Alieieen Bisms-
Mrattntii- Lmilniillii
LENGHAUS
Fa. SPAANDER Co.
Zaterdag 16 Januari 1921.
Sf
64ate Jaargang. No., 6766.
UITGEVERS: TRAPMAN CO., SCHAGEN*
EERSTE BLAD.
Cursus „Veredeling van Landbouw
gewassen" te Wierlngerwaard.
HEERENKLEED1NG.
HEBT U DE LAGE PRIJZEN AL
GEZIEN BIJ
te Winkel en
Hoogwoud
Alkmaar.
Ingezonden Stukken.
Plaatselijk Nieuws.
cou
Dit blad verschijnt viermaal per we.ek .Dinsdag:, Woensdag, Donder»
,iag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8 uur worden Adverientiën
zoo\eél mogelijk in het eerstnitkomend nummer geplaatst.
POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.55. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN
TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno
Inbegrepen). Groote (letters worden naar plaatsruimte hèrekend
dit nummer bestaat uit drie bladen.
2e VOORDRACHT,
/door -den heer S. Smeding, Rijkslandbouwcontsui^nty
te Schagen.
(12 Jan. '21.)
Alvorens over te gaan tot de bespreking, hoe de
landbouwgewassen dan wèl te verbelieren (veredelen)
zijn, dient hier eerst een en ander omtrent de voort
planting van onze cultuurgewassen te worden meege
deeld. We zullen dit doen aan de hand van een paar
voorbeelden.
Wanneer in een gewas rogge een aar tijdig zoodanig
wordt ingehuld, dat geen vreemd stuifmeel kan binnen
dringen, zaï van vruchtzettiilg en dus van korrelvor-
ming geen sprake zijn. Doet men, hetzelfde bij een
gewas tarwe, dan zal blijkem dat .hier wel bevruch
ting,en ten gevolge daarvan korrelvorming heeft plaats
gehad.
Bii rogge is het dus noodig, dat stuifmeel van
een ahdore plant wordt aangevoerd (gewoonlijk door den
wind), waarna bevruchting optreedt. We noemen rogge
dan ook een tverphchte) k r u i s b ep t u i v e r.
Bij tarwe daarentegen wordt de bevruchting tot
stand gebracht door ,het eigen stuifmeel, waarom tarwe
2felfbestuiver genoemd wordt.
Tot de groep van de KR UISBE STUIVERS behooren
behalve rogge, ook koolzaad, mosterd-, kar-
wij, blauwmaanzaad, vlas, bietem kla
vers e.a.; tot die van de zeffbestuivers behalve
de reeds genoemde tarwe, ook gerst, haver, ka
nariezaad, erwten, boonen en andere.
Wel is het natuurlijk mogelijk om kunstmatig
bij de tarwe, gerst enz., dus bij onze zeifbestuivers,
stuifmeel van andere variëteiten op de stempels te bren
gen en daardoor kunstmatig kruisbestuiving te veroor
zaken. We komen hierop bij de bespreking van de
kruising nador terug. Ook schijnt bij ae zelibestuivera
bij wijze van uitzondering wel 'eens een enkele maal
kruisbestuiving op te treden; tenminste bij de zooeven
genoemde granen en ook bij boonen is dit geconstateerd.
Van practische beteekenis fs dit evenwel niet.
Het behoeft geen nader betoog, dat de veredeling
van de gewassen en de kans deze zuiver te houden!,
ten nauwste verband houdt met de zooeven besproken
wijze van bevruchting.
Bij de behandeling van de veredeling, die thans kan
volgen, zal dit voldoende duidelijk naar voren treden.
DE VEREDELING DER LANDBOUW-
GEWASSEN.
De verbetering van den landbouw heeft in de laatste
kwart-eeuw vooral plaats gehad i,n de richting van de
techniek van hét bedrijf. £>e gronden woraen beter
bewerkt, er zijn. goede machines gekomen voor het
zaaien, de verpleging en het oogsten van hot gewas.
