Mijn indrukken oyer Tsjecho-SIowakije. PINK PILLEN. Reclames. Rinnenlandsch Nieuws. DDDÖDOODDÖDDODÖDQDOQDODÖDDDDDDD Het recht op het leven sa BB ÖDDGOQGOÖDQQÖODODQOKinOÖÖQQDOÖQ BB dan, het eerst een rol gespeeld heeft in de wereldge schiedenis en in de menschenmaatschappij, hebben wij, Westerlingen, ons maar dadelijk aangematigd ons te stempelen tot de na-zaten van dat voorname ras. Dat was wel zeer handig ingepikt, want de voormannen van ons ras, dat hoogstaande blanko rasl we moesten ons toch als de oppersten onder de oppersten kunnen laten gelden! 1 Alles toch moest aan het blanke ras worden onderworpen. Met min der dan zoo'n afstamming zou het niet gaan om Je tot uitverkoren ras te proclameeren. Die koning Vajo van de Ariërs schijnt al wijze lessen aan de menschheid gegeven te hebben, die schijnt al heel goed geweten te hébben, hoe wij had den te leven om een menschwaardig bestaan te ver werven, dat wil zeggen: „Een leven te lijden zóó, „dat de mensch lichamelijk en geestelijk tot volle dige en harmonische ontwikkeling komt, zonder ge breken, zonder ziekten, zonder ongemakken". Maar natuurlijk dachten zijn volgelingen en na komelingen er anders over, ze legden zijn lessen zóó uit, als het hun het beste paste en vervielen spoedig tot een soort fanatisme, een soort godsdienstwaan zin. Natuurlijk ging het mis, want dat is het eigenaar dige van het Goede, het blijft maar goed tot op zekere hoogte, je moet het nooit overdrijven, want dan werkt het Goede weer verkeerd'voor je. En dat is het eigenaardige van het Kwade, dat blijft altijd kwaad, hoe ver je het ook opvoert. Dat wordt steeds erger en wordt steeds grooter kwaad. Overgaande naar een lateren tijd komen we tot Herbes, die de leer verkondigde, dat vóór alles, „al les waér" was. De waarheid was de Wetenschap, de waarheid was de Kunst, enz., enz. Ook deze vereering leidde evenals bij de Ariërs, tot verkeerde opvattingen, tot dwaze uitleggingen, tot een mysterieuze en fanatieke aanbidding, wat leiden moest tot verval. Het ging er mee als met de leer stellingen van Vajo, de Herbes leer ging te niet, ook dat liet God weer toe. De latere Isisvereering en de Isisfeesten ondergin gen eenzelfde lot. Verkeerd uitgelegde wijsheid, ver heimelijkt weten, geheimdoenerij en gewichtigdoe nerij deden ook hier weer hun vernietigende wer king gelden en de Egyptische beschaving ging te gronde. Dat ze bestaan .heeft, daarvan getuigen de op gravingen, de enorme vondsten en de kolossale bouw werken, als de Pyramiden en de Sphinx. Ook dét werd weer aan zijn beloop en aan zijn verloop over gelaten. Weten, jullie menschen (en de Egyptische wijsheid moet het „Ware" toch al hebben doorgrond) best, hoor, dan maar in overeenstemming daar mee leven, anders.... Hebben jullie er in je wijsheid geen oog voor, dat je huren jullie willen bespringen, best, hoor, wie niet uitkijkt moet maar te gronde gaan. Ook.d&t wordt toegelaten. Daarna predikten de Perzen de leer der Reinheid. Alles in de Natuur moest rein blijven,. vooral het Vuur was „iein". Vooral het Vuur werd om zijn rein heid aanbeden, het Water was rein, de Aarde was rein. Lijken van menschen en dieren mochten niet worden begraven, de aarde zou er door veront reinigd worden. Ook mochten ze niet in het water of in de rivieren of de zee worden geworpen, het water zou er door worden verontreinigd. Ze mochten niet worden verbrand, want het vuur zou er door worden verontreinigd. Men legde ze neer, zóó in de open lucht, waar ze tot verrotting overgingen. Dat de luchtverontreinigd werd snapte men niet, en het gevolg was dan ook, dat de