Binnenlandsch Nieuws.
Bekendmakingen.
Reclames.
in den herfst van het leven.
kunnen alleen winstgevend blijven bij een even reus
achtige deelneming van het publiek. Een nuchter
feit, dat men blijkbaar te Berlijn niet begrijpt Ginds
verhoogt men met automatische gemakkelijkheid de
prijzen en vergeet heelenal, waarom vroeger spoor
en post groote winsten opbrachten.
Op het station dachtte ons een aangename gewaar
wording. Precies op de minuut liep de D-trein bin-
pen. Onder de tijdaangifte was aangegeven, hoe de
verschillende klassen verdeeld waren. Vooraan de
derde klasse, achteraan de tweede. Het zinnelooze
heen en weer hollen der reizigers werd] door ,deze uit
voerigheid overbodig. In een oogenblik was de D-trein
bezet, reed op de minuut bi. In den trein overal tee
kenen van 't herlevend Duitschland. De ruiten waren
weer schoon, de closets zindelijk, de coupé's in orde
ge bracht. De vele gebroken ruiten der revolutie waren
verdwenen. En.... er waren weer aschbakjes. In de
maand Mei reisde ik in België, ook in Duitsche D-
treinen, die door Belgische opschriften andere natio
naliteit gekregen hadden. Maar ze waren en ze ble
ven „boche".
In tweetalige opschriften beklaagde zich nu de Bel
gische directie over- de ongelooflijke vervuiling der
compartimenten, riep de hulp van het goedgezinde
publiek in. Doch de aschbakjes ontbraken in alle
wagens, men zag alleen de plekken, waan de Duit-
schers vroeger deze nuttige dingen vastschroefden en
op die manier elk begin van verontreiniging voor
kwamen....
In Ohlings hadden we de grens bereikt, kwamen
in dat halfslachtige deel, waar Duitschland niets te
zeggen heeft en dat o Wilson toch door en door
Duisch is. Het woord „douane" klonk.
Men kent de dwaze sanctie-geschiedenis uit de
kranten, maar 't wordt toch al te gek, als men midden
in Duitschland door „Zollrevisionen" wordt verrast.
Het geval was meer vermakelijk dan lastig.
Er kwamen 'n paar jongelui in onzen coupé, die
blijkens hun optreden ambtenaren waren. Droegen ze
uniform? Ik weet het werkelijk niet. Ze deden me
denken aan..~ geciviliseerde cowboys, cowboys in 'n
katoentje.
Even flink als in de prairie kwamen en verdwenen
ze uit den coupé, vlug en behendig was de heele
trein doorzocht.
Natuurlijk gaat het niet altijd zoo! 's Avonds op
de terugreis waren het twee ernstige heeren, vlot
Duitsch sprekend, die de tolrevisie verrichtten. Bij
hen was een Engelsche M. P. (Military Police). Het
Opschrift deed me denken aan z'n Duitsche collega's
in België, die de Vlamen met den naam „Marken
pakker" bedachten.
Dit was een echte M. P. met een krullende snor.
Zijn militairen blik omving den geheelen coupé met
koele geringschatting. Wij, Duitschers, die sinds
twee jaar geheel gedemilitairiseerd zijn, zijn natuur
lijk zulke blikken afgewend. In ons soldatenloos
paradijs kent men zulke dingen niet meer!
De beide heeren pikten juist een koffer uit, waar
van de bézitter kort te voren met den conducteur
was meegegaan. Hoe de lui dat konden weten? In
ieder geval geen van ons had lust ,voor eigenaar te
spelen en de eigenaar bleef onzichtbaar.
Het geval dreigde gevaarlijk te worden, toen de
M. P. met bliksemende oogen en saamgeperste lip
pen een krachtig „Damned" deed hooren. Daarna ver
liet het drietal ons! Verder op het perron te Ohligs
poilus met de politiemuts, die de plaats der Tommies
hadden ingenomen.
