ROIMELKRUID. GEWOONTE. Even laehen. bryanthemum, ons gekweekt ijsplantje, om 12 uur; Dianthus, de anjer, om 1 uur; Pyrethram corymbosum om 2 uur; iHieracium oim 3 uur; Mirabilia dichotoma om 4 uur en Silene nocti- flora, de nach'silene, om 5 uur. Zie&uc, ieder sch-affe zich bovenstaande serie planten aan, veraorge -ze prima in zijn tuintje, en de klok is*overbodig, voor de heele uren al thans. We hebben- tenminste nog niet vernomen, dai men ook een serie planten 'üin gaan kwee ken, zoodat elk -kwartier en- elke minuut zich een bloem gaat openen. Dat zou anders wat worden, een bloementuin, dib precies op de mi nuut af den weren tijd aangaf. Dan werden, alle kl o-k ken<makkers bloemkwee- kers! En wie weet of d-e bloemen ons op een goeden dag toch nog niet zouden foppen met iets te vroeg of te laat opengaan. Dan zou het heele bloemenuurwertk ons in die war brengen. Van foppen gesproken! Een aardige anecdo- te van Couao Doyle, die wij kort geleden lazen, la wel de moeite waard bier na te vertellen. Sir Arthur Conan Doyle zal bij menigeen wel bekend zijn. uit. zijn -Sherlock. Holmes-romans. Sherlock. Holmes is de detective, de groote «peurder, die alles weet en alles te weten komt Zoo geheimzinnig kan een zaaJk niet zijn of Sherlock Holmes weet in de boeken van Conan Doyle er uit te (komen. Met onmiskenbaar ta lent weet hij1 uit de kleinste en oogenschijn-lijk meest onbeduidende gegevens bet verloop van een diefstal od «en moordgeschiedenis uit te pluizen en d-e daders aan het licht te brengen. Welnu, de auteur van zoo'n speurdier zal zelf ■odk allicht apeurderlseigenöcihappen bezitten en zich niet gemakkelijk laten misleiden. T.oöh is Doyle op origincele wijze (beetgenomen door een Parijsehen (kruier. Hoor maar! Conan Doyle reisde van iMarseille naar Parijs. Toen hij in Frarfkrijks hoofdstad! arriveerde, werd zijn handkoffer aangenomen door een kruier, die hetm vriendelijk, verwelkomde met •een „Hoe gaat het u, (mijnheer Conan Doyle?" De knappe schrijver was hierdoor niet weinig verbaasd en voelde zich min of meer gevleid, dat zelfs de kruiers van Parijs hem blijkbaar kenden. Hij vroeg daarom welwillend aan den kruier: „Hoe weet je zoo goed wie ik ben?" „Mijnheer", antwoordde deze hierop, „U komt uit den. trein van, iMarseille. Uw haar en snor zijn naar iMarseiïïaans-che trant geknipt. Ik had- in de kranten gelezen ,dat u van daar naar Pa rijs zon komen. -Mem had u gesignaleerd -als een lange Epgelschmnan. Daar ik al uw Sherlock H-olmesboeken gelezen heb, ging ik aan het „deduceren". Jk waagde de stouite gissing en ik heb het blijkbaar niet mis gehad". Conan Doyle was zoo verrukt over de scherp- zinnigheid van. den kruier, in wien hij; groote speurderega/ven meende (te ontdekken, dat hij hem een royale fooi gaf. De kruier was begrijpelijkerwijze zeer in zijn napjes en droeg) den handkoffer, waarop met koeien van letters „A. Conan Doyle" stond, vergenoegd -naar de taxi. De kruier woa een zeer scherpzinnig man, be paald, maar de auteur der .Sherlock Holmes- detectiveromans was op dat oogenblik stellig verstrooid. Grietje: Ik krijg bijna niets. Den heelen dag moet ik hand voor naaf werken, en zelf doet ze niets. E» als ik naar haar zin niet v-Iug genoeg voortmaak, slaat ®e,im©. Ook krijg ik bijna geen eten Hans: Anne Grietje. Weet je, wat -ik al eens gedadhit heb" Grietje: Wat, Hom»? Hans: Dat ze een heks