Brieven uit Engeland.
tal Vroren ophitst de heeren C, Tijsen «2 J. Heg
man. Do laatste verkreeg 1 stem
Bij de nu, volgende rondvraag zegt de heer Jansen,
dat tegenwoordig door den Minister bij Ged. Staten
der verschillende provincies wordt aangedrongen op
vereeniging van gemeenten, om deze meer draagkracht
te geven. Verschillende voordeelen worden door zoo
danige combinaties verkregen; in verschillende provin-
des zijn er dan ook al. eenige tot stand gekomen of
in voorbereiding. Hij heeft gedacht aan de mogelijk
heid tot vereeniging van deze gemeente met de ge
meente Wieringerwaard. Dit zou tot besparing op de
Bestuurskosten aanleiding geven. Op de jaarwedden van
Burgemeester, Secretaris en Ontvanger, rekening hou
dende 'met verhooging der taktementen in de grootere
gemeente, en met aanstelling van een 2e ambtenaar ter
secretarie, zou toch nog f 3000 bespaard worden. Nu
zou dit in den eersten tijd mogelijk wegvallen omdat
wachtgeld zal moeten worden uitgekeerd, doch later
werd dit voordeel ten volle genoten. Verder is een
reu zenbes pa ring te vinden in administratiekosten. Vele
werkzaamheden moeten voor beide gemeenten gebeuren
en kunnen met dezelfde moeite geschieden, oi de ge
meente 4000 of 5000 inwoners zal tellen. Dat vereeniging
mogelijk is, bleek reeds uit het bestaan, gedurende 3
a 4 jaren der Brandstoffencommissie voor beide ge
meenten swelke nimmer tot moeilijkheden aanleiding
heeft gegeven. Voorts is medegedeeld ,dat electrificatie
van deze gemeente afhankelijk wordt gesteld van de
medewerking van de gemeente Wieringerwaard. Bij ver
eeniging zou electrificatie beter geregeld kunnen wor
den en werd ook meer draagkracht verkregen. Wat
de utgestxeiktheid betreft, kan ook geen bezwaar hee-
ten, immers de afstand van het raadhuis tot de Kooij is
ongeveer even ver als van het raadhuis tot de Kredl.
De Kreil is slechts een paar honderd meter verder.
Een en ander geeft hem vrijheid voor te stellen Burgem.
en wethouders op te dragen stappen te doen bij den
Raad van Wieringerwaard, en bij Ged. Staten.
De heer Looij meent ,dat het administratief voordeel
niet zoo heel groot zou zijn.
De heer Jansen zegt, wel niet zooveel van het secre-
tariewerk te weten, doch er zooveel mee bekend is, dat
het niet zooveel verschil maakt met veel werkzaamhe
den of die geschieden voor 4000 of 5000 inwoners.
Den heer Keuris komt deze bezuiniging heel begrijpt
lijk voor; de electrificatie zou veel gemakkelijker zijn
en men zou vlugger tot een besluit kunnen komen.
Hij wil zich wel m die richting uitspreken.
