Alieicci Nieuws-
Mmintii- LnüiuHil
Donderdag 16 Februari 1922.
65ste Jaargang. No. 8377.
Uitgevers i N.V. v.h. THAPMAN Co Schagen.
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Reclames.
Gemengd Nieuws.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENINQ Nó. 23330. - INT. TELEF. no. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letter9 worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Dinsdag 14 Febr. 1922.
Het gemak dient den mensch.
Als inleiidiing vandaag een beklaagde, die zich aan
(bedelarij had scbuilidig giemaakt Het was de 58-jarige
voerman Petrus Amod-dua Ivrametr, een voerman., in
©baat tot weaikieni, maar op 't moment toch aan 'it eind
van dien akker. Hij vroeg den 20siten Januari jl. te
Alkmaar een politieagent om spie en legde alzoo eer
sollieden giroiriidisfl&igi toiti een verbaal wegens bedelarij.
En nu was die dag voor de terochtsteiliig daar. Dit
was - diezestiende maai, dat hij; "terechtstond. Er werd
tegen Kramer 3 dagen hechtenis en 2 jaar en 3 maan
den rijkswerkinTichting gevorderd.
Niet zijn zin.
Johain. Frederik 'Munik, 'los werkman, en 26 jaar oud
zwerft zondier vastte woonplaats den aardbol rond.
Hij klampte op 9 Januari te Alkmaar een politieman
aan om een aalmoe®. Heden terechtstaande, wiLdo on
ze vriend; graag een poos in de rijkswerkinrichting
werden opgenomen, bijvoorbeeld totdat straks de
heerlijke 'Meimaand weer in 't land' is. Maar zoo
dacht mir. Heymans, de Officier van Justitie, er niet
over. iDe rijkswerkinrichting is nu ook weer geen tij
delijke logeerplaats, zooaJs die 'Munk dat bedoelt. En
de eisch luidde ten slotte 12 dagen hechtenis. Daar
mede was het pas.
Een kans gekregen.
Daarna w«?d hervat die onlangs reed® hier behan
delde zaak tegen Jacdb .Broers, een ingezetene uit
Schagen, dille .toen terech.tst.pnd als penningmeester
eener vereendginigi, waarvan ihij dat geldelijk beheer
niet goed had gevoerd. Beklaagde, hoewel' hij zich de
reis had. getroost, heeft het (uitroepen van zijn zaak
zeker niet gehoord, kwam althans niet opdagen en
vond de behandeling nu plaats, zonder dat beklaag
de in de zaal aanwezig was.
Geëischt werd 4 maanden gevangenisstraf voor
waardelijk met 3 proefjaren.
Beleediging.
Elisabeth Kok, echitgenoote van Pieter Blokker te
Grootebroek, nam den 29en 'September jl. aldaar de
vrijheid om haar buurvrouwtje Aifra Visje, die met
Simon Beets getrouwd is, ite beleedigen 't Waa lang
niet van. heit mooiste, wat Afra te (hooren kreeg.
Dieuwerjte Apeldoorn, 'Piet Ligthart'a huisvrouw,
wist 'er alles van/. had. Betje-huur in volle kijacht hoo
ren schelden!. E'Hisabetib's inoeite om Afra te beleedit-
gen, werd beloond met ©en eisch (tot, i 2S boete of 25
dagen hechtenis.
Om de appeltjes.
We kregen nu drie beklaagden aan een bosje, boe
renjongens uit Opperdoes, Jaap Vijn, Klaas de Leeuw
en Douwe die Leeuw genaamd! en van 18- tot 20-jari
gen leeftijd. Ze hebben het op 't erf en den boomgaard
van hunnen dorpsgenoot Th. Molenaar in den.avond
van 2 Octoher jL een beetje bont gemaakt. Zij bevon
den zich daar met het doel' om wat van. de heerlijke
appelen daairi te smulden. Tenminste dat dacht Piet
Molenaar, een zoon van Thijs ervan, toen hij toevallig
zelf wat appeüen zou halen en er de ongenioode gas
ten ontmoette. Daar Piet, ddie al' wat veracht, gefluis
ter en geritsel hoorde in deni stillen, maar donkeren'
OatoberavoncL, o.nraaidi vermoedde, nam hij gauw, niet
anders kunoe^dte viindeni, een ouwe paal mee els war
pen, al zat daar toevallig nog een spijker fin.
