Alieneti Nitms-
yVoens^rg B Januari JS21.
64ste Jaargang. No. 674S.
UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAKEN.
Gemengd Nieuws.
FEUILLETON.
Donkere Schaduwen
SCHACE
Dit blad verschijnt viermaal per week /Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m. 8 uur worden Advertentiën
zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 5 cent. ADVERTEN
TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno
inbegrepen). Groote (letters worden naar plaatsruimte berekend
WAT DE NACHTEGAAI. ZONG.
Overgenomen uit do Telegraaf.
Mijn oom Zedekia do Bruyn, van den burgerlij
ken der Bruyns (zooais trouwens uit dit korte
verhaal overduidelijk bbjken zal) mijn oom Zedekia
de Bruyn dan zag zich zijn laatste levensjaren lichtelijk
vergald door het idee-fixe, dat hij, om de bij voorkeur
door hem zeiven gebezigde uitdrukking te citeeren,
dat hij altijd, zat in den hoek waar de klappen vielen.
Dit idee-fixe had zich ontwikkeld ten gevolge van een
reeks van kleine ongevallen, welke geenszins van zoo
danig gewicht waren, dat er reden was ze toe t©
schrijven aan een noodlot, dat hem zou vervolgd hebben
do waarheid is, dat, indien mijn oom Zedekia de
Bruyn niet zoo burgerlijk geweest ware als hij was,
indien hij dus wat meer savoir-vivre hadde gehad,
hij zeer zeker in staat geweest zou zijn de onaange
name uitwerking van die ongevallen te niet ta doen
en te neutraliseeren op hetzelfde oogenblik dat ze hem
overvielen. Maarhij bezat dat savoir-vivre nu een
maal niet.
Daar hij echter allerlei andere rijkdommen in over
vloed bezat, was er voor ons geen reden om hem te
gen te spreken, en gaven wij hem naarstig, en tot zijn
groote vreugde, getrouwelijk toeja ja, oom', u zit toch
maar in den hoek waar de klappen vallen, zij 't
oofc idat 't ons somtijds moeilijk viel zijn niet zeer
gedistingeerde wijze van spreken over te nemen.
Zijn vrienden evenwel, die geen toekomst meer
voor zich hadden, en die zich overigens niet door fa
milie-banden aan hem gehecht voelden, zooals wij (want
al was hij jdan van den burgerlijken tak der de Bruyns
hij droeg toch den naam die een deel van den onzen
was, en dat schiep voor ons naast toekomstige rechten
óók plichten), zijn vrienden, die, „mannen-van-zaken'"
als zij waren, een gansch andere beteakenis hechtten
aan het begrip „klappen" dan mijn oom, die al jaren
„uit" de zaken was al ging hij nog eiken dag naar
stad zij wilden hem nooit toegeven, in zijn idee-
fixe, en plachtten hem nadrukkelijk te betwisten, dat
hij, nota bene, hij, de Bruyn 1 zou zitten in
den hoek waar de klappen vallen.
Daar hij echter meermalen wat hij dan noemde
zijn „zaken-vrienden" bij zich „buiten noodigde, en,
zooals 't heet, een goed glas wijn schonk, kwam er
een compromis tot stand, waarbij de vrienden verklaar
den, dat, al zat mijn oom Zedekia dan ook niet in den
hoek waar de klappen vielen, dan toch „zijn boterham
altijd op den gesmeerden kant viel". (Weer een van die
uitdrukkingen, welke 't tpns ietwat moeilijk maakten ons
in mijns ooms kring te bewegen met de vlotheid welke
met net oog op de toekomst wel gewenscht scheen).
Ben van de voorvallen welke het idee-fixe van mijn
oom veroorzaakten, wenschte ik hier te verhalen.
