JLltnifü Niuis- Atratatit- LnitiiiHii TERUG IN HET LEVEN. Donderdag 2 Maart 1922. 65ste Jaargang. No. 6985. Uitgeversi N.V. v.ii. TRAPMAN Co, Scliagen. Een Landbouwpraaije over Mond en Klauwzeer in Engeland en noy wat FEUILLETON. Arrondissements Rechtbank te Alfenaar, Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 «ur, worden Adver- tentlën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno, inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. Engeland is op ontzettende wijze geteisterd door een plotselinge epidemie van mond- en klauwzeer. Toen op 24 Januari LL het eerste geval uit Newcastle in Tyna gerapporteerd werd, greep de ziekte zoo snel om zich heen. dat men vrijwel overtuigd is, dat de ziekte reeds vóór ?A Januari uitgebroken was. Nu worden in Engeland de dieren, die ziek, zoowel als de dieren die besmet zijn, onmiddellijk afgemaakt. Bij de wet van 1894 is bepaald, dat de eigenaar de volle waarde van het dier in gezonden toestand terug krijgt. Aanvankelijk hoorde men zeer weinig klachten over afmaken, doch toen dit in de duizenden stuks vee ging loopen en er heel veel stamboekvee afgemaakt werd, be gon men toch te pruttelen. De ziekte verspreidde zich bijzonder snel over Yorks- hirc, Northumberland, Durham, Cheshire, Lancashire. Westmorland, ën the Clydc Valley. Maar ook Zuidwaarts ging de ziekte zich vertoonen in Kent, Lomerset en Wales. Men vreesde, dat de ziekte uit Ierland was gekomen, en men verbood de import uit Ierland. Andere landen en zelfs de Dominions sloten hunne ha vens voor het Engelsche vee. Aanvankelijk scneen het slachten niet te helpen, heit aantal gevallen per dag bleef stijgen. Totdat nu rutm een week geleden, beterschap in den toestand kwam en het aantal nieuw besmette centra daalde van 37 tot 25 per dag. Thans vermoedt men de ziekte' meester 4e zijn. Om U een denkbeeld te geven hoe snel de ziekte om zich heen greep, kan ik eenige cijfers vermelden. Tot en met 22 Februari, dus binnen een maand warén er 714 besmette stallen aangemeld. - Geslacht w^en 14000 koeien, 3000 schapen, 5500 varkens en 30 geiten met een gezamenlijke waarde van ruim vijf millioen gulden. Men kan dus wel begrijpen, dat den Minister in het Parlement tenslotte gevraagd werd of zijn afmakers- politiek wel de juiste was en of de minister niet heter had gedaan om de geneesmiddelen, die aangeprezen werden, te gebruiken. De minister heeft het volgende standpunt ingenomen!. Ik houd mij aan de politiek van afmaken en isole eren, zoolang ik zie, dat daardoor de ziekte met succes bestreden wordt. Ik ben dat verplicht aan Engeland en aan den goeden naam van "den Engelschen vee-exporthandel. Men kan in Engeland met veel meer succes het af- makingssysteem toepassen, dan op het vasteland van Europa, omdat Engeland een eiland is en dus, indien de ziekte eenmaal uitgebreid is, de besmettingskan^ van builen af geringer is $an bij' Frankrijk of Hol land De Minister betreurt het afmaken, vooral van stam boekvee, doch, waar de ziekte sterk aan het afnemen is, acht hij het ergste leed geleden. De vrees voor duurder vleesch acht hij zeer gering. Ten eerste is het vleesch der afgemaakte dieren geschikt voor consumptie, ten tweede is het aantal der afgemaakte dieren nog geen half procentd van den veestapel. Ofschoon den Minister geïnformeerd was om rent het bestaan van z.g. geneesmiddelen had hij geen reden om daarin zulk groot vertrouwen te stellen om een wijziging in de afmakingspolitiek te rechtvaardigen. De Minister mag zich overigens verheugen in een bijzonder groote medewerking van de zijde van boeren, en publiek. De groote vossenjachten te paard zijn in vele streken voorloopig afbesteld. Dit is een heel ding, voor een Engelscnman die buiten woont en leeft voor het hun- ten, die echte nationale sport. Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE Voor Nederland bewerkt door W. A. J. ROLDANUS Jr. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. 7. „Je hebt alle recht oen minomer één te zij® bij het examen. Niemand onzer kim in jouw schaduw staan. Maar als je je zoo idioot blijft gedragen, is allés mogelijk". „Daar kan jij alleen maar voordeel van hebben, want dan wordt jij nummer een", zei de Baltazar. „Je schijnt niet te begrijpen waarom ik hier geko men ben", antwoordde Spooner. „Ik wil niet num mer één zijn, omdat een kerel, die oneindig knapper is, zich bedrinkt". En zij praatten en discussieerden on toon zag Bal tazar, dat hij tegenover een edele ziel stond. Hij greep do magere schouders van den zwakken, be- brilden Jongen man mot zijn groote handen. „Ik zweer bij God", zeide hij, „dat ik de eerste vijf jaar geen druppel alcohol zal drinken". Maar hij zwoer bij zichzelf ook nog iets, waar van Spooner onwetend bleef. Hij zwoor, dat Spooner nummer één zijn zou. En hij hield beide eoderi. Op zijn examen maakte hij opzettelijk fouten en wel zóó, dat hij tot verbazing van allen nummer drie werd. Maar Spooner kreeg de vurig begeerde onder scheiding. Na het examen1 hield Baltazar met de comedie op en werd hij algemeen als de eerste wis kundige van zijn jaar, en, na verloop van jaren, van zijn tijd beschouwd. Een plotselinge afkeer van China en een overwel digend verlangen naar het rusticre leven in Engeland dreven hom na achttien Jaar huiswaarts. Het groot ste gedeelte van dien tijd had hij doorgebracht in het ondoordringbare hart van dat uitgestrekte land, vele dialecten sprekend zoowel als het klasieke Won Li der geleerden, een encyclopaedie van geloerd-, held, verzadigd met een intieme kennis van Chinee- sche zeden on gewoonten, een Chinees in alles be halve uiterlijk, kleeding en levenswijze en algemeen als een Chinees aanvaard, fortuin makend als een Chinees ook in financieel© ondernemingen. Het oude China had hij beiüredleru, ©en land, conservatief in zijn bijzondere beschaving, die ondanks vele traditioneele onderdrukkingen en wreedheden haar bekoring had het cadeau geven aan een Mandarijn van een Het groote bezwaar van het afmaaksysteem ligt in het feit, dat men dan de kiem der ziékte en dus evenmin de bestrijding daarvan kan onderzoeken. Sir Arthur Griffith Boscawen. de Engelsche Minister van Landbouw, geeft dit volmoaig.toe, maar ziet daarin nog geen reden om zijn politiek van afmaken te laten varen. Hij heeft echter een ministerieele commissie inge steld. die bezig is met het onderzoek naar het ontstaan der nuidige epidemie. Overigens zal de Minister, zoodra deze epidemie ge leden is en hij weer de volle beschikking heeft over alle hoofdambtenaren, ambtenaren, beambten en veeartseni, welke thans door de bestrijding der ziekte in beslag zijn genomen, trachten voeling te krijgen met zijne bui- teniandsche collega's teneinde gezamenlijk, op internati onalen grondslag te streven naaar het onderzoeken van kiem en bestrijding van het mond- en klauwzeer. Sir Stewart Stockman, chef van den Britschen veeartse- nijkundigen dienst is iemand van wereldbekendheid en zal zeer zeker het