Alpreu liesvs- DE IA1E DE MQRMZ, Polder Heerhugowaard,. DEPOSITO'S. TERUG IN HET LEVEN. Donderdag 22 Juni 1922» Böste Jaargang. No. 7048. Uitgevers i N.V. v.h. TKAPMAN Go, Sciiagen Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Alkmaar. TE SCHAGEN, Donderdags in Hotel Vredelusi. FEUILLETON. Dit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ Inzending tot 's morgens 8 «ur, worden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in hot eorstultkomond nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Prijs per 8 maanden 11.65. Losao nummora cont. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meejj 20 cent (bowijano. inbegrepen). Grooto lettors worden naar plaatsruimte berekend. Zitting van Dinsdag 20 Jum 1022. Uitgesteld. We kregen eerst Jacob Visser, van Egmond aan Zee, vroeger onderwijzer aldaar, thans varensgezel. Beklaagde was door de rechtbank wegens odtuchtigo handelingen, tot C maanden brommen veroordeeld en van. dat vonnis in verzet gekomen. Do beliandeling dezer zaak werd ver- daagd tot de zitting van 14 November 1922. De inbraak ter Secretarie van Heiloo. Vervolgens was do berechting van een tweetal jeugdige avonturiers, Jaap Landmail en Johalnnes Klee genaamd, aan de orde. Zij zijn Amsterdammers van respectievelijk 22 en 21-jarigcn leeftijd. Jeugdige boosdoeners, die na „aangename kennismaking" oen brutale afspraak gestand «eden om in den nacht votot 11 op 12 April op de secre tarie te Heilo inbraak te plegen. Ze spoorden 's avonds van Groot Mokum naar Alk maar en kuierdon vervolgens naar Heilo. Itn het 'stille nachtelijke uur. met geduld door hen afgewacht, zou do grooto slag geslagen worden, in het dorpsraadhuis, waar wel wat te halen zou zijn. Klcc, die zich nu voordeed als een geheel versufte, onschadelijke sukkel, was toen kolossaal bij de pinken. Hij zou het karreweitje opknappen en rijn maat zou op wacht staan, was de afspraak. Met groote handigheid wist het spoedig bij hen voegen en toen zij op aangeland, voorzien van deugdelijk' gereedschap, toog het tweetal aan het werk. Met een reusachtige kniptang werd do brandkast bewerkt en opengescheurd, waarbij èen wit poeder te voorschijn kwam. Om beurten hanteerden zij de lang, want 't was geqn gemakkelijk karreweitje en Jaap meende zoo onjdeir t werk door, dat het wei niet lukken zou om den begeerlijken (inhoud vata do brandkast machtig to worden. De gemeenteveldwachter Vos, die vlak naast het raadhuis woont, had inmiddels onraad bemerkt en zich cr, zonder dat ae inbrekers het in de galen hadden, van overtuigd, dat cr in 't gemeentehuis wet gaande was. Met grooto omzichtigheid waarschuwde Vos den brigadier Roodenburg en weldra hadden beide politiemannen zich verdekt opgesteld, om zoo mogelijk de nachtelijke be zoekers in te rekenen. Ook de secretaris was gewaar schuwd. Vos verraste de twee dieven en riop: sta. of ik schiet i Maar het tweetal zocht heil in de vlucht en •gat niet om de sommatie. De daarna geloste schoteif deerden hen niet alleen Klee kroeg ©cm schampschot in de rechterdij. Maar de politiemannen wiste» toch de jeugdige inbrekers te pakken te krijgen. En zij werden na hun mislukte poging om de brandkast to forceerem, (waarin zich volgens Burgemeester van Foreest ongeveer f 1000 bevond), in voorarrest gezet. Beiden bekenden bij 'de instructie dn de rechter-* commissaris, Mr. Maas, thans evenals de Burgemeester en do politic-ambtenaren ols getuige gehoord, verklaarde, hij de verhoeren niets bijzonders aan Klee, die »u zoo versuft scheen, te.hebben bemerkt, De moeder van Landman, ook ter zitting aanwezig, verklaarde dat Klee zich als een gentleman voordeed, toen zij hem, Voor dat het feit plaatsvond, heeft gezien/. Nu zcide Klee geen stoim woord en scheen van de tot hem gerichte vragen de beteckeois