Voorzitter zegt, eene vereeniging van gemeenten, wordt
krachtens da gemeentewet ontworpen door Ged. Staten
dus dient een voorstel als door den heer Jansen ge
daan, aldaar aanhangig gemaakt. Noodzakelqk, Althans
hoogst gewenscht wil het mij echter voorkomen, dit
voorstel direct met de gemeente Wieringerwaard te be
spreken. Wat toch is het geval? Vaak worden uit der
gelijke voorstellen, verkeerde conclusiën gatrokken, en
de gemeente, waarvan het initiatief uitgaat, de bedoeling
toegedicht, ae andere gemeente of gemeenten te wil
len annexeeren en waar dit in het onderhavige geval
evenmin de bedoeling van den voorsteller en de andere
sprekers als van het gemeentebestuur is, dient dit althans
de gemeente Wieringerwaard vóór alles kenbaar ge
maakt. Hier mag alleen gelden het algemeen en financieel
belang der beide gemeenten en of nu Wieringerwaard
Anna Paulowna zal verkrijgen of omgekeerd Anna
Paulowna zal worden uitgebreid met Wieringerwaard,
doet niets ter zake, evenmin de vraag of bij vereeniging
de nieuw te vormen gemeente de naam zal dragen Anna
Paulowna of* genoemd zal worden Wieringerwaard. Hel
eenig doel moet zijn, het dienen der algeuneeiie en bij
zondere belangen der beide gemeenten. Dit vooraf tot
goed begrip der zaakH
En dan wil ik wel zeggen dat het ook mij voorkomt
die eene vereeniging der bedde gemeenten bélangrijké
voordeelen kan bieden. De uitgestrektheid der gemeente
kan geen bezwaar zijn, de heer Jansen, in dezen wel
competent deelde mede, dat de Kooij hoek ongeveer
even ver van ons gemeentehuis is gelegen als het meest
afgelegen gedeelte van Wieringerwaard daarvan is ver
wijderd, ook noemde de heer Jansen de quaestie der
brandstoffen-commissie' die voor beide gemeenten in
gesteld, afdoende heeft bewezen, dat de uitgebreidheid
aan het gebied eene goede uitvoering der voorschriften
niet in den weg staat
De door den voorsteller genoemde besparing der be
stuurskosten zullen in de toekomst bij de oprichting
van electriciteits- en waterleiding-bedrijven steeds grootore
afmetingen gaan aannemen en ook ben ik het met den
heer Jansen eens, dat in één vereenigde gemeente eléc-
trificatie en waterleiding minder moeilijk tot stand te
brengen zou zijn; bekend is, dat het Provinciaal Elec-
triscn Bedrijf de electrificatie dezer gemeente afhanke
lijk stelt van de medewerking van Wieringerwaard.
Beide gemeenten hebben, dunkt mij, nagenoeg dezelfde
belangen en zijn beide van behoorlijke draagkracht, welke
door vereeniging versterkt
Verschillende ingezetenen van Wieringerwaard hebben
hier hun landbouwbedrijven en kan ae wijze waarop
deze gemeente bestuurd wordt, hun dus niet onverschillig
zijn, temeer niet, daar zij krachtens het pas gewijzigde
artikel 244a der Gemeentewet alhier als torens belas
tingplichtig zijn en hier voor twee-dierde gedeelte van
hun aanslag zullen hebben bij te dragen. Vermoedelijk
zal de 4 gemeente Wieringerwaard slechts twee-derde ge-
dieelte "as den die ge
meente daardoor schade lijdt, terwijl bedoelde inge
zetenen toch voor vier-derde gedeelte schatplichtig zijn.
Feiten, welke m.i. voor Vereeniging der bedde giemeenten
leiten en wel aantoonen, dat voor eene vereeniging der
eide gemeenten behalve vele algemeene ook bélang
rijké bijzondere belangen zouden gebaat worden.
Ik kan mij dan ook wel voorstellen dat eene ver
eeniging der gemeenten Anna Paulowna en Wiaringctr-
waard, welke vele voordcelen biedt, vrij algemeen zal
worden toegejuicht en geloof wel, mede uit naam dier
wethouders te spreken wanneer ik zeg 'dat het ge
meentebestuur niet onsympathiek tegenover het voor
stel staat.
De heer Rezelman gelooft, dat er niets van komt.
Het is hier alleen het belang van Anna Paulowna.
Wanneer de gemeenten gelijke draagkracht hadden dan
zou het wel levensvatbaarheid hebben, doch Wieringer
waard heeft meer draagkracht
Het voorstel in stemming gebracht, wordt aangeno
men mfelt 8 fiegetnf 2 stemmen. Tegen stemden de heeren
Rezelman en Spigt
De heer Koorn zegt, dat hij gelezen heeft, dat ver-
j schillende gemeentebesturen zijn uitgenoodiga tot bij
woning eener vergadering voor de vleeschkeuring te
I Schagen. Daaronder zag hij 'deze gemeente niet en vraagt
hoe dit kan.
I De voorzitter zegt, niet eene uitnoodiging te hebben
ontvangen; de keuringsdienst is nog met in werking
getreden.
De heer Koorn heeft ontdekt, dat hij een ander
nummer aan znne woning heeft bekomen en vraagtf
of dit geen aanleiding kan geven tot moeilijkheid bij
brandverzekering e.d., omdat de nummers m de po
lissen wordeh genoemd.
