•l and, alen eten, eer. Ie, ije waar TWEEDE BLAD. Zal men tol overeen stemming komen? Brieven uit Rome. FEUILLETON. Van Tweeërlei Slag, eerl Van alles wat. 7» Zaterdag 8 Oclober 1921. 64ste Jaargang. No. 6903. Ten slotte heelt Lloyd Georg© toch niet vastgehou den aan het door de Valera herroepen van de twee de alinea in diens schrijven, de alinea, waarin de Valera -aegit ter conferentie te nullen komen als afge vaardigde van een onafhankelijk Ierland. Lloyd Goorge heeft verleden Donderdag een nieu wen fcrlet aan de Valera gezonden, nadat hij te vo ren alle ministers geraadpleegd had. Deze brief is er een van een nieuwe reeks. Lloyd Georg legt als het ware de vorige correspondentie in het archief, mis schien zelfs in de prullemand. Lloyd George noodigt de Valera en diens vrienden nogmaals uit ter conferentie en wel te Londen op Dinsdag 11 October. Hij wijst er op, dat hij vasthoud-t aan de conditie, dat Ierland uitmaakt, en blijft uit maken een bestanddeel van het Britsche Rijk, daar verdere correspondentie slechts verwarrend kan wer ken, doch alle Britsche ministers ©ene bespreking der bestaande geschillen beschouwen als het beste mid del om te trachten 'die geschillen uit den weg iet rui- nien, en de wijze waarop Ierland voortaan tot het Britsche werldrljk zal behooren, rekening houdende met nationaal Iersche espiratles, vast te leggen. De Valera heeft geaccepteerd en slechts even geme- i moreerd, dat de respectievelijke posities verklaard en bekend zijn, waarmede hij natuurlijk op de meest be- icheiden wijze herinnert aan zijne positie van Presi dent van de Iersahe republiek. I Lloyd George heeft de Iersche leiders echter uitge- soodigd, als de woordvoerders van degenen, die zij vertegenwoordigen, Dat is dus het katholieke Zuid- Ierlantl, niet het Protestantsche Noord-Ierlond. IDe Valora heeft .ontegenzeggelijk eene overwinning op tSir James Creig, don president van Noord-Ier land, van Ulster behaald. Ulster zal de conferentie niet bij wonen, terwijl bij de eerste conferentie met de Va lera ook Sir James uitgenoodigd was. Lloyd George heeft echter veel toegegeven, omdat hij blijkbaar groote waarde hecht aan eene conferentie met die Ieren, die do vertrouwenspersonen zijn van de groo te massa nationale Ieren. Daarom zal hij ook niet hebben willen vasthouden aan het herroepen van den gewraakten zin in de Valera's brief. Hij voelde, dat hij in de sfeer waarin de onderhandelingen thans zijn, niet een Pyrrus over winning op de Valera en zijne vrienden moest beha len, door hun prestige te vernietigen, maar beter deed te zien, met die leiding te onderhandelen, terwijl het vertrouwen der Katholieke Ieren in die leiders onge schokt is. J Een ander succes, dat de Valera te boeken heeft is, van het Hoogerhuis en Mr. F. iel Smltb, thanf Vie- count Birkenhead, Lord Chsncellor, den President van het Hoogerhuis. Lord Birkenhead behoort 'bot de commissie van mi nisters, die do Britsche Regeering ter Iersche con ferentie zal vertegenwoordigen, Zal hij verraad ple gen tgenover de Ulstermanoen? Het ie niet aan te nemen 1 Van Griffith wordt verteld, dat hij, toen men hem wees op de moeilijkheid gelegen dn den 'Onverdeeld Ierland, door bet Protestantsche Ulster, antwoordde, dat hij voor de protestanten, die in Ierland woonden, slechts twee wegen open zag, hetzij Roomsch-Ka- tholiek te worden, of Ierland te verlaten. Waar juist de Protestantsche Ieren de harde 'wer kers, de intellectueelen onder de bewoners van Ier land zijn, zou de toekomst van Ierland er ln het 2e geval niet bijzonder florissant uitzien. De Britsche gedelegeerde ministers zijn de premier Lloyd George, Lord Birkenhead, Lord