Brieven uit Engeland. tal Vroren ophitst de heeren C, Tijsen «2 J. Heg man. Do laatste verkreeg 1 stem Bij de nu, volgende rondvraag zegt de heer Jansen, dat tegenwoordig door den Minister bij Ged. Staten der verschillende provincies wordt aangedrongen op vereeniging van gemeenten, om deze meer draagkracht te geven. Verschillende voordeelen worden door zoo danige combinaties verkregen; in verschillende provin- des zijn er dan ook al. eenige tot stand gekomen of in voorbereiding. Hij heeft gedacht aan de mogelijk heid tot vereeniging van deze gemeente met de ge meente Wieringerwaard. Dit zou tot besparing op de Bestuurskosten aanleiding geven. Op de jaarwedden van Burgemeester, Secretaris en Ontvanger, rekening hou dende 'met verhooging der taktementen in de grootere gemeente, en met aanstelling van een 2e ambtenaar ter secretarie, zou toch nog f 3000 bespaard worden. Nu zou dit in den eersten tijd mogelijk wegvallen omdat wachtgeld zal moeten worden uitgekeerd, doch later werd dit voordeel ten volle genoten. Verder is een reu zenbes pa ring te vinden in administratiekosten. Vele werkzaamheden moeten voor beide gemeenten gebeuren en kunnen met dezelfde moeite geschieden, oi de ge meente 4000 of 5000 inwoners zal tellen. Dat vereeniging mogelijk is, bleek reeds uit het bestaan, gedurende 3 a 4 jaren der Brandstoffencommissie voor beide ge meenten swelke nimmer tot moeilijkheden aanleiding heeft gegeven. Voorts is medegedeeld ,dat electrificatie van deze gemeente afhankelijk wordt gesteld van de medewerking van de gemeente Wieringerwaard. Bij ver eeniging zou electrificatie beter geregeld kunnen wor den en werd ook meer draagkracht verkregen. Wat de utgestxeiktheid betreft, kan ook geen bezwaar hee- ten, immers de afstand van het raadhuis tot de Kooij is ongeveer even ver als van het raadhuis tot de Kredl. De Kreil is slechts een paar honderd meter verder. Een en ander geeft hem vrijheid voor te stellen Burgem. en wethouders op te dragen stappen te doen bij den Raad van Wieringerwaard, en bij Ged. Staten. De heer Looij meent ,dat het administratief voordeel niet zoo heel groot zou zijn. De heer Jansen zegt, wel niet zooveel van het secre- tariewerk te weten, doch er zooveel mee bekend is, dat het niet zooveel verschil maakt met veel werkzaamhe den of die geschieden voor 4000 of 5000 inwoners. Den heer Keuris komt deze bezuiniging heel begrijpt lijk voor; de electrificatie zou veel gemakkelijker zijn en men zou vlugger tot een besluit kunnen komen. Hij wil zich wel m die richting uitspreken. Voorzitter zegt, eene vereeniging van gemeenten, wordt krachtens da gemeentewet ontworpen door Ged. Staten dus dient een voorstel als door den heer Jansen ge daan, aldaar aanhangig gemaakt. Noodzakelqk, Althans hoogst gewenscht wil het mij echter voorkomen, dit voorstel direct met de gemeente Wieringerwaard te be spreken. Wat toch is het geval? Vaak worden uit der gelijke voorstellen, verkeerde conclusiën gatrokken, en de gemeente, waarvan het initiatief uitgaat, de bedoeling toegedicht, ae andere gemeente of gemeenten te wil len annexeeren en waar dit in het onderhavige geval evenmin de bedoeling van den voorsteller en de andere sprekers als van het gemeentebestuur is, dient dit althans de gemeente Wieringerwaard vóór alles kenbaar ge maakt. Hier mag alleen gelden het algemeen en financieel belang der beide gemeenten en of nu Wieringerwaard Anna Paulowna zal verkrijgen