Toegelicht wordt, dat deze vernummering thans over
al aan de orde is en de maatschappijen hierin mede
werking verleenen. Mocht die medewerking niet bestaan
dau zal het goed zijn de polissen ter wijziging op te
zenden.
De heer Koorn zegt, weer te komen zeuren over
schoolpantoffels. Het schijnt dat op school 11 deze nog
niet aan de kinderen zijn verstrekt
Toegelicht wordt, dat alleen pantoffels zouden wor
den verstrekt aan kinderen ,,die deze voor het goed
volgen van het onderwijs noodig hadden, ter beoordee-
ling van het Hoofd der School, en wier ouders de
kosten niet konden betalen, ter beoordeeling van Burg.
en Weth.
Het hoofd van school II heeft bericht, dat door
hem niet kon worden opgegeven welke kinderen voor
het goed volgen van het onderwijs pantoffels noodig
hebben.
De heer Koorn begrijpt niet, dat het Hoofd der school
dit niet kan beoordeelen. Hij zou dit wel kunnen,
Wanneer kinderen met minder goed schoeisel naarf
school moeten, acht hij pantoffels noodig. Hij zou een
commissie uit dien Raad willen om dit te beoordeelen.
De voorzitter zegt toe, het hoofd der school te zul-
I len vragen eene opgave te verstrekken van kinderen,
wier ouders pantoffels voor hun kinderen wenschen.
Uit deze opgave zullen B. en W. dan wel beslissen
aan wie door de gemeente pantoffels moeten worden
verschaft
De heer Koorn zou willen, dat bij gladheid op het
gedeelte van den weg dat door voetgangers -wordt be
gaan ,in het dichtst bevolkt gedeelte en bij het station,
zand werd gestrooid.
De voorzitter zegt toe voor dit doel zand in voor
raad te zullen nemen om dit bij gladheid zoo tijdig
nogelijk te kunnen uitstrooien.
Hierna
ierna sluit de voorzitter de openbare vergadering,
nu het wel de laatste zal zjjn in dit jaar met een
woord van dank voor den ijver en toewijding waar
mede de zaken zijn behandeld en hoopt, dat onder
Gods zegen de besluiten mogen zijn geweest in het
belang dier gemeente; voorts dankt hij voor de pret
tige samenwerking en wenscht de leden met hun ge
zin een genoeglijk oudejaar en een gelukkige intrede
in 1921.
De Raad gaat in comité ter behandeling van recla
mes tegen den H. O. en het opmaken van een suppj.
kohier
stroohoed van het krullende blonde haar en bleef voor
het ipnge meisje staan.
„Welk een genoegen, u te zien, zuster Margareta.
De ziekenkamer laat u weinig vrijen tijd en toch is
de frissche lucht dubbel noodzakelijk voor u bij al
dat vermoeiende ziekenverplegen. Hoe gaat het mat
onze arme zieke?" ging Maurus nu voort, „heeft mijn
bezoek geen __nadeehge gevolgen gehad?"
„Niet het minst, heer baron, ofschoon alles wat on
gewoon is, hcar nu zeer opwindt. Ik houd mevrouw uwe
tante voor veel zieker dan wij vermoeden en begrijp
niet, dat de dokter geene strengere maatregelen neemt;
naar myne meening moest eene operatie onder alle
omstandigheden geprobeerd worden, maar de geringste
toespeling windt de zieke zoo erg op, 'dat men het niet
meer durft wagen, in dit opzicht op naar in te werken."
„Komt de dokter vaak?"
„Om den anderen dag."
„Dus morgen?"
„Ik reken er bepaald op."
„Goed, ik zal eens met "hem spreken en mij op de
hoogte stellen. Zooals ik echter van mijne overleden
moeder hoorde, is tante Alma hopeloos ziek en is de
tijd voor eene operatie lang voorbij. Laten wij echter
hopen, dat de kwaal niet al te snelle vorderingen maakt
Gij zijt bezig een ruiker te schikken, waarde juffrouw.