Curzon, de mi nister van Buitenlandsche Zaken, Sir iHamar Green- wood, minister van Ierland en verder de ministers Shortt, Munro en Sir L. Worthington Evans. «Men vermoedt, dat van deze 7 heeren er nu twee zullon afvallen, ten einde niet meer Britten dan Ieren tor conforentie te hebben. De heeren iShortt en Munro zullen wel afvallen, daar Sir L. W. Evans als Ier sche finantieele specialiteit beschouwd wordt. Door hot aanvaarden van de laatste uitnoodJglng van Lloyd George èrkennen de Iersche gedelegeerden feitelijk reeds, dat zij niet va.sthoiuden aan eene on afhankelijke Iersche Republiek; duB aan een eou- vereinen Staat. Dat punt eenmaal van de baan, zal men het over de punten wel eens worden, alhoe wel wij ons er niet teveel spoed bij voorstellen. Doch dan komt 'Ulster. Wellicht echter zullen de Sinin Felnleiders zich den goeden raad van Generaal Smuts herinneren. Die raad was om de kwestie van een vereenigd Noord- en Zuid-Ierland niet als een eerste, doch als een laatste eisch te beschouwen, Die raad was zeer verstandig. Evenmin als de Britsche Regeering een onafhankelijk Ierland, een souvereinen staat deze aan de overzijde der Iersche Zee kan dul- het Rijk tot de straat ettl; ergewa tos oen houten loods kan men een biljet krijgen. Fen goederenwr.*sn j.s er niet aan den trein, want bagage zou onderweg ge- itoler, worden; de reizigers moeten dus hun srod in den wagon zien onder te brengen. Deze wordt dau ook voor een goed deel met de kleine roode koffers en kleurige zakken, zooals we die dn iKorfoe zagen uitgestald, volgepropt Ooit. wordt er menig huisdier meegenomen. Een dikke dame zat met ©en grooten uil in haar arm, andere reizigers hadden eon scbildr pad op hun schoot of een klagend) miauwend© kat. die de schrik was van een juffertje, die ©on kooi met parkieten tusschen de knieën geklemd1 hield. Tot het laatste ©ogenblik wordt de trein met schoenpoet sers bestormd, een paar minuten voordat deze zich in beweging zet, laten de Grieken nog even het stof van hun schoenen vegen, want in Athene kan men geen vijf minuten gaan zonder bijna gedwongen te worden, om niet alleen met een groote plameau het stof van je schoenen te laten afwaaien, maar plaats te nemen in een der vorstelijke vergulde zetels, die met purper fluweel bekleed zijn en op de pleinen en in lokaaltjes aan de straat in rijen staan, zolden zijn ze leeg, want het schijnt wol, dat het voor een Athe- ner levensvoorwaarde is, altijd met blinkende schoe nen door de zanderige straten to gaan. Deze huma- nie begint al in don trein, die ons naar de hoofdstad brengen zal. Als 't fluitje gaat, springen do jongens met hun kistjes vegers en borstels de treden af, de deuren worden diohtgeflapt en heel, heel langzaam sukkelen we naar Athene. Het is al donker als we er aankomen. In Rome staan do (thermen van Diocletia- nus voor je, als je uit het station komt, links en rechts zie je daar oude kerktorens, een paar pilaren, een boog; hier niets van dat alles. Een morsig ram melend rijtuig, een van de weinige die aan 't sta tion te vinden zijn, brengt ons langs de stoffigen, armoedigen landweg naar de stad, slechts hier en daar brandt een lantaarn. Maar dan rijden we in eens een lichte breede straat in en ontwaren met wee gevoel, van teleurstelling, dat we toch nog echt in Europa izijn, want van alle kanten dringen izicü Ci nema-P athé en schreeuwerige aanplakbiljetten aan den, evenmin mag zijn haar woord breken tegenover ons op, we kennen ze van Rome, en Parijs, de sen- de trouwe onderdanen in Ulster, door toe te geven i sationeele moord is er op verbeeld ,die we ook hier aan den Sinn Fein-eisch van éon