De 19-jarige iDoede de Leeuw, geen faimittdaEd, doch
alleen maar naamgenoot van. de medebeklaagden van
Vijn, was met (Bieten Modfeniaart meegegaan, naar den
boomgaard. En dat. was maar goed ook. Want lang
duurde het] niet of Jaap Vijn (had (Piet ite pakken en
gooide ham over dien grond. Maar Doede wist' Jaap
van Piet af te krijgen. Toen nog een beetje kibbelen,
over het gevalletje en vervolgens verschenen» Klaas
en Douwe de Leeuw, die itoent Piet Molenaar^ aan
vielen,
■Vijn best reedt echter dez© voorstelling vöü zaken,
door Molenaar gegeven. Zeker, Vijn was daar ge
weest, dat! wel. Maar itoen Piet en Doede kwamen,
achoOidien die hem voor düef uit- Ik ging heen te vra
gen zegt Jaap, waarom men imJJ( uitschold. Toen kreeg
tfk van Piet een klap met eenpaaiL Molenaar spreekt
dat tegen.
Douwe heeft eerder verklaard, alleen Molenaar op
den grond ito hebben gewerkt!. Daarvoor had hij geen
ander (noodig. Douwe zegt nu, te hebben bedoeld dat
hij het alleen» wol zou kimmen,' niet, diat hij het alleen
•zou hebben gedaan. 'Hij was op het geschreeuw dat
hij hoorde, den spoorifijn langs op Molenaar's erf ge
komen. Klaas de Leeuw galf toe, er ook geweest te
zijn, maar hij had niets gedaan.
De vedediigor van Vijn zegt, dat zijn cliënt nog al
tamelijk gewond is geworden.
Plet Molenaar zegt, niet te hebben "geslagen met de
Pial,. me ar Vijn km wel diaariin' gegrepen hebban.
lot 'heeft voorts niet. zelf werk van de zaak gemaak'
maar do poliltio la bit hem geweest en heeft het voor
gevallene gerelateerd en verhaal opgemaakt.
Doede de Leeuw zegt, dat Vijn, zoo gauw als Piet
Molenaar over 'it hek stapte, dezen op den grond
wierp.
Do O.v.J. vroeg toni opzicht© vami d© beklaagden
Klaas en, Douwe do Leeuw, allebei vrijspraak, daar
wat het hen ten laste gelegde betrof, het bewijs omt-
bruk. Tegen Vijn werd 120 boete of 20 dagen hechtenis
geëischt.
De raadsman van Vijn, Mr. Kusters., achtte het be
wijs ook wat Vijn betreft, niet geleverd en conclu
deerde tot vrijspraak voor rijm cliiönt.
A la Tulle.
De 41-jarige kleermaker Jacobua Brandoween van
Avenhom vooldo zich geroepen om herhaaldelijk ano
nieme briefkaarten te richten, aan den gemeente
secretaris, tovens gomocnte-ontvsunger, t© Avenhom,
den heer Abraham .Pieter iSmit». Die 'briefkaarten be
troffen ©en besproking tusschen Smit.s en de Arm
voogd ij on do tailleur veroorloofde zich' beleedigemde
uitdinukkiingen ten aanzien vaat Smits. Be anonieme
fraaiigheden werden gevolgd door briefkaarten die
Jocobüs omdorteekende en waarin hij eveneens beloe-
digingon uitte. Op 27 December heeft Burgemeester
de G,root van Avomborh oen briefkaart van beklaagde
ontvangen met voor Smits boleodligenden inhoud en
stelde den »beleedigde (met dJen inhoud op die hoogte.