Zooals meer 'burgerlijke lieden had mijn oom* een
ccnigszins benepen trots voor alles wat zijn tuin betrof
en Nvat in zijn tuin groeide. Zoo kwam hij er vaak
toe zijn stadsche vrienden te noodigen op „de eerste
nieuwe aardappelen", „op de eerste jonge groenten",
op „de eerste moerbeien de „eerste perziken tel
kens als zijn tuin weer iets niéuws had voortgebracht,
moesten de vrienden komen om zijn trots daarover te
streelen en te vergrooten. Eh toen! 't eens al wat laat
in 't najaar, 'gebeurde, dat zijn tuinman hem 's avonds
tijdens zijn uigesliewandeling door zijn tuin, opmerk
zaam maakte op het gekweel van een nachtegaal in de
struiken op zij van net koetshuis toen voelde hij
ineens dien. nachtegaal als een nieuwe, 'althans nog
niet besefte, verdienste van zijn tuin, en hij nam zich
onmiddellijk voor er den volgenden aag met zijn vrien
den over te spreken en hen binnenkort te dineeren te
vraagen, om aan 's avonds den nachtegaal te hooren.
Nu wilde het ongeluk, dat juist den volgenden dag er
eenige onstuimigheid was op de beurs, waardoor mijns
ooms vrienden, en ook hijzelf zoo werden bezig ge-
26 nathaly von eschstruth.
(De dokter kwam, vondi die toestand der zieke
veel erger en baalde radeloos de schouders op.
.jue zwakte vami vt hart is zoo (groot. Als zij' maar
slapen kon. In elk (geval moet er voortdurend1 bij
haar worden gewaakt".
En bij sctoreief baar nog eens. een nieuw igenees-
maddiel voor, bet sterkste dat bij ooit gaf.
n rijdende bod Ie baalde bet uit Tiran wo, en toen
bij terugkwam, stond 'gravin Jorièd© aan de deur
van bet park en nam hem die poèdlers af.
„Geef vlug bier ik wacht reied's op u met angst
en zoirg.
En toen ginlg zij 'snel bet slot binnen. Maar eerst
snelde. z,ij na-ar bare kamer, sloot de dieur en ging
met koortsachtige baaist -aan bet -werk. Voorzichtig
maaikte zij de poedérs open, verruilde den inhoud
er ivan voor gestootien suiker en een beetje loogzout
en 'maakte- ize 'zoo handig weer dicht, dat zelfs een
geoefend oog niet kon ontdekken, dat zll reeds ge
opend wtar en.
En. 'Margjaireta was -zoo argeloos, en zij kende nog
zoo Weinig medicijnen zij bad ook al de andere
poeders, die Jorièd-e reeds op dieze wijze vervalscht
had, de zieke- toegediend zonder achterdocht te
koest/eren. Een booze, wreede glimlach speelde om
d-e lippen der Fran^aise.
Zij nam de 'doos-, snelde zacht die trappen' af en
zette. zich. haastig neer. op een der eikenhouten zetels
van die viestilbule.
Zij belde en Frederik verscheen.
„Breng ze' snel- naar hoven;, Fred'eriik, ik kan niet
meer ik ben zoo 'haastig door 't -park geloopen, en
mijn voet doet nog, een beetje pijn
,,-Q, de genadige gravin, is ook al te bezorgd' voor
mevrouw ide barones!" preies de oude1 mmn baar
vriendelijk en ging haastig de trap op.
De inspector Dalhne kwam de vestibule binnen en
snel-de verheugd dé gravin, tegemoet.
„Zooeven dacht ik nog: als gij' de genadige gravin
toch (maar e-en® zaagt!" riep hij toet een eerbiedige
."t 1 0191 w,eer met voet? Nu
SmSSS? u veI'e ®T'°l&ten van. Kraschowitz
overbrengen'! Hij wilde gaarne persoonlijk komen,
maar de gravin kom immers dien da» niemand; ont
houden. dat de nachtegaal en de uitnoodiging verge
ten raakten. Het duurde ©enigen tijd voordat da kalmte
was hersteld, en zoo was het eerst een wéék of drie
later, dat mijn goede oom zich 's middags, op de Groote
Club, nadat men uitgepraat was over „het nut van
zoo'n beetje roering op de beurs", plotseling zijn nach
tegaal en zijn plannen herinnerde. En om t niet weer
te vergeten, noodigde hij dan maar meteen de vrien
den voor drie dagen later. E n's avonds na tafel drukte
hij den huisknecht op het hart toch vooral volgenden
Dinsdag voor een goede tafel te zorgen. Want, legde
hij uit, de heeren komen Dinsdag, om den nachtegaal
te hooren, en dan moet 't een beetje gezellig zijn.
De nachtegaal, meneer!? had de man ietwat
verschrikt gevraagd.
y- Ja, de nachtegaal, Is dat zoo gek'? Enfin, je zorgt,
dat de boel in orde is, hé.
