ilititti Nieuws- Adïettemie- Lnüinllil De Omstreken van Napels Van Tweeërlei Slag. Dinsdac 3 September 1921. DIK,r VERS: TRAPMAN CO.. SCKASEN. FEUILLETON. Binnenlandsch Nieuws. SCHASER GA«'Ct xaWo. 688A. CllilAIT. Dit blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag, Donder- il'ag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8 uur worden Advrrtenuön /in.veel mogelijk ui liri eersl uil komend nummer geplaatst POSTCHEQUE en OIRODIËNST 23330. INT. TELFF. no. 20. Prijs per 3 maanden f 1.80. .Losse nummers 6 cent. ADVERTEN TIÉN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno inbegrepen). Groote lletters worden naar plaatsruimte berekend Niet door zijïn mines, legenden of (geschiedenis wil d)© romantische omgeving van INape'ls ons altijd weer boeien, maar door ihaar eigenaardige combinatie [van blijheid, weelde en verschrikking. Zooals we hier de menschen bewonderen en toch i niet vertrouwen, omdat we ae niet (kunnen doorgron- den, zoo ia ook de.natuur waarin ze leven; vol (be koring en rijkdom, maar dntena verraderlijk, brengt se zegen en verderf altijd weer. Daar is Pozzuoli, de kleine havenstad, even weste lijk ivan Napels, eertijids een Grdéksche, toen .een "Ro- inednsche kolonie; imen beweert, dat Paulus hier landde en eenige dagen vertoefde voor hij naar Ho me ging, maar we voelen ons hier zoover van den apostel en zijln bekeeringswerk. we staan hier op den hoiidenschen bodem (van Groot-Griekenland, mijlen en mijlen verwijderd van het middelpunt der Chris telijke kerk. In de kathedraal izijm nog kolommen van den tem pel van Augustus iridhithaar, boven de stad ligt het oude amphitheater, vanaf de met iwdlde planten over groeide zitplaatsen aden we over (heel die blauwe golf van iPoaruoll. Verweg zwemmen eilanden als reus achtige wallvisschen eri steekt (Kaap MUsena haar drei gende vinger uit den vloed. Dan gaan we verder naar boven. Door weelderige wijngaarden slingert Wch de weg die naar Solfatam, den ultgebluuschten vulkaan voert. De groote ovale vlakte ligt tusschen kale pulnsrteenbergen, zij Is mat 'n laag fijne witte pach bedekt, door spleten en ga ten wasemen warme dampen en zwavelachtige gas sen 'omhoog; zoo welig als ginds de planten door el kaar schoten en de wegen bebloesemden, zoo schrik aanjagend 'is die piotsefliitnge verdorring (hier op dezen veriaten bergtop. Dof en hol klinken onze voetstap pen over den bodem, die daardoor broozer schijnt dan hij werkelijk 8ia. iDe Kaatste uitbarsting van de Solfatara had acht eeuwen geleden plaats, er heeft zich nu een stevige korst .over den krater gevormd. Hoe heftig deze contrijen in den loop der tijden door elkaar werden geschud, hoe die zde werd opgezweept en weer teruggedrongen blijkt wel uit het feit, dat we nog den indruk van de zeeschelpen vinden halfweg de pilaren, id4e d'e oude markthal van IPozzuoli versie ren. Het 4s e°n eeuwig woelen en gisten in die diep te en dot ia misschien duist de bekoring van deze kustlanden, Naar Pompei gaat de weg langs den voet van de Vesuvius. Portid, Hesina, Torre del Greco werden •herhaaldelijk weer opgebouwd boven de verharde la vastroom, en wie dit land ls gaan liefhebben begrijpt volkomen, d!at zij, die hier gewonnen en getogen zijn, zich er niet van kunnen losmaken. Geen vlucht er weg uit de nabijheid van den Vesuvius, die hem heimelijk met dood en ondergang dreigt. Maar is het ook niet juist de