Smits achtte rioh ten slot.tte genoodzaakt, klacht© te
te doen en zoo geraakte de zaak aan 'fc rollen.
De Preeident vroeg Burgemeester naar 'ji onder
grond van deze geschiede nis. Maar de Burgemeester
wist dien niet 't Was al een» oude kwestie, van een
15-tal jaren ongeveer geledon. Beklaagde had het
idee, dat er iets niet in den haak was met een afre
kening van den heep Smits.
De Burgemeester had aan beklaagde de vraag ge
steld of die klacht had tegen den secretaris en be-
klaagde' hadi dlaarjop geantwoord, dat hij daarmee
over een half jaar wel een® voor den dag zou komen.
(Beklaagde zggit heden, ik meende, dat het, toen het
mij gevraagd werd, nog geen tijd was. ïk erken nu,
dat ik verkeerd gehamdedid» heb. Ik meende, dat de
afrekening van Smits tniïeti lih orde was, maar dk heb
niet goed gehandeld.
De hr. Smits, oud 63 jaar, secretaris en ontvan
ger van Avenhom, zegt, na de herhaalde beleedigen-
die uiitdruikikingen 1n het geschrijf een aanklacht te
I hebben gedaan. De afrekening destijds met den nu
reed® lang overleden Armvoogd die Haan was vol
gens den heer Smits wed terdege in. orde, ad werd des
tijds gesproken van een verschil van f 300 in het ba
tig saldo. Dat batig! saldo was f 83 en niet f 383. Ook
•heden nog doet de heer Smits de rekening met de
Armvoogdij. Een- paar weken gefledten nog is de reke
ning behandeld en door Armvoogden getoete end. Ge
tuige Smits verklaart op de desbetreffende vraag van
den President zaich niet te hebben verrijkt ten koste
van de Aranvoogdllj,
De verdediger van beklaagde verklaart, het ndet
noodig te achten die getuigen decharge te hcoren.
j De heer Officier is van. meenimg, dat het itëet het
|doel is deü beklaagde de gevangenis in te werken,
j maar. meer om aan diens geschrijf iaën einde ite ma
ken. Aanvankelijk heeft de O.v.J. de zaak van het
beleediigendi geschrijf nog in der minne willen schik
ken^ maar mui beklaagde daarmee doorging, moet deze
aan den lijve gevoelen, dat het zoo niet gaat. Er is
•behalve die' bewuste briefkaart van 27 'December nog
een beleeddigiend; schrijven, dat beklaagde aan dien
secretaris zelf heeft geadresseerd en beklaagde heeft
'daarilnl doen uitkomen, 'beleedagende pa/mflette: im
j verschillende plaatsen te willen aanplakken. Al;, be-
l klaagde iri»et ednddgt met beleedigen, zal opnieuw ver-
volging tegen» hesm worden ingesteld. De O.v.J. eisch t©
nu tegen Bran»d©ween f 10 boete of 10 idiagen hecht.
Mr. Kusters, raadsman voor beklaagde, fliioht de on
dergrond van de geschiede nis toe, waarbij sprake
was in 1906 of '07 »van afrekening tusschen het nu
overleden lid! der Armvoogdij' J. idie Haan en den heer
i Smits, waarbij die lieer de Haan meende, dat een ver
schil van f 300 in het ba/tig saldo was. Een dienstbo
de zou daar verder over hebben gesproken, maar g&-
bleken is, dat die rekening dim orde-was en dat Smits
geen verwijf trof. De geschiedenis is gebleken inder
daad) niets anders dan- een praatje te zijn en de af-
I -rekening van Smits waa in orde. Pleiter zegt, dot be
klaagde thans spijt heeft en zelf overtuigd ds, dat
i Smits geen blaam treft.
j Die' raadsman boopt, dat 'bij het uitspreken t^rva von
nis wat rekening gehouden zal wonden met beklaag-
do's middelmatige ontwikkeling.
