Aliticti NitlfS- Mrattitii- LnüiiiUiL r EEN LlEfOE IN DE WILDERNIS. Denderdeq 39 Juni 64ste Jaargang Jïo. 6647. Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. FEUILLETON. Gemengd Nieuws. Dii blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag. Donder dag en Zaterdag. Hij inzending tot 's m.8 mir worden Adverirnii^n /óoxerl mogrliit^in riet rrrstuitkomend nummer geplaatst UITGEVERS: TRAPMAN C0.f SCHAKEN. POSTCllFQUf. en G5PODIFNST 23330. INT. Ti l I I' no. 20 Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVEKTfiN T1ËN van 1 tot 5 regels t 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inhrgrepen). Croote letters woiden naar plaatsruimte berekend Zitting van Dinsdag 28 Juni 1921. Wat al ta handig. Met het heerlijke zomerweder vandaag een ver kwikking, waarvan we in dit seizoen nog bitter wei nig hebben genoten, al heeft de Almanak ons reeds sedert eenige dagen de intrede van het heerlijks 'Jaargetij verkondigd, waren we niet weinig ver heugd, dat de zitting zoo weinig om 't lijf had. Immers, nog slechts weinige maanden en het gure najaar staat weer voor de deur! Doch laten we op het weiftige, dat de rol voor straf- sytting van héden bevatte, onze aandacht gaan con- centreeren. En dan is het allereerst Arie de Beurs, die onze belangstelling vraagt. Hij is een jong veehandelaartje, woonachtig te Alk maar. Nogal 'n pittig baasje in dat werk en z'n collega en stadgenoot Willem Henstra had dat wel in de gaten en vond behagen in Arie's handigheid in den handel. Zoodoende verstrekte Willem eds de mSer kapitaaikracflüge wei geiden aan Arie, echt»".* uitsluitend bestemd tot het drijven van vee handel,'waarvan de uiikomsten,-winsten of eyen- tueele verliezen dan zeker vrijwel broederlijk wer den gedeeld. Zoo had Arie in April ook weer eens 'n sommetje van rond honderd gulden in z'n klavieren gekregen van den ander. Bestemd voor het bekende doel. Maar „Aaike" raakte aan de sjouw, kocht bier en bitter tjes van de centen, liet zich in een rijtuig naar het station brengen en toen hij als gevolg van dat alles met zoo vast meer was van gang als anders het ge val placht te rijn, kocht hij een paar nieuwe schoe nen. Doch ook dit hielp niet meer. Van de rest van het handelsgeld kwam weinig meer terecht en een goed deel ervan werd Arie nog in Groot Mokum, waar hij uit „spatzieren" was, afhandig gemaakt. Henstra was die geschiedenis natuurlijk lang niet naar den zin en er werden rechtszaken van gemaakt met dit gevolg, dat er thans tegen Arie door den heer Officier wegens de gepleegde verduistering 0 maanden' gev. (voorwaardelijk met drie jaar proef tijd) werd gevraagd. Mr. Langeveld, bekloagde's verdediger, was van meening dat er op deze dagvaarding geen veroordee ling kon volgen en concludeerde in dien zin. Op lager wal geraakte Aagt Aagtje Hollenberg, een 21-jarige jonge dochter, te Barsingorhorn op 28 September 1899 geboren en al- zoo thans 21 jaren oud, was vervolgens aan de beurt. Zij had eigenlijk twee zaakjes aan de hand. Een wegens landlooperij, een ander wegens oplichting. Ze was in den liatsten tijd te Helder woonachtig, waarze allebei feiten heeft gepleegd. Op 'sheeren Officiers voorstel, werden de twee strafzaakjes nu tot één samengevoegd. Iets, wat weieens 'n enkele maal meer gebeurd