Alieneti Nitms- yVoens^rg B Januari JS21. 64ste Jaargang. No. 674S. UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAKEN. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Donkere Schaduwen SCHACE Dit blad verschijnt viermaal per week /Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Advertentiën zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 5 cent. ADVERTEN TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote (letters worden naar plaatsruimte berekend WAT DE NACHTEGAAI. ZONG. Overgenomen uit do Telegraaf. Mijn oom Zedekia do Bruyn, van den burgerlij ken der Bruyns (zooais trouwens uit dit korte verhaal overduidelijk bbjken zal) mijn oom Zedekia de Bruyn dan zag zich zijn laatste levensjaren lichtelijk vergald door het idee-fixe, dat hij, om de bij voorkeur door hem zeiven gebezigde uitdrukking te citeeren, dat hij altijd, zat in den hoek waar de klappen vielen. Dit idee-fixe had zich ontwikkeld ten gevolge van een reeks van kleine ongevallen, welke geenszins van zoo danig gewicht waren, dat er reden was ze toe t© schrijven aan een noodlot, dat hem zou vervolgd hebben do waarheid is, dat, indien mijn oom Zedekia de Bruyn niet zoo burgerlijk geweest ware als hij was, indien hij dus wat meer savoir-vivre hadde gehad, hij zeer zeker in staat geweest zou zijn de onaange name uitwerking van die ongevallen te niet ta doen en te neutraliseeren op hetzelfde oogenblik dat ze hem overvielen. Maarhij bezat dat savoir-vivre nu een maal niet. Daar hij echter allerlei andere rijkdommen in over vloed bezat, was er voor ons geen reden om hem te gen te spreken, en gaven wij hem naarstig, en tot zijn groote vreugde, getrouwelijk toeja ja, oom', u zit toch maar in den hoek waar de klappen vallen, zij 't oofc idat 't ons somtijds moeilijk viel zijn niet zeer gedistingeerde wijze van spreken over te nemen. Zijn vrienden evenwel, die geen toekomst meer voor zich hadden, en die zich overigens niet door fa milie-banden aan hem gehecht voelden, zooals wij (want al was hij jdan van den burgerlijken tak der de Bruyns hij droeg toch den naam die een deel van den onzen was, en dat schiep voor ons naast toekomstige rechten óók plichten), zijn vrienden, die, „mannen-van-zaken'" als zij waren, een gansch andere beteakenis hechtten aan het begrip „klappen" dan mijn oom, die al jaren „uit" de zaken was al ging hij nog eiken dag naar stad zij wilden hem nooit toegeven, in zijn idee- fixe, en plachtten hem nadrukkelijk te betwisten, dat hij, nota bene, hij, de Bruyn 1 zou zitten in den hoek waar de klappen vallen. Daar hij echter meermalen wat hij dan noemde zijn „zaken-vrienden" bij zich „buiten noodigde, en, zooals 't heet, een goed glas wijn schonk, kwam er een compromis tot stand, waarbij de vrienden verklaar den, dat, al zat mijn oom Zedekia dan ook niet in den hoek waar de klappen vielen, dan toch „zijn boterham altijd op den gesmeerden kant viel". (Weer een van die uitdrukkingen, welke 't tpns ietwat moeilijk maakten ons in mijns ooms kring te bewegen met de vlotheid welke met net oog op de toekomst wel gewenscht scheen). Ben van de voorvallen welke het idee-fixe van mijn oom veroorzaakten, wenschte ik hier te verhalen. Zooals meer 'burgerlijke lieden had mijn oom* een ccnigszins benepen trots voor alles wat zijn tuin betrof en Nvat in zijn tuin groeide. Zoo kwam hij er vaak toe zijn stadsche vrienden te noodigen op „de eerste nieuwe aardappelen", „op de eerste jonge groenten", op „de eerste moerbeien de „eerste perziken tel kens als zijn tuin weer iets niéuws had voortgebracht, moesten de vrienden komen om zijn trots daarover te streelen en te vergrooten. Eh toen! 