Alpien nieuws- Mittttitit- LulliiiHii CÖRET'S SPORTHANDEL [EN LIEFDE IN DE WILDERNIS. Raad van Winkel. LAAT 142 TELEF. 452 ALKMAAR. Woensdag 13 Juli 1321. §4ste Jaargang ®o. §654. UITGEVERS: TRAPMAN A CO.. SCHAGEN. Vraag prijsopgave. FEUILLETON. SCBACE Dit blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag] Bij inzending tot 's m. 8 nur worden Advertentlën zooveel mogelijk in het eerstnltkomend nnmmer geplaatst POSTCHEQUE en GIRODIENST 23330. INT. TELEF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN TIËN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote (letters- worden naar plaatsruimte berekend Vergadering van den Baad op Dinsdag 12 Juli 1921, des morgens 10 uur. Aanwezig allen. Voorzitter de heer J. Koomen Hz., heet de leden welkom en opent de vergadering. De secretaris, de heer A. de Ridder, leest de notulen,. De heer Breeba»art merkt naar aanleiding van die notulen op, dat de secretaris hem ten opzichte van het onderwijs te Lutjewinkel niet geheel juist weer- freeft. Wat spr. daarover heeft gezegd, was naar aan- eiding van een vraag over het meisje van Wit. Door hem is gevraagd, van welke school het kind kwam en toen werd geantwoord van Winkel vond hij het toestaan niet noodig, omdat het onderwijs te Win kel goed was., wat van Lutjewinkel helaas niet ge zegd kan worden. Dat is iets anders als de secre taris in de notulen weergeeft, en daarin botweg wordt vermeld, dat het onderwijs te Lutjewinkel niet goed is. i De secretaris zegt, dat de heer Breebaart zich toch zal herinneren, dat door hem is gezegd, dat de kin deren van Lutjewinkel de göstelde vragen op de ge houden proofles niet voldoende konden beantwoor den en ook, dat het don heer Breebaart noodig voor kwam dit eens in openbare vergadering te zeggen. De heer Breebaart erkent dat. doch de secretaris laat hem maar botweg zeggen, dat het onderwijs te Lutjewinkel niet goed is en d&t ls niet door spr. ge zegd. De scretaris is van meening, dat de heer Bree baart toch heel sterk heeft laten uitkomen, dat hij het onderwijs te Lutjewinkel niet goed vond. De heer Breebaart zegt, dat hier verzwegen wordt, wat vooraf ls gegaan. De voorzitter beeft mij geant woord, dat hij het niet met me eens was en dat bet onderwijs te Lutjewinkel wel goed was. Dat staat ook niet in de notulen. De secretaris wijst er op, dat er wel eens geklaagd wordt, dat hij de notulen te uitgebreid maakt. Spr. wil ze wel beperken, maar uit deze kwestie blijkt weer, hoe gevaarlijk het is, een conclusie uit iemands woorden te trekken. De heer Breebaart: Dan hadt u ook moeten schrij ven, wat voorzitter antwoordde, als u mijn con clusie weergeeft. De secretaris erkent dit, maar zegt, dat de heele kwestie die uit het gesprokene van den heer Bree baart ls voortgekomen, niet is voortgevloeid uit deze notulen. Daaruit blijkt dus wel, dat ook andere menschen er dat uit hebben gelezen. De heer Breebaart wil zich niet verdedigen tegen over de menschen, maar er staat in de notulen, dat de burgemeester het onderwijs te Lutjewinkel wel goed vindt. Voorzitter: In die woorden heb ik het niet weer gegeven. Spr. blijft er bij, het niet goed te vinden, dat de notulen zoo uitgebreid worden weergegeven. De heer Kaaij zegt, dat meermalen de heer Bree baart de vaderlijke vermaning heeft gegeven geen gemeente-ambtenaren in openbare vergadering te bespreken.... De heer Breebaart: Ik heb geen gemeente-ambte naren besproken., Ik heb alleen over het onderwijs gesproken: De heer KaalJ: Maar dat houdt toch nauw ver band. De heer Kaaij zegt, dat de opmerking van den heer Breebaart misschien niet was gekomen als een an der op die proefles niet gezegd had, dat is een kind van Lutjewinkel. Als wij daar bij een proefles zitten, zitten wij er niet om