is. Maar enfin, Aagt, een pittig uitziend deerntje en volstrekt geen „Aagt Marsebel", was met die samen voeging eigenlijk nog niet klaar. Do landlobperij, waarbij ze, eenzaam en verlaten, toevende in een wagen met hooi werd aangetroffen, zonci-r^middel van bestaan, bezorgde haar een eisch tot 12 dagen hechtenis. De oplichting, waarvan diverse winkeliers het élachtoff er „waren geworden dpor de „slimme"' Aagje wat kaas, koek of ander eetbaar spul op crediet mee-te geven, wat ze op naam van een harer vroe gere mevrduwen kocht, deed den heer Officier drie maanden gevangenisstraf, voorwaardelijk, tegen het huilende meisje etechen. Ben onhebbelijk heer. Bij velen onzer getrouwe lezers en lezeressen zal de op 30 Maart 1889 te Hoorn geboren Gerrit van Wieringen, die al zoo menigmaal een plaatsje in deze rubriek innam hem, trouwe klant, steeds be reidwillig ingeruimd nog wel bekend zijn. En, mocht men hem hebben vergeten, welnu, dan hebben we thans opnieuw de eer, om monsieur voor de zooveelste maal aan het lezend publiek voor te stellen. Hij scharrelt in een woonwagen, door fiere Arabische prachtpaarden getrokken, onze provincie door. En o wée, als je 'm een strootje in den weg legt. Want Gerritje-lief is o, zoo kort aangebonden. Dat 't 'n lastige menheer is ondervond dezer da gen ook de Nibbixwouder gemeenteveldwachter Evert Bos. Het gedrag van Gerrit was op Woensdag 27 April van d^en aard, dat Bos hem aanmaande kalm te zijn, enz. Maar Gerrit gedroeg zich zoo hoogst onheb belijk tegen den welwillenden ambtenaar en over laadde dezen zoodanig met verwijten en scheldwoor den, dat Bos er verbaal van maakte. Gert was helaas,.... Goddank.... niet verschenen 1 Zijne aanwezigheid zou toch zoo op prijs -gesteld zijn geworden. Maar de O. v. J. nam 'm evengoed netjes te grazen en requireerde tegen den ruwon onbehouwen klant wegens beleediging van een dienstdoenden ambte naar, 3 weken gevangenisstraf. Kalmte alleen kan Je redden. Ook Hendrik de Geus, in Februari 1888 te War- menhuizen geboren, was niet absent. Hij is thans landbouwer te Julianadorp, gem. Helden en had daar Op 6 Mei j.1. het geweldig op zijn zenuwen gekregen, toen de rijksveldwachter Gijswijt hem inzage "vroeg van eenige papieren. En dat moest toch wel in ver band met een dékkingsbewijs van een paard van De Geus. Hendrik maakte zich zoo boos, op den ander, dat hij dreigde, den diender te zullen verscheuren. Nu gaat dat dadelijk maar niet, zonder behulp van een leeuw of ander knap beestje, maar wél gaf het ge doe van den vertoornden boer den politieman aan leiding om hem voor de vierschaar te dagen. Waar de heer Officier tegen mijnbeer De Geus 1 week brommen vorderde. Een aanvaring. Willem Hopman, een Alkmaarsche melkhandelaar, was ook al stikum weggebleven als beschuldigde. De belangstelling was dan al eens bijster gering vandaag. Hij had zich onbetamelijk gedragen, toen hij op 7 Mei j.j. zijnen evenmensch C. Breek, rijks veldwachter te Akersloot, passeerde. Dat gebeurde onder de gemeente Alkmaar. Breek was per rijwiel, Wim had een paar reuze honden voor zijn melkkar. 