't eens al wat laat in 't najaar, 'gebeurde, dat zijn tuinman hem 's avonds tijdens zijn uigesliewandeling door zijn tuin, opmerk zaam maakte op het gekweel van een nachtegaal in de struiken op zij van net koetshuis toen voelde hij ineens dien. nachtegaal als een nieuwe, 'althans nog niet besefte, verdienste van zijn tuin, en hij nam zich onmiddellijk voor er den volgenden aag met zijn vrien den over te spreken en hen binnenkort te dineeren te vraagen, om aan 's avonds den nachtegaal te hooren. Nu wilde het ongeluk, dat juist den volgenden dag er eenige onstuimigheid was op de beurs, waardoor mijns ooms vrienden, en ook hijzelf zoo werden bezig ge- 26 nathaly von eschstruth. (De dokter kwam, vondi die toestand der zieke veel erger en baalde radeloos de schouders op. .jue zwakte vami vt hart is zoo (groot. Als zij' maar slapen kon. In elk (geval moet er voortdurend1 bij haar worden gewaakt". En bij sctoreief baar nog eens. een nieuw igenees- maddiel voor, bet sterkste dat bij ooit gaf. n rijdende bod Ie baalde bet uit Tiran wo, en toen bij terugkwam, stond 'gravin Jorièd© aan de deur van bet park en nam hem die poèdlers af. „Geef vlug bier ik wacht reied's op u met angst en zoirg. En toen ginlg zij 'snel bet slot binnen. Maar eerst snelde. z,ij na-ar bare kamer, sloot de dieur en ging met koortsachtige baaist -aan bet -werk. Voorzichtig maaikte zij de poedérs open, verruilde den inhoud er ivan voor gestootien suiker en een beetje loogzout en 'maakte- ize 'zoo handig weer dicht, dat zelfs een geoefend oog niet kon ontdekken, dat zll reeds ge opend wtar en. En. 'Margjaireta was -zoo argeloos, en zij kende nog zoo Weinig medicijnen zij bad ook al de andere poeders, die Jorièd-e reeds op dieze wijze vervalscht had, de zieke- toegediend zonder achterdocht te koest/eren. Een booze, wreede glimlach speelde om d-e lippen der Fran^aise. Zij nam de 'doos-, snelde zacht die trappen' af en zette. zich. haastig neer. op een der eikenhouten zetels van die viestilbule. Zij belde en Frederik verscheen. „Breng ze' snel- naar hoven;, Fred'eriik, ik kan niet meer ik ben zoo 'haastig door 't -park geloopen, en mijn voet doet nog, een beetje pijn ,,-Q, de genadige gravin, is ook al te bezorgd' voor mevrouw ide barones!" preies de oude1 mmn baar vriendelijk en ging haastig de trap op. De inspector Dalhne kwam de vestibule binnen en snel-de verheugd dé gravin, tegemoet. „Zooeven dacht ik nog: als gij' de genadige gravin toch (maar e-en® zaagt!" riep hij toet een eerbiedige ."t 1 0191 w,eer met voet? Nu SmSSS? u veI'e ®T'°l&ten van. Kraschowitz overbrengen'! Hij wilde gaarne persoonlijk komen, maar de gravin kom immers dien da» niemand; ont houden. dat de nachtegaal en de uitnoodiging verge ten raakten. Het duurde ©enigen tijd voordat da kalmte was hersteld, en zoo was het eerst een wéék of drie later, dat mijn goede oom zich 's middags, op de Groote Club, nadat men uitgepraat was over „het nut van zoo'n beetje roering op de beurs", plotseling zijn nach tegaal en zijn plannen herinnerde. En om t niet weer te vergeten, noodigde hij dan maar meteen de vrien den voor drie dagen later. E n's avonds na tafel drukte hij den huisknecht op het hart toch vooral volgenden Dinsdag voor een goede tafel te zorgen. Want, legde hij uit, de heeren komen Dinsdag, om den nachtegaal te hooren, en dan moet 't een beetje gezellig zijn. De nachtegaal, meneer!? had de man ietwat verschrikt gevraagd. y- Ja, de nachtegaal, Is dat zoo gek'? Enfin, je zorgt, dat de boel in orde is, hé. Nou,, als meneer d'r op staat Ik zal er voor zorgen. Maar 's avonds was de huisknecht verschrikt naar den tuinman geloopen om te overleggen „wat-ie daar nou mee an moest". Meneer had zijn vriendiein gevraagd om den nachtegaal te komen hooren, en de nachtegaal zong al een dag of veertien niet moer. 