AIjwü Hieiws- Mmtit-1 Laslnilal Donderdag 29 Juni 19S1 65eto Jaargang, No. 7Q50. Uitgevers i N.V. v.ti. TRAPMAN Co., Sctoagen GEEN STEMVEE I Mr. P. J. OUD, Arrondissements Rechtbank te Alkmaar. Ingezonden Stukken. SC1AGEB [TÜÏÏÏT. Dit blad verschijnt viermaal pon week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. BIJ inzending tot 's morgens 8 uur, wojcden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in hot eorstultkomend nummer geplaatst. POSTREKEN1NQ No. 23330. INT. TELEF. no. 20 Prijs per 8 maanden 11.85. Losse nummers 8 cent. ADVERTEN- TIöN van 1 tot 5 regels 11.10, iedere regel meen 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Groote letters wordon naar plaatsruimte berekend. Wij weten dat het artikel, hall Februari in do Schager verschenen, en waarin het verderfelijke van het stelsol van ovenredlge vertegenwoordiging, dat thans do verkiezingen behoerscht, werd aangetoond, van zeer velen de volle insteming had ook van ons. Ook wij voelon in vele opzichten het diep-ver- derfelijko van een kiesstelsel, dat thans wet is. De gansclio macht is in handen van de partijbesturen, do kiezer heeft te volgen, to gehoorzamen, ól zich te onthouden. Van bovenaf, en niet van onderaf wordt de candidatenlij8t voorbereid en opgebouwd, de wer- kolijko ou waarachtige invloed van het Noderland- echo volk is zoek geraakt. WIJ burgers van Neder land zijn In vele opzichten verlaagd tot stomvee 1 Wij zien do partijbesturen voor ons denken, wij zien de kopstukken zelfs voor ons handelen on de proefkaart van candidaten wordt ons voorgelegd met als hoog bevel: „Stemt no. 11 de heer of mevrouw die en dier Waar is gobloven do vrije wilsuiting van den kie zer? Waar is goblevon de invloed van den persoon lijken wil? Het is alles geworden een doode letter; alleen goschikt, wij zouden bijna schrijvon alleen gemaakt, voor don partij-invloed, do loidors-hoer- schappij. Laat ons oon verkiezing van thans eens vergelij ken bij die van vroegor jaren. Mot hoeveol ambitie, met hoeveel opgowoktheid werd dan gestreden voor den persoon van dezen of genen cancüdaat, in wion men natuurlijk eorstena zag den drager van eigen be ginselen, maar waarbij toch tevens de kwaliteiten van don mensch, van den candidaat-zelf grooten in vloed hadden, ja in vele gevallen den doorslag gafl In hoeveel districten was er niet een band van vriendschap, een gevoel van saamhoorigheid tus- schen kiezers en gekozene en droegen de handolin- gen van den vertegenwoordiger daarvan de goede kenmerken. Juist dat gevoel, dat men direct aan zijn eigen kiezers rekening' en verantwoording schuldig was, dus het directe en onverbreekbaro verband tus- schcn gedane beloften en te volgen daden, gaf aan menige handeling oon vaster karakter. Waar is thans echtor in vele opzichten gebleven dlo band tusschon kiezer on gekozene? Waar is die vriendschappelijke, kameraadschappelijke verhou ding tusschen afgevaardigde on zijn district? Ver loren, opgelost, Is dat gevoel dat men EEN was!! Hoeveel bokende namen van uitnemende Kamer leden zijn niot verbonden aan dio van de districten welke zij in do Kamer vertegenwoordigden? En niet waar, dat had zijne grooto aantrekkelijkheid, maar ook zoo'n goede beteekenia en groote waarde. Heel hot politiek gedoe van thans, al dat vies ge mier over ranglijst en nummoring daarop, was aan de vorkiozingen vreemd. Zij ademden in allo opzich ten eon anderen, oen boteron geest. En wat niot oen klein voordeel was: eon verkie zing had vrooger veel meer de algemeene belangstel