't Liep bij de ontmoeting niet „rond", 'n Aanrijding, nochtans zonder ernstige gevolgen, viel te consta- teeren. Maar Wim schopte den politiedienaar tegen de beenen en liep daarmee nu een eisch op tot f25 of 25 dogen hechtenis. Geen karnemelkvenster, maar kamerverhuurster. Jacoba Bakker was de volgende beklaagde. Eon aardig 54rjarig vrouwtje, dat indertijd en nógl 'li knap wijfie mocht heeten. Ze is het weeuwtje van Piet van Tongerloo en woont te Helder. „Is u karnemelkventster?" vroeg de President minzaain. En we yerheugden ons ai op een verkwik- kendon dronk, heerlijke verfrissching als dat goedje,! heeten mag. Nee, klonk een liefelijke sopraanstem van de be- j klaagdenzetel, geen karnemelkventster maar kamer- verhuurster, meheir!.... ....Zeker heel duidelijk geschreven!! Enfin, kamervèrhuurster dan. Ze had de 39-jarige; min of meer bevallig hinken de Petronella Graanstra, een bij vonnis van deze rechtbank gescheiden vrouwtje, beleedigd met een_ heel leelijk woordje van maar 4 letters. Maar, krijschte de hemelhooge stem van kleine Ja coba ze het mij ook voor h Enfin, „pot en ketel" zullen we maar zeggen. Met een eischje tot f5 boete of 5 daagjes de doos in, tegen Jacoba-lief ingesteld, waren deze hooge golven van verontwaardiging voorloopig ook weer gestild. Minnenijd. Do 18-jarige Jan Hink van Oudkarspel was in den nacht van 16 op 17 April j.1. op de turnfeesten, die toen te Noordscharwoude waren georganiseerd, aan- v ezig. En velen met hem, waaronder ook de 20-jarige Gerrit Kooii uit Heerhugowaard, die praatte met een meisje waarmee de ander den vorigen 'avond was uit gev/eest. Dat wekte Hink's toom en hij diende Kooij eon go- duchten klap tegen het hoofd toe. De zaak verzeilde naar de Rechtbank, waar tegen Hink eventjes f40 boete of 40 dagen hechtenis werd gerequireerd. Ingerukt.» Marschl De laatste zaak was met gesloten deuren. We kon den dus gevoegelijk afmarcheeren. Wat we dan ook onder dank voor het genotene deden. A.s. Dinsdag uitspraken. VAN HET BIJEN-VOLK. De Koningin is dood leve de Koning! Wat een ramp, de Koningin is dood. Plotseling is JI. M- vermoedelijk door hartverlamming, bezwe ken. Het geheele volk is ontdaan. Onrustig vliegen de bijen aan en af en dwarrelen om en bij het vlieg gat van den korf. Buiten zichzelf van verslagenheid hokken de binnen gebleven bijen bijeen. Wat zal er nu van het volk terecht komen?. Een aanhoudend, droevig geweeklaag gaat op uit het volk, zoodat de I imker, wanneer hij zijn bijenstand nadert, het reeds i op een,afstand van enkele meters kan hooren. I Wat moet het volk nu beginnen? De Koningin, die ziel, de éónige moeder van het geheele bijenvolk, is bezweken. Het geheele v^k is ten ondergang ge doemd, zoo geen neuwe Koningin ia den korf kan worden verkregen. Ten slotte komen de ongelukkige bijen wat tot be zinning. Wat helpt dat klagen en jammeren, er moet raad worden geschaft. Men beraadslaagt, men over weegt en ten slotte wordt besloten te trachten een nieuwe Koningin te kweeken. Gelukkig heeft de overleden Koningin nog kort vóór zij bezweek overvloedig eitjes gelegd. Die eitjes waren weliswaar bestemd om er werkbijen van te kweeken, maar wat nood, de werkbijen, de onvol komen vrouwelijke bijen, ontstaan immers uit dezelf de eitjes waaruit de Koningin, de eenige volmaakt i ontwikkelde vrouwelijke bij, ontstaat Het verschil in geslachtsontwikkeling wordt alleen bereikt door de werkbijen op te kweeken in kleinere cellen dan de Koningin en