vreese- lijkste ziekten ontstonden en de menschen en de dieren doodden bij massa's. Later verschijnt Orpheus, de groote grondlegger/ van de Grieksche beschaving. Hij gaf de leer der Harmonie, de leer van Overeenstemming, die in alles en alles zou heershen. Ook deze leer leidde weer, evenals bij de Isis-ver- eering tot een stoffelijke aanbidding en tot een ma- telooze bevrediging van zinnengenot. De verwijfde en verweekelijkte Grieken werden een' gemakkelijke prooi van de woeste, alles en allen aan zich onder werpende Romeinen. De woeste en naar wereldover- heersching strevende Romeinen hadden op het ge bied van „de baas spelen" meer het „ware inzicht" dan de andere vólken. De heidensche Romeinen ver stonden de kunst zich te doen gelden en feitelijk leven we nóg steeds onder diezelfde overheerscliing, ofschoon het Romeinsche Rijk volgens de geschiede nisboeken en hoekjes „viel" zooals de term luidt. Het zoogenaamde heidensche Romeinsche Rijk is niet gevallen, alleen heeft het een anderen vorm aangenomen, bet heerscht nog met groote kracht! Tijdens de Romeinsche overheersching verscheen de groote leeraar Jezus van Nazareth, die de leer van zelfopofferende liefde predikte. De Joden hadden zich al reeds eeuwen en eeuwen tot God's uitverkoren volk geproclameerd, juist als de blanke zich proclameert tot wereld-leider, steu nende op zijn afkomst van het Arische ras, en daar dat „uitverkoren volk" te dien tijde erg in de kei zat van de Romeinsche overweldigers, werd Jezus van Nazareth eerst gretig door hen aanvaard als de ver wachte Messias, de Verlosser, de verwachte koning, die hen zou verlossen van het Romeinsche juk. Toen jek, dat Christus zulks heelemaal niet van plan was, dat het geenszins zijne bedoeling was zich als wereldlijk heerscher der Joden te doen gelden, j werd hij zooals bekend is, uitgestooten en tenslotte vermoord. Zijn mooie leer van overgave, opoffering en liefde werd door zijn volgelingen als heel spoedig op zóó treurige wijze verkondigd, dat ze de kiem der ont binding nl in zich had opgenomen. De priesterschaar kon zich niet ontworstelen aan het Joodsche geloof en verknoeide en verdraaide haar evenals de vroe gere leerstelsels tot fanatisme en dogma, zoodat we gerust kunnen zeggen: „Wat hebben ze er van te recht gebracht?" Het (zoogenaamde) Christendom vloeit daarheen als. een geweldig groote bloedstroom, En toen de Romeinsche keizers overgingen tot het Christendom, werd Alles natuurlijk christen, de Romeinsche heidensche priesterschaar incluis en toen was het heelemaal mis. De heidensche kerk met al haar afgoderij maakte zich van het christen dom meester en maakte het geheel pasklaar voor hare bedoelingen: Stoffelijke en geestelijke overheer sching der wereld. En dat beoogt de tegenwoordige heidensche kerk van Rome nog. Dat hééft ze altijd beoogd, ze beoogt het .en zal het beoogen zoo lang ze bestaat. En al zou de Kerk van Rome verdwijnen, tóch zal er altijd weer een schare van speculanten np der menschen onkunde opduiken, die onder het mom van verlossing en zaligprediking haar eigen belang in zeer bekrompen zin- zal voorstaan. Uit dien Romeinschen tijd dateert het te vuur en te zwaard uitbreiden van het zoogenaamde Christen dom, de kerk wordt gevestigd ten koste van millioe- nen menschenlevens en stroomen bloed. En aan wie de schuld??? Aan de menschen zelf!! Wij, wij, wij, hebben daaraan allen schuld, wij dragen de schuld, dat die mooie leer zooveel slacht offers heeft gekost, kost en kosten zal nog wel eeu wen en eeuwen lang. Want de menschen hadden behooren te weten, dat het in strijd is