ling. Toon immers beslisten do kiozors wie gekozen zou wordon. Men sprak ovor do tegen elkaar in het strijdperk komende candidaten, leefde mee maar thans er is geen moölovon moor van hoelo dis tricten. Het is thans, zooals do schrijver van het door ons aangehaalde artikel van Februari jl. reeds schreef, het Is thans: do dood in do pot van hot heelo parlementaire stelsel. Thans hebben de kiezers niot meer te beslissen, hot is evenredige vertegenwoor diging met stemplicht, thans ia zoowol de eendracht ais do vrijheid zoek! Vroeger Btreden en beslisten do kiezers, nu ziet inon de candidaten om de volg- ordo vechter», en daarna hebben de kiezers slechts to volgen. Het is geworden eon ochte kanker, die al- loabehoorschondo rogoering van do politieke kopstuk ken. Laton onze lozers zich nog evon voor oogen stel len wat de Provincialo Staten van Noordholland hebben to zien gegeven, verloden weekt Daar hadden do Vrijlieidsbondsche Statenleden, (in dit geval de kiezers), besloten, hoe zij zouden stemmen. Zij hadden een accoord aangegaan met andere kiezors, die hun het naast stonden. En wat zien wij nu gebeuren? De oppermachtige partijlei ding, do allesoverheerschende politieke kopstukken in dien Vrijheidshond, decreteeren: verbreekt je woord, gooit overboord je fatsoen! En ziet, zóóver is de verwording reeds gegroeid, dat menschon, die in het particuliere leven tot geen woordbreuk in staat zijn het hoog partijbevel opvolgen en zich verla gen tot stempoppen, tot stemvee. Scherper voorbeeld is niet noodig, duidelijker licht kan er en behoeft er niet te vallen op de verwording van de politieke zeden, Kiezers I neem je oproepingskaart in handen; ziet naar den chaos van partijen en partijtjes; ziet de reeksen van namen daarop, en het duizelt een mensch. Alles het gevolg van de evenredige vertegen woordiging. Het is alom een strijd van belangen en belangetjes, een zich naar voren wringen van perso nen om mee te plukken, mee binnen te halen. Het gehalte van candidaten, men ziet het zienderoogen verminderen. Allen achten zich geschikt en geroe pen en vragen hen to stemmen, het beloofde land zullen zij ons kiezors brengen. Wij zion partijen als paddestoelen omhoog schie ten, een verbrokkeling zonder einde, een vermorsen van stemmen, dat straks vooral voor links de meest nadoeligo gevolgen met zich zal sleepon, doordat vele duizenden stemmen voor links verloren gaan. omdat in kleine partijtjes gesplitst de candidaton daarvan niet het veroischte wettelijk aantal stem men zullen kunnen behalen. Volkomen juist, wat hierboven is neergeschreven, zal monigeen zeggen, maar wat daaraan nu nog to veranderen. De wet is eenmaal zoo, dat mengelmoes- kiesbiljet ligt voor mij, uit dezen chaos zal ik toch wijs moeten worden. Geheel adrem opgemerkt, wij zijn het in dit op zicht geheel eens. Stemmen moet ge, maar gij kunt kiezers, zooveel als de omstandigheden dit toelaten, U ontworstelen aan do partijheerschappij, uiting ge ven aan oon vrijen wil. Gij moot niet eon partij, maar eon candidaat uit een partij stemmen, de can- didaat uwer keuze. De tegenwoordige wet maakt U dat niet gemakke lijk, omdat do voorkeurstemmen, die bij do vorige verkiezingen veel invloed hadden, thans aanmerke lijk grooter in aantal moeten zijn ora denrelfden in vloed te kunnen uitoefenen. Er wordt veroierht min stens één stem meer dan de helft van den lijstkies- deeler, wat wel eenige duizenden stemmen zal moe ten zijn. Practisch is het dus uiterst moeilijk om een uitverkoren candidaat te stemmen. Maar, zoo