ilititti Nieuws-
Adïettemie- Lnüinllil
De Omstreken van Napels
Van Tweeërlei Slag.
Dinsdac 3 September 1921.
DIK,r VERS: TRAPMAN CO.. SCKASEN.
FEUILLETON.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHASER
GA«'Ct xaWo. 688A.
CllilAIT.
Dit blad verschijnt viermaal per week :Dinsdag, Woensdag, Donder-
il'ag en Zaterdag. Bij inzending tot 's m.8 uur worden Advrrtenuön
/in.veel mogelijk ui liri eersl uil komend nummer geplaatst
POSTCHEQUE en OIRODIËNST 23330. INT. TELFF. no. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.80. .Losse nummers 6 cent. ADVERTEN
TIÉN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 ct. (bewijsno
inbegrepen). Groote lletters worden naar plaatsruimte berekend
Niet door zijïn mines, legenden of (geschiedenis wil
d)© romantische omgeving van INape'ls ons altijd weer
boeien, maar door ihaar eigenaardige combinatie [van
blijheid, weelde en verschrikking.
Zooals we hier de menschen bewonderen en toch i
niet vertrouwen, omdat we ae niet (kunnen doorgron-
den, zoo ia ook de.natuur waarin ze leven; vol (be
koring en rijkdom, maar dntena verraderlijk, brengt
se zegen en verderf altijd weer.
Daar is Pozzuoli, de kleine havenstad, even weste
lijk ivan Napels, eertijids een Grdéksche, toen .een "Ro-
inednsche kolonie; imen beweert, dat Paulus hier
landde en eenige dagen vertoefde voor hij naar Ho
me ging, maar we voelen ons hier zoover van den
apostel en zijln bekeeringswerk. we staan hier op den
hoiidenschen bodem (van Groot-Griekenland, mijlen
en mijlen verwijderd van het middelpunt der Chris
telijke kerk.
In de kathedraal izijm nog kolommen van den tem
pel van Augustus iridhithaar, boven de stad ligt het
oude amphitheater, vanaf de met iwdlde planten over
groeide zitplaatsen aden we over (heel die blauwe golf
van iPoaruoll. Verweg zwemmen eilanden als reus
achtige wallvisschen eri steekt (Kaap MUsena haar drei
gende vinger uit den vloed.
Dan gaan we verder naar boven. Door weelderige
wijngaarden slingert Wch de weg die naar Solfatam,
den ultgebluuschten vulkaan voert. De groote ovale
vlakte ligt tusschen kale pulnsrteenbergen, zij Is mat
'n laag fijne witte pach bedekt, door spleten en ga
ten wasemen warme dampen en zwavelachtige gas
sen 'omhoog; zoo welig als ginds de planten door el
kaar schoten en de wegen bebloesemden, zoo schrik
aanjagend 'is die piotsefliitnge verdorring (hier op dezen
veriaten bergtop. Dof en hol klinken onze voetstap
pen over den bodem, die daardoor broozer schijnt
dan hij werkelijk 8ia. iDe Kaatste uitbarsting van de
Solfatara had acht eeuwen geleden plaats, er heeft
zich nu een stevige korst .over den krater gevormd.
Hoe heftig deze contrijen in den loop der tijden door
elkaar werden geschud, hoe die zde werd opgezweept
en weer teruggedrongen blijkt wel uit het feit, dat we
nog den indruk van de zeeschelpen vinden halfweg
de pilaren, id4e d'e oude markthal van IPozzuoli versie
ren. Het 4s e°n eeuwig woelen en gisten in die diep
te en dot ia misschien duist de bekoring van deze
kustlanden,
Naar Pompei gaat de weg langs den voet van de
Vesuvius. Portid, Hesina, Torre del Greco werden
•herhaaldelijk weer opgebouwd boven de verharde la
vastroom, en wie dit land ls gaan liefhebben begrijpt
volkomen, d!at zij, die hier gewonnen en getogen zijn,
zich er niet van kunnen losmaken. Geen vlucht er weg
uit de nabijheid van den Vesuvius, die hem heimelijk
met dood en ondergang dreigt.