te beoordeelen wat de kinderen weten, maar alleen op welke wijze de onderwijzer het voor de kinderen bevattelijk maakt. Of het kind nu van Winkel, of Lutjewinkel of Nieuwe Niedorp komt, maakt niets uit. Als daar maar gezegd wordt dat is weer een kind van Lutjewinkel, dan vind Ik het een Janboel, zoo'n proefles bij te wonen. Het is misschien wel goed daarop met een proefles te let ten, en spr. zegt, geen prijs meer op proefles te stel len. Te meer omdat we toch het advies van deskun digen moeten volgen. Buiten de voordracht benoe men is gevaarlijk, want als het met den benoemde dan niet goed ging, zou Je de grootste heibel krij gen. Dat zulke dingen evenwel voorkomen, vind ik jammer. Van de oudera van leerlingen van Lutje winkel hoor je ook staaltjes vertellen. Ze schermen dat het onderwijs te Lutjewinkel slecht is en dat het te Winkel beter is, en als ze dan te Winkel school gaan en ze krijgen werk mee naar huis, dan wordt een briefje van de ouders meegegeven dat ze thuis geen werk mogen maken. Spr. vindt dat treurig van de ouders. Voorzitter oordeelt, dat vermoedelijk de ouder commissie zal zorgen, dat er meer overeenstemming tusschen ouders en onderwijzers zal komen. De heer Breebaart: Dus door den heer Kaaij wordt Eeoonstateerd dat door do ouders van leerlingen te utjewinkel op het onderwijs wordt afgegeven. Voorzitter vraagt, of de heer Breebaart stemming verlangt over wijziging van de notulen, of dat de notulen kunnen worden goedgekeurd, onder pro test van den heer Breebaart. De heer Breebaart antwoordt van onder protest door hem. Mevrouw Houtkooper-Bol deelt mee, dat door haar onderzoek is gedaan naar de kosten van onderzoek door een accountant. Spreekster kan daarover mee- deelen, dat de kosten waren zooals door B. en W. was meegedeeld. De bedoeling van haar onder zoek was om na te gaan, hoe de kosten zouden zijn wanneer om de 2 a 3 maanden werd gecontroleerd Een regelmatig 14-daagsoh onderzoek evenwel schijnt noodig te wezen. Spr. trekt daarom haar vroeger gedaan voorstel in. Spreekster informeert verder, of de instructie van den gemeente-ontvanger nu is goedgekeurd. Voorzitter zegt, dat de ontvanger niet zooveel be zwaren had. We zijn bezig de boekhouding zoo in te richten, dat een goed overzicht is te krijgen, maar dit is niet zoo gemakkelijk. Verder informeert mevrouw Houtkooper—Bol naar de tijdelijke hulp ter secretarie. Voorzitter zegt, dat het de bedoeling van B. en W. was een tijdelijke hulp te krijgen, die niet ten allen tijde in functie moest wezen., of misschien een hal ve kracht, een jongmensch. Een oproeping is ge daan en als gevolg daarvan is een Jongeheeer be noemd, die volontair was te Wleringerwaard, zonder salaris. Hij was 2 Jaar daar werkzaam en is al aar dig op de hoogte van de secretariewerkzaamheden. Hij is benoemd tegen een salaris van f 400 per jaar. B. en W. vonden dit zeer billijk en hem een zeer geschikt persoon. De notulen van de daaropvolgende raadsvergade ring worden onveranderd goedgekeurd. Van Ged. Staten is goedgekeurd terugontvangen het reglement van orde; belasting openbare verma kelijkheden; regeling overeenkomst schoolgeld kin deren van Winkel, die te Barslngerhorn schoolgaan* Van den geneesheer is de instructie geteekend terugontvangen. In hooger beroep hebben Ged. Staten het onbe woonbaar verklaren der woningen van D. Leijen ge handhaafd. Mej. Groeneveld heeft haar benoeming tot onder- ROMAN VAN HULcBHRT FOOTNBR. Voor Nederland bewerkt door W. J. A. Roidanoa Ir. UITG. W. DE HAAN, UTRECHT. 