Vrijzinnig- Democratische Bond. Onder leiding1 van mor, W. H. M. Werker da Zater dagavond te Amtrttarüam de «buitengewone algemeene vergadering van dba Vetyk-Oem. Cobd begonnen, wel ke uitgeschreven ia mM fcööilakittogi het bedan ken van do hea^ra jtor. x Boresteijra m Teenstra voor hun Kamer •«aracüd&tii'Ui- de aanstaande verkiezin gen, en hei afwijzen door denj heer Koster van tijm plaats op de caradidat eni ijst. Boven de bestuurstafel was aan don wand een aan plakbiljet gehangen, waarop stond: Het belang der partij gaat boven peraooni&.5k-s> belangen. Van de Vrijx.-Dem. Kamerïeden weren aanwezig die heeron mr. H. P. Merchant, Th. M. Ketelaar, en P. J. Oud. De voorzitter opende die veryadwtog met een rede waarna hij er op wijst, dat des* dag geen feestdag is, maar gewijd is aan die crdtiek op onszelf. Daaronder zal onzo Bond! niet Mjden. Onzo Bond ia er en onze Bond blijft er, Deze dag zal gewijd zijn aan. de cri- tdek op onszelf. Daaronder zal ons beginsel niet lij den; het oordeel' zal niet verduisteren, ons 'verleden noch cj.ze (toekomst!. 'De oritiek op onzo gedragingen, onzo zoll'crJitlek ziji zellfs openbaar gediend: daarom vreezen wij nl.et dat al wat or gezegd moet worden, ook gezegd! zal worden voor wie het' ihooren wil. Vervolgen» ontstond eon nogal roorig debat over dc vraag of de heer Boresteito toegang loit de vergade ring zou hebben of niet. Zooalis bekend had de heer Van Beresteljn bedankt als lid van don V.-D. Bond. Enkele dagen geleden Vroeg hij op dit bedanken te mogeni terugkomen, om deze vergadering te kunnen bijwonen, Het slotreen kool was, dat met 107 tegen 39 stemmen werd besloten den heer Van Beresteljn niet toe te la/ten. Vervolgens gaf de voorzitter een overzicht van al wat gebeurd is, waarvan de hoofdzaken onze lezers vrijwel bekend kunnen/ zijn. Daarna werd het woord1 gegeven aan den heer Teen «tra. Bij' mij, zoo zeide hij, heoft het allang Vastge staan, dat de heer Oud pogingen deed om mij ais Ka- merlddl beentje te Idchitlen. Vooral op de algemeene ver gadering te Amsterdam, kreeg ik hom In de gaten. Het rapport vanj de> oommdlsste-Kohinstamm, waari/n de heer OudJ als belanghebbende, immers 'Kamerlid, zat. had allloen de bedoeiling, aUdus spr., mij1 uit de Kamer te werken, ledier kreeg eieni district, eni ik bleef or buiten. Ik, die twaalf Jaren lang, de- noordelijke dis tricten voor onze partij dm do Kamer vertegenwoor digd heb. Deze. sluipmoord echter is mislukt. Het rap port waa 'm schande voor de. partij, een schande voor de partij da 'het dat in de Kamerfractie iemand zdt die nis üd van deze commissie zijn fractie-genooten een dolksteek in den rug geeft. Dit lomenigo rapport zou dm geen enkele pcflitleke partlji geduld zijn. Het Ka merlid Oud had dien schijn moeten vermijden en geen lid moetenl worden Van de commissle-Kohnstamm. En Marckanrt. heefit hierover noodt schande gesproken; hij heeft dit rapport op andere gronden1 afgekeurd, iSpr. betoogt voorts, dat bij een vrij referend/um do heer iMarchamt en mevrouw BaJkker-Nord aeker geen eerste en tweede plaats op de lijst zouden heb ben gekregen. Democratisch is het, dat de kiezers uitmaken wie candldaat zullen zijn. Spr. zedie ver der tot 't hoofdbestuur: blji uw pogingen tot .pacifica tie hebti ge ons al» klungels behandeld, Marchant vond het niet de moeite waard deze conferentie bij te wo nen. De partij bestaat uit iMarchant en Oud, en wij zijn de klungels met wie men doet wat .noen wil. Dit is gebleken biji verschillende kwesties, bij' de inili- taire kwestie, bij de kwestie-Heef es, bij; de kwestie van het gezantschap bij den pau», waarbij Marchont zijn woord' gegeVen had aan Van Kamebeek dat zijn fractie voor zou stemmen zonder dat de leden er in gekend waren. Tenslotte zeide spr., dat men hem op nummer vier geplaatst heeft om hem te straffen voor zijn onafhan kelijkheid, voor de uiting van zijn vrijie moering als vrij man. VeiVolgen» waa het woondJ aan den heer