JLllcstti Nieuws- Mmtntic- LuttinM CORET'S SPORTHANDEL EEN LIEFDE IN DE WILDERNIS. LAAT 142 TELEF. 452 ALKMAAR. Woens^'o 11 JVflei '921. 64ste «Jaargang No. 6819. UITGEVERS: TRAPMAN GO.. SCHAGEN. Uit en Voor de Pers. Gemengd Nieuws. FEUILLETON. Vraag prijsopgave. SCHA Dit blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8uur worden Advertentiën zooxeel mogelijk in het eerStnitkomend nnmmer geplaatst. POSTCHEQUE en OIRODIENST 23330. INT. TELEP. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nnmmers 6 cent. ADVERTEN TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere 'regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote |letters| worden naar plaatsruimte berekend Die stad! der 14000 dwazen. Dat, is voor «lm. Firedierito yam Be dien, Airnsiterdiaffn, waar Hiaid-jie-me-iniaiajr dm dien- Öeemeeniteraaidi is ver-' (kozen. Dat is heit werk, schrijft hiji dm. „De Amster dammer", viarn veertien' diudifenidi volwassen mien- schen, mapnen en vrouwen;, opgavear ,itwee procent viarn idie volwassen foievoJkiinig veertien idiulziendi meniscihlen zioinldlör gieameienjsdhaipis-zdini, zomidJer (begrip vam wiaiardiiigihedidi, zonder bet flauwste besef viarn ver- anitwoordielij kbeddi (En aiiet enkel rapaille, ndieitenkel inbrekers, zuip lappen en ilLgtekooyen. O meen! er zijai ook. mette dwa zen onder!, dames, officieren, kunstenaars. Zij; vdinidien heit wijs en goed,, zij! zijp fier ©p toium «Dwaasheid! .Zij willen idlen iscihia/ndlnlaaim: ^|aJpiaJiiliIepiauTrt,ij, itoit ieen eere- maiam imiaikien, op idle wijze der Geuzen. iMiaar daarom is deze in (Lam ocxk veel te mooi. Heit moeit kleuriger worden gezegd!. Niet rapaiille-plartij, miaar (Ludaen- groep, en Jenever-partij da -die ocbte rechite titel. Hum banier zij em vtLeze vaüatdoelk, h/up .vrijheddsmuts zij een zotskaip. Wiapt' zij; misbruik©» bet schioomie woord' vrijheid o,m hum dwaasheid te vergoelijken. Zij; willen geen sitemid.wjung. Het zijm vrijie wedierlamdeTs, boven alle dwang: verhoeven. Z« wtlilen niet giedwiongien worden om waardig© burgers vam ©eri igroote giemeenscihiap •te zijm. Ze eisdhen die vrijheid om zicih naai alle ver- pdichtiinigien tegenover hum medeim^nisclhien ute onit- 'Lrekklen. Ze bedamken er voor veraantwoordelijkhedd te dragen.. Ze easohen de vrijheidl torn tot last te zdjn van do heele gemeenschap. Nu zou men verwachten, dat zulk ieen tuchtelooze en omvemamtwoordelijie bende, maar, beter deed de plaat te poetsen eü zich earglens op de (heide ite vesti gen, (door 'eieni flink (booig bek vam prikkeldraad om geven. Maar meen! die voordeelieni vam oen groote gemeen- solnap, -die mogen hiumi niet omtgaiam Ze willen wel bewaakt worden dOor een uitnemend politie-corps, ze wdl'lte» wel gebruik miaken vam prachtige zieken huizen, wiamdelien dm sohoiome parken, genieten dm mu seums, tbdoiscioopen, voilks-ivoorstelliiiiigen, concerten. Ze wddlen 'een goedi geregeldlen .positi- en telegraaf- en telefoondienst, Ze wAllen 'waterieddtlpg, gas ie» elec- trisch licht. Ze willen bedoeling voor de jammien, be- echerming voor de zwakken. lEim dat talles liefst zon der koaüoïo. En1 hoe dat gaam moet daor vragen ze <ndeb naar. Dat moeten anderen maar opknappen- Maar als 't niet goed gaat, dan schreeuwen ze en «cheliden op bet .stadsbestuur. Maar om diat bestuur in waardige handen te ikrijgen, daarvoor willen ze geen band ulitsteken, daar aijtn ze.te goed ten te vrij- zdmmlg voor. Dam verzdmnien ze de lafste en de wreed ste baldadigheid, die een Md der mensdhengemoen- schap tmiaiar bedenken kam. Ze kiezen een ongelukkig, verdorven, dmdividlu en daten hem de (last der verant woordelijkheid dragen, waartoe ze zelf te laf zijn. Dam dacben, ze vam idiote pret. UIT JACK UWnHMTS LEVEN. 