AIjwü Hieiws-
Mmtit-1 Laslnilal
Donderdag 29 Juni 19S1
65eto Jaargang, No. 7Q50.
Uitgevers i N.V. v.ti. TRAPMAN Co., Sctoagen
GEEN STEMVEE I
Mr. P. J. OUD,
Arrondissements Rechtbank
te Alkmaar.
Ingezonden Stukken.
SC1AGEB
[TÜÏÏÏT.
Dit blad verschijnt viermaal pon week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 uur, wojcden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in hot eorstultkomend nummer geplaatst.
POSTREKEN1NQ No. 23330. INT. TELEF. no. 20
Prijs per 8 maanden 11.85. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meen 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote letters wordon naar plaatsruimte berekend.
Wij weten dat het artikel, hall Februari in do
Schager verschenen, en waarin het verderfelijke van
het stelsol van ovenredlge vertegenwoordiging, dat
thans do verkiezingen behoerscht, werd aangetoond,
van zeer velen de volle insteming had ook van
ons. Ook wij voelon in vele opzichten het diep-ver-
derfelijko van een kiesstelsel, dat thans wet is. De
gansclio macht is in handen van de partijbesturen,
do kiezer heeft te volgen, to gehoorzamen, ól zich te
onthouden. Van bovenaf, en niet van onderaf wordt
de candidatenlij8t voorbereid en opgebouwd, de wer-
kolijko ou waarachtige invloed van het Noderland-
echo volk is zoek geraakt. WIJ burgers van Neder
land zijn In vele opzichten verlaagd tot stomvee 1
Wij zien do partijbesturen voor ons denken, wij
zien de kopstukken zelfs voor ons handelen on de
proefkaart van candidaten wordt ons voorgelegd met
als hoog bevel: „Stemt no. 11 de heer of mevrouw
die en dier
Waar is gobloven do vrije wilsuiting van den kie
zer? Waar is goblevon de invloed van den persoon
lijken wil? Het is alles geworden een doode letter;
alleen goschikt, wij zouden bijna schrijvon alleen
gemaakt, voor don partij-invloed, do loidors-hoer-
schappij.
Laat ons oon verkiezing van thans eens vergelij
ken bij die van vroegor jaren. Mot hoeveol ambitie,
met hoeveel opgowoktheid werd dan gestreden voor
den persoon van dezen of genen cancüdaat, in wion
men natuurlijk eorstena zag den drager van eigen be
ginselen, maar waarbij toch tevens de kwaliteiten
van don mensch, van den candidaat-zelf grooten in
vloed hadden, ja in vele gevallen den doorslag gafl
In hoeveel districten was er niet een band van
vriendschap, een gevoel van saamhoorigheid tus-
schen kiezers en gekozene en droegen de handolin-
gen van den vertegenwoordiger daarvan de goede
kenmerken. Juist dat gevoel, dat men direct aan zijn
eigen kiezers rekening' en verantwoording schuldig
was, dus het directe en onverbreekbaro verband tus-
schcn gedane beloften en te volgen daden, gaf aan
menige handeling oon vaster karakter.
Waar is thans echtor in vele opzichten gebleven
dlo band tusschon kiezer on gekozene? Waar is die
vriendschappelijke, kameraadschappelijke verhou
ding tusschen afgevaardigde on zijn district? Ver
loren, opgelost, Is dat gevoel dat men EEN was!!
Hoeveel bokende namen van uitnemende Kamer
leden zijn niot verbonden aan dio van de districten
welke zij in do Kamer vertegenwoordigden? En niet
waar, dat had zijne grooto aantrekkelijkheid, maar
ook zoo'n goede beteekenia en groote waarde.
Heel hot politiek gedoe van thans, al dat vies ge
mier over ranglijst en nummoring daarop, was aan
de vorkiozingen vreemd. Zij ademden in allo opzich
ten eon anderen, oen boteron geest.