I Beklaagde verklaart desgevraagd aan den Presi
dent werkelijk spijt te hebben, Beklaagd© betuigt ver-
volgens openlijk aan den heer Smits rijn spijt over
i het gebeurde. En de heer Smits verklaarde daarme
de genoegen te nemen.
De konijntje vergeten.
iNu volgde hervatting van de onlangs behandel de
z®ak tegen beklaagde Aal'ti Epe,'boscbwac.böer bij het
Staatsboschbeheer op Texel. De zaak is kort gel-eden
I hier reeds im behandeling geweest en ging over een
aan E»pe ten laste gelegde te lage aangifte van zijn
inkomen voor de belasting, voor het tijdvak 30 April
1919 tot 1 Mei 1920.
I De heer M. Molenburg, inspecteur bij -het belsaetimg-
wezen te 'Den/ Helder, vertrouwde de gedane opgave
1 niet en had de overtuiging, 'dat die* ,te laag waa, daar
er nog baten van de opbrengst van geschoten konlj-
I nen bij bekkend had moeten rijn. De heer Molen
burg 'lichtte rijn© imeending jin deze toe, maar beklaag-
I de beweerde, geen te lage aangifte te hebben gedaan
enbleef dit standpunt verdedigen,
i De heer Officier zegt, dat beklaagde minder heeft
opgegeven idain hij had moeten doen. Het inkomen
fis miinsttena ©enige honderden guldens meer, dam is
opgegeven. (De O.v.J. eischt nu <M© weken gevang, te-
i gen Epe.
j (Mr. Josdfu© J-iitfta uit Amsterdam treedt op als ver
dediger en concludeert tot vrijspraak van rijn cliënt
subsidiair lichtere atiraf.
Flauwe pret.
i (Hendrik de Munfc uit Alkmaar is als beklaagd© af
wezig. Hij heeft den 27en November jl. ter zijne woon-
stede ©en gj oot glasruit tier waarde van f 13.50 dnge-
slagen bij den slager L. Biskanter. Deze, een forsche
»baa®, achterhaald© echter onzen vriend en bracht
j hem maar het' politiebureau. Een paar voorbijgangers
hadden de vernieling rien plegen. Vorig© week kon
deze 'zaak ndtet doorigiaam daar die- getuigen niet waien
opgekomen. De O.v.J. ©ischte tegen d© Munk f25
boete of 25 dagen hechtenis.
Wat minder kwebbelen.
PetronellLa Maria 'Luiers, huisvrouw Bruul te Hel
der, had rich op 30 November beleeddgende uitdruk
kingen aan het adres van buurvrouw de Boer ver
oorloofd', toen zij over deze stond te kwebbelen. Maar
•daarmede li©p juffrouw Bruul, geboren Luters, thans
©en eisch op tot f 20 boet© of 20 dagen brommen.
Vrouweliike hulp.
Neeltije Kok, d© 46-jarife'© weduwe van Dirk Groon
te Egmond aan Zee, moest vervolgens voor komen.
Den 12en November jl. bevond zij zich dn de duinen
te Egmiood Binnen, waar op ©enigen afstand van
hoor een paar strooper» met honden bij zich, bezig
waren. Toen de onbezoldigde rijksveldwacbterd&cht-
•opziener A. van Beek. rich naar dl© strooper® wild©
begeven met het doel hen te bekeuren, stelde Neeltje
rich in rijn weg en mishandelde rij van Beek door
(hem pardoes met d© klomp in hot aangericht t© slaan
terwijl rij maar d© «troopers had geschreeuwd, dde
rich daarop uit de voeten maakten. De eisch tegen
Neeltje was een maand gemmgendsstraif.
Opzet niet gebleken.