door haar minder rijkelijk te voeden. Het, naar den vakterm, „moerloos"geworden volk kan zich dus gelukkig nog redden. Fluks worden enkele cellen met larven van enkele dagen oud ver bouwd tot grootere cellen. De reeds in die cellen aanwezige hoeveelheid voedersap wordt aangevuld tot de larf drijft op een dikke laag voedsel. De larf ontwikkelt zich hierdoor naar behooren en enkele dagen daarna begint de verpppping, waarbij de cel met een poreus dekseltje wordt gesloten. Vol span ning wachten do bijen op de nieuwe Koninginnen, die zullen geboren worden. Iedere cel wordt streng bewaakt deor een groepje waaksters. Een week na het verzegelen van de cel bijt een der jonge Koninginnen, degene, die de andere,iets vooruit is in ontwikkeling, een klein gaatj9 in/ het dekseltje van haar cel. Zij steekt een harer voelsprie ten door dat gaatje en stoot een eigenaardig, ja kwa kend geluid uit, om te hooren of een harer zusters haar voor is, hetg^rn haar zou blijken doordat deze dan een tutend geruid zou laten hooren. Gelukkig is dit echter niet het geval .vlug bijt zij daarom het dekseltje van haar cel geheel open, om zich tri omfantelijk voor te stellen aan de toegestroomde bijen. Ziet hoe slank en lenig zij is, haar figuur is onberispelijk en haar vleugeltjes glinsteren als ju- weelen. De overige bijen zijn tevreden over haar lichamelijke ontwikkeling, zoodat z(j door het volk gaarne wordt aangenomen. Doch wat moet er nu met de andere Koninginnen gebeuren, die nog geboren moeten worden? Over het volk kan slechts één Koningin regeeren! Snel wordt beraadslaagd. De voedselvoorraad is niet voldoende, om een gedeelte van de bijen te veroorloven met de jonge Koningin uit te zwermen, om elders een nieu we kolonie te vormen. De andere Koninginnen moe ten dus worden.... opgeruimd. De etikette brengt mede, dat de jonge Koninginnen slechts door haar gelijke mogen worden gedood, der halve moet de eerstgeborene Koningin zulks doen. De waaksters, die nog steeds trouw de andere Koningin cellen bewaakten, verwijderen zich, snel bijt de jonge Koningin de cel van achteren open, om door een enkelen angelsteek in het achterlijf harer angstig kwakende zusters deze terstond te dooden. Zij is de uitverkorene, voor, haar alleen blijft het volk in de korf. EEN KERKHOF-RUZIE. Voor een der Weensche districtsrechtbanken is de vorige week Vrijdag de volgende beleedigingszaak tusschen twee leden van het bestuur van de Jood- sche gemeente te Weenen behandeld: Op 3 Maart had een bestuursvergadering plaats van de Joodsche gemeente („Sitzing des Vertrauens- manner-collegiums der Wiener Jüdiscfcen Kultusge- raeinde", zegt de Duitsche tekst). Er werden toen ook kerkhofaangelegenheden be handeld. Een bestuurslid, dr. Leopold Plaschke, kwam met de klacht, dat de gratis-graven in zeer slechten to.estand verkeerden in tegenstelling met de betalende graven. De voorzitter, do groothandelaar in wijn Siegmund Kauders, had geantwoord en een uitlegging gegeven omtrent afmetingen. Plaschke was daarna met een motie gekomen strekkend tot beter onderhoud der gratis-graven. Kauders had deze motie bestreden wegens de hooge kosten en ge zegd, dat hij bij aanneming der motie af zou treden als voorzitter. Plaschke had toen opgemerkt: „Dat zou geen groot ongeluk zijn!" Deze woorden hadden weer een vriendelijkheid van Kauders uitgelokt, die Plaschke eon „zwetser" ge noemd' had. Dat liet Plaschke wee rniet loopen en hij herhaalde, dat het geen ongeluk zou zijn als Kau ders aftrad, daar de leiding dan aan jonger krach- ROMAN VAN HUI-BERT FOOTNBR. Voor Nederland bewerkt door W. .T. A Roidanus Jr. UI TG. W. DE HAAN, UTRECHT. 