Van Rijswijk's
Schoenhandel - Schoenmakerij
Ie zijn BOED en GOEDKOOP.
een paar SCHOENEN voor te koope^.
Zaterdag 6 Mei 1922,
65ste Jaargang. No. 7021.
TWEEDE BLAD.
De dingen om ons heen.
FEUILLETON.
TERUG IN HET LEVEN.
Brieven uit Engeland,
Men kan het geld niet
beter besteden
Uit hef Hart van Holland.
In meer dan eeii opzicht gaat het de Entente niet
naar wensch. En toch wordt terzelfder itijd de toe
stand voortdurend duidelijker.
Re e da geruimen tijd waren Ier teekens waar ite ne
men, die er op wezen, dat ihot ooriogsvenbon-d bezig
was uiteen te -volden. Elk oogenblik waaier geharre
war tusschen Londen en iParijis en na elke ontmoe
ting tu-ssclien de leidende persoonlijkheden der hei
de landen, -moesten huh lij-lyournalisten „met den
meesten nadruk" -het praatje colportearen dat de
band nog nimmer zoo hecht, de samenwerking nog
mooit zoo innig was geweest als thans. Een praatje
door niemand gelooid, -plnidat de feiten precies con
trarie spraken, dooh dat men in Frankrijk noodlg
had om hot publiek te kalmeeren, dat zich zonder
Eugelands bijstand al opnieuw door .Duitschland over
weldigd waande en dat ook voor velen in Groot-
-Bi-itanniö een zekere gevoelswaarde bezat.
.Wij wezen er reeds vroeger op, dat geheel afge
scheiden nog van politieke overwegingen, -het vooral
economische argumenten zijn gewee-st, die aanleiding
gaven tot een gebrek aan harmonie in het -optreden
van Londen en Parijs. Het -teiugwmncn van een
groot -afzetgebied voor handel en nijverheid, het her
stel van net normale zakenverkeer was voor Enge
land -de factor, die den doorslag gaf, iterwijil Frank
rijk veel meer hechtte aan baar geld in -den vorm
•van de Duitsche schadeloosstelling, al zou dan -ook
i-of wellicht juist -omdat! Duitschland daardoor
voor goed zou zijn geruïneerd.
Dit was het hoofdpunt van geschil, d-ooh daarbij
bleef het niet. Er waren andere motieven, die de
breuk wel niet ernstiger maakten, doch in elk geval
duidelijker zichtbaar deden worden.
Zoo bijv. het verdrag van Angora., waarbij Frank
rijk zich tegen alle afspraken in speciale voord-eelen
bezorgde en tevens het verdrag met Turkije -op losse
schroeven zette.
Van dat oogenfolik. af beschouwd© men in Engeland
de Fransche bondgenoot als iemand, die in- de gaten
dient te. worden gehouden.
Precies zooals Frankrijk ten hoogste verbolgen was
toen Duitschland in Rapailo het -tractaat met de So
vjetrepubliek onderteekende. En het mag zonderling
höeten, dat bij al de kunstmatige verontwaardiging
over Rapall-o bijna niemand in Engeland heeft her
innerd aan precies het analoge geval, toen Frankrijk
de belangen der Entente en de waardigheid der vre
desverdragen overboord wierp om zelf e enige conces
sies te verwerven van de allerbeste vrienden van
Moskou, waarop Frankrijk zoo gebeten heet te zijn.
Vermoedelijk heelt -de discipln-ine der Britsche- pers
waar het aangelegenheden van bpitenfandsche poli
tiek betreft, verhinderd dat -voorloo-pig die -troef
kaart nog binnen werd gehouden, 'Doch men kan er
van- verzekerd zijn, dat zij te e eniger tij-di op tafel
komt. Zoodra bijv. de Fransche regeering -op grond
van het Verdrag van Rapailo wat nog steeds mo
gelijk blijft en zelfs waai-schijn!ijk is te noemen
roet in het eten zou trachten te gooien.
