•l
and,
alen
eten,
eer.
Ie,
ije
waar
TWEEDE BLAD.
Zal men tol overeen
stemming komen?
Brieven uit Rome.
FEUILLETON.
Van Tweeërlei Slag,
eerl
Van alles wat.
7»
Zaterdag 8 Oclober 1921.
64ste Jaargang. No. 6903.
Ten slotte heelt Lloyd Georg© toch niet vastgehou
den aan het door de Valera herroepen van de twee
de alinea in diens schrijven, de alinea, waarin de
Valera -aegit ter conferentie te nullen komen als afge
vaardigde van een onafhankelijk Ierland.
Lloyd Goorge heeft verleden Donderdag een nieu
wen fcrlet aan de Valera gezonden, nadat hij te vo
ren alle ministers geraadpleegd had. Deze brief is er
een van een nieuwe reeks. Lloyd Georg legt als het
ware de vorige correspondentie in het archief, mis
schien zelfs in de prullemand.
Lloyd George noodigt de Valera en diens vrienden
nogmaals uit ter conferentie en wel te Londen op
Dinsdag 11 October. Hij wijst er op, dat hij vasthoud-t
aan de conditie, dat Ierland uitmaakt, en blijft uit
maken een bestanddeel van het Britsche Rijk, daar
verdere correspondentie slechts verwarrend kan wer
ken, doch alle Britsche ministers ©ene bespreking der
bestaande geschillen beschouwen als het beste mid
del om te trachten 'die geschillen uit den weg iet rui-
nien, en de wijze waarop Ierland voortaan tot het
Britsche werldrljk zal behooren, rekening houdende
met nationaal Iersche espiratles, vast te leggen.
De Valera heeft geaccepteerd en slechts even geme-
i moreerd, dat de respectievelijke posities verklaard en
bekend zijn, waarmede hij natuurlijk op de meest be-
icheiden wijze herinnert aan zijne positie van Presi
dent van de Iersahe republiek.
I Lloyd George heeft de Iersche leiders echter uitge-
soodigd, als de woordvoerders van degenen, die zij
vertegenwoordigen, Dat is dus het katholieke Zuid-
Ierlantl, niet het Protestantsche Noord-Ierlond.
IDe Valora heeft .ontegenzeggelijk eene overwinning
op tSir James Creig, don president van Noord-Ier land,
van Ulster behaald. Ulster zal de conferentie niet bij
wonen, terwijl bij de eerste conferentie met de Va
lera ook Sir James uitgenoodigd was. Lloyd George
heeft echter veel toegegeven, omdat hij blijkbaar
groote waarde hecht aan eene conferentie met die
Ieren, die do vertrouwenspersonen zijn van de groo
te massa nationale Ieren.
Daarom zal hij ook niet hebben willen vasthouden
aan het herroepen van den gewraakten zin in de
Valera's brief. Hij voelde, dat hij in de sfeer waarin
de onderhandelingen thans zijn, niet een Pyrrus over
winning op de Valera en zijne vrienden moest beha
len, door hun prestige te vernietigen, maar beter deed
te zien, met die leiding te onderhandelen, terwijl het
vertrouwen der Katholieke Ieren in die leiders onge
schokt is. J
Een ander succes, dat de Valera te boeken heeft is,
van het Hoogerhuis en Mr. F. iel Smltb, thanf Vie-
count Birkenhead, Lord Chsncellor, den President
van het Hoogerhuis.
Lord Birkenhead behoort 'bot de commissie van mi
nisters, die do Britsche Regeering ter Iersche con
ferentie zal vertegenwoordigen, Zal hij verraad ple
gen tgenover de Ulstermanoen? Het ie niet aan te
nemen 1
Van Griffith wordt verteld, dat hij, toen men hem
wees op de moeilijkheid gelegen dn den 'Onverdeeld
Ierland, door bet Protestantsche Ulster, antwoordde,
dat hij voor de protestanten, die in Ierland woonden,
slechts twee wegen open zag, hetzij Roomsch-Ka-
tholiek te worden, of Ierland te verlaten.
Waar juist de Protestantsche Ieren de harde 'wer
kers, de intellectueelen onder de bewoners van Ier
land zijn, zou de toekomst van Ierland er ln het 2e
geval niet bijzonder florissant uitzien.