lavastroom, die zoo'n kostelljken bodem vormt voor hun druivencultuur? Waar is een weeldierijger plantengreoi don aan den voet en tegen de helling van dien zwijgenden Booze? Zouden zij dan niet In zijn schaduw blijven wonen, den heilige bidden een goed woordje voor hen te doen en den onvertrouwbaren berg onder den duim te houden? Ja, met hun heiligen willen zij gbede vrienden blij ven, dat ds hier een voornaam ding. Zooals bij ons lil de degen dre verkiezingen, zoo zijn hier overal stroo- •ken op dte muren geplakt, waarop met groote letters gedrukt ds: „Viva S. Anna!", „Viva S. Sofia!" of de naam van een andere heilige, die weer meer bepaald ln een andore stadswijk naar de oogen moet worden gezien., of de heefle straat is Vol aanplakbiljetten, waarop men leest: „Viva 11 domfoatore del Veauv 1) viva i3. Gennaiol" Die 'S. Gennalo werd onder Dio- cletianus voor de wilde 'dieren gegooid, die zich van hem afwendden, waarna hij bij die Solfatara gedood werd; daarna schijnt hij over den "Vesuvius den baas te zijn gaan spelen; overal verteederen zij hem nu door hem het: „Ervjviva" toe te roepen; zoo kinderlijk en bijgeloovdg zijn de bewoners van deze landen 1 iZhilke uitingen verraden ons wel de benauwdheid waarin de menschen veikeeren. Ete door dit alles be gint de berg, die je in den beginne met zijn stom pen top zoo (bitter tegenvalt, je toch langzamerhand te imponeeren en te boeien. Zooals we in Rome el- ken ochtend eerst even naar den koepel van den St. Pioter keken, zoo richtten we nu 's morgens eerst den blik naar den Vesuvius, en zijn pas tevreden als er zij het ook maar een bescheiden rookwolkje uit opringelt. Dan voelen wie weer zijn geheimzinnige eiiEstentde, want je weet toch nooit wat hij ln zijn k schild voert. Nu eens zie Je hem donkerblauw, don1" paars en teer roze, of hij draagt een pluim, die zich afteekent tegen de lucht; dan weer staat hij won derlijk dreigend' tegen den lichten avondhemel als een gekromd dier, dat zich aanstonds zal oprichten, of hij det er grijs, vervelend en suf uit, alsof hij zich Voor goed te slapen heeft gelegd. Maar toen we door Pompei liepon, had hij een licht blauwe mantel om de schouders geslagen, lachend keek hij neer in de zon nige straten alsof hij blij was de oude stad' weer aan zijn voeten te zien liggen. Om opgegraven dingen waait altijd een graflucht; leivenwekkender is het zich te verkwikken aan 't frisch ontluikende, dat omhoog schiet op de ruines, en uit den ouden bodem kracht en schoonheid put. Pompei, de opgedolven mummie, is koud en ledig. De lange, smalle straten zijn (geplaveid met lavablok- ken, waarin do zware karren der Romeinen diepe sporen achterlieten. Aan weerszijden staan de hui zen, die, zoo eng omsloten en benepen als zij daar voor ons staan, meer aan grafkelders dan aan wo ningen voor menschen doen denken. Een schat van vazen, beelden en mozaïeken Ia er uit graven" nazeggen? Alleen buiten die kille muren, in de zich altijd ver jongende, zich bevrijdende natuur is schoonheid en leven! Altijd bloeit het weer op, boven de versteende lava- lagen en altijd weelderiger slingeren zie hde druiven ranken van boom tot bobm. In den herfst wordt het purperen 'sap uit de volle vrucht geperst, het volk lacht en danst en zingt, de glazen worden tot in 't oneindige met den fonkelen den Chianti gevuld' Maetertdnck heeft gelijk: „Ce n'est que la vie qui a raison!" 