Vrijzinnig-
Democratische Bond.
Onder leiding1 van mor, W. H. M. Werker da Zater
dagavond te Amtrttarüam de «buitengewone algemeene
vergadering van dba Vetyk-Oem. Cobd begonnen, wel
ke uitgeschreven ia mM fcööilakittogi het bedan
ken van do hea^ra jtor. x Boresteijra m Teenstra voor
hun Kamer •«aracüd&tii'Ui- de aanstaande verkiezin
gen, en hei afwijzen door denj heer Koster van tijm
plaats op de caradidat eni ijst.
Boven de bestuurstafel was aan don wand een aan
plakbiljet gehangen, waarop stond: Het belang der
partij gaat boven peraooni&.5k-s> belangen.
Van de Vrijx.-Dem. Kamerïeden weren aanwezig die
heeron mr. H. P. Merchant, Th. M. Ketelaar, en P. J.
Oud.
De voorzitter opende die veryadwtog met een rede
waarna hij er op wijst, dat des* dag geen feestdag is,
maar gewijd is aan die crdtiek op onszelf. Daaronder
zal onzo Bond! niet Mjden. Onzo Bond ia er en onze
Bond blijft er, Deze dag zal gewijd zijn aan. de cri-
tdek op onszelf. Daaronder zal ons beginsel niet lij
den; het oordeel' zal niet verduisteren, ons 'verleden
noch cj.ze (toekomst!. 'De oritiek op onzo gedragingen,
onzo zoll'crJitlek ziji zellfs openbaar gediend: daarom
vreezen wij nl.et dat al wat or gezegd moet worden,
ook gezegd! zal worden voor wie het' ihooren wil.
Vervolgen» ontstond eon nogal roorig debat over dc
vraag of de heer Boresteito toegang loit de vergade
ring zou hebben of niet. Zooalis bekend had de heer
Van Beresteljn bedankt als lid van don V.-D. Bond.
Enkele dagen geleden Vroeg hij op dit bedanken te
mogeni terugkomen, om deze vergadering te kunnen
bijwonen, Het slotreen kool was, dat met 107 tegen
39 stemmen werd besloten den heer Van Beresteljn
niet toe te la/ten.
Vervolgens gaf de voorzitter een overzicht van al
wat gebeurd is, waarvan de hoofdzaken onze lezers
vrijwel bekend kunnen/ zijn.
Daarna werd het woord1 gegeven aan den heer Teen
«tra. Bij' mij, zoo zeide hij, heoft het allang Vastge
staan, dat de heer Oud pogingen deed om mij ais Ka-
merlddl beentje te Idchitlen. Vooral op de algemeene ver
gadering te Amsterdam, kreeg ik hom In de gaten. Het
rapport vanj de> oommdlsste-Kohinstamm, waari/n de
heer OudJ als belanghebbende, immers 'Kamerlid, zat.
had allloen de bedoeiling, aUdus spr., mij1 uit de Kamer
te werken, ledier kreeg eieni district, eni ik bleef or
buiten. Ik, die twaalf Jaren lang, de- noordelijke dis
tricten voor onze partij dm do Kamer vertegenwoor
digd heb. Deze. sluipmoord echter is mislukt. Het rap
port waa 'm schande voor de. partij, een schande voor
de partij da 'het dat in de Kamerfractie iemand zdt die
nis üd van deze commissie zijn fractie-genooten een
dolksteek in den rug geeft. Dit lomenigo rapport zou
dm geen enkele pcflitleke partlji geduld zijn. Het Ka
merlid Oud had dien schijn moeten vermijden en geen
lid moetenl worden Van de commissle-Kohnstamm. En
Marckanrt. heefit hierover noodt schande gesproken; hij
heeft dit rapport op andere gronden1 afgekeurd,
iSpr. betoogt voorts, dat bij een vrij referend/um
do heer iMarchamt en mevrouw BaJkker-Nord aeker
geen eerste en tweede plaats op de lijst zouden heb
ben gekregen. Democratisch is het, dat de kiezers
uitmaken wie candldaat zullen zijn. Spr. zedie ver
der tot 't hoofdbestuur: blji uw pogingen tot .pacifica
tie hebti ge ons al» klungels behandeld, Marchant vond
het niet de moeite waard deze conferentie bij te wo
nen. De partij bestaat uit iMarchant en Oud, en wij
zijn de klungels met wie men doet wat .noen wil. Dit
is gebleken biji verschillende kwesties, bij' de inili-
taire kwestie, bij de kwestie-Heef es, bij; de kwestie
van het gezantschap bij den pau», waarbij Marchont
zijn woord' gegeVen had aan Van Kamebeek dat zijn
fractie voor zou stemmen zonder dat de leden er in
gekend waren.
Tenslotte zeide spr., dat men hem op nummer vier
geplaatst heeft om hem te straffen voor zijn onafhan
kelijkheid, voor de uiting van zijn vrijie moering als
vrij man.