Koster. In de eerste plaats wees deze er op, dat in 'n hoofd bestuursvergadering, waarin hij niet aanwezig kon zijn, de heer Oud benoemd 'is tot Qid van de commis- sde-Kohnstamm. Deze benoeming was fout, het aan nemen van de benoeming was fout, maar nog veel en veel erger fout was, dat er toen twee districten ge combineerd zijn om oen vrouw kans te geven en aan Marchont zekerheid van een 'Kamerzetel; dat Oud. zijn district toen heeft gecombineerd, niet met dat Van Marchont maai* met dat van Teenstra. Daarmede had Oud alleen op 't oog, diat hij weer dn de Kamer kon komen. Dat had het hoofdbestuur moeten afkeuren. Als men komt met een 'lijst waarop een Kamerfractie als eenheid voorkomt, moet men niet 'enkelen van' de- fractie .opruimen. Waarom is het stelsel van anciènniiteit het slechtst denkbare stelsel? Is soms de nu gehouden verkiezing zoo ideaal? Het hangt er maar van af, wie in een belangrijke zaak het laatst in het parlement gespro ken heeft, of men bij 'n referendum in de partij voor de plaats op de candddotenlijst de meeste stemmen krijgt; daarom gaat het niet aan, dat stelsel te vol gen. Men mag ook £aen «wrhtttó leggen kusschem het Kamerl-idma*-tschap en het partij wek. Toen ik, zoo Vervolgde spr.; p^rtSJaatrvrftrU r?av, heb ik het er moeit op gezel; an srffm «Svloed £«rc zoodanig gebruik te maken om e^n ander uit de Ka mer te drukken ten gunste van mijzeK. Ik heb voorgesteld, vervolgde spr., alsnog te zoeken n9ar een uitweg om het partijverband te sauveeren Is het nu onorganisatorach om iets. opnieuw te on derwerpen aan de hoogste instantie dn de partij? Tenslotte beklaagt] spr. zich erover, dat tegen hem en de heerera van Eerestedjn en Teenstra een hetze is gevoerd, die alle perken te buiten gaat. Een oplossing van 'bet conflict heeft men nooit gewild, 'omdat van het eerste oogenbldk af partij was gekozen, Spr. hoopt dat deze dag niet alleen zal zijn een dag van recht, maar ook een dag van wijziging;, dat die leiding riet langer alle welwillende oppositie kapot zal maken, 'dat ze niet ilanger tirannie zal voeren implaats van te leiden; dait de vrijzinnig-democratische partij weder om zal zijn een democratische partij. Het woord was vervolgens aan den heer Marchont. Hij zeide, dot de laatste twee sprekers de positie had- dien ingenomen van menschen met een rein geweten, die tegen anderen veel hadden te «eggen. Spr. wflkde thans een woord van verweer spreken, dat het karak ter zou dragen van een requisitoir tegen ü»*e hearern, die voor 'hun operaties de iproje^óriem gec^ai- ken, welke ook de vijanden van de partij bezigen. Ook zij noemen iMarchant dien tiran van do partij en de fractie. Heit hoofdbestuur is volgens hen een troepje nullen en de partij loopt goedig achter hen aan. Waar uit, aldus spr., wondt die tirannie van mij bewezen? Het heet, dat do loden van do Kamerfractie niet do vrijheid! van spreken haddien. Zijn in do handelingen van do Tweede Kamer die sporen daarvan aanwezig? Da ,vrijzinii'igrdomocrartion leveren do meeste sprekers ln de Kamer, en hot is volkomen onjuist, een ieder kan het caatrtfloaren, dat de heeron daarbij 'die minste Sreaslo «ouden ondervinden, van den leider der frac- o Een dergoliijike klacht ware misschien gerechtvaar digd geowest onder de lettHmg van Druckor; toen waB er meer arbeldsverdeellng, maar kwam men indivi dueel minder tot djni recht. Aan dit stelsel heeft Bos een einde gemaakt en spr. heeft hem hierin gevolgd. In de fractie hebben we steedö goed samengewerkt. Spr. beroept zich op do getuigenis Van mr. Limburg, die raid»; Do verhouding van de fractieleden mei den (Mactlovoorzitter is stoeda uitnemend geweest. Er »ijr och ter gevr.ilen gewoost, waarin spr. ledon van fa fractie beu ft moeten dcwivoue^ron, omdat zij handel den op eigen hand. Van D^resboijn achtte zich te iuctg v<*or i«ractk> «disciplkio; «m .'smaad moet niet in een fractie, niet 'ju een purtJQ B&oo. HU ie to da fractto go- gaan om er