32. Weer wachtte Musq'oosis geduldig tot zij in staat was naar hem te luisteren. „Sam is naar de Spirit Rivier',, zeide hij kalm. „Het kan mij niet schelen, Hij kan niet ver ge noeg van mij weg zijn." „Misschien verlangt hij nou wel naar Je." „Ik niet naar hem. Hij geeft om niemand. HIJ heeft een hardvochtig hart." „Als ik je span mag hebben, zou ik wel eens naar hem willen toe gaan." Bela staarde hem vol verbazing aan. „Waarom wil je naar hem toegaan?" „Misschien kan ik hem wel terugbrengen." „Zeg hem niet, dat ik hem terug wil hebben. Ik haat hem!" „Mag ik de paarden hebben „Ja", riep zij plotseling uit. „Ga aan Sam zeggen, dat ik dol ben op Mahooley. Zeg hem, dat ik met Mahooley weggegaan ben. Dat hij mij alles geeft wat ik hebben wil." „Dergelljken onzin zeg ik niet aan Sam." „Het is de waarheid," hield zij koppig vol. .„Ik ga." „Als Sam terugkomt, zal Je er spijt van hebben, dat Je er met Mahooley van door gegaan bent." „Juist nietl" riep zij hartstochtelijk. „Ik hoop, dat hij naar mij verlangt, als het te laat is. Dat zal mijn hart goed doen." Musq'oosis overlegde wat hij doen moest. Het was een moeilijk geval. „Neem de paarden," zeide Bela. „En vertel aan Sam alles wat ik je gezegd heb". De oude man schudde zijn hoofd. „Waar dient dat voor, als Je met Mahooley mee gaat? Wacht nog wat. Misschien breng ik hem terug. Mischien heeft 'hij spijt." Bela aarzelde. Ondanks haar zelf bracht het beold van Sam, aan haar voeten om vergiffenis smeekend, haar in verrukking. „Misschien wacht ik wel", zeide zij. Musq'oosis greep onmiddellijk deze mooie gele genheid aan. „Ik reis niet voor mijn pleizier in een kar. Mijn ingewanden hossen door elkaar. Ik ben oud.JUc ga nut zonder jouw belofte, dat je wachten wijzeres niet aangenomen. Al deze stukken worden voor kennisgeving aan genomen. Nogmaals wordt door Ged. Staten gewezen op de politieschool te Hilversum, en het wenschelijke van het geven van subsidie. B. en W. stellen voor, ge zien de herhaling van weigering door den Raad, om geen subsidie te geven. Allen voor. Ged. Staten ^vragen, naar aanleiding van een cir culaire van de Ministers van Onderwijs en Oorlog, om de gymnastieklokalen der gemeente beschikbaar te stellen voor de oefeningen van den vrijwilligen landstorm. Waar hier geen vrijwillige landstorm is, willen B. en W. dit voor kennisgeving aannemen. Allen voor. Waar de onderwijzeres te Winkel haar benoeming niet heeft aangenomen, vraagt de heer A. de Haan te Cuijk, benoemd belastingcommiea te Winkel, om de voor haar beschikbaar gestelde woning. Wordt aangehouden. Verschillende verslagen zullen circuleeren. Meegedeeld wordt dat de onkosten voor tijdelijke voormening in de wijkverpleging heeft bedragen f 50 Van de Centrale Brandstoffencommissie is van het overschot f 114.20 ontvangen, als zijnde het deel der gemeente Winkel. Voorzitter deelt mee, dat nog wat steenkolen over zijn, die aan de coöperatie zijn verkocht. Voor de gemeente Winkel zal er nog een klein tekort zijn, met deze f114.20 zal kunnen worden voldaan. Op de vergadering der schoolcommissie had de heer J. de Veer het verzoek gedaan om de kinderen van 2 klassen van do school te Lutjewinkel te zen den naar Winkel B. en W. deelen mee, dat er te Winkel voor deze kinderen geen plaats is. Afgeschei den van nog andere bezwaren stellen zij voor dus op het verzoek niet in te gaan. Wordt meegedeeld, dat te Winkel in een klas van 40 kinderen er reeds 47 zitten,, daarbij zouden er uit Lutjewinkel van de 3e en 4e klasse nog 16 bijko men, wat onmogelijk ls. Ook de andere klassen zou den door bijvoeging veel te overbevolkt worden. Allen zijn voor afwijzing van het verzoek. Er is onderzoek gedaan naar de onkosten van zon neschermen voor de schoolramen te Winkel, vallui ken kosten f 806.65, markiezen f 859. B. en W. mecnen, dat deze bedragen te hoog zijn. en bij oordeelkundige sluiting veel zonnewarmte bui ten is te houden. Door den geneesheer was dit punt aan de orde gesteld. Voorzitter