onverdeeld Iersoh voor ons geld kunnen zien. Ja, het moderne Athene gewest. I probeert gelijken tred met de hoofdsteden der groote Wanneer eenmaal de Iersche quaestie, zooals die cultuurlanden (te houden; althans de besmettelijke thans bestaat, bevredigend opgelost wordt, dan zal invasie der cinema-verschrikkingen zou ons dit in bij wijs staatsmanschap der 'Zuid-Ieren het in vredes den avond werkelijk een moment laten gelooven; tijd zioo lieflijke eiland 'Erin tot welvaart en bloei maar, geen nood, me tde ontwikkeling, van Athene en heel Griekenland heeft het nog don tijd! We komen hongerig in het hotel aan; geen eerste rangs kozen we uit, om zoo mogelijk buiten de toe- Wanneer datzelfde staatsbeleid ook politiek ver trouwen afdwingt, van het nijvere, 'protestantsche Noord-der land, van de zes protestantsche graafschap pen, welke Ulster vormen dan zal vanzelf een ver langen naar meer eenheid vaardig worden over de Orangisten van Ulster en daardoor op- vriendschap pelijke wijze bereikt kunnen worden, hetgeen nim mer door dwang kan geschieden, ©en onverdeeld ler- blifkbaar ^an^> een Ierland, waarin Roomschen en Protestan ten zullen nalaten te zoeken naar wat hen verdeelt, risten-wereld ©n onder Grieken te blijven. Dit gelukt ons dan ook en de spijskaart is absoluut Grleksch. Lamsvleesch en nog eens lamsvleesch en ©en serie we8ö, zoutelooze gerechten, wit. en kleurloos, zooals d© lange zandigle wegen en het bestoven dorre gras. De Grieken zijn ©en heel sober volk, zure melk en een homp brood ©ten ze hier met voorliefde.... Gis teren waren we nog in Korloe, daar vertelde die oude voor hun Ierland. Toch zullen de gedelegeerden, eenmaal om de roode tafel gezeten, onwillekeurig die zes condities als de punten der agenda .hebben te beschouwen en te be- Do gedelegeerden voor Ierland zijn: Mr. Arthur Griffith, minister van buitenlandsche zaken der Ier sche republiek, Mr. Mlchoel Collina, minister van fl- doch zullen streven naar het opsporen van hetgeen man met zoo'n vuur, van Odysseus en zijn ontvangst hen vereenigt. Wat hen vereenigen kan is d© liefde bij de ouders van Nausikaa.. De ossen werden geslacht - - - de wijn stroomde, de goddelijke avonturier strekte zich op het purper uit.... en we willen geen lams vleesch meer zien, noch ons met zure melk voeden; liever gaan we slapen en draomen van Odysseus en zijn kleurige feestmalen, om dan den volgenden dag met een blijde zon de Akropolis te bestijgen. Het was een lichtstralende, stille tZomdag geweest en geen toeristen bewogen zich meer op .den witten, eenzamen weg, die zich tusschen aloës en olijven naar boven windt. Links ligt de areopagus, d© rots waarop in de oudheid recht werd gesproken. Pallas Athene bracht hier de edelste grijsaards der stad) te zamen om te oordeelen over de schuld van Orestes. Ajpollo pleitte voor zijn gunsteling en wierp een blan- Van Ktirttie naar Athena Toen we gereed waren, om den terugreis te aan vaarden, zei mijn reisgenoot: „Kom, laat ons, nu we eenmaal zoo'n eind op weg zijn, liever de toot naa» to titoTeS uit Patrua als naar Brtodlsl naman, w« «tóten al gauw «nTtoUrnkfeM^SieeM^^ weer veer maanden to Rome rnst, mar Ath^ ne zuilen we anders vooreerst niet komen". Ik be zweek voor de verzoeking die wezenlijk heel groot ké steen in de urn.... Maar we gaan sneller,, want was. en zoo lieten we de boot voor Italië wegvaren daar verrijst het Parthenon voor ons en we verlangen en scheepten ons 's avonds in voor Griekenland. Onder zware onweersbuien lichtten we het anker. Laag vlogen de meeuwen over ©en zee van donker indigo, de citadel van Korloe, was door wolken be let toe- wagen, sn zpo st long- TANT, [aarten, War- ng ge- chager- nantiën, Mr. R. C. Barton, minister van oeconomlsahe dekt. Op de Ionische zee hobbelen we als een kin- aangelegenheden, Mr. E. Duggan, chef van den Gen.