vragen wij met de Nieuwe Rottor- damsche Courant, moeten wij ons daar nu maar bij neerleggen, en zoet en gewillig nummer éón van do lijst stemmen? Geen denken aan. Integendeel, meer dan ooit is er aan gelegen, dat de kiezer eene voorkeurstem zal uitbrengen, dat wil dus zeggen, dat hij do candidatenlijst van do partij, aan welke hij zijn stem wenscht te verleenen, beschouwt als eeno voordracht, waaruit hij den hem, om welke re- don ook, meest gewenschten candidaat heeft le kiezen, onverschillig of het partijbestuur den man bovon- of onderaan do lijst hoeft gesteld, en ongevoelig voor de propaganda, die het partij bestuur maakt voor nummer 1. Wat kon hiermee worden bereikt? In de eer ste plaats wel dit, dat de kiezers, die nu door do partijorganisaties word en teruggedrongen als „stemvee", hun gevoel van oigonwaarde zullen verhoogon, en hun persoonlijkheid met eigen, voorkeur en eigen oordeel zullen doen golden. Zij zullen binnen het kader van de partij hun ingonomonheid met eeno bepaalde richting kun nen aan den dag doen. treden. In de twoodo plaats zal door zulk. eon optreden de onhoudbaarheid van hot thans gevolgde sys teem van aanwijzing van do verkozenon duide lijk worden. Door in grooten getale voorkeurstemmen uit te brongon zal de onhoudbaarheid van hot gel dend kiesstelsel met zijn volkomen miskenning van de persoonlijkheid van den kiezer proefon dervindelijk worden bewezen." Wij erkennen de partijleiding, het partijverband, maar wij herbalen, wij willen niet de partij-almacht, de opperheerschappij van onze leiders, wel de vrijs uiting van den kiezerswill En het is in verband met dat alles, dat wij allen in onze omgeving opwekken den weg te volgen dien wij ook in 1918 aanwezen, toen wij advisoerdon van de Vrijzinnig-Democratische lijst niet te stommen no. 1, maar den candidaat onzer keuze, Mi. P. J. OUD. Toen is het ons Vrijzinnige kiezers uit de noord punt golukt deze eminente man naar do Kamer to zenden. Dat moeton wij ook ditmaal probeoren. Wij beschouwen Mr. Oud als onzen afgevaardigde, de afgevaardigde van het oude district Heldor, wel nu, laat ons schouder aan schouder den strijd weer aanvaarden en getuigen en uitspreken onzen vrijen kiezerswil, los van alle oppergezag. Wij vragen uw stom voor dézen candidaat, natuur lijk omdat wij in hom zien den drager van onze Vrij zinnig-Democratische boginselen, maar ook omdat hij DE MAN onzer keuze is. Alles in herinnoring brengen wat Mr. Oud in do Kamer heeft gedaan, alles neerschrijven wat hij hooft pogen to bereiken, is ondoonlijk. Maar óón daad van hem brongen vrij in uwe herinnering terug, zóó ge hot mocht hebben vergeten. En wel zijn kranig optreden, dat als gevolg heeft gehad de intrekking .in de 400 miUioen olschende vlootwet. Het was Mr. Oud dio toon voor onzo belangen op do bros stond on in do praktijk toonde to zijn de man dio niot al leen de bezuiniging predikt, maar ook volbracht wat hij beloofde, dio bewees dat htt is do aanhanger van een doeltreffende en toe to juichen bezuiniging. Zulk eon mnn is de onze, moet do onze blijvon. En hot is met volle opgewektheid en met grooto warm- to dat, wij kiozors en kiezeressen toeroepen: Stemt Woensdag a.s. den derden naam van lijst 19. ALLEN NAAR DE STEMBUS! Zitting yan Dinsdag 27 Juni 1922. Onsoliede paardenkoopers. De eerste zaak van heden bracht ons twee beklaagden, tegelijk. Willean Wit den .13 Mei 1896 te Schagon geboren en alzoo oud 26 jaren on Pieter Biésboer te Schagen geboren op 17 December 1896, dus 25 jareml oud, beiden