Er is een beter inzicht gekomen omtrent de bemesting,
die vooral ook door de aanwending van de kunstmest
stoffen meer rationeel kan zijn.
i Toch is misschien aan deze technische verbeteringen
van het bedrijf wel eens. Wat te eenzijdig aandacht
geschonken en is het daarom een gelukkig verschijnsel,
dat tegenwoordig niet alleen .meer en meer aandacht
geschonken wordt aan het verkrijgen van deugdelijk
zaaizaad en poolgoed, doch ook dat oude inheemscho
landrassen Wftrden vervangen door andere, meer
productieve variëteiten. Deze, in 't algemeen door ver
edeling verkregen rassen noemt men cultuurrassen.
Het verkrijgen dezer rassen is hel doel van de ver
edeling der gewassen.
Nieuwe, betere cultuurrassen kunnen volgens twee
methoden worden verkregen en wel door veredeling
in het ras, en door kruising.
A. Veredeling in het ras.
Een ras van het een of andere cultuurgewas, dat In
een bepaalde streek inheemsch is, dat steeds door op
de gewone wijze gewonnen zaaizaad is vermenigvuldigd
en waarop dus nooit (eigenlijke veredelingsmethoden zijn
toegepast, noemt men oen landra's. Uit het voorai-
gaande is reeds duidelijk gebleken dat een veld mejt
planten, behoorende tot zoo'n ras, hoewel bij opper
vlakkige beschouwing een gelijkvormige indruk makend,
dikwijls niet onbelangrijke verschillen tusschen de ver
schillende planten vertoont. Wij bedoelen hiermede de
modificaties, veroorzaakt door het verschil in uit
wendige omstandigheden, die voor de planten op één
zolfde veld steeds bestaan. Er bevinden zich m de
landrassen- hierdoor dus steeds krachtige em minder
krachtige individuen en het ïs hiervan dat door kwee
kers getracht is gebruik te maken voor de veredeling.
Niet zelden evenwel bleek, dat het ook mogelijk
vms uit een landras planten te zoeken, die door een
of ander bijzonder kenmerk meer or minder van do
andere afweek. Het was zeer voor de hand liggend dat
door het uitzoeken van de meest gewenschte planten
*e ™rm*riigvu ldigen, getracht werd een ver
edeld ras te krijgen met een hooger productievermogen.
De eerste kweeker, die. dit principe in toepassing
heeft gebracht, is H'allet te Brighton in Zuid-Engo-
land geweest, die in 1857 en volgende jaren een aantal
aoor hem veredelde rassen van tarwe, haver en
gerst in den handel bracht. Door vele latere kwee
kers tot op heden is de methode van Hallet, in tech-
ruschc bijzonderheden moer of minder gewijzigd, ge-
-rrfeoering VAN DE SELECTIEME
THODE VAN HALLET.
Door Hallet werd uit een graanveld de volgens zijn
meening beste plant uitgezocht, waarvan hij weer ae
Deste nar of pluim nam. De korrels hiervan werden
uitgezaaid op een veld, dat goed bewerkt en zeer zwaar
ucmest was ©n werd de afstand tusschen de afzonderlijke
«few! zcet* n"m .genomen. Uit dit veldje werd weer
e Deste aar op pluim afgezonderd, hiervan weer de beste
aar of pluim genomen enz.
?*?nd worden, dat Hallet ongetwijfeld suc-
21 ,met deze werkwijze, zeker is het, dat
vitw»in n^1 kS! gebrach,e op den duur tegen
H«nü' P1 ,ons 'te verwonderen, want wat
,.noemde' behoefde het niet te
«Un, daar zijn beoordeeling grootendaals gegrond was op
kenmerken, veroorzaakt door buitengewoon gunstige In
vloeden der uitwendige omstandigheden.
Daar alle door Hallet verbeterde rassen van slechts
één enkelen korrel afstammen, hieeit men zijn wijze
van werken de stamboom-teelt of pe<ligroei'
teelt genoemd. t
Latere kweekers hebben de Hallet'sche methode
zeer sterk gewijzigd en wel
1. door de planten onder meer gewone omstandigheden
te kweeken;
2. door de aren of pluimen, welke het gewenschte
type vertoonde, en die meestal afkomstig waren van
verschillende planten gezamenlijk uit te zaaien.