zijne bijdragen tot het bereiken van een gunstig resultaat. Van belang is zeker om hier te wijzen op het onlangs verschenen rapport der Nederlandsche Mond- en Klauw- zeer-Commisiie, waarin ook wordt aangedrongen op in ternationale samenwerking ter bestrijding van de ziekte. Voor ons Nederlanders is het noodig om voort durend een open oog te hebben voor onze landbouwbe langen in den vreemde. Wij (kunnen onze echt-vaderlandsche industrie, de eenige industrie, waarvoor we alle grondstoffen thuis vinden, onzen landbouw en veeteelt, met genoeg in eere houden. Het is zeker daarvoor hebben we niet eens noodig kennis te nemen van het ingezonden stuk van Dr. v. d. Linde, onlangs in de Nieuwe Rott. Crt. over de^i zomertijd dat in Nederland het land- en het tuinbouwbedrijf als verschoppelingen beschouwd worden. Wei 'wordt er de laatste 20 jaren hard gewerkt daaiin verandering te brengen, doen niet altijd met succes. Gelukkig heeft onze Nederlandsche tuinbouw een uit muntend vertegenwoordiger in Engeland gekregen in on zen, sedert September j.I. benoemden Tuinbouw-Attaché aan de Nederlandsche Legatie te Londen, doch onze landbouw mist een eigen attaché in Engeland. Natuurlijk zal de heer Gerritzen onze tuinhouw-attaché de landbouwbelangen wel goed trachten te behartigen, doch waarlijk, voor het Britsche Wereldrijk heeft onze tuin bouw aan één attaché, die zonder hulp van derden, alles moet opbouwen en behandelen, ternauwernood vol doende. Het tuinbouw-arbeidsveld is een enorm terrein, waaraan de attaché zich gerust geheel mag geven en dan komt hij nog tiid te kort. Enfin we willen voor den landbouw van Nederland maar het beste hopen. Het zou zoo mooi zijn hier in Londen een eigeq Huis te hebben, zooals de Noren hun Norway House hebben. Wanneer in Londen een Nederlandsch Land- en Tuinbouwhuis gesticht zou kUnnen worden, dan zou dat van met te schatten beteekenis zijn voor onzen Nedcrlandschen Land- en Tuinbouw. Wanneer gij in Londen komt en ge ziet de Iluizeq van Australië, Canada, New ZeeLand, Queensland Tas- mania en New South Wales, dan zult ge dadelijk met mij eens zijn: Zooiets moest Holland hebben. Australië en Canada. Hoe durf ie je daarmee te verge lijken? Nu zoo groot als Australië behoeft hel niet-te worden, doch indien men ziet wat, Queensland en New South Wales doen, dan voelt ge, dat wij, als wij Hol landers maar willeb, best net zoo iets kunnen bereiken- Vooral, indien wij daarbij het voorbeeld van Noor wegen zouden volgen, dat een eigen huis stichtte eit dat huis zooals Noorwegen dat heeft, samengekoppeld en aan ons plan voor een land- en tuinbouwhuis. Het Norway House, een paar maanden geleden doof Koning üakon geopend, bevat: de Noorsche Legatie, het kostbaar manuscript had bet leven gered van een jongen, Li Quong Ho, die voor een vergeeflijke be- leediging ter dood veroordeeld was; de transactie was tot stand gekomen ln een atmosfeer van ver- tijnde beschaving en geurige thee daarbij met over dreven vormelijkheid rondgediend en gedronken. Het pude China met zijn gevoel voor. schoonheid, zijn eerbied voor geleerdheid, zijn diepzinnige ethische wijsbegeerten had hij leeren liefhebben. Maar een China,/gerevolutionneerd door nieuwe denkbeelden, bloeddorstig, verradelijk, wankelend tot krankzinnig wordens toe, had hij op zijn plotselinge, vastberaden manier verlaten. Gedurende achttien jaar had hij in het binnenland van China ver van de Europeesche politiek geleefd. Hij had zich verdiept in de