of omgekeerd Anna Paulowna zal worden uitgebreid met Wieringerwaard, doet niets ter zake, evenmin de vraag of bij vereeniging de nieuw te vormen gemeente de naam zal dragen Anna Paulowna of* genoemd zal worden Wieringerwaard. Hel eenig doel moet zijn, het dienen der algeuneeiie en bij zondere belangen der beide gemeenten. Dit vooraf tot goed begrip der zaakH En dan wil ik wel zeggen dat het ook mij voorkomt die eene vereeniging der bedde gemeenten bélangrijké voordeelen kan bieden. De uitgestrektheid der gemeente kan geen bezwaar zijn, de heer Jansen, in dezen wel competent deelde mede, dat de Kooij hoek ongeveer even ver van ons gemeentehuis is gelegen als het meest afgelegen gedeelte van Wieringerwaard daarvan is ver wijderd, ook noemde de heer Jansen de quaestie der brandstoffen-commissie' die voor beide gemeenten in gesteld, afdoende heeft bewezen, dat de uitgebreidheid aan het gebied eene goede uitvoering der voorschriften niet in den weg staat De door den voorsteller genoemde besparing der be stuurskosten zullen in de toekomst bij de oprichting van electriciteits- en waterleiding-bedrijven steeds grootore afmetingen gaan aannemen en ook ben ik het met den heer Jansen eens, dat in één vereenigde gemeente eléc- trificatie en waterleiding minder moeilijk tot stand te brengen zou zijn; bekend is, dat het Provinciaal Elec- triscn Bedrijf de electrificatie dezer gemeente afhanke lijk stelt van de medewerking van Wieringerwaard. Beide gemeenten hebben, dunkt mij, nagenoeg dezelfde belangen en zijn beide van behoorlijke draagkracht, welke door vereeniging versterkt Verschillende ingezetenen van Wieringerwaard hebben hier hun landbouwbedrijven en kan ae wijze waarop deze gemeente bestuurd wordt, hun dus niet onverschillig zijn, temeer niet, daar zij krachtens het pas gewijzigde artikel 244a der Gemeentewet alhier als torens belas tingplichtig zijn en hier voor twee-dierde gedeelte van hun aanslag zullen hebben bij te dragen. Vermoedelijk zal de 4 gemeente Wieringerwaard slechts twee-derde ge- dieelte "as den die ge meente daardoor schade lijdt, terwijl bedoelde inge zetenen toch voor vier-derde gedeelte schatplichtig zijn. Feiten, welke m.i. voor Vereeniging der bedde giemeenten leiten en wel aantoonen, dat voor eene vereeniging der eide gemeenten behalve vele algemeene ook bélang rijké bijzondere belangen zouden gebaat worden. Ik kan mij dan ook wel voorstellen dat eene ver eeniging der gemeenten Anna Paulowna en Wiaringctr- waard, welke vele voordcelen biedt, vrij algemeen zal worden toegejuicht en geloof wel, mede uit naam dier wethouders te spreken wanneer ik zeg 'dat het ge meentebestuur niet onsympathiek tegenover het voor stel staat. De heer Rezelman gelooft, dat er niets van komt. Het is hier alleen het belang van Anna Paulowna. Wanneer de gemeenten gelijke draagkracht hadden dan zou het wel levensvatbaarheid hebben, doch Wieringer waard heeft meer draagkracht Het voorstel in stemming gebracht, wordt aangeno men mfelt 8 fiegetnf 2 stemmen. Tegen stemden de heeren Rezelman en Spigt De heer Koorn zegt, dat hij gelezen heeft, dat ver- j schillende gemeentebesturen zijn uitgenoodiga tot bij woning eener vergadering voor de vleeschkeuring te I Schagen. Daaronder zag hij 'deze gemeente niet en vraagt hoe dit kan. I De voorzitter zegt, niet eene uitnoodiging te hebben ontvangen; de keuringsdienst is nog met in werking getreden. De heer Koorn heeft