'Alleen alles wat le ven is jheeft recht van bestaan! E. F. 1) Deve de bedwinger van den Vesuvius. 12. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERO. De Novemberavond was vochtig en donker. De gu re herfst'vind zweepte om de hoeken der huizen en trok met grillige rukken de straten door. De dunge- kleede voetgangers rilden, als zij met dien killen, vochtigen luchtstroom in aanraking kwamen. •Het plaveisel, dat sedert lang' niet vernieuwd' was, lag nu onder een laag modder, zooals dat in dit gure jaargetijde meestal het geval was. Wel had het in de laatste uren voortdurend geregend, maar dit was niet voldoende geweest om een enkelen grijzen straat steen, zijn rond hoofd uit den modder te doen opste ken en aan het oog het troostrijk gezicht van één klein, droog plekje te gunnen. En nu begon het ge plas met verdubbelde kracht. Over de gaslantaarns wierp de wind lange sohuinsohe waterstrepen, en in de plassen op de straat, die het licht weerkaatsten, men het water rimpelen door de invallende re gendruppels. Klaag had weinig hinder van het weer. Hij had den kraag van zijn overjas opgezet, de handen ln zijn zakken gestoken en nu marcheerde hij flink door naar huis. Hij was voornemens geweest een tram te palkken, maar in gedachten was hij de stopplaats voor dij ge'0open, en teruggaan naar den hoek der straat vond hij te lastig. Toen wilde hij een rijtuig nemen, maar het eerste dat hij aanriep was bezet; en daarna vergat hij maar dat er nog meer zulke vervoermidde len bestonden. Hij dacht aan andere dingen, Vooral was hij vervuld van de gedachte aan den armen, zie ken man, m de buitenwijk der stad, die naar zijne dochter nop te verlangen, den geheelen dag door; die ae uren telde tot hij haar bij zich kon hebben; en <ue toch, als zij bij hem was, verlangde haar weer te rien weggaan. Eindelijk had hij de Sluis beredkt, van waaraf de menige zich over het breede stratennet verspreidt. rillende menschen trokken voorbij, on- w hun druipende regenschermen. Dikke dames hoogte op, dubbel bezwaard door haar «cnuo^iak en door haar dikke winterrokken, die zij het oog op den modder, moesten ophouden. Man- «n hun met glimmende schootsvellen, hajïïr9 moedertjes iin dunne omslagdoeken, echoven 'hadden voort)lj ander6n» 010 meer tijd beschikbaar Man» te midden van deze menigte van verdorieti- vinden wö de popperige wanidhescMlderingen, die we uit de musea kennen. Voor geschiedschrijver en ar cheoloog vooral, was de opgraving van deze oude we reld een goudmijn. Zij cverrijkte hun kennis zooa's een .verlorengegaan perkament het gedaan zou heb ben. We izagen geleerden vol verrukking huis in, huis uit loopen, (neerknielen, in een hoek hier, het stof af vegen van een stukje stof ginder en voelden niets voor hup enthousiasme; we haastten ons uit de een tonige huizenrij naar het Forum en gingen er op een der marmeren banken in d-e zon zitten. Boven de mu ren van den JHipitertempel zagen we blauwe lucht en golvende berglijnen, en haalden ruimer adem. Voor ons lag een kleine tuin, een lachende Eros stond er onder de omnjehoomen, de goudllichtende sinaasap pelen scholen weg onder 't gebladerte en over den rand van een waterbekken speelden fonkelende ha gedissen krijgertje en glipten tusschen de steenon. Dat was ineens een warm stukje leven te midden van de doode stad1, die ons zoo niets meer te zeggen heeft. Want wie, die waarlijk geniet van 't dolkleurigo le ven in