Maar is het ook niet juist de lavastroom, die zoo'n
kostelljken bodem vormt voor hun druivencultuur?
Waar is een weeldierijger plantengreoi don aan den
voet en tegen de helling van dien zwijgenden Booze?
Zouden zij dan niet In zijn schaduw blijven wonen,
den heilige bidden een goed woordje voor hen te
doen en den onvertrouwbaren berg onder den duim
te houden?
Ja, met hun heiligen willen zij gbede vrienden blij
ven, dat ds hier een voornaam ding. Zooals bij ons lil
de degen dre verkiezingen, zoo zijn hier overal stroo-
•ken op dte muren geplakt, waarop met groote letters
gedrukt ds: „Viva S. Anna!", „Viva S. Sofia!" of de
naam van een andere heilige, die weer meer bepaald
ln een andore stadswijk naar de oogen moet worden
gezien., of de heefle straat is Vol aanplakbiljetten,
waarop men leest: „Viva 11 domfoatore del Veauv 1)
viva i3. Gennaiol" Die 'S. Gennalo werd onder Dio-
cletianus voor de wilde 'dieren gegooid, die zich van
hem afwendden, waarna hij bij die Solfatara gedood
werd; daarna schijnt hij over den "Vesuvius den baas
te zijn gaan spelen; overal verteederen zij hem nu
door hem het: „Ervjviva" toe te roepen; zoo kinderlijk
en bijgeloovdg zijn de bewoners van deze landen 1
iZhilke uitingen verraden ons wel de benauwdheid
waarin de menschen veikeeren. Ete door dit alles be
gint de berg, die je in den beginne met zijn stom
pen top zoo (bitter tegenvalt, je toch langzamerhand
te imponeeren en te boeien. Zooals we in Rome el-
ken ochtend eerst even naar den koepel van den St.
Pioter keken, zoo richtten we nu 's morgens eerst den
blik naar den Vesuvius, en zijn pas tevreden als er
zij het ook maar een bescheiden rookwolkje uit
opringelt. Dan voelen wie weer zijn geheimzinnige
eiiEstentde, want je weet toch nooit wat hij ln zijn k
schild voert. Nu eens zie Je hem donkerblauw, don1"
paars en teer roze, of hij draagt een pluim, die zich
afteekent tegen de lucht; dan weer staat hij won
derlijk dreigend' tegen den lichten avondhemel als
een gekromd dier, dat zich aanstonds zal oprichten,
of hij det er grijs, vervelend en suf uit, alsof hij zich
Voor goed te slapen heeft gelegd. Maar toen we door
Pompei liepon, had hij een licht blauwe mantel om de
schouders geslagen, lachend keek hij neer in de zon
nige straten alsof hij blij was de oude stad' weer aan
zijn voeten te zien liggen.
Om opgegraven dingen waait altijd een graflucht;
leivenwekkender is het zich te verkwikken aan 't
frisch ontluikende, dat omhoog schiet op de ruines,
en uit den ouden bodem kracht en schoonheid put.
Pompei, de opgedolven mummie, is koud en ledig.
De lange, smalle straten zijn (geplaveid met lavablok-
ken, waarin do zware karren der Romeinen diepe
sporen achterlieten. Aan weerszijden staan de hui
zen, die, zoo eng omsloten en benepen als zij daar
voor ons staan, meer aan grafkelders dan aan wo
ningen voor menschen doen denken. Een schat van
vazen, beelden en mozaïeken Ia er uit
graven" nazeggen?
Alleen buiten die kille muren, in de zich altijd ver
jongende, zich bevrijdende natuur is schoonheid en
leven!
Altijd bloeit het weer op, boven de versteende lava-
lagen en altijd weelderiger slingeren zie hde druiven
ranken van boom tot bobm.
In den herfst wordt het purperen 'sap uit de volle
vrucht geperst, het volk lacht en danst en zingt, de
glazen worden tot in 't oneindige met den fonkelen
den Chianti gevuld' Maetertdnck heeft gelijk: „Ce
n'est que la vie qui a raison!" 'Alleen alles wat le
ven is jheeft recht van bestaan! E. F.
