JLltnifü Niuis-
Atratatit- LnitiiiHii
TERUG IN HET LEVEN.
Donderdag 2 Maart 1922.
65ste Jaargang. No. 6985.
Uitgeversi N.V. v.ii. TRAPMAN Co, Scliagen.
Een Landbouwpraaije over Mond
en Klauwzeer in Engeland en noy wat
FEUILLETON.
Arrondissements Rechtbank
te Alfenaar,
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag. Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 «ur, worden Adver-
tentlën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF. no. 20
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno,
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
Engeland is op ontzettende wijze geteisterd door een
plotselinge epidemie van mond- en klauwzeer.
Toen op 24 Januari LL het eerste geval uit Newcastle
in Tyna gerapporteerd werd, greep de ziekte zoo snel
om zich heen. dat men vrijwel overtuigd is, dat de ziekte
reeds vóór ?A Januari uitgebroken was.
Nu worden in Engeland de dieren, die ziek, zoowel
als de dieren die besmet zijn, onmiddellijk afgemaakt.
Bij de wet van 1894 is bepaald, dat de eigenaar de
volle waarde van het dier in gezonden toestand terug
krijgt.
Aanvankelijk hoorde men zeer weinig klachten over
afmaken, doch toen dit in de duizenden stuks vee ging
loopen en er heel veel stamboekvee afgemaakt werd, be
gon men toch te pruttelen.
De ziekte verspreidde zich bijzonder snel over Yorks-
hirc, Northumberland, Durham, Cheshire, Lancashire.
Westmorland, ën the Clydc Valley. Maar ook Zuidwaarts
ging de ziekte zich vertoonen in Kent, Lomerset en
Wales.
Men vreesde, dat de ziekte uit Ierland was gekomen,
en men verbood de import uit Ierland.
Andere landen en zelfs de Dominions sloten hunne ha
vens voor het Engelsche vee.
Aanvankelijk scneen het slachten niet te helpen, heit
aantal gevallen per dag bleef stijgen. Totdat nu rutm
een week geleden, beterschap in den toestand kwam en
het aantal nieuw besmette centra daalde van 37 tot 25
per dag.
Thans vermoedt men de ziekte' meester 4e zijn.
Om U een denkbeeld te geven hoe snel de ziekte om
zich heen greep, kan ik eenige cijfers vermelden.
Tot en met 22 Februari, dus binnen een maand
warén er 714 besmette stallen aangemeld.
- Geslacht w^en 14000 koeien, 3000 schapen, 5500
varkens en 30 geiten met een gezamenlijke waarde van
ruim vijf millioen gulden.
Men kan dus wel begrijpen, dat den Minister in het
Parlement tenslotte gevraagd werd of zijn afmakers-
politiek wel de juiste was en of de minister niet
heter had gedaan om de geneesmiddelen, die aangeprezen
werden, te gebruiken.
De minister heeft het volgende standpunt ingenomen!.
Ik houd mij aan de politiek van afmaken en isole eren,
zoolang ik zie, dat daardoor de ziekte met succes
bestreden wordt.
Ik ben dat verplicht aan Engeland en aan den goeden
naam van "den Engelschen vee-exporthandel.
Men kan in Engeland met veel meer succes het af-
makingssysteem toepassen, dan op het vasteland van
Europa, omdat Engeland een eiland is en dus, indien
de ziekte eenmaal uitgebreid is, de besmettingskan^
van builen af geringer is $an bij' Frankrijk of Hol
land
De Minister betreurt het afmaken, vooral van stam
boekvee, doch, waar de ziekte sterk aan het afnemen is,
acht hij het ergste leed geleden.
De vrees voor duurder vleesch acht hij zeer gering.
Ten eerste is het vleesch der afgemaakte dieren geschikt
voor consumptie, ten tweede is het aantal der afgemaakte
dieren nog geen half procentd van den veestapel.
Ofschoon den Minister geïnformeerd was om rent het
bestaan van z.g. geneesmiddelen had hij geen reden om
daarin zulk groot vertrouwen te stellen om een wijziging
in de afmakingspolitiek te rechtvaardigen.
De Minister mag zich overigens verheugen in een
bijzonder groote medewerking van de zijde van boeren,
en publiek.