Mag ik n helpen by dat liefdewerk? Achter dat
boschje daarginds bloeien hoogstammige rozen van zeld
zame schoonheid, de tuinier zeide mij heden morgen,
dat hij ze zelf had gekweekt."
„Dat weet ik, meneer von 'Thungen, en daarom waag
de ik het niet het heiligdom van den ouden man te
plunderen."
„Ik zal u tegen zijne wraak beschermen. Eene roos
heeft in de eerste plaats den plicht, het oog ta ver
heugen, daarom moet men haar meenemen, want daar
de arme zieke niet meer bij de rozen kan komen, moeten
de rozen bij haar komen.'-
„Zeer juist ook zullen een paar bloemen in die
zee van Kleurenpracht nauwelijks worden gemist"
Zij liepen naast elkaar voort, en zijn blik viel steeds
weer op haar bekoorlijk gelaat waarop nu een rozig
schijnsel lag, als een overblijfsel van dien purpergloed
die haar heden bij het tweede ontbijt over voorhoofd
en wangen vloog
„Gij hebt die bloemen voor tante Alma bestemd?"
„Zij verlangde er naar en zond mij om ze te halen."
„De bloemen in mijne kamer verwelken ook reeds,
vooral de nachtschade, ofschoon ik ze eigenhandig nieuw
water heb gegeven.
Zij wilde kalm nöar hem opzien, maar zij sloeg ver
ward de wimpers neer bij den blik die haar trof.
„Het is zoo heet overdag, de lucht is zelfs zwoel
in de schaduw, dan sterft da kleine bloemen ziel nog
sneller dan anders."
Amsterdam, 25 December 1920.
Vanmorgen had ik een gesprek met mijn buurman
over verschillende gewoontes bij ons en in Engeland
Tien tegen een, dat men kan raden, waarmee onze
conversatie eindigde; ,,'s Lands wijs, 's lands eer." Ori
gineel, niet waar?
Eigenaardig, die lust in alle menschen om streken
te zien, en van landen te lezen, en van menschen te
hooren, die „vreemd" voor ons zijn. Een nieuw bioscoop-
theatre in Amsterdam, Victoria op den Nieuwendijk,
heeft nu al eenige weken achtereen van 's middags
2 tot 's avonds 11 uur alle plaatsen bezet gehad, omdat
de tocht van Sir Ernest Shackleton naar de Zuid
pool te zien werd gegeven.
Ja, het Amsterdamsche publiek heeft gelegenheid go-
had om te „rillen" bq deze bioscoopvertooning. Niet
om de bloeddorstige gezichten van gewetenlooze schur
ken, die nog Juist op het faêtote oogenblik verhinderd
worden hun lage plannen ten uitvoer te brengen. Niet
om 'halsbrekende toeren, verricht met 'automobielen,
vliegmachines, locomotieven enz. Neen; zuiver rillen
van de kou bij het zien van zooveel qs.
Eenige jaren geleden, in 1916, heb ik geschreven over
den tocht van Shackleton. Hij was toen juist terugge
keerd, en voor één dag tenminste werd do hoofdplaats
in de Engelsche bladen niet ingenomen door oorlogs
berichten. Gisteren heb ik den tocht gezien,- maar over
wat ik gezien heb, was ik niet van plan thans te
schrijven. In de eerste plaats, omdat ik niet wil her
halen, wat ik al eens eerder heb geschreven. En dann,
omdat ongetwijfeld lezers van de Schager Courant de
film ook wel gezien hebben. Vlak achter mij hoorde
ik tenminste zuiver Westfriesch praten gister.
Ik wilde het vandaag eens hebben over een land-
streek, wel niet zoover als de Zuidpool, maar toch
i ver genoeg bij ons vandaanNoord Rhodesia in het
midden Van Afrika. Twee Engelschen. een dominee
en een kapitein, Edwin W. Smith en Andrew Murray
Dale hebben er te zemen een boek over geschreven,
uitgegeven tioor de bekende firma MacmilTan, Prijs
vqftig shilling.