ontdekt, dat hij een ander nummer aan znne woning heeft bekomen en vraagtf of dit geen aanleiding kan geven tot moeilijkheid bij brandverzekering e.d., omdat de nummers m de po lissen wordeh genoemd. Toegelicht wordt, dat deze vernummering thans over al aan de orde is en de maatschappijen hierin mede werking verleenen. Mocht die medewerking niet bestaan dau zal het goed zijn de polissen ter wijziging op te zenden. De heer Koorn zegt, weer te komen zeuren over schoolpantoffels. Het schijnt dat op school 11 deze nog niet aan de kinderen zijn verstrekt Toegelicht wordt, dat alleen pantoffels zouden wor den verstrekt aan kinderen ,,die deze voor het goed volgen van het onderwijs noodig hadden, ter beoordee- ling van het Hoofd der School, en wier ouders de kosten niet konden betalen, ter beoordeeling van Burg. en Weth. Het hoofd van school II heeft bericht, dat door hem niet kon worden opgegeven welke kinderen voor het goed volgen van het onderwijs pantoffels noodig hebben. De heer Koorn begrijpt niet, dat het Hoofd der school dit niet kan beoordeelen. Hij zou dit wel kunnen, Wanneer kinderen met minder goed schoeisel naarf school moeten, acht hij pantoffels noodig. Hij zou een commissie uit dien Raad willen om dit te beoordeelen. De voorzitter zegt toe, het hoofd der school te zul- I len vragen eene opgave te verstrekken van kinderen, wier ouders pantoffels voor hun kinderen wenschen. Uit deze opgave zullen B. en W. dan wel beslissen aan wie door de gemeente pantoffels moeten worden verschaft De heer Koorn zou willen, dat bij gladheid op het gedeelte van den weg dat door voetgangers -wordt be gaan ,in het dichtst bevolkt gedeelte en bij het station, zand werd gestrooid. De voorzitter zegt toe voor dit doel zand in voor raad te zullen nemen om dit bij gladheid zoo tijdig nogelijk te kunnen uitstrooien. Hierna ierna sluit de voorzitter de openbare vergadering, nu het wel de laatste zal zjjn in dit jaar met een woord van dank voor den ijver en toewijding waar mede de zaken zijn behandeld en hoopt, dat onder Gods zegen de besluiten mogen zijn geweest in het belang dier gemeente; voorts dankt hij voor de pret tige samenwerking en wenscht de leden met hun ge zin een genoeglijk oudejaar en een gelukkige intrede in 1921. De Raad gaat in comité ter behandeling van recla mes tegen den H. O. en het opmaken van een suppj. kohier stroohoed van het krullende blonde haar en bleef voor het ipnge meisje staan. „Welk een genoegen, u te zien, zuster Margareta. De ziekenkamer laat u weinig vrijen tijd en toch is de frissche lucht dubbel noodzakelijk voor u bij al dat vermoeiende ziekenverplegen. Hoe gaat het mat onze arme zieke?" ging Maurus nu voort, „heeft mijn bezoek geen __nadeehge gevolgen gehad?" „Niet het minst, heer baron, ofschoon alles wat on gewoon is, hcar nu zeer opwindt. Ik houd mevrouw uwe tante voor veel zieker dan wij vermoeden en begrijp niet, dat de dokter geene strengere maatregelen neemt; naar myne meening moest eene operatie onder alle omstandigheden geprobeerd worden, maar de geringste toespeling windt de zieke zoo erg op, 'dat men het niet meer durft wagen, in dit opzicht op naar in te werken." „Komt de dokter vaak?" „Om den anderen dag." „Dus morgen?" „Ik reken er bepaald op." „Goed, ik zal eens met "hem spreken en mij op de hoogte stellen. Zooals ik echter van mijne overleden moeder hoorde, is tante Alma hopeloos ziek en is de tijd voor eene operatie