En wat niot oen klein voordeel was: eon verkie
zing had vrooger veel meer de algemeene belangstel
ling. Toon immers beslisten do kiozors wie gekozen
zou wordon. Men sprak ovor do tegen elkaar in het
strijdperk komende candidaten, leefde mee maar
thans er is geen moölovon moor van hoelo dis
tricten. Het is thans, zooals do schrijver van het door
ons aangehaalde artikel van Februari jl. reeds
schreef, het Is thans: do dood in do pot van hot heelo
parlementaire stelsel. Thans hebben de kiezers niot
meer te beslissen, hot is evenredige vertegenwoor
diging met stemplicht, thans ia zoowol de eendracht
ais do vrijheid zoek! Vroeger Btreden en beslisten
do kiezers, nu ziet inon de candidaten om de volg-
ordo vechter», en daarna hebben de kiezers slechts
to volgen. Het is geworden eon ochte kanker, die al-
loabehoorschondo rogoering van do politieke kopstuk
ken.
Laton onze lozers zich nog evon voor oogen stel
len wat de Provincialo Staten van Noordholland
hebben to zien gegeven, verloden weekt
Daar hadden do Vrijlieidsbondsche Statenleden,
(in dit geval de kiezers), besloten, hoe zij zouden
stemmen. Zij hadden een accoord aangegaan met
andere kiezors, die hun het naast stonden. En wat
zien wij nu gebeuren? De oppermachtige partijlei
ding, do allesoverheerschende politieke kopstukken
in dien Vrijheidshond, decreteeren: verbreekt je
woord, gooit overboord je fatsoen! En ziet, zóóver is
de verwording reeds gegroeid, dat menschon, die in
het particuliere leven tot geen woordbreuk in staat
zijn het hoog partijbevel opvolgen en zich verla
gen tot stempoppen, tot stemvee. Scherper voorbeeld
is niet noodig, duidelijker licht kan er en behoeft er
niet te vallen op de verwording van de politieke
zeden,
Kiezers I neem je oproepingskaart in handen; ziet
naar den chaos van partijen en partijtjes; ziet de
reeksen van namen daarop, en het duizelt een
mensch. Alles het gevolg van de evenredige vertegen
woordiging. Het is alom een strijd van belangen en
belangetjes, een zich naar voren wringen van perso
nen om mee te plukken, mee binnen te halen. Het
gehalte van candidaten, men ziet het zienderoogen
verminderen. Allen achten zich geschikt en geroe
pen en vragen hen to stemmen, het beloofde land
zullen zij ons kiezors brengen.
Wij zion partijen als paddestoelen omhoog schie
ten, een verbrokkeling zonder einde, een vermorsen
van stemmen, dat straks vooral voor links de meest
nadoeligo gevolgen met zich zal sleepon, doordat
vele duizenden stemmen voor links verloren gaan.
omdat in kleine partijtjes gesplitst de candidaton
daarvan niet het veroischte wettelijk aantal stem
men zullen kunnen behalen.
Volkomen juist, wat hierboven is neergeschreven,
zal monigeen zeggen, maar wat daaraan nu nog to
veranderen. De wet is eenmaal zoo, dat mengelmoes-
kiesbiljet ligt voor mij, uit dezen chaos zal ik toch
wijs moeten worden.
Geheel adrem opgemerkt, wij zijn het in dit op
zicht geheel eens. Stemmen moet ge, maar gij kunt
kiezers, zooveel als de omstandigheden dit toelaten,
U ontworstelen aan do partijheerschappij, uiting ge
ven aan oon vrijen wil. Gij moot niet eon partij,
maar eon candidaat uit een partij stemmen, de can-
didaat uwer keuze.
De tegenwoordige wet maakt U dat niet gemakke
lijk, omdat do voorkeurstemmen, die bij do vorige
verkiezingen veel invloed hadden, thans aanmerke
lijk grooter in aantal moeten zijn ora denrelfden in
vloed te kunnen uitoefenen. Er wordt veroierht min
stens één stem meer dan de helft van den lijstkies-
deeler, wat wel eenige duizenden stemmen zal moe
ten zijn. Practisch is het dus uiterst moeilijk om een
uitverkoren candidaat te stemmen.
Maar, zoo vragen wij met de Nieuwe Rottor-
damsche Courant, moeten wij ons daar nu maar
bij neerleggen, en zoet en gewillig nummer éón
van do lijst stemmen?
Geen denken aan. Integendeel, meer dan ooit is
er aan gelegen, dat de kiezer eene voorkeurstem
zal uitbrengen, dat wil dus zeggen, dat hij do
candidatenlijst van do partij, aan welke hij zijn
stem wenscht te verleenen, beschouwt als eeno
voordracht, waaruit hij den hem, om welke re-
don ook, meest gewenschten candidaat heeft le
kiezen, onverschillig of het partijbestuur den
man bovon- of onderaan do lijst hoeft gesteld, en
ongevoelig voor de propaganda, die het partij
bestuur maakt voor nummer 1.