niet to snappen. Landman, een schoonmaker, 'die vrouw etn kind heeft, bekende cn gaf armoede ols motief op. De getuigen Vos en Roodenboog werden als politie mannen door 'President en Officier geprezen voor hun beleidvol cn wcloveixïacht optreden, dat ten gevolge heeft gehad, dat op dit tweetal ue hand kon worden gelegd. De hoeren dieven waren goed voorbereid op hun doel afgegaan en onder meer 'werd in hhu bezit èen keurige sleutel bovonden, waarvan 'de zoogenaamde „baard' ver stelbaar was en die bij verschillende „karreweitjes' dus groote diensten kon bewijzen. De O.v.J. was van oordeel, dat een goede vangst was gedaan en achtte het bewijs geleverd. Z.E.Gestr. wees cr op, dat beklaagden allebei ai meermalen veroordeeld' zijn en eischte ten slotte wegens poging tot diefstal met inbraak door twee personen in vereenigmg, tegdn Landman en Klee ieder 3 jaar gev. De verdediger, Mr. van Slienen, concludeerde tot dementie en drong cr op aan ,dat haar do geestvermo gens van bckl. Klee een onderzoek zou worden ingesteld. Do O.v.J. achtte geen termen voor zoodanig onder zoek aanwezift, waar Klee bij een door een geneeskundige ingesteld onaerzoek, door den een simulant werd beschouwd. Alles gapt. De 18-jarige 'Alkmaarscho opperman Willem Klaren- beek heeft op 13 April j.f. ter zijner woonstede van een aan de Turfmarkt liggende baggermachine ten paar smeerpotten gestolen en vervolgens aan oen op de Laat wonende stadgenoot, de Wit genaamd, verkocht. Ook al een n it toelaatbaar Icit, dat vriend Ktorcphoaü nu kwam to staani op een eisch tot f 15 of 15 dagen brommen. Flauwe pret. Klaas Muntjeweri, cén arbeider, woonachtig In do Ik'i riv.er. vanu er in den nacht van 30 April op 1 Mei behagen in om in het café vBn Hoitoeman te Avenhorn een matglasruit van de voordeur te vernielen. Klaas hed bij instructie zijn daad bekend, doch kwam nu op zijn bekentenis tenig. Of hem dat veel zal haten, zal wel te betwijfelen zijn. Eisch f 20 of 20 degen de doos in. Lieflijk. De niet verschenen beschuldigde Jacob Langedijk uit Ursem was in April j.I. vertoornd op den landman G. Bouma èldaar en gaf dezen een flinke opstopper met een potersgraafje, welk nuttig instrument Jaap op dat momont juist hanteerde bij het uitzetten van koolplanten. De O.V.J. eischte tegen 'Langedijk wegens diens ruw optreden thans f 15 of 15 dagen hechtenis. Tot later. Ook de koopman Barend Vlessing uit Alkmaar was stilletjes weggebleven. Hij had op 14 April j.1. de in zijn zaak werkzamen 17-jarigen C. Kopjes een stomp in dein rug toegediend, meenende dat de ongein 2'n arbeid niet naar behooren verrichte. Een zoodanige correctie was echter wat al te kras. Deze zaak werd op voorstel van den heer Officier tot 5 September a.s. aangehouden. Een gezellige snuiter. Laurens Tamis. ^jeen 22-jarig ingezetene -van St. Pancras was aldaar op Zondagavond 30 April in be schonken toestand in het café van Grictie Groot, weduwe van J. Blokker. Er waren nog enkele jongelui daar present, waarvan do meestcn ook te veel aan Bacchus nadden geofferd. Louw opende de gezellige bijeenkomst recht vormelijk, door een paar tafeltjes en een stoel kapot te smijten. De kasteleines achtte de aangerichte schade niet aanzienlijk en verklaarde, dat Tamis trouwens alles heeft vergoed. De O.v.J. bepaalde zich tot een eisch om f 10 boete te betalen of 10 dagom hechtenis te ondergaan. Kauonnenvleeschl Tcunis de Jong, kantoorbediende to Zuid-Scharwoudo, was na behoorlijke oproeping te hebben ontvangen, niet voor den kcuriugpraafi te Heer Hugowaard .veschencn, waar hij 8 April i.I. present had moeten zijn, daar hij voor den dicistplicht was ingeschreven en niet van militairen dienst wap vrijgesteld. De O.v.J. eischte j 15 boete pt 15 dagen hechtenis. Beklaagde verklaarde op luiden toon niet te zijd