te komen, hij heeft friet veitufean occn de partij te dienen. Wat nu de heer Teenetra aangaat, dieze is maniok ge». ,,vw het donktioold «lat Marchant en Oud hem als Kamerlid beentje bobben willen lichten, llot zou hem, waarlijk geen kwaad hebbon gedaan als hij wat meer (juridisch begrip had gehad. Tiorataltan ma len heeft spr. Teenstra moeten aonoporen, er op uit te gaan om te «proken. Hoe kan deze zich erover be klagen, dat hij niet genoeg «preekbeurten kreeg? Het rapport-.Kohnstaimm heeft geen andere dan btotori «jche beieehenle. Het heet zoo païrijdtia vcvr Oud, dia mijn hleleniHikiker era mijn knechtje wordt genoemd, en ik, aldus spr., 'heb hot onmiddellijk kapot ge maakt, niet om dezelfde grieven die de heer Teenetra ertegen heeft, maar omdat het slecht en heit daarin aanbevolen stelsel ontactisch was. A'ls bij de samenstelling van dit rapport een be hoorlijke, zedelijke ontoelaatbare invloed ia uitge oefend door Oud, om zijn wigon belang te dienen, dan kunnen) dit alleen de commissieleden weten, en die ontkenner! het eenstemmig. Zelfs, zegt prof. Kobn- stamm, dat Oud er heeliemadl geen invloed op gehad heoft. Ata die heer Teenstra zegt, dat de heer Oud hem een dolksteek dm den rug heeft toegebracht, dan antwoordt apr. dat hiji het schandelijk vindt van den heer Toonstna, om den heen Oud aldus zonder eendgen grond ite belasteren, en te trachten hem onmogelijk te maken. Nooit heeft spr. «tób bemoeid! met die opstelling van de volgorde op de lijst. Heeft spr. don heer Teenstra bohnndeldJ als eon klungel, omdat thlj, spr., het an- ctenniteitsatelsoï miert] wilde? Hiji beeft telkens ge tracht, de argumenten daarvoor te weerleggen, maar telkens kwam; men weer met de reeds tientallen ma ten weertegde argumenten terug en dan krijgt ge er tenslotte genoeg van. Men moet er zich dus niet ovèr verbazen, dat ®pr, die conferentie van hoofdbostuurK- lediera met de ontevreden Kamecrfractteleden niet heeft willen bijwonen. Spr. heeft van den aanvang af ver worpen het stelsel van anciënniteit en rechtspositie van Kamerleden), omdat dit leidt tot een stelsel van regenten. (Spr. wees er daarna ep, dat de heer Koster het zoo kwallljk heeft genomen dat] het hoofdbestuur den brief, waarin hij bedankte als lid van het) hoofd bestuur, gepubliceerd heeft, alvorens hem te behan delen, Nu is de eerste kogels tegen de partij gericht, gekomen van den heer Teenstra, toen die aan een journalist' zeide: meerderen zullen rndj Volgen. Dit is een schande! Daarna, twee dagen 'later, ds de (birief van den heer Koster gekomen. Druppelsgewijze werd het gift aan 'die- partiji toegediend. Daaraan moesten we ineens een einde maken en daarom te ddie brief oinimiiiddellHIJk gepubliceerd. Ik Iheb, 'aldus spr., dn dien brief heelemaal1 niet) kunnen lezen, dat bet dm de be doeling van den heer Koster lag om bakzeil te halen. Erg is het van den heer Koster, dat hij gezegd heeft tot een krantenman: Dit beteekent de ontbinding van de partij!, Ddt heeft dn de pers gebracht de uit drukking: de ontbinding van de vrijzlnnig-demoora- tiscbe partij. Dit is geweest een afschuwelijk verraad aan de partij. (Applaus.) Wie zoo iets gedaan heeft, hoe durft hij dn de ver gadering van onze partij nog «uük een toon aanslaan als da heer Koster hier gedaan heeft? :3pr. ontkent, dat er tegen de ontevreden heeren een hetze ds ge voerd, maar naar buiten moest getoond! worden, dat de partij niet in staat van ontbinding is. iSpr. komti dan tot zijn requisitoir. Van Berestcyn, zoo zegt hij, ds ongeschikt voor de partij; hij tracht daarin voor zich een partij! te vorm. Hij heeft een de; „Je «uit vanobcht inst j-fi «et? td ovr^eeriT-tomriy moeten koioonl" Ik heb (lfen (niücht, sFrtk&z, geen oog dicht gednuiiP, ging met aidjsoif tatfWie' ar» kcsi niet anders concludeeron, dan dot Ik ivocc dfa> bosch^'ldi- ging geen enkele aanleiding heb gegeven. fe)u«&chön is mem met dat praatje idlocrgei^ian on werd dog a&n dag mijn naam l>öklad. Dat te ongehoord', dat ds beno den alle fatsoen. (Langdurig applaus en zwak gefluit) Nu de bewaring ven desa bear Van. Berecteljn. dat er een rapport was 'logen hem en don heer Toer»(Ara. HIJ :*o\i dat van 'een lid dar rcc^r^jjde in de Kamer heb ben gehoord. Men moet wetem, dat men 5ia die Kamecr wt»et, dat de heer Van DoresteJjn doodsbenauwd ia om actel. Men houdt heim er mee voor den gek. Zoo had men hom van rechts gezegd!: <Er ia een rapport tegen Jeu en Teonstra, er komen maar twee vrljz.