Alpreu liesvs-
DE IA1E DE MQRMZ,
Polder Heerhugowaard,.
DEPOSITO'S.
TERUG IN HET LEVEN.
Donderdag 22 Juni 1922»
Böste Jaargang. No. 7048.
Uitgevers i N.V. v.h. TKAPMAN Go, Sciiagen
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Alkmaar.
TE SCHAGEN, Donderdags in
Hotel Vredelusi.
FEUILLETON.
Dit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 «ur, worden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in hot eorstultkomond nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20
Prijs per 8 maanden 11.65. Losao nummora cont. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meejj 20 cent (bowijano.
inbegrepen). Grooto lettors worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Dinsdag 20 Jum 1022.
Uitgesteld.
We kregen eerst Jacob Visser, van Egmond aan Zee,
vroeger onderwijzer aldaar, thans varensgezel. Beklaagde
was door de rechtbank wegens odtuchtigo handelingen, tot
C maanden brommen veroordeeld en van. dat vonnis
in verzet gekomen. Do beliandeling dezer zaak werd ver-
daagd tot de zitting van 14 November 1922.
De inbraak ter Secretarie van Heiloo.
Vervolgens was do berechting van een tweetal jeugdige
avonturiers, Jaap Landmail en Johalnnes Klee genaamd,
aan de orde. Zij zijn Amsterdammers van respectievelijk
22 en 21-jarigcn leeftijd. Jeugdige boosdoeners, die na
„aangename kennismaking" oen brutale afspraak gestand
«eden om in den nacht votot 11 op 12 April op de secre
tarie te Heilo inbraak te plegen.
Ze spoorden 's avonds van Groot Mokum naar Alk
maar en kuierdon vervolgens naar Heilo. Itn het 'stille
nachtelijke uur. met geduld door hen afgewacht, zou do
grooto slag geslagen worden, in het dorpsraadhuis, waar
wel wat te halen zou zijn.
Klcc, die zich nu voordeed als een geheel versufte,
onschadelijke sukkel, was toen kolossaal bij de pinken.
Hij zou het karreweitje opknappen en rijn maat zou
op wacht staan, was de afspraak. Met groote handigheid
wist
het
spoedig bij hen voegen en toen zij op
aangeland, voorzien van deugdelijk' gereedschap, toog het
tweetal aan het werk. Met een reusachtige kniptang werd
do brandkast bewerkt en opengescheurd, waarbij èen
wit poeder te voorschijn kwam. Om beurten hanteerden
zij de lang, want 't was geqn gemakkelijk karreweitje
en Jaap meende zoo onjdeir t werk door, dat het wei niet
lukken zou om den begeerlijken (inhoud vata do brandkast
machtig to worden.
De gemeenteveldwachter Vos, die vlak naast het
raadhuis woont, had inmiddels onraad bemerkt en zich
cr, zonder dat ae inbrekers het in de galen hadden, van
overtuigd, dat cr in 't gemeentehuis wet gaande was. Met
grooto omzichtigheid waarschuwde Vos den brigadier
Roodenburg en weldra hadden beide politiemannen zich
verdekt opgesteld, om zoo mogelijk de nachtelijke be
zoekers in te rekenen. Ook de secretaris was gewaar
schuwd. Vos verraste de twee dieven en riop: sta. of
ik schiet i Maar het tweetal zocht heil in de vlucht en
•gat niet om de sommatie. De daarna geloste schoteif
deerden hen niet alleen Klee kroeg ©cm schampschot
in de rechterdij. Maar de politiemannen wiste» toch de
jeugdige inbrekers te pakken te krijgen. En zij werden
na hun mislukte poging om de brandkast to forceerem,
(waarin zich volgens Burgemeester van Foreest ongeveer
f 1000 bevond), in voorarrest gezet.