-derklomp ovr de golven. .„Het zijn imaar vijf slechte Staf, Mr. Gavon Duffy, gezant to Rome der Iersche ^en". aegt de kapitein troostend, want als we de republiek en Mr. Erskime ChilderB, secretaris. mn I*ulkas zijn omgevaren, zal -onze ellende ge ile Valera zelf schijnt niet te komen, de heer Grif- naaar ach, wat vallen die1 uren lang! fith zal prestdoitó der Iersche delegatie zijn. i Eindelijk zljm we de steile ikjip voohbij van welke Griffith wordt beschouwd als een der gematigde dichteres Sappho en vele anderen zich neerstor- Iersche leiders, maar iemand, die overigens vast zal 'om srich van hun liefdesmart te bevrijden en ook houden aan een onverdeeld Ierland, hetgeen dus zeg-1 voelen ons aanmerkelijk verlicht; w© hebben Qwil geen Zuid-Ierland met Dublin en Noord-Ier- wear wat levenslust, nu' w© de tragische (Ulster) mot Belfaat tot hoofdstad, maar éen sPita voorbij zijn gestoomd. Tusschen een groep klei- Ierland voor het goheele eiland, met Dublin als ne eilanden varen we door en zien Patras in den hoofdstad. grauwen ochtendnevel voor ons. Indien het Britsche Kabinet dit zou toegeven, zou '^e tweede stad- van Griekonland, noemt Baedeker do Regeering haar woord breken -tegenover het pro-®*>odjJ© huizon dat aan de kust ligt noergesme- testantsche Ulster, tegen dat doel van Ierland dus, ton. Voor smerige herbergen drinkt de bevolking dot verknocht, was on blijft aan het Britsche wereld- j haar wll° met harsoplossing. Een walgelijke lucht rijk en aan den koning. Dat deel van Ierland, datvan 8©smolten vet en lamsvleesch dringt uit de hul- ochtor die wapens wilde opnemen togen het Britsche Ken naar hult en blijft hangen in de vuile ongepla- Rijk, toen Minister Asquith een Home Bul© wet hadvolde straten. ttuakatiglg gemaakt, waardoor de Protestanten van i ®en 'ffovagene wordt naar de citadel gebracht, die Ulster, de Orangisten, hun geloof en welvaart zagen I boven de stad ligt: zijn handen zijn door een koord gevaar loopon, doordat die wert boteekonde, dat ui- °P d°n ru8 saamgebonden, het einde wordt door een ster onder Zuid-Ierland^zou komen, daar Zuid-Ierland 1 ©otóaat vastgehouden, di© den schuldige voor zich het Katholieke deel, door groote meerderheid van be-uitdrijft als een stuk vee. ,D© post naar Europa ver- volklng de protestantsche minderheid zou overvleu-1 trekt vanavond", zegt de hotelier. Ja we zien wel dat gelen. Toen waren de leiders van het verzet van UI- we niet meer in 'Europa zljnl •ter, Sir Edward Carson, thans Lord Carson on 11x1 trein voor Athene houdt in de tweed© stad van 21. ROMAN VAN ANNA WAHLENBERG. Het was, op zichzelf beschouwd, recht vermakelijk op zulk een toon dringend te worden verzocht geen weige rend antwoord te geven op iets, dat men ijuist gaarne wenschte. Hii had volstrekt geen lust om weg tp loopen. Hij zat hier best, en die eenvoudige huiskamer had hem nooit zoo gezellig toegeschenen als nu. Voorheen was die omgeving, in zijne oogen. wat somber en poover, maar thans kreeg hii er werkelijk een prettigen, aangenamen indruk van. Alles zag er zoo licht en vroolijk uit; en toen hij, na met een buiging dankend de uitnoodiging te hebben aangenomen, zijne plaats naast den ouden heer innam, werd die indruk nog meer versterkt. De verkleur de gordijnen, de oude stoelen, de uitgeschuurde vloer, met de vele naden en oneffenheden, de glimmende kope- jon kandelabres vol deuken dit alles sprak vandaag in een nieuwe taal tot hem; het sprak van net- nn reinheid; Jiet sprak van de ontelbare zorgen en ervaringen, welke aan deze levenlooze dingen waarde geven voor urine eigenaars, en hen tot vrienden en oude. getrouwe dienaren maken. Ook 'de oude man, die daar naast hem zat, had een groote verandering rajj er paetzij door den gloed 'van het haardvuur. Maar de kleur had 't meest van die der gezondheid. Hij strekte zich «oo echt welbehagelijk in zijn warm, zacht hoekje, en babbelde zoo op- f^ekt en vroolijik als alleen menschen doen, me 4 i?