De Britsche gedelegeerde ministers zijn de premier
Lloyd George, Lord Birkenhead, Lord Curzon, de mi
nister van Buitenlandsche Zaken, Sir iHamar Green-
wood, minister van Ierland en verder de ministers
Shortt, Munro en Sir L. Worthington Evans.
«Men vermoedt, dat van deze 7 heeren er nu twee
zullon afvallen, ten einde niet meer Britten dan Ieren
tor conforentie te hebben. De heeren iShortt en Munro
zullen wel afvallen, daar Sir L. W. Evans als Ier
sche finantieele specialiteit beschouwd wordt.
Door hot aanvaarden van de laatste uitnoodJglng
van Lloyd George èrkennen de Iersche gedelegeerden
feitelijk reeds, dat zij niet va.sthoiuden aan eene on
afhankelijke Iersche Republiek; duB aan een eou-
vereinen Staat. Dat punt eenmaal van de baan, zal
men het over de punten wel eens worden, alhoe
wel wij ons er niet teveel spoed bij voorstellen.
Doch dan komt 'Ulster. Wellicht echter zullen de
Sinin Felnleiders zich den goeden raad van Generaal
Smuts herinneren. Die raad was om de kwestie van
een vereenigd Noord- en Zuid-Ierland niet als een
eerste, doch als een laatste eisch te beschouwen, Die
raad was zeer verstandig. Evenmin als de Britsche
Regeering een onafhankelijk Ierland, een souvereinen
staat deze aan de overzijde der Iersche Zee kan dul-
het Rijk tot de straat ettl; ergewa tos oen houten loods
kan men een biljet krijgen. Fen goederenwr.*sn j.s
er niet aan den trein, want bagage zou onderweg ge-
itoler, worden; de reizigers moeten dus hun srod in
den wagon zien onder te brengen. Deze wordt dau
ook voor een goed deel met de kleine roode koffers
en kleurige zakken, zooals we die dn iKorfoe zagen
uitgestald, volgepropt Ooit. wordt er menig huisdier
meegenomen. Een dikke dame zat met ©en grooten
uil in haar arm, andere reizigers hadden eon scbildr
pad op hun schoot of een klagend) miauwend© kat.
die de schrik was van een juffertje, die ©on kooi
met parkieten tusschen de knieën geklemd1 hield. Tot
het laatste ©ogenblik wordt de trein met schoenpoet
sers bestormd, een paar minuten voordat deze zich
in beweging zet, laten de Grieken nog even het stof
van hun schoenen vegen, want in Athene kan men
geen vijf minuten gaan zonder bijna gedwongen te
worden, om niet alleen met een groote plameau het
stof van je schoenen te laten afwaaien, maar plaats
te nemen in een der vorstelijke vergulde zetels, die
met purper fluweel bekleed zijn en op de pleinen en
in lokaaltjes aan de straat in rijen staan, zolden zijn
ze leeg, want het schijnt wol, dat het voor een Athe-
ner levensvoorwaarde is, altijd met blinkende schoe
nen door de zanderige straten to gaan. Deze huma-
nie begint al in don trein, die ons naar de hoofdstad
brengen zal. Als 't fluitje gaat, springen do jongens
met hun kistjes vegers en borstels de treden af, de
deuren worden diohtgeflapt en heel, heel langzaam
sukkelen we naar Athene. Het is al donker als we er
aankomen. In Rome staan do (thermen van Diocletia-
nus voor je, als je uit het station komt, links en
rechts zie je daar oude kerktorens, een paar pilaren,
een boog; hier niets van dat alles. Een morsig ram
melend rijtuig, een van de weinige die aan 't sta
tion te vinden zijn, brengt ons langs de stoffigen,
armoedigen landweg naar de stad, slechts hier en
daar brandt een lantaarn. Maar dan rijden we in
eens een lichte breede straat in en ontwaren met wee
gevoel, van teleurstelling, dat we toch nog echt in
Europa izijn, want van alle kanten dringen izicü Ci
nema-P athé en schreeuwerige aanplakbiljetten aan
den, evenmin mag zijn haar woord breken tegenover ons op, we kennen ze van Rome, en Parijs, de sen-
de trouwe onderdanen in Ulster, door toe te geven i sationeele moord is er op verbeeld ,die we ook hier
aan den Sinn Fein-eisch van éon onverdeeld Iersoh voor ons geld kunnen zien. Ja, het moderne Athene
gewest. I probeert gelijken tred met de hoofdsteden der groote
Wanneer eenmaal de Iersche quaestie, zooals die cultuurlanden (te houden; althans de besmettelijke
thans bestaat, bevredigend opgelost wordt, dan zal invasie der cinema-verschrikkingen zou ons dit in
bij wijs staatsmanschap der 'Zuid-Ieren het in vredes den avond werkelijk een moment laten gelooven;
tijd zioo lieflijke eiland 'Erin tot welvaart en bloei maar, geen nood, me tde ontwikkeling, van Athene en
heel Griekenland heeft het nog don tijd!