wetenschap, zich vereen zelvigd met de belangen van dat oude rijk. Zonder correspondentie, buiten het bereik van couranten, vergat hij bijna het bestaan van Europa. Toen hij op zijn terugreis landgenooten ontmoette, meed hij dezen, gedeeltelijk uit schuwheid, gedeeltelijk uit afkeer voor het bruuske in hun manieren, bun luide stemmen, hum giroote onwetendihedd omtrent bet land, waarvan zij minachtend beweerden zoo goed op dé hoogte te zijn, hun beperkten kijk op het leven, het armzalige materialisme van hun gesprekken.' Hij Held zich achteraf, verlangend naar het echte En geland aan het oinde dor reis. In Londen begon hij, de eenzaamste ziel in de groote stad, de draden van het leven om hem heen weer op -te rapen. Hij liep door de hem zoo welbe kende straten* in het begin versuft door het motor- verkeer, dan verbijsterend door de bewijzen van overdadige weelde, die achttien jaar van decadentie hadden doen ontstaan. Hij ging naar nieuwe open bare vermakelijkheden en kwam er verbaasd van terug. In fatsoenlijke restaurants zag hij de fine fleur der natie dansen op wat hij, als geleerde, wist, dat West-Afrikaansche sexueele rhythmen waren. Hij kon het niet begrijpen. >Wat deden; zij of probeerden zij te doen? Hij placht alleen aan een tafeltje in een van de groote restaurants te gaan zitten, om den sleutel van het mysterie te zoeken. Het zeden verval kwetste hem. Hij liet het feit, dat hij zoovele jaren in het land van geheiligde etiquette geleefd had, buiten beschouwing en riep zich de levenswijze van zijn eigen leven voor den geest terug. De ka righeid van het toilet der vrouwen beleedigde zijn oogen, die daaraan niet gewend waren; in vele ge vallen van de heup af niet veel meer dan een soort lage palissade, die den boezem nauwlijks verborg. Vergiste hij zich niet? Was dit niet eerder het schuim dan de fine fleur van het moderne Enge- Noorsche Consulaat, de groote Noorsche Bank (Hambro Bank) en andere groote Noorsche lichamen. Wanneer wij eens eene combinatie zouden maken van al de thans verspreide show rooms der Nederland sche Scheepvaart-agenturen in het Westend, met de Legatie, het Consulaat-Generaal en den NederLandscheq Land- en Tuinbouw, dan zouden wij heel wat meer kunnen vertoonen dan Noorwegen, Natuurlijk ook' Ons overzeeseh Nederland lm Oost en West rfcelt mee. Wij, die, voelen voer land1- en tuinbouw, wij moeten echter degenen rijn, die den stoot geven aan. de zaak anderskomenl land- en tuinbouw weer in een ■hoek terecht. Er zijn gelukkig ito; Nederland] eenige lieden, dde al tijd zorgen, dat zij eerbied voor lancL en tuinbouw afdwingen. Tot die lieden behooren de beide hoeren, die op de 'Vrijheidsbond-groslijsten van Haarlem en den Helder voor die aanstaande verkiezingen voorko men. Het zijn daardoor benijdenswaardige groslijs ten, die van den Vrijheidsbond in den Helder en Haarlem. Juist nu in den Vrijzinnig-Democraliachen Bond de vuile iwaach zoodanig gewasschen is, dat ieder een het vuile zeepzop en die 'tranen er van in de oogen gekregen heeftJ en de landbouwer Toenstra niet. meer op eed V.-D.