In Keulen ook poilus, doch in schrikbarender
vorm. In plaats van de gemoedelijke, slenterende
Tommies een groep infanterie op ons perron. De
blauwe poilus, ondanks de hitte met den zwanen
staalhelm op. De geweren in rotten gezet. Aan het
begin en het einde een mitrailleuse. Aan beide zij
den was een smal pad vrijgelaten, waar wij, reizi
gers, den uitgang konden bereiken, echter niet zon
der onder den diepen indruk van dit militarisme
fekomen te zijn. Ook in oorlogstijd was geen Duitsch
msketier verplicht den zwaren stalen helm te dra
gen, zoo er geen frontgevaar dreigde. Op transpor
ten naar het front droeg alleen de schildwacht aan
den trein den gehaten staalhelm. Doch hier vond
de Fransche bevelhebber 't blijkbaar raadzaam, ons,
vredige reizigers, met dit schouwspel te verrassen.
In Keulen allereerst naar het Joest-Rautenstrauch
Museum, dat, zooals ik het vorige jaar meldde, ern
stig bedreigd is geweest. Doch het gevaar is na den
wanhoopskreet in deze kolommen spoedig geluwd.
Eenige dagen na de verschijning van ons artikel
over dit onderwerp is de ziekenhuiskwestie in Keulen
opeens ernstig door de Engelsche militaire autoritei
ten onderzocht en toen bleek het, dat er gemiddeld
wekelijks maar 'n 50 zieken' waren. Daarmee verviel
elke beslaglegging op het mooie museum van Vol
kenkunde
Toch was het gevaar niet van de lucht! De jonge
Keulsche universiteit behoeft ruimte, veel lokalen en
het bouwbn is tegenwoordig duur. Men, keek dus be-
geerig naar het Joest-Rautenstrach-Museum,dat ge
rust wat ruimte kon afstaan.
De adjunct-directeur prof. Foy is sinds eenigen
tijd voor gezondheid met verlof kon mij echter
verzekeren, dat ook dat gevaar voor een jaar afge
wend ië.
Meer nog, de twee klassen van de machinebouw-
school, die in het museum bleven, zullen in het
najaar verdwijnen. Het schoolgebouw, dat door de
Engelschen als hospitaal werd gebruikt, wordt ont-
warmen.
„Waar ben Je geweest?" vroeg zij boos.
„Gereden."
„Wie heeft Je gezegd, dat je do paarden hebben
mocht?"
„Niemand."
„Het zijn mijn paarden," zeide zij driftig.
'Musq'oosis haalde minachtend zijn schouders op.
„Paarden moeten afgereden worden. Het is niet goed
als ze altijd op stal staan!'
„Best mogelijk", zeide Bela. „Maar ik zal wel zeg
gen als zij uit moeten."
„Wat heb je toch?" vroeg Musq'oosis vriendelijk,
„vroeger was het mijne het jouwe en het jouwe het
mijne."
„Best mogelijk", herhaalde Bela koppig. „Maar ik
wil niet, dat je mijn paarden gebruikt".
Musq'oosis ging bij het vuur zitten. Bela ging ver
der dekken. De oude man wierp een blik op haar en
vroeg zich af hoe hij tegen haar zou kunnen zeggen
wat hij wilde zeggen, zonder een nieuwe uitbars
ting te verwekken.
„Waarom ben je zoo boos op mij?" vroeg hij ten
slotte.
„Je bemoeit je met mijn zaken!? riep Bela harts
tochtelijk uit. „Houd je daar buiten. Ik weet waar je
vandaag geweest bent. Je hebt naar Sam gezocht,
Iedereen denkt natuurlijk, dat ik jou uitgestuurd
heb om Sam te zoeken. Dat maakt mij woest. Ik zou
niet naar-.Sam gaan al lag hij dood te bloeden op den
weg."
„Niemand heeft mij gezien.," zeide Musq'oosis kal
meerend.
„Iedereens komt het te weten," antwoordde zij. „De
boomen vertellen het."
„Ik weet w$ar hij is", prevelde Musq'oosis met een
onnoozel gezicht.
Na 'n poosje zeide hij, toen Bela niets antwoordde,
weer: „Ik weet waar hij is!"
Bela hield zich nog steeds of zij doof was en ver
dween in de keuken.
