„De Gelaarsde Kaf".
LOS en VAST.
Even ïaehen.
En ziehier een proefje van het mooie Ne
derlandse h:
Het hoogste punt der lituigieschen veest-
viering der roomschen Kerk gedurende een
kerkelijk jaar maakt het Halleluja van
de opriizing_ van Paaschen: het bekroont
den offerdood, van den, voor de verlossing
mensch geworden zijnde zoon van God;
zijn juiche de begrip von alle vreugde aan
degecne de mensch en de natuur deel ne
men; het verheft zich boven de aarde, het
openbaart de overwinning van het aard-
sches het opent den hemel van de zaligen
en laat de heerlikheid van God in al haren
luister prijken. Deze juichende vreugde
vond hare volle uitdrukking in den litur-
gieschen heen en weer fa-raden zang. Hij
werdt van de geloovigen zoo van harte
en onmiddelbar gevoelt; dat het juichende
woord van den geestelijken zich hun van
zelf op de lippen drong; de wisselnde zang
van de vreugde van Paaschen herhaalde
het juichende echo; de heel.» gemeente zong
het verlossende Halleluja; het was hun
machtig, gemeenzaam beleven
—De 1883 in Oberammergau overleden
zijnde geestelijke raad Jos. Daisenberger
heef uit de verschillende oude voorbeelden
eene ten einde voorende vorm van text
geschapen die men in ieder opzicht als (fc,n
heelgoed geraakt werkt kan betekenen.
Kluizenaars, ook Eremieten of Anachoreten
noemd, zijn er ten allen tijde geweest Reeds
de eerste eeuwen van het Christendom trok
ken sommigen zich uit de wereld terug om
in de eenzaamheid «ach aan Godsdienstige over
peinzingen over te geven, om daardoor -mm de
conde te ontkomen.
In de eenzaamheid der woestijnen, in spa-
Jonken Qjn in het diepste van de bosschen leef
den zij onder de grootste ontbering, in zelfver
loochening en zelfkastijding hun heil zoekend.
Somma gen vormden een kring van gelijk
gezinden, die samen gingen wonen in één ge
bouw, en naar bepaalde regels hun leven in
richtten. Omstreeks 't jaar 340 werd door Pa-
chomius zulk. een gemec.nechappehjk leven in
gevoerd; hij stichtte op een eilandjje in den
Nijl een gebouw, waar hij met zijn volgelingen
ging wonen. Ddt was de voorloop» vaa to>
tere kloosterorde.
Vele klufeenaars vervielen tot allerlei exces
sen en gaven zich over aan de grootste dwee-
perij. Er waren er, die In een graf gingen wo
nen, anderen, die zich levenslang in een enge
kluis opsloten, voor iedereen onzichtbaar. Som
migen voedden zich alleen met wortelen en
kruiden, die zij op het land en crp de hergen
zochten, en welke steeds rauw werden gegeten.
Vooral" ook zijn de stijl ie ten of pilaarheilige bc-
Het bekende sprookje vrij voor het Jdnder-
toomeel bewerkt door Leonard -Roggeveen.
i(0pvoeringsrochiten voorbehouden.)
EERSTE BEDRIJF,
(We sijn in de kamer van den molenaar. Hij
ligt op bed. Zijn drie zoons Willem, Peter en
Martin staan bij hem.)
De oude ro olena&r: Sn nu, mijn beste jon
gen», nu ik voel, dat' Ik niet lang moer zal
•leven, nu wou ik jullie &og eens alle drie
bij mijn bed hebben. Jij, Willem, jij bent de
oudste. Zorg bj goed voor Martin en Peter!
Poter is nog zoo Jong, oog maar 18 jaar. Hij
heeft nog *1007603 zorg en leiding noodig.
(Peter begint te snikken.)
De oude molenaar: Huil niet, xnfjn jon
gen Je "tent nog jeng! Je kunt neg xoovenl
geluk i je leven hebben. Kom, kom, niet
huilenVeel kan ik jullie ciet nalaten!
En geld in H geheel aietl Alteen mijn molen,
mijn ezel en iHana, de kater. Werken jullie
voortaan gelukkig met elkaar, gelukkig en
tevreden©af? inijn jongensmijn beste
Joegen».... (hij aterifc)
(Willem en Martin gr.an ïir.ar den anderen
kant ven de kamer. Peter blijft bij het doods
bed van zijn Vader.).
