ichager tart
voor dat u
HEERENKLEEDING
LENGHAUS
!t .Provinciaal Eiectriciteitsbedrijf
Noordtiollaiid (Het P.E.N.)
TWEEDE BLAD.
te Winkel en Hoogwoud,
solide Goederen en lage prijzen.
FEUILLETON.
Donkere Schaduwen
De dingen om ons heen.
'ialcrdag 19 Februuari 1921.
64sle Jaargang. No. 6775.
DE TARIEVEN,
iHie't verzoek vam hlert P.iE.N. k*q venhoogfinig vam do
itiall'iinig pier K..W. maxlmailê belasting met50 pet.
fewam hjdj Februari 1910 'l>ij de geimieienrtelbesiurien
enz. Am -en in di© vealgaiderdinig idletr lafd&ellinlg Noord-
hopamd] valni idle vereeniilgüng vian iNederiainidsahe ge-
liMlenlten -wend belsfliotien die iz>aialk 'aam -hiet oomdaefl van
coimtmli'asi/e tie oanderwoaipieiii. D&zie icommiissie
<cht laiarn 'liedi PjE.Ni. «alle geweruscihte imfliiicbtiinlgon
srnfgien', inzage niemn/cn vattD boekien en bescheiden
kwam dip gnonid' van urirflv.oerilge !>©cijfiortürnge n In
lt" ulftgetorertdi rapport tolt idle ctobcliteio, idiait dl© ge-
vxiaiaigidle tartefslvieirhooigiiing billijk was. Ite .©en dlaar-
op (gieihondfeïi lafllgieimieicnie -v»e(ngialdieir»iinlg» dleir, atfdle'eiling
Noondlboltand) wemdl (mot alUgemeome stemmen !beek>-
ten oian d)© igemeenitiebestujlen die ladMiseeren Ide tv©r-
hoógtirg mert (ingang van; 1 Januari 1920 .toe >te «taan.
.Hert P.E.N. Ihiaidl alls diatuim viaini limgawg .gevraagd 1
Jïurjuaiü 1919i, dlooh,' tde vergadering der aif)dle©limg
ndierb 'tie. ihutmnien rtnödlenj, omdiat .die gemeenten niet
meer vajniaif «döjenj dlakium liJlem srtraomprijis voor dl© ver-
ixnu'ikiens zouidlen kunnen vierhoogen.
Volgens .de dlifrectafe «ooi dl© veriiioogii/ng per K.W...U.
wellke 'dl© gemeienltien ©lap (hiaiar aJiuiemlems 1>ij iutwHli-
ginlgi vaml bert verzoek dn rekening dlilendlen tie- (hren-
rm, voor gemetentlen mot püéittieQainktekarakrter 3 tot
eend), voor dUte* mieit sitecMljik karakter 2 .tat 4 cent
■foeldnagen.
•Helaas fh'elbbien) mfitert «die gemeentebesturen aan, dit
ra ei© ihlaner ©rgahfóatile gevofllg] gegeven,, terwijl ook
schleddleni© waterschappen en groOtlinldustrtee le n
j iruLertJ tot b&tlafliilnigi van dl© 50 pot venhoögimg zijn
liunnieni kómen. .Een ovieuzHdhrt van idl onto©stand op
Ociboher 1920 Werd gegvon dn ©en antwoord vian
iie>d'. Srtaitlen oip vragen vairn hot iS'tiaüenliM1 MiiQMi©lisen.
tindlepuitsendi© Stateni sohneMen het volgend)©, dlart ik
I cm eijlm heliamgrijfkihieiild; gehieeï overneem.
„Hoert Piroiviilmciiaail' bedrijft, diait meiti 1 Jiainiuiaird 1917
Is ©pgertdbt, heeft 41 icomiferactien aniet gemeefrutiefoi&atu-
ren van1 dl© Kienrmemer maatschappij en d<© Hólllarvd-
Bclie Eüed'ülijolftea.t^maartisahaippij! overgenomen. Bo
vendien wenden 31 hieuw© ctoint/naicrten roeit \genneen-
ten (afgesloten', waarvan hi©t ttlaiaitlste volgens liet oude
tarief weddl londiertieelkenldl op 30 November 1018, ter-
wijl hiet .eeratiei, •wiaanin d© iK-Wl-paijls met 50 pot. wa'3
.v,eu1h.oo(gidi den 15len Maa'dt 1910 wetridl atainlgiefgiadn.