die straten ivan 'Napels, ,van de ons altijd weer verrassende kustlijn met hare ontelbare bochten, en grillige Insnijdingen, van de pracht van den parel moeren hemel, die in de deinend1© zee zich weerspie gelt, wie die 4n Camaldoli bewogen heen zag over het wijde stuk zonnige, wereld, dat zich daar onverwacht voor hem ontplooide, die de bertooverlng voelde van Caprils blauwe grot, en die oogen vol dronk aan al die glanzende wonderen, zou niet met een zucht van verlichting Pomped's eeuwenoud stof van de voeten schudden en het: „laten de dooden hun dooden be* VOETBAL. Sparta—H.V.V. 2—1. Begunstigd door mooi weer had Zondag jl. de finale van de seriewedstrijden te Nieuwe Niedorp plaats. Het eerst kwamen in het veld H.V.V. van Hoorn en Sparta van Schagen. De partijen waren voor de rust vrijwel tegen elkaar opgewassen, zoodat de rust in ging met 0—0. Spoedig na de rust- toonde Sparta eenig overwicht, wat zich dan ook na ©enige minuten onder groot gejuich van de talrijke supportersin een doelpunt uitte. Zeer onverwachts maakte Hoorn na den aftrap met een fraai schot de gelijkmaker. Beide partijen begonnen hierna met veel meer vuur te spe len. Na mooi opbrengen van de voorhoede wist Spar ta opnieuw den keeper te passeeren. Er bleken nu nog eenige minuten te spelen over. Door keurig wertt op Sparta's achterhoede, vooral den keeper bleef de stand 2—1. M.F.C.A.S.V., 2—1. (Hierop volgde een 2e zeer animeecrende wedistrijd, Aan de muren der best geconserveerde vertrekken- tusschen M.F.C. van Medemblik en A.iS.V. van An- ge, vermoeide en haastige menschen, verscheen plot seling een gelaat, zoo frisch en vroolijk, alsof regen vlagen en stormwind, zorgen des levens en de inval lende duisternis niet bestonden. Het kroeshaar langs die Blapen en het voorhoofd scheen van den regen geen hinder te hebben; de wangen hadden een hooge kleur, en het regenscherm dat zoo ver achterover gehouden werd dat het als 't ware een donkeren krans om het jeugdige hoofd vormde, scheen meer als een stuk speelgoed te wor den gebruikt dan voor bescherming tegen weer en wind. De eigenares van dat gelaat lachte Klaas reeds uit de verte toe, want zij had hem eerder herkend dan hij haar. Toen hunne blikken elkander ontmoet ten, kon hij haar lach niet goed beantwoorden. Hij kon er niet overheen dat haar gezicht zoo vroolijik stond en bloosde, terwijl het eigenhjk bleek en be zorgd' moest wezen. Er lag ook zulk ©ene zonderlinge tegenstelling in, als hij dacht hoe zij zoo vroolijk la- schend zou binnenkomen bij den man in de straat der buitenwijk, die naar zijn kind zat te verlangen, ter: wijl hij haar toch hoe eer hoe liever weer zou zien vertrekken, als zij eenmaal thuis was. Eln zij zou op gewekt in die kleine woning rondom hem bezig zijn, terwijl hij op zijne lippen zou hijten om deze het ze nuwachtig trekken te beletten. Neen, hij kon niet met dien lach instemmen; hij hield niet van eene dergelijke vrooUjkheid. Toch kon hij nu niet kortweg groetend, of misschien met een enkel woordje in 't voorhij-loopen, langs haar heen gaan. Gisteren zou hij dit hebben kunnen doen, maar nu bleef hij staan, toen ,zij hem goedenavond wemschte. „Wel is u waarlijk hier in deze buurt?" vroeg zij, op vriendachappelljken toon, alsof zij hem in haar eigen gehied welkom heette. „Waarom zou ik in dit stadsgedeelte ook niet ko men?" „Ja, ik weet wel dat de schilders er mee ingeno men zijn, en