De groote vossenjachten te paard zijn in vele streken
voorloopig afbesteld. Dit is een heel ding, voor een
Engelscnman die buiten woont en leeft voor het hun-
ten, die echte nationale sport.
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE
Voor Nederland bewerkt door W. A. J. ROLDANUS Jr.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
7.
„Je hebt alle recht oen minomer één te zij® bij het
examen. Niemand onzer kim in jouw schaduw
staan. Maar als je je zoo idioot blijft gedragen, is
allés mogelijk".
„Daar kan jij alleen maar voordeel van hebben,
want dan wordt jij nummer een", zei de Baltazar.
„Je schijnt niet te begrijpen waarom ik hier geko
men ben", antwoordde Spooner. „Ik wil niet num
mer één zijn, omdat een kerel, die oneindig knapper
is, zich bedrinkt".
En zij praatten en discussieerden on toon zag Bal
tazar, dat hij tegenover een edele ziel stond. Hij
greep do magere schouders van den zwakken, be-
brilden Jongen man mot zijn groote handen.
„Ik zweer bij God", zeide hij, „dat ik de eerste vijf
jaar geen druppel alcohol zal drinken".
Maar hij zwoer bij zichzelf ook nog iets, waar
van Spooner onwetend bleef. Hij zwoor, dat Spooner
nummer één zijn zou. En hij hield beide eoderi. Op
zijn examen maakte hij opzettelijk fouten en wel
zóó, dat hij tot verbazing van allen nummer drie
werd. Maar Spooner kreeg de vurig begeerde onder
scheiding. Na het examen1 hield Baltazar met de
comedie op en werd hij algemeen als de eerste wis
kundige van zijn jaar, en, na verloop van jaren,
van zijn tijd beschouwd.
Een plotselinge afkeer van China en een overwel
digend verlangen naar het rusticre leven in Engeland
dreven hom na achttien Jaar huiswaarts. Het groot
ste gedeelte van dien tijd had hij doorgebracht in
het ondoordringbare hart van dat uitgestrekte land,
vele dialecten sprekend zoowel als het klasieke Won
Li der geleerden, een encyclopaedie van geloerd-,
held, verzadigd met een intieme kennis van Chinee-
sche zeden on gewoonten, een Chinees in alles be
halve uiterlijk, kleeding en levenswijze en algemeen
als een Chinees aanvaard, fortuin makend als een
Chinees ook in financieel© ondernemingen. Het oude
China had hij beiüredleru, ©en land, conservatief in zijn
bijzondere beschaving, die ondanks vele traditioneele
onderdrukkingen en wreedheden haar bekoring had
het cadeau geven aan een Mandarijn van een
Het groote bezwaar van het afmaaksysteem ligt in het
feit, dat men dan de kiem der ziékte en dus evenmin
de bestrijding daarvan kan onderzoeken.
Sir Arthur Griffith Boscawen. de Engelsche Minister
van Landbouw, geeft dit volmoaig.toe, maar ziet daarin
nog geen reden om zijn politiek van afmaken te laten
varen.
Hij heeft echter een ministerieele commissie inge
steld. die bezig is met het onderzoek naar het ontstaan
der nuidige epidemie.
Overigens zal de Minister, zoodra deze epidemie ge
leden is en hij weer de volle beschikking heeft over alle
hoofdambtenaren, ambtenaren, beambten en veeartseni,
welke thans door de bestrijding der ziekte in beslag
zijn genomen, trachten voeling te krijgen met zijne bui-
teniandsche collega's teneinde gezamenlijk, op internati
onalen grondslag te streven naaar het onderzoeken van
kiem en bestrijding van het mond- en klauwzeer.
Sir Stewart Stockman, chef van den Britschen veeartse-
nijkundigen dienst is iemand van wereldbekendheid en
zal zeer zeker het zijne bijdragen tot het bereiken van
een gunstig resultaat.
Van belang is zeker om hier te wijzen op het onlangs
verschenen rapport der Nederlandsche Mond- en Klauw-
zeer-Commisiie, waarin ook wordt aangedrongen op in
ternationale samenwerking ter bestrijding van de
ziekte.