verschenen voor den keurilngsraad, omdat hij niet als kftjKxonenvleesch wilde didnstdocn.. "Maar de President liet hem niet langer aan 't woord, toen beklaagde zoo begon te spreken en de zaak contra A&dnes van der Rol werd daarna uitgeroepen. Andries, die preventief zat, was nog niet aanwezig en nu kree Theodorus Dat mag niet Hij heeft oj eerst <)e mét verschenen beklaagde Johanaes Boots een beurt. ►p 17 April te Spierdijk zonder eenlge aan leiding den ö6-jarigen Spajibroeker veehouder Joh. Schouten een flmk pak rammeling gegeven. De O.vJ. wilde Boots die harahandigneid eens eüeeron door een maanrt gev. to cisehen. Een iastig heer. Thans verscheen do 53-jarige Andries yan der Rol uit Hoorn. Hij was tc Enkhuizen 'op 4 Mei ji. wegens dronkenschap in het arrestantemlokaai opgeborgen. Daar was hij niet tevreden omdat hij zoo n dorst had. En toen heeft hij eenigo vernieling gepleegd, waarbij vooral het deksel van het privaat het bard had te verantwoorden/ Andries een ouao bekende van do justitie, zag er ver ouderd cn vermagerd ifit. Hij werd opgeknapt met een eisch tot 14 dagen brommen. Niet pluis. Volgt een zaak met gesloten deuren. Na afloop van de behandeling dezer zaak wordt ma heropening der zittihg mededeel!ng gedaan van de ten uitvoer leggiing van een voorwaardelijk vonnis, opgelegd aar» Lambert Dijkstra uit Schellinkhout, die in deze zaak als beklaagde opttrad. Kool met koffie. Tot slot kregen 'we nog eens de zaak van den rijks advocaat Mr. Asser contra den koopman Piefer Jacobus Baas, uit Hoogkarspel, die in October 1920 m overtreding was, door in een te verzenden wagotol, met kool geladèn. ook een aantal balen koffie te "doen laden. Beklaagde was absent. Na verhoor van eenige getuigen was het woord aan den rijksadvocaat, rdie meende dat ëlke twijfel aan beklaagdo's schuld nu Wel was opgeheven]. Mr .Asser bleef nu volharden bij den eisch tot t 100 boete, door hem ingesteld bij de eerdere beiiandelmg dezer zaak, destijds uitvoerig door ons in deze rubriek opgenomen. De hoer Officier verklaarde, hier mets meer te hebben bij te voegen, Waarna ook "deze kaak was afgehandeld. En toenFine. A.s. Dinsdag uitspraken. Vergadering van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd ingelanden op Dinsdag 20 Juni, des middags half drie. Aarwezig allen, 1 vacature. Voorzitter de heer W. van Slooten, dijkgraaf secretaris de heer P. Schilder Jz. Voor.iter heet de heeren welkom, er op wijzen de, dat nog niet lang geleden vergaderd is en de agenda klein is. De vergadering was evenwel noodig omdat do heemraad de heer J. Schilder helaas is over leden en binnen 2 maanden een opvolger moet wor- Naar het Engelsch van WILLIAM J. LOCKE Voou Nederland bewerkt door W, A. J. ROLDANUS Je. Uitgave van W. DE HAAN, Utrecht. 37. „Godfrey," zeide hij eindelijk, ,wat heeft je tot zoo'n verliefden gek gemaakt om geheimen van het Ministerie van Oorlog te verraden door aan die vrouw te schrijven?" Een uitdrukking van schrik kwam in de oogen van den jongen man, toen hij eqn stap voorwaarts deed. „Wat bedoelt u?" •En toen Ballazar het noodlottige papier beschreef, riep hij liartstochetlijk .uit „Dat kan niet Het is onmogelijk. Vanochtend hog heeft zij mij gezegd^ dat zij het vernietigd had." „Zij heeft gelogen, nfijn zoon." „Maar zij wist, dat nfijn eer, mijn alles op het spel stond „Natuurlijk wist zij dat Maar dacht je heusch, dat rij diaar iets om gaf?" Godfrey herhaalde als verdoofd: „Het moet een ver- g^siiig zijn. Zij heeft mij' geezgd, dat zij het vernietigd „Zij heeft het 'niet gedaan.' 