-lij'&t voor Noorfdholland zal verschijnen ds het' een verheugend verschijnsel, op de Vrijheids bond-groslijsten van den Helder en Haarlem de na men K. Cz. de Boer en X. Breobaart te leesen. i Hetl ia zeer te hopen), dat de beer Bj-eobaart dit maal de candidiatar aanvBusrdfi Het is bekend, dat des beer Breebaart meer voelt vdor .de Eerste Kamer, waarin wijlen zijn vader een zeer geziene figuur was, doch de Eerste Kamer zal wellicht vooreerst neg geen plaats voor Breebaart open hebben of het mocht wezen, dait a.s. zomer het aftredend lid J. T. Cremer zou begrijpen, dat er een tijd van komen en een tijd van gaan was. «Wij 'kunnen ons een dergelijks daad van den heer Oremer nog moeilijk voorstellen, of schoon wij thans liever 'Breebaart dan Cremer a® do Eerste Kohier zouden zien. Vooral waar K. Cz. de Boer ach blijkbaar bij voor baat niet meer voor herkiezing, a.s. zomer, ter be schikking stelt. Ik zeg blijkbaar, omdat men toch pel eerst Iemand' als K. Cz. de Boer gepolst zal hebben vóór men hem in diverse plaatsen op de groslijst ver koos. I'k voor mij rie den beer K. Cz. de Boer veel liever dm de Tweede dan in de Eerste Kemer. K. Cz. de Boer kent de Tweede Kamer van vroeger en zou er zeer zeker op zijn plaats zijn. Niet, dat bij in de Eerste Kamer niet op zijn plaats is, tct&ar bij kan meer en beter werk nog verrichten indien hij weer een zetel dm de Tweede Kamer aal bezetten. Ik volg met groote belangstelling, betgeen au ver der volgen zal. Amsterdam beeft nog geen groslijst gepubliceerd. (Lmdlieni den Helder met) Amsterdam samengaat, rijn de 'kansen om K. Cz, de Boer en K« Breebaart' op no, 1 en 2 ite krijgen verkeken. Dan moet je 'Amsterdam (kennen. Otte met rijn schildknaap' Landsman, Dr. Vos mot Bij® schildknaap va® GrevelcL Den Helder, houdt je camdidaten vaatl Ge hebt zeer gelukkige keuzen gedaan met K. Gz. de Boer va® Assendelft en K. Breebaart van Winkel. Maar indien er 'tegen Amsterdam omgewerkt, moet worden, met al de geheime invloeden va® 'Hilversum, Bussum, Haar lem, da® offert gij lammeren aa® de wolven. Daarvoor zij® mannen als K. Cz. de Boer en K, Breebaart te goed en zijn de belangen va® Noordbol land1 en vooral va® den) N oordhollandschen land bouw, veeteelt en tuinbouw te groot. I® den Nederlandsche® land- en tuinbouw en vee teelt zilt. nog 'een groote toekomst, vooral bij de ont wikkeling, van bet bedrijf en bij bevordering van een exporthandel zoodanig) georganiseerd, dat) Holland Denemarken maar den kroon zal steken. Er is oaleajfls fax de Bjcgetpcb# fc** weerd, dat toet Eriesahe 'ree m-t. Zuid-.Mrika beter was dan dat uit Friesland ®elf, omdat men ia Friesland bet beste vee verkocht! zou bobben en daar niets goeds meer cv-ecr had Het is tegengesproken. Maar soo zal altijd weer ge waakt moeten worden tegen verdachtmakingen), ten opzichte va® onzen laodbouw en veeteelt en getracht moeten worden nieuwe; banen voor exporthandel te openen. I® LontSen liigrf) 'dó hartader via® alle wereldmarkten. In Londen te toonen, wat Holland vormegt aou Hol lands voorspoed bevorderen. In ons toekomstige Nederiandflcho (Landbouw) Huis zou men ook lecingen kunnen houden met licht beelden opdat de Êogetecben en andere belangheb benden op de hoogte zouden kunnon geraken va ah et- geen Nederland' en overzeascb. Nederland op verschil lend gebied en niet bot minst op landbouw, veeteelt, ontginningen en culturen, beteekent. Wij leven in ©en rijd, dot bet noodig is bard te werken en zooals da Amerikanen dat noemen, te ad- verteeren. waarmede rij niet bedoelen bot plaateen va®' advertenties, doch het voortdurend onder de aan dacht. 