Binnenlandsch Nieuws. Bekendmakingen. Reclames. in den herfst van het leven. kunnen alleen winstgevend blijven bij een even reus achtige deelneming van het publiek. Een nuchter feit, dat men blijkbaar te Berlijn niet begrijpt Ginds verhoogt men met automatische gemakkelijkheid de prijzen en vergeet heelenal, waarom vroeger spoor en post groote winsten opbrachten. Op het station dachtte ons een aangename gewaar wording. Precies op de minuut liep de D-trein bin- pen. Onder de tijdaangifte was aangegeven, hoe de verschillende klassen verdeeld waren. Vooraan de derde klasse, achteraan de tweede. Het zinnelooze heen en weer hollen der reizigers werd] door ,deze uit voerigheid overbodig. In een oogenblik was de D-trein bezet, reed op de minuut bi. In den trein overal tee kenen van 't herlevend Duitschland. De ruiten waren weer schoon, de closets zindelijk, de coupé's in orde ge bracht. De vele gebroken ruiten der revolutie waren verdwenen. En.... er waren weer aschbakjes. In de maand Mei reisde ik in België, ook in Duitsche D- treinen, die door Belgische opschriften andere natio naliteit gekregen hadden. Maar ze waren en ze ble ven „boche". In tweetalige opschriften beklaagde zich nu de Bel gische directie over- de ongelooflijke vervuiling der compartimenten, riep de hulp van het goedgezinde publiek in. Doch de aschbakjes ontbraken in alle wagens, men zag alleen de plekken, waan de Duit- schers vroeger deze nuttige dingen vastschroefden en op die manier elk begin van verontreiniging voor kwamen.... In Ohlings hadden we de grens bereikt, kwamen in dat halfslachtige deel, waar Duitschland niets te zeggen heeft en dat o Wilson toch door en door Duisch is. Het woord „douane" klonk. Men kent de dwaze sanctie-geschiedenis uit de kranten, maar 't wordt toch al te gek, als men midden in Duitschland door „Zollrevisionen" wordt verrast. Het geval was meer vermakelijk dan lastig. Er kwamen 'n paar jongelui in onzen coupé, die blijkens hun optreden ambtenaren waren. Droegen ze uniform? Ik weet het werkelijk niet. Ze deden me denken aan..~ geciviliseerde cowboys, cowboys in 'n katoentje. Even flink als in de prairie kwamen en verdwenen ze uit den coupé, vlug en behendig was de heele trein doorzocht. Natuurlijk gaat het niet altijd zoo! 's Avonds op de terugreis waren het twee ernstige heeren, vlot Duitsch sprekend, die de tolrevisie verrichtten. Bij hen was een Engelsche M. P. (Military Police). Het Opschrift deed me denken aan z'n Duitsche collega's in België, die de Vlamen met den naam „Marken pakker" bedachten. Dit was een echte M. P. met een krullende snor. Zijn militairen blik omving den geheelen coupé met koele geringschatting. Wij, Duitschers, die sinds twee jaar geheel gedemilitairiseerd zijn, zijn natuur lijk zulke blikken afgewend. In ons soldatenloos paradijs kent men zulke dingen niet meer! De beide heeren pikten juist een koffer uit, waar van de bézitter kort te voren met den conducteur was meegegaan. Hoe de lui dat konden weten? In ieder geval geen van ons had lust ,voor eigenaar te spelen en de eigenaar bleef onzichtbaar. Het geval dreigde gevaarlijk te worden, toen de M. P. met bliksemende oogen en saamgeperste lip pen een krachtig „Damned" deed hooren. Daarna ver liet het drietal ons! Verder op het perron te Ohligs poilus met de politiemuts, die de plaats der Tommies