Zoodra Frankrijk ais oprecht Lui der Entente door
Engeland (op goede 'gronden -van Dritsch eigenbe
lang) moest worden gediscrediteerd, kon me* aan
stonds zien, dat de verstandhouding tusschen Italië
£n Engeland inniger werd, De Itaiiaansche leiders
w-aren het op menig punt eens met de Britsche. Ook
.voor hen -golden economische -overwegingen meer
^n politieke. „Een, natuurlijk gevolg", zooals men
iin Frankrijk zeide, „van het feit, dat Italië zoomin ais
(Engeland aan het gevaar -van directe 'Duitsche -agres
sie blootstaat, zoodat men in Rome ais in Loudfen
'gemakkelijk spreken heeft!"
iH-et moet worden erkend, dat er voor Engeland bij
de behandeling van Duitschland bij-na geen politieke
overwegingen op het sipel staan, die een- blijvenden
of althans langduirigen druk op.de Duitschers wen-
sohelijk maken.
Engeland heeft momenteel in -Europa zoo goed1 ais
geen politieke 'belangen. Zijn interessen liggen el
ders, in Indiö, in-Azië, in het algemeen en wat Europa
betreft, komt alleen hot vraagstuk van, de Middêl-
landsche IZee ernstig In aanmerking.
Engeland wensebt daar met het oog op het Suez-
kanaal geen „paramoune power", geen macht, die
alleen meer in -de melk heeft te brokken, -dan alle
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE
Vooc Nederland bewerkt door W. A. J. ROLDANUS Je.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht,
„Hoe kunt u daaraan twijfelen," antwoordde de
jonge man. „Hoe kunt u daaraan twijfelen? Het moet
een illuster gezelschap zijn. 11c ben alleen maar bang,
dat ik; een armzalig stuk in de verzameling zijin zal."
„Wilt u niet g&aii zitten?" Zij wees hem een plaats
naast haar op den divan. En toen Godfrey naast haar
plaats genomen, had, voegde z(j er fluisterend aan toe;
„Dat en dat" met een bijna onmerkbaar handgebaar
wees zij naar zijn decoratie en zijn been „geven
u het recht op een eereplaats." En dan ging zij, alsof
zij een teer punt aangeraakt had, op bijna verontschul
digenden toon voort-, „Lady Edna plaagt mij altijd met
mijn collectie, zooals zij die noemt: maar er is een
grond van waarheid in. Mijn echtgenoot is heef trotsch
op zijn Divisie en dat ben ik ook, cn de eendgo maniei
waarop ik probccren kan me dio als iets levends tc
beseffen, is sommigen van zijn officieren goed te lee-
ren kennen."
„Bij Jupiterriep Godfroy mot plotseling schilte-
rciklo oo$en. „Dal ia de verklaring voor alles.
„Waarvoor?"
„Voor hot 'Telt, dat de divisie cfe schitterendste is,
geen enkele uitgezonderd, aan het front. Voor den in-
vlood, dien de generaal erop hoeft. Ik heb nera maar
een paar maal gezien en toen rilde ik van top tot teen,
terwijl hij langs kwam. Maar er is geen officier ot
soldaat, die niet voelt, dat hij hem maken en breken kan.
Ik heb het nooit kunnen verklaren. Nu kan ik het wel."
Zij glimlachte. „Ik kan u niet heelemaal volgen, Mr.
BaJtazar."
Plotseling werd h\j zich zijn vermetelheid bewust.
Subalterne officieren moesten zich 111 den maatschappe-
liiken omgang met do vrouwen van hun divisiegeneraalp
als was laten kneden. Hij was er mot zeker van of hun
gedrag üiot voorgeschreven was in paragraaf zoo en
zooveel van de hing* Rcsolulions. Hy kreeg een kleur
tot over zijn ooren. liuniddcfs keken haar oogen vrien
delijk vragend. En als om de verlegenheid nog grooler
te maken, schenen Lady Edma en zijn vader hun
gesprek gestaakt te hebben, om naar zijn antwoord te
luisteren. Er was geen ontkomen aan. llij verzamelde
al znn moed en zeide:
„U was steeds daar achter do Divisie."
Do bescheidon Lady Northby kreeg ook een kleur.
Dat de jonge man net eerlijk meende, bleek uit alles.
andere ^tezamen-. Dit ïa een der motieven, waarom
Engeland de Grieken niet in een hoek wenscht te latten
dringen. Een te zeer verzwakt Griekenland, naast een
dito Turkije zou het Frankrijk al te gemakkelijk ma
ken in de iMiddella-ndeche Zee de leidende rol te gaan
spelen en -Italië 'te effaceeren. Daarom m-oet. de relatie
tusschen Rome en- 'Londen, docb ook tusschen Athene
en Londen, zoo goed mogelijk zijn, al beeft Engeland
idan- ook weinig reden1 ora cmet de Grieken van Kon-
stantijn zoo bijzon-der ingenomen te zijp.