„Do oveaiglenomen ien Idla in id!© ©enet)© j'anen van1 het
bedrijf afigiesfliotien Ootnltoaicten ih.ePben -eien duair -van
25 d 30 jiaan. Elf den aontraiotJen met igiemeientien tot-
vaill'en vdór laf dni 192&, .©en -oan't/naiot met ©en ■comlb.i-
Buatii© van <zes getmieenitien rviexvtalit dni 1934, die otvieniige
«Lnidlilgjen lafwi'sselanid' tuisscfhien 1038 en 1947.
j^N.aair sedlant is gieftfliekleni, -wtoddlt' op iall die®e öcm-
tiraiofcni, ook op dti© met igeimiöentien, die thet in Fe-
bnua.ni 1910 igediame venzoek om vmthoöigri.nig, van. dan
K-W.-nriÜ» <ni'©t 50 pet (hiebtoen •iinlg!©w|iil'Lilg|d, veaülias
'tódtor;. LmtsHbedooLde Yi&rhoogÜng, dis ito eig^ staan bij
contnaoten (igeUdlenidle vooir 45 gem-eieniten), 3 ge-
entlen ateffidien niiett te aioeeptieenien voarwaandSen,
'sdhiort'tien Idl© betslissdnlg op, 12 antwiPondJdleni ndat en
II wieilgiealdlen ointvlolorwlaiairdi©liij(k
„Op idl© .domtraoten met idle poidi'ers,, dfii© dien sitiroom
betnelkkon tegen h©t v/edhocxgdl© tairilaf (50 pet icxp dien
K.W.-prija) wiomdit Iglöen werdies igeledlen. Meit onlgiev.eer
die bieüfit deir 31 iaamlg,es/lotieni pollldlerö wönd! tier stond
op liet iverhioogdle itairiiief igeoontTiaicteercL Van d|e -an-
'dene hie'lfit !h©el»t idi© groot© meendiemhielild' óf igewedgddir
de tairtiiefsvailhoogilng «te aanivaandlen, óf nieft geanit-
woondl op (hi&t vorzoelk om vanhoogimg. Htet iaatste
comtnaclt met ihet oiuldle itairiief'-wierdJ op 18 Iiuilii 1919,
Ihefc ©enstei, iwiaia.i)ini (die. n>i:eaiiw© .pnijis bitsdlotnlgieni was,
dien 14 .Amgustus d),a.v. adlgeslloten.
„Van; de oontrajoten roet Igimotiimduisrtntieo^ wend
lürafftste op cnd's vwt'wwaihÖVtr op ffi Twniï 19T9
geteekienjA. Den lidlen van1 d.'iezolfd.'© meJan'd was dn-
middiel1» ateedl» heit eer'site oontiraJct meit bet nieuwe ita-
ri'ed aangegaan. Inüu'öschen wondlt ook bij deze con
tracten, zelf8 In 'die gevalen waiarini die 50 pet ver-
boogünlgi worldtt botaalld, v.erllies geflaid/en. 'Echter is die
oomtraotsdluiuir voiocr bijna eOil© groolrdnidlu'stiiiieeiien,
oiL voor 124, tuoschien 1 en 5 jaiar.
„In idl© Zaanstreek v\iordlt dlotor 26 vian de 48 aan-
gesHolienl gnooitdnldlustiitiieeQien dl© 50 pet vemhoojgfing
IbeDaaild!; 10 wieögecridlenl, 12 galvlen ge-en antwoord. Bui
ten idlö Zaanstreek wieridl de (vteaihiooigiinigi aianlvaard
door 61 dnldlustrieellent terWijil 15 nlog niet antwoord
den on 5 weigerden.
„Na 1 Jian'uari 1920 wenden geen onldlerhanldelongen
gevoead zonidier idia/t olp de koimienidl© nliieuwe lia/riiiefs-
vorhooginlgi, dl© deizer dagen te vastgesteld), werdi ge
weien."
Wellik «eien toeslbanidii Nru imcueit ealklenldl wtoddloni, dat
hiet is©dl©rt wat die gemeenten laangaat Iheel wat beter
Is gewiordien. Al® li'k het goedl Ih'eb, te belt getail van
33 gemeenten, 'dlile nog n'il(«t' betaaLdlen Op 20 Oicto-
ber 1920, gedaald tot 17 of 18 thans. Maar dat zijn
er dlan itodh nog 17.of 18 fee veel eri daaronder zijn
er itwee met zoier veel geibirtuiik. Vieabruükten ze voor-
taoipTug maar niets, want kiLaniten, die men .moot le-
v.eiien met verlies, Ikian oilen miilssen .alls ki'eispijn.
IMUjkhieidlshiall'v'e moet Sik er iv.erdler o.p wijizen, dat
ook bijna ailile gnootAnduisfeilieelen aan die Zaan
aan wier adres in kil© Statenivergadleaiiing om/Langs
de ih'eftlilgiste vertwijten werden geuit re ©da sedert
eeniiigien it'ijdi die verlangd© verboOging betailie.n.
Men moet wel bewonderen den Ijver en het groot
geduld, zoowel van den directeur als van het gedele
geerd lid Dr. Van der "Waerden, die nog maar
steeds voortgaan te trachten om door overreding en
overtuiging contra ctanten, welke in de verhooging niet
bewilligden, daartoe alsnog te brengen. Vooral de heer
Van der Waerden, met wien ik hernaaldelijk deze aan
gelegenheid bespraK, heeft zich in deze zeer verdlensté-
lijk gemaakt en aan hem is het goeddeels te danken, dat
de verliezen in dezen hoofde niet nog, grooter zijn.
Toch is het duidelijk, dat men er langs den tot nu
g*volgden weg stellig niet geheel komt.