met de eeuwig durende en onveranderlijk* wetten der Natuur, zich op dwaalsporen te laten leiden door voorgangers met achterbaksche bedoelingen en onwetende dwe pers. Dat wij ons licht opsteken bij meer-weters, goed maar we moeten ons niet tot kuddewezens laten opfokken, verlagen én gebruiken. Dat zal lei den, voor de zóóveelste maal: Ten Verderve. Het ls woordelijk waai', dat ieder zijn eigen zaligheid moet bewerken maar laat ieder daaraan dan ook arbei den, zonder zich te verlagen tot kudde-wezen. En laat vooral de „het goede" willenden inzien, dat ze om tot een goede en eenvoudige wereldorde te ko men, „kracht" moeten ontwikkelen ten goede, want wanneer zij in gebreke blijven zich sterker te maken dan de beoefenaren vaD het Ik-ik-en-nog-eres-ik-en- dan-jij-niks, van de egoïsten, van de schoffies, dan zullen die schoffies ten eeuwigen dage hun slag blif- ven slaan, want zij, zij varen niet onder valsche vlag, het is altijd een schoone vlag, die de valsche, ge- meene lading dekt. - Onder het masker van „medewerking aan het alge meen belang" wordt het eigen belang, in den meest bekrompen zin, behartigd. Er moet een meerderheid komen van hen, die het Goede, willen en kunnen doen, en die meerderheid is er, die meerderheid is er altijd geweest, maar, ze is met lakschheid gesla gen, ze wil wel, maar ze doet niet. Dat is jammer, want voorwaar, ik zeg u, evenals toegelaten werd dat de beschaving der Ariërs te niet ging, evenals toe gelaten werd, dat de leer der Waarheid verhaspeld werd, evenals de Perzische beschaving ten onder mocht gaan, evenals toegelaten werd dat het uit verkoren volk, de Joden, herhaalde malen in sla vernij verviel en heden ten dage als een veelzijdig verachte natie over de wereld wordt gejakkerd, evenals toegelaten werd, dat de Egyptische bescha ving, die der Phoeniciërs, die der Mooren, Kartha- gers, Romeinen en Grieken vernietigd werd tot op zekere laagte, evenals toegelaten werd, dat de leer van Christus werd tot een oceaan van bloed en tra- ren, evenzoo zal toegelaten worden, dat Geweld en Onrecht over de Menschen zal heerschen tot tijd en wijle ze zullen hebben ingezien, dat het zoo niet langer gaan kan en mag. Zoodra hun goede plan, van geestelijk beeld geworden is tot goede daad, eerst dan kan gerekend worden op steun voor volgende daden. Zoo w&s het zoo is het zoo zal het blijven, door alle tijden heen: Alles wordt toegelaten, maar het „juiste" te doen is Menschenplicht! Ook in de woonhuizen en andere buitenbouw is •dé overgangnaar t Oblaten merkbaar, vooral) in slecht onderhoud verschillend' van (dergelijke» bouw in iBerlijn of zoo. Straten met gewone huizen name lijk zag fk hier nergens, alile isltrateni zijn bebouwd- met min of meer groote gehouwen, met een ingang. Ze lijkten op onze etagéwoningem, echter van buiten af geen bellen: alle contact met bewoners gaat over portier, of, daar déze vaak zoek is, na 'zelf lang rondlzoeken. iObk geen namen buiten, sléchts Samen een.' nummer. Ook in de mindere buurten .staan der gelijke gebouwen, daar onge|veer als kazernes er ui't ziend. /In de rijke industriegebieden en grooite steden ziet men: Iwel1 .enkele kleine 'villaparken, maar 't i® uit sondering. Van buiten is allés hier gepleisterd1; izoo bouwden ze vroeger en zoo buiwen ze nu nog. Vorm kan 'heel mooi zijin, 't pleisterwerk maakt het geheel .^Luister eens goed ,naar mij! Ik heb het je niet verteld, o<mldat het maar onzin' is. Zij is een ouide vrouw, een malle gans. Ben je bang voor haar?" „Zij is een blanke", zeidé Bel®. „Zij weet meer dan ik. Zij weet hoe zij een man .vanigen kan. Ik ben niet heelemaal blank. Ik wdon (hij de Indianen. 