De resultaten van aeze methode, die der massa se
lectie, liepen zeer uiteen. Door de onderzóekingejri
van verschillende personen (Johannsen, Nilsson, Hugo
de Vries) is hiervan de verklaring duidelijk geworden.
Hetgeen men n.1. gewoon was een ras te noemen
en als geheel te beschouwen, bleek dikwijls ©en ver
zameling te zijn van kleinere groepen, constante on
derrassen of e 1 e m e.n t a i r e rassen genoemd. .Wat
men dus een ras noemde, bleek dikwijls le bestaan uit,
zoo men dat wel noemt een populatie.
Alle individuen, behoorende tot een elementair ras,
bezitten, precies dezelfde erfelijke samenstel
ling. Vroeger meende men, dat het mogelijk was door
selectecren binnen zoo'n elementair ras, een eigenschap
langzamerhand erfelijk en constant te maken. Door de
latere onderzoekingen is evenwel aangetoond, dat men
uit erfelijk gelijk© individuen de erfelijke eigenschappen
door selectie niet kon wijzigen en dat hierdoor dus
geen nieuw ras, mot andere erfelijke eigenschappen
verkregen kon worden. Voor veredeling van de landras
sen, die dikwijls, populaties bleken te zijn, was het
©venwel noodig de elementaire soorten hieruit af te zon
deren. Hiervoor moet dus de stamboomteelt worden toe
gepast, doch tevens worden gecombineerd met deheoor-
deeling van de nakomelings|chap, om zoo
doende aie meest waardevolle soort uit het mengsel te
vinden.
Het zaai zaad-veredelingsinfetitun.t te Svalöf
(Zweden) heeft van deze nieuwere inzichten gebruik' ge
maakt en deze verbeterde methode toegepast, waardoor
het haar mogelijk geworden is zulke uitstekende resul
taten te verkrijgen met de door haar in den handel ge
brachte rassen'van tarwe, gerst en havier De Svalöf-
sche methode komt in het kort neer op het vol
gende. Uit oe landrassen worden alle- planten gezocht,
die in eenigerled opzicht van elkaar afwijken, m.a.w. er
wordt getracht vertegenwoordigers van alle in het land-
ras aanwezige elementaire rassen te vinden.
De zaden der gevonden planten worden ieder a f-
Z onder lijk uitgezaaid of uitgepoot; de planten
van deze perceeltjes worden beoordeeld op hare prac
tische waarde, door verbouw in vergelijking met andere
bekende rassen, totdat ten slotte met voldoende zekerheid
blijkt of er onder de verschillende typen één of misschien
meerderen ^zijn die in een of ander prach tisch opzicht onder
bepaalde omstandigheden uitmunten boven al t békende
Rassen op deze wijze verkregen ziin dus alle afkomstig van
ééne plant; alle individuen hebben (als zeifbevruchlens)
dus ook dezelfde erfelijke samenstelling waaraan geen
selectiemethode meer iets kan veranderen.
Ze behooren tot eenie „reine linie", zooals Johannsen het
uitdrukt. Deze veredelingsmethode heet „t e 11 in zui
vere lijn, of „stamboomteelt mei'beoordcc-
ling van de nakomelingschap".
Het uitzoeken van „eliteplanlm" uit een zuiver ras
kan dus geen rasverbetering meer tengevolge hebben;
wel verdient het natuurlijk voor kweekers aanbeveling
telkens opnieuw uit het constante ras typische individuen
als moederplanten te gebruiken, óm bierdoor een toe
vallige verontreiniging van het ras door vreemde bij
mengsels of ook natuurlijke kruisingsproducten (die zich
toch in zei fbestui vers af en toe voor kunne! doen) te voor
komen, terwijl ook mutaties (.plotselinge wijziging in den
erfelijken grondslag) zich kunnen hebben voorgedaan.
Voor 't Voorjaar komen wij met een schitterende
collectie stoffen.
Laat bij onB Uw kleeding maken.
le klasse coupeur.
St. Maartensbrug, 13 Januari, 1921.