is. Ik heb gehoord, vroeger, van oen heks, die kinderen opsloot in oen kooi. En die heks gaf de kinderen dan veel eten. Daar werden ze erg dik van en dan wilde de heks later d».kinderen opeten.... Grietje: O 'Hans, zeg dat (niet. Je maakt me bang! Hans: Weet je, waarom ik dat denk? Omdat ze elke morgen zegt: Steek je -vinger eens door de tralies. Dan kan ik voelen, of je al dikker wordt. Grietje: En doe Je dat dan ook, Hans? Hans: Ja zeker. Ein dan zegt ze telkens: Nog niet dik genoeg. Grietje: Weet je, wat ik doen zal, Hans? Ik aal je een dun stokje geven en als ze 't dan weer vraagt, .moet je dat stokje door do tra lies steken. Ze zaot 't toch niet, en dan denkt ze, dat je weer magerder bent geworden. Hans: Dat heb j© mooi bedacht, Grietje. Geef Van professoren is het bekend, dat zij hevig lijdende zijn aan verstrooidheid. Die verwijlen met hun gedachten zoo sterk in de geleerde pro blemen 'van -hun vak, dat .zij d© gewone alle- daagsche dingen niet bij kunnen houden. De verhalen van professorale verstrooidheid! zijn legio. Een professor, die een ei -moet koken b.v. gooit zijn horloge -in den ketel met kokend wa ter en tuurt daarna op het ei, om te zien of de •vijf minuten haast om zijn. Ieder kent die ver halen. Maar zoo verstrooid als een employé op een Indisch© suikerfabriek was, hebben we nog zelden gehoord. Die had- verlof gekregen om een jaartje naar -Europa te vertrekken met vacant ie. De man was (hierover zoo verheugd, dat hij op onbegrijpelijke wijize zijn eigen, 'kind vergat. En zijn. vrouw had- het al even erg. te pakken. Sa men tuften ze in een auto weg en lieten hun slapend kind eenzan n, in die woning achter. Pas te Cheribon, toen zij uit den auto -stapten, merk ten ze hun- rvengeetach tigheid. Gelukkig kon de fout nog hersteld- worden, doordat ze zich nog niet ingescheept hadden. Zoo ziet me^ dat niet alleen professoren, aan verstrooidheid lijden door hun geweldige ge leerde overpeinzingen, maar dat ook de vreug de over den terugreis naar -Holland een In disch employé geheel in beslag -kan nemen, waardoor hij zelfs niet meer denkt aan het be staan van zijn eigen kind. M. (Heemstede, 15 April 1922. Eigenaardig: is toch de (kracht, die van de ge woonte uitgaat. Bewiust-of onbewust doen we dagelijks allerlei dingen, alleen maar omdat we ze gister gedaan hebben, en eergister en.... Als •ik dezen brief begin -te schrijven, steek ik een sigaar op. Dat hoort zoo bij het begin van mijn brief aan de iSchager Courant. Als ik een uur later was begonnen!* zou ik waarschijnlijk nog geen sigaar hebben opgestoken. Een gewoonte d-us, die ik bewust, soms misschien half be wust, -half onbewust, getrouw blijf. Tot voor een paar maanden stond de wekker, als hij ons 's morgens met zijn- liefelijk geluid, trachtte duidelijk te maken, Idat we er uit moes ten, onder het bereik van de hand van mijn vrouw, die hem met -bewonderenswaardige vlug heidl stil -zette (waarna we natuurlijk weer in sliepen). Sinds onze verhuizing naar Heemste de staat hiji aan mijin kant Eiken morgen kwart vóór wveni, als hij begint te ratelen, steekt mijn vrouw haar hand uit -(en vindt niets in de ledige ruimte om haar heen), terwijl ik me er over verwonder, waarom ze zoo lang die wekker af laat loopeni IK-rachit der gewoonte, onbewust. ;En welk een. kracht- Want daar doen we al een paar maanden over. Zoo lang zamerhand begint die