-democraten in de Kamor feiug, dat zijn Marchan* en Aletta Ja cobs. Met dat praatje kiwam hij bij mij. Ik zei dat*het een kletspraatje was en dat >mlj daarvan niets be kend was. Toch ging men door al die kletspraatjes te verspreiden en imlj te be'astei en. Bu nooit aijin voor die besahuldiglngen bewijzen bijgebracht. DaartegeD moest ik protesieeron en daarom heb ik or op g as taan -thans oens flink te kumnen zeggen, woar heit ep «taait. (Langdurig applaus.) Vervolgens komen de (replieken, waarbij de heer Teenstra in hoofdzaak tegen die leiding van den heer Marchont opkomt. Zoor (terecht heeft de heer Marchont geveld, dat de aanval gaat tegen hein, wiens leiding voor ide partij een mislukking is geweest. De (heer Ketelaar: Schandel Dat heb Je voor twee en drie maanden niet gezegdl De heer Teenstra: Marchont heeft tegenover ons een ihouding aangenomen die hem als leider on waardig was! De hoer Ketelaar: Maar „hei voege lijf' waa toch ook onwaardig! De heer Teenstra: Er te geen sprake van, dat Mar- chanit partijledder «oude zijn gebleven, als hier een vrij referendum over was gehouden. 'Daarom moest hij van eon vrij referendum niets hebben! Dat be doelde ik met het in veiligheid brengen van het voege lijft Wat het vervullen van.' spreekbeurten beeireft, spr. heeft alleen geweigerd' om to komen .spreken over de landanbeidersiwet of over die droogmaking van de Zuiderzee, omdat hij zich daarvoor niet sterk genoeg gevoelde tegenover menschen, diie goed in het onder werp ingewerkt waren. Een der aanwezigen (toterrumspeert, dat de heer Teenstra wel spreekbeurten wil' vervullen, maar al leen te Groningen. Als kleine afdalingen hem vra gen antwoordt hij eenvoudig odet. De heer Teenstra: Ik kreeg nooit uMnoodiglngonl De heer Oud roept do nomen van velschillende af- deelingen diie op hun verzoek aan don heer Teenstra om te komen spreken, geen antwoord kregen. De heer Teenstra: Nooit iets van ontvangen! De heer Oud: Schaam je, dat Je zoo staat te liegen 1 De heer Teenstra: De heer Merchant kan het niet uitstaan, als hij' niet wordt toegejuicht! De heer Merchant Och, Je bent gek, kerelt De heer Teenatra zal een voorbeeld geven van de opvatting welke de heer 'Marchaot hoeft van het be grip partij-leiden. Het waa bij de bthandtfing van de anti-revolutie wet in de Kamer; spr. valt' den moed om den. heer Marchanti op te bellen en hem te vra gen: moeten we nu maar bruusk tegenstemmen, moe ten we geen amendementen) indienen? Daarop heeft de heer Marchont geantwoord: „Och strijd van laag allooi gtevoeid; hij heeft vergeten, dat toral» ben je nou heetamaal1 bedonderd?" on do Ceta- roepdjng voor het) Kamer lidmaatschap niet voldoende: i!t>on aan den haak gehangc" 1 J 1"1" ging het toe lm onzo fractie! Men 'kan ons royeeren, «oo besloot spr., maar dat haalt het-despotisme hon Marchant niet uit de partij. Met hom en het hoofdbestuur moet men beginnen, die hebben de partij kleJm, en niet groot gemaakt; Marchant ds het geweest, die de partij-Heeres afge- j Kamerlidmaatschap niet voldoende aan den haak gehangen. Zoo vriendschappelijk is; men moet ook door anderen geroepen- worden. Tegen dleni heer Teenstra te spr.Is groote grief, dat hij van den aanvang af heeft gedreigd, de partij te zuillen isaboteeren, als zijn zin niet gebeurde. Met de hoeren Koster en vamj iBereot'eiJnj heeft hij een vierbond gesloten, om af te dreigen ongedaan te maken, wat de algemeene vergadering heoft besloten. Dat