hadden ingenomen. In Keulen ook poilus, doch in schrikbarender vorm. In plaats van de gemoedelijke, slenterende Tommies een groep infanterie op ons perron. De blauwe poilus, ondanks de hitte met den zwanen staalhelm op. De geweren in rotten gezet. Aan het begin en het einde een mitrailleuse. Aan beide zij den was een smal pad vrijgelaten, waar wij, reizi gers, den uitgang konden bereiken, echter niet zon der onder den diepen indruk van dit militarisme fekomen te zijn. Ook in oorlogstijd was geen Duitsch msketier verplicht den zwaren stalen helm te dra gen, zoo er geen frontgevaar dreigde. Op transpor ten naar het front droeg alleen de schildwacht aan den trein den gehaten staalhelm. Doch hier vond de Fransche bevelhebber 't blijkbaar raadzaam, ons, vredige reizigers, met dit schouwspel te verrassen. In Keulen allereerst naar het Joest-Rautenstrauch Museum, dat, zooals ik het vorige jaar meldde, ern stig bedreigd is geweest. Doch het gevaar is na den wanhoopskreet in deze kolommen spoedig geluwd. Eenige dagen na de verschijning van ons artikel over dit onderwerp is de ziekenhuiskwestie in Keulen opeens ernstig door de Engelsche militaire autoritei ten onderzocht en toen bleek het, dat er gemiddeld wekelijks maar 'n 50 zieken' waren. Daarmee verviel elke beslaglegging op het mooie museum van Vol kenkunde Toch was het gevaar niet van de lucht! De jonge Keulsche universiteit behoeft ruimte, veel lokalen en het bouwbn is tegenwoordig duur. Men, keek dus be- geerig naar het Joest-Rautenstrach-Museum,dat ge rust wat ruimte kon afstaan. De adjunct-directeur prof. Foy is sinds eenigen tijd voor gezondheid met verlof kon mij echter verzekeren, dat ook dat gevaar voor een jaar afge wend ië. Meer nog, de twee klassen van de machinebouw- school, die in het museum bleven, zullen in het najaar verdwijnen. Het schoolgebouw, dat door de Engelschen als hospitaal werd gebruikt, wordt ont- warmen. „Waar ben Je geweest?" vroeg zij boos. „Gereden." „Wie heeft Je gezegd, dat je do paarden hebben mocht?" „Niemand." „Het zijn mijn paarden," zeide zij driftig. 'Musq'oosis haalde minachtend zijn schouders op. „Paarden moeten afgereden worden. Het is niet goed als ze altijd op stal staan!' „Best mogelijk", zeide Bela. „Maar ik zal wel zeg gen als zij uit moeten." „Wat heb je toch?" vroeg Musq'oosis vriendelijk, „vroeger was het mijne het jouwe en het jouwe het mijne." „Best mogelijk", herhaalde Bela koppig. „Maar ik wil niet, dat je mijn paarden gebruikt". Musq'oosis ging bij het vuur zitten. Bela ging ver der dekken. De oude man wierp een blik op haar en vroeg zich af hoe hij tegen haar zou kunnen zeggen wat hij wilde zeggen, zonder een nieuwe uitbars ting te verwekken. „Waarom ben je zoo boos op mij?" vroeg hij ten slotte. „Je bemoeit je met mijn zaken!? riep Bela harts tochtelijk uit. „Houd je daar buiten. Ik weet waar je vandaag geweest bent. Je hebt naar Sam gezocht, Iedereen denkt natuurlijk, dat ik jou uitgestuurd heb om Sam te zoeken. Dat maakt mij woest. Ik zou niet naar-.Sam gaan al lag hij dood te bloeden op den weg." „Niemand heeft mij gezien.," zeide Musq'oosis kal meerend. „Iedereens komt het te weten," antwoordde zij. „De boomen vertellen het." „Ik weet w$ar hij is", prevelde Musq'oosis met een onnoozel gezicht. Na 'n poosje zeide hij, toen Bela niets antwoordde, weer: „Ik weet