Dit Werk, getiteld: The üa Speaking Peoples of
I Northern Rhodesia, is ongetwijfeld een zeer bijzon-
I der boek. De schrqvers hebben zich tot doel gesteld
een zuiver beeld te geven van de bevolking van Noord
j Rhodesia, zonder overdrijving, doch ook zonder terug-
houding. Zij hebben getracht de waarheid te geven,
i Met het gevolg, dat Voor hun lezers deze Afnkaan-
sche wilden gaan leven, dat zq ze voor zich zien, als
hadden ze hen zelf wel ontmoet
In de meening van velen is de inboorling, tenminste
zoolang hij niet met blanken in aanraking is geweest,
het toonbeeld der onschuld, niet veel minder dan een
catalogus van deugden, in levenden lijve. Allerlei boe
ken, voornamelijk jongensboeken, over dappere, edel
moedige, zelfverloochenende Indianen, hebben tot die
moening meegewerkt.
Of hij werkelijk zoo nobel is, als deze schrijvers hem
voorstellen, is een tweede, en volgens de inlichtingen
ons door de heeren Smith en Dale verstrekt, is hij
eerder het tegengestelde. Men weet misschien, dat de
Polynesiërs in de Stille Oceaan bezig waren uit te
sterven, toen Europeanen hen voor 't eerst bezochten.
En dit was heusch niet, omdat ze te goed waren voor
dit leven. Zeer groote immoraliteit had er meer mee
uit te staan.
Om thans te komen tot "de Ba-Ila, de bewoners van
Noord Rhodesia, zooals zij ons door de twee Engel-
schcn worden beschreven.
Om te beginnen, zij rijn nog niet bezig uit te ster
ven, hoewel ze het in sommige opzichten misschien
wel verdienen. Zij vertoonen gelukkig ook goede eigen
schappen naast aie, welke wij, in elk geval, tot de
slechte rekenen.
Dit laatste moest er even bij. Denkbeelden van goed
en kwaad rijn immers nfet steeds dezelfde bij ver
schillende volken, noch bij hetzelfde volk in verschil
lende tijden, of zelfs bij verschillende godsdienstigef
secten van één volk in denzelfden tijd. De een doet
rijn maal met een soort vleesch, die de ander niet aan
zou willen raken. Deze gaat naar den schouwburg, die
zou met een schouwburggang rijn ziel met zonde be
zwaard gevoelen.
Zeer waarschijnlijk zouden de Ba-ila verwonderd rijn
over deze dingen, als wij ze hun vertelden. Laten
wij ons dus ook kalm verwonderen, zonder meer, over
hun eigenaardigheden.
Ik zei zoo juist, dat nu, op dit oogenblik, een ge
deelte van ons volk niet zou willen, uit godsdienstige
overtuiging ,wat een. ander gedeelte wel eet, zonder
het minste gewetensbezwaar. Een andere secte eet ze
kere spijzen weer niet op zekere, daarvoor vastgestelde
dagen.
Bij (de Ba-ila treffen wij dergelijke gebruiken 'aan,
alleen in veel sterkere mate. Zij kunnen van honger
omkomen, al rijn ze omringd door de beste en meest
smakelijke spijzen, wanneer deze toevallig voorkomen op
de lijst van verboden voedingsmiddelen.
Wij Europeanen noemen de Ba-ila, wanneer wij ken
nis maken met hun zeden, onzedelijk in de hoogste
mate. Zonder eenigen twijfel beschouwen zij ons als
zonder de minste moraliteit
Maagden boven de acht jaar worden bij de Ba-ila's
niet aangetroffen. Doch een man mag niet trouwen
met de zuster van rijn vrouw, noch met de zuster
van rijn broers vrouw, noch met zijn nichtjes van
vaderszijde, noch met.... maar een geheele tabel van
het schoone geslacht waar je niet mee mag trouwen
in Rhodesia, vult pagina's, 't Is uitkijken en oppassen
daar, vóór je verliefd wordt
Deze bepalingen gaan soms d-oor tot de huisdieren.