'Hij haalt daaróm zijin neus voor. mij1 op. Ja, ik hen (bang 'vdor haar. Gééf me mijn belofte terug. .Ik ben niet gék. Ik heb alles gedaan wat je gezegd; hebt. Maar ik moet gaan kijken". ,^Nou, als je moet gaan, dan moet je gaan," zeide Musq'oosis boos. „Maar kom me nou ook later niet Vragen, walt je doen moet" „Vaarwel!" izei-da Bela, terwijl zij de tepee uit vloog. Op een keer, dat' Mrs. Beattie en Miiss Mackall saimien izaten te naaien, nam de vrouw van den chef de gelegenheid waar om haar zuster een paar ver wijten te doen aangaande Sam, In den laatsten tijd sttanld (Miss Mackall steeds op den iweg al® Sam 's öchitend® en 's avonds voo'itoiji moest komen. „Mhs. Bea-ttie was een kalme, verstandige, zachite vrouw. „Hij is zoo jong," zeide zij. IIlaar zuster stemde het dadelijk toe. /Natuurlijk! Bijina nog een kind. Hij heeft heelemaal geen vrien den. En hiji heeft juist b 'vriendelijk woord ntoodig". „Maar staat het eigenlek «wel aan jou om dat te doen?" vroeg Mrs. IBeaittie heel zacht. „Zuster! Hoe kan je zooiets zaggion?" zeidie Miss Mackall gechoqueerd. „Nog zoo'n kind je, zondt gaan denken1 O, hoe kan /je het zegigen?" Mrs. IBeaittie liét met een zucht het onderwerp ruston. Zij was in .geen vijftien jaar thuiis geweest en had haar oudere zuster erg veranderd gévonden en moeilijk te begrijpen. (Later, aam tafel liet IMiss Mock'ell zich langs haar mëus weg ontvallen, dat de jonge man wel eens te eten gevraagd mocht worden. Gilbert EBeat- tio keek vlug op. 4. wDlt is het huis van de cotmipany", zed'de hij vrij bits, „on wij izij'n, om ztoo te 'zeggen, publieke per soonlijkheden. We moeten geien gelegenheid geven 'tot dwaze praatjes." .Praatjes?" herhaalde Miss Mackall. „Ik begrijp je niet." Pardon", zeide Beattie, „dat geloof ik wel. Be denk, dat de zuster van den chef evenals Caesar's vroiuW Iboven iedere verdenking staan moet." dadelijk doodsch en somber. Zoo os de ouderdom van een huis hier moeilijk te schatten, allen ziten er vrij (gauw verwaarloosd uit en blijven langen tijd in dezen half vertvuildien staat. Zoo ook de netste woonhuizen: 't binnenkomen is altijd een verras sing, niets verraadt buitten de netheid binnen. Het gemeenschappelijk belzitltten on de zeer stoffige at mosfeer zullen hier wel een groot deel schuld aan hébben. 'Vooral nu 't hier weken droog was, is de lucht slechts Is morgens vroeg frisch. Muren van j alle geboulwen hier zijn di'k en hebben zonder uit- zondering, dubbele ramien, wat 't doOdsche aanzicht nóg vermeerdert, 't Is voor die kou; hiervoor ook de reusachtige steenen kachels die stoms nu nog lus tig branden, ondanks de warmte midden op den j dag; verledien Wéék vroor hier nog geregeld 's nachts. Straten zijn (Slecht geplaveid', meest dikke Hol- landsche keien, weinig aspfoa.lt; bovendien is de stad' op heuvels gebouwd, zoodat het rijdten hier zeer vermoeiend' is. Wij worden steeds in speciale autobussen: vervoerd, Verdere vervoer gaat met tram j oif te voet. Fietsen ziet mlen hier hee'1 weinig., ook 1 buiten niet.. Deze enkelen hebben groote kam rade-1 ren, versnelling matig, niet te verzetten, (Hierdoor is de tijd tussrhen de doo-de punten langer en wordt 1 voortdurend kalm kracht gezet. 