waar hij is!" Bela hield zich nog steeds of zij doof was en ver dween in de keuken. Zij kwam niet terug voor de gasten er waren. Met een uitdagenden blik op Musq'oosis verwelkomde Be la Mahooley met een vriendelijk glimlachje. Dat was haar antwoord aan den Indiaan. De roodharige chef was in den zevenden hemel. Dien avond vonden de lekkerste stukjes htm weg naar zijn bord. Wanneer zij niet bezig was, zat Bela links van Ma hooley; zij duldde zijn aanmatigende manieren. La- ruimd en weer voor zijn oorspronkelijke bestemming ingericht. En dat is ook 'n opluchting! We waren in de mooie zaal van Polynesië en Melanesië. In het midden is een langwerpig vierkant, met grauw linnen afge scheiden, en daar wordt onderwijs gegeven. Een erg droge „Studienrat" deed er al z'n best om de klasse te vervelen. Zijn droge, femelende stem klonk gal mend door de groote ruimte. Brokstukken hoorde men var. mechanika, van .formules. En rondom ons is de frissche, kleurige kunst van die primitieve volken ginds. De bonte, waarlijk schoon besneden dansmaskers en versieringen. En 't is of deze levfen- looze dingen, deze tronies met snavels beginnen te leven, te grijnzen uit louter reactie tegen dit vreese- lijke schoolmeestersgeluid. Een verdieping hooger, in ons Indonesië, vervolgde het ons nog! In den D-trein naar Keulen bemerkte men reeds duidelijke sporen van Duitschland's herstel. Ook in Keulen zelf! Verbeeld u, het oude „Treppchen" was weer ge opend! In de laatste oorlogsjaren was het wegens „Renovierung" gesloten. Nu, van vernieuwing bleek niet veel, er was wat geverfd en gevernist, maar overigens was het 't oude „Treppchen" gebleven. Zelfs de oude kellners waren herrezen en op de wijn kaart prijkte weer een „Hausmarke". Natuurlijk had deze ook den invloed des tijds ondergaan; in vredes tijd kostte de flesch twee mark, nu 26 mark.... Van Keulen beweert men in het onbezette gebied, dat er haast geen Engelschen meer zijn. Dat is heele- maal onjuist. De khaki-kleur vond ik even veelvul dig in de straten als het vorige jaar; alleen kwam er de blauwe kleur van de poilus bij. Het machtsgebied van de Geallieerden was even eens uitgebreid. Voorheen zag men in de haven slechts een teeken van vlootvertoon, nu heeft men het blijkbaar noodig geacht dit uit te breiden. Aan den Rijn, in de buurt van de groote spoorwegbrug, verkondigen twee reusachtige borden het strenge ver bod op deze plaats te ankeren. Onderteekend is deze kennisgeving met de letterraadsels, die sinds 1914 ge bruikelijk zijn geworden. De kracht van dit verbod wordt door de karak teristieke décors versterkt. Een aantal meters rond deze aanlegplaats is een omheining aangebracht van nijdig prikkeldraad, zoo hoog, dat geen straatjongen erover kan klimmen. In het midden van deze danig versterkte ruimte liggen natuurlijk in het water twee motorbooten, zeer geschikt tot spelevaren. Doch helaas, op de vooiplecht staat een revolverka non, netjes in zeildoek ingepakt. Daarachter de Rijn, welks oppervlakte even leven dig is als een onbewoond huis. Geen vlug jachtende motorbootjes, geen lange slepen met ongeloofelijk lange Rijnschepen, geen jakkerende sleepbooten, geen passagiersbooten meer, die anders in dit sei zoen honderden reizigers aan wal zetten. Ik bleef er een uur wandelen en één enkele sleep met twee schepen ging stroomafwaarts! Nergens