Een geval wordt verteld van een man, die den haan
van rijn neef aanklaagde, omdat deze, de haan, over
spel had gepleegd met zijn, des klagers, kip. Hij vroeg
een koe als boete, dus het leerstuk van oe overvraging is
den Ba-ila's ook niet vreemd
Met ie schoonvader, schoonmoeder en alle» wat ver
der „schoon" is, moet je ook doodvoorzichtig rijn. Een
man mag niet bij rijn'schoonvader eten, tenzij de laatste
hem een schoffel cadeau heeft gedaan. Hij mag de pom
poen van rijn schoonpapa niet aanraken, als deze hem
er niet eerst een stukje van heeft gepresenteerd jJé
Zij zeide dit zacht en zag neer op den geurigen
ruiker in hare hand
„Ja, zeer heet Ook nu beweegt zich nog geen blaadje.
Hoe is het mogelijk, dat gq die warme, stijve muts
kunt verdragen. Bq deze temperatuur moet rij toch
eene kwelling rijn."
Margareta glimlachte <-r een roerend, onderworpen
glimlachje.
„O ja inderdaad eene kwelling, ofschoon ik 'er
reeds aan gewoon ben."
„Maar ik bid u om alles ter wereld, zet dat lce-
lijke ding toch af. Het is immers doelloos het te dragen
bescherming tegen de zon geeft het niet, buitenden
wandelen wij hier geheel in ae schaduw en voor tets
anders is het niet van nut'
„Gravin Joriède is er zeer op gesteld," Margareta
zag weer schuchter op „en meent, dat die muts een
stuk uniform is, dat ik moet dragen. Zij zal het mij
misschien kwalijk nemen, alp ik ze afeet.'
Maurus lachte luid: „Nu nog mooier. Hoe ten on
rechte verdenkt gij de vriendelijke, weekhartige, klein©
gravin. Neen, zuster Margareta, voor zoo kleingeestig
moogt gij Jorièd niet houden. Geloof mij, er rijn weinig
menschen .die zoozeer hechten aan vormen, gebruiken
j&a uiterlqke dingen als ik, maar slechts dan, als
die dingen gerechtvaardigd schijnen. Daar het echter
noch ongepast, noch leelijk, noch èen vergrijp tegen
den eerbied is, als eene dame in een slotpark bij een©
temperatuur van twee en twintig graden Reamur een
al fte warrm hoofddeksel aan den arm hangt, zou ik
ook niet de minste reden weten, waarom rij zich on-
noodig zulk eene kwelling zou opleggen. Werp dai
monster in de WölfschluchL Mag ik u helpen?
Ha i— Goddank» Ik werd reeds warm bq net zien
ervan en ik gevoel het als eene weldaad, dat gij
het stijve ding nu als een mandje gebruikt'-
Mejuffrouw von Uttenhofen lachte en streek de gol
vende, zacht glinsterende haren van haar voorhoofd
„O, hoe heerlijk frisch is bet nu. Welk eene ver
kwikking, als de lucht om slapen en ooren kan waaien".
„En aan wien zqt gij deze weldaad verschuldigd?"
schetste hij met een blik
laat, dat in riine liefelijke
lijke muts, dubbel aardig hem toelachte, „aan mq, ge
heel aan mq. Verdient dat dan geene belooning 7
„Eene dankbetuiging maar eene belooning?. O,
wie zou zoo zelfzuchtig rijn?"
'„Gij schat mij te hoog. Mijne goed© eigenschappen
zijn zeer in de minderheid, maar de booze hebzucht
I komt op eene vreeselijke wijze uit En die wil de ver-
diende belooning."
Margareta lachte, zijne vroolijkheid gaf haar de on-
- bevangenheid weer. „Dan moet gij nog een klein poosie
i geduld hebben, heer baron, op dergelijke dingen was ik
I niet voorbereid en ik heb geen© portemonnaio
:rrukking op haar ge-
inheid, zonder de lee-
nomen.
„Wij zouden misschien de geldswaard© in waren
kunnen omzetten?"
„Gaarne» Wilt rij deze mtus hebben? Ze viel zoo
zeer in uw smaak/'
„.Hoe zou ik dat kunnen doen? Dat zou aan straat
roof grenzen, en bovendien vrees ik. dat gij nog eene
tweelingzuster yan deze pfjnigster boven in de kast
hebt, zoodat het verbeurdverklaren niet eens het voor
deel zou opleveren voor altijd van haren aanblik be
vrijd te rijn. Neen, zuster Margareta, wij moeten het
op eene andere wijze eens worden. Als gij dezen ruiker
voor uwe zieke zieke bestemd hebt, goed, dan wil ik
dat gij mq dadelijk een anderen nog veel mooieren
plukt, bijvoorbeeld van deze purperrozen hier en geu
rige reseda en vooral de nachtschaden niet te ver
geten." f
„Nachtschaden?'"