Zij kwam niet terug voor de gasten er waren. Met
een uitdagenden blik op Musq'oosis verwelkomde Be
la Mahooley met een vriendelijk glimlachje. Dat was
haar antwoord aan den Indiaan. De roodharige chef
was in den zevenden hemel. Dien avond vonden de
lekkerste stukjes htm weg naar zijn bord.
Wanneer zij niet bezig was, zat Bela links van Ma
hooley; zij duldde zijn aanmatigende manieren. La-
ruimd en weer voor zijn oorspronkelijke bestemming
ingericht.
En dat is ook 'n opluchting! We waren in de mooie
zaal van Polynesië en Melanesië. In het midden is
een langwerpig vierkant, met grauw linnen afge
scheiden, en daar wordt onderwijs gegeven. Een erg
droge „Studienrat" deed er al z'n best om de klasse
te vervelen. Zijn droge, femelende stem klonk gal
mend door de groote ruimte. Brokstukken hoorde
men var. mechanika, van .formules. En rondom ons
is de frissche, kleurige kunst van die primitieve
volken ginds. De bonte, waarlijk schoon besneden
dansmaskers en versieringen. En 't is of deze levfen-
looze dingen, deze tronies met snavels beginnen te
leven, te grijnzen uit louter reactie tegen dit vreese-
lijke schoolmeestersgeluid. Een verdieping hooger, in
ons Indonesië, vervolgde het ons nog!
In den D-trein naar Keulen bemerkte men reeds
duidelijke sporen van Duitschland's herstel. Ook in
Keulen zelf!
Verbeeld u, het oude „Treppchen" was weer ge
opend! In de laatste oorlogsjaren was het wegens
„Renovierung" gesloten. Nu, van vernieuwing bleek
niet veel, er was wat geverfd en gevernist, maar
overigens was het 't oude „Treppchen" gebleven.
Zelfs de oude kellners waren herrezen en op de wijn
kaart prijkte weer een „Hausmarke". Natuurlijk had
deze ook den invloed des tijds ondergaan; in vredes
tijd kostte de flesch twee mark, nu 26 mark....
Van Keulen beweert men in het onbezette gebied,
dat er haast geen Engelschen meer zijn. Dat is heele-
maal onjuist. De khaki-kleur vond ik even veelvul
dig in de straten als het vorige jaar; alleen kwam er
de blauwe kleur van de poilus bij.
Het machtsgebied van de Geallieerden was even
eens uitgebreid. Voorheen zag men in de haven
slechts een teeken van vlootvertoon, nu heeft men
het blijkbaar noodig geacht dit uit te breiden. Aan
den Rijn, in de buurt van de groote spoorwegbrug,
verkondigen twee reusachtige borden het strenge ver
bod op deze plaats te ankeren. Onderteekend is deze
kennisgeving met de letterraadsels, die sinds 1914 ge
bruikelijk zijn geworden.
De kracht van dit verbod wordt door de karak
teristieke décors versterkt. Een aantal meters rond
deze aanlegplaats is een omheining aangebracht van
nijdig prikkeldraad, zoo hoog, dat geen straatjongen
erover kan klimmen. In het midden van deze danig
versterkte ruimte liggen natuurlijk in het water
twee motorbooten, zeer geschikt tot spelevaren.
Doch helaas, op de vooiplecht staat een revolverka
non, netjes in zeildoek ingepakt.
Daarachter de Rijn, welks oppervlakte even leven
dig is als een onbewoond huis. Geen vlug jachtende
motorbootjes, geen lange slepen met ongeloofelijk
lange Rijnschepen, geen jakkerende sleepbooten,
geen passagiersbooten meer, die anders in dit sei
zoen honderden reizigers aan wal zetten. Ik bleef er
een uur wandelen en één enkele sleep met twee
schepen ging stroomafwaarts!
Nergens voelt men den eigenlijken, desolaten toe
stand van Duitschland zoo sterk als hier aan de ri
vier.
EERVOL ONTSLAG.
Door het Provinciaal Kerkbestuur van Noordhol
land is, het Classikaal Bestuur van Alkmaar ge
hoord, aan de predikanten der.Hervormde Gemeen
te H. Buiskool en C. J. Warners, te Helder, op de
meest eervolle wijze ontslag uit de evangeliebedie
ning verleend en hun de bevoegdheid van emeritus
predikanten toegekend. Deze bevoegdheid geeft het
recht tot het verrichten van het volle ambtswerk in
de Ned. Hervormde Kerk.