°kt naar hun hebben. Telkens wanneer Helga jn de buurt kwam, gleed er een glans van genoegen Jv6r zijne trekken. Dit gebeurde vaas, want de bezigheid ™n het tafeldekken gaf haar gedurig aanleiding om tus- jenen het buffet en de tafel, tusschen keuken en kamer, f weer te loopen; maar altijd werd daarbij even- vr n? k°°fcl naar de heeren gewend, en met 'een enkel °7u i Woorciie deelgenomen aan het levendig gesprek. Iav i wam 011 a's een frissci16 wind. Er spraken j 2.«n?ust en vroolijkheid uit die vlugge bewegingen k Wifr 7 buigzame figuurtje. f ?u «J wei zoo blijgeestig gestemd kunnenzijn, zouden hare oogen wel zoo vroolijk kunnen schitteren, BAARil :g, BAAHlI f, Annl rwaard. als pijn on ziekte dagelijks hier gasten waren en de dood om den hoek van de deur stond te loeren? Daarvan zou zij dan toch wel iets moeten merken? Nu zij zoo vroolijk was, kon men onmogelijk aan de nabijheid dier schauduwen gelooven; het moest dan toch wel waar zijn, wat de oude man gezegd had, dat belt gevaar was geweken. Het werd hoe langer hoegezelliger en aangenamer onder die lage zoldernig, waarop het haardvuur een rossigen glans wièrp. Het was een weldadig gevoel, in dezen vredigen dampkring te ademen. Men werd onwille keurig versterkt in zijn vertrouwen, dat de moeilijkheden des levens ten laatste uit den weg geruimd zouden worden. Maar te midden van dit rustig en vreedzaam bestaan W©rd er gebeld, op een eigenaardige wijze. Niet luid, maar taai aanhoudend, als van ienmnd die er zeker vau wil zijn te worden gehoord. Dit was ook zoo. De oud© Kassier jging rèchtop in zijn boekje zitten, alsof hij zichzelf flink wilde houden. En Helga, die juist bij de canapé was komen Btaan om haar meesterstukjes te laten zien, namelijk eenige kunstig gevouwen servetten met hazenooren en zwanehalzen, legde deze voorzichtig op tafel en ver dween toen in ae keuken, de deur stijf dicht trekkend, alsof zij niet van plan was vooreerst in de kamer terug te komen.' Maar in hare plaats trad ©en man binnen. Hij was kort en breed, van middelbaren leeftijd, het gladde gelaat door dunne, blonde'bakkebaardjes omgeven en verlevendigd door een paar lichtblauwe, onderzoeken de pogen. Hij zeide Rosengren kameraadschappelijk goeden dag en werd aan Klaas voorgesteld. Dit was nu mijnheer Dorf, over wien oude Kris zoo luid de loftrompet geblazen had. Maar mét hem drong tegelijk een andere stemming in den kleinen kring door. Hij begon zoo druk te praten over het onaangename, gure weer, dat men meende de koude uit zijn besneeuw de kleederen te voelen overtrekken, toen hy bij het vuur ziine blauwpaarsche handen stond te warmen. „Zouden we 't niet wat warmer Kunnen krygen?" vroeg hij. „My dunkt dat de haard wel dicht kon, dan brandt 't vuur beter." „Ja," Rosengren dacht "het wel; en de nieuw aan- vanaf de Akropolis heen te zien, over het verre Grie kenland en de zee! Als we nu staan op den heuveltop ©n d© zon heen- glijdt over dit sublieme slagiveld, als w© voor 't eerst Grieksche kunst zien onder Girieksch© hemel, dan wordt he<t ons geopenbaard, dat alles wat kunst historici, kopieën in musea en afbeeldingen vertel len, ons een bitter slecht begrip geven van 