gewoonte, geloof ik, aan kracht af 'te nemen. De laatste ochtenden heb ik er mezelf op betrapt., dat ik ook al op het eerste geluid mijn hand uitsteek. Gevolgen voor dien wekker heeft dat niet, «venwel. Jk grijp .maar gauw zoo'n stokje! G riet j e: Hder heb je er ©en! Hans: Dank j© wel- (Stil, daar komt de vrouw aan! Grietje: Ik igia achter dien boom staan, dan iziet ze me niet! Zeg Hans, als ze d© kooi opendoet, moet Je er uit springen, Ih-oor! Hans: Dat dloet zo toch niet. Ga nu gauw weg. -Daar ia zei H e ks: Hans, steek Je vinger eens door de tra lies! (Hans steekt het stokje door de tralies.) Hans: -Hier is mijn vinger, juffrouw! Holes: Nog maar niet dok genoeg, nog maar steeds niet dik genoeg. -Steek eens een vin ger van je andere hand er door. (Hans d-oet weer het stokje door de Hans: Hier is een andere ~t, juffrouw! Heks: Wel f-oei, wel foei! li \inger is ook al izoo mager. (Hoe komt dat todh? H-ans: Ik weet het niet, juffrouw! *t Spijt me eng, dat ik niet dikker bei*- Helks: Ik wil nu niet langer wachten, 't Moet nu maar gebeuren. Grietje, Grietje, kom eens hier! Grietje: (Hier ben ik, Juffrouw! Heks: Ga eens een pot inet water op >t vuur zetten. mijn horloge, krampachtig vast, gooi iets, hij voorkeur iets breekbaars, van de -tafel af, en verwonder me er over, dat die wekker niet op houdt met ratelen. Gewoonte! Eiken morgen •zegt mijn vrouiw, dat ze den wekker weer aan haar kant zal zetten. Gewoonte l En, eiken avond komt hij aan mijn kant te staan. O, -machtige gewoonte! •Waar ter wereld zou ze machtiger zijn, d© woonite, dan in Engeland? Het land waar bijna alles gewoon wordt, omdat de voorvaderen het zooveel honderd jaar geleden ook deden? Drie dagen geleden, terwijl ik dit zit ie schrij ven, was het Witte Donderdag. Maundy Thurs- diiy, zooals men in Engeland zegt, waarin Maundy waarschijnlijk een (verbastering is van het Latijnsche mandatum, gebod. Het gebod van den Heer, aan de vorsten, om op dien dag de voeten te wasschen van bedelaars. •Men zou natuurlijk verwacht hebben, dat de ze gewoonte met de Kerkhervorming zou op houden. 'Niet in Engeland. Zoo lezen we, dat in 1572 koningin Eilsabeth in het paleis te Green- wich de voeten- wasohte van negen en d-ertig ar men, negen en dertig, omdat Hare Majesteit toen dien leeftijd had. (Bij deze gelegenheid, zoo lezen w© verder, .was dezelfde ceremonie reeds van ite voren verricht door de Koninklijk© Waschvrouw, de Koninklijk» (Hoog© Aalmoe senier, en de 'Onder Aalmoesenier. Hare Ma jesteit zal dus niet veel resultaat van het was schen. hebben- kunnen opmerken. 'De negen en dertig armen verdenk ik er sterk van, de eerst volgende maanden het voetenwasschen maar te hebben overgeslagen. Na de wasscberij kwam, wat de negien en dertig armen nog wel zoo aangenaam gevonden zullen hehben (waar schijnlijk hadden ze zelf hun voeten al gewas- schen vóór de Koninklijke Waschvrouw begon) ©en uitdeeling van visch (zalm en bokking), brood en wijn. Als Koningin Ëltsabeth met haar Witten Donderdagarbekl ia voortgegaan, wat ik wel veronderstel, warrt meer dan honderd jaar later was Jacobus H er ook nog mee bezig, -heeft ze in haar laatste levensjaar zeventig paar voeten te wasschen gekregen. „De ouderdom komt met gebreken", aal ze gedacht hebben, „en wie zo- ven (kruisjes telt, kan over honderd veertig ge- wasschen voeten spreken". Jacobus II was dus, zooals ik zei, nog