Aan den andoren kant. mag ook Tur^jje niet te
«eer benadeeld worden, omdat, van de goede gezind
heid van- het. hoofd' van -den Islam voor Engeland, -ais
heerst'her -over mfiliosneu im.abomed.aneo-, yes'l te
v-eel afhangt. De regeling van het Tuiksch-Grieksch
geschil ls dus voor En-gel'and een 'bijster imoellijk-o
taak en het ligt ge-heel in de lij-n der 'Britsche voor-
/uit-ziende politiek -dat men deze regeling niet zelf
standig wenschte -doo-r te zetten, doch alleen dn sa
menwerking met Rome en Parijs.
Het voordeel daarvan zou de gedulde verantwoor
delijkheid zijn geweest. En dat voordeel verloor En
geland feitelijk, toen Frankrijk door een half offi
cieel heer, Frainklin Bouillon, het -itractaat van An
gora liet sluiten.
We-1 trachtte Londen do-or de bijeenkomst in Parijs
(den -ouden -toe-stand van eensgezind -optreden zoo
goed mógelijk te -herstellen, 'doch -dit bleek van -den
laa.nvang af niet meer -dan een lapmiddel. Men wi'st
ün Londen zijn spijt te verkroppen, oo/k al i-hield de
(Daily Telegrap'h vol er van dag tot dag op te wijzer»
hoezeer i-Frankrijk de harmonie ten opzichte van -heft
Nabije Oosten had verstoord.
De spijt bestond, al toonde men het niet.
Nu komt plotseling de tijding, dat Italië het Fran
sche voorbeeld' heeft gevolgd en alle afspraken ten
spijt ook achter den' rug zijner vrienden en collega's
een truc heeft uitgehaald, zich door eenige concessies
heeft laten verleiden, tot een afzonderlijke overeen
komst met Angora.
De Pall Mali bracht het uit. De Times raast en
dondert. Do rest van de pers zal vermoedelijk wel
•volgen.
Metterdaad is Engeland, wat het naburige Oosten be
treft, thans geïsoleerd. Wil het een vrede bewerken, dan
zal het (inplnats van zooals het 'voornemen was kool
en geit te sparen) gedwongen zijn afleen de volle con
sequentie voor zijn houding te dragen. En daar Grieken
land ontegenzeggelijk 'in elk opzicht 'de zwakste partij
is, zal het uiterst moeilijk Zijn voor Lord Curzon een
manier te vinden, waarbij Griekenland een ietwat aan
zienlijke factor blijft aan do Middellondsche Zee. De
Europcesche politiek ]9au Engeland eischt een bevoor-
decling der Grieken, groofcr dan waarop zij aanspraak
kunnen maken. Doch terzelfder tijd eischt de Duitsche
wereldpolitiek' eenige toegeeflijkheid ten opZichte van
den Islam, zoodat de Behcerscher dier Geloovigen reden
heeft Engeland in zijn koloniën rust. te geven, door een
vermanend w-oo-rd aan het' adres der Mahomedaanscho
leiders aldaar.
Genua was voo-r Ll-oyd Geor^e van het 'uiterst gewicht
en het ligt in de rede, dat hij1 alles heeft gedaan out
de conferentie, waarven zooveel afhing voor den Britsche
hanaei en voo. Engeland* welvaart in bet algemeen,
lot eeii coeo einde te brengen. Aefik ol moest pij daar
voor de boosheid der Franschen in den loop meenemen-
Maar dit pioblecm zat vermoedelijk thans blijken op
den achtegrond te Zijn gekomen, nu de be.angen van
Britsche Rijk en van de heerschappij om lndië in het
gedrang beginnen te geraken.
Een verkoeling tusschen Rome en Lo-nden kan
thans niet uitblijven, doch het is de groote vraag, waar
Engeland thans de steun zal zoeken om het probleem
van het naburige Óósten tot oplossing te brengen..
Reeds voor het nieuwe Verdrag bekend was, Heette het,
dat Ll-oyd George de medewerking der neutraen wilde in
roepen om het Gricksch-Turksche geschil o-p te lossen
en dat anders de .Volkenbond) daartoe van Britsche zijde
zou worden uilgcnöodigd.