WIERINGEN, Den Oever.
De Zuiderzeewerken. De eerste zinkstukken
voor de nieuwe werkhaven zijn jl. Woensdag op de
plaats hunner bestemming neergelaten, 't Waren
stukken van 800 en 1040 M2. groot. Het werk
trok van den wal af groote belangstelling.
WIERINGEN.
Met 88 kinderen van de hoogste klassen der O.L.
Scholen van Hippolytushoef en Oosterland werd 1.1.
Dinsdag vanwege de Vereeniging ter bevordering
van getrouw schoolbezoek een schoolfeestreisje naar
Bergen ondernomen. Per boot naar de van Ewijck-
sluis, per tram naar Schagen. Toen een wandeling
door Schagen en aldaar den inwendigen mensch
versterkt. Verder per tram naar Schoorl, waar de
hooge duinen werden bezichtigd, waarna een wan
deling naar Bergen werd ondernomen. Aldaar werd
de speeltuin bezocht en verder de duinen, de wa
terleiding, enz. bekeken. Bergen aan Zee, doch dit
kon wegens een tevoren plaats gehad hebbend tram-
deraillement niet doorgaan, zoodat al het moois dat
Bergen zelf bood, bezichtigd werd. Ook hier weer
verfrisschingen enz. en toen werd de terugtocht on
dernomen. Per tram naar Alkmaar, per spoor naar
Schagen, en verder de gewone route naar Wierin-
gen, waar 's avonds halftien allen hoogst voldaan
wèer arriveerden.
WIERINGEN.
Met 't oog op de goede orde bij de Zuiderzeewer
ken aan 't Oosteinde van ons eiland zijn aldaar tij
delijk gedetacheerd de rijksveldwachters Wamelink
te Wormer en Mené, van Egmond, terwijl de rijks
ter gingen zij voor het vuur zitten fluisteren en la
chen, onverschillig, voor wat de anderen ervan den
ken mochten.
Dat was niet erg gezellig voor de overigen, dfe
dan ook gauw aanstalten maakten om weg te gaan.
„Bela is veranderd," zeiden zij'tegen elkander.
Bij de deur vroeg Stiffy: „Ga je mee, Mahooley?"
Mahooley keek terzijde naar de ondoorgrondelij
ke Bela en besloot een brutalen slag te wagen.
„Wacht maar niet op mij", zeide hij. „Ik blijf nog
een beetje met Bela praten. Musk'oosis zal voor cha
peronne spelen", voegde hij er met een lach aan toe.
Bela zeide niets en met hun drieën bleven zij in
het restaurant Mary Otter was naar de missie ge
gaan.
Een tijdje lang plaagde Mahooley Musq'oosis op
zijn manier.
„Musq'oosis, ik heb altijd .gehoord, dat jij in 'je
jonge dagen zoo hard kon loopen."
„Zool"
„Ja. Men vertelt, dat, als de etensbel in het kamp
luidde, jij eerder aan tafel was dan de hond!"
Mahooley lachte om zijn eigen grap.
„Laat hem toch piet rust", zeide Bela gemelijk.
„Laat hem zijn gang maar gaan," glimlachte Musq'
oosis. „Ik luister graag naar de grappige dingen die
in zijn hoofd opkomen!"
Mahooley keek hem eens goed aan; hij vermoedde
een dubbelzinnigheid achter die woorden.
Toen het geratel van den laatsten wagen in de
verte weggestorven was, ieide Mahooley langs zijn
neus weg: „Zeg, Musq'oosis, Je kent toch het oude
spreekwoord: Twee is gezellig, drie is te veel?"
Musq'oosis scheen het niet begrepen te hebben.
„Met andere woorden: ik zie Je liever in je tepee
dan in dit vertrek."
Musq'osis bleef roerloos zitten als een hurkend af
godsbeeld.
„Of in nog korter woorden: Donder op."