28. v- Toenizll weg (waren, bleef Joe nog zitten peinzen. Maar middeltjes bScLenik-en, kooi hij (niet Hij «durfde zolifs niet indirect over de zaak te beginnen, bang als Ihij was, dat hij daardoor Stiffy'e achterdocht zou opwekken. Eindelijk viel hem iets in. .„Zeg, iStiffy, hoe sitoat mijn rekening-courant?" IStiffy vertelde het hem. „Wat!" riep Joo met gehuichelde verontwaardiging „T-Iet moet meer zijn. Je heibt zeker ergens .een lout gemaakt." Dat .trotf Stiffy op zijn zwakste plek. „Ik maak nooit een fout", antwoordde hij driftig, „Jullie,be stellen altijd- van alles en nogi wat en denken, dat hetgeen ja toekomt nog even groot blijft. Kijk zelf maar!" Dat was juist wat Joe wilde. Bro-ramend «lumgeldie hij naar hem toe. Stiffy leg de hein uit hoe de diebetpo-stem aan den eencn en de creditposten aan don anderen kant stonden: Ie- dere cldönt haki eon bladzijde apari. Joe zag, dat, al vorens zijn rekening op te slaèn, Stiffy in oen klap per keek. Jpe liet zich tenslotte overtuigen en ging dlan naar •zijn plaatsi bij da ikadhel terug. lÏJij wist nu tenminste Loe or boek gehouden werd, (maar de groote moei lijkheid moest nog overwonnen worden, nl. hoe, zondor dat Sflffy het merkte, inzage te krijgen van do boekern? (Maar hier kwaan het geluk hem onverwachte te hulp. Wanneer Stiflfy niet an. t .optellen was maak te hjj don inventaris op. (Hij' zou met het volste recht chef in een groot warenhuis hebben kunnen zijn. Voor de anderen terug kwamen» begon hij de arti kelen op de planken te tollon. 'Hij stuitte op een moeilijkheid dn het aantal blik ken» gecondenseerde melk. (Herhaalde optellingen gaven» hetzelfde resultaat. „Lieve hemel, we zijn be- etoten," riep hij uit. „TeniziJ er nog, een kist op zol der staat!" •Hij vloog do trap op. Op het oogenblik, dat zijn gewicht de planken deed kraken, sprong Joe onmid dellijk or>„ haastte tdcli op zijn gcpantoffelde voeten nwvar iS'tiffy'e kll-edn» heiligdom en Sloeg in den klap per gauw die M, op. „Musq'oosis: folio 757". iHij sloeg het grootboek op. De geluiden boven hem (hielden hem precies 'op de i hoogte van wat Stiffy deed. Joe vond het folio en daar stond in iStiffy's prach- -tig handschrift al.les wat hij- wilde weten. Hij had i slechts eeh oogenblik noodig om de beteeikenis te be grijpen. Op de de'betzij-de las hij: „Voor het span Sam- bo en» iDiiiüh met wogen en tuig 578.000 dollar." Daar onder vuilgelen verschillende voorschotten aan Sam. f Aon tcLe creditzijde stond: „Per chèque op Gd-lber-t Bea-ttie 578.000 dollar." 