VeiVolgen» waa het woondJ aan den heer Koster.
In de eerste plaats wees deze er op, dat in 'n hoofd
bestuursvergadering, waarin hij niet aanwezig kon
zijn, de heer Oud benoemd 'is tot Qid van de commis-
sde-Kohnstamm. Deze benoeming was fout, het aan
nemen van de benoeming was fout, maar nog veel
en veel erger fout was, dat er toen twee districten ge
combineerd zijn om oen vrouw kans te geven en aan
Marchont zekerheid van een 'Kamerzetel; dat Oud. zijn
district toen heeft gecombineerd, niet met dat Van
Marchont maai* met dat van Teenstra. Daarmede had
Oud alleen op 't oog, diat hij weer dn de Kamer kon
komen. Dat had het hoofdbestuur moeten afkeuren.
Als men komt met een 'lijst waarop een Kamerfractie
als eenheid voorkomt, moet men niet 'enkelen van' de-
fractie .opruimen.
Waarom is het stelsel van anciènniiteit het slechtst
denkbare stelsel? Is soms de nu gehouden verkiezing
zoo ideaal? Het hangt er maar van af, wie in een
belangrijke zaak het laatst in het parlement gespro
ken heeft, of men bij 'n referendum in de partij voor
de plaats op de candddotenlijst de meeste stemmen
krijgt; daarom gaat het niet aan, dat stelsel te vol
gen. Men mag ook £aen «wrhtttó leggen kusschem het
Kamerl-idma*-tschap en het partij wek.
Toen ik, zoo Vervolgde spr.; p^rtSJaatrvrftrU r?av,
heb ik het er moeit op gezel; an srffm «Svloed £«rc
zoodanig gebruik te maken om e^n ander uit de Ka
mer te drukken ten gunste van mijzeK.
Ik heb voorgesteld, vervolgde spr., alsnog te zoeken
n9ar een uitweg om het partijverband te sauveeren
Is het nu onorganisatorach om iets. opnieuw te on
derwerpen aan de hoogste instantie dn de partij?
Tenslotte beklaagt] spr. zich erover, dat tegen hem
en de heerera van Eerestedjn en Teenstra een hetze is
gevoerd, die alle perken te buiten gaat. Een oplossing
van 'bet conflict heeft men nooit gewild, 'omdat van
het eerste oogenbldk af partij was gekozen, Spr. hoopt
dat deze dag niet alleen zal zijn een dag van recht,
maar ook een dag van wijziging;, dat die leiding riet
langer alle welwillende oppositie kapot zal maken,
'dat ze niet ilanger tirannie zal voeren implaats van te
leiden; dait de vrijzinnig-democratische partij weder
om zal zijn een democratische partij.
Het woord was vervolgens aan den heer Marchont.
Hij zeide, dot de laatste twee sprekers de positie had-
dien ingenomen van menschen met een rein geweten,
die tegen anderen veel hadden te «eggen. Spr. wflkde
thans een woord van verweer spreken, dat het karak
ter zou dragen van een requisitoir tegen ü»*e
hearern, die voor 'hun operaties de iproje^óriem gec^ai-
ken, welke ook de vijanden van de partij bezigen. Ook
zij noemen iMarchant dien tiran van do partij en de
fractie. Heit hoofdbestuur is volgens hen een troepje
nullen en de partij loopt goedig achter hen aan. Waar
uit, aldus spr., wondt die tirannie van mij bewezen?
Het heet, dat do loden van do Kamerfractie niet do
vrijheid! van spreken haddien. Zijn in do handelingen
van do Tweede Kamer die sporen daarvan aanwezig?
Da ,vrijzinii'igrdomocrartion leveren do meeste sprekers
ln de Kamer, en hot is volkomen onjuist, een ieder
kan het caatrtfloaren, dat de heeron daarbij 'die minste
Sreaslo «ouden ondervinden, van den leider der frac-
o Een dergoliijike klacht ware misschien gerechtvaar
digd geowest onder de lettHmg van Druckor; toen waB
er meer arbeldsverdeellng, maar kwam men indivi
dueel minder tot djni recht. Aan dit stelsel heeft Bos
een einde gemaakt en spr. heeft hem hierin gevolgd.
In de fractie hebben we steedö goed samengewerkt.
Spr. beroept zich op do getuigenis Van mr. Limburg,
die raid»; Do verhouding van de fractieleden mei den
(Mactlovoorzitter is stoeda uitnemend geweest. Er »ijr
och ter gevr.ilen gewoost, waarin spr. ledon van fa
fractie beu ft moeten dcwivoue^ron, omdat zij handel
den op eigen hand. Van D^resboijn achtte zich te iuctg
v<*or i«ractk> «disciplkio; «m .'smaad moet niet in een
fractie, niet 'ju een purtJQ B&oo. HU ie to da fractto go-
gaan om er te komen, hij heeft friet veitufean occn de
partij te dienen.