„Ga naar je tepee," voegde Bela er kortaf aan toe.
Musq'oosis verroerde zich niet.
Mahooley sprong woedend op. „Dat is al te kras!
Donder op, voor ik je bij .je nek pak!"
Met de verwonderlijke onverstoorbaarheid van het
roode ras bleef Musq'oosis voor zich uit staren. Met
een vloek pakte Mahooley hem bij zijn kraag en
lichtte hem op. Dat was echter te veel voor Bela.
zij sprong op en begon Mahooley's rug met baar vuis
ten te bewerken.
veldwachter De Koekoek van zijn detachement is
ontheven en naar zijn standplaats Hoogwoud is
teruggekeerd.
KEURING VAN POKVEE TE HOORN.
Op Zaterdag 30 Juli a.s. wordt door de afdeeling
Hoorn en omstreken van de Hollandsche Maatschap
pij van Landbouw een belangrijke keuring van stie
ren en zoogenaamde dikke koeien en schotten ge
houden. (Zie adv.)
HOOGWOUD.
Door Gedeputeerde Staten dezer provincie is bij
besluit van 23 Juni 1921, no. 196 voor een jaar vrij
gesteld wegens kostwinnerschap P. Wagen, inge
schrevene der lichting 1922.
HOOGWOUD.
Op Zondag den 10 Juli a.s. zal H.F.C. I van hier
te Medemblik een voetbalwedstrijd houden tegen
de aldaar bestaande voetbalclub. Aan de winnende
partij zal een medaille uitgereikt worden.
HOOGWOUD.
Onze vroeger plaatsgenoot, de heer P. de Boer,
slaagde voor het na voortgezet examen eind Gym
nasium.
MIJN ONGELUK.
Van de drie mijnwerkers, die Woensdag bij het on
geluk in de Staatsmijn ,^Eimma" onder Hoensbroek
werden gewond, is later nog een, de mijnwerker
Doec, uit Brunssum, overleden.
DE SUIKERPRIJS.
Het „Ned. weekblad voor den handel in Kruide
nierswaren" verneemt dat de Centrale Suikermaat
schappij thans reeds suiker van de nieuwe cam
pagne aanbiedt op f 49.50 of wel f 12 per baal be
neden de tegenwoordige noteering. Dit aanbod be-
teekent dat ingaande October suiker verkrijgbaar
zal zijn ook voor den consument tot ongeveer den
prijs van voor den oorlog. Het blad "herinnert er
aan, dat bij den aanvang van de tegenwoordige cam
pagne de suikerprijs f95 per baal van 100 Kg. be
droeg, zoodat in één jaar tijd de prijs nagenoeg tot
de helft terugviel.
BOTSING.
Gisteravond kwamen op de Winschoter Hoogebrug
de auto van den heer K. Hemmel uit Groningen,
waarin ook zaten de heeren H. A. Smit, R. J. Kooi-
stra en T. Holthuis, aldaar, met de goederentram
van Oostelijk Groningen in botsing, zoodat de auto
met het voorstel over de brugleuning hing en geheel
verpletterd werd. De brugleuning brak en werd
verbogen. Er zijn geen persoonlijke ongelukken te
betreuren.
EEN AANVARING TUSSCHEN NEDERLAND-
SCHE OORLOGSSCHEPEN.
Men meldt uit den Helder:
Tijdens de gezamenlijke oefeningen, welke gister
morgen gehouden werden ter reede van Texel tus-
schen H. Ms. „Zeeland", de torpedobooten Z. .8 en
Z. 6 en de onderzeebooten O. 7 en O. 8, kwam de Z.
8 in aanvaring met de periscoop van de O. 7, waar
door deze verbogen werd. Verdere beschadiging
kwam niet voor, daar de O. 7 op diepte voer en ge
houden werd, in welk geval vaartuigen van den
diepgang van de torpedobooten de onderzeeboot niet
kunnen raken.
GEMEENTE WIERINGEN.
Ingeschreven over de maand Juni 1921.
Geboren: Marie, d. v. G. Lont en J. Wiegman. Ma-
rie, d. v. T. Kort en M. Takes. Cornelis, z. v. G.
Tijsen en M. Lont.