Beiden bekenden bij 'de instructie dn de rechter-*
commissaris, Mr. Maas, thans evenals de Burgemeester
en do politic-ambtenaren ols getuige gehoord, verklaarde,
hij de verhoeren niets bijzonders aan Klee, die »u
zoo versuft scheen, te.hebben bemerkt,
De moeder van Landman, ook ter zitting aanwezig,
verklaarde dat Klee zich als een gentleman voordeed,
toen zij hem, Voor dat het feit plaatsvond, heeft gezien/.
Nu zcide Klee geen stoim woord en scheen van de
tot hem gerichte vragen de beteckeois niet to snappen.
Landman, een schoonmaker, 'die vrouw etn kind heeft,
bekende cn gaf armoede ols motief op.
De getuigen Vos en Roodenboog werden als politie
mannen door 'President en Officier geprezen voor hun
beleidvol cn wcloveixïacht optreden, dat ten gevolge heeft
gehad, dat op dit tweetal ue hand kon worden gelegd.
De hoeren dieven waren goed voorbereid op hun doel
afgegaan en onder meer 'werd in hhu bezit èen keurige
sleutel bovonden, waarvan 'de zoogenaamde „baard' ver
stelbaar was en die bij verschillende „karreweitjes' dus
groote diensten kon bewijzen.
De O.v.J. was van oordeel, dat een goede vangst was
gedaan en achtte het bewijs geleverd. Z.E.Gestr. wees
cr op, dat beklaagden allebei ai meermalen veroordeeld'
zijn en eischte ten slotte wegens poging tot diefstal met
inbraak door twee personen in vereenigmg, tegdn
Landman en Klee ieder 3 jaar gev.
De verdediger, Mr. van Slienen, concludeerde tot
dementie en drong cr op aan ,dat haar do geestvermo
gens van bckl. Klee een onderzoek zou worden ingesteld.
Do O.v.J. achtte geen termen voor zoodanig onder
zoek aanwezift, waar Klee bij een door een geneeskundige
ingesteld onaerzoek, door den een simulant werd
beschouwd.
Alles gapt.
De 18-jarige 'Alkmaarscho opperman Willem Klaren-
beek heeft op 13 April j.f. ter zijner woonstede van een
aan de Turfmarkt liggende baggermachine ten paar
smeerpotten gestolen en vervolgens aan oen op de
Laat wonende stadgenoot, de Wit genaamd, verkocht.
Ook al een n it toelaatbaar Icit, dat vriend Ktorcphoaü
nu kwam to staani op een eisch tot f 15 of 15 dagen
brommen.
Flauwe pret.
Klaas Muntjeweri, cén arbeider, woonachtig In do
Ik'i riv.er. vanu er in den nacht van 30 April op 1 Mei
behagen in om in het café vBn Hoitoeman te Avenhorn
een matglasruit van de voordeur te vernielen.
Klaas hed bij instructie zijn daad bekend, doch kwam
nu op zijn bekentenis tenig. Of hem dat veel zal haten,
zal wel te betwijfelen zijn. Eisch f 20 of 20 degen de
doos in.
Lieflijk.
De niet verschenen beschuldigde Jacob Langedijk uit
Ursem was in April j.I. vertoornd op den landman G.
Bouma èldaar en gaf dezen een flinke opstopper met
een potersgraafje, welk nuttig instrument Jaap op dat
momont juist hanteerde bij het uitzetten van koolplanten.
De O.V.J. eischte tegen 'Langedijk wegens diens ruw
optreden thans f 15 of 15 dagen hechtenis.
Tot later.
Ook de koopman Barend Vlessing uit Alkmaar was
stilletjes weggebleven. Hij had op 14 April j.1. de in zijn
zaak werkzamen 17-jarigen C. Kopjes een stomp in dein
rug toegediend, meenende dat de ongein 2'n arbeid niet
naar behooren verrichte. Een zoodanige correctie was
echter wat al te kras.
Deze zaak werd op voorstel van den heer Officier tot
5 September a.s. aangehouden.
Een gezellige snuiter.
Laurens Tamis. ^jeen 22-jarig ingezetene -van St.