Daarna moest jachtopziener van Beek terechtstaan,
beschuldigd, dat hij Neeltje Kok met een stok had ge
slagen op dienselfden 12en November., De 26-jarig©
Glosina Zwart, vrouw van M. N. de Waard, beweer
de, dat te hebben gezien. De jachtopziener ontkende,
Neeltje Kok te hebben gesHagen. D© O.v J. is van oor
deel, dat iniet gebleken i® het opzet van mishamde-
ling en vraagt vrljapreak.
Zitten of betalen.
Clasdna Zwart, komt daarna voor het bekloagdcn-
baiikje. Haar ia ten laste gelegd, dat zij 12 Novem-
bei-JL ©eit p^r echoenen, die de Jaohtopziouer vaa
Beek toen In het duin had neergezet, had gestolen.
Clasten omnde en rij verweet bovendien van Beek,
dat di© te :laf is om de stroopers achteima te gaan.
De O.v.J. wees er op, dat de entecedenten van Cla
sdna goed -zijn en «dacht© 'tegen beklaagde, f20 boete
of 20 dagen ritten.
Wat een ruzie tochl
Jorimius Johannea Dijkemo, een stevige 47-jarige
Inwoner van Sint] 'Maartensvlotbrug, gemeente Zijpe,
stonidi terecht wegens op Zaterdag 10 December jl. ge-
pledgdo müshamideling van rijn buu'rva-ouw Johanna
Bakkc.-, echtgenoot© vajn C. Weij. Haar 18-jarige zoon
Jaco.1. had gerien dat moeder door Dijkema werd ge
slepen. Beklaagd© zegt, niet geslagen te hebben.
iDe eisch tegen Dijkecma luidde f >10 boete of 10 da
gen hechtenis.
Helden!
Evert Nol, arbeider, oud 24 jaar en Kees Kieft, een
22-jarige kastelein, belden uit de gemeente Noord
en Zuddschermeer, hadden op 7 December jl. den fcreo-
rigom moed om bij den veehouder P. de Geus, te Drie
huizen. ©en edosruit «tuk 'te kieperen. Wel is 'de scha
de vergoed geworden, maar d© Geus, die ai1 ter rusle
wast schrok rich een ongeluk bij dkt ongewoon 'la-
waad. D© O.V.J. eischt© tegen beklaagden ieder f 30 of
3C dagen hechtenis.
Nol beweerd© nu, een hekel aam d© Geus te hebben.
Daarom waa het gebeurd. Do O.v.J. gaf te kennen,
als hij dat geweten bad, dan zou Z.E.G. gevamgenis-
siaaf hebben gevordecd.
Deuren dicht
Volgt een kindseirwettenzaak met' gesloten deuren.
Ook geen brave.
Michiel Gooijer, ©eni 24-jarig© tuimder uit Heems-
kerk, moest daarna 'terechtstaan voor ©en tweetal fei
ten, namelijk vemdefiing en openbare schennis dar
I eerbaarheid. Tijdens de behandeling van iaatatg©-
noemdi feit werd de zaak met gesloten deuren behan-
i deld. Wat betref t de vernieling vond' behandeling
in ihetl openbaar plaats. Beklaagd© was in den 'nacht
van 21 op 22 November jl. beschonken geweest en had
I dn een wagon van de N.- ©n Z.-Holiandsc-h© trara-
wegmaatschappij ©en glazen 'ballom vembrijzeüd.
De O.v.J. edschte tegen Gooijer, die al meer straf -
fen achter den crug heeft, een maand gevangenisstraf.
Een zaak met gesloten deuren tot beatniit.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Tegeu leverkwalen,
galzucht, hartwater, verstopping en alle voedingsstoor
nissen gebruike men. de zeer zacht werkéndé Fostér's
Maagpillen, welke geen krampen veroorzakèn en geen
verstoppende reactie hebben. Prijs f 0.65 per flacon, alom
verkrijgbaar.