't ideaal, dat de zonen van Hellas in hun kunst nastreefden. Wat de beeldhouwer hier schiep, dat zag hij in deze zilverlichte natuur. Het was z ij n droom en die van den bouwmeester, dat het marmer zich aan zou sluiten bij de doorschijnende kleur der bergen en versmelten met het zachtwitte licht, dat in Grieken land, bovenal in Attika als in geen ander land, alles omsluiert Heel deze wereld van beelden, van planten en bla ren begonnen te kleuren en te ademen in het licht van de dalende zon en als we de Akropolis afda len begrijpen wij beter de kunst van diiit vr-n 't volle leven genietende volk der oud© Grieken. OS. F. Stierengevechten, iZooals in ons land d© voetbalwedstrijden duizenden en nog eens duizenden bezoeker trekken, zoo is het uitgaand publiek in Spanje verzot op stierengevech ten. Mag men een volk bêoordeelen naar zijn sport genoegens, dan valt dat oordeel niet gunstig uit voor de Spanjaarden, want p# ©r©n£*v©ch ten föjn bloedig. Stel u voor ©en arena, een ronde open plek, met daar omheen de ?itplaat3en der toeschouwers, am,- phitheatergewljs oploopend. In de arena een man met een rooden doek en aan den kant in de houten om heining een deux, waarachter een woedende stier in een hok. De deur wordt geopend en de stier komt dn t licht. Nu begint het spel. Op alle manieren wordt het beest geplaagd. De man, de matador, zwaait zijn doek om de aandacht van den stier te trekken. Het beest wordt daardoor steeds woester, want een rooden lap vindt bet onuitstaanbaar. Het stuift op den matador too, om hem op de horens te nemen. Maar deze weet door handig manoeuvreeren aan den gevaarlijken stoot te ontkomen, en zwaait maar steeds met den rooden doek, om het dolle beest zoo mogelijk nog doller te maken. Ais zoo de spanning van de toeschouwers op het hoogst is, volgt de eindstrijd. De matador zal den stier dooden met zijn ponjaard, een vlijmscherpen dolk, of de stier zal den matador op de horens ne men en hem verpletteren. Een dergelijke bloedige sport, trekt tienduizenden toeschouwers en de matador, die de meeste onver schrokkenheid 'toont, is de lieveling van 'tl publiek, en wordt dn 't geheel© land hoog vereerd. Zoo is verleden jaar een der beroemdste Spaansche matador's bij ©en stierengevecht of korrdda gedood. Zijn naam' was Joselito, bijgenaamd „haantje", naar zijn broer, di© don bijnaam van „de haan" droeg en eveneons een bekend matador was. Hij had dien dag reeds vijf stieren den genadestoot gegeven, toen ©en zesde langs den rooden doek heen stormde, hem ep de horens nam en hem den buik openreet. Joselito was pas 25 jaar oud en had gedurende zijn achtjarigen loopbaan als stierenvechter reeds 1430 stieren gedood, waaruit wij met onze zachtmoediger begrippen bijna zouden willen concludeeren, dat het ook billijk genoemd mag worden, dat eindelijk een der stomme dieren zijn lotgenooten heeft gewroken. 'Matador schijnt wel ©en winstgevend beroep (te zijn. Joselito altlhans liet een fortuin na van ongeveer 4 millioen gulden. De dood van den gevallen Matador wekte in bet heele land groote sensatie, zijn vereerders betuigden hun deelneming, wat bleek uit duizenden telegram men en honderden kranten. In Japan, bij Kaap .Shima, dat woonplaats der nym- phen beteekent, ligt een klein dorpje, waar de eman cipatie gevorderd is. De mannen doen er het huiswerk. De voornaamste bron van inkomsten is er paarlenvisschen. En dat doen de vrouwen. Dertien, Dertien wordt vaak het ongeluksgetal genoemd. En er zijn menschen, die bijvoorbeeld niet graag met der tien personen aan tafel izitten. Ze zullen 't dan liever zoo schikken, door nog een gast uit te noodigen, dat ze met hun veertienen