't Verkeer houdt hier links, d.w.z." trams en auto's, 1 op de trottoirs heersic'ht geen regel. Ook treinien rij dlen links, som® echter rechts. In tegenstelling met vele bericbft'en van steWa arisch te en duurte blijkt het eten 'hier goed, volop en goed koop. De hoitelmaaltijldten (particulieren hebben on geveer zelfde gewoonten, de eerste ken ik echter be ter) zijn drieërlei, t Ontbijt is zeer licht, éen ware Tsijech drinkt alleen een kop kloffie. Meestal krijgt men een sa/mme! en w&t boter er bij, die e'enige lbo-1 ter van het heel menu; somis alleen jam. (Samtaiels iis de oude Dudtsche naam voor onze kleine brood- 1 jes met maanzaad,- suiker en zout er op. Maanizaad is een van de vele specerijen hier, een andere waar ze dol op zijin, is knoflook. In een vofkéhiotel ruikt alles ernaar, troutwenis, op straat 'komt men 't ook vaa'k tegen, 't Is het e'enige Vwat sommige dingen voor ons eetbaar maakt. (Het middagmaal is heit zwaarste, net alis de 'Duit- schers, du® op het midden van den dag, d'e groote maaltijd. Vaak zeer voédende soep; dan vleesch, os- senvleesch, of varklensborst, in dikke plakken, of de bekende schnlitselis, Waarbij eien zuur slat je (aard appelen, linzen, bineten', kool, uien) of eien ander sterk, staakend, weinig voedend bestanddeel. Rijst of aardappelen in kleine hoeveelhédlen komen er soms voor in de plaats. Meestal volgt een 2e garng met :weer veel vleesch, j hier vaak -éen bal ongaar brooddeeg met rozijnen er bij, oen zeer gelief dl 'recept. Dia» -meelst taart o'f zoe tigheid;. waar Bohetmieni beroemd' voor is. Kaas In. dd-1 verse soorten met zeer sterken smaak en zwarte kloffie besluiten de maaltijd. Deze is natuurlijk zeer I uitgebreid, maar 't geèft een ovenzSchlt en de we zenlijke bestandideelen zijn voor een matig in'kOmien vriji gaulw te bereiken. Veel peper wordt 'gebruikt in verScM-llendle- so-ort, verder wordt altijd1 bro-od' er hij gegeten: óf (bhoodljes, óf snedten «zuur bruinbfood, wat aan onis slecht distributiebrood doet'denken. Voor eien maaltijd op reis wordt meest -brood met worst meegegeven. Worst kan men hier in zeer veel soorten) krijgen, velen izijn vob.r on® slecht van smaak, -door een m'enlgsel van knoflook, uien, met som® bloéd. D'e gr-ootO hoeveelheden vleesch 'worden deels 'uit gewoonte, deella uit goedkoópte gegeten. 1 Een kilo vleesch kost ongeveer 13 kronen, pas se dert betrekkelijk korten tijd echter. Broodjes, aard appelen enz. zijn denk ilc in verhouding duur; vreemd el inglenprijizen zijn echter niet altijd! te ver- troulwen. IDe waarde van een kroon -is hier moeilijk vast fte stellen,, op 't éena moment doe je er veel meer mee j d'an op t andere. Zoo ktost teen tramrit 1 kr., naar 'n voorstad 2 kr. 't Laatste even duur al® een1 iglas bi-er. ILandiwijn in flacon opgediend (Iha-lve flesch on- geve er) kost Ipl.im. 10 kr.; Tokager, een vani 'de lek- j kerste soorten hier 15 kr. Br! elkaar tien weer duur, 60 heller (11 heller is -/-1Ö0 kir.) tot 1' kr. Slappe h-e/mkb boordjes iwaren in Ostrowa eenige kronen 't 'stuk, gewone overhemlden 180—230 kronen. Schoenen 'zijn van 1"80300 kr.^ koffers veel duurder in verho'u- din.g, -ook reparatie erg duur. Confectiepakken Van 1500—2000 kr., dus slechts iets goedhooper d'an hier, j Luxe -artikelen zijn vrij goedkoop dóór weinig vraag, 'voor vreemdelingen stijgen de -prijizteni echter onrust barend, dan „vergist" «men zich voortdurendgeen percenten o'f buitenland toeslag geheven. Hotelka mers van 3050 kr., diner 30 kr. Voor die bevolking zijn de prijzen anders, studenten minimum- is 406—j 500 'kr. per maand. V-oor ons ls die levensstandaard echter toch ruim- 2 m-aal goed'kooper hier, d.w.