'Daaronder kwamen de ver- schillende bedragen, die Graves voor het vervoer betaald had. (Joe deed het boek zacht dicht. Du-s was Som in dienst vani Muisq'oosts! Ein Musq'o-osis was een soort vo,o«ga over IBelo! Je hadt niet veel phantasie noodig om hier een verbond' te zien. Maar Joe's triomf over deze ontdekking ging gepaard met een bittere ja loezie. Doch hoe dit zij, hij. was er vrij zeker van, dat Sam niet wist wie de eigenaar was van- het span, dat hij reed en hij zag hier een prachtige gelegen heid om een gemeen stukje uit te halen. Maar eerst moest hij nog meer zekerheid hebben». Toen Stiffy, na de vermiste kist gevonden te heb ben, weer beneden kwam, zat Joe weer op zijn oude plaats. I (Een tijdijé later trad Joe het magazijn van da oom- I pony post binnen en vroeg, Beattie naar een ploeg, ■die hij, naar hij zeilde, wilde invoeren. (Beattie, die onmiddellijk zag, dat Joe wilde blijven praten, moe- dlgde dit aani Dit was een nieuwe tak van zaken doen. Trouwens in het Noorden Slaat niemand de ge- j tegenheid af om -een praatje te maken. Zij liepen naar buiten en gingen in het lekkere zonnetje op een bank zitten. Vanwaar zij: zaten konden zij! Bel a's restaurant onder zich zien; uit de keukentent* on de teepee van den oudsen man steeg rook op. Musq'oosis zélf zat, voor zijn deur gehurkt, met zijn lenige vingers het -een of andere knoop werk te doen. Het kostte dus Joe niet veel -moeite het gesprek op hem te brengen. Toen hij zag; dat Beattie naar hem keek, behoefde hij, 6/1 echts te zeggen: „Flinke, oude heer, wat?" „Een van' de beste!" zeide Beattie warm. „Het ta- I genwoordüg geslacht heeft ze zoo niet. En hij is even intelligent als eerlijk. Iedereen in het land zou hem geven wat hij vroeg. Zijn woord is zoo goed als de bank," Jammer dat hij er op zijn ouden dag zoo beroerd aan. toe dal" „Beroerd) aan toe? (Hoe bedoel Je dat?" ,yNou, hij kon niet veel meer doen. En hij heeft, naar het schijnt, geen familie." „O-, Musq'oosis heeft voor zijn ouden dag wat op zij gelegd. Jaren-lang heeft hij een flink bedrag in mijn boeken gehad»". „Wat hoeft hij daarmede gedaan?" Beattie zag in die vraag niets meer dan een manier om verder te praten. .„Overgebracht naar de -F-ramsche factorij. Ik ver moed, dat hij Maho-oley wou laten zien, dót hij rijk is. Hij kon er niets van uitgegeven hebben. Ik zal het I waarschijnlijk dezer dagen wel terugkrijgen!" .„Waar heeft hij het indertijd mee verdiend?" i vroeg Joe. „Met bont?" „Neen", zedde Beattie; „hij hiad oen soort compag nonschap met een. zekeren Walter Forest, een blan- ke. Toen Forest stierf, werd; het ibedirag overgeschre ven op Musq'oosis. -Het is twintig jaar' geleden. Ik heb d epost van mijn voorganger overgenomen". Daar Joe-zag, d-at Beattie hem toch verder -niets nieuws kom vertellen, bracht hij het gesprek op een ander onderwerp. Kort -daarna stond hij op en zeiide: „Ik ga maa-r eens een praatje maken met den ouden -heer tot het eten klaar i-s." „J>at -is altijd heel gezellig;" zeid-e Beattie. „Ko-m nog eens aamloopeni!" „Ja, en van iden ploeg hoor je wel nader". ,jHalto, Musq'oosisi:" begon» Joe. „Lekker weertje voor je oude botten, hè?" „Heel lekker," antwoordde Musq'oosis kalm. 'De oude mam voelde mtat veel sympathie v-oor dezen stoeren jongen» man met zijn knap, zelfingenomen gezicht en evenmin voor zijn manier van» spreken; doch daar hij een philosoof en een gentleman was, - liet hij dat op .zijn» gezd-cht niet blijken. „Ga zitten", i voegde hij er gastvrij: -aan- toe. (Musq'oosis was bezig tegen de opening van het1 for ellen seizoen kunstvliegen te -maken. Met stukjes veeren, "haar en dmad maakte h}j prachtexempla ren, -di-e hij., dn afwachting van» koopens, op een zachiten stok stak. .