'zeido Baltazar. -Zij heeft het bewaard om de oen^of andere ijdclhoid of eerzucht te bevredigen. Ik weet niet zeker wat. Ctiis gesprek was to geconcentreerd om uit te weiden in beweeggronden. Maar in ieder geval! wüs zij in het'geheel niet bezorgd om touw eer. Zij heeft het 'paiper laten slingeren, Edgar Donnithorpe heeft het 'te pakken gekregen en is van plan er gebruik van te ma teen." Onthutst ging de jonge man met zijn hoofd in rijh Dfifridetn (ritten cn kreunde. Godi. Dat fs het einde van alles.' Baltazar stopte "kalm een pijp en stak «die aan en zeide mets. Het was beter do gevolgen van 'Lady Edna's ver raad in den jongen te laten doordringen.... Na een langen tijd stond Godfrey op en rijn gezicht was ..verwilderd. „Ik zal naar Donnithorpe gaan en het "terughalen. Hij zou zich daardoor zelf beschuldigen de inlichtingen aan The Morning Gazettc gegeven te nebben." Maar Baltazar hiela hem met rijn ondoorgrondelijke oogen tegen. „Je bent oen kranig soldaat, jongen, maar je bent gééft tegenpartij voor een grvdepan nuden politicus W onovertroffen meester in vuile handigheid. Van ochtend heeft hij alles met den Eersten Minister in orde gemaakt. Bovenidaen moeten we ook aan de dame in quaestiei denken niet, dat ik geloof, dat zij zooveel consideratie verdient, maar het is een quaestie van eer." „Ik zal haar naam in deze zaak niet betrekken, 'stool Godfrey op. „Maar hij wek En dan zal hij de heele geschiedenis uit je weten te krijgen." „Wat moet ik doen?" vroeg Godfrey met een hulpeloos gebaar. Baltazar stond op. „Jongen," zeide hij, .,over enkele dagen zullen ze mij, die plotseling uit het duister te voorschijn gesprongen ben, tot Minister der Kroon benoemen. Dat bewijst, dat ik niet zoo'n heel groote gek ben." Ondanks de poel1 van desillusie en decatastrophe, waarin hij rondfplaste, hoorde de iongen in de stem vaü zijn vader den aandoenlijken klank-, waaraan hii nooit weerstand had kunnen bieden, den klank, die te kennen gaf, dat rijn vader niets liever wilde dan hem goed te doen. „U weet, dat .ik trotsch op u ben zeide hij. ,Wlat hêci wai mTer is.' voegde hij er mei tfebronen stem aan toe. „dan u van mij kunt zeggen." Baltazar sloeg vol liefde zijn arm om de schouders van zijn zoon. „Jongen," zeide hij, ,ik zou mijn leven voor jou geven.' En de jonge man liet zijn hoofd halogen. „De eenigo vraag is: wil je mij vertrouwen?' Tien minuten later stond Baltazar, opgemonterd én vol vertrouwen, bij de deur, gereed om afscheid to hemen van eeu verootmoedigden, ofschoon vee** hoopvoller go- Btemdeii Godfrey, Liefde had overwonnen. Wat er tus Bchen rijn vader en de Donnithorpe» voorgevallen was wist de jongen niet Dat zijn vader de red1 van onvoor zichtig minnaar op zich genomen had, vermoedde hij in 't minst niet. Maar zijn vader had hem betooverd, zijn wil beheerscht, een blind, onbeperkt vertrouwen iin hem opgewekt, hem een belofte van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid afgedwongen. Natuurlijk waren er voor waarden. Hij moest 'een verzoek indienen geen gebruik te behoeven maken van zijn verlof en onmiddellijk naar Frankrijk te ipogen vertrekken. Hü mochtzich niet in verbinding stellen met Lady Edna, vóór zijn terugkomst in Engeland, wanneer dat ook rijn mocht. Die laatste belofte gaf hij graag; haar ongevoelige minachting voor rijn eer scheen hem monsterachtig toe in haar onbegrijpelijkheid. En hoe hij later ook naar haar zou mogen verlangen, hfj aanvaardde die voor waarde als een straf. Zij, zoo zeide zijn vader, wos door diezelfde voorwaarde fjeboindfinBaltazar stond bij de deur. „Het is vervloekt hard, beste jongen," zeide hij. .Maar je zult er overheen komen, daar ben je een Engelscnman voor/' Onder het uit ide wijs neuriën van „Tipperary", het eenige moderne liedje, dat hij kende, liep hij de trap op en keek dan om de deur van den salon. Daar vond hij zooals hij verwacht had, een wanhopige Marcelle, die het boel"L-1 *-*- ■- stond en Ho had Godfrey was woedend op haar. „Ga naar beneden," zèide hij, ,en