Wat nu de heer Teenetra aangaat, dieze is maniok
ge». ,,vw het donktioold «lat Marchant en Oud
hem als Kamerlid beentje bobben willen lichten, llot
zou hem, waarlijk geen kwaad hebbon gedaan als hij
wat meer (juridisch begrip had gehad. Tiorataltan ma
len heeft spr. Teenstra moeten aonoporen, er op uit
te gaan om te «proken. Hoe kan deze zich erover be
klagen, dat hij niet genoeg «preekbeurten kreeg? Het
rapport-.Kohnstaimm heeft geen andere dan btotori
«jche beieehenle. Het heet zoo païrijdtia vcvr Oud, dia
mijn hleleniHikiker era mijn knechtje wordt genoemd,
en ik, aldus spr., 'heb hot onmiddellijk kapot ge
maakt, niet om dezelfde grieven die de heer Teenetra
ertegen heeft, maar omdat het slecht en heit daarin
aanbevolen stelsel ontactisch was.
A'ls bij de samenstelling van dit rapport een be
hoorlijke, zedelijke ontoelaatbare invloed ia uitge
oefend door Oud, om zijn wigon belang te dienen, dan
kunnen) dit alleen de commissieleden weten, en die
ontkenner! het eenstemmig. Zelfs, zegt prof. Kobn-
stamm, dat Oud er heeliemadl geen invloed op gehad
heoft. Ata die heer Teenstra zegt, dat de heer Oud
hem een dolksteek dm den rug heeft toegebracht, dan
antwoordt apr. dat hiji het schandelijk vindt van den
heer Toonstna, om den heen Oud aldus zonder eendgen
grond ite belasteren, en te trachten hem onmogelijk te
maken.
Nooit heeft spr. «tób bemoeid! met die opstelling van
de volgorde op de lijst. Heeft spr. don heer Teenstra
bohnndeldJ als eon klungel, omdat thlj, spr., het an-
ctenniteitsatelsoï miert] wilde? Hiji beeft telkens ge
tracht, de argumenten daarvoor te weerleggen, maar
telkens kwam; men weer met de reeds tientallen ma
ten weertegde argumenten terug en dan krijgt ge er
tenslotte genoeg van. Men moet er zich dus niet ovèr
verbazen, dat ®pr, die conferentie van hoofdbostuurK-
lediera met de ontevreden Kamecrfractteleden niet heeft
willen bijwonen. Spr. heeft van den aanvang af ver
worpen het stelsel van anciënniteit en rechtspositie
van Kamerleden), omdat dit leidt tot een stelsel van
regenten.
(Spr. wees er daarna ep, dat de heer Koster het
zoo kwallljk heeft genomen dat] het hoofdbestuur
den brief, waarin hij bedankte als lid van het) hoofd
bestuur, gepubliceerd heeft, alvorens hem te behan
delen, Nu is de eerste kogels tegen de partij gericht,
gekomen van den heer Teenstra, toen die aan een
journalist' zeide: meerderen zullen rndj Volgen. Dit
is een schande! Daarna, twee dagen 'later, ds de (birief
van den heer Koster gekomen. Druppelsgewijze werd
het gift aan 'die- partiji toegediend. Daaraan moesten
we ineens een einde maken en daarom te ddie brief
oinimiiiddellHIJk gepubliceerd. Ik Iheb, 'aldus spr., dn dien
brief heelemaal1 niet) kunnen lezen, dat bet dm de be
doeling van den heer Koster lag om bakzeil te halen.
Erg is het van den heer Koster, dat hij gezegd heeft
tot een krantenman: Dit beteekent de ontbinding
van de partij!, Ddt heeft dn de pers gebracht de uit
drukking: de ontbinding van de vrijzlnnig-demoora-
tiscbe partij. Dit is geweest een afschuwelijk verraad
aan de partij. (Applaus.)
Wie zoo iets gedaan heeft, hoe durft hij dn de ver
gadering van onze partij nog «uük een toon aanslaan
als da heer Koster hier gedaan heeft? :3pr. ontkent,
dat er tegen de ontevreden heeren een hetze ds ge
voerd, maar naar buiten moest getoond! worden, dat
de partij niet in staat van ontbinding is.
iSpr. komti dan tot zijn requisitoir. Van Berestcyn,
zoo zegt hij, ds ongeschikt voor de partij; hij tracht
daarin voor zich een partij! te vorm. Hij heeft een
de; „Je «uit vanobcht inst j-fi «et? td ovr^eeriT-tomriy
moeten koioonl" Ik heb (lfen (niücht, sFrtk&z, geen
oog dicht gednuiiP, ging met aidjsoif tatfWie' ar» kcsi niet
anders concludeeron, dan dot Ik ivocc dfa> bosch^'ldi-
ging geen enkele aanleiding heb gegeven. fe)u«&chön
is mem met dat praatje idlocrgei^ian on werd dog a&n
dag mijn naam l>öklad. Dat te ongehoord', dat ds beno
den alle fatsoen. (Langdurig applaus en zwak gefluit)
Nu de bewaring ven desa bear Van. Berecteljn. dat er
een rapport was 'logen hem en don heer Toer»(Ara. HIJ
:*o\i dat van 'een lid dar rcc^r^jjde in de Kamer heb
ben gehoord.