Willem (zacht tot Martin): De molen, de pzel
en do kat. Als jij era den «se! neemt, en 'k
den molen....
Marti in: Ja. maar....
Willem: Neen. val me nu.niet £c de rede! Ik
ben de oudste, dus ik neem natuurlijk den
molen.
Martin: Goed, maar ik....
Willem: Neen, val me nou weer niet in de
rede! Luister dan toch vens even. Wij werken
kend geworden, die dag en nacht op een hoo-
gen pilaar staande, hun leven doorbrachten, en
dit jaren achtereen volhielden.
Ook nu nog treft men hier en daar kluizo-
naars aam, in de Üoetiersche landen meer dan in
de Westersche.
Zelfmoord.
Ook in de dierenwereld zijn gevallen van
zelfmoord bekend. Een merkwaardig staaltje
hiervan is de zelfmoord van de slang, die zij
als is 't onbewust pleegt, wanneer zij zich te
gen haar doodsvijand, den egel verdedigen wil.
Als de egel ©en slang aanvalt, gaat hij ala
volgt te werk. Hij nadert haar zoo behoedzaam
mogelijk van achteren, dat de slang het met
merkt, slaat plotseling zijn tanden in haar
staart en rolt zich dan vlug op.
De slamg, die zich vastgegrepen voelt,, doet
een verwoeden aanval op den egel, maar ver
wondt zich tot bloedens toe aan de stekels van
haar opgerolden vijand.
Steeds meer en onder aanhoudend gesis her
haalt zij haar aanval, maar elke nieuwe aan
val berokkent haar nieuwe verwondingen,
waardoor het bloedverlies steeds grooter wordt.
Eindelijk sterft rij aan de door haar eigen
domheid opgedane verwondingen.
Dan is voor den egel het tijdstip van hande
lend optreden aangebroken. Hij ontrolt och,
gaat langs het slangenlichaam, kraakt zorgvul
dig alle beenderen en verorbert zijn prooi ten
slotte, beginnende aan het staarteinde.
Iwan.
•De Russische vorst Iwan de verschrikkelijke
lieefde in de zestiende eeuw. 'Hij had aan zijn
hof een Hollandsche geneesheer, die in de wan
deling meestal meester Jan genoemd werd.
Nu was die vorst zijn naam zegt het al
reeds een onanenfichelijke wreedaahd, die ner
gens voor terugdeinsde. Wie hem in den weg
stonden of in ongenade waren gevallen, liet hij
eenvoudig uit den weg rudimen.
Soms ging dit gemakkelijk, maar voor edelen
van hoog aanzien, waren er dikwijls groote be
zwaren aam vertoonden. Het was niot zoo een
voudig die hooggeplaatste personen ongemerkt
naar de andere wereld te helpen. En dit was
toch noodag om niet al te veel last te krijgen.
In zulke gevallen ging Iwan dan ook met de
grootste omzichtigheid te werk.
Zoo gebeurde het eens, dat een der voornaam
ste edelen van 't land, volgens Iwan, noodzake
lijk vermoord moest worden. Toevallig was die
hoveling onder geneeskundige behandeling van
meester Jan. Deze werd nu bij den vorst geroe
pen, die hem gebood ervoor te Borgen, dat de
edelman niet weer beter werd. De dokter moest
hem maar een giftdrank bereiden. Maar daar
voortaan tezamen(iZiJ spreken macht
verder.)
Peter (schuift de gordijnen van het! bed dicht,
en zegt dan:) Arme, beste goeie Vadert Wat
hield ik toch veel vam je! Wat heb jij altijd
voor ons gewerkt, en nu!
Mar tin- <tot Willem,): 0, nu begrijp ik je! Dus
hij (naar Peter wijzend) moet dan maar met
de kat tevreden zijn! Jaja, dat is wel het
bestel
Willem: MooiAis je het maar begrijpt'! Kom,
zwx gaan we even bij de buren vertellen, dat
Vader gestorven te. 't Is anders een leeftijd,
74 Jaar! Vaar we zagen hert aankomen, jon
gen.... (af.)