Nou,, als meneer d'r op staat Ik zal er voor
zorgen.
Maar 's avonds was de huisknecht verschrikt naar
den tuinman geloopen om te overleggen „wat-ie daar nou
mee an moest". Meneer had zijn vriendiein gevraagd
om den nachtegaal te komen hooren, en de nachtegaal
zong al een dag of veertien niet moer. 't Was te laat in
't seizoen geworden....
De tuinman heeft 't ttnij later verteld hoe 't gegaan is.
„Ziet u, jonker, uws oom die sting er zoo op dat de'
heeren zouden komen om den nachtegaal te hooren,
en hij had ze nou eenmaal daarvoor gevraagd, en
zoo docht ik dat ik er toch wat op vinden most. Nou
had ik 's Maandags op de markt in de stad wel eens
een man gezien, die alle vogels kon nadoen alsof 't
zoo echt was. Weet je wat, docht ik, 'k waag 't er
op. Maandag daarop ga ik naar de stad, en vind
mijn man. Ik spreek met 'm af, dat-ie volgenden dag
buiten komen zal om voor nachtegaal te spelen. Ik
doch zoo 'm in een dichten boom te laten klimmen
en als de heeren dan goed getafeld hadden, dan mor-
ken ze d'r niks van.
Dinsdag kwamen dan de gasten en 't diner was
goeden geanimeerd, zooal 't altijd fras bij mijn oom
Na 't eten ging 't gezelschap in den tuin, er kwam
voortreffelijke koffie met wat daarbij behoort, maar
de nachtegaal kwam niet. Mijn oom, wat bedremmeld,
liet den tuinman roepen, en vroeg hem, voorzichtig,
zoodat men 't niet hooren kon, hoe 't nu zat met
dien nachtegaal.
Ja, kijk eens hier, meneer, 't ls al wat Ver in
't seizoen, endan zingt-ie wat later, zoo met de sche
mering.
Mooi zoo, maar hif zingt dan toch
Vast meneer. Ik het» gisteravond nog naar 'm staan
luisteren.
Zoo bleef men nog wachten, aanvaardend de verklaring
van jion tuinman, door mijn cfbm aan de vrienden
overgebracht. De likeuren waren goed.
Toen 't dan eindelijk goed schemerde, liep de tuin
man onder den boom door, waarin de zang-kunstenaar
verborgen zat, en gaf 't met dezen afgesproken teeken.
En in den stillen lente-avond brak plotseling ergens
boven uit een boom een fel geluid:
Heeren en dames, zoo zingt die nachtegaal!...
en daarop volgde een gietbuit van schel gekwinkel en
Zie Je wel Jongen, ze! mijn oom naderhand,
toen hij bekomen was van de opheldering van den tuin
man en de grappen van zijn vrienden, zie je wied,
dat ik altijd in den hoek zit waar de Klappen vallen....
Ch. A. Buisson de Bruyn.
ECONOMISCHE CRISIS IN ENGELAND.
In een correspondentie uit Londen, 31 December
lezen wij in de Nieuwe Grt. j
Suiker kostte een jaar geleden 8 stuivers het pond.
In Maart 1920 steeg de prijs tot 10 st in Mei tot
14 st., maar op 1 November daalde de prijs tot 12
vangen. Gij weet todhi, -diat de administrateur plot
seling! onzen Knaschowltz naar de nieuWe boerderij
heeft gezonden? Eten© rechte dwaasheid/ wer
kelijk ©ene dwaasheid
Jo-rièd© ivileil toem in, de redle. „Ja, beste inspector,
ik bieb er van. geboord en toen ook (verbaasd. Jiaan-
rmer dat ik meneer Kractoowite niet vaarwel kon
zeggen maar gij weet ik lag toen
Datone zag haastig oimi zich been en kwam dan
vertrouwelijk nadien.
„Die arm© jongen was geheel buiten, zich zeiven,
heéle'maal wanhopig, toen blij bevel kreeg, en heeft
den administrateur toiji toeimiel en bel bezworen, hem
bier te laten blijven, maar te vergeefs. Gij weet, die
'Streng© beer is 'verschrikkelijk kort aangebonden,
en het zou ook niet veel hebben geholpen zich tot
mieneer den baron t© wenden, die- wil immers voor-
loo-pig van bet geheel© toestuur niets weten, maar
eerst ©ens uitruisten en gelzond Worden".