steeds aan het voetenwasschen op Witten Donderdag en- naar alle waarschijnlijkheid zou de tegen woordige koning van Engeland nog steeds de zelfde ceremonie verrichten als onze stadhou der Willem III zijn schoonpapa Jacobus nis' van den troon had verdreven en aan het voeten- wasschen kort en goed een einde had gemaakt. Dat zal de Epgelschen toch wel niet geheel en al naar den zin geweest rijn. Een koning die niet wilde wasschen, tën de latere koningen en koninginnen hebben/ -het nooit weer inge voerd. Doch mem zou -het haast niet geloo- ven en toch is heit een feit drie dagen gel# den, op Witte (Donderdag, liepenf de Koninklijk# Hooge Aalmoe se nier en cdju ondergeschikten, bij den dienst, die dien dag gehouden wordt in Westminster Abbey, rond, met groote wötte -handdoeken, om hert1 Ikihaam gebonden. Al wil de koning mot meer wasschen, zijn dienaren G r it j e: Ja, juffrouw! (Maar ze d-oet 't niet) Heks: En nu mag jij eens oen poosje wande- ten, Hans! Ik draai de kooi open. Zoo, da«t -is klaar. Kom er nu maar uit. (Hans komst er ui/t. Hij -praat zacht tegen Grietje.) Hans: Ik vertrouw haar n/iet, Grietje- Kijk, se staat voor de kooi. Nu geef jij haar ©en duw tje. Dan, valt ze in de kooi. En dan draai ik d© deur op slot! Pas op hoor! Eén, twee, drie! Hop! Bom, didht- H e k s: Help help, waf ie dat? O, juTli© ondeu gend© kinderen/ O Jullie deugnieten! Help, help! Hans: En nu op ©en draf naar huis, Grietje. Altijd rechtdoor, don kamen we buiten hel bosch! H e -k s: Doe gauw de deur open, Ieelijke kinde ren'. O wee, ze loopen weg, ze luisteren niet eens naar me. Is dat jullie dank voor H lek kere eten. dat je hebt gehad? -Hans, Hans.... Hans: Laaf ze maar schreeuwen, Grietje Vooruit, .vooruit Ze loopen; op een draf weg! BWK weten, hoe het hoort, en de handdoeken voor het afdrogen, zijn in elk geval present. Niet, dat. de armen er erg rouwig om zullen zijn. Vooral niet, omdat het belangrijkste ge deelte ceremonie, voor hen, in stand: is gehou den. (De giften worden nog steeds uitgedeeld. Wel geen visch, brood en wijn, maar iets, wat waarschijnlijk welkomcr is: geld. Doch geen geLd, dat Jan en alleman zoomaar in handen krijgt. Zilveren geldstukken van één, twee drie en vier stuivers, enkel en alleen voor deze gele genheid geslagen op de Munt. Dat veel van deze Zilverstukken wereiijk in de zakken blijven van degenen, die ze ontvangen, mag betwijfeld worden. -Natuurlijk willen verzamelaars graag heel waf meer dan de waarde, die er op gesla gen staat, geven voor deze zeldzame munten. Zooals ik reeds zei, heeft de dienst op Witten Donderdag en de uitdeeling er aan verbonden, plaats in do Westminster Abbey. De leeftijd van den koning is nog steeds een belangrijke fac tor. Koning; George, dde op het oogenblrk zeven en vijftig is, heeft ditmaal aan zeven en vijftig mannen, en evenveel vrouwen, de -zilveren- geld stukken laten uifdeelen. Men zal vragen: wie komen voor de uitdee ling in aanmerking? De zeven en vijftig man nen en vrouwen moeten in do eerste plaats oud zijn, en dn de tweede plaats moeiten zij achter uit zijn gegaan in de wereld. Doch zelfs dan zullen er h-eel wat meer teleurgesteld! dan 'be vredigd worden. Tijdens den dienst zijn de gelukkige uitver korenen geplaatst in hef koor. Een processie wordt dan gevormd in hef schip van de kerk, waaraan wordt deelgenomen door de koorkna pen, de geestelijken van