EEN SENSATIEROMAN, DIE WERKELIJKHEID
WERD.
De Weensche correspondent van het Hdbld. schrijft:
Verleden week werd hier groot opzien géwékt door
het officieuze bericht, dat op aen straatweg van Venetië
naar Mestre de gewezen Oostenrijksche kapitein tér zéé,
baron Mainburg, op zijn terugreis van Genua naar
Weenen in zijn eigen auto vermoord en beroofd was.
i De Oostenrijksche en de Italiaansche politie werdén aan
het werk gezet, en uit hun nasporingein bleek, dat één
i baron Mainburg in het officiersboekje van de Oosten-
rij ksch-Hongaarsche oorlogsmarine niet voorkomt. Maar
i aan den anderen kant was het bericht afkomstig van het
officieuze correspondentiebureau, dat het op verzoék
van het Duitsche gezantschap had verspreid. Men stond
voor een raadsel, dat druk besproken werd. Wie was
er eigenlijk vermoord, en waar was de mysterieuzé daad
gepleegd? Want de Italliaansche politie wist van niets.
Ten slotte bleek, dat de gescheiden vrouw van één
1 ambtenaartje bij de post, GeJJ loer, de heelé géschié-
I denis uit den duim had gezogen en dat de moord op
j den baron slechts het laatste hoofdstuk vormde van* een
sensatieroman, dien mevrouw Gelloer voor een dérdén
persoon, ,het gemeenteraadslid en wethouder voor dé
levensmiddelen voorziening Frommel, van de kleiné stad
Voeslau bij Weenen, opvoerde blijkbaar alleen mét
het doel, zich interessant te maken. Zij was daarmede
reeds meer dan een iaar geledén bégonnén, én toén zé
ten slotte den draad kwijt raakte en niet meer wist hoé
ze zich er uit zou redden, was ze gedwongen haar held,
den zoogenaamden baron Mainburg te laten sterven.
De geschiedenis was zoo begonnen, dat mevrouw Gel-
j loer, toen zij op het eind van 1920 den heer Frömmel
leerde kennen? zich uitgaf voor de pleegdochtér van
een baron Mainburg, van wien zij een groot vermogen
zou erven. En daar men van de eene leugén in dé
andere vervalt, was itoevrouw Gelloer natuurlijk gedwon
gen iets naders over dezen pleegvadér medé té dèelen,
en zij deed dat ook, op een wijze waardoor de belang
stelling van den heer Frömmel ziënderoogen toénam. Zij
I vertelde n.1. dat haar pleegvader in de landen van dén
I Beneden-Donau vertoefde en daar jgroote lévénsmiddé-
lenzaken vdieed. Nu had Frömmel juist levensmiddtelén
noodig, want hij moest zijn vaderstad daarvan voorzien,
en «rus verzocht hij de pleegdochter, bandelsrelatiés
met haar pleegvader aan te knoopen. Déze zat niét stil
en vervalschte brieven en telegrammén, waarin dé niét-
bcstaande baron Mainburg zich verplichtte, voor de le
vensmiddelenvoorziening van Voeslau zorg te dragen.