De spreker zag de 'jonge damie vol verwachting
a-an/, maar zij haalde de schouders op en stond1 op.
„■Ik geloof ook, dlat mijn neef zich niet om het be
stuur bekommert. Miaan, mijn hemel, waarom is
Kraschowitz 'zoo |b|ui't)fen izi-ctoJze^ven? Met istoch
•hoogstens ivoor een paar weken".
Dabne knikt et .^Eh toch vallen zulk 'een -paar we
ken een jongen man wanhopig lang. Kraschowitis is
een vreemd menscto, men toegrijpt hem niet recht,
maar ik geloof, 'dat de eenzaamheid vergif voor
hom is, w-ant zijn© .sombere geslotenheid vind' ik
onnatuurlijk.
Hij is ©en van 'die gevaarlijke stille wateren,
welke diepe gronden biebtoen; als zij' oVerstroomien,
is bot om dooid en verderf te brengen. Hier was bet
reeds veel te eenzaam voor hem, op 'die afgelegen
boerderij is het in 't geheel niet 'goed1 voor hem,
dat woelt hij- zelf, en daa-rotml" de inspecteur kwam
nog nadien „laat hij, d© genadige graJvin dringeuid
verzoeken bij- dien administrateur ©en machtwoord
te spreken. hij wil ook aan- ulwe genade schrij'vien
en er zelf nog ©ens om verzoeken"".
iJorièd'e had zich op dl© lippen gebeten, haar eerst
zoo- afwijlzend en trots opgericht hoofd had.' zich
plotseling schuw gebogen.
JHjji is ©en van die geivaarlij-ke stille wateren,
als zij ov-erstroomeni, brengen zij1 dood en verderf".
Die woorden- deden haar ineenkrimpen, zij voelde
weer den ruiven, ijzeren greep, waarmede K-urt
haar arm had gevat zij zag zijn© wilde, dreigende
oo-gen
.„Zeker, toast© inspector!" zedd© zij- zeer zacht en
vriendelij-ki, „ik izal natuurlijk alles in "t werk stellen
stuivers en op 29 November tot 10 si Binnen een dag
of twee zal de prijs van suiker in Engeland weer 9
st zijn. Een interessante boog, bijna een volledige kring,
en syrdbolisch van wat ook op ander gebied in de
economische wereld zou gebeuren, indien tegenstroo-
mingen de groote ebbe der prijzen niet momenteel kwa
men vertragen.
Want de prijs van de suiker wordt nog vastgesteld
door de Koninklijke suikercommissie. Voor andere pro
ducten is de prijs van den groothandel reeds aan
't dalen, terwijl de winkeliers nog onwillig zijn, in
die richting mede te gaan. Het is natuurlijk zeer be
grijpelijk, dat zij weinig lust voelen, om waren die
zij op het oogenblik der grootste duurte insloegen, nu
zonder winst, of zelfs met verlies te gaan verkoopen.
Toch zullen rij er zich bij moeten neerleggen. Alom
krijgen zij den raad: „cut your losses", verkoop nu,
met wat verlies, breng er bij het publiek da kooplust
weer in, tenslotte, zal dit voor u voordeeliger wezen.
Bij bakkers en fruitverkoopers, die uit den aard
van hun bedrijf nooit groote voorraden inslaan, kan
men reeds het merkwaardig schouwspel van maxi-i
mumprijzen, aanschouwen. Dat elders, ook waar geen
prijzen meer dóór de overheid worden vastgesteld, de
prijzen van den kleinhandel nog niet dalen, is voorna
melijk het gevolg van de spilzucht 'der Kerstvacantie.
De Engelschen zijn nu eenmaal geen spaarzaam)
volk. Daarvoor hebben zij een te langen traditie van
welvaart en bezuiniging is voor hen een allermoeilijkste
praktijk. Ik heb u reeds beschreven, hoe het winkelen
voor t .Kerstfeest ongestoord zijn gang ging. Natuurlijk
blijft daardoor de prijsdaling achterwege.