lang voorbij. Laten wij echter hopen, dat de kwaal niet al te snelle vorderingen maakt Gij zijt bezig een ruiker te schikken, waarde juffrouw. Mag ik n helpen by dat liefdewerk? Achter dat boschje daarginds bloeien hoogstammige rozen van zeld zame schoonheid, de tuinier zeide mij heden morgen, dat hij ze zelf had gekweekt." „Dat weet ik, meneer von 'Thungen, en daarom waag de ik het niet het heiligdom van den ouden man te plunderen." „Ik zal u tegen zijne wraak beschermen. Eene roos heeft in de eerste plaats den plicht, het oog ta ver heugen, daarom moet men haar meenemen, want daar de arme zieke niet meer bij de rozen kan komen, moeten de rozen bij haar komen.'- „Zeer juist ook zullen een paar bloemen in die zee van Kleurenpracht nauwelijks worden gemist" Zij liepen naast elkaar voort, en zijn blik viel steeds weer op haar bekoorlijk gelaat waarop nu een rozig schijnsel lag, als een overblijfsel van dien purpergloed die haar heden bij het tweede ontbijt over voorhoofd en wangen vloog „Gij hebt die bloemen voor tante Alma bestemd?" „Zij verlangde er naar en zond mij om ze te halen." „De bloemen in mijne kamer verwelken ook reeds, vooral de nachtschade, ofschoon ik ze eigenhandig nieuw water heb gegeven. Zij wilde kalm nöar hem opzien, maar zij sloeg ver ward de wimpers neer bij den blik die haar trof. „Het is zoo heet overdag, de lucht is zelfs zwoel in de schaduw, dan sterft da kleine bloemen ziel nog sneller dan anders." Amsterdam, 25 December 1920. Vanmorgen had ik een gesprek met mijn buurman over verschillende gewoontes bij ons en in Engeland Tien tegen een, dat men kan raden, waarmee onze conversatie eindigde; ,,'s Lands wijs, 's lands eer." Ori gineel, niet waar? Eigenaardig, die lust in alle menschen om streken te zien, en van landen te lezen, en van menschen te hooren, die „vreemd" voor ons zijn. Een nieuw bioscoop- theatre in Amsterdam, Victoria op den Nieuwendijk, heeft nu al eenige weken achtereen van 's middags 2 tot 's avonds 11 uur alle plaatsen bezet gehad, omdat de tocht van Sir Ernest Shackleton naar de Zuid pool te zien werd gegeven. Ja, het Amsterdamsche publiek heeft gelegenheid go- had om te „rillen" bq deze bioscoopvertooning. Niet om de bloeddorstige gezichten van gewetenlooze schur ken, die nog Juist op het faêtote oogenblik verhinderd worden hun lage plannen ten uitvoer te brengen. Niet om 'halsbrekende toeren, verricht met 'automobielen, vliegmachines, locomotieven enz. Neen; zuiver rillen van de kou bij het zien van zooveel qs. Eenige jaren geleden, in 1916, heb ik geschreven over den tocht van Shackleton. Hij was toen juist terugge keerd, en voor één dag tenminste werd do hoofdplaats in de Engelsche bladen niet ingenomen door oorlogs berichten. Gisteren heb ik den tocht gezien,- maar over wat ik gezien heb, was ik niet van plan thans te schrijven. In de eerste plaats, omdat ik niet wil her halen, wat ik al eens eerder heb geschreven. En dann, omdat ongetwijfeld lezers van de Schager Courant de film ook wel gezien hebben. Vlak achter mij hoorde ik tenminste zuiver Westfriesch praten gister. Ik wilde het vandaag eens hebben over een land- streek, wel niet zoover als de Zuidpool, maar toch i ver genoeg bij ons vandaanNoord Rhodesia in het midden Van Afrika. Twee Engelschen. een dominee en een kapitein, Edwin W. Smith en Andrew Murray Dale hebben er te zemen een boek over geschreven, uitgegeven tioor de bekende firma MacmilTan, Prijs