1) Deve de bedwinger van den Vesuvius.
12.
ROMAN VAN ANNA WAHLENBERO.
De Novemberavond was vochtig en donker. De gu
re herfst'vind zweepte om de hoeken der huizen en
trok met grillige rukken de straten door. De dunge-
kleede voetgangers rilden, als zij met dien killen,
vochtigen luchtstroom in aanraking kwamen.
•Het plaveisel, dat sedert lang' niet vernieuwd' was,
lag nu onder een laag modder, zooals dat in dit gure
jaargetijde meestal het geval was. Wel had het in
de laatste uren voortdurend geregend, maar dit was
niet voldoende geweest om een enkelen grijzen straat
steen, zijn rond hoofd uit den modder te doen opste
ken en aan het oog het troostrijk gezicht van één
klein, droog plekje te gunnen. En nu begon het ge
plas met verdubbelde kracht. Over de gaslantaarns
wierp de wind lange sohuinsohe waterstrepen, en in
de plassen op de straat, die het licht weerkaatsten,
men het water rimpelen door de invallende re
gendruppels.
Klaag had weinig hinder van het weer. Hij had den
kraag van zijn overjas opgezet, de handen ln zijn
zakken gestoken en nu marcheerde hij flink door
naar huis. Hij was voornemens geweest een tram te
palkken, maar in gedachten was hij de stopplaats voor
dij ge'0open, en teruggaan naar den hoek der straat
vond hij te lastig. Toen wilde hij een rijtuig nemen,
maar het eerste dat hij aanriep was bezet; en daarna
vergat hij maar dat er nog meer zulke vervoermidde
len bestonden. Hij dacht aan andere dingen, Vooral
was hij vervuld van de gedachte aan den armen, zie
ken man, m de buitenwijk der stad, die naar zijne
dochter nop te verlangen, den geheelen dag door; die
ae uren telde tot hij haar bij zich kon hebben; en
<ue toch, als zij bij hem was, verlangde haar weer te
rien weggaan.
Eindelijk had hij de Sluis beredkt, van waaraf de
menige zich over het breede stratennet verspreidt.
rillende menschen trokken voorbij, on-
w hun druipende regenschermen. Dikke dames
hoogte op, dubbel bezwaard door haar
«cnuo^iak en door haar dikke winterrokken, die zij
het oog op den modder, moesten ophouden. Man-
«n hun met glimmende schootsvellen,
hajïïr9 moedertjes iin dunne omslagdoeken, echoven
'hadden voort)lj ander6n» 010 meer tijd beschikbaar
Man» te midden van deze menigte van verdorieti-
vinden wö de popperige wanidhescMlderingen, die we
uit de musea kennen. Voor geschiedschrijver en ar
cheoloog vooral, was de opgraving van deze oude we
reld een goudmijn. Zij cverrijkte hun kennis zooa's
een .verlorengegaan perkament het gedaan zou heb
ben. We izagen geleerden vol verrukking huis in, huis
uit loopen, (neerknielen, in een hoek hier, het stof af
vegen van een stukje stof ginder en voelden niets
voor hup enthousiasme; we haastten ons uit de een
tonige huizenrij naar het Forum en gingen er op een
der marmeren banken in d-e zon zitten. Boven de mu
ren van den JHipitertempel zagen we blauwe lucht en
golvende berglijnen, en haalden ruimer adem. Voor
ons lag een kleine tuin, een lachende Eros stond er
onder de omnjehoomen, de goudllichtende sinaasap
pelen scholen weg onder 't gebladerte en over den
rand van een waterbekken speelden fonkelende ha
gedissen krijgertje en glipten tusschen de steenon.
Dat was ineens een warm stukje leven te midden
van de doode stad1, die ons zoo niets meer te zeggen
heeft.
Want wie, die waarlijk geniet van 't dolkleurigo le
ven in die straten ivan 'Napels, ,van de ons altijd weer
verrassende kustlijn met hare ontelbare bochten, en
grillige Insnijdingen, van de pracht van den parel
moeren hemel, die in de deinend1© zee zich weerspie
gelt, wie die 4n Camaldoli bewogen heen zag over het
wijde stuk zonnige, wereld, dat zich daar onverwacht
voor hem ontplooide, die de bertooverlng voelde van
Caprils blauwe grot, en die oogen vol dronk aan al
die glanzende wonderen, zou niet met een zucht van
verlichting Pomped's eeuwenoud stof van de voeten
schudden en het: „laten de dooden hun dooden be*
VOETBAL.