zegt, dat in de school schuifgordijnen zijn, verder ls er goede ventilatie, maar als de zon op de school schijnt, in de namiddaguren, houdt men de ramen open, dan komt de warmte binnen. Mevrouw Houtkooper—Bol wil boomen plaatsen, met welk idee de heeren Kamp en Breebaart zich volkomen accoord verklaren. Het resultaat is, dat daartoe met algemeene stemmen wordt besloten, of schoon voorzitter voor de kinderen wel wat bezwa ren voelt. De speelplaats ls klein en in het najaar wordt het in school donker. „Ik kan niet eeuwig wachten". „Zes dagen", stelde Musk'oosis voor. Zij aarzelde, strijdend met haar trots. „Als Je met Mahooley meegaat, neemt Sam een blanke vrouw", ging Musq'oosis onverschillig voort. „Misschien vraagt hij dan wel of de sprinkhaan - vrouw terugkomt." „Nou goed dan", zeide Bela. „Ik beloof, dat ik zes dagen wachten zal. Vóór dien tijd ga ik in geen ge val met Mahooley mede." Zij drukten elkaar de hand. HOOFDSTUK XXIV. De zon keek ovr de heuvels en legde een beve lenden vinger op Sain's oogleden. -Hij werd wakker en stond van onder de kleine heining, die hij van wilgentakken gemaakt had, op. Voor hem rolde de groene rivier met een bespard eiland In het midden. Aan de overzijde rezen de heu vels, hoog en beboscht, op. Meer heuvels vulden het landschap voor hem aan deze zijde. Het geheele dal baadde in het vroege ochtendlicht en bood een aan blik zoo mooi als menschelijke oogen nooit gehoopt hadden te aanschouwen. Sam keek om zich heen naar de natuurlijke weide, die zacht van de rivieroever ging naar de grazige heuvels erachter, een rijk veld, dat gereed lag voor de hand van den farmer en snakte naar bebouwing en hij zeide tot zichzlf: „Dat is mijn land", maar een antwoord volgde niet. Het leven was in zijn brein vergiftigd. Drie dagen lang had hij, door zijn woede voort gedreven, doorgeloopen, Zijn eenige gedachte was zoo ver mogelijk van zijn medemenschen weg te komen. Hij koos het pad naar de Spirit River, om dat hij geen verdere plek wist. lederen dag liep hij tot zijn beenen hem hun dienst weigerden; dan ging hij in zijn deken liggen en sliep. Het den geheelen dag loopen en de vermoeie nis, die daarop volgde, verdoofden zijn verdriet. Zijn geweer verschafte hem boschhoenderen en prairiekuikens en hij vond overal beziën. Brood had hij niet voor hij het geluk had een eland te schieten, dien hij in een Idianenkamp voor een zak meel en een doos bakpoeder ruilde. Dorst leed hij veel, want hij doorkruiste een pla teau en wist de ligging der bronnen niet. Behalve In dat Indianen-kamp ontmoette hij geen levende ziel. Het ruwe wagenpad bracht hem groo- tendeels door een bosch van hooge ranke esschen met sneeuwige stammen en groene kruinen. Er wa ren open ruimten en dicht begroeide weiden met bloemtapijten. Het geheele land was vlak en Sam kreeg den in druk dat hij op dan bodem der wereld was Toen hij dan ook onverwachts aan den rand van een reus achtig dal kwam, en de rivier een duizend voet be neden zich stroomen zag, was het effect overweldi gend. Bij iedere andere gelegenheid zou Sam in bewon dering zijn blijven staan; maar thans, nu hij be neden eenige hutten zag, fronste hij zijn wenkbrau wen en dacht: „Ik'zal mij aan de noodige vragen hebben te onderwerpen". Dit was Spirit River Crossing. De gebouwen be stonden uit een kleine factorij, een filiaal van de Fransche, die door een inboorling bestuurd werd, en de politiebarakken, waarin één korporaal huisde. De komst van een blanke was een gebeurtenis hier en toen Sam den heuvel dan ook af was, heetten de factorijchef en de politie-ambtenaar hem hartelijk welkom. Zij verlangden ernaar het laatste nieuws van de factorij te hooren en Sam vertelde dat, hoe wel hij het belangrijkste onvermeld