'Het gevocht na» boord ven de „Sophle Suther land". Het is (nauwelijks v4er. jaar. geledien, dat Jack Qjomdiomi stierf, veertig jaar oudl, dm» de kracht van zijn leven. Over zijm hardi bestaan als zwerver, straudrooiver, gouddelver, fabrieksarbeider, bokser, .paardentemmer on wat al niet, doen (allerlei geruch ten! do rondo leh om' rnu eenis1 en vooral waarheid len verdichting té scheidien, 'heeft een Amerikaamische schrijfster mms. -Rosé Wilder Dame, die .een intieme vriendin van den 'auteur en zijm tweede vrouw was, een soort biographie geschreven, waarin veel van wat ,er over Jack Lomdon's veelbewogen levensloop verteld wordt, bevestigd wordt, en 'andere diimgen ontkend wonden. Jack ILoinidiom heeft (bijna niet ite idhagen misère ge had), hiji heeft vreeselijke avonturen beleefd, waar- vam één zich afspeelde aan boord van het zeilschip „iSophie Sutberland". Hij, had zich, ofschoon pas .een jongen vam zeventien jaar, zij, 't groot ,en sterk voor zijn ieefitijidi, uitigiegeVten voor bekwaam zeemian, maar hl| wiais rnog ieen iairudiroit, waint ",t was, zijn eerste groote zeereis. Ziehier hoe mrs. Dame zijm leven aan boord van de „Sbphde S'uthenland" beschrijft: .„Jack kreeg do*, kooi waar het t meest lekte, die dunste dekens, het slechtste voedsel. Dat alles ac cepteerde hij vvelgehumeurdl, met zijn plotsélingen glimlach, die iedereen ontwapende, en zijn zonnige blauwe ooigen .Maar. wanneer hij maar even noiode- loois' gecommandeerd of (uit de hoogte behandeld) werd vocht hij, 'vlug 'kwiaadaaridig, met do woede van' een wildie kat. Als hij bewusteloos geslagen was on weer bijgemaakt met, ,een emmer zeewater, stond' hij wag gelend1 op, ien ging, vriendschappelijk teglen ieder als ooit ite voren, weer aan' zijn werk. Maar bij de min ste beleedigimg vocht hiji weer, snel on wéest. Het was een weloverwogen systeem, ivam zijm kant. Zijm eer stond op het spel en zijn plaats als man ondier, de mammen. (Hij moest die plaats veroveren én behouden, dm die hél vam dierlijkheid, waar hij zevlen (maanden' dm verblijven zou. Hij was teen jongen van zeventien tegeni ieen| aantal gehande zeelui. Hij moest hen laten voelen, dat molen wij® deed hem met rust te laten... Drie weken miaidlat hèt schip Stam Francisco verla ten had, beschouwden die mammon hem anet oonng omtziag. Hij! was al «een goed zeeman en dat was zijni itrots. Altijd was hij haantje-de-voorsteom het want in' te klimimlen om leien marszeil te reven of op te zette»; hiji trok aam' leien touw met ia:l zijm ge wicht; hiijl was de eerste om op wiaclht te sitaain en de •laatste om' in zijm 'kooi te .kruipen. ,Emi hij was ieon vechter, als een woeste, onweerstaanbare werv-él- wdmdi vocht hij. Ben wapensti'lstand die op een ver zoening schee» uit' te draaien, werd tusschlen hem on de bemanning gesloten, maar hij werd verbroken door 'Long Johim Long Jiohm wias ieon IHoigge IZweed, zes1 voet 'vier in zijm zeelaiarzJen, ©n' met scihoiuderspieren alis; igeknoop- te 