1 ÏI*»i is verklaarbaar, dat in 2ulke omstandigheden aan
anU-üe middelen gedacht werd. Maar ik tfoeg er reeds
vóór ik 2» noem aan toe, dat ik ze niet goed viiidu
Het Handelsblad van 10 November 1920 deelde mede,
dat het in de bedoeling lag de onwillige contractanten,
ieder na afloop van zijn contract, het door
j zijns toedoen geleden verlies te laten vergoeden door
I voor hen een uitzonderingstarief vast t,e stellen. Op een
j vraag van het statenlid Korthals AlteS antwoordden
Gedeputeerde Staten echter van het bedoelde bericht mét
I verbazing te hebben kennis genomen. De vraag, of de
aangegeven gedragslijn zou worden gevolgd, had nimmer
een onderwerp van bespreking uitgemaakt. Toch bleef
i het Handelsblad zijn bericht handhaven. Bij wie het dan
wel in de bedoeling ligt, als dit niet het geval is bij het
tegenwoordig college van Gedeputeerde Staten, vermeldde
het Handelsblad met. Bij het college dat er zal zijn over
j'5 jaar 15 jaar of 25 jaar, wanneer de contracten 0©-
I leidelijk alloopen? Dat zal 'het Handelsblad toch zeker
wel niet weten. En tegenwoordige besturen zullen ahder-
zijds zich toch wel niet inbeelden dienaangaande nu
reeds besluiten te kunnen nemen, waaraan opvolgende
besturen over 25 jaar. in alle gehoorzaamheid uitvoe
ring zullen geven. Dit middel kan men dus gerust ter
zijde stellen.
Neen, dan is meer aandacht waard een andere hard
handige oplossing, welke in allen ernst ter sprake is
gekomen. Hel lid van Gedeputeerde Staten, de heer
Hendrix, deelde in de statenveiTgadering mede, een be
spreking van de aangelegenheid te hebben gehad met
den minister van Justitie, en als gevolg daarvan te ver
wachten de indiening van een ontwerp van wet, welke
kortweg vervallenverklaring van de contracten der ge-
j meenten, welke den verhoogden prijs niet toestaan,
mogelijk zou maken. Zelfs werd daarbij gewaagd van
terugwerkende kracht, zoodat de betreffende gementén
waterschappen en groof-industrieelen zouden moeten be
ginnen met belangrijke bedragen tót aanzuivering van
geleden verliezen te betalen. Dat zou zeker een paar-
d<jnmiddel zijn, hetwelk tusschen P.E.N. en gemeenten,
waterschappen en groot-industrieelen hoogst ongewensch-
to verwijdering zou te weeg brengen en blijvend kwaad
1 bloed zou' zetten. Mijn indruk is, dat inderdaad indie-
I ning van zoodanig wetsvoorstel geenszins uitgesloten
I moet "worden geacht. Of de beidie Kamers der Staben-
Generaal het zouden aanvaarden is echter ook nog
een vraag, Maar het moet zoover niet komen. Dat
moet ten Blotte toch ook niet noodig zijn. Ernstige)
overweging van deze zeer ernstige zaak doet mij meenen,
dat het toch niet goed zou zijn, op deze wijze eenzijdig
aan het verschil van meening een einde tie maken,
hoezeer ik dan ook meen, dat van alle contractanten
de billijkheid eischt althans deze taiiefsverhooging toe
TOT HET KOOPEN VAN
OVERGAAT, KIJK DAN EERST BIJ
daar virfdt U
te staan, (althans deze, want zonder buitengewone
maatregelen, waarover nader, zal het hierbij niet blij
ven). Men moet zich op het standpunt blijven plaatsan,
dat de contractanten, aio tot lieden de verhooging af
wezen, te goeder trouw in billijkheid daartoe gerech
tigd ziin. Wettelijke dwang is dian mijn inziens onge
oorloofd en scheidsrechterlijke uitspraak ware veeleer
aan te bevelen. Het is mij inzonderheid op de jongste
algemeené vergadering van de afdeeling Noord-Holland
van de vereeniginff van Nederiandsche Gemeenten ge
bleken, dat bijv. dc burgemeester van een belangrijke
gemeente niet uit baatzucht, maar om voor hem over
wegende redenen meent tot die tariefsverhooging niet te
moeten medewerken. (Zijn motieven moge men niet in
elk opzicht doelen, men zal ze toch moeten respecteeren).
Dan is er ook nog een derde middel en daartegen zal
moeilijk bezwaar kunnen wórden gemaakt. Dat geldt
de vraag of inderdaad de contracten de provincie ver
plichten tot levering naar den ouden prijs voort te
gaan, of dat zij daarmede mag eindigen, hetzij Wegens
den inhoud der contracten zelf, hetzij door inroeping
van force majeure. Verplicht een contract de provincie
niet, dan is zij natuurlijk' volkomen in haar recht
de stroomlevering te staken, Over deze gewichtige vraag
hebben Gedeputeerde Staten naar zu ïn de jongste
statenzitting mededeelden rechtskunaig advies inge
wonnen van niemand minder dan prof. mr. Paul Schol
ten, hoogleeraar aan de Amsterdamsche universiteit
Diens advies is nog hiet aan de Staten medeged^-eld!,
maar er verluidt dat het is gegeven in voor do provincie
gunstigen zin.