We komen hongerig in het hotel aan; geen eerste
rangs kozen we uit, om zoo mogelijk buiten de toe-
Wanneer datzelfde staatsbeleid ook politiek ver
trouwen afdwingt, van het nijvere, 'protestantsche
Noord-der land, van de zes protestantsche graafschap
pen, welke Ulster vormen dan zal vanzelf een ver
langen naar meer eenheid vaardig worden over de
Orangisten van Ulster en daardoor op- vriendschap
pelijke wijze bereikt kunnen worden, hetgeen nim
mer door dwang kan geschieden, ©en onverdeeld ler-
blifkbaar ^an^> een Ierland, waarin Roomschen en Protestan
ten zullen nalaten te zoeken naar wat hen verdeelt,
risten-wereld ©n onder Grieken te blijven. Dit gelukt
ons dan ook en de spijskaart is absoluut Grleksch.
Lamsvleesch en nog eens lamsvleesch en ©en serie
we8ö, zoutelooze gerechten, wit. en kleurloos, zooals
d© lange zandigle wegen en het bestoven dorre gras.
De Grieken zijn ©en heel sober volk, zure melk en
een homp brood ©ten ze hier met voorliefde.... Gis
teren waren we nog in Korloe, daar vertelde die oude
voor hun Ierland.
Toch zullen de gedelegeerden, eenmaal om de roode
tafel gezeten, onwillekeurig die zes condities als de
punten der agenda .hebben te beschouwen en te be-
Do gedelegeerden voor Ierland zijn: Mr. Arthur
Griffith, minister van buitenlandsche zaken der Ier
sche republiek, Mr. Mlchoel Collina, minister van fl-
doch zullen streven naar het opsporen van hetgeen man met zoo'n vuur, van Odysseus en zijn ontvangst
hen vereenigt. Wat hen vereenigen kan is d© liefde bij de ouders van Nausikaa.. De ossen werden geslacht
- - - de wijn stroomde, de goddelijke avonturier strekte
zich op het purper uit.... en we willen geen lams
vleesch meer zien, noch ons met zure melk voeden;
liever gaan we slapen en draomen van Odysseus en
zijn kleurige feestmalen, om dan den volgenden dag
met een blijde zon de Akropolis te bestijgen.
Het was een lichtstralende, stille tZomdag geweest
en geen toeristen bewogen zich meer op .den witten,
eenzamen weg, die zich tusschen aloës en olijven
naar boven windt. Links ligt de areopagus, d© rots
waarop in de oudheid recht werd gesproken. Pallas
Athene bracht hier de edelste grijsaards der stad) te
zamen om te oordeelen over de schuld van Orestes.
Ajpollo pleitte voor zijn gunsteling en wierp een blan-
Van Ktirttie naar Athena
Toen we gereed waren, om den terugreis te aan
vaarden, zei mijn reisgenoot: „Kom, laat ons, nu we
eenmaal zoo'n eind op weg zijn, liever de toot naa»
to titoTeS uit Patrua als naar Brtodlsl naman, w« «tóten al gauw
«nTtoUrnkfeM^SieeM^^ weer veer maanden to Rome rnst, mar Ath^
ne zuilen we anders vooreerst niet komen". Ik be
zweek voor de verzoeking die wezenlijk heel groot ké steen in de urn.... Maar we gaan sneller,, want
was. en zoo lieten we de boot voor Italië wegvaren daar verrijst het Parthenon voor ons en we verlangen
en scheepten ons 's avonds in voor Griekenland.
Onder zware onweersbuien lichtten we het anker.