voelt men den eigenlijken, desolaten toe stand van Duitschland zoo sterk als hier aan de ri vier. EERVOL ONTSLAG. Door het Provinciaal Kerkbestuur van Noordhol land is, het Classikaal Bestuur van Alkmaar ge hoord, aan de predikanten der.Hervormde Gemeen te H. Buiskool en C. J. Warners, te Helder, op de meest eervolle wijze ontslag uit de evangeliebedie ning verleend en hun de bevoegdheid van emeritus predikanten toegekend. Deze bevoegdheid geeft het recht tot het verrichten van het volle ambtswerk in de Ned. Hervormde Kerk. WIERINGEN, Den Oever. De Zuiderzeewerken. De eerste zinkstukken voor de nieuwe werkhaven zijn jl. Woensdag op de plaats hunner bestemming neergelaten, 't Waren stukken van 800 en 1040 M2. groot. Het werk trok van den wal af groote belangstelling. WIERINGEN. Met 88 kinderen van de hoogste klassen der O.L. Scholen van Hippolytushoef en Oosterland werd 1.1. Dinsdag vanwege de Vereeniging ter bevordering van getrouw schoolbezoek een schoolfeestreisje naar Bergen ondernomen. Per boot naar de van Ewijck- sluis, per tram naar Schagen. Toen een wandeling door Schagen en aldaar den inwendigen mensch versterkt. Verder per tram naar Schoorl, waar de hooge duinen werden bezichtigd, waarna een wan deling naar Bergen werd ondernomen. Aldaar werd de speeltuin bezocht en verder de duinen, de wa terleiding, enz. bekeken. Bergen aan Zee, doch dit kon wegens een tevoren plaats gehad hebbend tram- deraillement niet doorgaan, zoodat al het moois dat Bergen zelf bood, bezichtigd werd. Ook hier weer verfrisschingen enz. en toen werd de terugtocht on dernomen. Per tram naar Alkmaar, per spoor naar Schagen, en verder de gewone route naar Wierin- gen, waar 's avonds halftien allen hoogst voldaan wèer arriveerden. WIERINGEN. Met 't oog op de goede orde bij de Zuiderzeewer ken aan 't Oosteinde van ons eiland zijn aldaar tij delijk gedetacheerd de rijksveldwachters Wamelink te Wormer en Mené, van Egmond, terwijl de rijks ter gingen zij voor het vuur zitten fluisteren en la chen, onverschillig, voor wat de anderen ervan den ken mochten. Dat was niet erg gezellig voor de overigen, dfe dan ook gauw aanstalten maakten om weg te gaan. „Bela is veranderd," zeiden zij'tegen elkander. Bij de deur vroeg Stiffy: „Ga je mee, Mahooley?" Mahooley keek terzijde naar de ondoorgrondelij ke Bela en besloot een brutalen slag te wagen. „Wacht maar niet op mij", zeide hij. „Ik blijf nog een beetje met Bela praten. Musk'oosis zal voor cha peronne spelen", voegde hij er met een lach aan toe. Bela zeide niets en met hun drieën bleven zij in het restaurant Mary Otter was naar de missie ge gaan. Een tijdje lang plaagde Mahooley Musq'oosis op zijn manier. „Musq'oosis, ik heb altijd .gehoord, dat jij in 'je jonge dagen zoo hard kon loopen." „Zool" „Ja. Men vertelt, dat, als de etensbel in het kamp luidde, jij eerder aan tafel was dan de hond!" Mahooley lachte om zijn eigen grap. „Laat hem toch piet rust", zeide Bela gemelijk. „Laat hem zijn gang maar gaan," glimlachte Musq' oosis. „Ik luister graag naar de grappige dingen die in zijn hoofd opkomen!" Mahooley keek hem eens goed aan; hij vermoedde een dubbelzinnigheid achter die woorden. Toen het geratel van den laatsten wagen in de verte weggestorven was, ieide Mahooley langs zijn neus weg: „Zeg, Musq'oosis, Je kent toch het oude spreekwoord: Twee is