't Was te laat in 't seizoen geworden.... De tuinman heeft 't ttnij later verteld hoe 't gegaan is. „Ziet u, jonker, uws oom die sting er zoo op dat de' heeren zouden komen om den nachtegaal te hooren, en hij had ze nou eenmaal daarvoor gevraagd, en zoo docht ik dat ik er toch wat op vinden most. Nou had ik 's Maandags op de markt in de stad wel eens een man gezien, die alle vogels kon nadoen alsof 't zoo echt was. Weet je wat, docht ik, 'k waag 't er op. Maandag daarop ga ik naar de stad, en vind mijn man. Ik spreek met 'm af, dat-ie volgenden dag buiten komen zal om voor nachtegaal te spelen. Ik doch zoo 'm in een dichten boom te laten klimmen en als de heeren dan goed getafeld hadden, dan mor- ken ze d'r niks van. Dinsdag kwamen dan de gasten en 't diner was goeden geanimeerd, zooal 't altijd fras bij mijn oom Na 't eten ging 't gezelschap in den tuin, er kwam voortreffelijke koffie met wat daarbij behoort, maar de nachtegaal kwam niet. Mijn oom, wat bedremmeld, liet den tuinman roepen, en vroeg hem, voorzichtig, zoodat men 't niet hooren kon, hoe 't nu zat met dien nachtegaal. Ja, kijk eens hier, meneer, 't ls al wat Ver in 't seizoen, endan zingt-ie wat later, zoo met de sche mering. Mooi zoo, maar hif zingt dan toch Vast meneer. Ik het» gisteravond nog naar 'm staan luisteren. Zoo bleef men nog wachten, aanvaardend de verklaring van jion tuinman, door mijn cfbm aan de vrienden overgebracht. De likeuren waren goed. Toen 't dan eindelijk goed schemerde, liep de tuin man onder den boom door, waarin de zang-kunstenaar verborgen zat, en gaf 't met dezen afgesproken teeken. En in den stillen lente-avond brak plotseling ergens boven uit een boom een fel geluid: Heeren en dames, zoo zingt die nachtegaal!... en daarop volgde een gietbuit van schel gekwinkel en Zie Je wel Jongen, ze! mijn oom naderhand, toen hij bekomen was van de opheldering van den tuin man en de grappen van zijn vrienden, zie je wied, dat ik altijd in den hoek zit waar de Klappen vallen.... Ch. A. Buisson de Bruyn. ECONOMISCHE CRISIS IN ENGELAND. In een correspondentie uit Londen, 31 December lezen wij in de Nieuwe Grt. j Suiker kostte een jaar geleden 8 stuivers het pond. In Maart 1920 steeg de prijs tot 10 st in Mei tot 14 st., maar op 1 November daalde de prijs tot 12 vangen. Gij weet todhi, -diat de administrateur plot seling! onzen Knaschowltz naar de nieuWe boerderij heeft gezonden? Eten© rechte dwaasheid/ wer kelijk ©ene dwaasheid Jo-rièd© ivileil toem in, de redle. „Ja, beste inspector, ik bieb er van. geboord en toen ook (verbaasd. Jiaan- rmer dat ik meneer Kractoowite niet vaarwel kon zeggen maar gij weet ik lag toen Datone zag haastig oimi zich been en kwam dan vertrouwelijk nadien. „Die arm© jongen was geheel buiten, zich zeiven, heéle'maal wanhopig, toen blij bevel kreeg, en heeft den administrateur toiji toeimiel en bel bezworen, hem bier te laten blijven, maar te vergeefs. Gij weet, die 'Streng© beer is 'verschrikkelijk kort aangebonden, en het zou ook niet veel hebben geholpen zich tot mieneer den baron t© wenden, die- wil immers voor- loo-pig van bet geheel© toestuur niets weten, maar eerst ©ens uitruisten en gelzond Worden". De spreker zag de 'jonge damie vol verwachting a-an/, maar zij haalde de schouders op en stond1 op. „■Ik geloof ook, dlat mijn neef zich niet om het be stuur bekommert. Miaan, mijn hemel, waarom is Kraschowitz 'zoo |b|ui't)fen izi-ctoJze^ven? Met istoch •hoogstens ivoor een paar weken". Dabne knikt et .