Wat kon hiermee worden bereikt? In de eer
ste plaats wel dit, dat de kiezers, die nu door do
partijorganisaties word en teruggedrongen als
„stemvee", hun gevoel van oigonwaarde zullen
verhoogon, en hun persoonlijkheid met eigen,
voorkeur en eigen oordeel zullen doen golden.
Zij zullen binnen het kader van de partij hun
ingonomonheid met eeno bepaalde richting kun
nen aan den dag doen. treden.
In de twoodo plaats zal door zulk. eon optreden
de onhoudbaarheid van hot thans gevolgde sys
teem van aanwijzing van do verkozenon duide
lijk worden.
Door in grooten getale voorkeurstemmen uit
te brongon zal de onhoudbaarheid van hot gel
dend kiesstelsel met zijn volkomen miskenning
van de persoonlijkheid van den kiezer proefon
dervindelijk worden bewezen."
Wij erkennen de partijleiding, het partijverband,
maar wij herbalen, wij willen niet de partij-almacht,
de opperheerschappij van onze leiders, wel de vrijs
uiting van den kiezerswill
En het is in verband met dat alles, dat wij allen
in onze omgeving opwekken den weg te volgen dien
wij ook in 1918 aanwezen, toen wij advisoerdon van
de Vrijzinnig-Democratische lijst niet te stommen
no. 1, maar den candidaat onzer keuze, Mi. P. J.
OUD.
Toen is het ons Vrijzinnige kiezers uit de noord
punt golukt deze eminente man naar do Kamer
to zenden. Dat moeton wij ook ditmaal probeoren.
Wij beschouwen Mr. Oud als onzen afgevaardigde,
de afgevaardigde van het oude district Heldor, wel
nu, laat ons schouder aan schouder den strijd weer
aanvaarden en getuigen en uitspreken onzen vrijen
kiezerswil, los van alle oppergezag.
Wij vragen uw stom voor dézen candidaat, natuur
lijk omdat wij in hom zien den drager van onze Vrij
zinnig-Democratische boginselen, maar ook omdat
hij DE MAN onzer keuze is.
Alles in herinnoring brengen wat Mr. Oud in do
Kamer heeft gedaan, alles neerschrijven wat hij
hooft pogen to bereiken, is ondoonlijk. Maar óón daad
van hem brongen vrij in uwe herinnering terug, zóó
ge hot mocht hebben vergeten. En wel zijn kranig
optreden, dat als gevolg heeft gehad de intrekking
.in de 400 miUioen olschende vlootwet. Het was Mr.
Oud dio toon voor onzo belangen op do bros stond
on in do praktijk toonde to zijn de man dio niot al
leen de bezuiniging predikt, maar ook volbracht wat
hij beloofde, dio bewees dat htt is do aanhanger
van een doeltreffende en toe to juichen bezuiniging.
Zulk eon mnn is de onze, moet do onze blijvon. En
hot is met volle opgewektheid en met grooto warm-
to dat, wij kiozors en kiezeressen toeroepen: Stemt
Woensdag a.s.
den derden naam van lijst 19.
ALLEN NAAR DE STEMBUS!
Zitting yan Dinsdag 27 Juni 1922.
Onsoliede paardenkoopers.
De eerste zaak van heden bracht ons twee beklaagden,
tegelijk. Willean Wit den .13 Mei 1896 te Schagon
geboren en alzoo oud 26 jaren on Pieter Biésboer te
Schagen geboren op 17 December 1896, dus 25 jareml
oud, beiden koopman van beroep en te Schagen woon
achtig, vertoeven in voorarrest in het Huis van Bewaring
te Alkmaar en moesten zich heden verantwoorden we
gens hen ten laste gelegde oplichting door samen
weefsel van verdichtselen.
Wit was eerst met "Hendrik van Wieringen op Maan
dag 10 April bij den landbouwer Simon Keizer te Koe
gras, gemeente Helder geweest Zij kwamen daar toen
vragen of er ook konijnen te "koop. waren- "Bij die
gelegenheid zagen 'zij bij Keizer 't land twee paar
den, n.1. een zwarte merrie met" veulen en vroegen zij
aan Keizer of die paarden te koop had. Want zij wisten
een hoer, die een vertrouwend mak zwart paard moest
hebben. Én zij moesten dan elk f 25 hebbeen als de koop
doorging.