koopman van beroep en te Schagen woon achtig, vertoeven in voorarrest in het Huis van Bewaring te Alkmaar en moesten zich heden verantwoorden we gens hen ten laste gelegde oplichting door samen weefsel van verdichtselen. Wit was eerst met "Hendrik van Wieringen op Maan dag 10 April bij den landbouwer Simon Keizer te Koe gras, gemeente Helder geweest Zij kwamen daar toen vragen of er ook konijnen te "koop. waren- "Bij die gelegenheid zagen 'zij bij Keizer 't land twee paar den, n.1. een zwarte merrie met" veulen en vroegen zij aan Keizer of die paarden te koop had. Want zij wisten een hoer, die een vertrouwend mak zwart paard moest hebben. Én zij moesten dan elk f 25 hebbeen als de koop doorging. Simon Keizer ,die héden als eerst getuige optrad, cieed meuedeeJing van dat'bezoek ton zijnest op Maandag 10 April en gaf daarna eene beschrijving vaü wat er 14 April was gebeurd. Getuige Keizer verklaarde, dat op Vrijdag 14 April jX bij hem zijn gekomen drie per sonen, ni. .Willem Wit en Hendrik vhü Wieringeib en de 25-jarige Piet Biesboer, die als tweede beklaagde in deze zaak terechtstaat. Wit zei, dat de koopcr nu meegekomen was, ni. de zoon van den boer, die een paard wou koopen. Die zoon was dan Piet Biesboer, die gekomen was, daar vader ziek was. Getuige zegt, dat Piet 'Biésboer ver klaarde, dat zijn vader ziek was en een boerenbedrijf hoeft, benevens begrafenis-onderneming en slecperij. Die begrafenis-onderneming en slecperij gi'ngen den .johge'n Btesbocc zelf cto, zooals deze te£jn getuige Keizer zei. Ec ze hadden eon vertrouwd mak paard noodig. Wit had bevestigd, dat Piet Biesboer een begrafenisonf- Ik heb. zegt getuige, de paarden allebei aan Piet Biesboer verkocht, to zamen voor f 725. Drie weken tevoren kon ik br 700 voor, Het tvas voor zijn vader zei Piet Biesboer, die geen geld bij zich 'had, want vader had gezegd, neem maar geen geld mee, want er zal toch wel niets van komen. Hendrik van Wielingen had wel wat geld bij zich, verklaarde getuige Keizer verder^ toaar niet genoeg om de paarden te betalen. De President vroeg aan Keizer, of deze, die Wit van aanzien kende, niet wist, dat Wit voor diefstal van vee uit de weide straf had ondergaan. Keizer antwoordde, dat hij wel wist, dat Wit eens straf had gehad, maar hij wist niet, dat dit voor diefstal van vee uit do weide was geweest. Ik heb de paarden aan Biesboer afgegeven zei Keizer en Biesboer oeod toezegging dat Kij spoedig zou beta len. Biesboer gaI de paarden over aan Wit. Ik heb de f 25 die Wit en van Wielingen elk extra wilden hebben, als de koop tot stand kwam, niet afgegeven, zei Keizer. Dot kon weL als betaling van de paarden plaatsvond. Beklaagde Wit erkent, op 10 April met van Wieringen en op 14 April mef \an Wieringen en Biesboer geweest te zijn bij Keizer. Maar ik heb niet 'gezegd^ dat Biesboer een boerenzoon was, zegt Wit Van Wieringen zei, dat 3 op 14 Apri zijn bij Kei m boerenzoo eizer. Maar ik heb niet 'gezegd^ dat dat hij wel een mannetje wist voor de paarden. Allebei zeiden rij, dat, zoowel Wit als van Wieriqgen, verklaarde Keizer.. Do President zegt tot 'iWit: U hebt het voornemen gehad om met van Wieringen iemand op te lichten- Hoe kon u bevestigen, wat van Wieringén zei, dat die wel een inonnetjc voor do paarden wist, U hébt zeker wel afspraak met van Wieringen gehad. Wit merkt op, dat Keizer de f 2o zelf had aangeboden. Neen, zegt Keizer, daar hebben rij van gesproken, niet ik. De President zegt "tot Wit: U wist wel, dat Biesboeris r oceu boer was. Er was tusschen