vqftig shilling. Dit Werk, getiteld: The üa Speaking Peoples of I Northern Rhodesia, is ongetwijfeld een zeer bijzon- I der boek. De schrqvers hebben zich tot doel gesteld een zuiver beeld te geven van de bevolking van Noord j Rhodesia, zonder overdrijving, doch ook zonder terug- houding. Zij hebben getracht de waarheid te geven, i Met het gevolg, dat Voor hun lezers deze Afnkaan- sche wilden gaan leven, dat zq ze voor zich zien, als hadden ze hen zelf wel ontmoet In de meening van velen is de inboorling, tenminste zoolang hij niet met blanken in aanraking is geweest, het toonbeeld der onschuld, niet veel minder dan een catalogus van deugden, in levenden lijve. Allerlei boe ken, voornamelijk jongensboeken, over dappere, edel moedige, zelfverloochenende Indianen, hebben tot die moening meegewerkt. Of hij werkelijk zoo nobel is, als deze schrijvers hem voorstellen, is een tweede, en volgens de inlichtingen ons door de heeren Smith en Dale verstrekt, is hij eerder het tegengestelde. Men weet misschien, dat de Polynesiërs in de Stille Oceaan bezig waren uit te sterven, toen Europeanen hen voor 't eerst bezochten. En dit was heusch niet, omdat ze te goed waren voor dit leven. Zeer groote immoraliteit had er meer mee uit te staan. Om thans te komen tot "de Ba-Ila, de bewoners van Noord Rhodesia, zooals zij ons door de twee Engel- schcn worden beschreven. Om te beginnen, zij rijn nog niet bezig uit te ster ven, hoewel ze het in sommige opzichten misschien wel verdienen. Zij vertoonen gelukkig ook goede eigen schappen naast aie, welke wij, in elk geval, tot de slechte rekenen. Dit laatste moest er even bij. Denkbeelden van goed en kwaad rijn immers nfet steeds dezelfde bij ver schillende volken, noch bij hetzelfde volk in verschil lende tijden, of zelfs bij verschillende godsdienstigef secten van één volk in denzelfden tijd. De een doet rijn maal met een soort vleesch, die de ander niet aan zou willen raken. Deze gaat naar den schouwburg, die zou met een schouwburggang rijn ziel met zonde be zwaard gevoelen. Zeer waarschijnlijk zouden de Ba-ila verwonderd rijn over deze dingen, als wij ze hun vertelden. Laten wij ons dus ook kalm verwonderen, zonder meer, over hun eigenaardigheden. Ik zei zoo juist, dat nu, op dit oogenblik, een ge deelte van ons volk niet zou willen, uit godsdienstige overtuiging ,wat een. ander gedeelte wel eet, zonder het minste gewetensbezwaar. Een andere secte eet ze kere spijzen weer niet op zekere, daarvoor vastgestelde dagen. Bij (de Ba-ila treffen wij dergelijke gebruiken 'aan, alleen in veel sterkere mate. Zij kunnen van honger omkomen, al rijn ze omringd door de beste en meest smakelijke spijzen, wanneer deze toevallig voorkomen op de lijst van verboden voedingsmiddelen. Wij Europeanen noemen de Ba-ila, wanneer wij ken nis maken met hun zeden, onzedelijk in de hoogste mate. Zonder eenigen twijfel beschouwen zij ons als zonder de minste moraliteit Maagden boven de acht jaar worden bij de Ba-ila's niet aangetroffen. Doch een man mag niet trouwen met de zuster van rijn vrouw, noch met de zuster van rijn broers vrouw, noch met zijn nichtjes van vaderszijde, noch met.... maar een geheele tabel van het schoone geslacht waar je niet mee mag trouwen in Rhodesia, vult pagina's, 't Is uitkijken en oppassen daar, vóór je verliefd wordt Deze bepalingen gaan soms d-oor tot de huisdieren. Een geval wordt verteld van een man, die den haan