Laag vlogen de meeuwen over ©en zee van donker
indigo, de citadel van Korloe, was door wolken be
let toe-
wagen,
sn zpo
st long-
TANT,
[aarten,
War-
ng ge-
chager-
nantiën, Mr. R. C. Barton, minister van oeconomlsahe dekt. Op de Ionische zee hobbelen we als een kin-
aangelegenheden, Mr. E. Duggan, chef van den Gen.-derklomp ovr de golven. .„Het zijn imaar vijf slechte
Staf, Mr. Gavon Duffy, gezant to Rome der Iersche ^en". aegt de kapitein troostend, want als we de
republiek en Mr. Erskime ChilderB, secretaris. mn I*ulkas zijn omgevaren, zal -onze ellende ge
ile Valera zelf schijnt niet te komen, de heer Grif- naaar ach, wat vallen die1 uren lang!
fith zal prestdoitó der Iersche delegatie zijn. i Eindelijk zljm we de steile ikjip voohbij van welke
Griffith wordt beschouwd als een der gematigde dichteres Sappho en vele anderen zich neerstor-
Iersche leiders, maar iemand, die overigens vast zal 'om srich van hun liefdesmart te bevrijden en ook
houden aan een onverdeeld Ierland, hetgeen dus zeg-1 voelen ons aanmerkelijk verlicht; w© hebben
Qwil geen Zuid-Ierland met Dublin en Noord-Ier- wear wat levenslust, nu' w© de tragische
(Ulster) mot Belfaat tot hoofdstad, maar éen sPita voorbij zijn gestoomd. Tusschen een groep klei-
Ierland voor het goheele eiland, met Dublin als ne eilanden varen we door en zien Patras in den
hoofdstad. grauwen ochtendnevel voor ons.
Indien het Britsche Kabinet dit zou toegeven, zou '^e tweede stad- van Griekonland, noemt Baedeker
do Regeering haar woord breken -tegenover het pro-®*>odjJ© huizon dat aan de kust ligt noergesme-
testantsche Ulster, tegen dat doel van Ierland dus, ton. Voor smerige herbergen drinkt de bevolking
dot verknocht, was on blijft aan het Britsche wereld- j haar wll° met harsoplossing. Een walgelijke lucht
rijk en aan den koning. Dat deel van Ierland, datvan 8©smolten vet en lamsvleesch dringt uit de hul-
ochtor die wapens wilde opnemen togen het Britsche Ken naar hult en blijft hangen in de vuile ongepla-
Rijk, toen Minister Asquith een Home Bul© wet hadvolde straten.
ttuakatiglg gemaakt, waardoor de Protestanten van i ®en 'ffovagene wordt naar de citadel gebracht, die
Ulster, de Orangisten, hun geloof en welvaart zagen I boven de stad ligt: zijn handen zijn door een koord
gevaar loopon, doordat die wert boteekonde, dat ui- °P d°n ru8 saamgebonden, het einde wordt door een
ster onder Zuid-Ierland^zou komen, daar Zuid-Ierland 1 ©otóaat vastgehouden, di© den schuldige voor zich
het Katholieke deel, door groote meerderheid van be-uitdrijft als een stuk vee. ,D© post naar Europa ver-
volklng de protestantsche minderheid zou overvleu-1 trekt vanavond", zegt de hotelier. Ja we zien wel dat
gelen. Toen waren de leiders van het verzet van UI- we niet meer in 'Europa zljnl
•ter, Sir Edward Carson, thans Lord Carson on 11x1 trein voor Athene houdt in de tweed© stad van
21.
ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG.
Het was, op zichzelf beschouwd, recht vermakelijk op
zulk een toon dringend te worden verzocht geen weige
rend antwoord te geven op iets, dat men ijuist gaarne
wenschte. Hii had volstrekt geen lust om weg tp loopen.