De tegenwoordige samenstelling van dit lichaam geeft
echter aan de Entente het overWicht, dus ook aan
Frankrijk en Italië, die {na het sluiten hunner
tractaten als onpartijdige beoordeelaars evenmin in
aanmerking komen, als de Duitschers na het tractaat
van Rapailo inzake de Russische kwestie meer compe
tent waren.
Zoodat dus de neutralen Engeland zullen moeten hel
pen om het geschil tusschen Turken en Grieken op te
lossen.
De neutralen,
E|ii juist heeft de pens ons medegedeeld welk een gro-ote
ro-1 Nederland in den kring dier neutralen speelt.
Nederland is, naar het heet, hun leider.
En terzelfder tijd is Nederland de eenige mogendheid
on-der hen, die Mahomedaansche belangen heeft
Zoo ooit dan moet hier zeer voorzichtig te werk
worden gegaan. zeer openlijk vooral alvorens onze
regeering in dit geschil een ietwat leidende rol op
zich neemt
Meedoen is goed.
Maar dan moei Koloniën bij elke beslissing minstens
zoo eel hebben in te brengen als Builenlandsche Zaken-
We zouden haast zeggen: als deze aangelegenheid eens
in Dén Haag -w-erd uitgemaakt
UITKIJK.
Lady Edna stond lachend op, toen een bediende bin
nentrad.
„De hand, die de subalteraen weegt, beheerseht de
Divisie. Laten w* zien of we iets te eten kunnen krij
gen."
Zij waren slechts met hun vieren. Eerst had Lady
Edna Donnithorpe erover gedacht een groot gezelschap
te inviteeren om met Baltazar kennis te maken. Haar
jong besef van macht vermeide zich in de hulde der
nne fleur van Londen om haar tafef. Baliazar's geschie-
deins (gehoord, voor zij "hem ontmoet had) had haar
bekoord, hij zelf had haar een diepen indruk gegeven;
van zijn levenskracht en uitgebreide kennis; en na het
diner was zij onder den invloed: van zijn persoonlijkheid
gekomen. Hier was een groote kracht, die verwaarloosd
werd. Hoe kon zij die nuttig maken? De menfcehen,
begonnen over hem te praten. De nieuwe Pip Van
Winklc. Het zou een triomf voor haar zijn als zij hem
een actieve rol kon laten spelen. Zij had reeds een lijst
opgemaakt, van de voornaamste autoriteiten, die hij
moest leer en kennen haar man telde niet mede en
was -bezig het aantal uitgenoodigden voor de lunföh
op tc tellen, toen zij 'de lijst zij wist zelf nauwlijks
waarom verscheurde. Het was misschien beter haar
protégé to polsen voor zij haar campagne begon. De
zoon maakte t-rouwonö den (toestand gecompliceerder.
Een (knappe, flinke jongen. Misschien, zou zij ■voor
hom ook iets kunnen id-oen,, als zij. wist wat hij wilde.
Zij vond zijn oogen en de manier, ivvaarop hij zijn
hoofd hield, m-ooi. Bovendien zonden de menschen,
die don- vader van nut konden Zijn, den jongen man
doodelijk vervelen. En dat -een van haar gasten zich
in haar huis vervelen zou beschouwde zij als een
ondenkbare ramp. Edgar, haar -echtgenoot, was de,
eenige, die zich in. haar -huis verveelde, en dat was
zijn eigen wil. Zij wilde niet, dat de jonge Baltazar
de kans loopen zou zich te vervelen. Nadat zij de lijst
verscheurd had, inviteerde zij 'Lady Northhby als de
idéale vierde.
In het begin van den lunch, toen Baltazar -in een
levendige discussie met Lady Northby gewikkeld was
wijdde zij zich -geheel aan Godfrey. .Met haar -sym
pathieke contr-alto-stem ondervroeg zij hem en hij,
onder de betoovering ervan, antwoordde. Hij zou de
intiemste geheimen van zijn ziel geopenbaard hebben
als zij die gevraagd htad. Maar in ieder g-eval vertel
de hij -haar v-eel verbazingwekkende dingen over
zichzelf.
Daarna werd het gesprek algemeen. Op haar zach
te manier verspreidde Lady Northby heel wat licht
op vele duistere Iphasen van den oorlog. Lady Ed--
na hield- een- hoog brandende toorts over zwarte en
als afgronden zoo diepe hoeken der diplomatie. God
frey kreeg ontzag voor haar kennis van feiten cn
haar vlugge gevolgtrekkingen daaruit. Hij had nooit
(heemstede, 28 April '1822.