Simon Keizer ,die héden als eerst getuige optrad,
cieed meuedeeJing van dat'bezoek ton zijnest op Maandag
10 April en gaf daarna eene beschrijving vaü wat er 14
April was gebeurd. Getuige Keizer verklaarde, dat op
Vrijdag 14 April jX bij hem zijn gekomen drie per
sonen, ni. .Willem Wit en Hendrik vhü Wieringeib
en de 25-jarige Piet Biesboer, die als tweede beklaagde
in deze zaak terechtstaat.
Wit zei, dat de koopcr nu meegekomen was, ni. de
zoon van den boer, die een paard wou koopen. Die
zoon was dan Piet Biesboer, die gekomen was, daar
vader ziek was. Getuige zegt, dat Piet 'Biésboer ver
klaarde, dat zijn vader ziek was en een boerenbedrijf
hoeft, benevens begrafenis-onderneming en slecperij. Die
begrafenis-onderneming en slecperij gi'ngen den .johge'n
Btesbocc zelf cto, zooals deze te£jn getuige Keizer zei.
Ec ze hadden eon vertrouwd mak paard noodig.
Wit had bevestigd, dat Piet Biesboer een begrafenisonf-
Ik heb. zegt getuige, de paarden allebei aan Piet
Biesboer verkocht, to zamen voor f 725. Drie weken
tevoren kon ik br 700 voor,
Het tvas voor zijn vader zei Piet Biesboer, die geen
geld bij zich 'had, want vader had gezegd, neem maar
geen geld mee, want er zal toch wel niets van komen.
Hendrik van Wielingen had wel wat geld bij zich,
verklaarde getuige Keizer verder^ toaar niet genoeg
om de paarden te betalen.
De President vroeg aan Keizer, of deze, die Wit
van aanzien kende, niet wist, dat Wit voor diefstal
van vee uit de weide straf had ondergaan.
Keizer antwoordde, dat hij wel wist, dat Wit eens
straf had gehad, maar hij wist niet, dat dit voor diefstal
van vee uit do weide was geweest.
Ik heb de paarden aan Biesboer afgegeven zei Keizer
en Biesboer oeod toezegging dat Kij spoedig zou beta
len. Biesboer gaI de paarden over aan Wit. Ik heb de
f 25 die Wit en van Wielingen elk extra wilden hebben,
als de koop tot stand kwam, niet afgegeven, zei Keizer.
Dot kon weL als betaling van de paarden plaatsvond.
Beklaagde Wit erkent, op 10 April met van Wieringen
en op 14 April mef \an Wieringen en Biesboer geweest
te zijn bij Keizer. Maar ik heb niet 'gezegd^ dat Biesboer
een boerenzoon was, zegt Wit Van Wieringen zei, dat
3 op 14 Apri
zijn bij Kei
m boerenzoo
eizer. Maar ik heb niet 'gezegd^ dat
dat hij wel een mannetje wist voor de paarden.
Allebei zeiden rij, dat, zoowel Wit als van Wieriqgen,
verklaarde Keizer..
Do President zegt tot 'iWit: U hebt het voornemen
gehad om met van Wieringen iemand op te lichten-
Hoe kon u bevestigen, wat van Wieringén zei, dat die
wel een inonnetjc voor do paarden wist, U hébt zeker
wel afspraak met van Wieringen gehad.
Wit merkt op, dat Keizer de f 2o zelf had aangeboden.
Neen, zegt Keizer, daar hebben rij van gesproken,
niet ik.
De President zegt "tot Wit: U wist wel, dat Biesboeris
r oceu boer was. Er was tusschen U
.Wieringen afgesproken, dat het e<
die het paard zou koopen. Maar u draait met uw ver-
vader
van
derneming 'had. Biesboer had gezegd, dat rin vader er
goed bijzat en ook Wit en van Wieringén verklaarden
dat de oude Biesboer er flink bijzat en dat zijne kinde
ren in de toekomst een aardig duitje van hem te wachtl-n
bedden. Piet Biesboer had toen nog tegen do ondcrén
gczcpJ, vao zijn varfcaft wetjestekUwüd niet zoo'n ophof
l to
boer was. Er was tusschen U en Keizer en
dat het een boer was,
ar u draait met uw ver
klaringen en U weet niet, wat U wel en wat U niet
hebt gezegd. U hebt gezegd, dat Biesboer de zoon was
van oen hoer, -die de paarden wilde koopen. Van
Wieringen zei, dat de boer. zelf ziek Was en XJ hebt dat
bevestigd.