gezellig, drie is te veel?" Musq'oosis scheen het niet begrepen te hebben. „Met andere woorden: ik zie Je liever in je tepee dan in dit vertrek." Musq'osis bleef roerloos zitten als een hurkend af godsbeeld. „Of in nog korter woorden: Donder op." „Ga naar je tepee," voegde Bela er kortaf aan toe. Musq'oosis verroerde zich niet. Mahooley sprong woedend op. „Dat is al te kras! Donder op, voor ik je bij .je nek pak!" Met de verwonderlijke onverstoorbaarheid van het roode ras bleef Musq'oosis voor zich uit staren. Met een vloek pakte Mahooley hem bij zijn kraag en lichtte hem op. Dat was echter te veel voor Bela. zij sprong op en begon Mahooley's rug met baar vuis ten te bewerken. veldwachter De Koekoek van zijn detachement is ontheven en naar zijn standplaats Hoogwoud is teruggekeerd. KEURING VAN POKVEE TE HOORN. Op Zaterdag 30 Juli a.s. wordt door de afdeeling Hoorn en omstreken van de Hollandsche Maatschap pij van Landbouw een belangrijke keuring van stie ren en zoogenaamde dikke koeien en schotten ge houden. (Zie adv.) HOOGWOUD. Door Gedeputeerde Staten dezer provincie is bij besluit van 23 Juni 1921, no. 196 voor een jaar vrij gesteld wegens kostwinnerschap P. Wagen, inge schrevene der lichting 1922. HOOGWOUD. Op Zondag den 10 Juli a.s. zal H.F.C. I van hier te Medemblik een voetbalwedstrijd houden tegen de aldaar bestaande voetbalclub. Aan de winnende partij zal een medaille uitgereikt worden. HOOGWOUD. Onze vroeger plaatsgenoot, de heer P. de Boer, slaagde voor het na voortgezet examen eind Gym nasium. MIJN ONGELUK. Van de drie mijnwerkers, die Woensdag bij het on geluk in de Staatsmijn ,^Eimma" onder Hoensbroek werden gewond, is later nog een, de mijnwerker Doec, uit Brunssum, overleden. DE SUIKERPRIJS. Het „Ned. weekblad voor den handel in Kruide nierswaren" verneemt dat de Centrale Suikermaat schappij thans reeds suiker van de nieuwe cam pagne aanbiedt op f 49.50 of wel f 12 per baal be neden de tegenwoordige noteering. Dit aanbod be- teekent dat ingaande October suiker verkrijgbaar zal zijn ook voor den consument tot ongeveer den prijs van voor den oorlog. Het blad "herinnert er aan, dat bij den aanvang van de tegenwoordige cam pagne de suikerprijs f95 per baal van 100 Kg. be droeg, zoodat in één jaar tijd de prijs nagenoeg tot de helft terugviel. BOTSING. Gisteravond kwamen op de Winschoter Hoogebrug de auto van den heer K. Hemmel uit Groningen, waarin ook zaten de heeren H. A. Smit, R. J. Kooi- stra en T. Holthuis, aldaar, met de goederentram van Oostelijk Groningen in botsing, zoodat de auto met het voorstel over de brugleuning hing en geheel verpletterd werd. De brugleuning brak en werd verbogen. Er zijn geen persoonlijke ongelukken te betreuren. EEN AANVARING TUSSCHEN NEDERLAND- SCHE OORLOGSSCHEPEN. Men meldt uit den Helder: Tijdens de gezamenlijke oefeningen, welke gister morgen gehouden werden ter reede van Texel tus- schen H. Ms. „Zeeland", de torpedobooten Z. .8 en Z. 6 en de onderzeebooten O. 7 en O. 8, kwam de Z. 8 in aanvaring met de periscoop van de O. 7, waar door deze verbogen werd. Verdere beschadiging kwam niet voor, daar de O. 7 op diepte voer en ge houden werd, in welk geval vaartuigen van den diepgang van de torpedobooten de onderzeeboot niet kunnen raken. GEMEENTE WIERINGEN. Ingeschreven over de maand Juni 1921. Geboren: Marie, d. v. G. Lont