Men moet wetem, dat men 5ia die Kamecr wt»et, dat de
heer Van DoresteJjn doodsbenauwd ia om actel.
Men houdt heim er mee voor den gek. Zoo had men
hom van rechts gezegd!: <Er ia een rapport tegen Jeu
en Teonstra, er komen maar twee vrljz.-democraten
in de Kamor feiug, dat zijn Marchan* en Aletta Ja
cobs. Met dat praatje kiwam hij bij mij. Ik zei dat*het
een kletspraatje was en dat >mlj daarvan niets be
kend was. Toch ging men door al die kletspraatjes
te verspreiden en imlj te be'astei en. Bu nooit aijin voor
die besahuldiglngen bewijzen bijgebracht. DaartegeD
moest ik protesieeron en daarom heb ik or op g as taan
-thans oens flink te kumnen zeggen, woar heit ep «taait.
(Langdurig applaus.)
Vervolgens komen de (replieken, waarbij de heer
Teenstra in hoofdzaak tegen die leiding van den heer
Marchont opkomt.
Zoor (terecht heeft de heer Marchont geveld, dat de
aanval gaat tegen hein, wiens leiding voor ide partij
een mislukking is geweest.
De (heer Ketelaar: Schandel Dat heb Je voor twee
en drie maanden niet gezegdl
De heer Teenstra: Marchont heeft tegenover ons
een ihouding aangenomen die hem als leider on
waardig was!
De hoer Ketelaar: Maar „hei voege lijf' waa toch
ook onwaardig!
De heer Teenstra: Er te geen sprake van, dat Mar-
chanit partijledder «oude zijn gebleven, als hier een
vrij referendum over was gehouden. 'Daarom moest
hij van eon vrij referendum niets hebben! Dat be
doelde ik met het in veiligheid brengen van het
voege lijft
Wat
het vervullen van.' spreekbeurten beeireft, spr.
heeft alleen geweigerd' om to komen .spreken over
de landanbeidersiwet of over die droogmaking van de
Zuiderzee, omdat hij zich daarvoor niet sterk genoeg
gevoelde tegenover menschen, diie goed in het onder
werp ingewerkt waren.
Een der aanwezigen (toterrumspeert, dat de heer
Teenstra wel spreekbeurten wil' vervullen, maar al
leen te Groningen. Als kleine afdalingen hem vra
gen antwoordt hij eenvoudig odet.
De heer Teenstra: Ik kreeg nooit uMnoodiglngonl
De heer Oud roept do nomen van velschillende af-
deelingen diie op hun verzoek aan don heer Teenstra
om te komen spreken, geen antwoord kregen.
De heer Teenstra: Nooit iets van ontvangen!
De heer Oud: Schaam je, dat Je zoo staat te liegen 1
De heer Teenstra: De heer Merchant kan het niet
uitstaan, als hij' niet wordt toegejuicht!
De heer Merchant Och, Je bent gek, kerelt
De heer Teenatra zal een voorbeeld geven van de
opvatting welke de heer 'Marchaot hoeft van het be
grip partij-leiden. Het waa bij de bthandtfing van de
anti-revolutie wet in de Kamer; spr. valt' den moed
om den. heer Marchanti op te bellen en hem te vra
gen: moeten we nu maar bruusk tegenstemmen, moe
ten we geen amendementen) indienen?
Daarop heeft de heer Marchont geantwoord: „Och
strijd van laag allooi gtevoeid; hij heeft vergeten, dat toral» ben je nou heetamaal1 bedonderd?" on do Ceta-
roepdjng voor het) Kamer lidmaatschap niet voldoende: i!t>on aan den haak gehangc" 1 J 1"1"
ging het toe lm onzo fractie!
Men 'kan ons royeeren, «oo besloot spr., maar dat
haalt het-despotisme hon Marchant niet uit de partij.
Met hom en het hoofdbestuur moet men beginnen,
die hebben de partij kleJm, en niet groot gemaakt;
Marchant ds het geweest, die de partij-Heeres afge-
j Kamerlidmaatschap niet voldoende aan den haak gehangen. Zoo vriendschappelijk
is; men moet ook door anderen geroepen- worden.