sluit vrede met'hem. Je blijft hier dineeren. En ik moet 'vóór het eten mijn werk afmaken." voeten geworpen, dat ik Mr. Donnithorpe ingelicht heb omtrent de plaats, waar u was," zeide Quong Ho. „Het is het beste, wat je ooit in je leven gedaan hebt' zeide Baltazar, terwijl hij aan de tafel ging zitten en rijn pen opnam. Het diner was niet bepaald het "succes, waarop Baltazar 1 had. Zijn beste champagne vloeide vergeefs. .t rij nog nooit zoo'n triest-tiiner had medegemaakt. Vrede sluiten met Godfrey was alles behalve makkelijk geweest Tweemaal was hij dien dag door vrouwen ver raden, cn hij voelde een diepen wrok tegen dat onbe trouwbare geslacht. In geen enkel opzicht had hij haar verder in rijn vertrouwen genomen. Hij had tiaar [niet?: gezegd van het compromitteerend stuk papier. Verbijsterd en ongelukkig zat hij aan tafeL Quong Ho at philoso- phisch, wanneer hij niet de woorden van wijsheid, welke van des meesters lippen vloeiden, indronk. De tafel werd al vroeg opgebroken. Godfrey trok zich op zijn kamer terug. Baltazar bracht Marcelle thuis een stille en sombere wandeling. Vergeefs verzekérdó hy haar, dat zq Godfrey's redding geweest wés. Zij besefte ajleen maar, dat het vertrouwen van den jongen in haar weg "was. van wat er feitelijk gebeuxdi was verteld© hij haar niets, evenmin als Godfrey. De toestand was lap dat oogenblik te "kiesch en te grotesk tevens, om aan een ander verteld te worden zélfs aan Marcelle. Teleurgesteld, ie zelfs terneergdagen wandéldé hij naar huis terug. Had hij niet aan allemaal gezegd hun Vertrouwen in hem te stellen en 'zich niet langer over de zaak het hoofd te breken? En toch braken rij er zich het hoofd mede, f den benoemd, waarvoor aanstonds een nieuwe ver kiezing zal plaats vinden. De. heer Schilder is langen tijd lid van het polder bestuur en heeft de belangen van den polder uit stekend behartigd. Een woord van dank voor zijne vele werkzaamheden is dan ook wel op zijn plaats. De secretaris leest daarna de uitvoerige notulen, die ónder dankzegging worden goedgekeurd. Ingekomen is een schrijven van den Bond van Wa- tormolenaars, afdoeling Schermer, waarin gewezen wordt op de mindere belooning van de molenaars in onzen polder, vergeleken bij den Schermcrpolder, terwijl in Heerhugowaard zeker niet minder wordt gemalen dan in de Schermer. De heer Wijnker vraagt, of Groen, die hot adres als secretaris heeft onderteekend, ook watermole naar is. Spr. heeft gehoord, dat hij nu renteniert. IJl het adres wordt onze polder vergeleken met die van den Schermer. Daar is steeds op verhooging aange drongen, maar het polderbestuur heeft tenslotte ge zegd, dan moeten jullie maar voor den bond rnalon. Het meende dat de belooning hoog genoeg was. De heer Groen merkt op, dat het hier den zoon van den watermolenaa** Groen betreft, bovendien heeft hij jaren van zijn kracht gegeven. Voorzitter gelooft ook niet, dat Groen zal rentenie ren van het tractement dat hij als molenaar heeft ontvangen. Spr. heeft den voorzitter van de Sgfcer- mer gesproken en die deelde hem mede, dat er dit jaar voor de watermolenaars was begroot f 20.000, dat is ongeveer f450. Evenwel, er wordt thans erg op gehamerd dat salaris te verminderen, of het ge beurd is, weet spr. niet. Hier is het loon f250 en ge zien de werkzaamheden is dat naar de meening van het Dag. Bestuur hoog genoeg. Dat hier meer gema len wordt dan in de Schermer, daarvan Is spr. nog niet overtuigd. De heer Wonder verklaart, zich met de gedachte van het Dag. Bestuur te kunnen vereenigen. De heer Poland herinnert er aan, dat hij vorig maal een gematigd voorstel heeft ingediend, nl. een verhooging van f 100, omdat hij meent, dat de men- schen dat absoluut verdienen. Het Ambacht houdt het water thans stipt op peil, wanneer het 2 c.M. bo ven peil