Sparta—H.V.V. 2—1.
Begunstigd door mooi weer had Zondag jl. de finale
van de seriewedstrijden te Nieuwe Niedorp plaats.
Het eerst kwamen in het veld H.V.V. van Hoorn en
Sparta van Schagen. De partijen waren voor de rust
vrijwel tegen elkaar opgewassen, zoodat de rust in
ging met 0—0. Spoedig na de rust- toonde Sparta
eenig overwicht, wat zich dan ook na ©enige minuten
onder groot gejuich van de talrijke supportersin een
doelpunt uitte. Zeer onverwachts maakte Hoorn na
den aftrap met een fraai schot de gelijkmaker. Beide
partijen begonnen hierna met veel meer vuur te spe
len. Na mooi opbrengen van de voorhoede wist Spar
ta opnieuw den keeper te passeeren. Er bleken nu
nog eenige minuten te spelen over. Door keurig
wertt op Sparta's achterhoede, vooral den keeper
bleef de stand 2—1.
M.F.C.A.S.V., 2—1.
(Hierop volgde een 2e zeer animeecrende wedistrijd,
Aan de muren der best geconserveerde vertrekken- tusschen M.F.C. van Medemblik en A.iS.V. van An-
ge, vermoeide en haastige menschen, verscheen plot
seling een gelaat, zoo frisch en vroolijk, alsof regen
vlagen en stormwind, zorgen des levens en de inval
lende duisternis niet bestonden.
Het kroeshaar langs die Blapen en het voorhoofd
scheen van den regen geen hinder te hebben; de
wangen hadden een hooge kleur, en het regenscherm
dat zoo ver achterover gehouden werd dat het als
't ware een donkeren krans om het jeugdige hoofd
vormde, scheen meer als een stuk speelgoed te wor
den gebruikt dan voor bescherming tegen weer en
wind.
De eigenares van dat gelaat lachte Klaas reeds
uit de verte toe, want zij had hem eerder herkend
dan hij haar. Toen hunne blikken elkander ontmoet
ten, kon hij haar lach niet goed beantwoorden. Hij
kon er niet overheen dat haar gezicht zoo vroolijik
stond en bloosde, terwijl het eigenhjk bleek en be
zorgd' moest wezen. Er lag ook zulk ©ene zonderlinge
tegenstelling in, als hij dacht hoe zij zoo vroolijk la-
schend zou binnenkomen bij den man in de straat der
buitenwijk, die naar zijn kind zat te verlangen, ter:
wijl hij haar toch hoe eer hoe liever weer zou zien
vertrekken, als zij eenmaal thuis was. Eln zij zou op
gewekt in die kleine woning rondom hem bezig zijn,
terwijl hij op zijne lippen zou hijten om deze het ze
nuwachtig trekken te beletten.
Neen, hij kon niet met dien lach instemmen; hij
hield niet van eene dergelijke vrooUjkheid. Toch kon
hij nu niet kortweg groetend, of misschien met een
enkel woordje in 't voorhij-loopen, langs haar heen
gaan. Gisteren zou hij dit hebben kunnen doen, maar
nu bleef hij staan, toen ,zij hem goedenavond
wemschte.
„Wel is u waarlijk hier in deze buurt?" vroeg
zij, op vriendachappelljken toon, alsof zij hem in haar
eigen gehied welkom heette.
„Waarom zou ik in dit stadsgedeelte ook niet ko
men?"
„Ja, ik weet wel dat de schilders er mee ingeno
men zijn, en ik ook. Al was 't alleen maar om eiken
dag 't pleiaier te kunnen hebben de Sluis over te
gaan. zou ik hier gaarne wonen. Heengaande is hei,
alsof alle huizen, zoo ver ze kunnen, vooruitkomen,
om je zoo lang mogelijk op den weg te kunnen na
den; en als je terugkomt, schijnen ze al uit de verte
te willen zeggen, dat ze op je staan te wachen."