Het wordt dus wel hoogo ernst! wettelijke annü-
leeiing van contracten of eindigen van stroomlevering,
ook zonder dat!
Laat dan toch het geschil op andere wijze tot op
lossing komen. Ik acht dat mogelijk als geluisterd
wordt naar het advies, op 31 Januari 1921 «geven
in haar algemeene vergadering door de adfeeling Noord-
Holland der vereeniging van Nederiandsche gemeenten,
Purmercnd. Di KOOIMAN.
DOOR NATHALY VON ESCHSTRUTH.
42.
Eindelijk kwam Margareta zelve op de heerlijke ge
dachte, Giuseppe's gezang op de harp te begeleiden).
Reeds de eerste proef had een ongedacht succes.
Wij bedachten het sprookje van de „stom geworden
Solana", deels om eene ontdekking .door de zeer ver
schillende stemmen te verhinderen, deels om het figuur
dezer moderne Mignon nog een interessanten trek te
bezorgen.
Nu zijn wij in Triniwo aangekomen. Margareta ver
keert in eene koortsachtige spanning, ook ik ben op
gewonden.
Wat vhees ik toch?
Geen gevaar kan ons dreigen. Die papieren van So
lana zijn in de beste ordeoude portretten van Violette
Pitesti voltooien het bedrog en moeten elk* achterdocht
tot zwijgen brengen.
Wie leeft ernog in Triberg, die Margareta zoo
nauwkeurig kent? Tot mijn schrik deelde de waard mij
lieden mede, dat de eigenaars van Triberg plaatsen
hebben genomen.
Wii is die baron, dte plotseling bij de dames op
duikt?
Margareta sprak nooit' over hem, en toen ik haar
I heden nog naar hem vroeg, bloosde zij. Zoo zag ik haar
bleek gelaat nog nooit.
Een vreemd gevoel overvalt mij. Is het ijverzucht?
Ik zal de oogen open houden; meer dan één con
cert geef ik niet.
Ik wilde 'IVibero zoo spoedig mogelijk verlaten, nu
kreeg Giuseppe hedenavond een ongeluk en dwingt mij
nog langer te blijven. Ik zie het steeds duidelijker,
dat de baron en de doode Margareta elkander henben
bemind.
Nog nooit gevoelde ik de klove, die Margareta en mij
scheidt, zooals nu Wat ben ik ve.rgelekenbij den
eigenaar van Triberg?
Ik ben radeloos, zal rif mij verlaten?
Hier waren de aantcekeningen plotseling afgebroken,
en Maurus hief diep ademhalend net hoofa op.
De kaarsen waren afgebrand hij legde de hand
over de oogen en dwong zich bedaard te rijn om het
onbegrijpelijke dat hij juist had gelezen, te verstaan.
Als een wervelwind kwam het en maakte zich meester
van zijne gedachten, zijne ziel en het eenige.
dat In deze verwarring altijd weer helder en schitterend-
opdook en hem Oen juichtoon van onbeschrijflijke
zaligheid ontlokte, was het bewustzijn: „Zij leeft 1 waar
lijk, zij leeft 1" t
Do knarsen gaan geheel uit het eerste morgenlicht
schijnt door de ramen.
Thungen steunt het hoofd zwaar op de hand en
denkt en peinst
De morgendauw schittert op de struiken en de vogels
zingen juichende liefdezangen in de treurwilgen, die
ricü over de graven buigen.
Weer "houdt Maurus zijn geliefde in den arm en
sluit haar .de bevende lippen, die van scheiden en
mijden spreken, met beete kussen.
Achter hen bij den kerkhofmuur ritselt het, een hoofd
komt over de afgebrokkelde steenen de beide ge
lieven zien het niet
Ik kan Salvatore niet oiteelukkig maken, niet in het
ongeluk storten," snikte Murgareta, „Regrino bewaakt
hem, als ik verdwijn, moet hij rekenschap afleggen
„God verhoede, dat ik een man, aan wien ik mijn
hoogste geluk op aarde, uw gered leven, mijne lieveling,
te danken heb, aan de ellende zou prijs geven'
fluistert Maurus. en zijn schoon, open gelaat weer
spiegelt zijn edelen zin, „maar ik heb de heilige, vaste
overtuiging, dat er eene vreedzame en gelukkige op
lossing kan en moet worden gevonden. Laat mij met
hem in vrede trachten het eens te worden."
Weer -ruischen de struiken bij den muur, de afge
brokkelde stukken steen ratelen door de takken.
?,Een vogel vloog op", stelt Thungen de verschrikte
geliefde gerust.
Margareta verbergt snikkend haar gelaat aan zijne
borst.
,,Ert wait zou nuijtoie vrijlhiedidl, (mijne v-eodossdinlg uit
de zie (boeten imij tnioigi h-eü'pieni, Maiunuis?" fl-iüiistjeirt zij;
„uwe iwlouiw 'ktatni dik nd-et wiotfdieni, miu ien luoodlt, -zoio-
iliainlg idl© .vreelsielllijike weindlenlkiilnlg] 'op- tmiij iruiak"
„W-eQikie vendienlkiinlgi mulat ioip u?" (vmaiaigit ih-ij aac-ht
en ihiamtielllijlk. „iGieen inenigclh lbe|haiDv.e. Jortièdle en' ik
w©eit diets vaan (het voomgiev-aftten© dm- idie 'ziiekenlkajmier.