(Na kamt Mans, de kat, om *t hoekje van
den deur kijken. >Hij springt! op een lage stoel
Dan begint hij zich te waaschen. Peter gaat
bij do kat «itten, en streel t hem over den kop.)
Peter: Ja Hens, nu is mijn goeie Vader dood!
Hij was altijd: *oo goed voor me! Alles had
hij voor me over. Arme, arme Vadar
Hans: Miauw, pggg!
Peter: Hij baeld zoo van me, en fk van hem...
Hans: Miauw, ja!
(Peter kijkt verschrikt om zich heen.)
Hans: Ja, miauw! Peter!
(Peter loopt met een verwonderd gezicht
•naar de deur en kijkt in 't rond.)
Hans: Loop maar niet zoover, Peter, haha,
miauw!
Peter: J4j Hansl Was jij dat? (Maar Hans, kan
je dan praten?
Hans: Praten! Ja, miauw! Waarom niet?
Peter: Daar sta ók toch van te kijken! Wel,
wel!
Hans: Waarom?
Peter: Wel, een sprekende kat! Wie heeft *t
ooit geltoord
Hans: Jij «elf hebt 't gehoord!
Wordt vervolgd.
was meester Jan niet voor te vónden en hij
weigerde met de woorden: Sire, dk hen er om
zieken te genezen, maar niet om ze naar de
andore wereld te helpen.
Door deze weigering was de czaar, die nim-
mei tegenspraak duldde, zoo verbolgen, dat hij
zijn geneesheer in den kerker liet werpen.
Maar bij dieper nadenken kwam Iwan tot
andere gedachten. Hij, die altijd door vijanden
zich omringd waande, overwoog, dat een trouw
en eerlijke lijfarts ook wat waard was. Die zou
rich door anderen ook nooit laten overhalen
om hem te do oden. Daarom liet hij hem al spoe
dig weer vrij en herstelde hein in zijn eeT. Mees
ter Jan genoot voortaan het volsto vertrouwen
van den tiran, die hem nooit moer vroeg een
of ander luguber werk te verrichten.
De Trekduif.
In Noord-Amerika komt een duiYensoort voor.
bekend onder den naam van trekduif. In onge
hoord talrijke scharen, men Ireeft zwermen waar
genomen uit millioenen van die vogels bestaande,
trekken zij door het land om voedsel te zoeken.
In korten tijd kunnen zij' soms uitgestrekte graan
velden totaal vernielen, terwijl de scherpe uit-
v erpsilen d^f dieren vele planten dooden. De
broed plaatsen zijn do bosschen, waar soms -meer
dan 100 nesten in één boom worden aangetroffen.
Daar reeds jaren lang veel bosch gekapt wordt
in Noord-Amerika, verdwijnt deze fluivcnsoort
meer en meer met het verdwijnen der broed
plaatsen.
Wreedheid.
De kikvorsch heeft flink gespierde achterpooten,
die het dier in staat stellen groote sprongen te
maken en met krachtige slagen door het water
te zwemmen.
In België en vooral in Frankrijk zijn sommige
menschen erg verzot op die kjjckerbouljcs. Van
daar dat de dieren bij duizenden gevangen wor
den, in Noord-Brabant, Zeeland en Vlaanidcren
vooral. Men gaat daarbij allerwreedst te werk,. Den
levenden kikvorsch worden „de achterpooten ag-
gesneden, waarna het aldus verminkte lichaam
weer in het water wordt gegooid, in de veronder-
stellling dat de afgesneden ledematen wel weer
de van hun achterpooten beroofde dieren gaan
We eindigden verleden wede met de mededèé-
ling, dat de zaak van den Parijschen vrouwen
moordenaar Landru voor de jury te Versa illes zou
komen. De bezittingen zijn ondertusschen reeds
in vollen gang en de Fransch'e pers is er vo! van
Ook de Hollandsche laat zich met onbetuigd, zoo-
dat we weer eiken dag kolommen druks over (ten
vreemden snaak onder de oogen krijgen, van den
„honime aux dix fiancées", zooals hij in den
volksmond heet, wat beteekent: man met de tien
verloofden.