en J. Wiegman. Ma- rie, d. v. T. Kort en M. Takes. Cornelis, z. v. G. Tijsen en M. Lont. Ondertrouwd: B. Nannings en G. Engel. EL W. de Boer en P. L. Harder. Getrouwd: W. Snooij en A. C. Berkemeier; Overleden: te Castricum Jb. Baijs, oud 77 jaren, echtgen. v. T. Scheltus. Maartje Wagemaker, oud 91 jaren, wed. v. P. de Vries; Neeltje Rietvink, oud 77 jaren, wed. v. M. Stadig De Burgemeester en Wethouders .van Schagen doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in zijne vergadering van 2 Februari 1921 is vastgesteld de volgende verordening: VERORDENING OP DE KEURING VAN WAREN IN DE GEMEENTE SCHAGEN. Artikel 1. Deze verordening verstaat onder „waren" hetzelf de wat artikel 1 van de Warenwet, Staatsblad 1919, no. 581, daaronder verstaat. Met „verkoopen" wordt in deze verordening ge lijkgesteld: a. het ten verkoop in voorraad hebben; b. het afleveren; c. het uitstallen; d. het vervoeren; e. het te koop of in ruil aanbieden; 1 f. het uitdeelen; g. het aanwezig hebben op markten; h. het aanwezig hebben in winkels, woningen, bergplaatsen, werkplaatsen, fabrieken, stallen, voer- vof vaartuigen of op erven bij fabrikanten, kooplie den, winkeliers, slijters of venters in gebruik. Het aanwezig hebben van waren in woningen of stallen wordt met verkoopen niet gelijkgesteld voor zoover de onder letter h genoemde personen aanne melijk kunnen maken., dat de aanwezige waren uit sluitend bestemd zijn voor eigen gebruik. Mahooley liet den ouden man los en keerde zich verbaasd om. „Wat beteekent dat? Je hebt zelf ge zegd, dat hij gaan moet." „Dat kan me niet schelen," zeide Bela. „Nou wil ik, dat hij blijft" „Voor wien houdt je me?" riep Mahooley. .„Ik wil geen gezelschap van derden, wanneer ik bij een meisje op bezoek ben." Zij haalde onverschillig haar schouders op. „Het geeft je niet, al gooi je hem er nu uit. Ik ben niets van je. Vanavond tenminste niet." Mahooley pakte haar bij haar pols. „Als je denkt, dat je met mij spelen kan Bela glimlachte minachtend, onbevreesd, uitda gend. „Wat denk je wel?" zeide zij. „Ik ben niet zoo als die andere meisjes. Die komen als jij fluit. Ik kom als ik zin heb. Misschien kom ik nooit." Hun oogen voerden een strijd. „Je hebt een mees ter noodig", riep Mahooléy, uit. Haar oogen gloeiden met een even sterk vuur als de zijne. „Je krijgt mij niet zoo gemakkelijk als de anderen," zeide Bela. Mahooley lachte en liet haar pols los. „Jij wilt, dat we je eerst het hof maken", riep hij uit. „Ik kan het me begrijpen. Je bent het waard." Weer veranderde Bela haar taktiek. Zij glimlachte veel belovend tegen hem. „Ga nu. en keer morgen terug." Hij ging. Hij wist niet, dat hij goed op weg was om getemd te worden. „Ga", zeide Bela tegen Musk'oosis. „Ik moet met je praten!" „Praten, praten !rt riep Bela geprikkeld uit. „Mijn kop loopt over van praten. Ik heb genoeg van al dat praten. Ga naarbedl" „Neen, vanavond blijf ik. Ik ben de vriend van Je vader geweest en ik ben jouw vriend. Ik zie, dat het den verkeerden kant met je opgaat. En daarom moet ik met Je praten!" Bela lachte heesch. „Verkeerd! Oude-mannen-taall Wat is verkeerd? Alles is verkeerd!" „Mahooley is verkeerd voor Vrouwen." „Dat weet ik. Maar hij kan geen kwaad doen. Ik haat hem. Ik zal hem belachelijk maken, wacht maar!" „Mahooley zal nooit met je trouwen." „Hij zal met me trouwen, als ik