Tiainltie Atoa 'stlilextf laian ©ene hiamtr/iemliaanmiiinig diLev-e-
•1'iinlg) en uw auaain te' moclh m©t! baiair IdloOd viembonidlen
Acly hiaidtt gjü itni oiwie wieesed'ijike, dtekielijlke op(ge-
vixjlnldlenlhiedidi eerst dien iw,e(g niaiair mdj dim .plajaitis vian
nialair ib©t oneer igievonidlen." 1
Lni Miaolgiaineita'is- loiqgien .gildmistiealdie -eten istmaiaJl «vian
hOop zij, izaitlen hiainidi in hiainld1 -voor dien igiriaflhieiuvel
wiaiatfqp idle miaiaan „MiamgiareJtia voor Utterihioéen" door
die axxn vorlgulidl wemdi, ateof die ihiamefl eett-f Inean (met
•het tULdhit waai heiilgi© Onisiclhiulidl wliQidl© verheerlijken.
lEIn dl© lüjidl verl'iiep >ate in een idmootm -die scha
duwen iwemdlen .kiortiem, "en idl© 'boinit© vlikudieir® hilriigen
in ®tlilH©' must laiarn, idle iwn;tlt© -moizien.
Toten izedidien zij eflikaiar vaiarweJl maiair Mauirua
•oimikilieimidle idle fhiarnjdl zijner gtellilefidl© 'vast,, ©aig haiar
iglliirruliaichiendi dm* die imoediedooizi© Ibeitoiaiandle oolgen en
fltutetemdi© voor de iliaiaitste miaiatl': 1
„Tot weerziens."
AjCHTT DN TWINTIGSTE HOOFDSTUK.
Toten Mauinus in helt (hio-tel 'temugilowaimi, waclhtte
heim ©en telllegmaim idler oiu|dl© graivdin: „Joriièdt© Ihedien
nadhit heMilg;© kiooaits), verzoek dlrdlnlglend: eien dokter
te aendlen."
Toen Tlhiunigien zieer -vemsKahirÜikt, dien ikiniecht de mfoo-
diig,e heivellien wdildi© igieven en aiiaiar ftne-t voorptein
grioilgi, verbaiaode hij' didh- over dl© ongewone hlaiaist(
w-aiainmiedie Niinietita een eiantall jgrootl© (koffers op 'een
wagien li'öt todlen.
„Vertrekllüen de Italianen werkea-ijik reedls?" »ta<©t
hij verriaist uit
1 D© knecht knük/tie itoesteannuendl: „,'Siglniore Stmaitta
1 heaft heit hotel (needls veoHia/ben ten den snelitmetin ge-
Reeds vroeger hebben we eenige malen gêwézén op
de onberedeneerde angst, die Frankrijk nog steeds voor
Duitschland gevoelt. De angst, dat het te eeniger tijd
tot een herhaling van Augustus 1914 zou komen.
We noemden die angstigheid onberedeneerd, om
dat Duitschland in een lange reeks- van jaren geen gevaar
meer kan zijn.
Na de uitlevering van wapentuig en na invoering
van een permanente scherpe contróle op het aanmaken
ervan, kan een Duilscb leger, zelfs al was het nog zoo
talrijk wat manschappen en nog zoo goed aangevoerd,
wat stafofficieren betreft, nooit een gevaar woeden "voor
een eveneens talrijk Fransch leger, dat echter wèl over
technische hulpmiddelen van allerlei aard, over artil
lerie, een luchtvloot en wat dies meer zij, beschikt
Het spreekt 'vanzelf, dat na een oorlog Van ruim
.vier jaren, gedurende welken tijtlalle «enigszins geschikte
mannen de wapens hebben gedragen,, feitelijk in beide
landen de geheele mannelijke bevolking soldaat is, ol
in luttele dagen kan worden gemaakt. Daardoor zou
Duitschland natuurlijk over een numeriek veel grooter
leger kunnen beschikken dan Frankrijk. Immers de
bevolkingscijfers bedragen resp. 70 en 40 millioen ruw
weg.
Doch hier houdt de gelijkheid op. Want Frankrijk
heeft de wapens en uitrusting yoor een leger van
twee millioen man of meer en Duitschland bezit:
hoogstens wapentuig voor een half millioen man.
D.w.z. wanneer het mocht zijn gelukt de bewapening
voor 400.000 man aan het spiedend oog der controle
commissies te onttrekken, want zooals. bekend is
stelt het vredesverdrag vast, dat het Duilsche leger
hoogstens 100. .000 man zal mogen tellen en dat er
nSfet meer wapens dan voor dit tejwrt*e zulfen
worden behouden.
Natuurlijk is hiermede gesmokkeld.
Zoo goed als in Frankrijk na '70 een ïevaudrtgeeat
bleef bestaan, zijn er ook Duitschers —en vermoedelijk
zelfs vele die er van droomien do nederlaag ©n da
schande eenmaal uit te wisschen.