die Westminster Ab dij, den Koninklijk» Ho ogen Aalmoesenier, den Onder Aalmoesenier en hun ondergeschikten. In hun handen o, machtige gewoonte dragen zij 'bloemruikers als voorbehoedmiddel tegen de besmetting, dde zij -zouden kunnen op- loopen van al die arme luivier honderd jaar geleden. Men stelde zich voor: de Konink lijke Hooge Aatanoesenier mef een. grooten wit ten handdoek voorgebonden en een bloemrui ker in zijn hand, omdat voor eenigie honderden jaren zijn voorganger die dingen werkelijk poo- dig had. En dan noemen ze, ons Hollanders, nog wel eens de Chineezen van Europa. J-n de processie, vlak voor den Onder Aalmoe- seimier, loopt een sepgeamt-majoor van die Gar de. gevolgd door een gardesoldaat, die -op zijn hoofd een groote gouden schaal draagt, waar op honderd veertien roode en witte glacé beur zen liggen imet de zilveren geldstukken voor de uitdeeling. Elke beurs is voorzien van lange linten, die als een frange langs de randen van de schaal afhangen. Dan, terwijl de gezangen worden gezongen, die verleden jaar bii deze gelegenheid ook wer den gezongen, en? eveneens zooveel honderd Jaar geloden, heeft de eigenlijke uitdeeling •plaalv Dit geschiedt door den Koninklijken Hooger Aalmoesenier met handdoek en bloemruiker in hoogsteigen persoon. De dienst eindig? mef het zingen van den hon derdsten psalm. Eigenaardig is toch de kracht, die van de ge woonte uitgaat OM TE ONTHOUDEN. Opvoeder .zijn fcefeekent dat men zdchzelven opvoedt In de wereld is meer berouw dan belijdenis. Het is niet goed voor hef karakter van een merech als de levensweg zoo precies is afgeba kend. Een diamant moet geslepen wonden. EET WAS GEBEURD. Een keukenmeid, beladen met eén blad vol schotels en schalen valt met alles van de trap. Van bovenaf wordt geroepen: Waf gebeurt daar beneden? De keukenmeid:: Er gebeurd niks, het i 8 ge beurde TE LETTERLIJK. „Visser is te letterlijk". ..Hoe bedoel je dat eigenlijkT" „De vorige week «kwam hij mc opzoeken. Ik moest juist even uit en focn ziei ik tegen hem, dat hij het zich tijdens mijn afwezigheid maar makkelijk moest maken. Doe of je thuis bent, zei ik. Toen. ik terug kwam had hij ruzie gehad met mijn vrouw, de kinderen de deur uitgezet en de zneid den dienst opgezegd," EEN KELLNERSOPMERKING. De een-e Ikellner tegen zijn collega, terwijl er een der gasten heengaat: Kijk eens George, zoo kan men zich vergissen. Die had ik bepaald voor een O.W.'er gehouden, en nu (blijkt het niks mear dan een fatsoenlijk men ach te zijn. IN HET RESTAURANT. Kellner /die de volgende week moet vertrek ken tot een klant: (Heeft u schildpadsoep of groente naoep gehad? Gast: Ik weet het! niet, het meest smaakte het -naar zeep. Kellner: Dan heeft u schildpadsoep gehad, ■de groen tensoep smaakt naar petroleum. ALS JE VROUW JE ERGERT. Rentenier Jansen zit in den kroeg van den stamtafel. Hij zegt:Nu drink ik al de zeven de pat bier, alleen omdat mijn vrouw mij zoo geërgerd heeft, 't Is een schande zooveel geld als dat meirsob mij (kost. DE ONGELIJKHEID IN DE WERELD. Mevrouw Collet, rue Judadque 86 te Bor deaux, voorspelt de- toekomst, na toezending van drie, franks mitsgaders voornamen en da tum van geboorte. In alle kranten van Frank rijk, België en «Zwitserland stond deze adver tentie eenigen tijid geleden te lezen. 