Hij 'blijft nog altijd ontkennen, dat hij gemoord
zou hebben. Wel 'zijn er een tiental vrouwen ver
dwenen, die allen met hem in aanraking zijn ge
weest kort voor haar verdwijnen. Maar da! "zegt
niets volgens Landru. Ze zijn naar een ander land
vertrokken, maar meer laat hij niei los, want dat
zou indiscreet zijn. Ook zijn de bezittingen Van de
verdwenen vrouwen voor een groot doel in zyn
woning 'aangetroffen, maar dat bewijst ook niets.
Hij was opkooper van meubelen, en sinds 1915
deed hij dit met geen andere bedoeling dan het
toen nog bezette gebied van Noord-Frurikrijk
na den oorlog weer van meubelen te voorzien. Van
ltefdcsgeschiedeni&sén wil hij niets hooren. Hij
dood zaken met die vrouwen en daarmee "uit Dat
de dames niet te vinden zijn kan hij niet helper^
ze zullen wel hun goede redenen hebben om zich
schuil te houden. Maar met die eeuwige liefdesge
schiedenissen moet men hem niet aan boord
komen. Laat men toch bedenken dat hij" reeds 5('
jaar en kaalhoofdig is.
Landru praat ©n discusseert met de grootste
hoffelijkheid, is voorkomend en beleefd, maar staat
blijkbaar vaak te ltegen- En als hij erg in nauw
wordt gedreven, blijft hij een afdoend antwoord
schuldig en verschuilt zich achter 't gezegdemaar
dat zijn private aangelegenheden, daarover kan. iJk
me niet uitlaten.
De zittingen zijn nog niet afgcloopcn, en er
dient dus nog afgewacht te worden, wat hot eind
van het liedje zal zijn.
Het schijnt toch wd al vast te staan, dat bij
voel omgang had met de vrouwtjes. Had hij zich
nu maar aan één gehouden en die nk< uit dea<
weg genumd, (fan zou hij ondanks zijn vijftig len-
le's, misschien noti wel ben gelukkig leven ftetben
kunnen leiden. Ze zijn wetf op ouderen leeftijd
ra hot 'huwelijksbootje gestapt Vooral Kampen
schijnt Haar sterk in te zijn. Daar zijn onlang
twee paartjes in het huwelijk getreden, een van
M S3 3 MS "Sis :jj 1J-J -§
zuilen aangroeien. Dit is evenwel niet het geval,
de van hun achterpooten beroofde dieren gaan
dood. Bij salamanders kunnen verloren lichaams-
deelen weer aangroeien, een poot, de staart en zelfs
het oog kan weer aangroeien als hel eenmaal weg
genomen is, Maar bij kikvorschen is dit niet zoo,
al is ook bij deze dieren het aanpassingsvermo
gen groot-
Dat het wreede bedrijf, hier aangeduid, reus
achtige afmetingen heeft aangenomen, blijkt uil
de tallooze zakken vol kikkerbilletjes, die naai
l'arijs vooral verzonden worden.
Overbluf!
In zeker gezelschap kortte men den tijd door
elkuaf verhalen te vertellen over wat men zoo
voor en na ondervonden had in het leven. Voor
al twee jagers raakten niet uitgepraat over hun
jachtavonturen, het eene nog gevaarvoller dan het
andere. Hadden ze 'üch eerst nog bepaald tot
jachtverhalen uit eigen omgeving en eigen
waar meest klein wild gejaagd werd, ai spoedig
waren ze in het buitenland verzeild geraakt en
hingen de zonderlingste tafereelen op van wat
zo in den vreemde ondervonden hadden. Het
leek wel of tijger-, leeuwen- en berenjachten
tot hun dagelijksche bezigheden behoorden.
Dat opsnijden begon een deel van het gezel
schap langzamerhand te vervelen. En toen er een
geschikt oogenblik gekomen was om den stortvloed
van woorden der beide Nimrods te onderbreken
£tond een van Jiet gfczelschap op en verzocht ook
eens te mogen vertellen van wat hem op een
berenjacht was overkomen.
Alle aanwezigen waren direct vol belangstel
ling voor wat ze nu te hooren zouden krijgen, ook
de twee jagers.
Toen alle oogen op hem gericht waren, begon
hij zijn verhaal, ook over een jachtavontuur. Ilij
was eens uitgenoodigd mee te doen aan een drijf
jacht op beren, ergens in Rusland. Hij had die
uitnoodiging aangenomen en Toen men in de
streek waar de beren ach ophielden was aan
gekomen, werd hem een standplaats aapgewezén,
evenals de andere deelnemers aan de jacht.