Voor ons Nederlanders is het noodig om voort
durend een open oog te hebben voor onze landbouwbe
langen in den vreemde.
Wij (kunnen onze echt-vaderlandsche industrie, de
eenige industrie, waarvoor we alle grondstoffen thuis
vinden, onzen landbouw en veeteelt, met genoeg in eere
houden.
Het is zeker daarvoor hebben we niet eens noodig
kennis te nemen van het ingezonden stuk van Dr. v. d.
Linde, onlangs in de Nieuwe Rott. Crt. over de^i
zomertijd dat in Nederland het land- en het
tuinbouwbedrijf als verschoppelingen beschouwd worden.
Wei 'wordt er de laatste 20 jaren hard gewerkt daaiin
verandering te brengen, doen niet altijd met succes.
Gelukkig heeft onze Nederlandsche tuinbouw een uit
muntend vertegenwoordiger in Engeland gekregen in on
zen, sedert September j.I. benoemden Tuinbouw-Attaché
aan de Nederlandsche Legatie te Londen, doch onze
landbouw mist een eigen attaché in Engeland. Natuurlijk
zal de heer Gerritzen onze tuinhouw-attaché de
landbouwbelangen wel goed trachten te behartigen, doch
waarlijk, voor het Britsche Wereldrijk heeft onze tuin
bouw aan één attaché, die zonder hulp van derden,
alles moet opbouwen en behandelen, ternauwernood vol
doende. Het tuinbouw-arbeidsveld is een enorm terrein,
waaraan de attaché zich gerust geheel mag geven en dan
komt hij nog tiid te kort.
Enfin we willen voor den landbouw van Nederland
maar het beste hopen.
Het zou zoo mooi zijn hier in Londen een eigeq
Huis te hebben, zooals de Noren hun Norway House
hebben.
Wanneer in Londen een Nederlandsch Land- en
Tuinbouwhuis gesticht zou kUnnen worden, dan zou
dat van met te schatten beteekenis zijn voor onzen
Nedcrlandschen Land- en Tuinbouw.
Wanneer gij in Londen komt en ge ziet de Iluizeq
van Australië, Canada, New ZeeLand, Queensland Tas-
mania en New South Wales, dan zult ge dadelijk met
mij eens zijn: Zooiets moest Holland hebben.
Australië en Canada. Hoe durf ie je daarmee te verge
lijken? Nu zoo groot als Australië behoeft hel niet-te
worden, doch indien men ziet wat, Queensland en New
South Wales doen, dan voelt ge, dat wij, als wij Hol
landers maar willeb, best net zoo iets kunnen bereiken-
Vooral, indien wij daarbij het voorbeeld van Noor
wegen zouden volgen, dat een eigen huis stichtte eit
dat huis zooals Noorwegen dat heeft, samengekoppeld en
aan ons plan voor een land- en tuinbouwhuis.
Het Norway House, een paar maanden geleden doof
Koning üakon geopend, bevat: de Noorsche Legatie, het
kostbaar manuscript had bet leven gered van een
jongen, Li Quong Ho, die voor een vergeeflijke be-
leediging ter dood veroordeeld was; de transactie
was tot stand gekomen ln een atmosfeer van ver-
tijnde beschaving en geurige thee daarbij met over
dreven vormelijkheid rondgediend en gedronken. Het
pude China met zijn gevoel voor. schoonheid, zijn
eerbied voor geleerdheid, zijn diepzinnige ethische
wijsbegeerten had hij leeren liefhebben. Maar een
China,/gerevolutionneerd door nieuwe denkbeelden,
bloeddorstig, verradelijk, wankelend tot krankzinnig
wordens toe, had hij op zijn plotselinge, vastberaden
manier verlaten.
Gedurende achttien jaar had hij in het binnenland
van China ver van de Europeesche politiek geleefd.