Pancras was aldaar op Zondagavond 30 April in be
schonken toestand in het café van Grictie Groot, weduwe
van J. Blokker. Er waren nog enkele jongelui daar
present, waarvan do meestcn ook te veel aan Bacchus
nadden geofferd.
Louw opende de gezellige bijeenkomst recht vormelijk,
door een paar tafeltjes en een stoel kapot te smijten. De
kasteleines achtte de aangerichte schade niet aanzienlijk
en verklaarde, dat Tamis trouwens alles heeft vergoed.
De O.v.J. bepaalde zich tot een eisch om f 10 boete te
betalen of 10 dagom hechtenis te ondergaan.
Kauonnenvleeschl
Tcunis de Jong, kantoorbediende to Zuid-Scharwoudo,
was na behoorlijke oproeping te hebben ontvangen, niet
voor den kcuriugpraafi te Heer Hugowaard .veschencn,
waar hij 8 April i.I. present had moeten zijn, daar hij
voor den dicistplicht was ingeschreven en niet van
militairen dienst wap vrijgesteld.
De O.v.J. eischte j 15 boete pt 15 dagen hechtenis.
Beklaagde verklaarde op luiden toon niet te
zijd verschenen voor den keurilngsraad, omdat hij niet
als kftjKxonenvleesch wilde didnstdocn.. "Maar de President
liet hem niet langer aan 't woord, toen beklaagde zoo
begon te spreken en de zaak contra A&dnes van der
Rol werd daarna uitgeroepen.
Andries, die preventief zat, was nog niet aanwezig
en nu kree
Theodorus
Dat mag niet
Hij heeft oj
eerst <)e mét verschenen beklaagde Johanaes
Boots een beurt.
►p 17 April te Spierdijk zonder eenlge aan
leiding den ö6-jarigen Spajibroeker veehouder Joh.
Schouten een flmk pak rammeling gegeven. De O.vJ.
wilde Boots die harahandigneid eens eüeeron door een
maanrt gev. to cisehen.
Een iastig heer.
Thans verscheen do 53-jarige Andries yan der Rol uit
Hoorn. Hij was tc Enkhuizen 'op 4 Mei ji. wegens
dronkenschap in het arrestantemlokaai opgeborgen. Daar
was hij niet tevreden omdat hij zoo n dorst had. En toen
heeft hij eenigo vernieling gepleegd, waarbij vooral het
deksel van het privaat het bard had te verantwoorden/
Andries een ouao bekende van do justitie, zag er ver
ouderd cn vermagerd ifit. Hij werd opgeknapt met een
eisch tot 14 dagen brommen.
Niet pluis.
Volgt een zaak met gesloten deuren. Na afloop van de
behandeling dezer zaak wordt ma heropening der zittihg
mededeel!ng gedaan van de ten uitvoer leggiing van een
voorwaardelijk vonnis, opgelegd aar» Lambert Dijkstra uit
Schellinkhout, die in deze zaak als beklaagde opttrad.
Kool met koffie.
Tot slot kregen 'we nog eens de zaak van den rijks
advocaat Mr. Asser contra den koopman Piefer Jacobus
Baas, uit Hoogkarspel, die in October 1920 m overtreding
was, door in een te verzenden wagotol, met kool geladèn.
ook een aantal balen koffie te "doen laden. Beklaagde
was absent. Na verhoor van eenige getuigen was het
woord aan den rijksadvocaat, rdie meende dat ëlke
twijfel aan beklaagdo's schuld nu Wel was opgeheven].
Mr .Asser bleef nu volharden bij den eisch tot t 100
boete, door hem ingesteld bij de eerdere beiiandelmg
dezer zaak, destijds uitvoerig door ons in deze rubriek
opgenomen. De hoer Officier verklaarde, hier mets
meer te hebben bij te voegen, Waarna ook "deze kaak was
afgehandeld.
En toenFine.
A.s. Dinsdag uitspraken.
Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd
ingelanden op Dinsdag 20 Juni, des middags half
drie.
Aarwezig allen, 1 vacature.
Voorzitter de heer W. van Slooten, dijkgraaf
secretaris de heer P. Schilder Jz.
Voor.iter heet de heeren welkom, er op wijzen
de, dat nog niet lang geleden vergaderd is en de
agenda klein is. De vergadering was evenwel noodig
omdat do heemraad de heer J. Schilder helaas is over
leden en binnen 2 maanden een opvolger moet wor-
Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE
Voou Nederland bewerkt door W, A. J. ROLDANUS Je.
Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht.
37.
„Godfrey," zeide hij eindelijk, ,wat heeft je tot zoo'n
verliefden gek gemaakt om geheimen van het Ministerie
van Oorlog te verraden door aan die vrouw te
schrijven?"
Een uitdrukking van schrik kwam in de oogen van
den jongen man, toen hij eqn stap voorwaarts deed.
„Wat bedoelt u?"
•En toen Ballazar het noodlottige papier beschreef, riep
hij liartstochetlijk .uit
„Dat kan niet Het is onmogelijk. Vanochtend hog
heeft zij mij gezegd^ dat zij het vernietigd had."
„Zij heeft gelogen, nfijn zoon."
„Maar zij wist, dat nfijn eer, mijn alles op het spel
stond
„Natuurlijk wist zij dat Maar dacht je heusch, dat rij
diaar iets om gaf?"
Godfrey herhaalde als verdoofd: „Het moet een ver-
g^siiig zijn. Zij heeft mij' geezgd, dat zij het vernietigd
„Zij heeft het 'niet gedaan.' 'zeido Baltazar. -Zij heeft
het bewaard om de oen^of andere ijdclhoid of eerzucht
te bevredigen. Ik weet niet zeker wat. Ctiis gesprek was
to geconcentreerd om uit te weiden in beweeggronden.
Maar in ieder geval! wüs zij in het'geheel niet bezorgd om
touw eer. Zij heeft het 'paiper laten slingeren, Edgar
Donnithorpe heeft het 'te pakken gekregen en is van
plan er gebruik van te ma teen."
Onthutst ging de jonge man met zijn hoofd in rijh
Dfifridetn (ritten cn kreunde.
Godi. Dat fs het einde van alles.'
Baltazar stopte "kalm een pijp en stak «die aan en zeide
mets. Het was beter do gevolgen van 'Lady Edna's ver
raad in den jongen te laten doordringen.... Na een
langen tijd stond Godfrey op en rijn gezicht was
..verwilderd.
„Ik zal naar Donnithorpe gaan en het "terughalen. Hij
zou zich daardoor zelf beschuldigen de inlichtingen aan
The Morning Gazettc gegeven te nebben."
Maar Baltazar hiela hem met rijn ondoorgrondelijke
oogen tegen.
„Je bent oen kranig soldaat, jongen, maar je bent gééft
tegenpartij voor een grvdepan nuden politicus W
onovertroffen meester in vuile handigheid. Van ochtend
heeft hij alles met den Eersten Minister in orde gemaakt.
Bovenidaen moeten we ook aan de dame in quaestiei
denken niet, dat ik geloof, dat zij zooveel consideratie
verdient, maar het is een quaestie van eer."
„Ik zal haar naam in deze zaak niet betrekken, 'stool
Godfrey op.
„Maar hij wek En dan zal hij de heele geschiedenis uit
je weten te krijgen."
„Wat moet ik doen?" vroeg Godfrey met een
hulpeloos gebaar.
Baltazar stond op. „Jongen," zeide hij, .,over enkele
dagen zullen ze mij, die plotseling uit het duister te
voorschijn gesprongen ben, tot Minister der Kroon
benoemen. Dat bewijst, dat ik niet zoo'n heel groote
gek ben."