•Mijnheer de Redacteur,
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van den
heer Blok verzoeken wij u bedeeld, ons antwoord in
uw blad te willen opnemen.
Met belangstelling, mijnh. B., hebben wij kennis (ge
nomen van den inhoud van uw verweer en voor de
2e maal waren wij geneigd medelijdend het hoofd te
schdduen. Evenals le voren s het ook nu weer ver
makelijk om te zien, welke wanhopige pogingen, .er in
het werk worden gesteld, de aandacht al te leiden van
datgene wat wii in ons verslag als juist opnamen.
Weet u nu werkelijk niets anders ter verdediging aan
te voeren dan het debitoeren van allerlei kinderachtig
heden en krenkende woorden aan liet adres van den
verslaggever? Of moeten alleen de hatelijkheden van
uw overkropt gemoed als bewijs dienen, dat wij geen
critische beschouwing kunnen houden over uw „hoog
staand" tooneelspel? Zoo ja, dan kunnen wij uw ver
weer met gerustheid bestempelen als „hoogst treurig"
en hebben wij in ons vorig schreven niet te veel ge
zegd, toen wij u den raad gaven uw licht eens op te
steken bn menschen die kunnen lezen en begrijpen.
Uw onbeholpen manier om te trachten wat krom is
recht te praten is waarlijk bewonderenswaardig. Wat
moeten wij in vredesnaam denken van iemand die
in z'n eerste betoog ons op hoogen toon tracht wijs te
maken, dat wij tot critiseeren onbevoegd zijn, terwijl
diezelfde persoon in z'n tweede verweer verklaar^ dat
de redactie niet van hem afkomstig is en (lach niet
lezer) dat hij slechts vluchtig naet den inhoud daarvan
bekend was. En deze persoonlijkheid wil nu nota-
bene den volk© verkondigen, dat wij niet met de strek
king van het stuk bekend zijn. Of ge nu al beweert, taijnh.
B.f dat gij niet de auteur zjjt van het ingézondftn
stuk, doet o.i. niets ter zake. U heeft het verweer, zon
der aanwijzing van uw secretarisschap, onderteekend en
dan dient ge ook als lid en medespelende mede dfe
verantwoordelijkheid daarvan te aanvaarden. Kunt gij
dit niet, dan is het beter dit verweerschrift een plaats
te geven waar het behoortin de prullenmand.
jWij waren juist aan dit gedeelte van ons schrijven
";omen, toen wij kennis namen van het ingezonden
.Jc van den heer Gerritsen, de propagandist in hel
opgevoerde tooneelstuk van het anii-militairisme, de per
soon ,die ondanks z'n treffende rede daarover, nog
wil beweren, dat ons verslag daaromtrent onjuist was.
Wij kunnen dus nu twee vfeigen in één klap nemen,
omdat de heeren wat boosheid, schrijftrant enz. betreft
vrijwel in hetzelfde schuitje terecht komen. Bij heit lezen
vragen wij ons af, of het eigenlijk goen onbegonnen
werk is onzen kostbaren tijd te besbeden aan perso
nen, die voor geen rede vatbaar zijn en die door allerlei
wondingen en kromme sprongen, om de zaak, waarom
het gaat, heendraaien. Toch willen wij op één zinsnede
de aandacht vestigen en wei deze: Een critieus gaat
nooit in op een verweer of betoog van den door
hem becritiseerden. Dus met andere woorden gezegd:
ge kunt den verslaggever uitmaken voor dief, ja des
noods voor moordenaar, maar zich daartegen verzetten
„niks hoor".
De heer Gerritsen, een van de leden van .,K,N.K."
van St Pancras, zegt het immers en dan hebben wij
dit, daarmede zijn we nu al genoegzaam bekend, zon
der meer te aanvaarden. Nu willen wij gaarne toege
ven, 'dat het voor den naam van de vereeniging beter
was geweest, als wij ons hieraan gehouden hadden,
maar, ziet u, mijnh. G., ook in deze houden wij er een
e'geh mocning op na. Wanneer men ons te na komt,
en voornamelijk op een manier, zooals dit met u en
den heer B. het geval, dan zullen wij ons trachten te
verdedigen en dit recht laten wij ons door niemand
ontnemen.