Hij had zich verdiept in de wetenschap, zich vereen
zelvigd met de belangen van dat oude rijk. Zonder
correspondentie, buiten het bereik van couranten,
vergat hij bijna het bestaan van Europa. Toen hij
op zijn terugreis landgenooten ontmoette, meed hij
dezen, gedeeltelijk uit schuwheid, gedeeltelijk uit
afkeer voor het bruuske in hun manieren, bun luide
stemmen, hum giroote onwetendihedd omtrent bet land,
waarvan zij minachtend beweerden zoo goed op dé
hoogte te zijn, hun beperkten kijk op het leven, het
armzalige materialisme van hun gesprekken.' Hij
Held zich achteraf, verlangend naar het echte En
geland aan het oinde dor reis.
In Londen begon hij, de eenzaamste ziel in de
groote stad, de draden van het leven om hem heen
weer op -te rapen. Hij liep door de hem zoo welbe
kende straten* in het begin versuft door het motor-
verkeer, dan verbijsterend door de bewijzen van
overdadige weelde, die achttien jaar van decadentie
hadden doen ontstaan. Hij ging naar nieuwe open
bare vermakelijkheden en kwam er verbaasd van
terug. In fatsoenlijke restaurants zag hij de fine fleur
der natie dansen op wat hij, als geleerde, wist, dat
West-Afrikaansche sexueele rhythmen waren. Hij
kon het niet begrijpen. >Wat deden; zij of probeerden
zij te doen? Hij placht alleen aan een tafeltje in
een van de groote restaurants te gaan zitten, om
den sleutel van het mysterie te zoeken. Het zeden
verval kwetste hem. Hij liet het feit, dat hij zoovele
jaren in het land van geheiligde etiquette geleefd
had, buiten beschouwing en riep zich de levenswijze
van zijn eigen leven voor den geest terug. De ka
righeid van het toilet der vrouwen beleedigde zijn
oogen, die daaraan niet gewend waren; in vele ge
vallen van de heup af niet veel meer dan een soort
lage palissade, die den boezem nauwlijks verborg.
Vergiste hij zich niet? Was dit niet eerder het
schuim dan de fine fleur van het moderne Enge-
Noorsche Consulaat, de groote Noorsche Bank (Hambro
Bank) en andere groote Noorsche lichamen.
Wanneer wij eens eene combinatie zouden maken
van al de thans verspreide show rooms der Nederland
sche Scheepvaart-agenturen in het Westend, met de
Legatie, het Consulaat-Generaal en den NederLandscheq
Land- en Tuinbouw, dan zouden wij heel wat meer
kunnen vertoonen dan Noorwegen, Natuurlijk ook'
Ons overzeeseh Nederland lm Oost en West rfcelt mee.
Wij, die, voelen voer land1- en tuinbouw, wij moeten
echter degenen rijn, die den stoot geven aan. de zaak
anderskomenl land- en tuinbouw weer in een
■hoek terecht.
Er zijn gelukkig ito; Nederland] eenige lieden, dde al
tijd zorgen, dat zij eerbied voor lancL en tuinbouw
afdwingen. Tot die lieden behooren de beide hoeren,
die op de 'Vrijheidsbond-groslijsten van Haarlem en
den Helder voor die aanstaande verkiezingen voorko
men. Het zijn daardoor benijdenswaardige groslijs
ten, die van den Vrijheidsbond in den Helder en
Haarlem.
Juist nu in den Vrijzinnig-Democraliachen Bond
de vuile iwaach zoodanig gewasschen is, dat ieder
een het vuile zeepzop en die 'tranen er van in de oogen
gekregen heeftJ en de landbouwer Toenstra niet. meer
op eed V.-D.-lij'&t voor Noorfdholland zal verschijnen
ds het' een verheugend verschijnsel, op de Vrijheids
bond-groslijsten van den Helder en Haarlem de na
men K. Cz. de Boer en X. Breobaart te leesen. i
Hetl ia zeer te hopen), dat de beer Bj-eobaart dit
maal de candidiatar aanvBusrdfi Het is bekend, dat des
beer Breebaart meer voelt vdor .de Eerste Kamer,
waarin wijlen zijn vader een zeer geziene figuur was,
doch de Eerste Kamer zal wellicht vooreerst neg
geen plaats voor Breebaart open hebben of het mocht
wezen, dait a.s. zomer het aftredend lid J. T. Cremer
zou begrijpen, dat er een tijd van komen en een tijd
van gaan was. «Wij 'kunnen ons een dergelijks daad
van den heer Oremer nog moeilijk voorstellen, of
schoon wij thans liever 'Breebaart dan Cremer a® do
Eerste Kohier zouden zien.