Ondanks de poel1 van desillusie en decatastrophe,
waarin hij rondfplaste, hoorde de iongen in de stem vaü
zijn vader den aandoenlijken klank-, waaraan hii nooit
weerstand had kunnen bieden, den klank, die te kennen
gaf, dat rijn vader niets liever wilde dan hem goed
te doen.
„U weet, dat .ik trotsch op u ben zeide hij. ,Wlat
hêci wai mTer is.' voegde hij er mei tfebronen stem aan
toe. „dan u van mij kunt zeggen."
Baltazar sloeg vol liefde zijn arm om de schouders
van zijn zoon.
„Jongen," zeide hij, ,ik zou mijn leven voor jou
geven.' En de jonge man liet zijn hoofd halogen. „De
eenigo vraag is: wil je mij vertrouwen?'
Tien minuten later stond Baltazar, opgemonterd én vol
vertrouwen, bij de deur, gereed om afscheid to hemen
van eeu verootmoedigden, ofschoon vee** hoopvoller go-
Btemdeii Godfrey, Liefde had overwonnen. Wat er tus
Bchen rijn vader en de Donnithorpe» voorgevallen was
wist de jongen niet Dat zijn vader de red1 van onvoor
zichtig minnaar op zich genomen had, vermoedde hij in
't minst niet. Maar zijn vader had hem betooverd, zijn
wil beheerscht, een blind, onbeperkt vertrouwen iin
hem opgewekt, hem een belofte van onvoorwaardelijke
gehoorzaamheid afgedwongen. Natuurlijk waren er voor
waarden. Hij moest 'een verzoek indienen geen gebruik
te behoeven maken van zijn verlof en onmiddellijk
naar Frankrijk te ipogen vertrekken. Hü mochtzich
niet in verbinding stellen met Lady Edna, vóór zijn
terugkomst in Engeland, wanneer dat ook rijn mocht.
Die laatste belofte gaf hij graag; haar ongevoelige
minachting voor rijn eer scheen hem monsterachtig toe
in haar onbegrijpelijkheid. En hoe hij later ook naar
haar zou mogen verlangen, hfj aanvaardde die voor
waarde als een straf. Zij, zoo zeide zijn vader, wos door
diezelfde voorwaarde fjeboindfinBaltazar stond bij
de deur.
„Het is vervloekt hard, beste jongen," zeide hij. .Maar
je zult er overheen komen, daar ben je een Engelscnman
voor/'
Onder het uit ide wijs neuriën van „Tipperary", het
eenige moderne liedje, dat hij kende, liep hij de trap op
en keek dan om de deur van den salon. Daar vond hij
zooals hij verwacht had, een wanhopige Marcelle, die het
boel"L-1 *-*- ■-
stond en
Ho had
Godfrey was woedend op haar.
„Ga naar beneden," zèide hij, ,en sluit vrede met'hem.
Je blijft hier dineeren. En ik moet 'vóór het eten mijn
werk afmaken."
voeten geworpen, dat ik Mr. Donnithorpe ingelicht heb
omtrent de plaats, waar u was," zeide Quong Ho.
„Het is het beste, wat je ooit in je leven gedaan hebt'
zeide Baltazar, terwijl hij aan de tafel ging zitten en rijn
pen opnam.
Het diner was niet bepaald het "succes, waarop Baltazar
1 had. Zijn beste champagne vloeide vergeefs.
.t rij nog nooit zoo'n triest-tiiner had medegemaakt.
Vrede sluiten met Godfrey was alles behalve makkelijk
geweest Tweemaal was hij dien dag door vrouwen ver
raden, cn hij voelde een diepen wrok tegen dat onbe
trouwbare geslacht. In geen enkel opzicht had hij haar
verder in rijn vertrouwen genomen. Hij had tiaar [niet?:
gezegd van het compromitteerend stuk papier. Verbijsterd
en ongelukkig zat hij aan tafeL Quong Ho at philoso-
phisch, wanneer hij niet de woorden van wijsheid,
welke van des meesters lippen vloeiden, indronk.