„VHndt u 'de gedachte dat men op u zit te wachten
dan zoo prettig?"
„Ja, 't is aardig dit te kunnen denken; en dan ook",
voegde zij er aarzelend bij, alsof zij meende, dat hij
daarin geen belang zou stellen, „iheb ik daar iemand
die dat doet; 't zijn niet alleen de huizen die wach- j
ten."
dijk. Deze beide clubs, in 't bijiaonder M.F.C., lieten
'keurig spel 'zien. Buiten verwachting toonde M.F.C
een •vrij groot overwicht op Amdijk, wat tenslotte dan
'ook uit den eindstand bleek. M.F.C. nl. won deze
match met 2—1.
A.S.V.—H.V.V, 4—2.
Volgdén na een korte pauze de verliezers van de
beide voorgaande wedstrijden. Deze wedstijd ging
om den 3e en 4en pijs. Hoorn wist het eerst te doel
punten, maar spoedig toonde Andijk zich aanmer
kelijk sterker. Het meest werd hierna gespeeld' op de
helft van Hoorn en Andijk doelpuntte 4 maal, Hoorn
kreeg nog een pinalty te nemen. Deze werd in een
doelpunt omgezet. De eindstand was 4—2 dn het voor
deel van Andijk.
Sparta—M.F.C., 2—0.
De laatste wedstrijd om den len en 2en prijs werd
gespeeld door M.F.C. van Medemblik en Sparta van
Schagen. Aller gedachten was, dat M.F.C.. detzen
wedstrijd zou winnen., maar de spelers van Sparta
waren niet van plan de overwinning cadeau te ge
wen. Dadelijk na den aftrap gaven beide clubs zeer
«vlug Sipel te zien Voor de rust kwam het niet tot doel
punten, daar steeds de aanvallen der beide clubs
stuitten op de zeer hechte achterhoede. Sparta kreeg
nog een twijfelpinalty te nemen, die op sportieve
wijze door den aanvoerder niet opzet werd: naast ge
schopt. De rust gimg in met den stand 0—0.
Spoedig na de ruat wist Sparta uit een strafschop
de leiding te nemen. Na den strafschop deed M.F.C.
eenige gevaarlijke aanvallen op het Sparta-doel ge
volgd door eenige goede schoten, die door den kee
per prachtig werden verwerkt. Nu begon Sparta weer
geducht op te zetten en na eenige minutept wisten ze
een 2e doelpunt te plaateen. Daarna heeft de Sparta-
achterhoede uitstekend verdedigd, waardoor verder
doelpunten van MJF.C. werd voorkomen. De wed-
etijd eindigde met den 'stand 2—0 voor Schagen.
een overwinning, die Sparta volkomen verdiend
had, uitmuntend als alle spelers hun best hadden
gedaan. Wij zagen ditmaal van Sparta een goed sa
menspel, en een groote activiteit en snelheid van
handelen die bewondering afdwong en die wij harte
lijk hebben toegejuicht. De verschillende Wedstrijden
werden door de scheidsrechters heel goed geleid. En
de Kleine Kapel van Lamgendijk heeft voor goede mu
ziek gezorgd en de stemming niet weinig verhoogd.
De opkomst ven het publiek was groot, honderden
woonden de wedstrijden bij en het enthousiasme
was groot, zich uitend In hartelijke toejuichingen en
aanvuringen.
'a Avonds om 8 uur had de uitreiking der prijzen
in de Prins Maurits plaats. De voorzitter van N.V.V.
herdacht in izijm in welgekozen woorden gehouden toe
spraak het uitstekend slagen der wedstrijden, waar
na de voorzitter van M.F.C. de Nieuwe Niedorper
voetbalvereenigtng hartelijk dank bracht voor de
uitstekende organisatie.
Wij laten hieronder den slgehealen uitslag velgen:
le prijs Sparta, Schagen; 2e pr. en medaille voor de
meeste doelpunten, M.F.C., Medemblik; 3o prijs A.S.V.