Vooral waar K. Cz. de Boer ach blijkbaar bij voor
baat niet meer voor herkiezing, a.s. zomer, ter be
schikking stelt. Ik zeg blijkbaar, omdat men toch pel
eerst Iemand' als K. Cz. de Boer gepolst zal hebben
vóór men hem in diverse plaatsen op de groslijst ver
koos. I'k voor mij rie den beer K. Cz. de Boer veel
liever dm de Tweede dan in de Eerste Kemer.
K. Cz. de Boer kent de Tweede Kamer van vroeger
en zou er zeer zeker op zijn plaats zijn. Niet, dat bij
in de Eerste Kamer niet op zijn plaats is, tct&ar bij
kan meer en beter werk nog verrichten indien hij
weer een zetel dm de Tweede Kamer aal bezetten.
Ik volg met groote belangstelling, betgeen au ver
der volgen zal.
Amsterdam beeft nog geen groslijst gepubliceerd.
(Lmdlieni den Helder met) Amsterdam samengaat, rijn
de 'kansen om K. Cz, de Boer en K« Breebaart' op no,
1 en 2 ite krijgen verkeken.
Dan moet je 'Amsterdam (kennen. Otte met rijn
schildknaap' Landsman, Dr. Vos mot Bij® schildknaap
va® GrevelcL
Den Helder, houdt je camdidaten vaatl Ge hebt zeer
gelukkige keuzen gedaan met K. Gz. de Boer va®
Assendelft en K. Breebaart van Winkel. Maar indien
er 'tegen Amsterdam omgewerkt, moet worden, met al
de geheime invloeden va® 'Hilversum, Bussum, Haar
lem, da® offert gij lammeren aa® de wolven.
Daarvoor zij® mannen als K. Cz. de Boer en K,
Breebaart te goed en zijn de belangen va® Noordbol
land1 en vooral va® den) N oordhollandschen land
bouw, veeteelt en tuinbouw te groot.
I® den Nederlandsche® land- en tuinbouw en vee
teelt zilt. nog 'een groote toekomst, vooral bij de ont
wikkeling, van bet bedrijf en bij bevordering van een
exporthandel zoodanig) georganiseerd, dat) Holland
Denemarken maar den kroon zal steken.
Er is oaleajfls fax de Bjcgetpcb# fc**
weerd, dat toet Eriesahe 'ree m-t. Zuid-.Mrika beter was
dan dat uit Friesland ®elf, omdat men ia Friesland
bet beste vee verkocht! zou bobben en daar niets
goeds meer cv-ecr had
Het is tegengesproken. Maar soo zal altijd weer ge
waakt moeten worden tegen verdachtmakingen), ten
opzichte va® onzen laodbouw en veeteelt en getracht
moeten worden nieuwe; banen voor exporthandel te
openen.
I® LontSen liigrf) 'dó hartader via® alle wereldmarkten.
In Londen te toonen, wat Holland vormegt aou Hol
lands voorspoed bevorderen.
In ons toekomstige Nederiandflcho (Landbouw)
Huis zou men ook lecingen kunnen houden met licht
beelden opdat de Êogetecben en andere belangheb
benden op de hoogte zouden kunnon geraken va ah et-
geen Nederland' en overzeascb. Nederland op verschil
lend gebied en niet bot minst op landbouw, veeteelt,
ontginningen en culturen, beteekent.
Wij leven in ©en rijd, dot bet noodig is bard te
werken en zooals da Amerikanen dat noemen, te ad-
verteeren. waarmede rij niet bedoelen bot plaateen
va®' advertenties, doch het voortdurend onder de aan
dacht. 'brengen van do wereld, van hetgeen men be~
'toekent, produceert en te,
land? Maar aan tafeltjes naast zich hoorde bij de
aandacht vestigen op dragers van trotscho en histo
rische namen. Dan stelde hij zich weer de vraag:
was hij achttien 'jaar geleden geregeld op zulke
plaatsen geweest? Hadden zij niet bestaan buiten de
spheer van zijn beperkt, academisch leven? Hij wil
de rechtvaardig oordeelen. Wanneer had hij Enge
land verlaten? In 1889. En zijn studiejaren met hun
vroolijke uitstapjes naar Londen waren geëindigd
ju 1894. Toen bestond er niet zulk een maatschappe
lijk leven; als bet bestaan bad, zou hij er zeker vah
gehoord hebben. In de middaguren ook dansten
deze jonge mannén en vrouwen hun weerzinwekken
de dansen.