Tegen dleni heer Teenstra te spr.Is groote grief, dat
hij van den aanvang af heeft gedreigd, de partij te
zuillen isaboteeren, als zijn zin niet gebeurde. Met de
hoeren Koster en vamj iBereot'eiJnj heeft hij een vierbond
gesloten, om af te dreigen ongedaan te maken, wat
de algemeene vergadering heoft besloten. Dat hij niet stooten hooft, omdat hetpeuteraars waren". Waarom
als «preker wilde optreden, om Oud! dn de Kamer te ii heeft de heer Oud) niet twee maanden geleden een
brengen teekent hem. commissie van onderzoek gevraagd? Thans, aldus
De iheer Teenstra interrumpeert. ij sPr-> heb ik dio niet meer noodig; thans behoef ik
De 'heer iMarchant: Er kunnen hier brieven worden den heer Oud daaraan niet meer te helpen
voorgelezen, die u al hee'1 weinig plezier zouden doen.He heer v. d. Veen legde namens hot platteland
Gij hebt de partij eraan gewaagd. En dan1 durft gev&n West-Groningen de verklaring af, dat de vrij-
nog Zeggen, dat ge zult afwachten, of de partij weer f zinnig,-democraten in deze streek de houding van den
een fatsoenlijke partij zal worden. heer Teenstra betreuren, afkeuren, en erdoor telour-
Spr. concludeert, dat de genomen besluiten' gehand-gesteld zijn. GEDIJ heeft gezegd: ik ben geen schooier,
haafd moeten worden, omdat ze elke crltiek kunnen]: maar, aldus spr., wij zijn ook geen schooiers, en «ul-
doorotaan; omdat, wanneer men er op zou terugkomen y teu hem nu niet vragen: Bilijf alsjeblieft,
dat zou zijn een erkenniing dat ze onijudst waren. Bij Daarna Volgt woer de lieer Koster, die Marchant ver-
pen nieuw referendum komt alfle misère opnieuw, en li wijt dat hij alles in hetze heeft gebracht tegen het
het practïsehe wenk moet «oo spoedig mogelijk weer ij drietal. Spr. wil ndlet in het openbaar zeggen, waarom
wonden opgevat. hij niet met den heer Oud wil samen-wenken. Dat
Ten 'Slotte zegt spr.: Ik heb- het altijd beschouwdgaat niet! Ik denk er niet aan! Het zijn zaken van
als een eer, lid van de partij te zijn; ik ral ontslag j zuiver persoonlijken aardi! Ata de heer Oud daarover
nemen >op den dag dat 'ik dit niet meer dóe. De partij ij icommisisde wil, moet hij het weten, moor waarom
moet zeker zijn van zijn vertrouwensmannen, dat zij moest dit nu in de krant.
de belangen van hun partij, van het beginsel-, van ji Spr. verdedigt) zich dan togen het verwijt, volgens
het volk, stellen boven persoonlijk belang. Ons be- )j hetwelk hij een dag na het overlijden van den heer
■ginselt vloeit voort uit taltrudis/me en laat daarom, des jj Van Deventer naar Assen zou zijn gegaan om voor
;,e minder plaats voor baatzucht. De partij reinlge zijn candiidaiüuuir te werken. Wie dat aan Marchant
r.iichi thans van smet', en mafce het haar Vertrouwens- i gezegd heeft, is eenvoudig een leugenaar. Ik heb
heden mogelijk te «eggen: bij ons te voor een 'baat-1! n ooit iets gedaan om mezelf dn Asaen op den voor-
mchtüge poMek geen ïdaats. i(Luiid en aanhoudend jj grond te dringen, al had fi/k me «eer gemakkelijk op
applaus.)
Vervolgens komen verschillende ptfgev.aanÜ.'gderi
aan het woord, wat ons te ver zou voeren ora hier al-
.^raaal te reieveeren.
ito de Zondagmorgen vervolgde vergadering te hot
eerst het woord non Mr. Oud.
Hij ontkent ten sterkste het er op -te hebben aange
legd den heer Teenstra uit de Kamer ite werken, in
tegendeel is er ook zijnerzijds alle mogelijke moeite
gedaan om den heer Teenatra' op de propaganda ie
doen uitgaan. In Noondholiaud -zeiden de partljgenoo-
4en van het platteland, dat iTeenstlra weieens mocht
Tomen. iEni iin Morkèlo «ei men ©preker dat er 400
stemmen van de boeren Verloren gingen, omdat Teen
stra weigerde er te komen spreken. Het was ook niet
mogelijk den heer Teenstra -te bewegen ddt to De
Leek te gaan doen; toen ging hij, mr. Oud; En dei heer
Teenstra «ei! hem: „Toe, breng daar iook mijn naam
xms naar voren, het is -mijn oude district". Ik heb
dat toen gedaan, zegt (Spreker, dat kan de burgemees
ter van De Leek, die hier gisteravond was, getuigen,
de federatie-vergadering to Drenthe voorkeurstemmen
kunnen verzekeren. iSteeds heb ik de thans bestaande
geschillen langs oiganteatorischen ,weg opg^csi wil
len zien. De fouti van het hoofdbestuur en den hee:r
Marchant ia geweest, niet Co beseffen, da^ jd&.üDU-esi;
en niet te beseffen, wat het te voo? 7=en .dttiend Kaoser
lid, op iwien als Kamerlid geen critiek is geoefend,
cm plotseling sondör feitelijk motlief erbuiten gezet
te worden. Toen heti" tijd was, heeft Merchant niet
willljen ingrijpen. Daarom «hindert het mij zoo. als men
zggt dat) ik irn een complot ben geweest terwijl ik er
zooveel moeite voor heb gedaan om (Merchsni ertoe
te bewegen, to te grijpen. Maair niets van alles wat
ik voorstelde was mogelijk.