Hij zat hier best, en die eenvoudige huiskamer had hem
nooit zoo gezellig toegeschenen als nu. Voorheen was die
omgeving, in zijne oogen. wat somber en poover, maar
thans kreeg hii er werkelijk een prettigen, aangenamen
indruk van. Alles zag er zoo licht en vroolijk uit; en
toen hij, na met een buiging dankend de uitnoodiging te
hebben aangenomen, zijne plaats naast den ouden heer
innam, werd die indruk nog meer versterkt. De verkleur
de gordijnen, de oude stoelen, de uitgeschuurde vloer,
met de vele naden en oneffenheden, de glimmende kope-
jon kandelabres vol deuken dit alles sprak vandaag
in een nieuwe taal tot hem; het sprak van net-
nn reinheid; Jiet sprak van de ontelbare zorgen en
ervaringen, welke aan deze levenlooze dingen waarde
geven voor urine eigenaars, en hen tot vrienden en
oude. getrouwe dienaren maken. Ook 'de oude man,
die daar naast hem zat, had een groote verandering
rajj er
paetzij door den gloed 'van het
haardvuur. Maar de kleur had 't meest van die der
gezondheid. Hij strekte zich «oo echt welbehagelijk
in zijn warm, zacht hoekje, en babbelde zoo op-
f^ekt en vroolijik als alleen menschen doen, me
4 i?°kt naar hun hebben. Telkens wanneer Helga
jn de buurt kwam, gleed er een glans van genoegen
Jv6r zijne trekken. Dit gebeurde vaas, want de bezigheid
™n het tafeldekken gaf haar gedurig aanleiding om tus-
jenen het buffet en de tafel, tusschen keuken en kamer,
f weer te loopen; maar altijd werd daarbij even-
vr n? k°°fcl naar de heeren gewend, en met 'een enkel
°7u i Woorciie deelgenomen aan het levendig gesprek.
Iav i wam 011 a's een frissci16 wind. Er spraken
j 2.«n?ust en vroolijkheid uit die vlugge bewegingen
k Wifr 7 buigzame figuurtje.
f ?u «J wei zoo blijgeestig gestemd kunnenzijn,
zouden hare oogen wel zoo vroolijk kunnen schitteren,
BAARil
:g,
BAAHlI
f, Annl
rwaard.
als pijn on ziekte dagelijks hier gasten waren en de dood
om den hoek van de deur stond te loeren? Daarvan zou
zij dan toch wel iets moeten merken? Nu zij zoo
vroolijk was, kon men onmogelijk aan de nabijheid
dier schauduwen gelooven; het moest dan toch wel
waar zijn, wat de oude man gezegd had, dat belt
gevaar was geweken.
Het werd hoe langer hoegezelliger en aangenamer
onder die lage zoldernig, waarop het haardvuur een
rossigen glans wièrp. Het was een weldadig gevoel, in
dezen vredigen dampkring te ademen. Men werd onwille
keurig versterkt in zijn vertrouwen, dat de moeilijkheden
des levens ten laatste uit den weg geruimd zouden
worden.
Maar te midden van dit rustig en vreedzaam bestaan
W©rd er gebeld, op een eigenaardige wijze. Niet luid,
maar taai aanhoudend, als van ienmnd die er zeker vau
wil zijn te worden gehoord. Dit was ook zoo. De oud©
Kassier jging rèchtop in zijn boekje zitten, alsof hij
zichzelf flink wilde houden.
En Helga, die juist bij de canapé was komen Btaan
om haar meesterstukjes te laten zien, namelijk eenige
kunstig gevouwen servetten met hazenooren en
zwanehalzen, legde deze voorzichtig op tafel en ver
dween toen in ae keuken, de deur stijf dicht trekkend,
alsof zij niet van plan was vooreerst in de kamer
terug te komen.'
Maar in hare plaats trad ©en man binnen.
Hij was kort en breed, van middelbaren leeftijd, het
gladde gelaat door dunne, blonde'bakkebaardjes omgeven
en verlevendigd door een paar lichtblauwe, onderzoeken
de pogen. Hij zeide Rosengren kameraadschappelijk
goeden dag en werd aan Klaas voorgesteld.
Dit was nu mijnheer Dorf, over wien oude Kris
zoo luid de loftrompet geblazen had. Maar mét hem
drong tegelijk een andere stemming in den kleinen
kring door.
Hij begon zoo druk te praten over het onaangename,
gure weer, dat men meende de koude uit zijn besneeuw
de kleederen te voelen overtrekken, toen hy bij het
vuur ziine blauwpaarsche handen stond te warmen.
„Zouden we 't niet wat warmer Kunnen krygen?"
vroeg hij.
„My dunkt dat de haard wel dicht kon, dan brandt
't vuur beter."
„Ja," Rosengren dacht "het wel; en de nieuw aan-
vanaf de Akropolis heen te zien, over het verre Grie
kenland en de zee!