En ook de kunst- en politieke wereld vervulden
hem met afkeer. Hij had zich voorgenomen een
maand vacantie te nemen in Londen alvorens te
gaan wonen in een rustige en kalme voorstad, om
daar te beginnen aan het jarenlange werk, dat hij
zou moeten verrichten met de bouwstoffen, die hij
uit China medegebracht had. Hij had volstrekt de
bedoeling niet gehad zich af te snijden van het ver
keer met zijn medemenschen. Integendeel, hij was
van plan om zich, zoodra hij zich kon los maken
uit de complicaties, welke zijn aangenomen naam
medebracht, aan de wereld te openbaren als John
Baltazar. Vóór hij echter zijn besluit kon uitvoeren,
moest hij weten wat er van zijn vrouw geworden
was, daar hij niet de minste lust gevoelde de rol
van een taktloozen Enoch Arden te spelen. Zijn eer
ste stap na zijn aankomst te Londen was door mid
del van een advocatenbureau een descreet onderzoek
in te stellen. Hij hoorde, dat zijn vrouw dertien jaar
geleden gestorven was. Hij was dus volkomen vrij
om zoodra hij dat wilde weer John Baltazar te wor
den. Maai- te Londen logeerde James Burden én als
een verbijsterend en gedesillusioneerd' toeschouwer
der moderne wereld in het Savoy Hotel.
Hoe had de catastrophe plaats gegrepen? Wan
neer hij, zooals hij dat zoo dikwijls met rillingen van
afkeer deed, daarover dacht in zijn ihoerasland-asyl,
kon hij daarop nauwlijks een antwoord «even. Slechts
eenmaal na zijn gesprek met den vermetéldén Spoonér
had hij geen weerstand kunnen bieden aan eén hém
overweildigenden impuls en dat was op zijn uitreis
naar Shanghai. Een plotselinge storm en zeeziekte gé-
nazen hem echter en hij deed de gélofté géduréndé
zijn geheele verblijf in China geheelonthoudér té zullén
blijven en hij hield die gelofte. Hier in Londen brach
ten echter misschien het ongewone niets doén én zijn
gevoel van eenzaamheid hem er onmerkbaar én géléi-
delijk toe troost te zoeken bij den alcohol. Het aantal
malen, dat hij overdag een borrel dronk, w©rd steeds
Zèttóog yem Dkasdas 28 Feijwssi 1822,
Vcoï den fcrententafeu
Een los werkman, saeö name Ccineüda va® der
Steen, geboren iHaarijetormgymeier era laatstelijk zwer
vende, heeft den Se® Januari te Alkmaar gebedeld.
Het werk, dat hij aanvan&j&lijk hed, verloor hij door
ziekte. Hij begon nog eendje negotie, doch ook
dat vlotrte niet en ten slotte nam hij rijn toevlucht
tot bedelen. Het bleek dat beklaagde reeds een oud
klantje van den 'krententuin was. Hij beweerde, dat
hij, al® 'de bloeimaand weer to 't land ds, wel weer
werk zou kunnen krijg©® bij ©an veohoudor.
De O.v.J. meende niet beter te kunnen doen da® 3
dagen hechtenis en 3 jaar Rijkswerkiinrichtiing te
vorderen.
Min ol meer doof zsk&ïc
H. van Triest, een ingezetene, va® Den Helder, reed
daar op 20 November par rijwiel de Dijkstraat langs.
Hij had echter geen liofat op,, hoewel het op dat mo
ment reeds tijd was om den lantaarn „op" te hebben,
Een politieagent had deze overtreding in de gaten en
sommeerde tot afstappen, doch kreeg daarbij geen
gehoor. JJvenig reed va® Triest door alsof er geen
kwaad aan de lucht waa.
