên, Vrij wou geen andere ver klaring, afleggen. Van Doorn heeft bemerki: en wil ook dingen aan 't licht brengen, die opzettelijk verzwegen rijn. Ik kwam in verhoor. De Inspecteur kwam met het fabeltje van de drie mannen, het fluitsein, enz. Mij werd gezegd, dat het over den Kapelaan ging. Ik had me schuldig ge maakt aan "diefstal van .een lorgnet en aan afpersing. Ik vertelde wat ik gezien had. De Inspecteur zei, onder vloeken, dat dat een intens schoftige zaak was 'en het kon niet bestaan. Ik zei, dat ik de waarheid ver klaarde en dat ik geen diets tal of afpersing hiad gedaan. Ik kwam in arrest. Later werd ik weer verhoord in een vuile cel met een ton erin, clie nog half vol was. Ik werd met ontzettende dreigementen verhoord. Jk dame in 't bosch. Daar heb je de geestelijkheid van heb de waarheid meegedeeld. I)e zaak komt op z'n Alkmaar. "Volksverdoemer, ik hang je op. Get. omschrijft verder, hoe beklaagden het plegen van onzedelijkehandelingen door Bilars met haar nader aanduidden. Vrij zei nog: Kom nou nog ereis met je pooten aan die meid d'r lijf. Bekl. Vah Doorn vond, wat getuige zei, een fabeltje. Vrij zei, bij zijne gedane verklaring te blijven. De Pres. kan een door pleiter gestelde vraag, die met de smaad niets te maken heeft, niet toelaten. Er kan niet anders toegelaten worden, als dat wat met de feiten in verband staat. Een andere vraag die pleiter stelt en die ook bui ten het stellen der dagvaarding omgaat, wordt ook niet door "Pres. toegelaten. Pleiter: Als u zoo formeel wordt, zal ik onder "protest van m'n pleidooi afzien en aanteekeningen op het audi- entieblad verzoeken van al de vragen die ik stiel. En als ze niet op het audiëntieblad komen, zal ik nietig ver klaring van deze procedure verzoeken. Het spijt me, van den kant der rechtbank geen medewerking te hebben om te weten te komen, wat de aanleiding van het optreden dezer menschen is geweest. Mr. Leesberg zegt, dat Bilars zich persoonlijk niet kop inplaats van op rijn pooten. President: Hebt u 'hem met vloeken bedreigd? we ge- Oegaan. Neen, zegt bekl., het was wel onze bedoeling. Maar het adres der dames was ons ook nog on bekend. Van Doorn is bjj de damea geweest en had zwijgen beloofd. De heeren Speet en Baart van „Ons Blad'- zijn by ons geweest om ons te ondervragen. President: Heb u tegen Speet niet gezegd: „Ik ver tel het u niet?" Neen, zegt bekl., dat heb ik niet gezegd. Pres. Als u het toch wèl vertellen wilde, dan had u beter naar politie of burgemeester kunnen gaan. Mr. Tydeman vraagt, welke familiebetrekking er be staan tusschen Bilars en juffrouw van Cuik. Uit Bi lars' antwoord blijkt, dat er geen familiebetrekking bestaat, dat hij slechts als gewoonte tante zegt en er enkel gemoedelijkheid en vertrouwelijkheid was. Mr. Tijdeman vraagt, waarom Bilars aan den rechter- comm. heeft verzwegen, getuige Suderee reeds 6 jaren gekend te hebben. De Pres. heeft bezwaar tegen die vraag. Mr. Tydeman verzoekt, als de vraag geweigerd wordt, daarvan aanteekening op het audiëntieblad. De President zegt, de vraag niet te kunnen toelaten De InspecteurNeen, op m'n eerewoord, ik hieb niet eenmaal gevloekt. Van Doorn: Ik werd gedreigd: Ik zal jou wel vin den, jij bent een van die bolsjewistische lui. Ik zal er voor zorgen, dat je 2 of 3 jaar er in raakt. <lk werd zenuwachtig en Vrij ook. De Inspecteur zei Verleden -jaar toen had ik je met dezen ploertendoo- der wel kunnen doodslaan. De Inspecteur verklaarde: Er staat 'mij niets van voor, dat ik over bolsjewisme