^Eh toch vallen zulk 'een -paar we ken een jongen man wanhopig lang. Kraschowitis is een vreemd menscto, men toegrijpt hem niet recht, maar ik geloof, 'dat de eenzaamheid vergif voor hom is, w-ant zijn© .sombere geslotenheid vind' ik onnatuurlijk. Hij is ©en van 'die gevaarlijke stille wateren, welke diepe gronden biebtoen; als zij' oVerstroomien, is bot om dooid en verderf te brengen. Hier was bet reeds veel te eenzaam voor hem, op 'die afgelegen boerderij is het in 't geheel niet 'goed1 voor hem, dat woelt hij- zelf, en daa-rotml" de inspecteur kwam nog nadien „laat hij, d© genadige graJvin dringeuid verzoeken bij- dien administrateur ©en machtwoord te spreken. hij wil ook aan- ulwe genade schrij'vien en er zelf nog ©ens om verzoeken"". iJorièd'e had zich op dl© lippen gebeten, haar eerst zoo- afwijlzend en trots opgericht hoofd had.' zich plotseling schuw gebogen. JHjji is ©en van die geivaarlij-ke stille wateren, als zij ov-erstroomeni, brengen zij1 dood en verderf". Die woorden- deden haar ineenkrimpen, zij voelde weer den ruiven, ijzeren greep, waarmede K-urt haar arm had gevat zij zag zijn© wilde, dreigende oo-gen .„Zeker, toast© inspector!" zedd© zij- zeer zacht en vriendelij-ki, „ik izal natuurlijk alles in "t werk stellen stuivers en op 29 November tot 10 si Binnen een dag of twee zal de prijs van suiker in Engeland weer 9 st zijn. Een interessante boog, bijna een volledige kring, en syrdbolisch van wat ook op ander gebied in de economische wereld zou gebeuren, indien tegenstroo- mingen de groote ebbe der prijzen niet momenteel kwa men vertragen. Want de prijs van de suiker wordt nog vastgesteld door de Koninklijke suikercommissie. Voor andere pro ducten is de prijs van den groothandel reeds aan 't dalen, terwijl de winkeliers nog onwillig zijn, in die richting mede te gaan. Het is natuurlijk zeer be grijpelijk, dat zij weinig lust voelen, om waren die zij op het oogenblik der grootste duurte insloegen, nu zonder winst, of zelfs met verlies te gaan verkoopen. Toch zullen rij er zich bij moeten neerleggen. Alom krijgen zij den raad: „cut your losses", verkoop nu, met wat verlies, breng er bij het publiek da kooplust weer in, tenslotte, zal dit voor u voordeeliger wezen. Bij bakkers en fruitverkoopers, die uit den aard van hun bedrijf nooit groote voorraden inslaan, kan men reeds het merkwaardig schouwspel van maxi-i mumprijzen, aanschouwen. Dat elders, ook waar geen prijzen meer dóór de overheid worden vastgesteld, de prijzen van den kleinhandel nog niet dalen, is voorna melijk het gevolg van de spilzucht 'der Kerstvacantie. De Engelschen zijn nu eenmaal geen spaarzaam) volk. Daarvoor hebben zij een te langen traditie van welvaart en bezuiniging is voor hen een allermoeilijkste praktijk. Ik heb u reeds beschreven, hoe het winkelen voor t .Kerstfeest ongestoord zijn gang ging. Natuurlijk blijft daardoor de prijsdaling achterwege. Doch dit is slechts voorloopig. Tegen het eind van Januari wordt een algemeene