-z. bij I wonen, niet bij reilzen. biljet een zoo goed mogelijk gebruik te maken, waar om de vrouwen tot het houden van een onderlinge bespreking door een viertal vrouwen waren bijeen geroepen. Met het laten optroden van vrouwelijke spreek sters, het houden van cursusvergaderingen en der gelijke wensclit.men te hereiken wat hij de oprich ting beoogd is: meer ontwikkeling en voorlichting van de verschillende levensbeschouwingen. OUDKARSPEL. Door tle gascommissie wordt aan de respectieve lijke raden voorgesteld om den prijs voor elcctrische kracht te brengen in de lichturen op 30 cent en buiten de lichturen op 20 cent per K.W. Tot heden was de prijs zoowel voor in als buiten de lichturen 30 cent. De prijs is ,Voor de lichtverbrui- kers 45 cent. BROEK OP LANGENDIJK. In der raadszitting van Donderdagmiddag werd de rekening van de brandstoffencommissie goedgekeurd, werd aan den sluiswachter in overweging gegeven om ih verhand met de groote motoren een verzoek om tariefsherziening te doen; werd besloten zoo mogelijk eenigszins tegemoet te komen aan een ver zoek van Schuttevaer om verbetering te brengen in de remming bij de sluis; werd aan den oud-tele foonhouder bij voortduring een toeslaa van f100 op zijn pensioen verleend, kreeg de Rijksveldwachter f32.98 schadeloosstelling voor personeele belasting: werd aan de verloskundige mej. Hoff als zoodanig op verzoek eervol ontslag verleend met ingang van 1 Augustus, wegens benoeming te Vreeswijk; werd een verzoek van IJ. Klos en anderen om beteren afvoer van straatvuil aangehouden; werd besloten tot aansluiting aan het waterleidingbedrijf en werd het voorstel van de gascommissie betreffende herzie ning der salarissen goedgekeurd, omdat een ander besluit toch geen invloed zou hebben, daar de meer derheid der raden het, reeds aanvaard heeft. Verder werd goedgekeurd het voorstel van de gas commissie om den prijs voor krachtstroom te verla gen, werd de politieverordening opnieuw vastgesteld en werd besloten om devoorbereidingen te treffen voor de benoeming van een oudercommissie. De leiding van de eerste vergadering werd aan den heer Zaal opgedragen. Voor het schatten van de waarde van de Christe lijke school in verband met de nieuwe lager ondeiv wijswet, werd de gemeenteopzichter aangewezen. ZUIDSCHAR V/OUDE. Pogingen wordenaangewend om er toe te ko men voor rekening van deze gemeente en de ge meente Broek op Langendijk tezamen een verlos kundige te benoemen. Nu de vroedvrouw uit Broek gaat vertrekken en zi] ook haar diensten in deze gemeente verricht; t meende het Dag. Bestuur van Broek, dat benoeming voor gezamenlijke rekening de meest aangewezen weg was. Hierdoor zou een hooger loon bepaald kun nen worden en daardoor de meeste kans bestaan een uitstekende kracht te krijgen. DIRKSHORN. Woensdag had onder -begunstiging Van prachtig we-der -de rijtoer met de kinderen van 5 klaissien der apenbare school naar Bengen en (S'cbo.orl plaats. Tot aller genoegen kon thans den .'Duinweg worden ge reden en izonder beswaar. Te Bergen, Zand gat, werd in den fraaien .speel tuin van dien heer Bruin volop geniotlen, terwijl 'het veijbiijf -aldaar 'werd Ibesloten, imet een wandeling naar, 'heit, O'udé stot, vaniwaar de rijtuigen id-e kleinen a'fhiaaldlen. Toen naar ISch'óórl, waar op het terrein van den ■heer Timmerman prettig werd gespeeld. Daar het ■hier niet te druk was. konden ook -de kleinsten thans ongehinderd !i-n het zand rollen. Te 7 uur werd da. thuisreis aanvaard, welke zondek ongévallen werd' volbracht, dank zij de voorzichtigheid van de. be reidwillige voerlieden. KEURINGSRAAD. Gem. Hoogwoud. Goedgekeurd: Bakker, Adri- anus; Bakker, Pieter Jan; De Boer, Pieter; Huis man, Pieter; Keizer, Reijer; Klaver, Adrianus Johan nes; Koeten, Hendriktis Marinus; Koning, NtcoIauV, Moeijes, Pieter; Molenaar, Cornelis; Rood, Jacob; Rood, Nicolaas; Rodker, Gerrit; Rooker, Jan; Schoo