Nui werd if 25 boete .of 25 dagen hechtenis tegen hem
geëischit.
BoterhandelaaH ags».
Den 20 Juni van 't vorige jaar geraakte de Schoorl-
sche boterha®delaar Hendrik Klikkas in overtreding
ten opzichte va® de jachtwet. Hij was te Schoorl op
grond', toebehoorenden aan zij® aanstaanden schoon
papa jagende geweest zonder schriftelijke vergun
ning daartoe te kunne® foonen. De kantonrechter
legde 2 maal f 8 boete subsidiair 2 maal 8 dagen hech
tenis op en 'bovendien uitlevering van liet gebezigde
geweer, te vervangen door 1 15 boete. Klikkes kwam
in appèl. Hij. erkende toen gejaagd te hebben,
niet op wifdi. Zijn bedoeling was ratten te schieten,
De eigenaar va® den grond' waarop 'de jachtoverire-
dimg plaats vond, verklaard© dat hij aan beklaagde
had toegestaan, diaar natten te schieten. Die beesten
veroorzaakte veel schade. Er was echter geen schrif-
grooter. Na een kwart flesch Bourgogne aan tafel zag
nij Londen door een meer rose gekieurdé briL In één
druk cosmopolitisch café zitten werd zijn avond-amuse
ment en het voortdurend drinken van brandy-soda's
maakte hem minder streng in zijn kritiek. Hij had zich
zelf een maand vacantie beloofd en rilde die nu héb
ben ook, hoe vreugdeloos en onsympathiek de vacantie-
atmospheer voofr hem ook zijn mocht. Nu en dan
maakte .hij in die café's kennis met een tafelbuur. Hij
bezat de gave om het gesprek intelligent én intéréssant
te maken. Op zulke avonden dronk hij minder.
Maar op een avond, dat hij heelemaal alleen was;
bedronk hij zich. Den volgenden ochtend werd hij
huiverig en nuchter wakker op een p.olitiebureau. En
kele uren later hoorde James Burden, zonder béroép, Lo-
geerenxl in het Savoy Hotel, een boeté van véértig
shillilng of een maand hechtenis tegen zich eischen,
wegens openbare dronkenschap en verzet tégén dé po
litie. - yj
Als het nu nog een koninklijke fuif, een schitterende
orgie met rozen en wijn en gelach en gezang géwéést
was, dan zou hij in zekeren zin excuses voor zichzelf
hebben kunnen vinden. Hij had geen gelofte afgélégd,
had geen enkele reden om zich de gènéugtén dés lévens
te ontzeggen. Maar dat zich in rijn eentie bedrinken
met het daarop gevolgde verzet tegen dé pplitié vérvuldé
hem met een afkeer, die hem door dé héflighéid érvan
bijna krankzinnig maakte. Zijn ziel kromp meen door
die vreeselijke vernedering. Dat dit hém moést ovér-
komenhem, John Baltzar, met ©en halve eeuw fatsoén-
iijk leven achter zich; hem, John Baltazar, den man,
die de hoogste eer had geëischt voor intellect én ka
rakter vanaf zijn jongensjaren, op de openbare sohool,
op de universiteit, als een onbekende vréémdéling in
het vreemdste, van alle landen; dat dit hem moest ovér-
komen scheen een phantasmagorie of een afschuwlijké
droom.
En toen hakte hij nogmaals de Gordiaansche knoop
door. Hij zou vluchten uit een wereld, waarin hij
bewezen had niet in staat te zijn fatsoenlijk te levén.
En met zijn verwarde haren op zijn bed «ïttend. deeldé
hij Quong Ho zijn besluit meae. Zoodra hij zien gerei
nigd had van het vuil van den afschuwlijken nacht,
verliet hij voor altijd het Savoy Hotel en den onteerdén
naam van James Burden en nam als John Baltazar
zijn intrek in een ander hotel. Den volgenden dag ging
hij aan het zoeken naar een asyl. Hij herinnerde zich
een zeer verlaten en troosteloozé moérasstréék, waardoor
hij in zijn studententijd eens rondgezworven had.
Wordt vervolgd