Ondertrouwd: B. Nannings en G. Engel. EL W. de
Boer en P. L. Harder.
Getrouwd: W. Snooij en A. C. Berkemeier;
Overleden: te Castricum Jb. Baijs, oud 77 jaren,
echtgen. v. T. Scheltus. Maartje Wagemaker, oud
91 jaren, wed. v. P. de Vries; Neeltje Rietvink, oud
77 jaren, wed. v. M. Stadig
De Burgemeester en Wethouders .van Schagen
doen te weten, dat door den Raad dier gemeente in
zijne vergadering van 2 Februari 1921 is vastgesteld
de volgende verordening:
VERORDENING OP DE KEURING VAN WAREN
IN DE GEMEENTE SCHAGEN.
Artikel 1.
Deze verordening verstaat onder „waren" hetzelf
de wat artikel 1 van de Warenwet, Staatsblad 1919,
no. 581, daaronder verstaat.
Met „verkoopen" wordt in deze verordening ge
lijkgesteld:
a. het ten verkoop in voorraad hebben;
b. het afleveren;
c. het uitstallen;
d. het vervoeren;
e. het te koop of in ruil aanbieden;
1 f. het uitdeelen;
g. het aanwezig hebben op markten;
h. het aanwezig hebben in winkels, woningen,
bergplaatsen, werkplaatsen, fabrieken, stallen, voer-
vof vaartuigen of op erven bij fabrikanten, kooplie
den, winkeliers, slijters of venters in gebruik.
Het aanwezig hebben van waren in woningen of
stallen wordt met verkoopen niet gelijkgesteld voor
zoover de onder letter h genoemde personen aanne
melijk kunnen maken., dat de aanwezige waren uit
sluitend bestemd zijn voor eigen gebruik.
Mahooley liet den ouden man los en keerde zich
verbaasd om. „Wat beteekent dat? Je hebt zelf ge
zegd, dat hij gaan moet."
„Dat kan me niet schelen," zeide Bela. „Nou wil
ik, dat hij blijft"
„Voor wien houdt je me?" riep Mahooley. .„Ik wil
geen gezelschap van derden, wanneer ik bij een
meisje op bezoek ben."
Zij haalde onverschillig haar schouders op. „Het
geeft je niet, al gooi je hem er nu uit. Ik ben niets
van je. Vanavond tenminste niet."
Mahooley pakte haar bij haar pols. „Als je denkt,
dat je met mij spelen kan
Bela glimlachte minachtend, onbevreesd, uitda
gend. „Wat denk je wel?" zeide zij. „Ik ben niet zoo
als die andere meisjes. Die komen als jij fluit. Ik
kom als ik zin heb. Misschien kom ik nooit."
Hun oogen voerden een strijd. „Je hebt een mees
ter noodig", riep Mahooléy, uit.
Haar oogen gloeiden met een even sterk vuur als
de zijne. „Je krijgt mij niet zoo gemakkelijk als de
anderen," zeide Bela.
Mahooley lachte en liet haar pols los. „Jij wilt, dat
we je eerst het hof maken", riep hij uit. „Ik kan het
me begrijpen. Je bent het waard."
Weer veranderde Bela haar taktiek. Zij glimlachte
veel belovend tegen hem. „Ga nu. en keer morgen
terug."
Hij ging. Hij wist niet, dat hij goed op weg was
om getemd te worden.
„Ga", zeide Bela tegen Musk'oosis.
„Ik moet met je praten!"
„Praten, praten !rt riep Bela geprikkeld uit. „Mijn
kop loopt over van praten. Ik heb genoeg van al
dat praten. Ga naarbedl"
„Neen, vanavond blijf ik. Ik ben de vriend van Je
vader geweest en ik ben jouw vriend. Ik zie, dat
het den verkeerden kant met je opgaat. En daarom
moet ik met Je praten!"
Bela lachte heesch. „Verkeerd! Oude-mannen-taall
Wat is verkeerd? Alles is verkeerd!"
„Mahooley is verkeerd voor Vrouwen."
„Dat weet ik. Maar hij kan geen kwaad doen. Ik
haat hem. Ik zal hem belachelijk maken, wacht
maar!"