ien, Johannes: Slagter, 'Pieter; Speots, Jacob; Vel, Jan; Wagen, Pieter; Zomer, Germent. Ongeschikt: Rinkel, Dirk. Gem. Oude Niedorp. Goedgekeurd: Bakker, Pieter; Bood, Pieter; Van Breugel, Pieter; Ileinis, Willem: Kollenberg, Hendrik; Karsten, Evert; Kooij- rnan, Pieter Nicolaas; Poldervaart, Benjamin: Por- tegijs, Nicolaas; De Ruijter, Dirk;1 Wijnkèr, Simon. OUDKARSPEL. In een Woensdagavond gehouden Vergadering te Noordscharvvoude, waar 20 vrouwen aanwezig wa ren, is besloten tot oprichtig van een vereeniging, speciaal met het doel tot ontwikkeling. Nu de vrouw door het verkrijgen van het kiesrecht in het politieke leven gebracht is, werd het ook dienstig geacht haar voor te bereiden van het stem a m tra tn C3 a en CZ3 C3 m CT d VfUKR'JfiT MfN DOOR Eischt Hollandsche verpakking cn gebtuik«aanwijzing tn d rzx m d r-t d d d r_n tri d (Mis® Maclkall schudde «haar' hoofd en at zwijgend veirder. Personen, met eón roimanltiisch temperament mogien graag een kek-ere tyrannie. Zij «vónd1 er zich zelf jong en interessant -door. Dien middag, liep iziji den; weg «éen éi-dnjje op en kwam zij Sam tegen op een plaat®, waar men haar van uit het huils niet zien kon. Siaim groette haar met een ist!raliendën glimlach. (Hij had een gevoel alsof zijl iz-ijn -éenigè vriend wiais de eenige ziel met wie hij spreken kon. Hij ko-n igeen gebreken- in haar v-inden. Over haar leef tijd had «hij nooit gedacht. Als men op een ant woord' aangedrongen had, zou hij gezegd hebben: „O. -een ijaar of dertig!" „Allo!" riep hij. „Stap o-p en rijld met mijl teruig". ,,/D.a-t kan ik niet", antwoordde zij géheiimizinnig, „Waarom niet?" „Zij mogen me niet zoo dikwijls met je zien." JHte?" „Het -schijnt, dat d'e menschen -oiver ons begin nen te praten. I-dioót, wat?" iSialrn lachte heesc'h. „Ik "ben er aan gewend," zei- de hij. „Maar voor u is het natuurlijk Iets heel an ders". „O, mij laat het koud", anttwtoordd-e zij. „Maar mij-n zwager „HIJ heeft v zéker voor mij- gewaarschuwd", ant woordde hij. ^Natuurlijk moet u u storen aan wat hij zeigt. 'Dat begrij'p ik." (Hij dééd, alsof hij verder willdo rijden". IMisis Mackall scheen op het punt izich voor de paarden te werpen. ,/Hoe kun je dat zeggten!" riep zij verwijtend'. „Je weet dat ik niets geef otm wat die ook zegt. Maar zoolang -ik in zijn huis ben, moet ik „Natuurlijk" zeide. Sam. „Ik zal het u1 niet moei lijk-er maken!" „Als -wij elkaar een® schreven", opperde zi] „,en de brieven op een veilig plekje legden." iSiam schudde zijn hoofd. „Ik heb nooit goed bri-eiven kunnen -schrijven Bovendien heb ik geen pleklje en geen gereedschap om- te schrijven.' „Er i® nog wel een a-nldere maniiér", prevelde zij, unaar daar moet ik maar lieiver niet over praten". ,/Hoe dan?" „Er is eeni pad -aan den achterkant van het huis regelrecht naar GW-er\s Point. Het wordt nooit ge bruikt, behalive wanneer zij 's avonds voorraden naar de factorij' brengen. Tegen negen uur is alles stil. Ik zou het huis uit kunnen sluipen en je op het pad tegemoet 'komien. W'e zouden een poosje 'kunnen -praten! en ik voor het donker weer thuis I zijm" Saim voel-dë zich ©enigszins wijfelend, maar hoe kon eep jonge man in zoon geval weigeren? „Als u dat wil, heel graag," stemde hij toe. „'Ik «denk slechts aan jOu". izeidë zij. „Ik zal er 'zijn." Men zou moeilijk een 'betere ptfaats voor een ren- déz-vou® kunnien vinden. Er kwam noodt iemand dat pad langs en menschen, die op den hloofdweg liepen, koridepi het onmogelijk zien. Hiet begon in •de bossichem van GrierV IPo-init, liep dan door