U .Wieringen afgesproken, dat het e< die het paard zou koopen. Maar u draait met uw ver- vader van derneming 'had. Biesboer had gezegd, dat rin vader er goed bijzat en ook Wit en van Wieringén verklaarden dat de oude Biesboer er flink bijzat en dat zijne kinde ren in de toekomst een aardig duitje van hem te wachtl-n bedden. Piet Biesboer had toen nog tegen do ondcrén gczcpJ, vao zijn varfcaft wetjestekUwüd niet zoo'n ophof l to boer was. Er was tusschen U en Keizer en dat het een boer was, ar u draait met uw ver klaringen en U weet niet, wat U wel en wat U niet hebt gezegd. U hebt gezegd, dat Biesboer de zoon was van oen hoer, -die de paarden wilde koopen. Van Wieringen zei, dat de boer. zelf ziek Was en XJ hebt dat bevestigd. Wit verklaarde nu: Ik heb gezegd^ dat Piet Biesboer, de zoon, er wel goed bijzat en wei goed: was om twee iarden te koopen. Maar ik wist biet, hoeveel geld Piet De President: Maar hoe kon U dat dan zeggen- Wit verklaarde, dat 'Biesboer to Alkmaar de paaiden verkocht heeft Dat te den volgendon dag, dus Zaterdag 15 ApriL gebeurd. Ik heb van 'de opbrengst 'van den vorkoop der paarden niets gehad, zegt Wit Alleen heb ik f 15 ontvangen, omdat ik twee dagen ïn de weer ben geweest. Do President merkt op, dat het eene paard voor t 10C bet andore voor t 170 ia verkjocht De géheele opbrengst was dus f 270. Beklaagde Biesboer verklaart, beelemaal niet over boe renbedrijf to hebben gesproken. Ik ben '14 April, zegl, bekl., met Wiit en van Wierim|gennaar S. Keizer geweest, met het doel paarden te koopon. Ik had geen1 geld, doch het gebeurt meer, dat men dan later betaalt. Ik had voor I 725 de paarden te duur gekocht. Of er over boerenbedrijf of ovor vaden, die ziek was, gespro ken te. yroel ik 'niet. Daar ben ik niet bij geweesty BcUaagdo Wit heeft verklaard: ik had niet veel zin in de zaak, maar van Wieringen zei, 'dat ik ook portie in de opbrengst zou hebbeu en ik ben meegegaan, hoewel ik wel bang was, dat het spaak zou loopen. Biesboer zegt, dat toen Keizer hem vroeg, waarin hij handelde, hij toen geantwoord heeft; ik "doe in alles. De PresidentMaar U doet toch 'alléén in kippen en konijnen. Buesboer antwoordt "hierop, ook weieens een paard te koopen. De vrouw van Keizer, Trijntjo Bakker genaamd^ doet 'daarna een getuigenverklaring en vervolgens legt de 21-jarige landbouwer Jan Rotgans rilt Koegras, die den 14den April ook bij het voorgevallene tegen woordig was, getuigenverklaring af. Bij hunne verkla ringen worden geen nieuwe gezichtspunten geopend. Na afloop van het getuigenverhoor krijgt" de heer Offi cier het woord. Z.E.Gestr. acht het bewezen, dat Keizer door een samenweefsel van yerdichtselen tot afgifte van de 2 paarden, zonder betaling, bewogeh is. Het 6taat vast, dat Keizer de paarden heeft afgegeven. Biesboer erkent, voor f 725 de twee paarden te hebben gekocht. Reeds den volgendon dag verkocht hij dio twee paarden in totaal voor f 27. Dat wijst er oj), dat hij nooit de bedoeling heeft gehad om Keizer te betalten, vipdt spreker Het doel te geweest zichzelf wederrechtelijk te be- voordcelen en verschillende gesprekken, verhalen eh handelingen vormen hier een samenweefsel' vah verdicht selen. De O.vJ. wijst er op, dat "beklaagden ongunstig bekend staan. Wit heeft al veroordeeling gehad. Wegens oplichting eischt de O.v.J. tegen Wit 1 jaar gevangenisstraf en tegen Biesboer 8 maanden gevange nisstraf. Beklaagde Wit zegt: ijk meen, dat Ik er geen schuld aan had. Beklaagde Biesboer zegt: Ik "heb de paarden eertijk gekocht Ik 'heb gevrafcgd aan Keizer of hij zo wou meegeven zonder centen- Ik ka'n ze "toch nog betalen. Als verdediger treedt op Mr. Zeilteraaker, dio eenige aanmerkingen naar vorten brengt, aangaande de dag- vaardiging en nietigverklaring van de dagvaardigihg vraagt. Pleiter concludeert tot vrijspraak voor Wit en vraagt clementie voor Biesboer. Na ro- en dupliek tusschen O.vJ. en verdediger krijgen we do volgende strafzaak. 