ik ook. Al was 't alleen maar om eiken dag 't pleiaier te kunnen hebben de Sluis over te gaan. zou ik hier gaarne wonen. Heengaande is hei, alsof alle huizen, zoo ver ze kunnen, vooruitkomen, om je zoo lang mogelijk op den weg te kunnen na den; en als je terugkomt, schijnen ze al uit de verte te willen zeggen, dat ze op je staan te wachen." „VHndt u 'de gedachte dat men op u zit te wachten dan zoo prettig?" „Ja, 't is aardig dit te kunnen denken; en dan ook", voegde zij er aarzelend bij, alsof zij meende, dat hij daarin geen belang zou stellen, „iheb ik daar iemand die dat doet; 't zijn niet alleen de huizen die wach- j ten." dijk. Deze beide clubs, in 't bijiaonder M.F.C., lieten 'keurig spel 'zien. Buiten verwachting toonde M.F.C een •vrij groot overwicht op Amdijk, wat tenslotte dan 'ook uit den eindstand bleek. M.F.C. nl. won deze match met 2—1. A.S.V.—H.V.V, 4—2. Volgdén na een korte pauze de verliezers van de beide voorgaande wedstrijden. Deze wedstijd ging om den 3e en 4en pijs. Hoorn wist het eerst te doel punten, maar spoedig toonde Andijk zich aanmer kelijk sterker. Het meest werd hierna gespeeld' op de helft van Hoorn en Andijk doelpuntte 4 maal, Hoorn kreeg nog een pinalty te nemen. Deze werd in een doelpunt omgezet. De eindstand was 4—2 dn het voor deel van Andijk. Sparta—M.F.C., 2—0. De laatste wedstrijd om den len en 2en prijs werd gespeeld door M.F.C. van Medemblik en Sparta van Schagen. Aller gedachten was, dat M.F.C.. detzen wedstrijd zou winnen., maar de spelers van Sparta waren niet van plan de overwinning cadeau te ge wen. Dadelijk na den aftrap gaven beide clubs zeer «vlug Sipel te zien Voor de rust kwam het niet tot doel punten, daar steeds de aanvallen der beide clubs stuitten op de zeer hechte achterhoede. Sparta kreeg nog een twijfelpinalty te nemen, die op sportieve wijze door den aanvoerder niet opzet werd: naast ge schopt. De rust gimg in met den stand 0—0. Spoedig na de ruat wist Sparta uit een strafschop de leiding te nemen. Na den strafschop deed M.F.C. eenige gevaarlijke aanvallen op het Sparta-doel ge volgd door eenige goede schoten, die door den kee per prachtig werden verwerkt. Nu begon Sparta weer geducht op te zetten en na eenige minutept wisten ze een 2e doelpunt te plaateen. Daarna heeft de Sparta- achterhoede uitstekend verdedigd, waardoor verder doelpunten van MJF.C. werd voorkomen. De wed- etijd eindigde met den 'stand 2—0 voor Schagen. een overwinning, die Sparta volkomen verdiend had, uitmuntend als alle spelers hun best hadden gedaan. Wij zagen ditmaal van Sparta een goed sa menspel, en een groote activiteit en snelheid van handelen die bewondering afdwong en die wij harte lijk hebben toegejuicht. De verschillende Wedstrijden werden door de scheidsrechters heel goed geleid. En de Kleine Kapel van Lamgendijk heeft voor goede mu ziek gezorgd en de stemming niet weinig verhoogd. De opkomst ven het publiek was groot, honderden woonden de wedstrijden bij en het enthousiasme was groot, zich uitend In hartelijke toejuichingen en aanvuringen. 