dineeren. (Maar bij d© oud© iMexikanen in Noord-Amerika en de oude 'bewoners van Jucatan was dertien het ge luksgetal. Hun week had 13 dagen en zij haddpn 13 slangengoden. Wat zou zoo'n oude Mexikaan zich ge lukkig hebben gevoeld, als hij in de schoenen had ge staan van een mijnheer, die voor eenige jaren tot hoofd een er school werd benoemd. Die mijnheer heette Dertien, en werd door den ge meenteraad van AmbtrHardenberg (in Overljsel), die uit 13 leden bestond, op den 13den van de maand in het jaar '1013 met algemeene, dus 13 stemmen toife hoofd benoemd aan de pas geopende 13de openbare lagere school dn dde gemeente. Uit de oude dam. Voor een paar eeuwen terug hield men veel van uithangborden en gevelsteenem, waarop een of ander tafereel werd algebeeld, in den regel verband hou dend met het dorp van den bewoner. •Zoo was voor een luifel te SchageQ een boer ge schilderd, schreiende bij zijn stervende koe. En daar onder prijkte het volgende gedicht: „In de iBedrukte Boer. Zie hoe die arme duivel krijt, Omdat zijn koe op sterven leyt, Ik wed, hij wis zijn wijf wel voor de koe zou geven; 't Wijf doét maar kwaad, de koe geeft melk om van te leven'.' 'En een Middelburgsche smid' had op zijn uithang bord een hamer laten schilderen, on onder die af beelding: ,^Den Hamer 't beginsel van alle wereken". 'Maar de smid had een varken gekocht, terwijl hij niet in staat was het beestje te betalen. En. wat deed toen de verkooper, die zijn centen niet kon krijgen? Hij schreef onder 't rijm: „En als de smid geld had, betaalde hij zijn verekon". Reclame. We worden dag in dag uit overstelpt mot reclame. Geen groote zaak, die het er zonder stellen kan. En ook de kleinere zaken voelen zich steeds moer go- noopt de aandacht van ihet koopendi publiek te 'trek ken. Duizenden, ja millioenen guldens worden er jaar- lijiks aan reclame uitgegeven. In de Vereonlgde Sta ten van Noord-Amerika bijvoorbeeld wordt per Jaar 50 millioen pond sterling uitgegeven aan adverten ties in dagbladen en 70 millioen pond sterling per jaar aan advertenties in tijdschriften en weekbladen. Vooral de Amerikaansche zakenman is sterk in het uitdenken van pakkende rclame. Hij is er steeds op uit nieuwe manieren uit te denken om zijn koop- Met een onwillekeurige beweging van tegenzin, wendde Klaas zich af. De geheel© verschijning van dezen man had hier, meende nij? gewerkt als ae hand die den slinger van de klok tegenhoudt. De ademhaling der levenlooze voorwerpen hoorde hij ai niet meer. De warme, bezielende kleur was, voor zijn oog, ér ook af. Scherp, als enkele tonen zonder 'begeleiding, klonken Klaas de stemmen der aanwezigen in de ooren, en de schaduwbeelden kwamen kaal en hoekig uit tegen het grijze schemerdonker. Een geheel andere indrukt scheen evenwei op de anderen teweeggebrach, een indruk van rust kalmte, vriendelykheid. Toen Krise binnenkwam met het blad, voorzien van de gebruikelijke, den eetlust opwekkende kleinigheden» als radijs, ansjovis, kaas, enz., maakte de pos aan gekomen gast enkele opmerkingen over hetgeen er nog op tafel ontbrak, en wees hij op hetgeen vooral niet vergeten mocht jyorden. Kris zag dankbaar tol hem op, als tot een meerdere, gehoorzaamde zyne minste wenken en vroeg fluisterend om raad. Hij was blijkbaar op do boogte van alle huiselijke aangelegenheden. Aan tafel wist hij precies te zeggen wat JRosengren wél cn wat hij niet 'mocht eten. Daar hij zoowat als gastheer fungeerde, roemde hy sommige fijne gedeelten der gans en legde hy een paar van ae fijnste stukjes op Helga's bord. Dit was niet .met hare instemming. Met tene onge duldig afwijzende beweging schoof zij haar bord