„Prachtig", zeide Joe, dd-e ze bekeek. „Ik vermoed, dat ik er van het laar wel wat zal verkoopen, nu er zooveel vreemden bij gekomen -zijn," ,yHoveel kosten zljL?" „Vier bits". ,„Dan koop ik er een piaor. Ik beb een goede kreek maast mijn land." „Steek ze zoolang op je hoed:!" iNa detee transactie vdelde Musq'oosis iets meer sympathie voor Joe. Hij begon eon- gesprek over visschen met vipegen, waarnaar Joe mn-ar half luis terde, daar hij bij zichzeïf overwoog hoe hij achter datgene wat -hij' weten wilde -komen moest. Ton slotte vroeg hij op den man af: „Zpg-, Musq'oosis, wat weet jij van een zekeren Wa»lter Forest?" Musq'oosis keek Joe verbaasd aam „,Ken Je dien dan?" „Ja", zeide Joe. Maar dan bedacht hij zich plotse ling, dat Beatti hem verteld- had, .dat de man- nl twintig jaar dood was. „Dat wil zeggen, iniet per soonlijk."' ,,,'Hum!" zeide (Musq'oosis. „Ik wou het jou juist vragen, omdat je al zoo oud bent!" „Hum!" zeide Musq'oosis weer. Tot dusver was er niets,, dat zijm achterdocht opwekte. M-aar -udt prin cipe had hij er het larud' aan om vragen te beont- worden. Als het eenigszims mogelijk was beantwoord de hij een vraag met een wedervraag. ,/Hèb je hem gekend?" vroeg Joe weer. .„Ja", antwoordde Musq'oosis op zijn hoede. „Wat voor een man was het?" „Waarvoor wou je dat weten?" .vO, Iemand heeft me gevraagd ernaar te infor- meeren", antwoordde Joe ontwijkend. „Iemand, dien ik in Prince George ontmoet heb. Toen hij hoorde, dat ik -hderheen ging, zeide hij tegen me: „Probeer eens of je niet ontdekken kunt wat er van Walter Forest geworden is. Ik heb in geen- twintig jaar van- hem gehoord".," ,jHoe heette die man,?" „;Hum George Smith", loog Joe. „Een groote kerel miet een» donker gezicht. Hij reist in sigaren". 'Musq'oosis knikte. „Walter Forest is -twintig jaar geleden gestorven", zedde hij, ,Hoe?" „Met zijn- span paarden door het ijs gezakt." ,J>ieve hemel! Lieve hemel!" zeide Joe. „Ik zal het aan George schrijven!" Joe wist niet precies hoe hij verder -moest gaari „Lieve hemel! Lieve hemel!" zeide hij weer, om ton slotte te vragen: „Heb ie hem goed gekend?" „Hij wa-s mijn vriend „Vertel me eenis wat van hem. Dan kan Ik het schrijven zie je". Musq'oosis was trotsch op zijn vriendschap met Walter Forest. Er w-as geen enkele redon, waarom 'hij he.t verihiaal niet aan iedereen zou ver tel lom Had hij er bij 'Bela niet op aangedrongen haar elgon naam te gebruiken? (Het kwam niet in hem op, dat Iemand de overdracht van het 1-egaat van -den vader van het eene stel boeken» in het andere -kon -naspeu ren. En- du-s vertelde hij op zijn eenvouddce wijze het verhaal van- Walter Fore9t's leven en dood. «Lieve hemel! Lieve hemel!" riep Joe uil .„Wat za-1 Smitty dat interessant vinden. J-e zei, dat hij ge trouwd' was. Heeft hij geen familie nagelaten?" „Zijn- kind »is twee maanden na zijn dood geboren" „Wat is daarvan geworden?" Musq'oosis knikte in de richting van de hut. „Dat fs Bela", zeide hij, Joe balde zijn vuisten o-m* zooveel mogelijk zijn verbazing te verbergen. Dat was het wat hij wotcn wilde. Hij beet zich op zijn lippen om don gemeenon glimlach, <Üio daarom speelde, niet te laton zien. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1