van rijn neef aanklaagde, omdat deze, de haan, over spel had gepleegd met zijn, des klagers, kip. Hij vroeg een koe als boete, dus het leerstuk van oe overvraging is den Ba-ila's ook niet vreemd Met ie schoonvader, schoonmoeder en alle» wat ver der „schoon" is, moet je ook doodvoorzichtig rijn. Een man mag niet bij rijn'schoonvader eten, tenzij de laatste hem een schoffel cadeau heeft gedaan. Hij mag de pom poen van rijn schoonpapa niet aanraken, als deze hem er niet eerst een stukje van heeft gepresenteerd jJé Zij zeide dit zacht en zag neer op den geurigen ruiker in hare hand „Ja, zeer heet Ook nu beweegt zich nog geen blaadje. Hoe is het mogelijk, dat gq die warme, stijve muts kunt verdragen. Bq deze temperatuur moet rij toch eene kwelling rijn." Margareta glimlachte <-r een roerend, onderworpen glimlachje. „O ja inderdaad eene kwelling, ofschoon ik 'er reeds aan gewoon ben." „Maar ik bid u om alles ter wereld, zet dat lce- lijke ding toch af. Het is immers doelloos het te dragen bescherming tegen de zon geeft het niet, buitenden wandelen wij hier geheel in ae schaduw en voor tets anders is het niet van nut' „Gravin Joriède is er zeer op gesteld," Margareta zag weer schuchter op „en meent, dat die muts een stuk uniform is, dat ik moet dragen. Zij zal het mij misschien kwalijk nemen, alp ik ze afeet.' Maurus lachte luid: „Nu nog mooier. Hoe ten on rechte verdenkt gij de vriendelijke, weekhartige, klein© gravin. Neen, zuster Margareta, voor zoo kleingeestig moogt gij Jorièd niet houden. Geloof mij, er rijn weinig menschen .die zoozeer hechten aan vormen, gebruiken j&a uiterlqke dingen als ik, maar slechts dan, als die dingen gerechtvaardigd schijnen. Daar het echter noch ongepast, noch leelijk, noch èen vergrijp tegen den eerbied is, als eene dame in een slotpark bij een© temperatuur van twee en twintig graden Reamur een al fte warrm hoofddeksel aan den arm hangt, zou ik ook niet de minste reden weten, waarom rij zich on- noodig zulk eene kwelling zou opleggen. Werp dai monster in de WölfschluchL Mag ik u helpen? Ha i— Goddank» Ik werd reeds warm bq net zien ervan en ik gevoel het als eene weldaad, dat gij het stijve ding nu als een mandje gebruikt'- Mejuffrouw von Uttenhofen lachte en streek de gol vende, zacht glinsterende haren van haar voorhoofd „O, hoe heerlijk frisch is bet nu. Welk eene ver kwikking, als de lucht om slapen en ooren kan waaien". „En aan wien zqt gij deze weldaad verschuldigd?" schetste hij met een blik laat, dat in riine liefelijke lijke muts, dubbel aardig hem toelachte, „aan mq, ge heel aan mq. Verdient dat dan geene belooning 7 „Eene dankbetuiging maar eene belooning?. O, wie zou zoo zelfzuchtig rijn?" '„Gij schat mij te hoog. Mijne goed© eigenschappen zijn zeer in de minderheid, maar de booze hebzucht I komt op eene vreeselijke wijze uit En die wil de ver- diende belooning." Margareta lachte, zijne vroolijkheid gaf haar de on- - bevangenheid weer. „Dan moet gij nog een klein poosie i geduld hebben, heer baron, op dergelijke dingen was ik I niet voorbereid en ik heb geen© portemonnaio :rrukking op haar ge- inheid, zonder de lee- nomen. „Wij zouden misschien de geldswaard© in waren kunnen omzetten?" „Gaarne» Wilt rij deze mtus hebben? Ze viel zoo zeer in uw smaak/' „.Hoe zou ik dat kunnen doen? Dat zou aan straat roof grenzen, en bovendien vrees ik. dat gij nog eene tweelingzuster yan deze pfjnigster boven in de kast hebt, zoodat