Het zou bovenmenschelijk zijn, indien het anders
ware. Er zijn dus wapens verborgen. De een zal zijn
eigen geweer enz. in een kleerkast hebbén vérstopt.
De ander zal oen kist handgranaten, een machine®©*
weer, misschien een kanon hier of daar hebben ver
borgen. Wiede dagen heeft meegemaakt, toen heft
Duitsche leger in voLIen aftocht dwars door Limburg
trok, en daar voor een zuur gezicht of een stuk brood
allerlei wapens werden gekocht, zal het niet overdre
ven vinden, wanneer we aannemen, dat allicht, die wa
pens 10 pCt. van het Duitsche leger zijn verdonkere
maand.
Stel dus. dat er metterdaad nog draagwapens voor
een half millioen man aanwezig rijn en hulp wapens van
technischen aard voor twee in plaats van één honderd
duizend man, fr&t dan nog?
Ziedaar, waarom wij die Fransch© vrees ongerecht
vaardigd noemen. Doch rij bestaat en dus hebben wij
er rekening mede tie houden gelijk men er ook biji
bel verdrag van Versailles in ae 'latere regelingen ro
ker ing mede hield
Speciaal het bestaan van verschillende organisaties
met een militair tintje zat Frankrijk dwars. Men meen
de in Parijs, daarin de kern te moeten zien van ean
nieuw leger en verlangde dus de ontbinding ervan en
de inlevering der wapens waarover die organisaties
beschikten.
Die organisaties waren de verschillende soorten
hulppolitie en burgerwachten. Feitelijk kende men die
een tijd geleden door geheel het land, maar speciaal
in de grooté steden en in de streken waar de burgerij
zich bijzonder bedreigd gevoeldein de Roerstreek,
in Opper-Silezië en in Beieren. M Silezië \was een
dergelijke organisatie noodig in verband met het Poolsch-
Russisch oorlogsgevaar en niet minder met dat der Fool-
sche benden, me in het referendumgebied ontredéfm
la Schinderhannes. In Beieren en in het Roergebied te
gen de Communisten. Vooral in Beieretn, dat reeds ©en-
rnaaL zij het dan ook korten- tijd, de zegeningen van
de Soyjetrepu-büeik aan den lijve voelde, was hot in
het oog van het ordelievend publiek dringend nood
zakelijk, dat er een organisatie bestond, bereid en
krachtig genoeg om, een herhaling te voorkomen.
Toen dan ook de heeren in Spa en Parijs de ont
wapening dier Beiersche burgerwacht eischten, was Ber
lijn half en Munchen ten eenen male ongeneigd toe
te geven aan dien eisch.
Berlijn zag in, dat Beieren niet zonder die bewapende
macht ken zijn, al was zij ook contractueel ontoelaat
baar ien tevens wist men, dat Beieren, waar men
reeds tijdens het Keizerrijk den band van saamhoorig-
heid voelde drukken, zich zeer zeker niet zou laten
commandeeren tot een daad, die in het oog van het
Beiersche volk op zelfmoord uitloopt.
Maar de Entente had de macht en de Duitsche onder
handelaars gaven toe, omdat hun geen keus bleef.
Bovendien speelde ae uiterste linkerzijde in dè kaart
van Frankrijk. Op hoogen toon beweerden de radikaal-
socialisten en alles wat Communist was, dat de onder
handelingen met dc Entente op dit punt niet allöon
geen schipbreuk mochten lijden, doch dat die ontbinding
der Beiersche burgerwacht ook een volksbelang was.
Ddt moet natuurlijk zoo worden opgevat, dat de roode
heeren hoopten, als die burgerwachten ontwapend zouden
zijn, betere kans te hebben voor een nieuw© revolutié
en voor de invoering van hun sovjet-systeem.
Op dezelfde manier hadden zij reeds vroeger aange
drongen op de ontwapening van de volksweerbaarheid
in de groote steden en aan de Roer, alles met hert.
vooropgezette en vaÖk ronduit toegegeven doel de wèl-
bewapende communisten den baas te laten én hen
in de gelegenheid te stellen hun revolutie-plannen té
©eniger tijd door te zetten, zonder-dat de burgerij zonder
wapens, zonder politie, zonder troepen eenigen weer
stand zou kunnen bieden aan hét roode gepeupel met
zijn revolvers en handgranaten.
Berlijn gaf toe.
Munchen niet. „Kom de wapens maar halen", luidde
het laconieke antwoord of „laat de Entente er om ko
men." i
Thans is het zoover, dat Dr. Peters, Rijksgedelegeejrde
voor ontwapeningsaangeleeenheden naar Munchen op
reis is, om met de regeerders daar te „onderhandelen
of men misschien zoo goed wil zijn, die organisaties te
ontbinden en de wapens af te geven.
liet zal zeer te bezien staan op de Beier, voor wiett
het schieten een-volkssport is, als voetbal bij ons, bereid
zal zijn te doen, wat van hem wordt verlangd. Of hij
zich metterdaad weerloos zal laten maken en ol de
monrueni, ©vtenlzoo dl© (beHidle lainidteane 'dames, ten Sdigtoioa*©
Giluisiepipe. idiie werdleir m hiert zjeiklenttnuils ito K, zal avlor-
den v©npili©ög!di. MiaJdiame Nkneitrfiai zal miert dien rtirein
vlam ltuiuir «vioiligen."