Wit verklaarde nu: Ik heb gezegd^ dat Piet Biesboer,
de zoon, er wel goed bijzat en wei goed: was om twee
iarden te koopen. Maar ik wist biet, hoeveel geld Piet
De President: Maar hoe kon U dat dan zeggen-
Wit verklaarde, dat 'Biesboer to Alkmaar de paaiden
verkocht heeft Dat te den volgendon dag, dus Zaterdag
15 ApriL gebeurd. Ik heb van 'de opbrengst 'van den
vorkoop der paarden niets gehad, zegt Wit Alleen heb
ik f 15 ontvangen, omdat ik twee dagen ïn de weer ben
geweest.
Do President merkt op, dat het eene paard voor t 10C
bet andore voor t 170 ia verkjocht De géheele opbrengst
was dus f 270.
Beklaagde Biesboer verklaart, beelemaal niet over boe
renbedrijf to hebben gesproken. Ik ben '14 April, zegl,
bekl., met Wiit en van Wierim|gennaar S. Keizer
geweest, met het doel paarden te koopon. Ik had geen1
geld, doch het gebeurt meer, dat men dan later betaalt.
Ik had voor I 725 de paarden te duur gekocht. Of er
over boerenbedrijf of ovor vaden, die ziek was, gespro
ken te. yroel ik 'niet. Daar ben ik niet bij geweesty
BcUaagdo Wit heeft verklaard: ik had niet veel zin
in de zaak, maar van Wieringen zei, 'dat ik ook portie
in de opbrengst zou hebbeu en ik ben meegegaan, hoewel
ik wel bang was, dat het spaak zou loopen.
Biesboer zegt, dat toen Keizer hem vroeg, waarin
hij handelde, hij toen geantwoord heeft; ik "doe in alles.
De PresidentMaar U doet toch 'alléén in kippen en
konijnen.
Buesboer antwoordt "hierop, ook weieens een paard
te koopen.
De vrouw van Keizer, Trijntjo Bakker genaamd^
doet 'daarna een getuigenverklaring en vervolgens
legt de 21-jarige landbouwer Jan Rotgans rilt Koegras,
die den 14den April ook bij het voorgevallene tegen
woordig was, getuigenverklaring af. Bij hunne verkla
ringen worden geen nieuwe gezichtspunten geopend.
Na afloop van het getuigenverhoor krijgt" de heer Offi
cier het woord. Z.E.Gestr. acht het bewezen, dat Keizer
door een samenweefsel van yerdichtselen tot afgifte
van de 2 paarden, zonder betaling, bewogeh is. Het 6taat
vast, dat Keizer de paarden heeft afgegeven. Biesboer
erkent, voor f 725 de twee paarden te hebben gekocht.
Reeds den volgendon dag verkocht hij dio twee paarden
in totaal voor f 27. Dat wijst er oj), dat hij nooit de
bedoeling heeft gehad om Keizer te betalten, vipdt spreker
Het doel te geweest zichzelf wederrechtelijk te be-
voordcelen en verschillende gesprekken, verhalen eh
handelingen vormen hier een samenweefsel' vah verdicht
selen.
De O.vJ. wijst er op, dat "beklaagden ongunstig
bekend staan. Wit heeft al veroordeeling gehad.
Wegens oplichting eischt de O.v.J. tegen Wit 1 jaar
gevangenisstraf en tegen Biesboer 8 maanden gevange
nisstraf.
Beklaagde Wit zegt: ijk meen, dat Ik er geen schuld
aan had.
Beklaagde Biesboer zegt: Ik "heb de paarden eertijk
gekocht Ik 'heb gevrafcgd aan Keizer of hij zo wou
meegeven zonder centen- Ik ka'n ze "toch nog betalen.