„Mahooley zal nooit met je trouwen."
„Hij zal met me trouwen, als ik dat wil", zeide
Bela. uitdagend. „Zoover heb ik hem aL Maar ik wil
Artikel 2.
Het is verboden waren te verkoopen, die ondeug
delijk van samenstelling zijn of die in ondeugde
lijken toestand verkeeren.
Artikel 3.
Het is verboden waren te verkoopen, die bij ge
bruik overeenkomstig de bestemming voor het le
ven of de gezondheid schadelijk zijn of kunnen zijn.
Artikel 4.
Het is verboden waren ter verkoopen, die niet vol
doen aan de eischen, of ten aanzien waarvan niet
voldaan is of'wordt aan de eischen, gesteld krach
tens de Warenwet, Staatsblad 1919, no. 581, met uit
zondering van artikel 16 dezer wet.
Artikel 5.
Hij, die waren verkoopt of die voor het bereiden
van wareq grondstoffen bewerkt of verwerkt, is
verplicht aan de ambtenaren, bedoeld in artikel 7,
op aanvrage onmiddellijk die waren en c^ie grond
stoffen, alsmede de zelfstandigheden, voorwerpen
of gereedschappen, die bij den verkoop, de bereiding,
vervaardiging, samenstelling, verpakking, bewaring,
behandeling of het vervoer van waren gebruikt wor
den, te vertoonen en désverlangd ter hand te stellen.
Artikel 6.
Overtreding van eenige bepaling van deze veror
dening wordt gestraft met hechtenis van ten hoog
ste zes maanden of geldboete van ten hoogste twee
duizend gulden. De waren, met betrekking waartoe
de overtreding is begaan, kunnen worden verbeurd
verklaard.
Artikel 7.
Met het opsporen van overtredingen, bij deze ver
ordening strafbaar gesteld, zijn belast de ambtena
ren, bedoeld in artikel 18 der Warenwet, Staatsblad
1919, no. 581, behoudens de wijziging welke in de
aanwijzing dier ambtenaren krachtens artikel 34,
tweede lid, dier wet bij Koninklijk besluit zal wor
den gebracht.
Artikel 8.
Deze verordening kan worden aangehaald als keu
ringsverordening voor de gemeente Schagen.
Zijnde deze verordening door de Gedeputeerde
Staten van Noordholland bij besluit van 22 Juni 1921
no. 121, goedgekeurd.
En is hiervan afkondiging geschied waar het be
hoort, den 5 Juli 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. CORNELISSEN.
De Secretaris,
ROGGEVEEN.
Het is een veelverspreide ineening dat de vrouw
om én bij de vijftig jaar niet meer gezond kan zijn.
Deze meening is niets dan een vooroordeel, want het
is niet omdat bij het naderen van het vijftigste le
vensjaar het gestel van de vrouw een grondige ver
andering ondergaat, dat zij hare gezondheid nood
zakelijk moet verliezen. Er is immers in den herfst
wel een overvloed van mooie dagen.
De waarheid is dat op dit oogenblik van haar le-
van de vrouw behoefte heeft aan eenige voorzorgs
maatregelen, dat zij er voor moet waken dat de ver
andering die de natuur in haar te voorschijn roept,
hare krachten niet uitput, dat zich de door een
vroegen ouderdom veroorzaakte zenuwachtige afwij
kingen en vertraging der organen niet voordoen.
Een der behandelingen die in deze omstandigheid
met het meeste succes gevolgd worden, is het ge
bruik der „Pink Pillen", welker herstellende eigen
schappen een bijzondere weldadige uitwerking heb
ben op de gestellen die door den kritieken leeftijd van
streek zijn gebracht. Een veelzeggende getuigenis
daarvan bevat de hieronder volgende brief van Mevr.
Marg. Vlaming, oud.50 jaar, wonende te Amster
dam, Kleine Wittenburgerstraat 82.