liet. Dat liet hij over aan den volgenden reiziger. Inmiddels hoopte hij zich verder in de wildernis te begraven. Zoodra hij zijn naam genoemd had, zag hij aan hun oogen, dat zij zijn vroeger avontuur wis ten. In het Noorden wordt nu eenmaal alles bekend. In antwoord op Sam's vragen zeiden zij hem, dat er vijftien mijlen verder aan de overzijde der rivier vruchtbaar oeverland was. Dat was het beroemde Spirit River-land, achttien inches leem op een zand bodem. Een blanke, Ed Chaney, had zich reeds daar ge vestigd. Dat dichterbij woonden een paar Indianen. Natuurlijk waren zij nieuwsgierig om te weten waarom Sam gekomen was. Den laatsten keer dat zij van hem gehoord hadden, was hij vrachtrijder geweest. Zijn zwijgen prikkelde hun nieuwsgierig heid. „Je komt zeker eerst het land eens inspecteeren voor Je Je bagage meebrengt," zeide Sollers, de chef der factorij. „Neen, ik blijf hier." „Maar hoe wil je nu gaan farmen met een bijl en een geweer?" „Ik zal een hut houwen en jagen en vlsschen tot ik een beetje geluk heb." De twee anderen wisselden een blik, waarmee zij beiden zeiden, dot de Jonge man of iets verborgen hield of niet goed wijs was. „Het geluk komt hier tot niemand", zeide de chef. „Je moet het je zelf maken." Sam weigerde alle uitnoodigingen om een nacht of een paar dagen of een heelen zomer te blijven en wist den chef over te halen hem in een kano de ri vier over te zetten. Er was ook een praam voor het transport van zwaardere ladingen. Toen hij weer aan land was, liep hij stroomopwaarts. Hun beachrij ving van de groote eenzaamboid dier streken had De heer Kamp wil llndeboomen planten, tegen het hek. Voorzitter voelt meer voor kastanje- of beuke- boomen. De heer Kaaij wijst op het feit, dat gister de kin deren om half 12 naar huis werden gezonden, met de boodschap, «dat zij 's middags niet terug behoef den te komen. Ze wisten toen niet eens hoe warm of het 's middags zou zijn. Voorzitter zegt, dat men dit toch wel vermoedelijk wist. Het komt echter maar een enkele keer voor. Zooals gezegd, werd besloten boomen te plaatsen. De gemeente Hoogwoud had bericht, dat het elec- trisch verlichten der Langereizer brug zou kosten *1.12, waarvan de helft voor Winkel. De bediening was nog niet op te geven. B. en W, stellen voor, op dit idee in te gaan. Allen voor. Tot voorzitter der arbeidsbemiddeling mag volgens advies van Ged. Staten benoemd worden iemand buiten B. en W. om, mits deze geen werkgever of werknemer is. B. en W. komen nu met het voorstel den heer J. Rooker te benoemen. De heer Kaaij had een voordracht verwacht. Voorzitter zegt, dat er geen groote keus was. De beer J. Rooker wordt met algemeene stemmen be noemd. Voor lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur luidde de voordracht: J. Zeilemaker en Jb. Veth- man. De heer Jb. Vethman wordt benoemd met 4 stemmen, de heer J. Zeilemaker kreeg 3 stemmen. Volgt aanwijzing gemachtigde voor verkiezing Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Bul ten deze verkiezing vallen de heeren Koomen,, Bree baart en Spaans, daar deze reeds door andere cor poraties als gemachtigden zijn eengewezen. Be noemd wordt bij tweede stemming: de heer Kaaij met 6 stemmen. In behandeling komt de wijziging van de over eenkomst met Nieuwe Niedorp, betreffende de gas fabriek. Deze overeenkomst is in een gecombineerd® vergadering der beide raden besproken en thans wordt nog gememoreerd de toevoeging van artikel 3 dat de raming voor uitbreiding door beide raden moet worden goedgekeurd. De Raad zal voortaan ook de loonen van het overige personeel vaststel len en niet zooals vroeger alleen dat van den direc teur. De heer Kriek zegt dat hij niet op de gecombineer de vergadering is geweest en daar iemand heeft