Als verdediger treedt op Mr. Zeilteraaker, dio eenige
aanmerkingen naar vorten brengt, aangaande de dag-
vaardiging en nietigverklaring van de dagvaardigihg
vraagt.
Pleiter concludeert tot vrijspraak voor Wit en
vraagt clementie voor Biesboer.
Na ro- en dupliek tusschen O.vJ. en verdediger
krijgen we do volgende strafzaak.
53-jarige .Tohannes Jozephus
hug te Alkmaar. Hij was
Hij moest dadelijk zitten.
Daariu te beklaagde de 23-j
Marie Bottcmanne, woonachtig
vanaf Juni 1921 tot April 1922 als reiziger in betrekking
bij z(jn stadgenoot, den bierbottelaar J. A. Akkerman,
voor wicn hy ook gelden inde. Van die geïnde gelden
heeft hij tot ccn gezamen lijk bedrag van f 686.61 weten
te verduisteren. In November 1920 was Bottemanne voor
waardelijk tot 6 maanden 'gevangenisstraf veroordeeld,
wegens verduistering.
De O.vJ. oordeelde, dat "het "beklaagde aan ernst
en moraliteit ontbreekt en dat stoua 6n welwillendheid
hier niet hebben geholpen. Z.E.Gestr. eischt 4 maanden
gevangenisstraf en onmiddellijke gevangenneming van
beklaagde. De rechtbank begeeft rioh in raadkamer,
nadat de zitting te geschorst
Dc rechtbank fcevcsü bij bezojperéug der r'fiing ótf-
Weerspannig.
Hendrik Oost te als beklaagde absent Hij "heeft in
zijne woonplaats Den Helder, toen "hij op. 6 April j.1.
aldaar om goede redenen door de politie werd' opge
bracht, zich heldhaftig daartegen verzet. Dat te echter
strafbaar, wat wel yjt de wegens wederspa naigheid
ingestelde eisch tot 14 dagen gevangenisstraf bleek.
Huisvredebreuk.
Ook de beklaagde Pieter Klein "was fiiet verschenfen.
Hij woont te Enkhuizen waar hij in den nacht van
7 .op 8 Mei ji. huisvredebreuk plteecde door zich weder
rechtelijk op het erf van rijn stadgenoot Piet Bakker
te begeven. Bakker mocht zich de moeite nog getroosten
om in nachtgewaad naar buiten te komfcn', waar hij
Klein op het erf zag. Bakker deed hem weten, dat hij
had te maken, dat ie uit de voeten kwam.
Be O.vJ. eischte tegen Klein 14 dagen brommen.
Nog een weerspannige.
Dan
el te
Klaver bevond zich op l
toestand. De agent van politie Venema wilde hem naar
't bureau transporteeren. Maar Johan bleek gefcfi lust
te hebben in dat transport. Hij sputterde althans nogal
wat tegen. Schoppen en trappen, nddrfa en trekken,
zelfs krabben deea hij om maar vrij te komen.
De O.vJ. knapte hem op "inet een eisch' tot 14
dagen gevang.
Op verboden terrein.
Hoewel hem om deugdelijke redenen "de toegang
was ontzegd, was de "transportarbeider Jan Selder beek
te Den Helder toch vrijmoedig genoeg om in den
nacht van 26 op 27 Maart jJL het Casino-gebouw, waar
zijn. En op vordering van
gaan, werd door .Jan niet gelet. Hij
den portier om heen te
ij bleet
Maar hij kreeg een verbaaltje, wegens rijn wederechte-
Iijk en tegen den wil des rechthebbenden
mPH vertoevdn in
het gebouw en heden 'werd tegen hees Selderbeek 1*10
boete of 10 'dagen hechtenis geëischt
Lte fifiarigo Kees 'Aukés van Sint PairCras oefent'het
eerzame beroep van suikerwerker uit Nu te onze Kees
een beetje driftig aangelegd, zooate wel bleek uit het
strafzaak!e, dat hij zich door zijne oplóopendheid op den
hals haa gehaald. Eon brutaal lo-jarig jongentje, AL
iWortelboer genaamd, had 'richf 'ten opzichte van de
vrouw van Kees spotternijen en uitdrukkingen ver
oorloofd, die onzen Comclis in hevigeti toorn; dedeü
ontsteken. Hy gaf den jongen eten' pak sTaqg eh moest
nu wegens mishandeling terechtstaan.