Hij was gewapend met öe^eer en ja en Lues en
stond .aan den rand van" een diepe bergspleel
waarover een boomstam lag Tamelijk ver ver
wijderd van de overige jagers stond hij daar op
zijn eenzame post, toen hij plotseling vlak in zijn
nabijheid een vneeselijk gebrom hoorde.
Hij keek toe en ontwaarde tot zij groote
ontzetting een mannetjes ibeer, die regelrecht op
hem afkwam. De heer was te dicht genaderd
om nog hel geweer op hem aan te leggen. Al
leen een haastige vlucht over den boomstam
naar den anderen kant van de bergspleet kon
redding brengen. Hij nam %jn geweer in de hand
en het jachtmes in den mond en begon den ge
vaarlijken tocht over den boomstam. Maar toen
hij midden boven den afgrond was gekomen
zag hij aan den overkant een tweeden beer, die
hem grijnzend opwachite.
„VertoeeLdflt u mijn schrik, ging de verhaler
voort. „Aan beide ikaniten van den afgrond een
verscheurend dier. Vam angst liet ik imijn ge
weer los, dat in de diepte verdween. Ik opende
den mand' om de hulp van mijn medejagers in te
roepen, en ook het anes verdween in die diepte.
Radeloos van angst viel ik op de knieën en
hield mij kmmpaehüigachtiig vast aan den
boomstam
De man, die ondier «tijgende belangstelling
van zijn toehoorders, ten laatste onder adem-
loaze stilte zoover gekomen was, dat zij hem
als U ware zagen op den boomstam boven de
bergspleet, met aan beide kanten een woedende
beerhieiki plotseling op met vertellen en
ging op zijm stoel' zitten., blijkbaar vermoeid en
weer onder den indruk van 'den vreeaelijken
toestand tijdens die berenjacht.
Het gezelschap wachtte nog vol spanning op
het slot van het verhaal. En vooral de bedde
jagers waren vol verlangen 'de ontknooping te
hooren. En toen de verteller nog altijd bleef
zwijgen, vroeg een der jagers ten slotte met
ingehouden adem: „En hoe is het verder met u
aflgeloopen".
.Wel", was het amtwoodr, „ik ben door die
ongure gasten verscheurd en opgegeten".
Kleine bijzonderheden.
In do Z/wDtaereehe hergen gebruiken de her
ders horens van soms ©en meter lang, om el
kander over groote afstanden, iets mee te doelen.
Het meeste ivoor komt van den uitgestorven
Mammoeth, waarvan soms nog geheel gave
exemplaren in de ijs- en sneeuwvelden van Si
berië iworden gevonden.. Dat heest had slagtan
den van 4 iM. lengte en over de 100 Kg. gewicht.
Een volwassen struisvogel weegt ongeveer
75 JBJG.
De uitgave van het (Weensche blad de „Arbed-
ter Zeitung" kostfte voor den oorlog 87.000 kro
nen per maand en nu ruim 8 millioen.
(Een reeds omstreeks het jaar 1500 vervaardig
de kunstarm, die nog goed bruikbaar is, wordt
in de Duitsche stad1 Neurenberg bewaard.
Een dame fan do tram:
„Auni welken kant kan dk uitstappen conduc
teur?"
„Waar u wilt, dame. De trem stopt aan alle
bei de konten.
„Hdb je je zoon toch in 't schoenmakersvak
83 jaar en 73 iaar en een van 80. jaar en 75 jaar.
In beide gevallen is de man de oudste, maar dat
hoort ook zoo. En beide paartjes zijn in het "gast
huis verliefd op elkaar geworden.
„De liefde is een rare zaak, en gèeft het
menschdom veel vermaak", zou meester Fenne-
wip zeggen. En zoo is het Om te trouwen scfiijni
men nooit te oud zijn. Te Barnevdd ten minste
deed een oude beer van 77 jaar, die voor negen
jaar voor 't eerst in 't bootje stapte met een
meisje van negentien, onlang aangifte van de ge
boorte van zijn vierde kind.
Laten we de jonge spruiten alle goeds toewen-
schen op hun levensweg, en dat ze behoed mogen
blijven voor de gevaren die ben overal omringen.