Als we nu staan op den heuveltop ©n d© zon heen-
glijdt over dit sublieme slagiveld, als w© voor 't eerst
Grieksche kunst zien onder Girieksch© hemel, dan
wordt he<t ons geopenbaard, dat alles wat kunst
historici, kopieën in musea en afbeeldingen vertel
len, ons een bitter slecht begrip geven van 't ideaal,
dat de zonen van Hellas in hun kunst nastreefden.
Wat de beeldhouwer hier schiep, dat zag hij in
deze zilverlichte natuur. Het was z ij n droom en die
van den bouwmeester, dat het marmer zich aan zou
sluiten bij de doorschijnende kleur der bergen en
versmelten met het zachtwitte licht, dat in Grieken
land, bovenal in Attika als in geen ander land, alles
omsluiert
Heel deze wereld van beelden, van planten en bla
ren begonnen te kleuren en te ademen in het licht
van de dalende zon en als we de Akropolis afda
len begrijpen wij beter de kunst van diiit vr-n 't volle
leven genietende volk der oud© Grieken. OS. F.
Stierengevechten,
iZooals in ons land d© voetbalwedstrijden duizenden
en nog eens duizenden bezoeker trekken, zoo is het
uitgaand publiek in Spanje verzot op stierengevech
ten. Mag men een volk bêoordeelen naar zijn sport
genoegens, dan valt dat oordeel niet gunstig uit voor
de Spanjaarden, want p# ©r©n£*v©ch ten föjn
bloedig.
Stel u voor ©en arena, een ronde open plek, met
daar omheen de ?itplaat3en der toeschouwers, am,-
phitheatergewljs oploopend. In de arena een man met
een rooden doek en aan den kant in de houten om
heining een deux, waarachter een woedende stier in
een hok. De deur wordt geopend en de stier komt
dn t licht.
Nu begint het spel. Op alle manieren wordt het
beest geplaagd. De man, de matador, zwaait zijn doek
om de aandacht van den stier te trekken. Het beest
wordt daardoor steeds woester, want een rooden lap
vindt bet onuitstaanbaar. Het stuift op den matador
too, om hem op de horens te nemen. Maar deze weet
door handig manoeuvreeren aan den gevaarlijken
stoot te ontkomen, en zwaait maar steeds met den
rooden doek, om het dolle beest zoo mogelijk nog
doller te maken.
Ais zoo de spanning van de toeschouwers op het
hoogst is, volgt de eindstrijd. De matador zal den
stier dooden met zijn ponjaard, een vlijmscherpen
dolk, of de stier zal den matador op de horens ne
men en hem verpletteren.
Een dergelijke bloedige sport, trekt tienduizenden
toeschouwers en de matador, die de meeste onver
schrokkenheid 'toont, is de lieveling van 'tl publiek, en
wordt dn 't geheel© land hoog vereerd.
Zoo is verleden jaar een der beroemdste Spaansche
matador's bij ©en stierengevecht of korrdda gedood.
Zijn naam' was Joselito, bijgenaamd „haantje", naar
zijn broer, di© don bijnaam van „de haan" droeg en
eveneons een bekend matador was. Hij had dien dag
reeds vijf stieren den genadestoot gegeven, toen ©en
zesde langs den rooden doek heen stormde, hem ep
de horens nam en hem den buik openreet.
Joselito was pas 25 jaar oud en had gedurende zijn
achtjarigen loopbaan als stierenvechter reeds 1430
stieren gedood, waaruit wij met onze zachtmoediger
begrippen bijna zouden willen concludeeren, dat het
ook billijk genoemd mag worden, dat eindelijk een
der stomme dieren zijn lotgenooten heeft gewroken.
'Matador schijnt wel ©en winstgevend beroep (te zijn.
Joselito altlhans liet een fortuin na van ongeveer 4
millioen gulden.
De dood van den gevallen Matador wekte in bet
heele land groote sensatie, zijn vereerders betuigden
hun deelneming, wat bleek uit duizenden telegram
men en honderden kranten.
In Japan, bij Kaap .Shima, dat woonplaats der nym-
phen beteekent, ligt een klein dorpje, waar de eman
cipatie gevorderd is.
De mannen doen er het huiswerk. De voornaamste
bron van inkomsten is er paarlenvisschen. En dat
doen de vrouwen.
Dertien,
Dertien wordt vaak het ongeluksgetal genoemd. En
er zijn menschen, die bijvoorbeeld niet graag met der
tien personen aan tafel izitten. Ze zullen 't dan liever
zoo schikken, door nog een gast uit te noodigen, dat
ze met hun veertienen dineeren.