53-jarige .Tohannes Jozephus hug te Alkmaar. Hij was Hij moest dadelijk zitten. Daariu te beklaagde de 23-j Marie Bottcmanne, woonachtig vanaf Juni 1921 tot April 1922 als reiziger in betrekking bij z(jn stadgenoot, den bierbottelaar J. A. Akkerman, voor wicn hy ook gelden inde. Van die geïnde gelden heeft hij tot ccn gezamen lijk bedrag van f 686.61 weten te verduisteren. In November 1920 was Bottemanne voor waardelijk tot 6 maanden 'gevangenisstraf veroordeeld, wegens verduistering. De O.vJ. oordeelde, dat "het "beklaagde aan ernst en moraliteit ontbreekt en dat stoua 6n welwillendheid hier niet hebben geholpen. Z.E.Gestr. eischt 4 maanden gevangenisstraf en onmiddellijke gevangenneming van beklaagde. De rechtbank begeeft rioh in raadkamer, nadat de zitting te geschorst Dc rechtbank fcevcsü bij bezojperéug der r'fiing ótf- Weerspannig. Hendrik Oost te als beklaagde absent Hij "heeft in zijne woonplaats Den Helder, toen "hij op. 6 April j.1. aldaar om goede redenen door de politie werd' opge bracht, zich heldhaftig daartegen verzet. Dat te echter strafbaar, wat wel yjt de wegens wederspa naigheid ingestelde eisch tot 14 dagen gevangenisstraf bleek. Huisvredebreuk. Ook de beklaagde Pieter Klein "was fiiet verschenfen. Hij woont te Enkhuizen waar hij in den nacht van 7 .op 8 Mei ji. huisvredebreuk plteecde door zich weder rechtelijk op het erf van rijn stadgenoot Piet Bakker te begeven. Bakker mocht zich de moeite nog getroosten om in nachtgewaad naar buiten te komfcn', waar hij Klein op het erf zag. Bakker deed hem weten, dat hij had te maken, dat ie uit de voeten kwam. Be O.vJ. eischte tegen Klein 14 dagen brommen. Nog een weerspannige. Dan el te Klaver bevond zich op l toestand. De agent van politie Venema wilde hem naar 't bureau transporteeren. Maar Johan bleek gefcfi lust te hebben in dat transport. Hij sputterde althans nogal wat tegen. Schoppen en trappen, nddrfa en trekken, zelfs krabben deea hij om maar vrij te komen. De O.vJ. knapte hem op "inet een eisch' tot 14 dagen gevang. Op verboden terrein. Hoewel hem om deugdelijke redenen "de toegang was ontzegd, was de "transportarbeider Jan Selder beek te Den Helder toch vrijmoedig genoeg om in den nacht van 26 op 27 Maart jJL het Casino-gebouw, waar zijn. En op vordering van gaan, werd door .Jan niet gelet. Hij den portier om heen te ij bleet Maar hij kreeg een verbaaltje, wegens rijn wederechte- Iijk en tegen den wil des rechthebbenden mPH vertoevdn in het gebouw en heden 'werd tegen hees Selderbeek 1*10 boete of 10 'dagen hechtenis geëischt Lte fifiarigo Kees 'Aukés van Sint PairCras oefent'het eerzame beroep van suikerwerker uit Nu te onze Kees een beetje driftig aangelegd, zooate wel bleek uit het strafzaak!e, dat hij zich door zijne oplóopendheid op den hals haa gehaald. Eon brutaal lo-jarig jongentje, AL iWortelboer genaamd, had 'richf 'ten opzichte van de vrouw van Kees spotternijen en uitdrukkingen ver oorloofd, die onzen Comclis in hevigeti toorn; dedeü ontsteken. Hy gaf den jongen eten' pak sTaqg eh moest nu wegens mishandeling terechtstaan. De neer Officier -eischte