is, moet er gemalen worden en daaruit volgt dat ook de strijkmolens het water moeten overbren gen. Ook spr. is niet zoo voor het verhoogen van uit gaven, maar een arbeider moet -zijn loon hebben., dat is niet anders. De heer Van der Oord meent, dat de molenaars zelf maar met hun plannen 'voor den dag moeten komen. Spr. is er niet voor, nu het van den bond uitgaat wat hebben we met den bond noodig? La ten de molenaars zelf tomen wanneer ze mee- nen dat ze te kort verdienen. Spr. kan zich vereenigen met de gedachte van hot Dag. Bestuur en meent oök, dat het loon is in over eenstemming met den tijd dien we tegemoet gaan en al hebben. De heer Groen is van meening dat de molenaars m den duren tijd te weinig verdiend hebben en dan rust op ons de plicht meer loon te geven. Wanneer een werkman zijn plicht doet maar niet om meer geld durft vragen, hoewel hij het verdient, is do werkgever verplicht meer te geven. Ook spr. keurt al die verhoogingen af, maar hij keurt het niet af, de arme ipenschen te geven wat ze verdienen. Do heer C. van Langen vraagt, of er den laatstcn tijd nieuwe molenaars zijn aangesteld en of er dan genoeg sollicitanten waren. Voorz.: 'n Paar jaar geleden en toen waren er lief hebbers genoeg. Toen spr. pas dijkgraaf werd was 't loon f 90, sindsdien is het tot f 250 verhoogd. Scher mer mag meer geven, maar er zijn ook polders die Jager siaan en de toestand is niet rooskleurig. De heer C. van Langen: Als ik niet genoeg had, dan bleef ik niet. Dat is dus het bewijs, dat ze te vreden zijn. hf' .e1»1 der gang zag Wj een streefi licht, een bewijs dat, de deur van Go<l£rey op een kiertje stond. Hij ging naar beneden, deed de deur open dn keek naar binnen. Godfrey zat met 'rijn hoofd in rijm handén op dien divan. Daar hij niet scheen te merken, dat er iemand was, deed Baltazar de deur zacht dicht en liep op zijn teenen weg. Niemand wist beter dan hij, dat iedere man alleen zijn klein Gethscinané moest doormaken. hoe yreeselijk was dat alles I Met pijn in zijn hart sloop hij naar boven. Brieven in verband met het nieuwe ministerie lagen op zijn lessenaar. Hij ging zitten en trachtte ze te behandelen; maar al neel gauw legde hij ze neer en stak een pijp op. Had hij den jongen per slot van rekening wel gered? Zou de vrouw haar mond houden? Was Donnithorpe zoon idioot, om het verhaal te geloovonMaar in middels was hij, volgens zijn eigen beweren, de min naar van de verfoeide vrouw en de verrader van of- ficieele geheimen. En de wraakzuchtige kleine rat had de bewijzen in zijn bezit. Wolk gobruik zou hij ervan maken? De volgende dag verliep kalm. Godfrey was tot don avond uit geweest. Op het Ministerie van Oorlog had hij gedaan weten te krijgen, dat hij den volgenden ochtend naar Frankrijk kon vertrekken. Een prettige jV0 j wor" bedorven door een toespeling op La dy Edna of het stuk papier. ZIJ sprakon over boe ken en wiskunde en den oorlog en het werk. dat Godfrey te wachten ston(!L Toen zij elkaar goeden nacht wenschten, zeide Godfrey echter: „Ik geloof, sir, dat u do besto vader bent, dion iemand ooit gehad heeft". En terwijl een blijde blik in zijn oogen kwam en een glimlach over zijn gezicht spreidde, antwoorddo Baltazar: „God weet, dat ik probeer hot te zijn". Den volgenden ochtend kreeg hij een brief van Donnithorpe's advocaten. Zou Mr. Baltazar zoo goed willen zijn, liefst zoo spoedig mogelijk, een samen komst met Mr. Donnithorpe en hen zelf te hebben over een zaak van heel groot belang. Hij liet Quong Ho opbellen en zeggen, dat hij dion middag om drie uur bij de heeren komen zou. „Zoudt u ook uw advocaat niet medenemen?" vroeg Quong Ho. „Neen", zeide Baltazar in zijn grootsch zelfver trouwen. „Advocaten kunnen naar de maan loopen". Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1