'a Avonds om 8 uur had de uitreiking der prijzen in de Prins Maurits plaats. De voorzitter van N.V.V. herdacht in izijm in welgekozen woorden gehouden toe spraak het uitstekend slagen der wedstrijden, waar na de voorzitter van M.F.C. de Nieuwe Niedorper voetbalvereenigtng hartelijk dank bracht voor de uitstekende organisatie. Wij laten hieronder den slgehealen uitslag velgen: le prijs Sparta, Schagen; 2e pr. en medaille voor de meeste doelpunten, M.F.C., Medemblik; 3o prijs A.S.V. Andijk.; 4e prijs H.V.V., Hoorn. De prijzen bestonden in verschillende medefiles, EEN SPOORBAARTEN-WANBOF. Door een verzuim waren Donderdag bijna alle nieu we abonnementen of schoolkaarten niet aan de be trokken stations gearriveerd, meldt de „Avond®." zoo dat de aanvragers moesten bijbetalen. Het aantal wanboffers liep in de duizenden. Helga had een groote teekenportefeudlle en een pak boeken onder den arm. „Dat zal zeker wel zwaar voor u zijn?" Met deze opmerking nam Klaas haar, zonder verder iets te vragen, alles af. „Ik loop 'n eindje mee", zeide hij. Klaas, die tot heden nooit beleefd voor haar ge weest was, wilde nu omkeeren en met haar nog eens de bergstraten van de zuiderwijk beklimmen, om haar bij het dragen van al die boeken behulpzaam te zijn! Klaas, de luie, gemakzuchtige Klaas, hoe was 't mo gelijk, dat hij' zooveel moeite wilde doenl „Nee, nee", sprak zij, de handen naar het pak uit stekende. Maar haar protest klonk flauwtjes en het werd ook niet beantwoord. Klaas had reeds bedaard eenige stappen gedaan in de richting vanwaar hij gekomen was, en er zat voor haar dus niet anders op dan hein t9 volgen en hem in te halen. •Zij voerden geen bijzonder levendig gesprek. Het bleef beperkt tot enkele weinig beduidende opmer kingen en tot Helga's herhaald verzoek, haar de boe ken terug te gewen en zich verder niet voor haar te vermoeien, op welk verzoek hij intusschen geen acht sloeg. Een poos liepen zij zwijgend: voort Maar in de zijdelingsche blikken, die zij op hem wierp, las hij zeer duidelijk wat er in haar omging. Zij verbaasde zich voortdurend over het buiten gewone geval, dat Klaas daar nu met haar meeliep, en zij trachtte er achter te komen, waarom hij dit dieed. En Klaas wist die reden eigenlijk evenmin. Hij vond het alleen natuurlijk. „Alice en Oom Sigge zijn van-avond uit", hernam Helga, na 'lang te hebben gezwegen. Ddt was een be dekte vraag. Zou hij zich misschien tehuis eenzaam gevoelen of zich vervelen, en zocht hij daarom mis schien gezelschap? Hoewel Klaas haar wel begreep, gaf hij toch al leen een kort: „Ja, dat weet ik" ten antwoord en liet hij haar denken wat zij wilde. Om haar mond speel de een vragende,, medelijdende trek, dien hij daar in den -laatsten tijd meer had opgemerkt en die haar niet kwaad stond. Zij dacht zeker dat hij zich om het een of ander ongelukkig gevoelde. „Ik moet u de groeten doen van een kennis, die ik bijna eiken middag spreek", zei ze plotseling. ,yZoo-oo? Vam wie?" „Agda Bjdrk." „Heeft ze inij Üaten groeten?" De omgang tusschen die Jong^ dame en de fami lie Elvdta was nu al sedert meer dan een maand ge staakt. „Niet persoonlijk aan u, maar aan .„de Elvinfi", zooals me izeide. Vroeger hebben wie nooit met elkan der (gesproken, (maar decoer dagen kwam ze mij aan- DE FINANTISN VAN WOB Men meldt uit Worrner: De biegrooting 1020 kon niet sluitend gemaakt wor den dan met aen geldleeniug ter dekking van hot te* kort op de gewone ontvangsten groot f 53.00<X De be grooting 1921 is sluitend gemaakt door daarop te ra men f130.000 als aandeel in de 3de ultkeertog aaii (de gemeenten van een deal der O.W.