Is er iets natuurlijker dan dat wij, gewone men
schen, belangstellen in het leven van buitengewone
men.-Tjhen? Dat we graag iet3, en liefst veel. weten
var mannen als Goethe, Shakespeare. Vondel?
Uit dioh lust. weken wij bijna allen, hebben, om
kennis te maken, niet allqen met de wenken van groo
te schrijvprs. doch daarna enk jnet bvu léven, valt te
verklaren hoi gt'oete aantal levensbyschou^'ingenj
waarin- do literatuur van elk «icfe mag. verheugen-
Daaruit ook valt te vork-loren, dé IJver, waarmee
honderden Jaren na don dood van -een Shakespeare
gezocht en1 gesnuffeld wordt in oude archieven, om
te trachten een tipje op -te lichten van den sluier,
waarmee vele levensjaren van den grooten Engel-
schen dichter zijn bedekt. Soms mei succes, als een
dertiental jaren geleden, toen de Amerikaansche pro
fessor Wallace, daarbij trouw geholpen door zijn
-vrouw, In de Londensche archieven -zeer belangwek
kende bijzonderheden vond over .Shakespeare. Meestal
zonder ©enig resultaat.... voor de wetenschap. Niet
-daarom steeds zonder resultaat voor den onderzoeker.
Het aantal) verhalen, dat -over Shakospoare's leven de
wereld in gezonden is, verhalen, waaraan niet de
■miste waarheid -ten grondslag ligt, Is legio. Doch -daar
over en over Professor -Wallace schrijf ik wol eens
een anderen keer.
(Shakespeare zou me bijna afleiden. De. schrijver,
ove-r wiens biographie het mijn plan was iets med8
te deelen, .toen ik dezen brief -begon, is een man, die
nog maar weinige -jaren geleden gestorven is, in 1909:
Algernon Charles Swinburne, een van Engelands
grootste dichters.
Veel is over het leven -van 'Swinburne reeds mede-
gedoeld.'-Zijn bewonderaars hebben, 'zoowel tijdens
zijn leven als in de dertien' jaren ma .zijn- dood, nooit
opgehouden bijzonderheden over hem te weten te ko
men. De groote dingen zijn natuurlijk voor ieder, die
ze-weten wil, gemakkelijk te vinden, in elko letter-
kundeboek: -datums van geboorte, ouders, -opvoeding,
atu-di-o -enz. :Maar de bijz-ond-erheden en vooral:
-d-e bijz onder e bijzonderheden.
V-oor vijftien! shüllimgg kan- iedere !Swi-nb urne-ver eer
der zich -daaraan thans te goed -doen. Voor dien prijs
is bij den uitgever 'Philpot The -Home -Life -of Swin
burne, H-et Huiselijk Leven van iSwonburne, versche
nen, door Clara Watts-Dunton. Wie daaraan niet ge
noeg heeft is, vrees ik, niet gemakkelijk to voldoen.
-Clara Watts-Dunton had, meer dan iemand anders,
gelegenheid Swinburne te leeren kennen. Haar man
was Swin.burne's meest vertrouwde vriend. Zie hier
'n voorbeeld, hos zij van deze omstandigheid gebruik
maakt -Swinbuirnie bewonderaars kunnen gaan ge
nieten:
„Ik had ruimschoots gelegenheid om' goed op de
■hoogte te komen van het schoeisel van de bewoners.
(Zij bed-oelt: die- bewonor-s van de villa The Pines, Pu-t-
n-ey IHdll, waar Watts-Dunton, zijn virouw en iSwin-
burne de dichter was niet getro-uwd verblijf
hielden de dertig laatste jaren van Swinburne's le
ven). De zelfde schoenmaker bediende beiden (na
tuurlijk haar man en -Swinburne). Er was maar wei
nig verschil in grootte, 'Swinburno's voeten waren een
klein beetje grooler dan Walter's. .De dichter droeg,
wat men in den handel noemt, een acht en een half
(wij noemen dat, geloof ik, 42 in Holland), 'zoodat het
•onzinnig -is om te schrijven, over zijn kleine voeten.