daling van voedselprij zen verwacht. Een daling, die merkwaardig is, maar waar men het blijvend gevolg niet kan overzien, kan men bij de winteruitverkoopen waarnemen. Lang van tevoren aangekondigd besproken, voorbereid, zijn de uit verkoopen in de ellegóecfwinkéls en in de groote galanterieën, ondergoed en confectiewinkels in het West- End een gebeurtenis van belang. Twee bijzonderheden kenteekenen de uitverkoopen, die gisteren begonnen. De eerste is, dat de koopjes Iveel, veel voordeeliger zijn dan bij vorige gelegenheden. Men kan moeilijk betwis ten ,dat dit met de algemeene prijsdaling verband houdt. Vervolgens is er ditmaal een ongemeen groote toeloop van kooplustigen. De „sales" rijn gewoonlijk1 een uitje voor de vrouwen. Maar nu riet men heel wat mannen in de wachtende rijen. Men kan er van op aan, dat ra al deze inkoopen het publiek 't weer gemakkelijker zal vinden, op de prijsdaling te wachten. Hetgeen die da ling wel wat minder aarzelend zal maken. Over de oorzaken der algemeene malaise had ik het reeds in een vorigen brief Van de crisis zelf vindt men in de bladen voortdurend nieuwe voorbeelden;. De depressie in de katoenindustrie in Manchester en Lancasnire is geweldig. „Gedurende 10 dagen heb ik personen die zich met de fabricage van katoengoed be zighouden, bezocht", schrijft een correspondent van de Times, „en ik kon er met in slagen één enkelen opti mist te ontdekken." In verband met de crisis, hoewel enkel op onrecht- streeksche wijze, staat ook het zielig geval van de Far- row's Bank. Door haar stelsel om ook voor Ioopende rekeningen rente te betalen, had deze Bank er duizenden kleine luyden toe bewogen, haar hun geld toe te ver trouwen. Beter ingelichte menschen zakenlui vooral 1 die zooi-ets niet pluis konden vinden, werkten natuurlijk uitsluitend met de grootere, bezadigder instellingen! Maar deze laatste waren juist voor menschen met wei nig reservegeld niet zeer welwillend. En postgiro heeft men hier niet Juist voor Kerstmis kwam het nieuws dat Farrow's Bank haar betalingen staakte, in heel wat eenvoudige gezinnen de feestdagen bederven. Ik kén een weduwe met twee kind-eren, die haar chèqué's voor huur (drie maanden), belasting en allerlei andere rekeningen ge schreven en verzonden had, den dag voor het nieuws om Krasctoowitiz terug te (balen* toet spijt mij' oellve imlmers ook, want de jonlge man ,wajs steeds zeer vriendelijk voor mijl. Schrijf duet toem als 't u belieft terstond Jfk rijd straks naar die boerderij, gtra/vin!" ■>yZoo, de® te toeter! 'Breng toean dian ©en toartelij- ken groet van anij, en ik -zal' alle toefboomlen in be weging brengen-. Maar toüji kent de stijf koppigheid van den administrateair, wie weet, of ik iiets kan uit- ridhieni! Ik ga in 'de eerstvolgende dagen- iz elven' naar de (boerderij en zal Kraschowitz dian zelve 'spreken. Zeg hem dat en nogmaals vel© (groeten!" De insipector maakte verheugd' ©ene buiging, en de joiiige diame kndlkta toiem zeer welwillend toe en ging naar toet terras. 