-belasting en ^000 als bijdrage van Rijk en Provincie in de kos- iten der gemeentehuishouding. Tegenover deze ont vangsten stond het madeelig slot gewone dienst 1919 ad' f 93341.87. Gedeputeerde Staten van Noord-HoHand toeenden niet meer hunne goedkeuring te mogen hechten aan eene hegrootiug, die door raming van bene uiitkeering uit de opbrengst der O.W.-toedasting hp den gewonen dienst uitsluitend is gemaakt. Zij ad- vis ee ren het nadeelige saldo 1910 te dekken door het ftluiten van eene geldUeening, eenige ontvang posten te veihoogen en eenige uitgaafposten te verlagen en (voorts de post bijdrage van Rijk en provincie in de kosten der gemeentehuithouding te verhoogeti met f 28.000. Teven® in de omschrijving van dien post de tvoorden „en van de provincie" te schrappen. In Mei 1921 is de begrooting overeenkomstig die wonschen door den Raad vastgesteld. De iMdinister van Biirmenlandi&che ,Zaken besloot in- teaiddels de gemeente voorshands geen financieelen feteum te verleenen. Het gevolg waB, dat de gemeente hare begrooting terug ontvang met het voorstel om den po&t hoofdelijken omslag met f15000 te verhöo- ren. Ten aanzien van het overblijvende bedrag van 20.000 zou een regeling worden getroffen door het foijk en de provincie. De Raad kon zich echter met dat voorstel niet vereenigen en besloot die bögrootimg Ongewijzigd terug te zenden. Thans ia de begrooting teiet goedgekeurd terugontvangen. «preken en vroeg ze hoe 't bij m «urn hula gesteld was". /Dezer dagen?" Hij zag haar verwonderd aan. ,4k heb ier niert eer over gesproken, omdat 't er niet toe deed; ik docht dat ze u niet meer kon sche len." Zij bleef strak voor izdch uitzien, en draaide haar paraplude achter haar rug heen ten weer. ,;Ein denkt u nu idat dit wél 't geval is?" (Helga wierp snel een onderzoekenden blik op hem, en nu begreep hij bok, waarom zij medelijden qnet hem had gehad. „Ja, men kan toch hooit weten...." antwoordde zij, weder voor zich uttstarende. „Zij is er tenmin ste eng verdrietig over, dat Olies zóó geloopen is. Ze vroeg welk stuk u onder handen had? Ze zou zoo graag u weer eens op uw atelier komen opzoeken, maar ze durfde niet." /Denkt u dat dit gezegd werd met de bedoeling dat het oververteld zou worden?" vroeg Klaas aarzelend. „Ja; dat is duidelijk." „Wiel, dan moet ik u bedanken dat u 't eindelijk toch hebt overgebracht." (Dit vriendelijke (bedankje had eene onverwachte uditweriring: Zij bloosde zóo, dat het zelfs in het sche merlicht van de efteebt brandende (gaslantaarns te zien was. „Ik zou 't wel eer hebben gedaan, maar ik had er geen lust in. Ik (houd niet van haar", antwoordde Hel ga oprecht. „Waarom sprak u er dan nu wèl over?" hield hij Vol, „deed u 't misschien uit dankbaarheid, omdat ik zoo igoieddg met uw hoeken loop te sjouwen?" „Wel zeker!" Zij begon te lachen, heel eventjes maar; en toen zag zij weer ernstig voor zich uit ,/Dank u, u is waarlijk itoch teen lief meisje." Helga keek hem met een paar groote, ondeugen de oogen vlak in 't gelaat; die oogen schenen te zeg gen dat zij hem iter degie zou kunnen antwoorden, als zij wilde; maar zij wilde niet en nu «wegen ze alle twee. Hun gesprek bleef verder tot onverschillige opmer kingen bepaald'. Klaas vergezelde haar tot aan huis. Hij gaf haar het pak 'boeken niet eer over dan toen (hij ten twee den male voor het grijze huis met twee verdiepingen stond; maar toen deed hij het ook zóo overhaast, dat zij eigenlijk geen tijd hadden om behoorlijk af scheid te nemen. Wondt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 1