Doch dit is slechts voorloopig. Tegen het eind van
Januari wordt een algemeene daling van voedselprij
zen verwacht. Een daling, die merkwaardig is, maar
waar men het blijvend gevolg niet kan overzien, kan
men bij de winteruitverkoopen waarnemen. Lang van
tevoren aangekondigd besproken, voorbereid, zijn de
uit verkoopen in de ellegóecfwinkéls en in de groote
galanterieën, ondergoed en confectiewinkels in het West-
End een gebeurtenis van belang. Twee bijzonderheden
kenteekenen de uitverkoopen, die gisteren begonnen.
De eerste is, dat de koopjes Iveel, veel voordeeliger zijn
dan bij vorige gelegenheden. Men kan moeilijk betwis
ten ,dat dit met de algemeene prijsdaling verband houdt.
Vervolgens is er ditmaal een ongemeen groote toeloop
van kooplustigen. De „sales" rijn gewoonlijk1 een uitje
voor de vrouwen. Maar nu riet men heel wat mannen
in de wachtende rijen. Men kan er van op aan, dat
ra al deze inkoopen het publiek 't weer gemakkelijker zal
vinden, op de prijsdaling te wachten. Hetgeen die da
ling wel wat minder aarzelend zal maken.
Over de oorzaken der algemeene malaise had ik
het reeds in een vorigen brief Van de crisis zelf vindt
men in de bladen voortdurend nieuwe voorbeelden;.
De depressie in de katoenindustrie in Manchester en
Lancasnire is geweldig. „Gedurende 10 dagen heb ik
personen die zich met de fabricage van katoengoed be
zighouden, bezocht", schrijft een correspondent van de
Times, „en ik kon er met in slagen één enkelen opti
mist te ontdekken."
In verband met de crisis, hoewel enkel op onrecht-
streeksche wijze, staat ook het zielig geval van de Far-
row's Bank. Door haar stelsel om ook voor Ioopende
rekeningen rente te betalen, had deze Bank er duizenden
kleine luyden toe bewogen, haar hun geld toe te ver
trouwen. Beter ingelichte menschen zakenlui vooral 1
die zooi-ets niet pluis konden vinden, werkten natuurlijk
uitsluitend met de grootere, bezadigder instellingen!
Maar deze laatste waren juist voor menschen met wei
nig reservegeld niet zeer welwillend. En postgiro heeft
men hier niet
Juist voor Kerstmis kwam het nieuws dat Farrow's
Bank haar betalingen staakte, in heel wat eenvoudige
gezinnen de feestdagen bederven. Ik kén een weduwe
met twee kind-eren, die haar chèqué's voor huur (drie
maanden), belasting en allerlei andere rekeningen ge
schreven en verzonden had, den dag voor het nieuws
om Krasctoowitiz terug te (balen* toet spijt mij' oellve
imlmers ook, want de jonlge man ,wajs steeds zeer
vriendelijk voor mijl. Schrijf duet toem als 't u belieft
terstond
Jfk rijd straks naar die boerderij, gtra/vin!"
■>yZoo, de® te toeter! 'Breng toean dian ©en toartelij-
ken groet van anij, en ik -zal' alle toefboomlen in be
weging brengen-. Maar toüji kent de stijf koppigheid
van den administrateair, wie weet, of ik iiets kan uit-
ridhieni! Ik ga in 'de eerstvolgende dagen- iz elven' naar
de (boerderij en zal Kraschowitz dian zelve 'spreken.
Zeg hem dat en nogmaals vel© (groeten!"
De insipector maakte verheugd' ©ene buiging, en
de joiiige diame kndlkta toiem zeer welwillend toe en
ging naar toet terras.
'Een oogenblik staarde Jorièd-e voor zich uit zij
overlegde en (hare hersenen arbeidden sn©l.
Een ironisch* tevreden glimlachje speelde om to'aar
lippen.
Mauru® -zat op toet terras te lezen. Verheugdl stond
(hij «op én begroette de niadectkomende.
„Ho© Ih'eerlijik, waarde nktot, dat uw voetje u 'nu
weer moet 'gehoorzamen", zeide bij glimlachend.
„iNn komt er zeker een eind© aan; mijjpje eenzame
•diners".
„Juist daarom kwam' ik (hiern, zeide zij met eéne
allerliefste gawiictotiglheid en ©en paar 'angstige
groote oo-gen. „Maar ik (héb er nauwelijks den moed
•toe, n om toet buitengewone -te verzoeken
l(jMaar waarde nicht!"