terug, zeggende dat het veel te veel was. Maartoen haar oog toevallig op het 'èrnsigo gelaat van haar vader vietj zette zy een gezicht als een beknord Jtind; zij haalde het bord weder naar zich toe en liet. zich overreden, doch zag daarbij zijdelings naar Klaas; zou Ml iets van dit kleine voorval gemerkt hebben? En toen haar blik den zynen ontmoette, bloosde zij, wat hem geducht hinderde, zonder dat hij wist waarom. Overigens was Klaas nu toch al 'in een stemming gekomen om zich over alles boos to maken, en vooral over hetgeen dien welmeenenden vriend van tfen huize belrof Hij kon niet velen, dat die man in de keuken liep om de temperatuur op te nemen van een flesch rooden wijn, die blijKbaar ook al aan zijne mildheid te danken was. Het hinderde hem, dat Rosengren met bevende hand het glas opnam en den „waarden vriend" hartelyk "bedankte gekomene sloot de zwarte luikjes voor den rooden voor zijne goede zorgen voor Helga en yoor hem. Klaas gloed der vlammen, zoodat het vroolijk schijnsel van j kon het ook niet uitstaan, toen die „waarde vriend" zooeven, geheel verdwenen was. hierop antwoordde;, met oen g'is te ledigen op hunne vriendschap, die hij yóó hoog roemde, alsof ze de éénige ware vriendschap in de wereld was. Maar het meeest van alles hinderde het hem, toen de man, in zijne bezorgdheid voor het welzijn van den gastheer, diens woning tot het onderwerp Van zijn gesprek koos, en er op wees hoe deze niet beantwoordde aan gegronde eischen van gezondheid en gemakkelijkheid. Langer dan tot 't eind van 't jaar konden ze hier niet meer blijven. Tegen den herfst zou hij wel eene andere woning voor hen vinden, en hjj wist ook ai waar hfl die zoeken zou. H{j deed en sprak alsof hij een machtige toovenaar was, of ©en door de Voorzienigheid tot hen gezonden be- beschermer. In elk geval was hij een man van betec- kenis, die de hand beschermend over zijn© uitverkorenen hield uitgestrekt; een goede geest die wilde en kon helpen. Klaas zat erbij als ©en schooljongen, stom, met saam- oenknepen lippen, alles verkropeend wat ©r in hom gistte. Hij Jmd een gewaarwording alsof htf een klap in het aangezicht kreeg, bij ieder woord dat die „waarde vriend" op den hem eigen toon sprak. Hy maakte m stilte een vergelijking tusschen dezen man, die iets kon, en iets deed, en iets was, en hemzelf, die niets kon doen en dte eigenlijk ook netis was Even nadat inen van tafel was opgestaan, ging de oud© Kassier naar zijne kamer om te rusten. Helga, die eerst Kris te tafel had helpen afnemen, stak de lamp op de kleine canapétafèl aan, en ging bij de heeren zitten, om dezen gezelschap te houden. Zij bladerde in een boek met reproducties van eenige nieuwe platen en trachtte ©en gesprek over kunst té beginnen. Zij redeneerde maar op goed geluk af. en vroeg naar _do laatste stukken, die zy niet had gezien, maar waarvan zij de beoordeelingen gelezen had. En zh deed ook "kleine, vermakelijke verhalen uit de school, met de kennelijke bedoeling stof voor het onderhoud te vin den,- terwijl zij daarby steeds het woord tot Klaas richtte, alsof zij alleen voor hem zoo haar best deed. Maar zij keek niet dikwijls pp, want zy wist 'dat zij dan de doordringende oogen van Dorf op haar gericht zou voelen, ook al zag zij hém niet ban; en zqovoqI had zjj reeds gemerkt, dat Klaas op dit onafgewend staren gelet had. Daarom hield zjj hare oogen stijf neergeslagen op de platen, wat haar toch niet belette d© donkere wolk op het gelaat van Klaas waar te nemen. Zijne vingers, waarmee hij op het tafelblad trommelde, haar vrees aan. Zq had daarbfy de gewaar-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1921 | | pagina 5