hij niet stooten hooft, omdat hetpeuteraars waren". Waarom als «preker wilde optreden, om Oud! dn de Kamer te ii heeft de heer Oud) niet twee maanden geleden een brengen teekent hem. commissie van onderzoek gevraagd? Thans, aldus De iheer Teenstra interrumpeert. ij sPr-> heb ik dio niet meer noodig; thans behoef ik De 'heer iMarchant: Er kunnen hier brieven worden den heer Oud daaraan niet meer te helpen voorgelezen, die u al hee'1 weinig plezier zouden doen.He heer v. d. Veen legde namens hot platteland Gij hebt de partij eraan gewaagd. En dan1 durft gev&n West-Groningen de verklaring af, dat de vrij- nog Zeggen, dat ge zult afwachten, of de partij weer f zinnig,-democraten in deze streek de houding van den een fatsoenlijke partij zal worden. heer Teenstra betreuren, afkeuren, en erdoor telour- Spr. concludeert, dat de genomen besluiten' gehand-gesteld zijn. GEDIJ heeft gezegd: ik ben geen schooier, haafd moeten worden, omdat ze elke crltiek kunnen]: maar, aldus spr., wij zijn ook geen schooiers, en «ul- doorotaan; omdat, wanneer men er op zou terugkomen y teu hem nu niet vragen: Bilijf alsjeblieft, dat zou zijn een erkenniing dat ze onijudst waren. Bij Daarna Volgt woer de lieer Koster, die Marchant ver- pen nieuw referendum komt alfle misère opnieuw, en li wijt dat hij alles in hetze heeft gebracht tegen het het practïsehe wenk moet «oo spoedig mogelijk weer ij drietal. Spr. wil ndlet in het openbaar zeggen, waarom wonden opgevat. hij niet met den heer Oud wil samen-wenken. Dat Ten 'Slotte zegt spr.: Ik heb- het altijd beschouwdgaat niet! Ik denk er niet aan! Het zijn zaken van als een eer, lid van de partij te zijn; ik ral ontslag j zuiver persoonlijken aardi! Ata de heer Oud daarover nemen >op den dag dat 'ik dit niet meer dóe. De partij ij icommisisde wil, moet hij het weten, moor waarom moet zeker zijn van zijn vertrouwensmannen, dat zij moest dit nu in de krant. de belangen van hun partij, van het beginsel-, van ji Spr. verdedigt) zich dan togen het verwijt, volgens het volk, stellen boven persoonlijk belang. Ons be- )j hetwelk hij een dag na het overlijden van den heer ■ginselt vloeit voort uit taltrudis/me en laat daarom, des jj Van Deventer naar Assen zou zijn gegaan om voor ;,e minder plaats voor baatzucht. De partij reinlge zijn candiidaiüuuir te werken. Wie dat aan Marchant r.iichi thans van smet', en mafce het haar Vertrouwens- i gezegd heeft, is eenvoudig een leugenaar. Ik heb heden mogelijk te «eggen: bij ons te voor een 'baat-1! n ooit iets gedaan om mezelf dn Asaen op den voor- mchtüge poMek geen ïdaats. i(Luiid en aanhoudend jj grond te dringen, al had fi/k me «eer gemakkelijk op applaus.) Vervolgens komen verschillende ptfgev.aanÜ.'gderi aan het woord, wat ons te ver zou voeren ora hier al- .^raaal te reieveeren. ito de Zondagmorgen vervolgde vergadering te hot eerst het woord non Mr. Oud. Hij ontkent ten sterkste het er op -te hebben aange legd den heer Teenstra uit de Kamer ite werken, in tegendeel is er ook zijnerzijds alle mogelijke moeite gedaan om den heer Teenatra' op de propaganda ie doen uitgaan. In Noondholiaud -zeiden de partljgenoo- 4en van het platteland, dat iTeenstlra weieens mocht Tomen. iEni iin Morkèlo «ei men ©preker dat er 400 stemmen van de boeren Verloren gingen, omdat Teen stra weigerde er te komen spreken. Het was ook niet mogelijk den heer Teenstra -te bewegen ddt to De Leek te gaan doen; toen ging hij, mr. Oud; En dei heer Teenstra «ei! hem: „Toe, breng daar iook mijn naam xms naar voren, het is -mijn oude district". Ik heb dat toen gedaan, zegt (Spreker, dat kan de burgemees ter van De Leek, die hier gisteravond was, getuigen, de federatie-vergadering to Drenthe voorkeurstemmen kunnen verzekeren. iSteeds heb ik de thans bestaande geschillen langs oiganteatorischen ,weg opg^csi wil len zien. De fouti van het hoofdbestuur en den hee:r Marchant ia geweest, niet Co beseffen, da^ jd&.