„Eoi Sdigtmona- Sortamja?"
De iknieiclht hiajaMie idie adhouidietr® oip: „Zdj wiais van
mtoTigjen afwezdjg, 'zoioieven te eij ©eriat rteoiuigigellcomen
Sünaitia heesfit een (hertlief votoot thlalaur acMengefliaitsen."
„Zoo wieflik >eiene ■vieirnaissiinig,," en Mawuis igLnlg, mert
©en lru.iid) iklioppenidi (hiairt flni iheit hioitiel rtealuig1. Heit ka-
memmieteje vOfoc®. ihem creedls meit igtoetende -'wiainjgen
tegemoet.
.Meneer die Tvairiotnl, Saigruom1 'Sóliainiai ilaiart ti vieraoe-
ken '©en oolgienMliik bij -hiaiar itie ikiomeni," filiuterterdie zij
vecnhieuigidl iziuillk .eien. |go©di ibrerilcihlt rte ifcumtoleni baienigien
Een looigienibdiL'k larter 'srtoaudi Maiumuls- icup idlen 'dtrem-
pel vanu Maatgjareitiails' kiamon
Zij isrtoteidi nog mert (hoed' en hianldsdhoenjen Mj de
tef:eH,hiaiar igefljaiait weenspjieigeflldle die igrtoorte loipige'wion-
dienHiieidj, iwiaiariln zij vertoeerdJ©.
Sitlom iredlkitl© s&iji (hem leleni Ibriielf over,. Mtoiatuis tmam
hiem laiatni en las:
„Zoo juiist kom alk viami hert -kerkhicnf, wiaiar dik uw
renid'eizMvousi miert dien (biamoini behid&t'ealdie Siecondlenliamg
wiaS mlijinie revodlv-er op ihiem igeaicttut, ik iwiflldle hem
u imiijizielif dioiodien, wialnit imi idiart oioiglenbhik ge
loofde dik voor hiet eersit ia«ain) mijinie liefidle 'vloor ieene
vrouw. Toen noemdieit gij, mijtoi .niaiam, Miargiarefca
en wedigierdiert mij (te verte/ten. lik ©alg uwe itmainlen^ dfe
gij om iuw (verloren igeilulk ve'iigloort. Ik wtlll indiert on-
©dieQer zdjlrn idiaini gij "en uw miinlnlaiair, dik tolen (bijigieüioo-
vdig gev^Toóidlen en weert, dlart scihtulidl igeien zeigien (brengt.
Gij hetort otnö geheim veatnarilenj, Manigiarertai, ejen ge-
b'edm, wajarvianu gij itoch moest geltoovieaL, dart mijn
lerven .er vaini la-fhdmig. Ik zou mij: kiuminien wreken
u kwiefllllen imiert dl© 'verzekerjrlg, idiait ilik mij 'ziall idloo-
dlen niöen! Ik iwdd1 (nilet oinlódleflier iziijtn dlaini ig*ij'! Ik
bieb u eed'erfc rniaiamiden hedrotglen. MiargaTeita), Rieigrdaio
is 'dlooidl til© motOdll)orttj|ge briief vaini -Vd'oH'eüba kwaïn
dolor omkooipiing, kv mijn 'heziit. Ik hie(b nierts meer te
vireiezen, hoiogstiens -dloit lik ©ocnider .Soilialma igöen ©aiken
meer ©ail maken. Malar olok idiaiarvoor tzlail uaiadJ ikuai-
■nlen igejoheJit wOridien, Ik verzoek u, iaü® het (laiaitste
bewijs vinini uwe diom(kbaiaThieJiids jegjenls mdj, uiw le\iens-
reddier, dlat igiij .voorHoIcpdig voor ikiont^n rtljldi de diep
ste ©eniziaiaimlhieddf opzoekt,, idiait' iglj nooilit, dh uw leven
verra-aidlt oioiit iSodiainiai igieweeisrt rte zdjtrn. Eene laaidiere
ziaü uw roil ver dier apellen. Of zij zoo iedtereen ©al
meeisdepen als gij? Liaiat «hlerfc onte (bioipen. Wij igaiar
riaoir Rusdiamid), .ik ©eg, u vodr eeuwig vaarwel. Woudrt
gelluikk'lg, bid. voor imij lort die Hetill'iig© iMmiagdi, ik
weert, dlart uwe-vooirlbediG'igeduk aiainlbreniglt. U 'woerzte.n
u persoonlijk viaiarwel zeggem, kar ik rdort Ik
vlluohit vooir mijd zwak ihiairfc, dlart misschien mórgen
reedis herouiw hieefrt over wart hielt "heden heeft ge-
dlaiaou iD'Oiairóm dieizien Tiaaitsfeen igrioert'. Mógen la.llle hied-
ligon met u zijin, mert u, idll© zelve imiijin goieidie geest,
mijn hei'M&e wfaiaaltr
Sailvartore Srtrartta,1'
Maluruis 'Miert dien hrieif vaMlen, zijne oogen schd-t-
rterdieni, met ©en ztaiohlten 'juichkreet openldie hij de
armen.