De oude heer mag wei goed op zijn spruiten
passen ook, want te Barneveld zijn noc al vee!
Bosschen en in bosschen schuilen allerlei wilde
dieren. We doelen nu niet op de wilde varken^
die de Veluwe onveilig maken, maar op nog ge
vaarlijker beesten. Het schijnt dat er weer wolven
in ons land komen. De bewoners van Zuid-Gro-
ningen althans maken zich tegenwoordig erg on
gerust In de buurt van de dorpjes Weckte en
Ter Apel 'maakt men eikaar benauwd over een
onguur beest, dat daar door de velden sluipt
cn 's nachts door zijn gehuil de kinderen in 't bod
doet rillen en beven. Sommige menschen hebben
het dier gezien, zeggen ze, en beschrijven bet als
een beest met lange voorpooten en kortere ach
terpooten, bruin van kleur met donkere strepen,
wat er op wijst, dat bet wel een hyena kan zijn
in plaats van een wolf.
Maar de kinderen zijn er glad van overstuur.
Een kind, dat bet beest gerzien heeft, durfde de
plaats niet aanwijzen aan de vijf Groninger ja
gers, die met mannenmoed er op af zijn gegaan
om het dier te dooden, maar ze konden het niet
vinden. Tot beden is dit Groninger raadsel nog
niet opgelost
Of bet ooit opgelost al worden? We weten het
niet Kinderen zien soms zoo veel, wat er niet is
En misschien is het eerste verhaal over het on
dier nog wel uit den tnd, toen do klokken nog
een uur achter waren. We hebben hiermee na
tuurlijk den zomertijd op t oog.
Wat is dat nou? zal men misschien vragen
Zomertijd? Zcintnijdï Heeft dio nu ook al iets
met kinderfantasie te maken?
Stil maar, beste lezer* en lezeressen, we zullen
u zeggen, wat ons op hét hart ligt OvcF den j
zomertijd is do laatste weken nog al eens gesehre 2
ven. Kamerleden van verschfllcnJe politieke rich
tingen hebben een rocsrsU-i ingediend om'
De geldboeten voïgienis die Duitische strafwet-
ton, zullen met tien vermenigvuldigd, worden, --j
om ze op het peil ,te brengen van de huidige n' u Ilef^
geldswaarde. de eeuwigheid in te gaaja".
„Nee. Dat kindi houdt zooveul van dteren,
dat we tn slager hebben Haten woerden."
Een .wandelaar tot een die sddldezti
„U schildert de kerk uit, hè juffrouw? Denk
u dc'r om, dat die klok toen menute achter la!"
Ook een opvatting.
De domdmé zegt tot den boer hij wien hij de
varkens bekijkt:
„Je varkens zien dV beet uit, Jen mm beet
hoor!"
„Dat doen© ®e ook, domenee. We mochten wil-
waren om
hem weer af te schaffen. We weten nog wel
dat in de mobilisatie, toen het overal en op elk
gebied zoo begon te nijpen, toen er door gebrek
aan kolen en petroleum ook gebrek aan kunst
licht kwam ,de legeeringen in verschillende lan
den den maatregel genomen hebben in den zomer
den tijd een uur te vervroegen. Dat spaarde een
uur kunstlicht, wat bij de toen heerschende
schaarschte aan jngrediënten om kunstlicht te ver
krijgen, van enorm belang was, Maar de boeren
bevolking en ook een deel van dc stadsbevolking
on. de groentenventers en melkslijters, hadden
groote bezwaren tegen den zomertijd. Én, waar
de $chaarschte aan kunstlicht beeft opgehouden te
bestaan, spreekt het wol van zelf, dat er pogingen
gedaan worden (om ook gedurende den zomer wees-
den gewonen tijd te houden evenals vroeger.
Welnu dat pogen wordt op 't oogenblik gesteund
door de meening van de overgroe te meerderheid
der onderwijs-autoriteiten in Engeland, die in 't
belang van het "kind den zomertijd zouden willen
afschaffen.
Sir George Newmnn, hoofd van den genees-
kundCgem ectoooldienst van den Board of Ëduca-
tion, komt tot de conclusie, dat de zomertijd
nadeelig voor de gezondheid der kinderen is, door
dat een deel van de ouders geen rekening houd?
met de verandering in den "bedtijd voor de kin
deren.