(Swinbur'ne had -schoenen van kalfsleer, terwijl Wal-
ter aan zacht chroomileer de -voorkeur gaf. Vaak, als
ik met Wal ter igiimg wandelen, merkte ik op, dat hij
■kalf-sleeren schoenen aan had. Dan zei ik: „Je ihebf-
iSTvinburae (zijn schoenen weer aan. O -hemel! Waar
om kijk je niet beter u-it?"
Heb ik te veel gezegd, is het -niet om te -genieten
voor de Swinburne vereerders? Voor goed zal -he.t na
geslacht weten, ook na honderden jaren, dat de dich
ter van Chastelard en Mary Stuart acht en half van
Ve
DAN ER BIJ
zoo'n vrouw -ontmoet., nooit -gedroomd, dat zoo'u
vrouw bestaan kon. Zij was in persotilijke aanraking
geweest met de grooten der aarde, ook met den Kai-
ser. Haar oordeel over Ihem was heel schrander.
„Als de Kaiser en de 'Kroonprins gew-one midden-r
standers geweest waren", zeide zij, „zouden zij: al
lang achter slot en grendel gezeten hebben. De vader
voo-r het oplichten van het publiek op grooten -schaal
en.de zoon voor het stelen van melkkannen."
Zij had ook koning- Constantijn ontmoet, toen een
doorn in het 'vleesch der Geallieerden, van wie de
eenvoudige Brit niet begreep, dat hij zoo lang' op
den troon geduld werd.
„Wat ëen onteering van een- naam voor Constatijh
den Grootezeide Baltazar.
„Precies,bitste zij. .«Zijn vreeseliike vrouw zegt ,In
hoe signo vinces en laat den hefijzeren Kruis voor
zijn oogen bengelen."
Neen Godfrey had nooit zoo'n vrouw ontmoet Zij
had haars gelijke niet
Van den naam Constantijn kwam hot gesprek op
andere namen.
Ik vind de oude Angel-Saksische namen zoo mooi,'"
zeide Lady Northby. „De jouwe bijvoorbeeld, lieve.'-
„Het is een heele mooie naam, zeide Baltazar, ,maar
hij is niet Angel-Saksisch. Hij is veel ouder.
„Zeker is iiii Angel-Saksisch,' zeide Lady Edna.
„Edna was ae vrouw van Ragnef en de schoonmoeder
van T-obias, den zoon van Tobit, den knappen jongen
man, die een visck draagt en vergezeld wordt door den
aartsengel Raphacl, .zooals u dat op Italiaanscbe schil
derijen ziot'
Lady Edna was verbaasd. „Jlk zou wel eens wlilen
weten of er iets is, dat u niet weet."
Baltazar lachte. „Ik herinner me slechts wat ik gelezen
heb. Mijn vroegere worsteling met het Chineesch heeft
denk ik, mijn geheugen voor bijzonderheden getraind. Ik
houd ook veel van de Apokriefen. Het Boek van Esdras
bijvoorbeeld staat vol vreemde namen. Hieremoth en
Carabasion vindt ik heel mooi.' i
Dan zeide zij tot Godfrey: „Uw vader maakt altijd,
dat ik me zoo nederig en onwetend ga voelen. Hebt u
ooit de Apokriefe Boeken gelezen?'
„Neen, ik 'niet.'
„Ik ook niet. Als u ze wel gelezen hadt. zou ik, geloof
ik, onder de tafel kruipen. Tegen zóo'n paar zou ik
niet opgewassen zijn"
Haar bekentenis van onwetendheid bracht hem even
zeer dn verrukking als haar kennis van vele dingen
hem met verbazing vervulde. Het maakte haar zoo *cht
menschel ijk.1
Na den lunch begaven zij zich naar den salon, waar
zij afzonderlijk met nem ging zitten..
„U gaat natuurlijk Lady Northby een bezoek brengen,"
zeide zij.
schoenen' had'. Nooit, helaas, zullen we ie weten ko
men-, of (Sbakeppe&re gtrootere of kleinere ^cboenen
Vuid, ern of hij zomers sokken dioeg, en van welke
kleur.
Wat at Shake.<peare? Zou Vondel havennuu. ge
bruikt hebben bij het ontbijt? Helaas, dat. c.uike din
gen altijd mysteries moeten blijven!