Ik heb voor mijn öandidatuur bedankt u!i 'n gevoel
van onbievredigdheid', omdait het Hoofdbestuur niets
wilde doen /om het conflict op te lossen. Het heeft me
in -1918 heel- hoog gezeten dat) ik viel "doordat Noord-
Ko'Hand ine weï om Drenthe me geen vcorkeuirsitem-
men gaf. Verschillende imeneclien hebben me toen
brieven geschreven, dat ik to 1E22 weer to de Kamer
„Tik wees op de verscMltenlde amendiementen door moest; dezen monschen heb ik thans brieven geaohre-
Teenstra togedleDd op de wet op de Grondbelasting,
die ik gemaakt heb.
„Nauwelijks was ik to 1918 to ds Karair, toeo de
Scheurwet aan de orde kwam. Teenstra «at toen met
deni juridlilachen grondslag \od door hein to te dienen
ven enik eiken votonondlg, «tot dit een fout te ge
weest, die ik betreur. -(Applaus.)
Maar moet men nu vani een zoo persoonlijke corres
pondentie fpebruik maken? Ik tart lederen om waar
le maken, dat ik één w£loI woord kwaad van wolken
iimendiementon: spreker heeft bij die gelegenheid een tegemcandAdaat ook esproken of geschreven bob. Nu
gcheelen namiddag besteed cm hem te feolpen,
wel hij, ide heer Oud, dtoi* middiag beatamd had om
zijn zieke moeder te Bloemondnal te bezoeken. Da< ie
het werken van Teenstra. (Toejuiching.) Ik héb nooit
getracht iemand oneer fractie uit de Kamer te drin
gen, want dat weet ik wel ik heb altijdi bet gevoel ge
land, dart. ata wij hMJven werken; en het allemaal doen,
wij allemaal to de Kamer blijven. (Applaus.)
Nu zegt die hoer Koster, dat hij imot mij mlet kan
samenwerken, maar het te -een feit-, dat de heer Kos
ter, toen to een vergadering van1 hert) hoofdbestuur
zijn» -opmerkingen wonden besproken, uitvoerig be
sproken., >ten «lotte «edtde: Ik ben ten volte /tevreden
gesteld I
Van de hoo-fdbestuurstofet: Zóó Ja hett
Geroep: Ongehoord, Behandel
De heer Oud: .Juist, schmcdfcl En schandelijk is ook
do Hetze rtlegon de partij.
Ik was, vervolgt «preker, to Zeeland op propaganda
kwam uit Goes, had „De Telegraaf nog niet gelezen
waarin stond dat Koster had bedankt voor rijno plaat»
op de lijst en voor het hoofdbestuur, toen oen pertij-
genoot mij 'e avonds de krant bracht. Daarin dtwhi
dat Koster bedankt» omdat ik het referendum "had W
oetovloed en samenwetrking met rail onmogelO wco, jhe haaldelvk. me?, hem^ besprok-
iT «el dten (poirrtijgcnoot, die ral) de krant in rnlju t-!i'jankje lu uo Twaedo Kamor lie I
tei braohfi: „Ik ben', er mdj riet Veil bew^ai;", To«w. Hk heb johegoduid hem gehad. Hij wilde «.chter,
paridjganoot Van Gelder, die mij blifkbeaff otat golooi- dat de aig. vergadac^ng tet ug zou komen op haar
krijg ik eert brio! waarin istaat dat men bij het refe
rendum ito CNoucdHoïlaad op Oud gestemd zewde
lijn omdat wr to Drenthe tegen deze geageerd
zcud» zijn, dat hij daar eruit lag. Bij onderzoek, aldus
spr., Is mij daarvan nierte gebleken; to Drenthe ont
kent men het pertinent.
Spr. verklaart dan nog eens, dat hij met zijn brief
aan het H. B. niets anders gewild heeft dan in zoo
nober mogelijkon vorm als hoofdbestuurslid bedan
ken. Dat is niet het toedienen van een giftdruppel
aan de partij. Zelf heb ik van de heeren v. Bere-
steyn en Teonstra afgekeurd, dat zij vóór huil pu
blicatie van het conflict niet eerst het hoofdbestuur
hebben gewaarschuwd.