'koorden. Deze langzaam-donklendei, gemelijke ke rel was van) den aanvang af tegenover Jack vijandig gestemd', maar hij; had den vechtlust van den jongen nog niet opgewekt. Dt oogenbMk kwam op ©on mor gen toen de manmlen, die geen wacht hadden, in het vooronder lummelden, rookten, on elkaar ge schiedenissen opdis'chiten. Jack zat op don rand van zijin' (kooi, 'm touwmat vilechtend', Hot was idion dag Long Joihn's beurt de etensita.fe'1 op te ruimen, de schalen te wasschen on de dampen te vullen. Hij was in ,eon slecht humeur. Hij deed slaven-werk, terwijl een jongen vam half zijm leeftijd 'op zijm; gemak dm zijm kooi zat. Een langzaam rijzonde woede kwam in hem op. Ton slotte kom hij: 'zich mieit meer bedwin gen. „Hier jfj - - -1 Vul' die strooppotten!" gelastte hij. „Het wias igdstemen mijm beurt om voor de menage te zorgen"',", zei Jack vriendelijk. „Vandaag is het ROMAN VAN MULBERT TOOTNEH. Voor Nederland bewerkt door W. J. A. Raid anus Jr. UITG, W. DM HAAN, UTRECHT. 10. HOOFDSTUK XII. Sam werd wakker door de opkomende zon. Som her en niet verfrischt door zijn slaap stond hij op. Het beloofde een prachtige dag te zullén worden met een zacht briesje uit het Westen- Een der gelijke wind zou hem naar het eind van het meer drijven; zoodra hij dat zag, begon hij onmiddellijk de stukken hout, die hij verzameld had, naar den rand van h^t water te sleepen. Het kon hem nu niet meer schelen of Bela ontdekte wat hij deed. Zij moest het eens wagen hem tegen te houden! Het bouwen van een vlot bleek geen makkelijk work te zijn. Hij had geen hamer en geen spij kers en hij was nog niet lang genoeg in het land geweest óm te weten hoe hij het anders doen moest. Zijn eenig stuk gereedschap was zijn zakmes. Na verschillende vruchtolooze pogingen kwam hij op de gedachte de stukken hout met wilgentwijgen samon to hinden. Het beloofde een werkje voor don beelen, dag te worden en onbeholpen bovendien ook nog. Maar als de wind zoo bleef, zou het toch heel goed dienst kuinnen doen. Het zetten van een mast leverde een nieuwe moeilijkheid op. Doch de oplossing daarvan steldé hij maar uit tot hij het vlot klaar zou hebben. Na een poosje kwam Bela met zijn ontbijt het strand op. Zij, zotte het bord neer en bleef een tijdje naar hom kijken. Sam werd zich onder haar blik bewust van het primitieve van zijn arbeid, maar hij werkte fluitend door. Ton slotte zeido zij minachtend: „Daarop kan je piet aan den wal komen". Geen antwoord van Sam. „Wanneer je erop, gaat zitten, buigt het in hot midden door en krijg je water binnen. Een vlot moet zoo hard zijn als een vloer". Nog geen antwoord. Bela haalde haar schouders op en ging in het zand zitten alsof zij van plan was den heelen ochtend daar te blijven. Zij keek over het meer. Sam zette een boos gezicht en werd zenuwachtig. Iets in hem zeide hem, dat, wanneer het er om ging te zwijgen, Bela hem makkelijk overwinnen kon. Hij werkte gestadig door, er zich voor wachtend niet in haar richting te kijken. Na een poos stond het wonderbaarlijke meisje op en zeide kalm: „Ik zal je in mijn kano naar den wal brengen". Sam liet zijn wilgentwijgen vallen en staarde, haar verbaasd aan: „Hè?" „Ik zeg, dat ik je nu naar den wal wil brengen", herhaalde zij. „Wat beteekent dat?" vroeg Sam. Zij haalde flauwtjes haar schouders op. „Vraag nu maar niets. Ga mee, als je wilt". „Naar