het verbeurdverklaren niet eens het voor deel zou opleveren voor altijd van haren aanblik be vrijd te rijn. Neen, zuster Margareta, wij moeten het op eene andere wijze eens worden. Als gij dezen ruiker voor uwe zieke zieke bestemd hebt, goed, dan wil ik dat gij mq dadelijk een anderen nog veel mooieren plukt, bijvoorbeeld van deze purperrozen hier en geu rige reseda en vooral de nachtschaden niet te ver geten." f „Nachtschaden?'" „Verwondert u mijn smaak? En gij hebt zelve twee groote vazen vol nachtschaden in mijne salon geplaatst Apropos.... hoe kwaamt gij Ban die eigenaardige keus?" Margareta zag er angstig uit„Ach, eerst later viel het mij in ,dat de bloemen vergiftig rijn. Ik had er in den tuin waarlijk niet aan gedacht, en daar d© kleur zoo mooi bij de meubels in uwe kamer paste, koos ik die lange stengels voor de Chineesche vazen Gq waart zeker heel boos, dat men u zulke gevaarlijke ^giftplanten gaf?" Hij glimlachte bjn, en rijn blik lag diep in den haren. „Gevaarlijk. Ja, gij hebt gelijk, waarde juffrouw, er rijn soorten nachtplanten, die heel gevaarlijk rijm voor al voor mannenharten, ofschoon ik ontken, dat die bekoorlijke bloesems vergiftigd zijn. Ik heb sedert lang reeds eene groote voorliefde voor deze bloem, die er misschien voor bestemd is, krachtig op mijn leven in te werken. Zet, als het u belieft, zoo vaak mogelijk groote ruikers met nachtschaden in de kamer, ik zaï mij er zeer over verheugen." Zij begreep hem niet en zag vragend naar hem op, maar hij ging voort: „En geef mij deze roos hier m mindering van betaling. De bloemen rijn alle zusters en zoo na verwant, dat de eene niet jaloersch op de andere mag worden." „Ditmaal toont gij een goeden smaak te hebben, meneer von Thungen." Het jonge meisje boog den doornigen tak voor zichtig neer en sneed de bloem af, die als schitterend rood fluweel tusschen bruinachtig loof gloeide, en reikte ze hem vriendelijk en onbevangen toe. „Werkelijk een© zeldzaam schoone roos, een ordeteeken der godin» Flora." „Bij 'uitzondering in het knoopsgat te dragen/ «knik te nij, en boog het gericht zoo diep over de geurige bloem, dat men niet wist, oi hij de blaadjes kuste of raag schoon dit en Je schoon dat nooit b(J rijp. a? haar naam noemen, je mag er niet naast gaan -zitten je mag zqn koffertje niet dragen. (Er zit v' zullen sommigen zeggen.) wel iets Met Ie naam «moet je "ook erg' oppassen. Je hebt ts verscheidene, ïnaar jo moogt hem nooit zeggen. Vraagt iemand je, noe je heet, dan moet je cr een ander bq.f halen, om (I niet uitspreken, totdat deze dame je een kleintje heeft geschonken. Jo moogt nooit den naam noemen van iemand, die op reis is. Van je familie is er niemand, die je /bij iden naam znjag noemen. D/it is soms lastig, (maar je moogt ze gerust een scheldnaam geven, do rooi© bij. voorbeeld, of de kale knikker. Moeilijker nog is dit Ben je in gezelschap van een van je familielede^ 1 dan mag Je nooit een woord uitspreken, dat ©enigszins lijkt op izijn naam. Heet Je oom Stipriaan, dan mag je wel zeggen punt, maar niet stip. Bij je neef TraR. man kun je van een ladder spreken, maar niet van een trap. Het is een vreeselijk vergrijp voor een man te zeg- gen, dat hij een knap meisje heeft gezien in een an der dorp. Zoo ook mogen voor de vrouwen van dorp A, da mannen van dorp B niet bestaan. De gemeenst© dingen worden in liederen soms openlijk bezongen, o.a. by begrafenissen. Daartegenover staat, dat