De tafel werd al vroeg opgebroken. Godfrey trok zich
op zijn kamer terug. Baltazar bracht Marcelle thuis
een stille en sombere wandeling. Vergeefs verzekérdó
hy haar, dat zq Godfrey's redding geweest wés. Zij
besefte ajleen maar, dat het vertrouwen van den jongen
in haar weg "was. van wat er feitelijk gebeuxdi was
verteld© hij haar niets, evenmin als Godfrey. De toestand
was lap dat oogenblik te "kiesch en te grotesk tevens,
om aan een ander verteld te worden zélfs aan
Marcelle. Teleurgesteld, ie zelfs terneergdagen wandéldé
hij naar huis terug. Had hij niet aan allemaal gezegd hun
Vertrouwen in hem te stellen en 'zich niet langer
over de zaak het hoofd te breken? En toch braken rij er
zich het hoofd mede, f
den benoemd, waarvoor aanstonds een nieuwe ver
kiezing zal plaats vinden.
De. heer Schilder is langen tijd lid van het polder
bestuur en heeft de belangen van den polder uit
stekend behartigd. Een woord van dank voor zijne
vele werkzaamheden is dan ook wel op zijn plaats.
De secretaris leest daarna de uitvoerige notulen,
die ónder dankzegging worden goedgekeurd.
Ingekomen is een schrijven van den Bond van Wa-
tormolenaars, afdoeling Schermer, waarin gewezen
wordt op de mindere belooning van de molenaars in
onzen polder, vergeleken bij den Schermcrpolder,
terwijl in Heerhugowaard zeker niet minder wordt
gemalen dan in de Schermer.
De heer Wijnker vraagt, of Groen, die hot adres
als secretaris heeft onderteekend, ook watermole
naar is. Spr. heeft gehoord, dat hij nu renteniert. IJl
het adres wordt onze polder vergeleken met die van
den Schermer. Daar is steeds op verhooging aange
drongen, maar het polderbestuur heeft tenslotte ge
zegd, dan moeten jullie maar voor den bond rnalon.
Het meende dat de belooning hoog genoeg was.
De heer Groen merkt op, dat het hier den zoon van
den watermolenaa** Groen betreft, bovendien heeft
hij jaren van zijn kracht gegeven.
Voorzitter gelooft ook niet, dat Groen zal rentenie
ren van het tractement dat hij als molenaar heeft
ontvangen. Spr. heeft den voorzitter van de Sgfcer-
mer gesproken en die deelde hem mede, dat er dit
jaar voor de watermolenaars was begroot f 20.000, dat
is ongeveer f450. Evenwel, er wordt thans erg op
gehamerd dat salaris te verminderen, of het ge
beurd is, weet spr. niet. Hier is het loon f250 en ge
zien de werkzaamheden is dat naar de meening van
het Dag. Bestuur hoog genoeg. Dat hier meer gema
len wordt dan in de Schermer, daarvan Is spr. nog
niet overtuigd.
De heer Wonder verklaart, zich met de gedachte van
het Dag. Bestuur te kunnen vereenigen.
De heer Poland herinnert er aan, dat hij vorig
maal een gematigd voorstel heeft ingediend, nl. een
verhooging van f 100, omdat hij meent, dat de men-
schen dat absoluut verdienen. Het Ambacht houdt
het water thans stipt op peil, wanneer het 2 c.M. bo
ven peil is, moet er gemalen worden en daaruit volgt
dat ook de strijkmolens het water moeten overbren
gen. Ook spr. is niet zoo voor het verhoogen van uit
gaven, maar een arbeider moet -zijn loon hebben.,
dat is niet anders.
De heer Van der Oord meent, dat de molenaars
zelf maar met hun plannen 'voor den dag moeten
komen. Spr. is er niet voor, nu het van den bond
uitgaat wat hebben we met den bond noodig? La
ten de molenaars zelf tomen wanneer ze mee-
nen dat ze te kort verdienen.