„Verwondert u mijn smaak? En gij hebt zelve twee
groote vazen vol nachtschaden in mijne salon geplaatst
Apropos.... hoe kwaamt gij Ban die eigenaardige keus?"
Margareta zag er angstig uit„Ach, eerst later viel
het mij in ,dat de bloemen vergiftig rijn. Ik had er
in den tuin waarlijk niet aan gedacht, en daar d©
kleur zoo mooi bij de meubels in uwe kamer paste,
koos ik die lange stengels voor de Chineesche vazen
Gq waart zeker heel boos, dat men u zulke gevaarlijke
^giftplanten gaf?"
Hij glimlachte bjn, en rijn blik lag diep in den
haren.
„Gevaarlijk. Ja, gij hebt gelijk, waarde juffrouw, er
rijn soorten nachtplanten, die heel gevaarlijk rijm voor
al voor mannenharten, ofschoon ik ontken, dat die
bekoorlijke bloesems vergiftigd zijn. Ik heb sedert lang
reeds eene groote voorliefde voor deze bloem, die er
misschien voor bestemd is, krachtig op mijn leven in
te werken. Zet, als het u belieft, zoo vaak mogelijk
groote ruikers met nachtschaden in de kamer, ik zaï
mij er zeer over verheugen."
Zij begreep hem niet en zag vragend naar hem op,
maar hij ging voort: „En geef mij deze roos hier m
mindering van betaling. De bloemen rijn alle zusters
en zoo na verwant, dat de eene niet jaloersch op de
andere mag worden."
„Ditmaal toont gij een goeden smaak te hebben,
meneer von Thungen."
Het jonge meisje boog den doornigen tak voor
zichtig neer en sneed de bloem af, die als schitterend
rood fluweel tusschen bruinachtig loof gloeide, en reikte
ze hem vriendelijk en onbevangen toe. „Werkelijk een©
zeldzaam schoone roos, een ordeteeken der godin»
Flora."
„Bij 'uitzondering in het knoopsgat te dragen/ «knik
te nij, en boog het gericht zoo diep over de geurige
bloem, dat men niet wist, oi hij de blaadjes kuste of
raag schoon dit en Je schoon dat nooit b(J rijp. a?
haar naam noemen, je mag er niet naast gaan -zitten
je mag zqn koffertje niet dragen. (Er zit v'
zullen sommigen zeggen.)
wel iets
Met Ie naam «moet je "ook erg' oppassen. Je hebt ts
verscheidene, ïnaar jo moogt hem nooit zeggen. Vraagt
iemand je, noe je heet, dan moet je cr een ander bq.f
halen, om (I
niet uitspreken, totdat deze dame je een kleintje heeft
geschonken. Jo moogt nooit den naam noemen van
iemand, die op reis is. Van je familie is er niemand,
die je /bij iden naam znjag noemen. D/it is soms lastig, (maar
je moogt ze gerust een scheldnaam geven, do rooi© bij.
voorbeeld, of de kale knikker. Moeilijker nog is dit
Ben je in gezelschap van een van je familielede^ 1
dan mag Je nooit een woord uitspreken, dat ©enigszins
lijkt op izijn naam. Heet Je oom Stipriaan, dan mag
je wel zeggen punt, maar niet stip. Bij je neef TraR.
man kun je van een ladder spreken, maar niet van
een trap.
Het is een vreeselijk vergrijp voor een man te zeg-
gen, dat hij een knap meisje heeft gezien in een an
der dorp. Zoo ook mogen voor de vrouwen van dorp
A, da mannen van dorp B niet bestaan. De gemeenst©
dingen worden in liederen soms openlijk bezongen,
o.a. by begrafenissen. Daartegenover staat, dat jo nooit
een woord mag noemen ,dat misschien dubbelzinnig
opgevat zou kunnen worden.