(Maar bij d© oud© iMexikanen in Noord-Amerika en
de oude 'bewoners van Jucatan was dertien het ge
luksgetal. Hun week had 13 dagen en zij haddpn 13
slangengoden. Wat zou zoo'n oude Mexikaan zich ge
lukkig hebben gevoeld, als hij in de schoenen had ge
staan van een mijnheer, die voor eenige jaren tot
hoofd een er school werd benoemd.
Die mijnheer heette Dertien, en werd door den ge
meenteraad van AmbtrHardenberg (in Overljsel), die
uit 13 leden bestond, op den 13den van de maand in
het jaar '1013 met algemeene, dus 13 stemmen toife
hoofd benoemd aan de pas geopende 13de openbare
lagere school dn dde gemeente.
Uit de oude dam.
Voor een paar eeuwen terug hield men veel van
uithangborden en gevelsteenem, waarop een of ander
tafereel werd algebeeld, in den regel verband hou
dend met het dorp van den bewoner.
•Zoo was voor een luifel te SchageQ een boer ge
schilderd, schreiende bij zijn stervende koe. En daar
onder prijkte het volgende gedicht:
„In de iBedrukte Boer.
Zie hoe die arme duivel krijt,
Omdat zijn koe op sterven leyt,
Ik wed, hij wis zijn wijf wel voor de koe zou geven;
't Wijf doét maar kwaad, de koe geeft melk om van
te leven'.'
'En een Middelburgsche smid' had op zijn uithang
bord een hamer laten schilderen, on onder die af
beelding:
,^Den Hamer 't beginsel van alle wereken".
'Maar de smid had een varken gekocht, terwijl hij
niet in staat was het beestje te betalen. En. wat deed
toen de verkooper, die zijn centen niet kon krijgen?
Hij schreef onder 't rijm:
„En als de smid geld had, betaalde hij zijn verekon".
Reclame.
We worden dag in dag uit overstelpt mot reclame.
Geen groote zaak, die het er zonder stellen kan. En
ook de kleinere zaken voelen zich steeds moer go-
noopt de aandacht van ihet koopendi publiek te 'trek
ken. Duizenden, ja millioenen guldens worden er jaar-
lijiks aan reclame uitgegeven. In de Vereonlgde Sta
ten van Noord-Amerika bijvoorbeeld wordt per Jaar
50 millioen pond sterling uitgegeven aan adverten
ties in dagbladen en 70 millioen pond sterling per
jaar aan advertenties in tijdschriften en weekbladen.
Vooral de Amerikaansche zakenman is sterk in het
uitdenken van pakkende rclame. Hij is er steeds op
uit nieuwe manieren uit te denken om zijn koop-
Met een onwillekeurige beweging van tegenzin, wendde
Klaas zich af. De geheel© verschijning van dezen man
had hier, meende nij? gewerkt als ae hand die den
slinger van de klok tegenhoudt. De ademhaling der
levenlooze voorwerpen hoorde hij ai niet meer. De
warme, bezielende kleur was, voor zijn oog, ér ook af.
Scherp, als enkele tonen zonder 'begeleiding, klonken
Klaas de stemmen der aanwezigen in de ooren, en
de schaduwbeelden kwamen kaal en hoekig uit tegen het
grijze schemerdonker.
Een geheel andere indrukt scheen evenwei op de
anderen teweeggebrach, een indruk van rust kalmte,
vriendelykheid.
Toen Krise binnenkwam met het blad, voorzien van
de gebruikelijke, den eetlust opwekkende kleinigheden»
als radijs, ansjovis, kaas, enz., maakte de pos aan
gekomen gast enkele opmerkingen over hetgeen er
nog op tafel ontbrak, en wees hij op hetgeen vooral
niet vergeten mocht jyorden. Kris zag dankbaar tol
hem op, als tot een meerdere, gehoorzaamde zyne
minste wenken en vroeg fluisterend om raad.
Hij was blijkbaar op do boogte van alle huiselijke
aangelegenheden. Aan tafel wist hij precies te zeggen
wat JRosengren wél cn wat hij niet 'mocht eten. Daar
hij zoowat als gastheer fungeerde, roemde hy sommige
fijne gedeelten der gans en legde hy een paar van ae
fijnste stukjes op Helga's bord.