dat wil", zeide Bela. uitdagend. „Zoover heb ik hem aL Maar ik wil Artikel 2. Het is verboden waren te verkoopen, die ondeug delijk van samenstelling zijn of die in ondeugde lijken toestand verkeeren. Artikel 3. Het is verboden waren te verkoopen, die bij ge bruik overeenkomstig de bestemming voor het le ven of de gezondheid schadelijk zijn of kunnen zijn. Artikel 4. Het is verboden waren ter verkoopen, die niet vol doen aan de eischen, of ten aanzien waarvan niet voldaan is of'wordt aan de eischen, gesteld krach tens de Warenwet, Staatsblad 1919, no. 581, met uit zondering van artikel 16 dezer wet. Artikel 5. Hij, die waren verkoopt of die voor het bereiden van wareq grondstoffen bewerkt of verwerkt, is verplicht aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 7, op aanvrage onmiddellijk die waren en c^ie grond stoffen, alsmede de zelfstandigheden, voorwerpen of gereedschappen, die bij den verkoop, de bereiding, vervaardiging, samenstelling, verpakking, bewaring, behandeling of het vervoer van waren gebruikt wor den, te vertoonen en désverlangd ter hand te stellen. Artikel 6. Overtreding van eenige bepaling van deze veror dening wordt gestraft met hechtenis van ten hoog ste zes maanden of geldboete van ten hoogste twee duizend gulden. De waren, met betrekking waartoe de overtreding is begaan, kunnen worden verbeurd verklaard. Artikel 7. Met het opsporen van overtredingen, bij deze ver ordening strafbaar gesteld, zijn belast de ambtena ren, bedoeld in artikel 18 der Warenwet, Staatsblad 1919, no. 581, behoudens de wijziging welke in de aanwijzing dier ambtenaren krachtens artikel 34, tweede lid, dier wet bij Koninklijk besluit zal wor den gebracht. Artikel 8. Deze verordening kan worden aangehaald als keu ringsverordening voor de gemeente Schagen. Zijnde deze verordening door de Gedeputeerde Staten van Noordholland bij besluit van 22 Juni 1921 no. 121, goedgekeurd. En is hiervan afkondiging geschied waar het be hoort, den 5 Juli 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. CORNELISSEN. De Secretaris, ROGGEVEEN. Het is een veelverspreide ineening dat de vrouw om én bij de vijftig jaar niet meer gezond kan zijn. Deze meening is niets dan een vooroordeel, want het is niet omdat bij het naderen van het vijftigste le vensjaar het gestel van de vrouw een grondige ver andering ondergaat, dat zij hare gezondheid nood zakelijk moet verliezen. Er is immers in den herfst wel een overvloed van mooie dagen. De waarheid is dat op dit oogenblik van haar le- van de vrouw behoefte heeft aan eenige voorzorgs maatregelen, dat zij er voor moet waken dat de ver andering die de natuur in haar te voorschijn roept, hare krachten niet uitput, dat zich de door een vroegen ouderdom veroorzaakte zenuwachtige afwij kingen en vertraging der organen niet voordoen. Een der behandelingen die in deze omstandigheid met het meeste succes gevolgd worden, is het ge bruik der „Pink Pillen", welker herstellende eigen schappen een bijzondere weldadige uitwerking heb ben op de gestellen die door den kritieken leeftijd van streek zijn gebracht. Een veelzeggende getuigenis daarvan bevat de hieronder volgende brief van Mevr. Marg. Vlaming, oud.50 jaar, wonende te Amster dam, Kleine Wittenburgerstraat 82. „Ik heb sedert léngen. tijd, schrijft ons Mevr. Vla ming, geleden aan zenuwachtige storingen