„Ik heb sedert léngen. tijd, schrijft ons Mevr. Vla
ming, geleden aan zenuwachtige storingen en een
groote zwakte, alsook aan hevige hoofdpijnen. Ik was
niet in staat iets te doen, zelfs niet het geringste
huiswerk. Daar een mijner familieleden dóór de
Pink Pillen geheel en al genezen was, heb ik op
mijn beurt gebruik ervan gemaakt en toen zijn. mijne
kwalen spoedig verdwenen. Ik heb mijn werk kun
nen hervatten en ben ten slotte volmaakt genezen.
Wanneer ik mij nu eenigszins vermoeid of zenuw
achtig gevoel, neem ik nog van tijd tot tijd de Pink
Pillen en altijd met hetzelfde succes".
Mevr. Marg. Vlaming voegt daaraan nog toe dat
zij eveneens en met denzelfden gelukkigen uitslag
de Pink Pillen heeft doen nemen door haar zoon, die
in een verontrustenden toestand van zwakte ver
keerde. De Pink Pillen zijn dan ook inderdaad voor
kinderen die tengevolge van den groei bloedarm zijn
geworden, tot een krachtigen steun omdat zij aan het
gestel rijk en zuiver bloed geven en den weerstand
der zenuwen onderhouden.
De prijs der Pink Pillen bedraagt f 1.75 de doos,
f 9 de zes doozen. Zij worden verkocht in het Hoofd
depot: Nassaukade 314 te Amsterdam. Men eische dit
adres en de Hollandsche gebruiksaanwijzing. MDe
Pink Pillen zijn ook te verkrijgen bij de goede apo
thekers en drogisten in Nederland.
niet met hem trouwen. Als je trouwt wordt je de
slavin van je man. Ik blijf altijd in mijn huis wo
nen en laat de mannen bij me komen. Mannen zijn
dwazen. Ik doe met ze wat ik wil."
„Dat is slecht gezegd."
„Voor mijn part!" riep Bela driftig uit. „Ik wil een
slechte vrouw worden. Vroeger ben ik een goede
vrouw geweest. En wat heb ik ermee bereikt? Dat ik
vertrapt en uitgevloekt ben! Nu word ik slecht. Er
brandt een vuur in me, dat droog als gras is Ik mbet
iets doen. Ik wil heel slecht worden. Iedereen praat
over me. De mannen vechten om me. Wat heb je
aan al dat goed zijn? Huilen doe ik niet meer. Ik
wil nou lachen en pret maken!"
Musq'oosis liet haar kalm uitrazen: voor hij iets
zeide. Dan klonk het kalm van zijn lippen: „Je bent
een groote gek. Je weet niet wat je mankeert."
Zij liep in de val. „Wat mij mankeert?" vroeg zij
norsch.
„Sam!" zeide hij krachtig. „Dat heb ik je al «leer
gezegd. Je bent wat ze noemen verliefd of Sam.
Het is de blanke-vrouwen-ziekte."
Bela staarde hem een tijdlang zwijgend'han. Haar
tong was niet in staat haar woede te vertolken. Ra
deloos sloeg zij haar armen ten hemel.
„Hem liefhebben!" stamelde zij. „Ik haat heml
Mijn haat brandt in mijl Ik ik kan het niet zeg
gen. Ik zou graag zien, dat Joe hem neersloeg. Ik
vind het heerlijk als de andere mannen hem bespot
en. Dan kan ik lachen. Dan voel ik me zooveel
gelukkiger!"
Musq'oosis haalde zijn schouders op.
v „Misschien heb ik hem vroeger liefgehad," ging
zij hartstochtelijk voort. „Ik wilde vriendin met hem
zijn. Ik wilde hem helpen, omdat hij arm was. Al
tijd dacht ik eraan, hoe ik hem kon helpen. Ik kocht
paarden voor hem. Ik kwam hier om hem goed te
kunnen laten eten, zoodat hij sterk zou worden. En
wat heeft hij voor mij gedaan? Hij heeft mij te-
schande gemaakt. Hij heeft- mij weggegooid als een
stuk vuil. Nou is al het goed in kwaad veranderd.
Ik haat hem!"
Tranen stroomden langs haar wangen en snikken
schokten haar lichaam. Bang, dat hij dat verkeerd
begrijpen zou, riep zij: „Ik huil niet uit verlangen
maar uit haat!"
Wordt vervolgd.