1800 frs. besteedde mevrouw Collet -per maand aan publiciteit. Per jaar had zij een inkomen van '100.000 frs. Zij hield bij haar toekomstont sluieringen vast aan één beginsel: nooit voor- Spelde zij; -iets anders- dan aangename dingen. Aan Samonié's Huguette's, (Luc-ienne's tusschen de 1<8 en 45 jaar voorspelde zij een beantwoorde liefde, met de waarschuwing op haar hoede te zijn. voor een zekere donkere vrouw'. Allen Lu- do vie'-s, Aifredfs en Ferdinand's boven de 50 jaar werd oen decoratie aangekondigd, mita zij zich dekten tegen landschap van een blon den man. Voor drie frs. was al dat schoons toch tegeef. De rechters te Bordeaux hebben echter ge meend, dat deze weldoenster, die de menschen dn de huidige sombere tijden nog wat vreugde en hóóp wist te verschaffen, in -de gevangenis behoorde. Mijn hemel, wij1 hebben .talrijke ©fficioele kof- fiediklecers en waarzeggers, die veel gevaarlij ker zijn, constateert Vautel in zijn „J-ournal- Film", dan alle dames Collet van OBordeaui, Pa rijs en M-onitmartre bij: elkaar. (Maar dde loopen geen gevaar voor de .rechtbank gehaald te wor- dx. Neen, wij verschaffen hun onderdak in offi- cieele paleizen, waar zij gevoed worden op onze kosten. •Immers, twat zijn -onze politici feitelijk anders dan profeten1, die ons allerlei moois helooven, dat echter zuiver denkbeeldig Is? Zoo hebben zij ons verkondigd, dat de oorlog de laatste der oorlogen zou zijn- en hij is slechts de laatste in datum. -Zij beweren zelfs dn do kaarten «te hebben gelezen, dat 'Dultschland zou betalen! Was dat soms wat andera dan misbruik ma ken van onze goedgelooviigheid! Neen, dan Mme Collet. Die vertelde ongetwijfeld méér waarheden en zij vroeg tenminste maar drie frank- TEGEN DE INBRAKEN. De inbraken in de BerUjnache contfectiewijk 'tusschen Gendarmenmarkt en Donhoffplatz zijn zoo talrijk geworden in den laatsten tijd, niettegenstaande de bewaking door de politie en particulieren uachtvedligheidsdienst, dat de eigenaars van deze magazijnen (besloten -heb ben een nieuw -bewakingssysteem -toe te passen. In, elk magazijn- komt oen bewaker. Bovendien zullen in de wijk -tien man de rondé doen en zullen twee iman op de fiets voortdurend rond rijden. Merkt één hunner iots verdachts, dan wordt binnen enkele minuten de geheele wijk gealarmeerd. Deze bewaking begint 's middags omi vier uur en wordt voortgezet tot 's morgens één uur na het openen van d© magazijnen. Wie dn dien tijd een huis binnen of verlaten wil, (moet in het bezit zijn van een legi-timotiekaart die steeds verandert van kleur, formaat en ge heim teeken. MERKWAARIGE BEVOLKINGSCIJFERS. Do volkstelling van 1920 te New York geeft merkwaardige bevolkingscljfere te zien. Terwijl het aantal (te New 'York geboren zielen 1,164.834 bedraagt, beloopt het aantal vreem delingen, dat te New York woont, niet minder dan 4.294.600. Er wonen té New York meer Russen dan te Warschau, nl. 994. 556. De Ita liaan sc-he bevolking der stad, die 802.803 zielen telt, is 100.000 adelen groo-ter dan de bevolking van, Napels. Vervolgens komen de Ieren aan de beurt inet 637.744. De Oostenrijkers er Hongaren, en de Duitschers, tellen elk meer dan, een half ünillioen zielen. De RussJfsche bevolking is sedert (1910 geweldig vermeerderd, toen zij bij de Duitsche verre ten achter stond dié toen in -totaal slechts 296.000 zielen telde. Het aantal te New York woonachtige Russen is thans slechts 170.000 minder dan de geheele te New Yonk gehoren Amerikaansche bevolking