Moeten wij u verder nog zeggen, dat ge in het an
dere gedeelte van uw betoog geen enkel bewijs hejbt
aangevoerd,, dat ons verslag over uw uitvoering on
juist was. Wij achten de uitlegging daarvan onnoodig,
omdat het, dit is nu al voldoende bewezen, nutteloois
werk is daarover met u te polemiseeren. Bovendien
achten wij dit niet noodzakelijk, omdat het publiek van
St Maartensbrug, welke de uitvoering bezocht en den
inhoud van het stuk begrepen heeft, geheel aan onze
zijde staat. Trouwens een criticus heeft immers niet,
het recht zich te verweren, nietwaar, mijnh. Gerritsen?
Wat uw tekortkomingen op het tooneef betreft, willen
wij nog even op net Volgende wijzenDoor het
niet kennen der rollen bijde meeste personen kwam
het ons voor, dat mijnheer souffleur de hoofdrol ver
vulde. Het gevolg daarvan was, dat het mooie en aan
grijpende fllot jammerlijk in het water viel. Verder
zagen wij mevrouw de Generaalse flaneeren met een
kapsel op het hoofd, dat veel overeenkomst had met
een Siberisch hoofdtooisel. Bovendien was zij voor haar
ouderdom veel te jeugdig 'gegrimeerd. En vervolgens
heeren, welke vereeniging, die met aankleeding op de
hoogte is, laat nu een Ritmeester verschijnen gehuld
in een soldatencostuum met sterren en welk Rijk ter
wereld geeft z'n officieren in oorlogstijd een ïangei
sleep- or paradesabel in de hand en den Generaal een
steek op net hoofd? Komaan heeren, doet er uw voor
deel mee, en laat ons deze en andere tekortkomingen
op St. Maartensbrug niet meer zien. Wij hebben op net
gebied van tooneelspel hier te veel genoten om der
gelijke tekortkomingen niet op te merken.
Én nu, kranige verdedigers van ',,K. n. K.", het
lust ons niet, om nog verder een pènnestrijd met u
te voeren. Ge kunt er trots op zijn, dat ge met uw
nietszeggend betoog en verweer in geen enkel op
zicht iets anders hebt bereikt, dan dat ge den naam
uwer vereeniging naar beneden hebt genaaid op eén
maniier, die waarlijk geen bewondering afdwingt. In-
plaats van met bewijzen te staven, dat onze beweringen
onjuist waren, heeft u getracht, door 'allerlei scheeve
voorstellingen en hatelijkheden, zich van de zaak, waar
om het gaat, af te maken. Maar door deze schooljongens
achtige manier van doen is uw pleit niet gewonnen.
Wij, en daar gaat het om, hebben in ons verslag be
weerd, dat er op boeiende wijze propaganda wordt ge
maakt voor het anti-militairisme en daarvan dient ge,
zonder meer, bet tegenbewijs te leveren. Zoolang ge
hieraan niet hebt voldaan, zoolang zullen wij uw in-
sinueerenld en nietszeggend geschrijf beschouwen als
„hutspot", waarvan het geheim van de bereiding al
leen bekend is aaii de heeren' Blok en Gerritsen, maar
die jammer genoeg de capaciteit missen, -ze smakelijk
te maken.
U, mijnheer de Redacteur, dankend voor de plaats
ruimte,
Hoogachtend,
Uw dw.,
De Verslaggever
te St Maartensbrug.
En toen kwam de olifant met zfjn snuiten het
geschrijf is nu uit De Red.
M. de R.,
Ik verzoek u een kleine plaatsruimte voor het on
derstaande in uw blad.