,Mahg»r©tia! Zóó «Lert gü, zóó rudmt die lie
ve Goidl vlotor otoö uiiifl djen weg walt oans wild'e sohied-
dlen.1"
Zij sdhudldle aiugstdg hert hoofdje on dfrrukite die han
d/en rtegen het .hart
„Hoeiwied! hiij wegging en mij vrijhielt idle (twijfel
aam mij 'zeilif (bleef laichiter ien -staiart' tiuisschlen ons.''
„Ook diie aal ailis ©ene schladluw voor idi\ zxm van
bat gefluik verdwijnen," mert (bdiijl, juichlendi vertrouwen
stak Mj (blaar befild'e hamidlen ito© en omsloot die hare
mat viaistien dhuk. „Laiaiti onö nu lechitler idiadielijik Qian-
dielen, liiafstie-. Geef mij: hert recht u vaini idtoze, plaats
wieg rte ivoferen, ,dfi!e gaeru© radhltlen aniaer op u heeiflt.
Gij kiunit [hier miert tenger blij'von."
ILare hlamidlen beofdten: „Neen, .ik Iben opnieuw zorn-
dier vtaidierliancl ztondier 'bestchermikig, izionder mfldld-e-
ten sta Ik liln die iwereflidl Hab imied'eflijidlen, Maurus,
en 'MeoTSicihiaf mij ibij eeaflijke arw^nschen i©en onldierko-
mien, tort dik opnieuw eien werkkring ate aiiakones
vind!"
Hij igflirnnaclhitie: „Bk breng u niaiar .dien .aldtmiiniiisrtra-
teiUT.vaim miijme kdellniere heiziitting Boohecik en iik weet,
diat ik u .voorloopdig aian die voortreffelijke mensohen
kian. rtoeverrtrouwien. Do «wagen zall bdmóKen een uur
voor do dieur staan hehrt gij hulp nooddig om ruw
goed rte -pakken?"
;B'en wex-anoeidiige gliilmliach' ispeeïldie om hare dippen,
zij schiuidld© höt hioto'fdl: ^Miijne airimiziall'iige' bezlktting
ligt reedis dln idlen Ikóiffer" on dón viloeoldien plotse
ling tranen udit 'bare oogen, zij .drukte voor ©en ©ogen
blik hiaiar gertaiat itegen izijne horsrt.
Ou Mlaiurus, Goid ziegone iu voior uw meidelijlden."
'Hat wals lavonidj, maar nog nd'et dotnlker. Degloedi van
dien naizomer üiag &wr (de 'stoff%e, tdonstige wereld,
slap en malt hiilngen- lootf ien bloeseinisi, dl© nachtscha
de verwelkt© laiatn idlen miuun
I11 die ivesitaibuH© rvlaini hot ikaisiti©©! Tnilbeng isrtaiait K'urt
Krasdhofwitz, zijh andons zoo somber, Itrortsoh igeHaart
zag er Meök en omstig uirt.
Eien 'briieif vani Jocriède bad hem op ddit' uur hdor-
h©en geroepien op het voorpilelin verniam hij. ree'da
dat dl© griaiviin lemlstiigi ziek wals geworden.
Goien menschonjziell' Mert rilch zien, ndomanld was
er, dlie hem kon1 laiandienien1, fen .aiangediioridl wil
de hij wordleni, hij die «dek© nio(g oerdier idiain. hij de
igeziomdi© jiuiislt zijl hlaidi hiem, nioodlilg. Borouw en
zelfveTwIijlt over ziijlnie lliaaitlsrtei, rttoomdge, ongebreildel-
de drift kweldlen ih.etm.
Hiaid 'hiij sdhullki iaian harè zdekrte?
^ieiki'luigeilüjk gaiait bij do Itirap op, hij klemt' tilmmers
dien weg rneiair bare' Iklaimems oolk loniaiangediiiend1 zal
bij ihiaiar bereiilken. D.aiar ililnlk® 'lieddlt die idieur niaiair die
sterfkamer Idee Oude baronois, 'hiier rech'to wtoobt Jo-
iléde. De (breelde dleurvaeugejte staan (hlaW open, hij
hoont Huidl, Tiiee'sch praten bare stem.
Wenkt'uigelijk gaat die j'oinge imian oip een stoel zit
ten om te waidhitien, Itort men hiem roept. 'Don vor-
meeimt hij ielen© alndiere stem, «üi'e van dien baron., en
hij schrikt op, ©ene scihlaldUiw vfliegt over zijlni voor-
hotofidl, hij treedt onbooiribaar badleilbij ien kijkt ih
die .kiamer.
Op Ide 'chaiiseiliomiguo lijgit Jori'ède, hert wirtte niacvbt'-
gefwalaidl goiflt om1 hlaar hoon, baar geteat is 'mort een
idcmikoren Ikoortisglioedl ovortoglen, do oogen- hehfben