Niet wat 'SwinbUTne betreft. Clara1 Watts-Dunton
vertelt ons:
,,Hll vermeed bet eten van schaaldieren, hoewel hij
er van hield. Kreef^ oi krabber werden nooit, opge-
dieniï. Ik herinner ms, -ik eesis vl.éescbgeiei had
gókochh die ik fo "voriraep bad. gemaakt met Mal roo-
de garnalen door dé gelatine hjen-s^hljnond. Ilit was
-verrukt, 'zoo heerlijk da schotel er uit. Wat -zien
>die dingetjes -er -aardig uit, merkte 'hij op, bijna te
aardig om op te eten. Maar ik geloof, dat Ik het nu
dezen keer -maar -eens -moet doen, -omdat u ze heeft
klaar geim&akt."
Het kan niet anders dan ons genot verhoogen, wan- -
neer wij Swinburne's gedichten lezen, te weten, dat
hij wel .van garnalen hield, doch ze niet of zelden at,
-hoogst^is uit hoffelijikheid -tegenover mevrouw Watts-*
Dunton.
iM.isschien zal het een itroost zijn voor sommigen
•onder mijn lezers te vernemen, dat iSwinburne ver -van
handig was. Ik vermoed met groote -zekerheid, -dat hij
nooit (een1 spijker in een muur sloeg, of een puntje aan
'n pot-lood'isleep, wanneer wij die volgende passage le
zen in mevrouw WattsDunton's levensbeschrijving:
zelfs het mechanisme van een spuilwaterflesch.
ging zijn begrip te boven. Toen ik voor de eerste maal er
een geblikte in zijn tegenwoourdighëid, keek 'bij' me
strak aan, terwijl groote bezorgdhëid voor mijn veilig
heid in zij'n blik stond te lezen. Ik slaagde cr in,
een kalme stroom in het glas te doen vioeien. Toen. ik
klaar was, zei hij. op een toon van bewondering en
verrassing: .„Wat heelt dat knap gedaanj dat had ik
niet kunnen doen.'
Toch, al schijnt Swinburne geen spuitwaterflesch te
hebben kunnen nanleeren, hij wachtte zich blijkbaar zelf.
In elk geval lezen we niet, dat Mevrouw Watts-Dunton
hem met spons en handdoek van het dagelijksch proza
ïsch vuil reinigde. Wel wéten we gelukkig, welke zeep
Swinburne gebruikte. Ook dat zal ons van Shakespeare
wel nooit geopenbaard worden, 't Zou ons toch zoef
goed doen te weten, dat een fijne geur van groene zeep
aoor het vertrek zweefde, terwijl Hamlet ontstond.
Swinburne gebruikte Samphire Soap, omdat ze naar
de zee rook. Ik ken Samphire zeep niet, kan dus niet
zegden, of dit dichterlijke verbeelding was, of niet. Maar
het doet "ons hart goed te hooren, dat des dichters
zeepbakje nooit leeg was. Want Mevrouw: Watts-Dunton
vertelt ons:
„Onnoodig tc zeggen, dat Samphire zeep een artikel!
was, viat we altijd zorgden in voldoenden voorraad in
huis tc hebben."
Swinburne is dood, i*eeds dertien jhren, Dood, doch'
niet vergeten. „Nog altijd", zegt Mevrouw Watts-Dun-
t-on, „bewaar ik een stuk Samphire zeep als een her
innering aan den gelukkigs-ten tijd 'van imjn Ievbti.
Zijn er onder mijne lezers misschien, die nooit iets
van Swinburne hebben gelezen, ja, misschien nu voor
het eerst van hem hebben gehoord? Het zou een bittere
teleurstelling voor mij zijn, als ik niet het idee met
mij durfde omdragen, dat althans enkelen thans zijn
werken ter hand zullen nemen. Wel is waar is niet
alles omtrent den dichter aan ons geopenbaard ik
weet bijvoorbeeld niet, of hij" een kromme of een rechte
tandenborstel gebruikte doch zooveel heerlijke, onver
getelijke, en vooral uiterst belangrijke dingen weten
wij 'nu over hem, dat het werkelijk onverantwoordelijk
femoemd mag worden, wanneer we thans ook nog met
eirmis zouden maken met de laatste kleinigheid uit
zijn leven, kijn gedichten.
Iemand, die het Haagje een jaar of twee drie geleden:
bezocht en sedert wegens de hooge belastingen ot eenig
ander motief elders zijn tenten opsloeg, zal gegronde
redenen hebben tot verbazing als hij er nu terugkeert.