wil- genlboischje® en olver een beboiScht heuveltje en ein digde hij -de achterplaats van- Beattrie's huis. -Zij kwamen elkander in de teedere schemering midden in de wilgenbóschje® tégen. (Het hal'f don ker deed haar tien ijaar j'onger lijken en Sam kreeg bijna eien bon.a fliide romantisch gevoel, toen- Ihij haar, teniger en slank figuurtje naar zich too zag komen. In zijin- dankbaarheid v-oo-r haar hartelijk heid' wenschte hij oprecht iet9 meer dan vriend schap voor haa-r te kunnen koesteren een gevaar lijke gemoedstoéstand voor een jongen- man. Hij spreidde zijn jas uit, zoodat zij erop zou kunnen gaan! zitten ien liet zich dan naast haar in het gras neervallen. „Róók eien pij'p", zeide zij.' „Dat is gezelliger". Hij' deed haar zin. „Ik wóu, dat ik zelf een sigaret had," voegde zij ?r giebelend aan toe. „Rookt u?" vroeg iSam verbaasd. „Neen", bekende zij, „maar alle jonge moisjes doen het tegenwoordig." „Ik zie het niet graag." „Tk maakte natuurlijk maar een grapje", ant woordde zij' vlug. (Hum gespik wa® niet erg romantisch. Hoewel met de helste bedoelingen bezield, -verijdelde Siam alle pogingen van haar in die- richting. Hij: lag op 'zijp. eienen elleboog -naast haar. „Wat is je haar dik en mooi!" prevelde zij. ,iHet uwe ook!" antwoordde Sam beleefd. Zij stak vlug hiaar bedde handen pp. „Kijk er niet naar! Een kapper heeft het heelemaal bedolven. Toen1 ik nog een kdnid -was, hing het tot over mijn -miiddeL" ISam, die niet precle® wist, wat hij daarop ant woorden- moest, hlieis een dikke rookwolk uit. „Wat een heerlijke avond!" fluisterde zij. „Praichtiig!" zeide Saim. .„Dat bij-d-éhand'sche paard van me. S-ambo, heeft vanochtend-1 een. steen tu®*j schlen zijin- hoéf gekregen. Ik kon er maar niet ach ter komen waar het zoo kreupel door was vóór we halverwege de biaai waren. Ik wouyda't ik - wat meer paabden wist. Ik luister wel' zooveel mogelijk, maar je weet nooit of wat die kerel-s zeggen waar iis of niet." ,jHet is eien schande zooals ze je altijd plagen!' zeiid'e zij op warmen toon. „O, hou kan h'et me niet schelen", antwoordde Som. ,j(Nu ik een: 'fatsoenlijk haantje heb, kan ik al les verdragen, iH-e-t zal nog wel goed komen. Ik ge loof, dat ik al1 een verschil zien kan. Ik denk r ■dag en nacht over. (Bet is mijn ideaal. Ik bed01 weer heelemaal goed worden met die kerels! Nb dat ik zooveel om. ze geef. Maar tma wat er gébeu ie. Ik -moet zorgen, dat ze respect voor rrfij krijlgenl 'In volkomen onschuld k-on iSam geen andere gi voelen® voor 'haar koesteren dan dankbaarheid eoj vriend-schap, Maar toch zou het niet de eerste keer zijn, wanneer dergelijke éerivoudige en kalme ge voelen® hem plotseling in een onontwarbaar net ge bracht hadden. Mannen .zijn kleine -kinderen in der gelijke gevallen. (Maar -dien- avond gebeurde er niets. Hij liep mot haar tot «dien- voet van den- heuvel terug en da-a-r na man zij, zelfs zonder elkaar een- hand te geven-, -af -scheid. „Wil ik u nietf doo-r het btosch terugbrengen! vroeg hij. -Zijl knikte' vaW (meen. „Zé zouden- hét van uit he huis kunnen -zien. Hot is nog zoo licht. Mórgen avond op denizel'fden tijkl?" Ja", antwoordde Sam. Zij. keek hem na tot hij tuöschen de wilgen vel dween. -en beigon da» «den lagen heuvel op te klim inen. Tusschen de stalmmen van' de groote denmei wais het donkerder -dan .zij: verwacht had. D-e stu'K ben helldere hetm/el schenen 'onmetelijk ver weg. He bosicb Was .vol fluisteringen-. Zij begon er spijt vat te Ikrijigen, dat zij hem zoo gauw had laten gaafl •en versnelde haar pas. (Wórdt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 6