Spr. kan zich vereenigen met de gedachte van hot
Dag. Bestuur en meent oök, dat het loon is in over
eenstemming met den tijd dien we tegemoet gaan
en al hebben.
De heer Groen is van meening dat de molenaars
m den duren tijd te weinig verdiend hebben en dan
rust op ons de plicht meer loon te geven. Wanneer
een werkman zijn plicht doet maar niet om meer
geld durft vragen, hoewel hij het verdient, is do
werkgever verplicht meer te geven. Ook spr. keurt
al die verhoogingen af, maar hij keurt het niet af,
de arme ipenschen te geven wat ze verdienen.
Do heer C. van Langen vraagt, of er den laatstcn
tijd nieuwe molenaars zijn aangesteld en of er dan
genoeg sollicitanten waren.
Voorz.: 'n Paar jaar geleden en toen waren er lief
hebbers genoeg. Toen spr. pas dijkgraaf werd was 't
loon f 90, sindsdien is het tot f 250 verhoogd. Scher
mer mag meer geven, maar er zijn ook polders die
Jager siaan en de toestand is niet rooskleurig.
De heer C. van Langen: Als ik niet genoeg had,
dan bleef ik niet. Dat is dus het bewijs, dat ze te
vreden zijn.
hf' .e1»1 der gang zag Wj een streefi licht, een
bewijs dat, de deur van Go<l£rey op een kiertje stond.
Hij ging naar beneden, deed de deur open dn keek naar
binnen. Godfrey zat met 'rijn hoofd in rijm handén op
dien divan. Daar hij niet scheen te merken, dat er
iemand was, deed Baltazar de deur zacht dicht en liep op
zijn teenen weg. Niemand wist beter dan hij, dat iedere
man alleen zijn klein Gethscinané moest doormaken.
hoe yreeselijk was dat alles I Met pijn in zijn
hart sloop hij naar boven. Brieven in verband met
het nieuwe ministerie lagen op zijn lessenaar. Hij
ging zitten en trachtte ze te behandelen; maar al
neel gauw legde hij ze neer en stak een pijp op. Had
hij den jongen per slot van rekening wel gered? Zou
de vrouw haar mond houden? Was Donnithorpe
zoon idioot, om het verhaal te geloovonMaar in
middels was hij, volgens zijn eigen beweren, de min
naar van de verfoeide vrouw en de verrader van of-
ficieele geheimen. En de wraakzuchtige kleine rat
had de bewijzen in zijn bezit. Wolk gobruik zou hij
ervan maken?
De volgende dag verliep kalm. Godfrey was tot don
avond uit geweest. Op het Ministerie van Oorlog had
hij gedaan weten te krijgen, dat hij den volgenden
ochtend naar Frankrijk kon vertrekken. Een prettige
jV0 j wor" bedorven door een toespeling op La
dy Edna of het stuk papier. ZIJ sprakon over boe
ken en wiskunde en den oorlog en het werk. dat
Godfrey te wachten ston(!L
Toen zij elkaar goeden nacht wenschten, zeide
Godfrey echter:
„Ik geloof, sir, dat u do besto vader bent, dion
iemand ooit gehad heeft".
En terwijl een blijde blik in zijn oogen kwam en
een glimlach over zijn gezicht spreidde, antwoorddo
Baltazar:
„God weet, dat ik probeer hot te zijn".
Den volgenden ochtend kreeg hij een brief van
Donnithorpe's advocaten. Zou Mr. Baltazar zoo goed
willen zijn, liefst zoo spoedig mogelijk, een samen
komst met Mr. Donnithorpe en hen zelf te hebben
over een zaak van heel groot belang. Hij liet Quong
Ho opbellen en zeggen, dat hij dion middag om drie
uur bij de heeren komen zou.
„Zoudt u ook uw advocaat niet medenemen?"
vroeg Quong Ho.
„Neen", zeide Baltazar in zijn grootsch zelfver
trouwen. „Advocaten kunnen naar de maan loopen".
Wordt vervolgd.