welken wal?" vroeg hij argwanend. „Dat is mij onverschillig. Ik vermoed echter,'élat het het beste zijn zal naar het riviertje te gaan. De wind is die richting uit en misschien wordt hij straks wat krachtiger". „Wat steekt daar nu weer achter?" prevelde hij. Zij was het strand reeds opgeloopen. „Ik ga de boot schoonmaken", zeide zij over haar schouder. „Ik zou maar gauw komen als ik jou was'. Zij was al weg en liet hem verbijsterd achtef. Na e'en paar minuten sloop hij haar na, om te kijken of zij inderdaad de boel klaar maakte. Het was zoo. Van achter de wilgen zag hij hoe zij een grooten populiertak in den achtersteven van den kano zette en dien met 'een touw vastbond. Aan dien primitieven mast bevestigde zij een ra, waar* aan zij een van haar dekens hing, dien zij dan weer met een touw aan de twee lagere hoeken vastbond. Vervolgens bracht zij haar bagage in de boot. Zij deed dat alles met een vastberaden vlug heid, dio- vermoeden deed, dat er werkelijk iets "dreigends aan de hand was. Ten slotte liep zij hot strand weer op, waarom Sam zich onmiddellijk omkeerde, zich hahstend om haar voor to zijn, en weer aan zijn vlot begon te werken alsof hij er in het geheel niet mee opge houden had. „Nou weet je toch zeker wel waarom wij naar den wal gaan", zeide zij kortaf. „Ik mag door den grond zakken als ik het weet", antwoordde Sam. „Maar zie jij met jè, scherpe oogen dan niets? vroeg zij minachtend. „Kijk oons goed!" De richting van haar vinger, die over het meer weos, volgend, zag hij een zwarte vlek op het wa ter, tusschen hen en het begin der rivier in. „Die mannen komen hierheen", zeide zij. „Daar heb ik een voorgevoel van gehad. Ik vermoed dat zij gisteren verder de rivier op Johnny Gagnon's boot gehaald hebben!" Nu zij erop wees, was het voorwerp duidelijk ge noeg te zien. Het op en neer gaan van de riemen was wel zichtbaar. Sam keek er weifelend naar. Hij zou iedere bevrijding uit ,deze hachelijke po sitie hartelijk welkom heeten, maai; was dit een be vrijding? „Hoe denk Je naar de rivier te kunnen zeilen, als zij van dien kant komen?" vroeg hij. „Ik wacht tot zij vlak bij zijn", antwoordde zij onmiddellijk. „En dan neem ik, den anderen kant van het eiland. Met mijn zeil halen ze me nooit in. De boot van Johnny Gagnon heeft geen zeil". die jouwe." Eln ihdj sloeg zijn oogen weer, neer naar idie miat wiaar hij aan bezag, was en breide voort. Long John vloekte. Hij herhaalde zijn hevel op luider icoon. Jack 'bewoog zich niet Niemand -anders sprak. Toen zette Long John dien koffiepot neer en lichtte •een vuistslag naar hert- hoofd van den jongen, Miaar hij. raakte niét - Jiack was udJt zijn koodl 'Eén slag trof (Long John precies dn de maagholte. Borden vielen iaan scher ven1 op 'den' vloer. Met een doffen schreeuw sprong Long John op Jiack .toe. De jongen sprong achter uit voor den woesten aanval, maar Ihijj werd' in een hoek gedreven, de reusachtige Zweed toon met hem omspringen lals 'een (hiond) met -een rat De man nen gingen rechtopzd/tten, toeken gretig toe, met glin sterende oogen. Bukkend on (draadend in de nauwe ruiiiöite ontweek Jack zijn aanvaller. Die wanhoop maakte hem vlug. Als oen kat sprong hij op Long John4® schou der, zwaaide 'er over heen ten klemde zich vast. iZijn duimen drukte hij diep in .den stierennek, sloot de luchtpijp of. -Al de kracht van) zijn armen