En zoo nog veel meer. Alles te zamen oen moeilijke
etiquette, die van de Ba-ila's en Mu-ila's en hoe zo
nog meer mogen hoeten.
MAAKT dat uw man, uwe
kinderen en uwe vriendin
nen u met bewondering
aanzien.
Zorgt ervoor een aanlokkelyk en
gezond uiteriyk te hebben. De Pink
Pillen bezorgen altyd een gezond
uiteriyk, en zoo zy al niet de schoon
heid kunnen geven, dan geven zy toch
de bekoring der gezondheid.
De Pink Pillen verschaffen u ryk en
zuiver bloed, en het is het ryke, het
zuivere bloed dat de kleur aan uwe
wangen, het rood aan uwe lippen en
de schittering aan uwe oogen geeft.
De Pink Pillen wekken de eetlust
op, bevorderen de spysvertering en
bezorgen aan de vrouwen die regel
matigheid in hare levensfuncties zon
der welke geen goede gezondheid
mogelyk is.
De Pink Pillen worden verkocht
f. 1.75 de doos en f. 9 de zes doozen,
franco, In het Hoofddepot
Nassaukade 314 te Amsterdam.
„Eisoht Hnllnndsohe verpakking e
gebruiksaanwijzing", verkrijgbaar bij c
beate apothekers en drogisten.
haar bedwelmenden adem tndronk, dan bevestigd© hij
ze op zqn borst „De godin Flora ken ik slechts bij
name en ik stel niet veel belang in die hooggeplaatst^
dame, het zou mij liever zqn, zuste rMargareta, als
ik deze decoratie mocht beschouwen als van u afkomstig.
En nu iets anders Gij hebt vandaag bij het ontbijt
gezegd, dat gij bloedverwanten in Rugenfurt hebt?"
Weer bloosde rij tot diep in den nals en de hand,
die een ruiker rozen voor hem plukte, beefde.
Hij zag haar aan. ter-vergeefs hoopte hij weer oen
dier warme, verraderlijke blikken op te vangen.
Maar rij* knikte slechts, half afgewend.
„Een oom woonde daar maar hij was van plan
te gaan verhuizen."
^„Zoo, zoo, een oom i een broeder van uW va-
Juist een oudere broeder," rij sprak zeer
zacht, en hare onrust kwam in elk harer bewegingen
uit „o, zie eens hier die prachtige vlinder
die soort heb ik nog nooit gezien. Kent gij ze? Weet
gq, hoe hij heet?"
Hij zag vluchtig naar den vlinder. „Een admiraal,
die komt nog al eens voor Zoo, zoo» Dus een broe
der van uw vader. Militair?"
„O neen hij is een geleerde... professor../
„Een professor in Rugenfurt Alle drommels. En
is het zeer onbescheiden naar den naam van den
ouden heer te vragen?"
„Uttenhofon...." Zq fluisterde het zeer zacht en Kiel,
maar hq had het toch verstaan.
„Uttenhofen?" herhaalde hij verbaasd, „van de Si-
lezische familie von Uttenhoven?"
„Juist Dat wil zeggen, oorspronkelijk woonde de
familie in Pommeren en de Mark... Sloeg do toren
klok daar niet?.... Het begint reeds te schemeren...'"
„Ik breng u terug, waarde juffrouw. En zeg eens-
gij rijt dus eene freule von Uttenhofen?"
Zij lachte een beetje zenuwachtig: „Ik kan het met
ontkennen," snel hief rij het gloeiende gezkhtjo
op en zag naar het open grasvekL „Frederikhier
Frederik» zocht gy mij?"
De oude man kwam hijgend nader.
„.Ach zuster Margareta... de barones heeft zenuwtoe-
valfen» K<*m vlug P
Onsteld schrikte het jonge meisje terug, haar eerst
zoo rozig gezichtje verbleekte. Haastte <jaf rij dert
baron zijne rozen. „God in den hcmel; noe kan dat
gekomen rijn. Vergeef mij.... ik moet mij haasten...' en
angstig vloog rij vlug en licht als een grijs nevelbeeld
over net grasveld. „Nachtschade" fluisterde' Maurus
deip ademhalend. /Nachtschade f'
«Wordt vervolgd.