Bij het lezen van bovenstaande cijfers houde men er rekening mede, dat zij betrekking heb ben op de nationaliteiten, raooals zij vóór den oorlog waren geklassificeerd. Onder het hoofd Russen zijm waarschijnlijk ook -begrepen Polen di-e zonder twijfel talrijker -zijtn »te New York dan do Russen zelf. Desgelijks omvat de cate gorie Oostenrijkers en Hongaren waarschijnlijk ook de onderdanen -van de successiestaten. EEN (NIEUWE HYUROXYGEENVLAJH Te Lyon en Londen zijn dezer dagen proef nemingen genomen met een uitvinding van een ingenieur uit Lyon., Eugène Roger, be staande uit een nieuwe hydroxygeenvlam, die onder water een even1 groote vlam- geeft als boven water: een duiker kan hiermee d« dikste metalen platen doorboren. Het geheim van daze interessante ontdek king berust op d-e-compressie van- het meng sel en de geleiding van de gassen die bestemd zijn -om de hydroxygeenvlam te voeden zoo wel als op de inwendige inrichting en hel haniteeren van het toestel. EEN NIEUW SOORT VISCH. Volgens een bericht uit Honoloeloe is door een Japanschen visacher op een afstand van 13 mijl van de kust en op een diepte van 1200 voet een visch gevangen van een tot nu toe onbekende soort. Deze -visch weegt 80 pond, is plat eni bijna cirkelvormig. Zijn/ lichaam is hoofdzakelijk zib vergrijs, met rooden' staart en snuit, terwijl de 45 c_M. lang» ruggegraat wit gespikkeld is. Dè kop is donkergrijs met zwart. De oogen zijn rond, en ongeveer -10 cJVi. in doorsnee. Volgens dr. H. Edmondson,, ichtyoloog aan de Universiteit van Hawaii, staat dit soort in geen enkel wetenschappelijk werk vermeld. De visch zal aan X Bisschop Museum te Hono loeloe ton geschenke worden gegeven DE FILM IN DIENST VAN DEN VREDE Volgens een bericht in de „Evening News" is de bekende Aimerikaaneche filmregisseur David-Ward Griffith in Engeland aangekomen met het plan om door middel van de film de wereld rijp te maken voor vrede. Zijn bedoeling is een aantal personen in En geland, Frankrijk en andere Europeesch© landen te in-teresseeren voor het organiseere» van een serie historische films, die zich ten doel stolt de volken elkander te doen begrij pen, Volgens hem is de voornaamste oorzaak, van oorlog en revolutie onwetendheid. Hij wil een (bond van bistirici over de gehoele wercldi vormen, die geschiedkundige onderwerpen zul len verzamelen om door -hem Verfilmd te wor den. De Ülms zullen uitsluitend' op feiten ge baseerd worden. CARILLON VAN PORCELETNEN KLOKKEN TE XEISSEN. 1 Na verschillend© vergeefsche pogingen is een iporceleinfabriek te Dresden er in gvalaagd om porceleinen kerkklokken te vervaardigen. Een carillon van 60 van zulke (klokken nu zal eerlang dn de klokketoren to Meiasen worden aangebracht. De grootste klok heeft een dia meter van 27H duim. Do klokken zijn versierd met allegorische voorstellingen dn rood en goud. ONWILLIGE BELASTINGBETALERS IN DE T. Volgens do „New York Globe" hebben 15 i\ 20 millioen Amerikanen nagelaten aan de bela»* tdng-autoriteiten opgaven te verstrekken over hun inkomen dn 1919. Het totanl dier inkomen* bedraagt naar schatting 30.000.000B00 dollar. Er valt voor den staat dus nog heel wal te vor deren. 4&M0 JAKHALZEN GEDOOD. Op het congres van de Vereeniging van Af- deelingsraden van (Kaapland werd meegedeeld, dat in 1921 dn Kaapland 48.000 jakhalzen zijn gedood.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 10