Door het Gemeentebestuur van de Zijpe is in de
zitting van 30 November 1920 besloten, om van den
Rijkswaterstaat stortgronden in pacht 'te nemen, met
het doel om die stortgronden aan on- en minvermo
genden te verhuren. Aan zulke menschen. die zelf geen
land in huur hebben, om wat het bouwstort betreft, er
tuintjes van te maken om zelf hun winterprovisie te
telen. En wat het groenestort betreft, aan menschen
die in den winter graag een koe op stal hebben, of
die een paar geiten of zookits hebben, om er gras en
hooi voor te telen. en W. hebben de bevoegdheid
gekregen, om die stortgronden aan gegadigden te ver
pachten en hat een en ander zoo goed mogelijk te
regelen. Er heeft dan ook een oproep in de couranten
gestaan, dat een ieder die van die perceeltjes hebben
wilde, zich moest opgeven met het aantal sneezen
en waar hij het liefst zijn tuintje had. Maar wat blijkt
nu? Dat de uitvoering door B. en W. in 't geheali
niet goed is. Hier wordt hiet <le arbeider gebaat met
een goedkoop stuk bouwgrond, maar hier worden men
schen gebaat, di.e zelf eenige morgens land in gebruik
hebben, ja zelfs die al te veel land in gebruik nebben,
die hun eigen land zelf niet eens bewerken kunnen. En
de 'art>eiders kunnen niet eens "krijgen wat ze noodig
hebben. Ondergetoakende zelf heeft lö snees aangevraagd
en kan slechts 2 snees krijgen, terwijl anderen, die 10
morgen en meer in het gen ruik hebben, 20 snees en
meer kunnen krijgen. Er is er zalfs een bij, die een
geheel jaar door zeven koeien melkt op eigen land en
nu nog een klampje hooi Verkocht heeft, die persoon
kan een stuk groenstort krijgen om te hooien, terwijl
een ander ternauwernood zooveel kan krijgen dat hij
een geit een geheel jaar kan houden. Maar die per
sonen zijn zeker goede vrijenden of vermoedelijk fa
milie van onzen 2en Wethouder. Er zijn hier in de
Zijpe arbeiders die niet zooveel veld kunnen krijgen
dat ze hun winteraardappelen kunnen teilen. Ook heb
ik hooren zeggen., dat er voor het groenestort aan
vraag genoeg is.
Waarom deze voortrekking? Waarom niet de men
schen geholpen^ die hulp noodig hebben? Maar de
EdelAchtb. heeren hebben zeker gedacht, die arbeiders
moeten niet te veel land in huur hebben, dan krijgen
ze te veel snot in dien neus, en dan worden zii ïnaar
lastig. Of -zijn B. en W. soms hang voor de pachtsom
dat daarom de grond niet aan de arbeiders is ver
pacht, of is soms het boerenhart weer boven gekomen?
De vroegere pachters moesten de stortgronden kwijt
omdat ze te veel winst namen, maar het gemeentebe
stuur noemt zeker nog meer winst en dan boven die
pachtsom nog het ploegloon, zoodat iedereen voor elke
snees nog een daalder ploegloon moet betalen bij hel
teekenen van hot contract, zoodat menig arbeider ie
grond die hem heeft toegelacht niet kan aannemen, om
dat de vrouw om dezen tijd het geld niet missen kan.
Waarom niet ieder zelf te laten uitmaken, hoe of
hij zijn veld wil bewerken? Met deze werkeloosheid
zullen de meeste arbeiders de voorkeur geven aan spit
ten. En ook de stortgronden zijn over het algemeen
nogal vuil en dan js spitten ook beter dan ploegen!
Dus arbeiders, voor een groot deed zullen de stort
gronden u Bezijden gaan. Dat is het werk van ons de
mocratisch gemeenteoestuur, ik bedoel B. en W. Ar
beiders, laat u niet door hen bij den neus nemen,
teeken niet het contract alvorens u weet, waar uw
veld is, of beter, neem "het niet, dan kunnen ze alles
aan boeren verhuren. Misschien zijn ze dan zekerder
van de pachtsom binnen te krijgen, daar zijn ze zakeaj
bang voor.
Arbeiders, het is te wenschen, dat dat voor u een
les is, en een baken in zee ©n dat u dit zult onthou
den en bij een volgende verkiezing zulke democra
tische heeren niet weer zult inhuren, maar hen met
een rood paspoort naar huis zult sturen. Ze hebban
een hart van goud en dat gloeit voor het arbeidersbe
lang als een kalkoven, altijd op papier, maar als het op
daden aankomt, dan zakt dat hart hun in de schoe
nen. Dan is dat hart weer voor het kapitalisme.