'brengen van do wereld, van hetgeen men be~ 'toekent, produceert en te, land? Maar aan tafeltjes naast zich hoorde bij de aandacht vestigen op dragers van trotscho en histo rische namen. Dan stelde hij zich weer de vraag: was hij achttien 'jaar geleden geregeld op zulke plaatsen geweest? Hadden zij niet bestaan buiten de spheer van zijn beperkt, academisch leven? Hij wil de rechtvaardig oordeelen. Wanneer had hij Enge land verlaten? In 1889. En zijn studiejaren met hun vroolijke uitstapjes naar Londen waren geëindigd ju 1894. Toen bestond er niet zulk een maatschappe lijk leven; als bet bestaan bad, zou hij er zeker vah gehoord hebben. In de middaguren ook dansten deze jonge mannén en vrouwen hun weerzinwekken de dansen. En ook de kunst- en politieke wereld vervulden hem met afkeer. Hij had zich voorgenomen een maand vacantie te nemen in Londen alvorens te gaan wonen in een rustige en kalme voorstad, om daar te beginnen aan het jarenlange werk, dat hij zou moeten verrichten met de bouwstoffen, die hij uit China medegebracht had. Hij had volstrekt de bedoeling niet gehad zich af te snijden van het ver keer met zijn medemenschen. Integendeel, hij was van plan om zich, zoodra hij zich kon los maken uit de complicaties, welke zijn aangenomen naam medebracht, aan de wereld te openbaren als John Baltazar. Vóór hij echter zijn besluit kon uitvoeren, moest hij weten wat er van zijn vrouw geworden was, daar hij niet de minste lust gevoelde de rol van een taktloozen Enoch Arden te spelen. Zijn eer ste stap na zijn aankomst te Londen was door mid del van een advocatenbureau een descreet onderzoek in te stellen. Hij hoorde, dat zijn vrouw dertien jaar geleden gestorven was. Hij was dus volkomen vrij om zoodra hij dat wilde weer John Baltazar te wor den. Maai- te Londen logeerde James Burden én als een verbijsterend en gedesillusioneerd' toeschouwer der moderne wereld in het Savoy Hotel. Hoe had de catastrophe plaats gegrepen? Wan neer hij, zooals hij dat zoo dikwijls met rillingen van afkeer deed, daarover dacht in zijn ihoerasland-asyl, kon hij daarop nauwlijks een antwoord «even. Slechts eenmaal na zijn gesprek met den vermetéldén Spoonér had hij geen weerstand kunnen bieden aan eén hém overweildigenden impuls en dat was op zijn uitreis naar Shanghai. Een plotselinge storm en zeeziekte gé- nazen hem echter en hij deed de gélofté géduréndé zijn geheele verblijf in China geheelonthoudér té zullén blijven en hij hield die gelofte. Hier in Londen brach ten echter misschien het ongewone niets doén én zijn gevoel van eenzaamheid hem er onmerkbaar én géléi- delijk toe troost te zoeken bij den alcohol. Het aantal malen, dat hij overdag een borrel dronk, w©rd steeds Zèttóog yem Dkasdas 28 Feijwssi 1822, Vcoï den fcrententafeu Een los werkman, saeö name Ccineüda va® der Steen, geboren iHaarijetormgymeier era laatstelijk zwer vende, heeft den Se® Januari te Alkmaar gebedeld. Het werk, dat hij aanvan&j&lijk hed, verloor hij door ziekte. Hij begon nog eendje negotie, doch ook dat vlotrte niet en ten slotte nam hij rijn toevlucht tot bedelen. Het bleek dat beklaagde reeds een oud klantje van den 'krententuin was. Hij beweerde, dat hij, al® 'de bloeimaand weer to 't land ds, wel weer werk zou kunnen krijg©® bij ©an veohoudor. De O.v.J. meende niet beter te kunnen doen da® 3 dagen hechtenis en 3 jaar Rijkswerkiinrichtiing te vorderen. Min ol meer doof zsk&ïc H. van Triest, een ingezetene, va® Den Helder, reed daar op 20 November par rijwiel de Dijkstraat langs. Hij had echter geen liofat op,, hoewel het op dat mo ment reeds tijd was om den lantaarn „op" te hebben, Een politieagent had deze overtreding in de gaten en sommeerde tot afstappen, doch kreeg daarbij geen gehoor. JJvenig reed