jo nooit een woord mag noemen ,dat misschien dubbelzinnig opgevat zou kunnen worden. En zoo nog veel meer. Alles te zamen oen moeilijke etiquette, die van de Ba-ila's en Mu-ila's en hoe zo nog meer mogen hoeten. MAAKT dat uw man, uwe kinderen en uwe vriendin nen u met bewondering aanzien. Zorgt ervoor een aanlokkelyk en gezond uiteriyk te hebben. De Pink Pillen bezorgen altyd een gezond uiteriyk, en zoo zy al niet de schoon heid kunnen geven, dan geven zy toch de bekoring der gezondheid. De Pink Pillen verschaffen u ryk en zuiver bloed, en het is het ryke, het zuivere bloed dat de kleur aan uwe wangen, het rood aan uwe lippen en de schittering aan uwe oogen geeft. De Pink Pillen wekken de eetlust op, bevorderen de spysvertering en bezorgen aan de vrouwen die regel matigheid in hare levensfuncties zon der welke geen goede gezondheid mogelyk is. De Pink Pillen worden verkocht f. 1.75 de doos en f. 9 de zes doozen, franco, In het Hoofddepot Nassaukade 314 te Amsterdam. „Eisoht Hnllnndsohe verpakking e gebruiksaanwijzing", verkrijgbaar bij c beate apothekers en drogisten. haar bedwelmenden adem tndronk, dan bevestigd© hij ze op zqn borst „De godin Flora ken ik slechts bij name en ik stel niet veel belang in die hooggeplaatst^ dame, het zou mij liever zqn, zuste rMargareta, als ik deze decoratie mocht beschouwen als van u afkomstig. En nu iets anders Gij hebt vandaag bij het ontbijt gezegd, dat gij bloedverwanten in Rugenfurt hebt?" Weer bloosde rij tot diep in den nals en de hand, die een ruiker rozen voor hem plukte, beefde. Hij zag haar aan. ter-vergeefs hoopte hij weer oen dier warme, verraderlijke blikken op te vangen. Maar rij* knikte slechts, half afgewend. „Een oom woonde daar maar hij was van plan te gaan verhuizen." ^„Zoo, zoo, een oom i een broeder van uW va- Juist een oudere broeder," rij sprak zeer zacht, en hare onrust kwam in elk harer bewegingen uit „o, zie eens hier die prachtige vlinder die soort heb ik nog nooit gezien. Kent gij ze? Weet gq, hoe hij heet?" Hij zag vluchtig naar den vlinder. „Een admiraal, die komt nog al eens voor Zoo, zoo» Dus een broe der van uw vader. Militair?" „O neen hij is een geleerde... professor../ „Een professor in Rugenfurt Alle drommels. En is het zeer onbescheiden naar den naam van den ouden heer te vragen?" „Uttenhofon...." Zq fluisterde het zeer zacht en Kiel, maar hq had het toch verstaan. „Uttenhofen?" herhaalde hij verbaasd, „van de Si- lezische familie von Uttenhoven?" „Juist Dat wil zeggen, oorspronkelijk woonde de familie in Pommeren en de Mark... Sloeg do toren klok daar niet?.... Het begint reeds te schemeren...'" „Ik breng u terug, waarde juffrouw. En zeg eens- gij rijt dus eene freule von Uttenhofen?" Zij lachte een beetje zenuwachtig: „Ik kan het met ontkennen," snel hief rij het gloeiende gezkhtjo op en zag naar het open grasvekL „Frederikhier Frederik» zocht gy mij?" De oude man kwam hijgend nader. „.Ach zuster Margareta... de barones heeft zenuwtoe- valfen» K<*m vlug P Onsteld schrikte het jonge meisje terug, haar eerst zoo rozig gezichtje verbleekte. Haastte <jaf rij dert baron zijne rozen. „God in den hcmel; noe kan dat gekomen rijn. Vergeef mij.... ik moet mij haasten...' en angstig vloog rij vlug en licht als een grijs nevelbeeld over net grasveld. „Nachtschade" fluisterde' Maurus deip ademhalend. /Nachtschade f' «Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1920 | | pagina 6