Andijk.; 4e prijs H.V.V., Hoorn. De prijzen bestonden
in verschillende medefiles,
EEN SPOORBAARTEN-WANBOF.
Door een verzuim waren Donderdag bijna alle nieu
we abonnementen of schoolkaarten niet aan de be
trokken stations gearriveerd, meldt de „Avond®." zoo
dat de aanvragers moesten bijbetalen.
Het aantal wanboffers liep in de duizenden.
Helga had een groote teekenportefeudlle en een pak
boeken onder den arm.
„Dat zal zeker wel zwaar voor u zijn?" Met deze
opmerking nam Klaas haar, zonder verder iets te
vragen, alles af.
„Ik loop 'n eindje mee", zeide hij.
Klaas, die tot heden nooit beleefd voor haar ge
weest was, wilde nu omkeeren en met haar nog eens
de bergstraten van de zuiderwijk beklimmen, om haar
bij het dragen van al die boeken behulpzaam te zijn!
Klaas, de luie, gemakzuchtige Klaas, hoe was 't mo
gelijk, dat hij' zooveel moeite wilde doenl
„Nee, nee", sprak zij, de handen naar het pak uit
stekende. Maar haar protest klonk flauwtjes en het
werd ook niet beantwoord. Klaas had reeds bedaard
eenige stappen gedaan in de richting vanwaar hij
gekomen was, en er zat voor haar dus niet anders
op dan hein t9 volgen en hem in te halen.
•Zij voerden geen bijzonder levendig gesprek. Het
bleef beperkt tot enkele weinig beduidende opmer
kingen en tot Helga's herhaald verzoek, haar de boe
ken terug te gewen en zich verder niet voor haar te
vermoeien, op welk verzoek hij intusschen geen acht
sloeg. Een poos liepen zij zwijgend: voort Maar in de
zijdelingsche blikken, die zij op hem wierp, las hij
zeer duidelijk wat er in haar omging.
Zij verbaasde zich voortdurend over het buiten
gewone geval, dat Klaas daar nu met haar meeliep,
en zij trachtte er achter te komen, waarom hij dit
dieed. En Klaas wist die reden eigenlijk evenmin. Hij
vond het alleen natuurlijk.
„Alice en Oom Sigge zijn van-avond uit", hernam
Helga, na 'lang te hebben gezwegen. Ddt was een be
dekte vraag. Zou hij zich misschien tehuis eenzaam
gevoelen of zich vervelen, en zocht hij daarom mis
schien gezelschap?
Hoewel Klaas haar wel begreep, gaf hij toch al
leen een kort: „Ja, dat weet ik" ten antwoord en liet
hij haar denken wat zij wilde. Om haar mond speel
de een vragende,, medelijdende trek, dien hij daar
in den -laatsten tijd meer had opgemerkt en die haar
niet kwaad stond. Zij dacht zeker dat hij zich om het
een of ander ongelukkig gevoelde.
„Ik moet u de groeten doen van een kennis, die ik
bijna eiken middag spreek", zei ze plotseling.
,yZoo-oo? Vam wie?"
„Agda Bjdrk."
„Heeft ze inij Üaten groeten?"
De omgang tusschen die Jong^ dame en de fami
lie Elvdta was nu al sedert meer dan een maand ge
staakt.
„Niet persoonlijk aan u, maar aan .„de Elvinfi",
zooals me izeide. Vroeger hebben wie nooit met elkan
der (gesproken, (maar decoer dagen kwam ze mij aan-
DE FINANTISN VAN WOB
Men meldt uit Worrner:
De biegrooting 1020 kon niet sluitend gemaakt wor
den dan met aen geldleeniug ter dekking van hot te*
kort op de gewone ontvangsten groot f 53.00<X De be
grooting 1921 is sluitend gemaakt door daarop te ra
men f130.000 als aandeel in de 3de ultkeertog aaii
(de gemeenten van een deal der O.W.-belasting en
^000 als bijdrage van Rijk en Provincie in de kos-
iten der gemeentehuishouding. Tegenover deze ont
vangsten stond het madeelig slot gewone dienst 1919
ad' f 93341.87. Gedeputeerde Staten van Noord-HoHand
toeenden niet meer hunne goedkeuring te mogen
hechten aan eene hegrootiug, die door raming van
bene uiitkeering uit de opbrengst der O.W.-toedasting
hp den gewonen dienst uitsluitend is gemaakt. Zij ad-
vis ee ren het nadeelige saldo 1910 te dekken door het
ftluiten van eene geldUeening, eenige ontvang posten
te veihoogen en eenige uitgaafposten te verlagen en
(voorts de post bijdrage van Rijk en provincie in de
kosten der gemeentehuithouding te verhoogeti met
f 28.000. Teven® in de omschrijving van dien post de
tvoorden „en van de provincie" te schrappen. In Mei
1921 is de begrooting overeenkomstig die wonschen
door den Raad vastgesteld.