De neer Officier -eischte slechts één gulden boete
of één dag ritten.
Handen thuis.
In de laatste van de in 't openbaar behandelde zaken
was de beklaagde, Jacob Dirkmaat, absent. Op 3 'Me*
jj. was hij in het teafé van "Zuurbier te Rustenburg, -
gemeente Heer Hugowaard. Daar zich ook de
koopman IJsbrand Klos van Broek op Langendijk. Met
dezen kreeg Dirkmaat 'eenig verschil en het gevolg was,
dat Dirkmaat zijn tegenpartij Klos eenige slagen tegen
het 'hoofd gaf.
Tegen beklaagde werd wegens mishandeling 1 20 boete
ol 20 dagen hechtenis gevorderd.
T pt besluit volgde een 'zaakje met 'gesloten cLureb.
An. Dinsdag uiteprakfeiL
DEVENTER KERMISSEN.
Geachte heer Redacteur 1
Gaarne zou ik nog even, onder controle der lezers
van de „Schager Courant", op 't antwoord" van
den heer Coppejans reageeren. Voor uw medewer
king bij voorbaat mijn hartel ijken dank.
3 Juni jl. schreef ik, nog eenB gaarne een toelich
ting te geven op wat de heer C. aangaande 't Deven
ter tapverbod tijdens de kermis *20 opmerkte,
omrede men daarvan, zonder meer als wat de heer
C. er van vermelde, een verkeerden indruk kreeg.
16 Juni schreef ik die toelichting., tot aan de laatsto
3 regels zoo objectief mogelijk (men zie „Schager
Courant" van Donderdag 22 Juni). De heer C. dingt
daarop niets af. Wel schrijft hij: „Het verbod prik
kelt tot tegenstand". Ja, bij sommigen wel. Ik schreef
roeds, dat enkelen, zoolang zoo'n verbod nieuw is,
er aardigheid in hebben om dan juist de „bloemetjes
eens buiten te zetten". Maar in m'n eerste schrijven
gaf <k reeds als mijn meening te kennen, dat 't niet
toelaatbaar is ,dat een volk, ook de bevolking van
gemeente, zich door enkelen (on welken dan) laat
beheerschen, waar 't geld het al of niet voortwoeke
ren van een maatschappelijk kwaad. En wie zijn
die enkelen die tot verzet zich geprikkeld gevoelen?
Zijn dat menschen, die met diepen ernst en verant
woordelijkheidsgevoel trachten na to gaan wat of
voor 't welzijn yan de monschheid 't meest bevor
derlijk is? En die niet anders handelen als hun ge
weten hen ingeeft? Een antwoord op deze vragen
lijkt me overbodig. Moet men nu torwille van do mi
serabele houding van eenige van die stakkers ik
beklaag ze oprecht -zijn, tegen hot weren van 't
kwaad de verleiding, vooral zoo gevaarlijk voor
do jeugd? „Verbod wordt door belanghebbonden ge
saboteerd", schrijft de beer C. verder. Hij zegt niet,
wie hij daaronder verstaat, doch ik zal zoo vrij zijn
t,o veronderstellen, dat hij de caféhouders bedoelt
Moet men dio caféhouders dan ook rekenen tot die
stukkers? In dat geval komt de hoor C. hon niet In
't gevlei. Of moeten we de oorzaak zoeken in 't vaak
zoo'n grooto rol spelende eigenbelang?
Is dat zoo, ik zeg er dan maar niet veel van, maar
dan verwacht ik van dien kant ook niet dat men
vrijwillig hot volk 't vergif onthoudt. Acht ik hun
medewerking onvertrouwbaar. Let wel, als die ver-
onderstolling juist is on de goeden niet te na gespro-
kon.
„Lukt dit niet {dat de caféhouders vrijwillig geen
sterken drank tappen is bior en wijn onschuldig?)
dan is de maatregel Deventer do meest geschikte
manier", schrijft de heer C. Wel, Ik meen toch dio
„schitterende" Deventer maatregel ('t vervangen van
het verbod door „georganiseerd overleg") in m'n
schrijven van voldoendo te hebben belicht
(waar de beer C niet op ingaat), om 't idee to krij
gen, dat de schittering geen royaal e«ect gaf, afge
zien nog van wat de beer Kooiman ik schreven
over het te leat zijn wannesir aezt ni, ophoudt aan