Voor een paar jaar leefde Den Haag „of het niet op
kon." In café's, die het middelpunt van de dagelijksch©
vreugde vormden, bijv. in Centraal, placht in het thee
uur en 's avonds geen plaatsje onbezet te zijn. In bios
copen dito en al wat kans zag door middel van een zooal
(niet echt-buitenlands geboren, dan toch buitenlands"
geldeede of onitkleede juffrouw of wat plus een exoti-
schen meneer een „cabaret" samen te stellen, kon dag m,
dag uit, „nacht in, nacht uit" een uitverkochte zaal
hebben.
Al wat door dobbelen, woekeren, speculeeren in le
vensmiddelen, smokkelwaar en valuta onbehoorlijk veel
geld had, reed in een auto en liet zijn zoons met motor
fietsen de wegen onveilig maken.
Er waren een paar families van den ouden stempel,
die niet medededen aan dit (zeer betrekkelijke) „geuri
maken, doch de wereld stond zoodanig op haar kop,
dat men niet de automcnschen, maar de paard-en-rijtuig
houders als de opscheppers beschouwde. N
Den Haag stoncl.„iix het teeken der benzine". Vroeger
in den tijd van de houten ham van pas schoon
gemaakte handschoenen, opgekikkerde vesten en bloezes,
„Dat zou ik wel denken," antwoordde hij echt jongens
achtig. „U moeten weten, dat ik tot het Nieuwe Leger
behoor en nooit het geluk gehad heb een generaalsvrouw
tè ontmoeten. Als zij allemaal zoo zijn, dan is het niet
te verwonderen,, dat het Leger is wat het is.'
Lady Edna glimlachte toegeeflijk. „Zij is een schat Ik
dacht wel, dat u verliefd op haar zoudt worden."
„Maar u hebt niet kunnen weten, dat ik bij generaal
Northby's Divisie was, tenzij
„Tenzij wat?'*
„Tenzij u een heks bent/
Met 'een vluggen blik las zij hét compliment in zijn
jonge oogen. Het 'overtuigde haar bijna, dat zij gefteim-
zinnige krachten bézat Zij zag er bekoorlijk mysterieus
„Laten we het'hierbij laten,' zeide zij. „In ieder geval"
voegde zij eraan toe, „kan Lady Horthbv van heel veel
nut zijn voor een jong officier."
„Van nut?' Hij kreeg een kleur. „Maar ik zou geen
dame een bezoek kunnen brengen met de gedachte
wat van haar gedaan te krijgen.'"
„Waarom niet?'
Hij'keek haar in haar oogen. „Dat spreekt toch van zelf."
Zij begon te lachen. „Heerlijk, dat u dat gezegd hebt
Als u het niet gezegd hadt zou het èen heele trieurstef-
ling voor mij geweest zijn."
Maar hoe hebt u mij tot zoo iets in staat kunnen;
achten?
Zijn opTechte angst trof haar. Gewend als zij was aan
haar wereld van intriges, die weinig bezat dat zoo gevoe-
lig ras °p het punt van eer, had zij zijn appreciatie van
Lady Northby s mogelijken invloed voor vaststaande aan
genomen. Zij was echter een te handige diplomatie om
hem haar verrassing te laten raden en nog minder' den
kleinen steek ,dien zij kreeg bij het besef, dat hij moreel
misschien iets hooger stond dan zijn. Zij gaf hem glim
lachend te veretaan, dat zij hem uit de aardigheid in een
valstrik had willen laten loopen, zoodat een gevoel van
door haar gezegde had kunnen ontstaan, on»
middellijk ondergedompeld werd in een golf van bewon
dering over haar zielegrootheid. Deze jonge man, een
geboren soldaat, die op vijftig ruwe en heftige mannen
kon spelen als op een instrument, die hen marne in
den strijd en de klauwen des doods volgen deed, wero in
een woordenstrijd totaal verslagen door een jonge vrouw
van vijf-dn-twintig jaar, die instinctief naar macht
streefde en wier helder verstand tot dusverre ongestoond
gebleven was door dringende eischcn van haar hart
„Wat zijn uw plannen?" vroeg Lady Edna na een
korte stilte.
„Zoodra ik een nieuwen voet heb, ga ik iederen dag
tot ZIJ mij iets te doen geven, naar het Ministerie van
Oorlog.
„Dei zal u anders niet veel moeite kosten. Ik weet,
dat er heef veel baantjes open zijn/"