Het zal wel £oo zfln, maar fn welke mate de
nadeclige invloed" werkt, is ons voorioopig on
bekend, En waar de voor- en nadeelen naast
elkaar worden geplaatst is 't moeilijk een keuze
te doen. Ons bevalt het "bost, 's zomers een uur
langer daglicht te hebben 's avonds, en voordeelig
is 't ook met de hoogcre electriciteftstarieven.
Maar als de landbouwende bevolking en de vee
houders en anderen groote bezwaren hebberd
jadan moet het maar uitgemaakt worden in de
regeeringslichamen.
Want er om te gaan vechten, daar voeden we
niet veel voor, in toonstelling met enkele per
sonen, die altijd klaar staan een meningsverschil
inel knokken uit de wereld te helpen, wat van
zelfsprekend toch n'oojt lukt en veelal onaan
gename gevolgen met zich ineebrengt. Dat zullen
ook de zwagers van Halt en Te Kamj> te Doe~
tinchem nu wel beseffen, die in een danjstent
ooeenighëid kregen en maar dadelijk, met mes
sen op elkaar invlogen, met het noodlottige go-
volg, dat een schoonzuster der vechtenden, door
een messteek doodelijk verwond werd. Zoo werd 't
leven van een jonge vrouw plotseling afgesneden,
als gevol waarschijnlijk van .een door crank en
dans verhit brein. De dader zal zijn gerechte straf
wel niet ontgaan, waardoor ook zijn le"en ver
nield is. Het bekende versje wordt ook bier weer
bewaarheid
Eén uur van onbedachtzaamheid,
Kan maken dat men jaren schreit
We raken langzamerhand weer in een sombers
stemming. En er is niets waar we meer 't 'land
aan hebben, dan aan Somberheid. Het teven fa
betrekkelijk kort en brengt al verdriet èn leed
genoeg, dat 'we niet hog opzettelijk 'behoeven
te vergrooten door te verwijlen bij akelighe
den als bet te Doetinchem afgespeelde drama.
We haten liever ons hart op jian wat een zoon
van den Italiaanschen oud-minister Strmger op
origineele wijze heeft uitgehaald. Dat jonge mensen
was zeer knap in de natuurkundige wetenschap
pen, maar had met andere vakken geweldig te
tobben, zoodat ihü dan ook tegen een examen altijd
op zag als tegen een berg van onoverkoombare
moeilijkheden.
Nu is 't bekend, dat de jongelui op pnze scho
ten van middelbaar onderwijs gewcicbg knap zijn
in het uitdenken van middeliios om bij examens
hun leeraren te bedriegen. Zij weten te
helpen en voor te zeggen, ze schrijven van elkaar
af, ze weten soms het examenwerk van te voren in
handen te krijgen, kortom ze bedenken honder
den middeltjes om te „spieken", zooals bet in
hun dieventaaltje fc>2et
Maar wat onze jeugdige Italiaan ixectl uitge
haald is nog nooit vertoond. Hij had op zijn
honk een apparaat voor cLraaiflooxe telepfconie. dot
volkomen geruischloos werkte cn waarmee hf
voortdurend in verbinding stond met'de leeraara-
fcamer. Daar wns Iemand, die hem aU® voorzéi,
en zoo wist hij oen schitterend examen sf tl lff-
gen, ook in de vakken waarin hij s'cdi* «ho5f wt*
Jammer genoeg Voor hem werd den volgend»
dag het toestel ontdekt cm de jonge Stringar werd
van school gejaagd. Of mteBchten ook niet jammer,
want toen Marconj. de uitvinder der draadloozB
telegrafie er van hoorde, noodigd© deze hem uit,
op xfln laboratorium te komen: En 'daar bleek,
dat de jonge man een belangrijke verbetering
had ontdekt op 't gebied van do draadlooze telegra
fie en telefonie.
Hij teerd dadelijk aangesteld tof gaaetart* van
Marconi en kan mi el zijn tatetften ïn dimsf
stellen ven de natuurwetenschappen, onder Viding
van een der knapsten op dit gebied. En hij hewt
zijn hoofd niet meer te breken over matera vak
ken, wear hij toch geen interes** voor beeft m
dus ook weinig van snapt H.