Dit was niet .met hare instemming. Met tene onge
duldig afwijzende beweging schoof zij haar bord terug,
zeggende dat het veel te veel was. Maartoen haar oog
toevallig op het 'èrnsigo gelaat van haar vader vietj
zette zy een gezicht als een beknord Jtind; zij haalde
het bord weder naar zich toe en liet. zich overreden,
doch zag daarbij zijdelings naar Klaas; zou Ml iets
van dit kleine voorval gemerkt hebben? En toen haar
blik den zynen ontmoette, bloosde zij, wat hem geducht
hinderde, zonder dat hij wist waarom.
Overigens was Klaas nu toch al 'in een stemming
gekomen om zich over alles boos to maken, en vooral
over hetgeen dien welmeenenden vriend van tfen huize
belrof
Hij kon niet velen, dat die man in de keuken liep om
de temperatuur op te nemen van een flesch rooden wijn,
die blijKbaar ook al aan zijne mildheid te danken was.
Het hinderde hem, dat Rosengren met bevende hand het
glas opnam en den „waarden vriend" hartelyk "bedankte
gekomene sloot de zwarte luikjes voor den rooden voor zijne goede zorgen voor Helga en yoor hem. Klaas
gloed der vlammen, zoodat het vroolijk schijnsel van j kon het ook niet uitstaan, toen die „waarde vriend"
zooeven, geheel verdwenen was.
hierop antwoordde;, met oen g'is te ledigen op hunne
vriendschap, die hij yóó hoog roemde, alsof ze de
éénige ware vriendschap in de wereld was. Maar het
meeest van alles hinderde het hem, toen de man, in
zijne bezorgdheid voor het welzijn van den gastheer,
diens woning tot het onderwerp Van zijn gesprek koos,
en er op wees hoe deze niet beantwoordde aan gegronde
eischen van gezondheid en gemakkelijkheid.
Langer dan tot 't eind van 't jaar konden ze hier
niet meer blijven.
Tegen den herfst zou hij wel eene andere woning
voor hen vinden, en hjj wist ook ai waar hfl die
zoeken zou.
H{j deed en sprak alsof hij een machtige toovenaar
was, of ©en door de Voorzienigheid tot hen gezonden be-
beschermer. In elk geval was hij een man van betec-
kenis, die de hand beschermend over zijn© uitverkorenen
hield uitgestrekt; een goede geest die wilde en kon
helpen.
Klaas zat erbij als ©en schooljongen, stom, met saam-
oenknepen lippen, alles verkropeend wat ©r in hom gistte.
Hij Jmd een gewaarwording alsof htf een klap in het
aangezicht kreeg, bij ieder woord dat die „waarde
vriend" op den hem eigen toon sprak. Hy maakte m
stilte een vergelijking tusschen dezen man, die iets kon,
en iets deed, en iets was, en hemzelf, die niets kon doen
en dte eigenlijk ook netis was
Even nadat inen van tafel was opgestaan, ging de
oud© Kassier naar zijne kamer om te rusten. Helga,
die eerst Kris te tafel had helpen afnemen, stak de lamp
op de kleine canapétafèl aan, en ging bij de heeren zitten,
om dezen gezelschap te houden.
Zij bladerde in een boek met reproducties van eenige
nieuwe platen en trachtte ©en gesprek over kunst té
beginnen. Zij redeneerde maar op goed geluk af. en vroeg
naar _do laatste stukken, die zy niet had gezien, maar
waarvan zij de beoordeelingen gelezen had. En zh deed
ook "kleine, vermakelijke verhalen uit de school, met
de kennelijke bedoeling stof voor het onderhoud te vin
den,- terwijl zij daarby steeds het woord tot Klaas richtte,
alsof zij alleen voor hem zoo haar best deed.
Maar zij keek niet dikwijls pp, want zy wist 'dat zij
dan de doordringende oogen van Dorf op haar gericht
zou voelen, ook al zag zij hém niet ban; en zqovoqI
had zjj reeds gemerkt, dat Klaas op dit onafgewend
staren gelet had. Daarom hield zjj hare oogen stijf
neergeslagen op de platen, wat haar toch niet belette
d© donkere wolk op het gelaat van Klaas waar te nemen.
Zijne vingers, waarmee hij op het tafelblad trommelde,
haar vrees aan. Zq had daarbfy de gewaar-