of over dien stok heb gesproken. Bekl. laat het voorkomen of ik door pas toor gesuggereerd ben, maar ik heb mij niet laten beïnvloeden. Het is niet waar, dat de cel smerig was. Vrij zegtDe Inspecteur ging erg te keer. Ik week niet meer, wat ik tegen hem zeiHij dreigde mij met den ploertendooder en schold mij voor dief en palsaris, enz. De Inspecteur zegt, dat dit absoluut niet waar is. Pres. tot Van Doorn: U hadt een wrok tegen de Katholieke geestelijkheid wegens die uitsluiting en daar door meende u meer te £ien, dan u anders zou' zietn. Q FDe Inspecteur zegt, dat Bilars bij verhoor pertinent tegen vragen zal verzetten, maar als 'rij in zoodanigen bleef in zijne verklaringen, die spr. geloofwaardig voor vorm mochten rijn, dat het zedekwetsend zou rijn, kwam. Het staat bij mij vast, dat er in het boscn niets het te lezen, zou Bilars sluiting der deuren willen vier- j gebeurd kan rijn. Als Bilars iets liad gewild, had hij zoïken. j het niet gedaan, waar de tante bij was en ook niet Mr. Leesberg doet namens Bilars het verzoek datin het bosch, maar tehuis, waar hij genoeg kwam. onderzoek naar de waarheid plaats heeft. j Mr. Tijdeman zegt, dat de heer v. d. Berg het po- Pres. Dan kan 't stellen van de vragen worden litiebureau door journalisten laat gebruiken voor zeer toegestaan. j vertrouwelijke mededeelingen en'dut In tegenwoordig- Mr. Tijdeman vraagt, of juffrouw Suderee get. Bilars heid van een journa.ist een arrestant is gehoord, al vroeger heeft ontmoet en hem al 6 jaren'kende. Wat Vervolgens komt get. L. J. J. M. Speel, Hoofdre de juffrouw bevestigend beantwoordde. Getuige van Cuijk dacteur van Ons Blad, te Alkmaar, voor. is geen tante van haar, ze is een nicht van haar moe. Mr. Tijdeman zegt, op grond van al wat gel. over Pleiter vraagt, of het is voorgekomen, dat juffrouw Su- i raadsman _en bekl. heeft geschreven, dezen get. voor deree, toen zij nog in den Haag woonde, daar in haar ul wat hij verklaart, van nut en geener waarde te onderrok eens het bed opmaakte en toen van Bilars achten. klapjes tegen haar achterste kreeg. Getuige wil dit niet bestrijden. En of rij van Bilars en hij van naar houdt? Zij 'zegt, er was geen andere dan gewoon vriend schappelijke verhouding. Pleiter vraagt: Als hij bij u kwam, was het dan stoeien en elkaar naloopen? Get. ontkent dat. De Pres. zegt tot get. dat we, nu Bilars het heeft verzocht, onderzoek doen naar de waarheid. En het geeft' èen vreemden indruk dat hij als geestelijke u tegen uw derrière slaat. Als dót wordt toegestaan, is de weg tot andere handelingen' ook open. Was er intieme ver houding tusschen u? Get.Neen, alleen vriendschap, gewone vriendschap, anders bestaat er niets. Pleiter vraagt, of zij elkaar wel eens gekust hebben. Get. zegt, nooit door Bilars te zijn gekust. Pleiter: Hebt u weieens in een hotel te Alkmaar op Bilars' knie gezeten? Nooit, zegt get. Pleiter zegt, eventueel èen klacht wegens meineed te zullen doen. Getuige Bilars verklaart, desgevraagd, dat er ceen andere verhouding tusschen juffrouw Suderee en Hem bestond dan oprechte vriendschap. Die paar tikjes tegen het zitvlak van juffrouw Suderee, wil Bilars niet bestrij den, maar hij ziet er absoluut niets in. Als dót on zedelijkheid zou zijn, geloof ik niet, zegt spr., dat een van ons daar dan vrij van zou rijn. Maar herinneren/ kan ik me het feit niet. Pleiter vraagt, of Bilars de tante wel eens geldelijk heeft ondersteund. Bilars zegt, haar eens geld te hebben geleend. Mr. Tijdeman zegt, dat Kapelaan