üDU-esi; en niet te beseffen, wat het te voo? 7=en .dttiend Kaoser lid, op iwien als Kamerlid geen critiek is geoefend, cm plotseling sondör feitelijk motlief erbuiten gezet te worden. Toen heti" tijd was, heeft Merchant niet willljen ingrijpen. Daarom «hindert het mij zoo. als men zggt dat) ik irn een complot ben geweest terwijl ik er zooveel moeite voor heb gedaan om (Merchsni ertoe te bewegen, to te grijpen. Maair niets van alles wat ik voorstelde was mogelijk. Ik heb voor mijn öandidatuur bedankt u!i 'n gevoel van onbievredigdheid', omdait het Hoofdbestuur niets wilde doen /om het conflict op te lossen. Het heeft me in -1918 heel- hoog gezeten dat) ik viel "doordat Noord- Ko'Hand ine weï om Drenthe me geen vcorkeuirsitem- men gaf. Verschillende imeneclien hebben me toen brieven geschreven, dat ik to 1E22 weer to de Kamer „Tik wees op de verscMltenlde amendiementen door moest; dezen monschen heb ik thans brieven geaohre- Teenstra togedleDd op de wet op de Grondbelasting, die ik gemaakt heb. „Nauwelijks was ik to 1918 to ds Karair, toeo de Scheurwet aan de orde kwam. Teenstra «at toen met deni juridlilachen grondslag \od door hein to te dienen ven enik eiken votonondlg, «tot dit een fout te ge weest, die ik betreur. -(Applaus.) Maar moet men nu vani een zoo persoonlijke corres pondentie fpebruik maken? Ik tart lederen om waar le maken, dat ik één w£loI woord kwaad van wolken iimendiementon: spreker heeft bij die gelegenheid een tegemcandAdaat ook esproken of geschreven bob. Nu gcheelen namiddag besteed cm hem te feolpen, wel hij, ide heer Oud, dtoi* middiag beatamd had om zijn zieke moeder te Bloemondnal te bezoeken. Da< ie het werken van Teenstra. (Toejuiching.) Ik héb nooit getracht iemand oneer fractie uit de Kamer te drin gen, want dat weet ik wel ik heb altijdi bet gevoel ge land, dart. ata wij hMJven werken; en het allemaal doen, wij allemaal to de Kamer blijven. (Applaus.) Nu zegt die hoer Koster, dat hij imot mij mlet kan samenwerken, maar het te -een feit-, dat de heer Kos ter, toen to een vergadering van1 hert) hoofdbestuur zijn» -opmerkingen wonden besproken, uitvoerig be sproken., >ten «lotte «edtde: Ik ben ten volte /tevreden gesteld I Van de hoo-fdbestuurstofet: Zóó Ja hett Geroep: Ongehoord, Behandel De heer Oud: .Juist, schmcdfcl En schandelijk is ook do Hetze rtlegon de partij. Ik was, vervolgt «preker, to Zeeland op propaganda kwam uit Goes, had „De Telegraaf nog niet gelezen waarin stond dat Koster had bedankt voor rijno plaat» op de lijst en voor het hoofdbestuur, toen oen pertij- genoot mij 'e avonds de krant bracht. Daarin dtwhi dat Koster bedankt» omdat ik het referendum "had W oetovloed en samenwetrking met rail onmogelO wco, jhe haaldelvk. me?, hem^ besprok- iT «el dten (poirrtijgcnoot, die ral) de krant in rnlju t-!i'jankje lu uo Twaedo Kamor lie I tei braohfi: „Ik ben', er mdj riet Veil bew^ai;", To«w. Hk heb johegoduid hem gehad. Hij wilde «.chter, paridjganoot Van Gelder, die mij blifkbeaff otat golooi- dat de aig. vergadac^ng tet ug zou komen op haar krijg ik eert brio! waarin istaat dat men bij het refe rendum ito CNoucdHoïlaad op Oud gestemd zewde lijn omdat wr to Drenthe tegen deze geageerd zcud» zijn, dat hij daar eruit lag. Bij onderzoek, aldus spr., Is mij daarvan nierte gebleken; to Drenthe ont kent men het pertinent. Spr. verklaart dan nog eens, dat hij met zijn brief aan het H. B. niets anders gewild heeft dan in zoo nober mogelijkon vorm als hoofdbestuurslid bedan ken. Dat is niet het toedienen van een giftdruppel aan de partij. Zelf heb ik van de heeren v. Bere- steyn en Teonstra afgekeurd, dat zij vóór huil pu blicatie van het conflict niet eerst het hoofdbestuur hebben gewaarschuwd. Zeker, zoo gaat spr. verder, ik heb fouten gemaakt; ik bon te subjectief geweest, maar dat ik onder- grondsche propaganda heb gemaakt,, is niet waar. Daarna is het woord' voor repliek aan den heer Marchant De h»er Marchant zou het kort maken met den