zette hij ■achter zijn greep. De Zweed, naar adem snakkend, tastte blindelings naar dat levend gewicht op zijn rug. Hij liep in 'het ronde, vertrapte de gebroken borden, stikkend en klokkend. De vetlamp sloeg in Jack's gezicht aan stukken. Het bloed stroomde uit zijn gapende won-- den. Zijn rug kraakte tegen de kooien. Zijn hoofd bonsde tegen de zolderinghalken. Hij bleef hangen. Hij bleef een oneindigen tijd hangen. Tijd bestond voor hem niet meer. Het vooronder zwom voor zijn oogen, verdween in een zwart floers. Hij hoorde alleen hoe zijn schedel telkens sloeg tegen de dek- balken. De wereld was voor hem beperkt tot die dikke, rubber-achtig aanvoelende massa tusschen zijn grijphanden. Hij moest leven, zijn wil moest blijven tot hij die massa murw geknepen had. Zijn laatste sprankel bewustzijn concentreerde hij daarop. De worsteling duurde voort, eindeloos. Voor den kring van toeschouwers schéén het dat de jongen stervende was. Zijn oogen puilden uit, zijn dik haar was overdekt met bloed. En nog altijd sloegen Long John's dolle sprongen zijn hoofd tegen de zware eiken balken. Het gelaat van den Zweed was purper, zijn tong hing een eind uit zijn mond. Zijn trekkende handen konden de vingers om zijn keel niet loskrijgen. Het werd een nachtmerrie. Zelfs de zeelieden wa ren ontzet. Bloedspatten en haar zaten tegen de balken, bloeddroppels vielen op den grond. Dit was moord. Maar niemand kwain tusschenbeide; het was een zaak tusschen Longb John en Jack. Zij moesten het uitvechten. Ten slotte wankelde Long John, viel op zijn knieën en toen -plat op zijn gélaat. Hij lag, zenuwtrekkend op den grond, Jack nog al tijd op zijn rug. Axel Gundersen maakte de stijve vingers vann den jongen los. Jack slaagde erin te spreken. „Je laat me met rust. Zeg, Je laat me met rust!" Long Johri's gezwollen tong en met schuim be dekte lippen, konden geen, antwoord formuleeren. „Dat zullen we zeker jij... kleine..." zei Axel Gun dersen vriendschappelijk. Zoo verwierf Jack London zich zijn plaats als man onder de mannen". O. d. S., HdblcL HET GEHEIM VAN DE DAILY MAIL. Iin oen boekje, diat in -een week tijds al' zijn vierd'e oplaag beeft beleefd :en itot rtitel draagt The My- stery of ithe Daily 'Mail,, verhaalt dit blad van: zij» fabelachtige» groei in vijf on itwdintig, jiaireni Op 21 April 1921 bedroeg .die idlageMjikisch© verkoop van het blad) 1,365.256 exempliairen. IHet geheel© kapitaal idlajt öjdj den begkunie tt» de onderneming gestoken werd, was 15.000. Op (het oogenlblik bedraagt het voor de Daily Mail' en haar avondblad en m'ailediitie 2,100.000. Toen die Daily Mail ha-air intrede deed, wiareni de Londenische och tendbladen niet met hun itÜjd medegegaan. „Zij.wer den nog hefoeensebt donr de» politicus en gevuld me'Ü de onverteerd© productie vinna den woordelijk steno graf eerenden verslaggever. Hun aandacht was groo- 'tendeels' beperkt tot politiek. Ver,velende artikelen van almachtige wijsneuzen ten ilange verslagen .van 't parlement, van' politiek© redevoeringen, van de beurzen en meer in het bijzonder, van de gerechts- en poMitieffyovien vulden hun 'kolommen. «Zdj dieden geen moeite opa' de (belanigistelliiDg van' vrouwen (te wekken. Zij waren veeleer de lectuur van den sicieteitsbezoe- kear, dien politicus en den handelsman, dan 'een nood zakelijkheid! voor het publiek in het algemeen. Hiuin