Zeker, zoo gaat spr. verder, ik heb fouten gemaakt;
ik bon te subjectief geweest, maar dat ik onder-
grondsche propaganda heb gemaakt,, is niet waar.
Daarna is het woord' voor repliek aan den heer
Marchant
De h»er Marchant zou het kort maken met den
lieer Teenstra. Deze is zoo geworden onder den in-
viued van anderon, hoeft hot ook vo<-r de werke-
lijKheiu vorloren. hem zit dwans'uut 0*d een hoo-
ger nummer op de lijst had dan hij. Ik heb de zaak
als hij in mijn
egen mij aanzat.
besluiten. Dat is de kern der zaak. Daarcra is hij
zijn actie tegen de partij begonnen. Het bleek uit do
bewoordingen van zijn intterview L De Telegraaf.
Toen ging het niet tegen mijn. partijleiding, maar
is de koers veranderd, m? g:uit hot tegen mij. Daar
voel ik mij niet lekker, bij. Men moot elkaar kun-
non vertrouwen. Dat kan men Teonstra niet meer.
IliJ moet er uit of ik.
Een stem: Dan gaat Koster ook méel
Men moet, zegt hij, niet zijn sigen belang op hot
oog houden, maai dat der partij. Al" zij be slist heoft,
moot men zich v:,:ven. Een partijbeeluit mag mon
niet voelen als een* klap in het gezicht.
Zeker, ik heb Teenstra steeds aangespoord uit
spreken te gaan. Toen ik echter hoorde, dat het
hem moeilijk viel om huiselijke omstandigheden,
heb ik dat nagelalen. Zoo heb ik hem als vriend bo-
hundelo nu word ik er zóó voor beloond!
Hoe temand, die do partij in eon zoo groot levens-
go va:» hoeft getracht, den trourigen moed heeft
goba-i om hier nog to zeggen, dat Marchant de partij
heerf. I-Min gemaakt, is onbegrijpelijk. Dat hij het
altijd noeft over de partij-heerschers, komt omdat
hij steun heeft gezocht buiten de partij, bij men-
sc.M die meenon, dat zo hun avonturen beter in
xdere partij (spr. bodoelt. de pnrtiJ-Hoeres) kun-
n(3i. uitleven dan in onzo- partij. Hot verroeste rapier
van den overste Duymaer van Twist heeft de hoer
Tc-enstra uit de scheedo getrokken, en daarmede in
gehakt op de eigen partij, toen hij ons voor mili
taristisch uitmaakte.
Wat hij gezegdl hoeft over mij ra houding bij do
anti-revolut,iewot. raakt kant noch wal. Wel is de
heer Teenstra ïnoedig geweest, dat hij mij heeft op
gebeld. Het is best mogelijk dat ik hem door de
telefoon eon korzelig antwoord heb gegeven. Als
men gevoelt, dat hét onze dierbaarste beginselen
geldt, moet men dan komen met amendemontjea,
die het mogelijk maken den schijn te redden, als
mon vóór stemt? Als iemand, van wien men denkt
dat hij in den strijd voor hooge beginselen naast
ons staat, met zulk een vraag komt, is het dan te
verwonderen, dat men antwoordt: Ben Je heelemaal
bedonderd?
Spr. komt dan tot de rede van den heer Koster,
die technisch op heel wat hoogor standpunt stond.
Hij blijft de verantwoordelijkheid dragen, dat or met
vette letters in de pers gestaan hoeft: „Dc ontbin
ding van de Vrijz.-Dem. Partij". Ook als hij nu zegt
dat hij het anders gedaan zou hebben, wanneer hij
het nu nog eens moest doen, blijft de verantwoorde
lijkheid voor hem. Ook als hij nu met een blomzoet
gezicht en tranon in de stem schuld belijdt. Een half-
t' .orekenbare kan men zoo iets vergeven, niet ie
mand als den heer Koster. Deze heeft medegedaan
aan het bezwadderen van den heer Oud1, van wien
spr. wel eens gevreesd heeft dat hij zijn gezondheid
achterstelde aan zijn overmatig werk voor het wel
zijn van de partij.
Het propagandanummer is voor do heel© partij be-
Bcliouwd als een heerlijke uiting van solidariteit.
Geen inzender heeft zich erover beklaagd, dat dit
nummer schandaal-lectuur bevatte. Algemeen heeft
men erkend, dat het de partij gered heeft na den
moorddadigen aanvang van het complot van drie.
Wat de candidatuur-Assen van den heer Koster be
treft, hij moge door Assen uitgenoodigd zijn, maar
hij had die candtdatuur niet mogen aanvaarden
buiten het hoofdbestuur om. De commissarissen zij
ner vennootschap wilden niet eens dat hij haar aan
vaardde, hij heeft er links en rechts naar gesollici
teerd!, volgens mijn indruk, uit wraakzucht tegen den
heer Oud. De brieven, welke hij nu betreurt te heb
ben geschreven, bestaan toen maar, maar het erg
ste is, dat hij twee maanden geleden nog ontkend
hoeft ze te hebben geschreven. In deze brieven staat
dat zijn caradidatuur gepousseerd moet worden in
verband met die van van Beresteyn en Teenstra.