lieer Teenstra. Deze is zoo geworden onder den in- viued van anderon, hoeft hot ook vo<-r de werke- lijKheiu vorloren. hem zit dwans'uut 0*d een hoo- ger nummer op de lijst had dan hij. Ik heb de zaak als hij in mijn egen mij aanzat. besluiten. Dat is de kern der zaak. Daarcra is hij zijn actie tegen de partij begonnen. Het bleek uit do bewoordingen van zijn intterview L De Telegraaf. Toen ging het niet tegen mijn. partijleiding, maar is de koers veranderd, m? g:uit hot tegen mij. Daar voel ik mij niet lekker, bij. Men moot elkaar kun- non vertrouwen. Dat kan men Teonstra niet meer. IliJ moet er uit of ik. Een stem: Dan gaat Koster ook méel Men moet, zegt hij, niet zijn sigen belang op hot oog houden, maai dat der partij. Al" zij be slist heoft, moot men zich v:,:ven. Een partijbeeluit mag mon niet voelen als een* klap in het gezicht. Zeker, ik heb Teenstra steeds aangespoord uit spreken te gaan. Toen ik echter hoorde, dat het hem moeilijk viel om huiselijke omstandigheden, heb ik dat nagelalen. Zoo heb ik hem als vriend bo- hundelo nu word ik er zóó voor beloond! Hoe temand, die do partij in eon zoo groot levens- go va:» hoeft getracht, den trourigen moed heeft goba-i om hier nog to zeggen, dat Marchant de partij heerf. I-Min gemaakt, is onbegrijpelijk. Dat hij het altijd noeft over de partij-heerschers, komt omdat hij steun heeft gezocht buiten de partij, bij men- sc.M die meenon, dat zo hun avonturen beter in xdere partij (spr. bodoelt. de pnrtiJ-Hoeres) kun- n(3i. uitleven dan in onzo- partij. Hot verroeste rapier van den overste Duymaer van Twist heeft de hoer Tc-enstra uit de scheedo getrokken, en daarmede in gehakt op de eigen partij, toen hij ons voor mili taristisch uitmaakte. Wat hij gezegdl hoeft over mij ra houding bij do anti-revolut,iewot. raakt kant noch wal. Wel is de heer Teenstra ïnoedig geweest, dat hij mij heeft op gebeld. Het is best mogelijk dat ik hem door de telefoon eon korzelig antwoord heb gegeven. Als men gevoelt, dat hét onze dierbaarste beginselen geldt, moet men dan komen met amendemontjea, die het mogelijk maken den schijn te redden, als mon vóór stemt? Als iemand, van wien men denkt dat hij in den strijd voor hooge beginselen naast ons staat, met zulk een vraag komt, is het dan te verwonderen, dat men antwoordt: Ben Je heelemaal bedonderd? Spr. komt dan tot de rede van den heer Koster, die technisch op heel wat hoogor standpunt stond. Hij blijft de verantwoordelijkheid dragen, dat or met vette letters in de pers gestaan hoeft: „Dc ontbin ding van de Vrijz.-Dem. Partij". Ook als hij nu zegt dat hij het anders gedaan zou hebben, wanneer hij het nu nog eens moest doen, blijft de verantwoorde lijkheid voor hem. Ook als hij nu met een blomzoet gezicht en tranon in de stem schuld belijdt. Een half- t' .orekenbare kan men zoo iets vergeven, niet ie mand als den heer Koster. Deze heeft medegedaan aan het bezwadderen van den heer Oud1, van wien spr. wel eens gevreesd heeft dat hij zijn gezondheid achterstelde aan zijn overmatig werk voor het wel zijn van de partij. Het propagandanummer is voor do heel© partij be- Bcliouwd als een heerlijke uiting van solidariteit. Geen inzender heeft zich erover beklaagd, dat dit nummer schandaal-lectuur bevatte. Algemeen heeft men erkend, dat het de partij gered heeft na den moorddadigen aanvang van het complot van drie. Wat de candidatuur-Assen van den heer Koster be treft, hij moge door Assen uitgenoodigd zijn, maar hij had die candtdatuur niet mogen aanvaarden buiten het hoofdbestuur om. De commissarissen zij ner vennootschap wilden niet eens dat hij haar aan vaardde, hij heeft er links en rechts naar gesollici teerd!, volgens mijn indruk, uit wraakzucht tegen den heer Oud. De brieven, welke hij nu betreurt te heb ben geschreven, bestaan toen maar, maar het erg ste is, dat hij twee maanden geleden nog ontkend hoeft ze te hebben geschreven. In deze brieven staat dat zijn caradidatuur gepousseerd