verspreiding wa® isttrükt beperkt en hun adverteerond vermogen klein, in veogeiijtMing met de ittegenwojor- tdige ontvangsten. De Daily Mail was die onderneming van' eert jong man. Haar oprichter 'AMred' C. Hiarmisworth (nu burggraaf Northcliffe) was dertig jaar. Voor hij dé Daily Mail opzette, h!ad hij in meer dan een dozijn vreemde landen kóanittenhureaux bezocht en tomder- zodhtla De Daily Mail verscheurde den geheimzinnigen sluier waarmee ouderwertsche krainiten zicht plachten te omringen. (B-ezoekers waren welkom; de ohtzag(llj- ke post van eiken da® werd aandachtig gelezen; aan U publiek werd geleerd dat U zijn eigen blad was en die medewerking van dat publiek werd ingeroepen, ,yom het itoit het beste bladl van de wereld te maken" Interessante biijizonderhedien geeft hert. boekje van' dé Daily Mail over de journalistiek© listen om aan' nieuws te 'komen. (Bij de vredesonderhandelingen va» Vereeniigiing in Zuid-Afrika giug alle® strikt in het geheim. Schildwachten zetten het kamp af, nieuw® was ^ovendien niet weg te seinen vanwege de oen suur; TOch had! de Daily Mail eiken dag verslag van het verhandelde. Een man( in! den' iEh!g©lsche» itrein idie dagelijks vianj die -cion)ferènitai© terugstoomdei, maak te gebaren .uit een raampje, die 'een 'ander man. daar buiten' ikoni begrijpen, en deze laatste seinde vlijtig aan teen particulier adres in Londen over doodon schuldige transactie® op de JohanneSburgsche beurs, volgens ©en maanden te voren zorgvuldig gereed ge maallaten code. 'Een iandér belanjgweikkiendl boofdsltJuk' handelt' lovietf dl© groote papierfabrieken .dl© de Daily Mail in Nè w- foundiliand oprichtte, om in zijn geweldige dagelijto- ®Qhe behoefte ite voorzaten. 'Daar is oen modelstad' ge- Haar spoed om weg to komen kwam hem ver dacht voor. Wat voerde zij nu weer in haar schild, vroep hij fcich af. Hoewel hij- Jack, Shand en Joe moeilijk als redders kon beschouwen, verbood zijn trots hem toch zich weer aan haar toe te vertrou wen. Plotseling nam hij een besluit. „Ga jij maar waar je naar toe wilt", zeide hij ruw. „Ik blijf hier!" Bela werd bleek en een echte angst was in haar oogen te lezen. Onwillekeurig kwam zij wat dichter bij hem staan. „Zij zullen je vermoorden, als ze je hier vinden", zeide zij. „Niet, als zij jou hier niet vinden". „Zij zullen je vermoorden!" hield zij vol. „Twee dagen vervolgen ze ons nu al. En al dien tijd heb ben ze natuurlijk nergens anders over gepraat dan over wat ze doen zullen, als ze ons te pakken krij gen. En als zij mij niet vinden, zullen ze nog doller worden. Wanneer ze jou vinden, zullen ze je ver moorden om de redenen, die zij al zoo dikwijls ge zegd hebben. Jij bent op dit klein© eilandje. Nie mand. weet het. Niemand ziet het. Zij kunnen je veilig vermoorden. Als je niet met mij meegaat, kom je hier nooit vandaan." Sam, die de mannen kende, moest of hij wilde of niet, bij zichzelf erkennen, dat zij gelijk had. Hij werd wat bleek, maar nu hij haar eenmaal zijn besluit medegedeeld had, verbood zijn trots hem daarop terug te komen. „Ga jij maar", zeide hij. „Ik blijf". De oude vastberjaden uitdrukking kwarr. weer cp, Beia's gezicht terug. Zij ging in het zand zit ten en sloeg haar armen om haar knieën. „Ik ga niet zonder jou", zeide zij. „Hij haalde zijn schouders op, alsof het hem koud liet. „Zooals je wilt. Maar je