Familieleden in Zevenbergen moestén haar daarbij bé-
hulpzaam zijn. f
Ten jslotte werd het tijd, dat het beloofde meél ook
werkelijk eens zou komen, en rij liet dus haar pleég-
l vader op het stoomschip „Szent ïstvan'' met een lading
meel den Donau opstoornen, wat, zooals men weet,
een zeer langdurige procedure ls. Maar ook zulke Do-
I naureizen kunnen niet eeuwig duren en toén dé
„Szent ïstvan" reeds bedenkelijk in de nabijheid! van
Oostenrijk was gekomen, veranderde mevrouw Gellor
zonder veel complimenten in de secretaréssé van één
gezantschapsattaché en telefoneerde aan alle Wéénsché
bladen dat, het stoomschip ten gevolge van ©en ketél-
ontploffing bij Lompalanka gezonken was, doch dat
i baron Mainburg en eenjge leden der bemanning, hoéwél
zwaar gewond, zich hadden kunnen redden. Merkwaardig
genoeg word <lit bericht over het gefantaseérdé schééps-
ongeluk nooit tegengesproken, blijkbaar omdat niemand
er oelang bij hacl en do betrekkingen tusschen Hong&rjjé
en Oostenrijk juist niet van de beste waren. Zoo had
mevrouw Gelloer dus veef tijd gewonnen. Ze liét haar
pleegvader voorloopig naar een ziekenhuis brengén én
daarna naar Fiume vertrekken waar hij een van zijn
groote bosschen voor een millioen lire verkocht Van
daar vertrok hij naar Genua d8 wereld is immers
groot genoeg incasseerde daarbij natuurlijk weer eén
paar millioen. zooals dit in een goeden griezelroman be-
noort, kocht daarvan de automobiel, die moderne roman
helden onvoorwaardelijk noodig hebben, en tegelijikér-
tijd ook eenige kostbare geschenken voor zijn pleég-
dochter en voor den heer Frömmell, blijkbaar als troost
voor de verloren lading meel. Een romanheld moet ook
edelmoedig zijn.
In den brief, dien mevrouw Gelloer haar wethouder
liet lezen, stond alles haarfijn beschreven. Daar echtér
die weg van Genua naar Weenen niet zéér :aüg is,
moest de latrme, veelgeplaagde baron Mainburg no2
een kleine zakenreis naar Rome maken. Van daar had
mevrouw Gelloer hem nu nog wel naar Amerika en dan
rondom de wereld kunnen sturen, maar ze vond Blijk
baar, dat een roman niet te lang mag rijn, als hij de
lezers niet zal vermoeien, en daarom moest haar pléég-
vader nu maar spoedig over Venetië naar Graz terug-
keeren, waai hij, mevrouw Gelloer en haar geméénté-
raadslid elkaar in hotel „Elephant" zouden ontmoeten en
een vr©olijk weerzien vieren. Het lot had hét andérs
bepaald. De arme baron -moest worden vermoord, op
dat de heer Frömmel verder aan hem zou kunnen
gelooven. En 200 gebeurde bet ook. Mevrouw Gelloér
Bezocht een van de tallooze koffiehuizen van Weénén,
ging naar de telefooncel, sloeg het nummer van het
correspondentiebureau op en zei eenvoudig: ,.U spréékt
met het Duitsche Gezantschap." 'En toen vertelde zé .,op
verzoek van den Duitschen gezant", de treurige géschié-
denis van den roofmoord, met verzoek tot publicatie,
want de baron was een; Hannoveraan van geboorté én hét
Duitsche gezantschap had er dus belang bij, dat de
familieleden van het slachtoffer zich aanmeldden.
Daar het correspondentiebureau het benedén rijn
waardigheid achtte, zich 'met een roofmoord bezig te
houden, als het geen officieel persoon betréft, tóf "hét
het bericht door aan een minder voornaam officieus
correspondentiebureau, en liet daarbij niet na, speciaaT
den nadruk te leggen op het verzoek van het Duitscné
gezantschap tot spoedige publicatie. Zoo was baron Main-
urg 'dus dood, en hij zou het weUicht thans nog zijn,
wanneer de heer Frömmel het niet wénschéiijk had
geoordeeldd, dat mevrouw Gelloer, de pleégdochtér van
den "baron, toch eens persoonlijk naar de politie ging
om door naar informaties iets meer licht in de zaak ba
brengen. Den heer Frömmel was daaraan des tc nÜSér
gelegen, omdat mevrouw Gelloer hem beloofd had.
een jdieel van haar miltioenenerfenis tér béschikking té
zullen stellen van de goede stad Voeslau, want Voeslau
is een badplaats en heeft dringend een modérnisééring
van zijn Kur-installaties noodig.