Kors op onder zoek uitgeweest is omtrent dc verhouding tusschen Bi lars en juffrouw Suderee. De volksnaam van Bilars was „Betsy's Kapelaan." Toen Bilars 'in Januari 1919 werd overgeplaatst naar Alkmaar, is in Nov. van dat jaar juffrouw Suderee hem nagereisd en is ook in Alkmaar komen wonen Getuige M. Koeleman, huisvrouw G. J. Helleman te Alkmaar, zegt, op 21 Juli per ïiets de beklaagden en Bilars en de dames te hebben ontmoet. Vrij zei, miet dreigend opgeheven vuist tot den priester: Kom niet i meer met je pooten aan die meid d'r lijf. 'n Paar dagen later kwam van Doorn bij me en vroeg, of ik hem redden wilde, daar hij anders in de gevangenis kwam. Van Doorn: Ik zei tot baar, de plicht rust op u De Pres. vraagt aan Hebben beklaagden zich naar u begeven Neen, zegt de heer Speet, ik heb geen bezoek 'van hen gehad. Ik ben naar hen gegaan. Daarna kregen we de getuigen a decharge. Eerst de moeder van bekl. van Doorn, bij wie de hoofdinspecteur van politie kwam, om het lorgnet en eenige briavefci in beslag te .nemen. Daarna de heer C. N. v. d. Pol, journalist te 's Hage, die onderzoek had ingesteld en den Deken had bezocht, die had gezegd, dat de eer van de Roomsch Katholieke geestelijkheid er mee ge moeid was en daarom dc zaak vervolgd moest worden. De derde get. a decharge is de heer Landman uit Alkmaar. Hij heeft in Juli bekl. Vry ontmoet, die gezegd had, gezien te hobben, dat Bilars onzedelijke, handelingen Had geploegd. Vrij had gezegd, dat he|t hem speet, geen politieagent tc zijn tegengekomen. De fotograaf van der Werf uit Haarlem geeft eeniga toelichting aangaande de foto's. Volgt Margaretha Bouman, vrouw van W. A. Ro- mani te 's Hage. Zij woonde in hetzelfde perceel bo ven, waar juffrouw van Cuijk met juffrouw Suderee vroeger beneden woonde en hoorde altijd veel drukte en stoeien als Bilars daar kwam. Gilletjes hoorde rij ook Vei, en: je' moet genade zeggen. Drie, viermaal per week kwam Bilars daar soms. Juffrouw Cuijk lachte om dat stoeien, 't Is wel eens gebeurd dat Bi lars er overnachtte. Hij werd wel eens geheimzinnig uitgelaten, als hij wegging. Get. heeft nooit onzede lijke handelingen gezien. Op de vraag, of de heer Speet de hoofdredacteur van Ons Blad, getuige had bezocht, antwoordde getuige bevestigend. En heeft hij u verzocht, verklaringen af te leggen, tegen beklaagden? Ja, antwoordde getuige, maar ik neb geweigerd dat te doen. Juürouw 'Suderee droeg een laag uitgesneden ge waad als Bilars verwacht werd èn zij poederde zich dan. Toen ik van deze zaak las, heb ik me laten ontvallen: Moet hij haar nu ook nog in dat bosch nemen. De volgende getuige, de heer Romani, uit den Haag. zegt, dat Bilars vast eens per week, soms drie of vier maal per week de dames van Cuijk en .Suderee bezocht 't Was geheimzinnig komen en gaan. Getuige heeft het gezien, dat Bilars juffrouw Suderee klapjes tegen het zitvlak en de "tiijen gaf. Na de tweede pauze wordt medegedeeld, dat de zaak tegen beklaagde Speet voor onbepaalden tijd om tot <te waarheid mee te werken. Zij maakte be- wordt uitgesteld, zwaar om te getuigen, daar rij nooit voor de recht- Volgt get. H. Smit, brievenbesteller uit Alkmaar, die bank geweest was. voor den derden man in gezelschap yen de twee be- VrijIk heb niet gezegd, zooals rij verklaart, alleen klaagden in het bosch werd gehouden'. Zijn verklaring zei ik: Je moest je schamen, zulke handelingen te doen. geeft aan, dat hij die derde man niet is geweest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 1