verbetert er mijn kansen niet op door hier te blijven". „Zij zullen jou in ieder geval vermoorden", zei de zij op vlakken toon. „En nadat zij jou gedood hebhen, hebben ze mijl Mij zullen zij niet ver moorden". Sam schrok en keek haar verbaasd aan. Een pijnlijk gevoel, dat hem zelf verbaasde, doorstak hem. Hij herinnerde zich de blikken der mannen, toen Bela de eerste maal in de hut gekomen was. Thans, na een vefrvolging van twee dagen, zouden zij niet veel menscnelijker zijn dan toen. Het denk beeld, dat dit mooie meisje aan hen overgeleverd zou zijn, was meer dan hij verdragen kon. „Bela om Gods wil wees niet dwaas!" sta melde hij. Een flauw glimlachje speelde om haar lippen- Zij bleef zwijgen. „Het is maar grootspraak", zeide hij heesch. „Het zal je niét gelukken mij om den tuin te leiden". Zij keek hem met een vreemden, trotschen blik aan. „Hét is geen grootspraak", antwoordde zij kalm. „Ik doe wat ik zeg. Als ik zeg, dat ik mijn hand in het vuur steek, houd ik die erin tot zij afgebrand is. Dat weet je even goed als ik." In zijn binnenste wist hij het, hoe woedend hij ook zijn mocht, dat hij gedwongen was te doen, wat zij wilde dat hij deed. „Het kan mij niet schelen!" riep hij uit. „Mij kan je niet voor den gek houden. Ik ben mijn eigen baas. Ik beb je niet in deze moeilijke positie ge bracht. Je zult net zoo goed den risico moeten dra gen als ik". Bela zeide niets. Louter uit blufferij ging hij zijn stukken hout weer aan elkaar binden. Zijn hand beefde. De waarschijnlijkheid, dat bij nu nog een vlot noodig zou hebben, was niet groot. y De snel naderende boot had reeds den halven afstand naar het eiland afgelegd. Zij konden er nu drie personen in onderscheiden: één stuurde, ter wijl de twee anderen roeiden. Het meer schitterde in den feilen zonneschijn. Al de kl.eine golfjes naar het Oosten waren goudgerand. Vijf minuten verliepen, waarin koppigheid zwij gend streed met koppigheid. Bela zat met het stoï cisme van haar roodhuidige voorouders te staren naar niets; Sam bleef doen alsof hij in zijn werk opging. Nu en dan wierp hij zijns ondanks een weifelenden en bewonderenden blik op haar. Bela keek hem echter geen oogenblik aan, Na verloop van die vijf minuten was de boot hoog stens nog een kwart mijl van het eiland af. Zij za- N gen den stuurman wijzen en de twee roeiers op houden en omkijken. Blijkbaar hadden zij de twee gestalten op het strand gezien en begrepen zij niets van hun onverschilligheid. Met vernieuwde kracht roeiden zij dan verder. Bela behaalde de overwinning, want eindelijk gooide Sam vloekend zijn werk nee» „Ik kan het niet langer uithouden!" riep hij met een bevende stem. „Voor mij persoonlijk kan het mij niet schelen, maar ik kan niet zien, dat een vrouw opgeofferd wordt zelfs ^1 is het door haar eigen koppigheid. Voor jou kan het mij niet sche- 1 len, maar jo bent een vrouw. Je moet niet denken dat jij mij de baas bent, heelemaal niet Ik zal je om deze .heele zaak haten maar ik kan het niet langer uithouden!" Bela sprong vlug en vastberaden op. „Ga mee!" riep zij uit. „Het kan me niet schelen om welke reden je meegaat, als ie maar meer gaat!" Zij wees naar den koristen weg om het strand.., „Dezen kant uit", zeide zij. „Ik wil dat zij dezen kant uitkomen, dan zeilen wij van den anderen weg". Wordt vegvolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1