Daarbij komt nog, dat hij den heer Oud heeft be
schuldigd zonder er Iets van te bewijzen. Met zoo
iemand heb ik afgedaan!
Men verwijt mij, dat ik niet een nieuw voorstel
aan een nieuwe algemeene vergadering heb ge
daan. Maar dat- kon toch niet na het referendum.
Daarna zijn de heeren hun actie begonnen. Zij wil
den het teniet doen. Ze wilden ons dwingen om hun
zin te doen «op straffe van het kapotmaken van de
partij. Dat wij nu bepaalde adviezen tegen hen moe
ten geven, is de schuld van hun actie.
Dat de heer Koster uitgemaakt is voor conserva
tief naar aanleiding van zijn houding ten opzichte
van de arbeidswetgeving, daar staat spr. geheel bui
ten.
Men zegt, dat ik had moeten lijmen en verzoenen,
maar dat zoude hebben beteekend de dood der par
tij; op de partij is een poging tot sluipmoord ge
pleegd, en daarvoor bestaat verantwoordelijkheid.
Het complotteerende driemanschap heeft niets ge-
daan om tegen te spreken in de pers het door hen
gelanceerde praatje dat de partij in ontbinding was.
Zo hebben de partij eraan gewaagd. Maar ze zijn
afgestuit op de liefde voor de partij bij d'e leden van
de partij.
Wat moet er nu gebeuren? vraagt spreker. ITot
vertrouwen, dat de heeren! Teenstra en Koster na het
gebeurde nog waarborgen geven zullen dat zij de
partij trouw zullen zijn, heb ik niet. Men zegt dat ze
uit zichzelf zullen bedanken, maar daar reken ik niet
op. De partij moet niet te benauwd zijn voor het
maken van martelaren; door de heeren Teenstra
en Koster als leden te handhaven, pleegt de partij
zelfmeord.
Bovendien, er komt nog een nieuw referendum;
daaraan kunnen toch niet deelnemen lieden die
schuldig staan aan poging tot moord op de partij.
Iedere rechter zoude hen wegens poging tot moord
voroordeelen. Als de partij hierover heenstapt, dan
maakt ze een armelijken indruk. Daar komt nog bij,
dat de heer Teenstra geen lid meer is van de Ka
merfractie, in de Kamer zit hij en blijft hij zitten,
want hij zit er graag. Men kan met hem praten
over politiek fatsoen, maar dat is kloppen aan doo-
vcmansdeur. Dat doet er echter minder toe; hij zit
niet meer in de Kamerfractie, dus voor wat hij in
de Kamer doet zijn we niet meer verantwoordelijk.
Maar wat voor verhouding krijgen we als hij lid van
de partij blijft?
,Spr. acht een. royement niet noodig, hij wenscht
het uitspreken door de algemeene vergadering van
haar scherpe afkeuring van het gedrag dezer beide
heeren; dan zullen ze nog wel fatsoenlijk genoeg
zijn om te erkennen dat hun plaats niet meer in de
partij is.
Verschillende moties zijn ingediend, waarvan ten
slotte het resultaat is dat de volgende motie:
De vergadering, gehoord de debatten over de
geschillen-Teenstra en -Koster,
verklaart, dat de feiten, die blijken vast te
staan, haar ertoe leiden, over de houding, die
de beide heeren hebben aangenomen tegenover
de partij, haar scherpste afkeuring uit te spre
ken;
en gaat over tot de orde van den dag.
met 4 tegen 159 stemmen wordt aangenomen.
Met algemeene stemmen wordt een motie van ver
trouwen in het hoofdbestuur aangenomen en het
4 togen 160 stemmen wordt de motie van Alkmaar
aangenomen, waarin afkeuring wordt uitgesproken
over de houding van den heer Van Beresteyn, die
als lid! van den Vrijz.-Dem. Bond bedankend), niet
heengaat als Kamerlid, ofschoon hij toch als Vrijz.-
Dem. is gekozen.
In de huishoudelijke vergadering van den Vrijz.-
Dcmocr. Bond is de heer Th. M. Ketelaar op de vier
de plaats van do candidatenlijst gezet. De eerste
vier, nummers zullen dus zijn: 1. mr. Marchant; 2.
mevr, Bakker—Nort; 3. mr. Oud; 4. Ketelaar. Beslo
ten werd voorts, dat het referendum over do vijfde
en zesde plaats zal beslissen. Voor no. 5 zal oen
landbouwspecialiteit, voor no. 6 iemand uit de vak
beweging worden aangewezen.
De heer Teenstra heeft inmiddels als lid der V.-D.
bedankt.
N. R. Ct