Joriède nam tegenover hem plaatsi, de zachte
plooien van haar elegant toilet kwiatoen goed uit bij
de groen© ranken Van den muur, waartegen zij haar
stoel had geschoven'.
„Als gij er nadeatoamd) ook zoo vriendelijk uitziet
als nu* wil ik todieetoten", coqu-etteerdle zij met sctoalk-
sdh.e bekoorlijkheid: „(Luister óois! tJwe koanst ver-
rastte ons (hier dat weet gijl".
„Ik -hoop, dat het een© prettige verrassing was?"
Haar blik zag plagenldi tot hem op, zij haalde de
schouders op: „Wliji waren 'volstrekt niet op twiee
huishoudingen ingericht
„,01"
.(Doordat tante- zpo-v-eel pieker werd, is toet werk
der bedienden in 'den laatsten tijd nlog vermeer
derd
'Zijn glimlachend 'gezicht rw-erd- ernstig. „Werke
lijk? ik kwam u dbs ongelegen'?"
„Volstrekt niet, maar gij moet rekening houden
met de omstandigheden en (het voor lief nemen, u
een beetje te schikken-, bpste neef!"
j,'Ik begrijp u niet stel ik t© veel eisohen?"
van de krach. Geld voor de Ioopende uitgaven voor
de Kerstdagen wilde rij den volgenden dag gaan halen.
Toen rij aan Het branche-kantoor aankwam, zag rij
een troep menschen met ontdane gezichten naar een
bordje kijken, waarop stond„payment suspended". Toen
rij de beteekenis der ramp begreep, ging rij moedeloos
naar huis. En daar kreeg rij gedurende de volgend*}
dagen een voor een al haar chèqué's gedishonoreqrd
terug. Nu zit rij diep in de schuld, en het zal maanden
duren eer rij den slag te boven is.
Er is sprake van om een nationale inschrijving ten
bate van de slachtoffers te openen. Wrik' gedeelte van
hun geld zij zullen terugkrijgen, weet men nog niet. En
daar zal in ieder geval heel veel tijd mee gemoeid zijn.
Het bankroet is indien de beschuldiging door
de rechtbank erkend wordt het gevolg van malversa
ties door den directeur en eenige medeplichtigen ge
pleegd. Zij zijn reeds achter slot en grendel. Doch al
is dus de crisis niet rechtstreeksch de oorzaak der
catastrofe, toch is zij 'de aanleiding. Want indien de
geldwereld het niet onmogelijk hadden gemaakt, genoeg
gereed geld te vinden, om den waan voort te zetten,
dan hadden de zaken nog geruimen tijd hun gang kun-
Over de Werkloosheid dat onmiddellijke gevolg van
de economische crisis, in dezen brief enkel dit: de
eerste-minister staat in rechtstreeksch contact met 'de
vertegenwoordigers van beide rijden. Beslissingen kun
nen niet lang meer uitblijven.
DE FABRIEKEN VAN FORD EN EDISON GESLO
TEN.
Volgens een bericht imn die „Chicago Tribune" uit
Detroit, dat wij tot nadere bevestiging (geheel ivoor
rekening, van dit blad laten, zijn de autofatoriékeu
v.an Ford tot 1 Februari gesloten, wegens gebrek iaan
bestellingen-. Ook de Edison. iP-honograaffab-rielken te
East -Oran-ge zouden het bedrijf voor onbepaalden
tijd hebben stopgezet.
Te Fall River hebben zes vakvereenigingen van
arbeiders in de textielindustrie toegestemd in een
loonsverlaging van 22^ pet., ten-eind© d© voortzet
ting van het bedrijf -mogelijk ta maken.
EEN WINDHOOS.
Uit Buitenzorg wordt dvd: 22 November aan de
„Java-iBode" gemeld:
J.L Zaterdagmiddag -viel op de onderneming „Tji-
kopó" omstreeks 4 uur middags een indruk wek
kend natuurverschijnsel waar te nemen, dat intus-
scüen fatale gevolgen na zich sleepte. Een gewel
dige windhoos woedde over een afstand -van «onge
veer 2 K.M. over het land* alles vernielende, wat zij
op h-aar weg ontmoette.