Maar voor de politie is niets zoo netjes in elkaar ge
draaid, dat ze tenslotte niet achter die waarheid komt, en
het eind van het lied waren tranen en de voorloopigé
hechtenis. Het slotstuk zal de rechtbank moeten schrijven
En als mevrouw Gelloer verstandig is, zal ze in haar
onvrijwillige eenzaamheid haar schrijverstalent, dat rij
ontegenzeggelijk bezit, gebruiken om haar eérstén grootén
crimineelen roman te schrijven.
ARABISCHE VOLKSBEGRIPPEN.
Het dorpje Mtoeli lag in een soort vallei tusschen
de hooge bergen, onder een onmetelijken hemel, naar
welken allerlei geuren, frissche en onfrissche, opste
gen.
De bewoners waren Druzen, verwilderde Arabie
ren, die ver verwijderd leefden van een^g groot stads
verkeer.
Aangetrokken door het schoone weder en door het
schilderachtig© van d© landstreek, was ik een paar
dagen gaan doorbrengen in dat dorp gelegen op den
grond van Kanaan, het Beloofde Land, dat over
vloeit van melk en honing. Op een avond bleef ik
nog wat toeven op het terras, waar heerlijke geuren
hingen van mandarijnen en sinaasappelen. Ik staar
de naar den bleelcen horizon, maar de maan, die
zich slechts flauw afteekend© in de nog lichtende
lucht.
Het was stil en liefelijk in de natuur, geen blaadje
bewoog zich. Zoo nu en dan hoorde men het geluid
van een hyena of van e©n jakhals, maar dan werd
alles weer rustig in den omtrek, héél rustig. Plotse
ling klonken, al naderend, uitroepen van smart en
droefheid, geuit door vrouwen, die haar klachten af
wisselden met het zeggen van gebeden. Tusschen
twee dikke boomtakken door ontwaarde ik bran
dende fakkels, van welke een dikke rook opsteeg.
Daar had een begrafenis plaats. Met eenige kennis
sen, di© op het leven waren komen toeloopen, be
gaf ik mij derwaarts en wat wij aanschouwden,
was naar onze begrippen huiveringwekkend. Een
jonge fellah, groot en sterk, stelde zich te weer met
vuisten en voeten.
Hij was gehuld in een lange, nauwe, hemdvormig©
blouse. Op het hoofd droeg hij een witten tulband.
Zijn kleeding was in de worsteling gescheurd. Zijn
groote, zwarte oogen schitterden, schuw en smee-
kend tevens. Maar mannen, groot en sterk als hij,
hielden hem vast en trachtten hem me© te sleuren.
Sjeiks en blinden volgden de massa en mompelden
hun gebeden; Er is geen andere God dan Allah en
Mahomed is zijn profeet. Een fellahine met zwaar be
traande oogen passeerde in onze nabijheid. Wij rie
pen haar aan en zij vertelde: Mahmoed, zoo heet d©
jongeman, was tegen zonsondergang gestorven. Drie
uur later bracht men hom naar het kerkhof, vol
gens het gebruik.
Men was op weg hem te gaan begraven, toen hij
zich, tot aller schrik, oprichtte van de plank, met
behulp waarvan1 men hem in de groeve zou doen glij
den en het op een loopen zette.
Maar en hier begon zij opnieuw te snikken
Mahmoed is wel degelijk dood' en zijn ziel is bij
Allah. Maar een booze geest....
Dit verhaal schokte ons in de ziel en een onzer,
een arts, snelde naar den barbaarschen stoet.
Helaas, zijn vertoog werd afgewezen, men snauw
de hem zelfs af, dq arme man moest aanzien en aan-
hooren, dat het fanatisme triomfeerde over de we
tenschap.
De Druzen leven heden ten dage nog als de eerste
menschen op de wereld en de beschaving vermag tot
het land van Kana&n niet door te dringen.