slechts één gulden boete of één dag ritten. Handen thuis. In de laatste van de in 't openbaar behandelde zaken was de beklaagde, Jacob Dirkmaat, absent. Op 3 'Me* jj. was hij in het teafé van "Zuurbier te Rustenburg, - gemeente Heer Hugowaard. Daar zich ook de koopman IJsbrand Klos van Broek op Langendijk. Met dezen kreeg Dirkmaat 'eenig verschil en het gevolg was, dat Dirkmaat zijn tegenpartij Klos eenige slagen tegen het 'hoofd gaf. Tegen beklaagde werd wegens mishandeling 1 20 boete ol 20 dagen hechtenis gevorderd. T pt besluit volgde een 'zaakje met 'gesloten cLureb. An. Dinsdag uiteprakfeiL DEVENTER KERMISSEN. Geachte heer Redacteur 1 Gaarne zou ik nog even, onder controle der lezers van de „Schager Courant", op 't antwoord" van den heer Coppejans reageeren. Voor uw medewer king bij voorbaat mijn hartel ijken dank. 3 Juni jl. schreef ik, nog eenB gaarne een toelich ting te geven op wat de heer C. aangaande 't Deven ter tapverbod tijdens de kermis *20 opmerkte, omrede men daarvan, zonder meer als wat de heer C. er van vermelde, een verkeerden indruk kreeg. 16 Juni schreef ik die toelichting., tot aan de laatsto 3 regels zoo objectief mogelijk (men zie „Schager Courant" van Donderdag 22 Juni). De heer C. dingt daarop niets af. Wel schrijft hij: „Het verbod prik kelt tot tegenstand". Ja, bij sommigen wel. Ik schreef roeds, dat enkelen, zoolang zoo'n verbod nieuw is, er aardigheid in hebben om dan juist de „bloemetjes eens buiten te zetten". Maar in m'n eerste schrijven gaf <k reeds als mijn meening te kennen, dat 't niet toelaatbaar is ,dat een volk, ook de bevolking van gemeente, zich door enkelen (on welken dan) laat beheerschen, waar 't geld het al of niet voortwoeke ren van een maatschappelijk kwaad. En wie zijn die enkelen die tot verzet zich geprikkeld gevoelen? Zijn dat menschen, die met diepen ernst en verant woordelijkheidsgevoel trachten na to gaan wat of voor 't welzijn yan de monschheid 't meest bevor derlijk is? En die niet anders handelen als hun ge weten hen ingeeft? Een antwoord op deze vragen lijkt me overbodig. Moet men nu torwille van do mi serabele houding van eenige van die stakkers ik beklaag ze oprecht -zijn, tegen hot weren van 't kwaad de verleiding, vooral zoo gevaarlijk voor do jeugd? „Verbod wordt door belanghebbonden ge saboteerd", schrijft de beer C. verder. Hij zegt niet, wie hij daaronder verstaat, doch ik zal zoo vrij zijn t,o veronderstellen, dat hij de caféhouders bedoelt Moet men dio caféhouders dan ook rekenen tot die stukkers? In dat geval komt de hoor C. hon niet In 't gevlei. Of moeten we de oorzaak zoeken in 't vaak zoo'n grooto rol spelende eigenbelang? Is dat zoo, ik zeg er dan maar niet veel van, maar dan verwacht ik van dien kant ook niet dat men vrijwillig hot volk 't vergif onthoudt. Acht ik hun medewerking onvertrouwbaar. Let wel, als die ver- onderstolling juist is on de goeden niet te na gespro- kon. „Lukt dit niet {dat de caféhouders vrijwillig geen sterken drank tappen is bior en wijn onschuldig?) dan is de maatregel Deventer do meest geschikte manier", schrijft de heer C. Wel, Ik meen toch dio „schitterende" Deventer maatregel ('t vervangen van het verbod door „georganiseerd overleg") in m'n schrijven van voldoendo te hebben belicht (waar de beer C niet op ingaat), om 't idee to krij gen, dat de schittering geen royaal e«ect gaf, afge zien nog van wat de beer Kooiman ik schreven over het te leat zijn wannesir aezt ni, ophoudt aan

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1