U, mijnh. de Red., dankend voor de verlieemdef
plaatsruimte,
'Geteekend,
P. v. d. AARDE,
St Maartensvlotbrug, Zijpe.
op de malabiajach.t.
Omtrent cPe imaa/tregieleiii, die in' die provincie Noord-
hiollanid genomen wonden ter bestrijding vafu de ma-
ïsriiaimiug. deelt men on/s liet volgende mede:
Noordhoiliand is in verschillende districten ver
deeld. Elk district heeft eene gemeente, waar de
plog gevestigd is, die met het vernietigingswerk is
beiast. Zoo is Schageii de zetel van het district Scha
gen, waartoe de gemeenten Scbasgen, Wieriniger-
waard, 'Barsingerhorn en Winkel behooren. -De ploeg
in dit district, be&taiat uit 5 mjan, waarvan P. Spren-
keling de beclrijfSleidier is. 'De besproeiing van stad
iën, hokken en andere -aideeliinigen, waar de mug
overwintert, geschiedt met eene oplossing van lysol,
een te er-product, een pulverisiateur dient om de vloei
stof gelijkmatig op de besproeide plaatsen te verdoe
len. Het is opmerkelijk, dat niet alle boeren plaatsen
dtn. (diezelfde mia.tie „besmet" zijne Etr zijln ©tallen
en .hokken waiar miaiar enkele muggen- voorkomen,
doch ook, waiar de wonden zoo dik bezet zijns dat de
muggen in -eene d'ubbele il-aiag -al het houtwerk 'bezet
ten. Nia -de bestuiving kunnen "hier de ged'oodie mug
gen met blikken vol wonden opgeschept. Vreemd j.s
het, dat het werk hder en dfalar nog op verzet stuit.
Enkelen beschouwen het dis een nutteloos en dus
onnoodig werk, diaiar izij. meenien., dat de malariamug
niet die oorzaak vlam d'e koorts is; onderen' zien tegen
de kosten op, maar wanneer die idlain hooren, dfat «al
les kosteloos gaat, leggen' zij zich er bij neer. Ook
is het voorgekomen, dlat uit vree'9 voor overbrenging
v.an tonglblaiar, de «stal gesiloiten bdijft. Het geeft niet,
als -er dan ia! op geweizen wordt, dat lysol d'esdnfec-
teerendi werkt en dlat de kleeren van de besproeiers
met het kiiemcndioodend vocht d'oortrokken zijn. zoo-
dat overbrenging rv)an smetstof niet mogelijk is. In
zulke gevallen wordt d!aln: rapport rlanr het gemeen
tebestuur on dien ilnispectteur ultlgebracht. Door hunne
tusscheinikomst wordlt dam die onwillige 'beschermer
mu het gevajairiijke parasiet tot'redenen gebracht.
Het (blijkt ook meermalen, dlat onder den vloer van
kamer, kouken of gangen milllocmen muggen eeno
schuilplaats hebben' gevonden. Deze izijjni ,diaar 'door do
luchtroosters naar bilnmten' gekomen'.
roomsche nteuwj aarslij st.
D© Nieuwjaarslijst voor de minder gegoede Room-
schen in onze gemeente bedroeg f 270.
„help u zelf".
De ziektevereenlging „Help U Zolf', bllield in a«
Cérès hare gewon© wintervergadering. Uit de verslagen
bleek, dat a© ontvangsten f 274.48Va en de uitgaven
f 145.34 hadden bedragen. Dfe vereeniging telt 131 lo
den. Onder 7 leden kwamen 1112 ziektedagen^ voor.
Voorgesteld werden 2 ledlan 'en 1 adspirant, leeftijd van
14 tot 16 jaar, half ziektegeld en halve contributie.
Op de algemeene vergadering zal een voorstel aan de
orde komen, waarbij het ziektegeld wordt verhoogd en
de uitkeeringstijd wordt verlengd.