Vanuit toet administrateursh-ui® wais itoet ontstaan
duidelijk waar te nemen; ©en ontoeilapellend gebruis
werd uit een nabij- gelegen ravijn, vernomen, totdat
langzaam -de tientallen meters boog© wervelend© 'ko
lom ontstond, die zich daarna snel verplaatste in de
richting, van de Poentjak, hoornen afknappend©, bui
zen uiteen rukkende, waarvan de onderd'e-elen -met
duizelingwekkende vaart in draaiende beweging in
de zuil van wervelende lucht naar boven- werd ge
slingerd.
De dessa-toewoners, die toet gevaarte hadden zien
naderen, vluchtten d-e sawato's- op, zoodat wonder bo
ven -wonder geen dooden- vielen en slechts enkelen
licht werden gewond.
Echter werden 49 buizen totaal en ©en 20-tal ge
deeltelijk verwoest* terwijl alle vruobtboomen en
tallooze albizza-booanen in d'e theetuinen, waar de
hoos langs streek, reddeloos verloren zijn. In de ad
ministrateurs-woning w-erd -een angstig half uurtje
doorleefd, doch gelukkig nam de lugubere bezoeker
zijn weg er langs, zoodat ook de zeer -dicht bevolkte
dessa's in d'e onmiddellijke nabijheid -ervan' ge
spaard bleven. Intusscto-enj blijft de materieel© scha
de zeer gfoot.
(ZIJ bood toean met bevallige vriendelijkheid! de
-hand. „Neetmi toet niet kwalijk* baron; j-a, dat doet
gij,! He-t 'diubb-el klaarzetten! én- bedienen' is ©en groote
last voor de dienstboden, want de keuken ligt afge
legen in toet sousterrain van -den zij-vleugel
„Maar nu eten Kvtiji immers weer samen".
„Waarlijk? Tante is zoo ziek, dat zuster Margai-
reta haar geen oogenblik meer verlaten 'kan. Zij kan
onis drus aan tafel niet meer gezelschap houden, ien
gij, mo«et toet goedi- of kwaadschiks met mij- alleen
voor lief nemen".
■Maurus maaikte onwillekeurig ©ene snelle bewe
ging. Deze mededeeling deed hem pijnlijk aan, m-adr
de spreekster ging met 'n scherp oplettenden blik
voort, zulk .©en tête-a-têta vind ik niet formeel .en
correct, geëerd© neef-, dat kunt gij; gelooven, maar
wat helpt dat? Fk -schik mij' in- de omstandigheden.
Evenwel heb ik een uitweg gevonden. De oudé, eer
biedwaardige -juffrouw IBusctomann, tantes factotum,
;za«l in 'die plaats van den tweeden bediende biji het
buffet staan1 ©n zoo- ook ©enigszins voor ctoamperon
spelen
(Baron von Ttounigen sprong op. „Maar natuurlijk!
Ik verzeker u, waarde nicht wij zijn 'hier en fa
milie, en als bet niet anders kaïn, ik tooop, dat gij
u zonder bezwaar onder mijne ridderlijke bescher
ming stelt'". Hij sprak even beleefd als altijd, maar
op zijn- voorhoofd lagen, -wolken!, en bij was niet ge
noeg coaneddamt om- zijne teleurstelling over het weg
blijven van Mnngarettoa te kunnen verbergen.
«Joriède nam hem met een loerenden blilk op. Zij
trioimlf eerdé.
Na nog ©en paar Woorden over én weer te hébben
gewisseld, hief zij plotseling het hoofdje op.
„Denk -eens aan, neef, nu heeft 'Kraschowitz ook
geen lust op de boerderij te blijven, ©n daar men
toler dn Tribe-rg mijn goed en teeder hart kent, wendt
-hij zich! tot mijotf ik hem wi'1 helpen, daan weg te
komen".
Maurus was verdrietig, hij schudde onwillig het
hoofd. „Daan zijn toch in 't geheel geen redenen
voor".
„In (het getoeel niet, ©n als Wij' ook ditmaal nog
toegeven, wil ©r ten slotte niemand) meer heen. De
menjsctoen- hier zijn ©enigszins geneigd' tot weerbar
stigheid). Bet 'spijt mijl, dlat mijn -medelijden mij er toe
bracht het -jonge echtpaar te hulp te komen— zulke
uitzonderingen zijn- niet goed."
Wordt vervolgd!