va® Triest door alsof er geen kwaad aan de lucht waa. Nui werd if 25 boete .of 25 dagen hechtenis tegen hem geëischit. BoterhandelaaH ags». Den 20 Juni van 't vorige jaar geraakte de Schoorl- sche boterha®delaar Hendrik Klikkas in overtreding ten opzichte va® de jachtwet. Hij was te Schoorl op grond', toebehoorenden aan zij® aanstaanden schoon papa jagende geweest zonder schriftelijke vergun ning daartoe te kunne® foonen. De kantonrechter legde 2 maal f 8 boete subsidiair 2 maal 8 dagen hech tenis op en 'bovendien uitlevering van liet gebezigde geweer, te vervangen door 1 15 boete. Klikkes kwam in appèl. Hij. erkende toen gejaagd te hebben, niet op wifdi. Zijn bedoeling was ratten te schieten, De eigenaar va® den grond' waarop 'de jachtoverire- dimg plaats vond, verklaard© dat hij aan beklaagde had toegestaan, diaar natten te schieten. Die beesten veroorzaakte veel schade. Er was echter geen schrif- grooter. Na een kwart flesch Bourgogne aan tafel zag nij Londen door een meer rose gekieurdé briL In één druk cosmopolitisch café zitten werd zijn avond-amuse ment en het voortdurend drinken van brandy-soda's maakte hem minder streng in zijn kritiek. Hij had zich zelf een maand vacantie beloofd en rilde die nu héb ben ook, hoe vreugdeloos en onsympathiek de vacantie- atmospheer voofr hem ook zijn mocht. Nu en dan maakte .hij in die café's kennis met een tafelbuur. Hij bezat de gave om het gesprek intelligent én intéréssant te maken. Op zulke avonden dronk hij minder. Maar op een avond, dat hij heelemaal alleen was; bedronk hij zich. Den volgenden ochtend werd hij huiverig en nuchter wakker op een p.olitiebureau. En kele uren later hoorde James Burden, zonder béroép, Lo- geerenxl in het Savoy Hotel, een boeté van véértig shillilng of een maand hechtenis tegen zich eischen, wegens openbare dronkenschap en verzet tégén dé po litie. - yj Als het nu nog een koninklijke fuif, een schitterende orgie met rozen en wijn en gelach en gezang géwéést was, dan zou hij in zekeren zin excuses voor zichzelf hebben kunnen vinden. Hij had geen gelofte afgélégd, had geen enkele reden om zich de gènéugtén dés lévens te ontzeggen. Maar dat zich in rijn eentie bedrinken met het daarop gevolgde verzet tegen dé pplitié vérvuldé hem met een afkeer, die hem door dé héflighéid érvan bijna krankzinnig maakte. Zijn ziel kromp meen door die vreeselijke vernedering. Dat dit hém moést ovér- komenhem, John Baltzar, met ©en halve eeuw fatsoén- iijk leven achter zich; hem, John Baltazar, den man, die de hoogste eer had geëischt voor intellect én ka rakter vanaf zijn jongensjaren, op de openbare sohool, op de universiteit, als een onbekende vréémdéling in het vreemdste, van alle landen; dat dit hem moest ovér- komen scheen een phantasmagorie of een afschuwlijké droom. En toen hakte hij nogmaals de Gordiaansche knoop door. Hij zou vluchten uit een wereld, waarin hij bewezen had niet in staat te zijn fatsoenlijk te levén. En met zijn verwarde haren op zijn bed «ïttend. deeldé hij Quong Ho zijn besluit meae. Zoodra hij zien gerei nigd had van het vuil van den afschuwlijken nacht, verliet hij voor altijd het Savoy Hotel en den onteerdén naam van James Burden en nam als John Baltazar zijn intrek in een ander hotel. Den volgenden dag ging hij aan het zoeken naar een asyl. Hij herinnerde zich een zeer verlaten en troosteloozé moérasstréék, waardoor hij in zijn studententijd eens rondgezworven had. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1