De iMdinister van Biirmenlandi&che ,Zaken besloot in-
teaiddels de gemeente voorshands geen financieelen
feteum te verleenen. Het gevolg waB, dat de gemeente
hare begrooting terug ontvang met het voorstel om
den po&t hoofdelijken omslag met f15000 te verhöo-
ren. Ten aanzien van het overblijvende bedrag van
20.000 zou een regeling worden getroffen door het
foijk en de provincie. De Raad kon zich echter met
dat voorstel niet vereenigen en besloot die bögrootimg
Ongewijzigd terug te zenden. Thans ia de begrooting
teiet goedgekeurd terugontvangen.
«preken en vroeg ze hoe 't bij m «urn hula gesteld
was".
/Dezer dagen?" Hij zag haar verwonderd aan.
,4k heb ier niert eer over gesproken, omdat 't er
niet toe deed; ik docht dat ze u niet meer kon sche
len."
Zij bleef strak voor izdch uitzien, en draaide haar
paraplude achter haar rug heen ten weer.
,;Ein denkt u nu idat dit wél 't geval is?"
(Helga wierp snel een onderzoekenden blik op hem,
en nu begreep hij bok, waarom zij medelijden qnet
hem had gehad.
„Ja, men kan toch hooit weten...." antwoordde
zij, weder voor zich uttstarende. „Zij is er tenmin
ste eng verdrietig over, dat Olies zóó geloopen is. Ze
vroeg welk stuk u onder handen had? Ze zou zoo
graag u weer eens op uw atelier komen opzoeken,
maar ze durfde niet."
/Denkt u dat dit gezegd werd met de bedoeling dat
het oververteld zou worden?" vroeg Klaas aarzelend.
„Ja; dat is duidelijk."
„Wiel, dan moet ik u bedanken dat u 't eindelijk
toch hebt overgebracht."
(Dit vriendelijke (bedankje had eene onverwachte
uditweriring: Zij bloosde zóo, dat het zelfs in het sche
merlicht van de efteebt brandende (gaslantaarns te
zien was.
„Ik zou 't wel eer hebben gedaan, maar ik had er
geen lust in. Ik (houd niet van haar", antwoordde Hel
ga oprecht.
„Waarom sprak u er dan nu wèl over?" hield hij
Vol, „deed u 't misschien uit dankbaarheid, omdat ik
zoo igoieddg met uw hoeken loop te sjouwen?"
„Wel zeker!"
Zij begon te lachen, heel eventjes maar; en toen
zag zij weer ernstig voor zich uit
,/Dank u, u is waarlijk itoch teen lief meisje."
Helga keek hem met een paar groote, ondeugen
de oogen vlak in 't gelaat; die oogen schenen te zeg
gen dat zij hem iter degie zou kunnen antwoorden,
als zij wilde; maar zij wilde niet en nu «wegen ze
alle twee.
Hun gesprek bleef verder tot onverschillige opmer
kingen bepaald'.
Klaas vergezelde haar tot aan huis. Hij gaf haar
het pak 'boeken niet eer over dan toen (hij ten twee
den male voor het grijze huis met twee verdiepingen
stond; maar toen deed hij het ook zóo overhaast,
dat zij eigenlijk geen tijd hadden om behoorlijk af
scheid te nemen.
Wondt vervolgd.