'Een oogenblik staarde Jorièd-e voor zich uit zij overlegde en (hare hersenen arbeidden sn©l. Een ironisch* tevreden glimlachje speelde om to'aar lippen. Mauru® -zat op toet terras te lezen. Verheugdl stond (hij «op én begroette de niadectkomende. „Ho© Ih'eerlijik, waarde nktot, dat uw voetje u 'nu weer moet 'gehoorzamen", zeide bij glimlachend. „iNn komt er zeker een eind© aan; mijjpje eenzame •diners". „Juist daarom kwam' ik (hiern, zeide zij met eéne allerliefste gawiictotiglheid en ©en paar 'angstige groote oo-gen. „Maar ik (héb er nauwelijks den moed •toe, n om toet buitengewone -te verzoeken l(jMaar waarde nicht!" Joriède nam tegenover hem plaatsi, de zachte plooien van haar elegant toilet kwiatoen goed uit bij de groen© ranken Van den muur, waartegen zij haar stoel had geschoven'. „Als gij er nadeatoamd) ook zoo vriendelijk uitziet als nu* wil ik todieetoten", coqu-etteerdle zij met sctoalk- sdh.e bekoorlijkheid: „(Luister óois! tJwe koanst ver- rastte ons (hier dat weet gijl". „Ik -hoop, dat het een© prettige verrassing was?" Haar blik zag plagenldi tot hem op, zij haalde de schouders op: „Wliji waren 'volstrekt niet op twiee huishoudingen ingericht „,01" .(Doordat tante- zpo-v-eel pieker werd, is toet werk der bedienden in 'den laatsten tijd nlog vermeer derd 'Zijn glimlachend 'gezicht rw-erd- ernstig. „Werke lijk? ik kwam u dbs ongelegen'?" „Volstrekt niet, maar gij moet rekening houden met de omstandigheden en (het voor lief nemen, u een beetje te schikken-, bpste neef!" j,'Ik begrijp u niet stel ik t© veel eisohen?" van de krach. Geld voor de Ioopende uitgaven voor de Kerstdagen wilde rij den volgenden dag gaan halen. Toen rij aan Het branche-kantoor aankwam, zag rij een troep menschen met ontdane gezichten naar een bordje kijken, waarop stond„payment suspended". Toen rij de beteekenis der ramp begreep, ging rij moedeloos naar huis. En daar kreeg rij gedurende de volgend*} dagen een voor een al haar chèqué's gedishonoreqrd terug. Nu zit rij diep in de schuld, en het zal maanden duren eer rij den slag te boven is. Er is sprake van om een nationale inschrijving ten bate van de slachtoffers te openen. Wrik' gedeelte van hun geld zij zullen terugkrijgen, weet men nog niet. En daar zal in ieder geval heel veel tijd mee gemoeid zijn. Het bankroet is indien de beschuldiging door de rechtbank erkend wordt het gevolg van malversa ties door den directeur en eenige medeplichtigen ge pleegd. Zij zijn reeds achter slot en grendel. Doch al is dus de crisis niet rechtstreeksch de oorzaak der catastrofe, toch is zij 'de aanleiding. Want indien de geldwereld het niet onmogelijk hadden gemaakt, genoeg gereed geld te vinden, om den waan voort te zetten, dan hadden de zaken nog geruimen tijd hun gang kun- Over de Werkloosheid dat onmiddellijke gevolg van de economische crisis, in dezen brief enkel dit: de eerste-minister staat in rechtstreeksch contact met 'de vertegenwoordigers van beide rijden. Beslissingen kun nen niet lang meer uitblijven. DE FABRIEKEN VAN FORD EN EDISON GESLO TEN. Volgens een bericht imn die „Chicago Tribune" uit Detroit, dat wij tot nadere bevestiging (geheel ivoor rekening, van dit blad laten, zijn de autofatoriékeu v.an Ford tot 1 Februari gesloten, wegens gebrek iaan bestellingen-. Ook de Edison. iP-honograaffab-rielken te East -Oran-ge zouden het bedrijf voor onbepaalden tijd hebben stopgezet. Te Fall River hebben zes vakvereenigingen van arbeiders in de textielindustrie toegestemd in een loonsverlaging van 22^ pet., ten-eind© d© voortzet ting van het bedrijf -mogelijk ta maken. EEN WINDHOOS. Uit Buitenzorg wordt dvd: 22 November aan de „Java-iBode" gemeld: J.L Zaterdagmiddag -viel op de onderneming „Tji- kopó" omstreeks 4 uur middags een indruk wek kend natuurverschijnsel waar te nemen, dat intus- scüen fatale gevolgen na zich sleepte. Een gewel dige windhoos woedde over een afstand -van «onge veer 2 K.M. over het land* alles vernielende, wat zij op h-aar