gez9gd, dat de heer Kriek nu oolrwel van andere gedachten zou zijn en mee zou gaan met het voor stel om de loonen door den Raad vast te stellen. Spr. wijst er op dat dit lid absoluut niet het recht had dat te zeggen en spr. wil wel zeggen dat hij op dit moment nog het beste vindt dat de loonen van het gasfabriekpersoneel door de gascommissie wor den bepaald. Spr. meent dat vaststelling door den Raad wel eens wat rommeling zou kunnen ge ven. Het is goed om dit te zeggen, omdat men anders wel eens zou kunnen denken dat spr. aati den leiband liep van dien persoon. De heer Kaaij: Er is ook door iemand gezegd dat de heer Kriek wel een standje gekregen zal hebben. De heer Kaaij kijkt hierbij den heer Breebaart an-n. Voorzitter zegt dat door hem het standpunt van de gascommissie is verdedigd en ook spr. meent dat vaststelling door den Raad in de praktijk moei- ljkheden zal gevpn. De heer Kriek: Dat is ook altijd mijn gedachte geweest. De heer Breebaart staat in deze aan de zijde van den heer Kriek. Omdat we dan evenwel weer verschil krijgen met Nieuwe Niedorp, wil spr. maar meegaan met het voorstel. een groote aantrékelijkheld. De zon begon reeds hoog te staan, toen hij een kleine A-tent in de weide zag, die uit de rivier op rees. Het weinig begane pad, dat hij volgde, eindig de bij het hek van een heining. Aan de andere zijde was een bebouwd veld, Dit alles maakte een ty- pisch-vreemden indruk in een wereld van ongerep te natuur. Bij den ingang der tent stond een blanke te kijken. Een blijde uiroep drong tot Sam door. Of schoon hij en Ed Chaney elkaar slechts even gezien hadden, toen de laatste zich even in de kolonie op gehouden had begroette Eld hem als 'n broeder. Hij was een eenvoudige, van goedheid overvloeiende ziel. „Hallo I Hallo!" riep hij uit. „Waarachtig als ik niet dacht, dat 't een spook wasl Sinds ik hier ben heb ik geen rasgenoot gezien. Waarachtig je tong zou gaan roesten door het weinge gebruik, dat Je er van maken kunt. Kom binnenl Ik heb wel niet veel bijzonders, maar wat er is, kan je gebruiken. Bin nen een paar minuten heb ik eten voor je. Het Ia heel aardig van je, vannacht bij mij te komen". 0E3d scheen niets vremds in Sam's toestand te zien en in het minst niet nieuwsgierig te zijn naar de praatjes, die over hem gingen. Dat stelde Sam erg op zijn gemak. Ed was een klein mannetje met een rond hoofd en dansende bruine oogen. Zijn zestig jaar hadden nog volstrekt geen invloed gehad op zijn kracht Hij was een onverbeterlijke optimist en een droomer. Zijn lang werkeloos gebleven tong liep nu als een mechanisch stuk spelgoed, waarvan de veer losge laten is. Hij had ontelbare plannen voor de too- komst, waarin hij, al was het een vanzelf spreken de zaak, Sam onmiddellijk betrok. Sam moest zijn compagnon worden. Daar viel niet verder over te re deneeren. Moe naar lichaam en geest, vond Sam het heerlijk, dat een ander voor hem handelde. „Aan de overzijde van de geul is nog 'n ander stuk prachtig land. Glooiingen vanaf den heuvel tot aan den rivieroever, zoo glad als de boezem van een Jon ge dame. Heelemaal klaar om te bebouwen. Neem jij dat, bouw er een hut op en wij zullen samen het land met mijn gereedschap bebouwen. En in dien tusschentijd, tot jij er een beetje bovenop komt, werk je, voor loon in mijn dienst, begrepen? Ik heb mijn oogst, aardappelen, en gerst binnen; nu moet Ik een huis bouwen. Daarbij heb ik hulp noodig. Ik zal je in eten betalen." „Dat is verdomd netjes van Je", prevelde Sam. „Scheid toch uit!" riep Ed. „Een man moet een compagnon hebben. Ik babbel nou al een half Jaar lang met de eenzaamheid. Neen hoor, het is voor ons allebei een bof, dat je dezen kant uitgekomen bentl" Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1