en een groote zwakte, alsook aan hevige hoofdpijnen. Ik was niet in staat iets te doen, zelfs niet het geringste huiswerk. Daar een mijner familieleden dóór de Pink Pillen geheel en al genezen was, heb ik op mijn beurt gebruik ervan gemaakt en toen zijn. mijne kwalen spoedig verdwenen. Ik heb mijn werk kun nen hervatten en ben ten slotte volmaakt genezen. Wanneer ik mij nu eenigszins vermoeid of zenuw achtig gevoel, neem ik nog van tijd tot tijd de Pink Pillen en altijd met hetzelfde succes". Mevr. Marg. Vlaming voegt daaraan nog toe dat zij eveneens en met denzelfden gelukkigen uitslag de Pink Pillen heeft doen nemen door haar zoon, die in een verontrustenden toestand van zwakte ver keerde. De Pink Pillen zijn dan ook inderdaad voor kinderen die tengevolge van den groei bloedarm zijn geworden, tot een krachtigen steun omdat zij aan het gestel rijk en zuiver bloed geven en den weerstand der zenuwen onderhouden. De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1.75 de doos, f 9 de zes doozen. Zij worden verkocht in het Hoofd depot: Nassaukade 314 te Amsterdam. Men eische dit adres en de Hollandsche gebruiksaanwijzing. MDe Pink Pillen zijn ook te verkrijgen bij de goede apo thekers en drogisten in Nederland. niet met hem trouwen. Als je trouwt wordt je de slavin van je man. Ik blijf altijd in mijn huis wo nen en laat de mannen bij me komen. Mannen zijn dwazen. Ik doe met ze wat ik wil." „Dat is slecht gezegd." „Voor mijn part!" riep Bela driftig uit. „Ik wil een slechte vrouw worden. Vroeger ben ik een goede vrouw geweest. En wat heb ik ermee bereikt? Dat ik vertrapt en uitgevloekt ben! Nu word ik slecht. Er brandt een vuur in me, dat droog als gras is Ik mbet iets doen. Ik wil heel slecht worden. Iedereen praat over me. De mannen vechten om me. Wat heb je aan al dat goed zijn? Huilen doe ik niet meer. Ik wil nou lachen en pret maken!" Musq'oosis liet haar kalm uitrazen: voor hij iets zeide. Dan klonk het kalm van zijn lippen: „Je bent een groote gek. Je weet niet wat je mankeert." Zij liep in de val. „Wat mij mankeert?" vroeg zij norsch. „Sam!" zeide hij krachtig. „Dat heb ik je al «leer gezegd. Je bent wat ze noemen verliefd of Sam. Het is de blanke-vrouwen-ziekte." Bela staarde hem een tijdlang zwijgend'han. Haar tong was niet in staat haar woede te vertolken. Ra deloos sloeg zij haar armen ten hemel. „Hem liefhebben!" stamelde zij. „Ik haat heml Mijn haat brandt in mijl Ik ik kan het niet zeg gen. Ik zou graag zien, dat Joe hem neersloeg. Ik vind het heerlijk als de andere mannen hem bespot en. Dan kan ik lachen. Dan voel ik me zooveel gelukkiger!" Musq'oosis haalde zijn schouders op. v „Misschien heb ik hem vroeger liefgehad," ging zij hartstochtelijk voort. „Ik wilde vriendin met hem zijn. Ik wilde hem helpen, omdat hij arm was. Al tijd dacht ik eraan, hoe ik hem kon helpen. Ik kocht paarden voor hem. Ik kwam hier om hem goed te kunnen laten eten, zoodat hij sterk zou worden. En wat heeft hij voor mij gedaan? Hij heeft mij te- schande gemaakt. Hij heeft- mij weggegooid als een stuk vuil. Nou is al het goed in kwaad veranderd. Ik haat hem!" Tranen stroomden langs haar wangen en snikken schokten haar lichaam. Bang, dat hij dat verkeerd begrijpen zou, riep zij: „Ik huil niet uit verlangen maar uit haat!" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 6