weg ontmoette. Vanuit toet administrateursh-ui® wais itoet ontstaan duidelijk waar te nemen; ©en ontoeilapellend gebruis werd uit een nabij- gelegen ravijn, vernomen, totdat langzaam -de tientallen meters boog© wervelend© 'ko lom ontstond, die zich daarna snel verplaatste in de richting, van de Poentjak, hoornen afknappend©, bui zen uiteen rukkende, waarvan de onderd'e-elen -met duizelingwekkende vaart in draaiende beweging in de zuil van wervelende lucht naar boven- werd ge slingerd. De dessa-toewoners, die toet gevaarte hadden zien naderen, vluchtten d-e sawato's- op, zoodat wonder bo ven -wonder geen dooden- vielen en slechts enkelen licht werden gewond. Echter werden 49 buizen totaal en ©en 20-tal ge deeltelijk verwoest* terwijl alle vruobtboomen en tallooze albizza-booanen in d'e theetuinen, waar de hoos langs streek, reddeloos verloren zijn. In de ad ministrateurs-woning w-erd -een angstig half uurtje doorleefd, doch gelukkig nam de lugubere bezoeker zijn weg er langs, zoodat ook de zeer -dicht bevolkte dessa's in d'e onmiddellijke nabijheid -ervan' ge spaard bleven. Intusscto-enj blijft de materieel© scha de zeer gfoot. (ZIJ bood toean met bevallige vriendelijkheid! de -hand. „Neetmi toet niet kwalijk* baron; j-a, dat doet gij,! He-t 'diubb-el klaarzetten! én- bedienen' is ©en groote last voor de dienstboden, want de keuken ligt afge legen in toet sousterrain van -den zij-vleugel „Maar nu eten Kvtiji immers weer samen". „Waarlijk? Tante is zoo ziek, dat zuster Margai- reta haar geen oogenblik meer verlaten 'kan. Zij kan onis drus aan tafel niet meer gezelschap houden, ien gij, mo«et toet goedi- of kwaadschiks met mij- alleen voor lief nemen". ■Maurus maaikte onwillekeurig ©ene snelle bewe ging. Deze mededeeling deed hem pijnlijk aan, m-adr de spreekster ging met 'n scherp oplettenden blik voort, zulk .©en tête-a-têta vind ik niet formeel .en correct, geëerd© neef-, dat kunt gij; gelooven, maar wat helpt dat? Fk -schik mij' in- de omstandigheden. Evenwel heb ik een uitweg gevonden. De oudé, eer biedwaardige -juffrouw IBusctomann, tantes factotum, ;za«l in 'die plaats van den tweeden bediende biji het buffet staan1 ©n zoo- ook ©enigszins voor ctoamperon spelen (Baron von Ttounigen sprong op. „Maar natuurlijk! Ik verzeker u, waarde nicht wij zijn 'hier en fa milie, en als bet niet anders kaïn, ik tooop, dat gij u zonder bezwaar onder mijne ridderlijke bescher ming stelt'". Hij sprak even beleefd als altijd, maar op zijn- voorhoofd lagen, -wolken!, en bij was niet ge noeg coaneddamt om- zijne teleurstelling over het weg blijven van Mnngarettoa te kunnen verbergen. «Joriède nam hem met een loerenden blilk op. Zij trioimlf eerdé. Na nog ©en paar Woorden over én weer te hébben gewisseld, hief zij plotseling het hoofdje op. „Denk -eens aan, neef, nu heeft 'Kraschowitz ook geen lust op de boerderij te blijven, ©n daar men toler dn Tribe-rg mijn goed en teeder hart kent, wendt -hij zich! tot mijotf ik hem wi'1 helpen, daan weg te komen". Maurus was verdrietig, hij schudde onwillig het hoofd. „Daan zijn toch in 't geheel geen redenen voor". „In (het getoeel niet, ©n als Wij' ook ditmaal nog toegeven, wil ©r ten slotte niemand) meer heen. De menjsctoen- hier zijn ©enigszins geneigd' tot weerbar stigheid). Bet 'spijt mijl, dlat mijn -medelijden mij er toe bracht het -jonge echtpaar te hulp te komen— zulke uitzonderingen zijn- niet goed." Wordt vervolgd!

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1