moet worden in verband met die van van Beresteyn en Teenstra. Daarbij komt nog, dat hij den heer Oud heeft be schuldigd zonder er Iets van te bewijzen. Met zoo iemand heb ik afgedaan! Men verwijt mij, dat ik niet een nieuw voorstel aan een nieuwe algemeene vergadering heb ge daan. Maar dat- kon toch niet na het referendum. Daarna zijn de heeren hun actie begonnen. Zij wil den het teniet doen. Ze wilden ons dwingen om hun zin te doen «op straffe van het kapotmaken van de partij. Dat wij nu bepaalde adviezen tegen hen moe ten geven, is de schuld van hun actie. Dat de heer Koster uitgemaakt is voor conserva tief naar aanleiding van zijn houding ten opzichte van de arbeidswetgeving, daar staat spr. geheel bui ten. Men zegt, dat ik had moeten lijmen en verzoenen, maar dat zoude hebben beteekend de dood der par tij; op de partij is een poging tot sluipmoord ge pleegd, en daarvoor bestaat verantwoordelijkheid. Het complotteerende driemanschap heeft niets ge- daan om tegen te spreken in de pers het door hen gelanceerde praatje dat de partij in ontbinding was. Zo hebben de partij eraan gewaagd. Maar ze zijn afgestuit op de liefde voor de partij bij d'e leden van de partij. Wat moet er nu gebeuren? vraagt spreker. ITot vertrouwen, dat de heeren! Teenstra en Koster na het gebeurde nog waarborgen geven zullen dat zij de partij trouw zullen zijn, heb ik niet. Men zegt dat ze uit zichzelf zullen bedanken, maar daar reken ik niet op. De partij moet niet te benauwd zijn voor het maken van martelaren; door de heeren Teenstra en Koster als leden te handhaven, pleegt de partij zelfmeord. Bovendien, er komt nog een nieuw referendum; daaraan kunnen toch niet deelnemen lieden die schuldig staan aan poging tot moord op de partij. Iedere rechter zoude hen wegens poging tot moord voroordeelen. Als de partij hierover heenstapt, dan maakt ze een armelijken indruk. Daar komt nog bij, dat de heer Teenstra geen lid meer is van de Ka merfractie, in de Kamer zit hij en blijft hij zitten, want hij zit er graag. Men kan met hem praten over politiek fatsoen, maar dat is kloppen aan doo- vcmansdeur. Dat doet er echter minder toe; hij zit niet meer in de Kamerfractie, dus voor wat hij in de Kamer doet zijn we niet meer verantwoordelijk. Maar wat voor verhouding krijgen we als hij lid van de partij blijft? ,Spr. acht een. royement niet noodig, hij wenscht het uitspreken door de algemeene vergadering van haar scherpe afkeuring van het gedrag dezer beide heeren; dan zullen ze nog wel fatsoenlijk genoeg zijn om te erkennen dat hun plaats niet meer in de partij is. Verschillende moties zijn ingediend, waarvan ten slotte het resultaat is dat de volgende motie: De vergadering, gehoord de debatten over de geschillen-Teenstra en -Koster, verklaart, dat de feiten, die blijken vast te staan, haar ertoe leiden, over de houding, die de beide heeren hebben aangenomen tegenover de partij, haar scherpste afkeuring uit te spre ken; en gaat over tot de orde van den dag. met 4 tegen 159 stemmen wordt aangenomen. Met algemeene stemmen wordt een motie van ver trouwen in het hoofdbestuur aangenomen en het 4 togen 160 stemmen wordt de motie van Alkmaar aangenomen, waarin afkeuring wordt uitgesproken over de houding van den heer Van Beresteyn, die als lid! van den Vrijz.-Dem. Bond bedankend), niet heengaat als Kamerlid, ofschoon hij toch als Vrijz.- Dem. is gekozen. In de huishoudelijke vergadering van den Vrijz.- Dcmocr. Bond is de heer Th. M. Ketelaar op de vier de plaats van do candidatenlijst gezet. De eerste vier, nummers zullen dus zijn: 1. mr. Marchant; 2. mevr, Bakker—Nort; 3. mr. Oud; 4. Ketelaar. Beslo ten werd voorts, dat het referendum over do vijfde en zesde plaats zal beslissen. Voor no. 5 zal oen landbouwspecialiteit, voor no. 6 iemand uit de vak beweging worden aangewezen. De heer Teenstra heeft inmiddels als lid der V.-D. bedankt. N. R. Ct

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 6