Ka ad Yan behagen.
I PINK PILLEN
Uit een Russisch dorp.
DE WILDE JACHT
Zaterdag 19 Augustus 1922.
65sle Jaargang. No. 7080.
TWEEDE BLAD.
Dn DoitHche positie.
BB ÖÜGGÜQDQÜQQGQQQÜQÜÖÜÜÜÖQQÜÜQDÖQ BS
BS QQQQÜDQQGQQDQOQQQQÜOQOQQQQQQQQQ SB
FEUILLETON.
Spocdcischende vergadering op Donderdag 17
Augustus 1922, des avonds 7.15 uur.
Voorzitter de heer J. Corneliasen, burgemeester,
secretaris de hoer A. C. Roggeveen.
Aanwezig aiie ieden.
Na opening der vergadering volgt de goedkeuring
der notulen.
Voorzitter zegt, dat binnenkort de leden voor een
Vourz. zegt, dat binnenkort de leden voor 'n meer
doch dat thans oen spoedeischende vergadering
moest worden belegd, in hoofdzaak voor de benoe
ming van een onderwijzeres en de voorloopige vast
stelling der gemoenterekening over 1021.
Is ingekomen het rapport over do administratie
van het gasbeurijf over hot U halfjaar 1922 en dito
van bet eiectriciteitsbcdv bet le halfjaar
1922.
De accountant de heer Schoo/1 Pz., verklaarde de
boekhouding van hot gasbedrijf in overeenstem
ming met de bescheiden. Het saldo winst was
f2929.20. Afgeschreven is f2230.—do helft der ge
wone afschrijvingen bonevens verschillende aan
schaffingen, tezamen f2550.38. De kostprijs over het
le halfjaar komt per M3. afleverbaar gas op 13.53°
cent. liet verlies van gas bedroeg 3.19 In kas
was 14896.53^ en aan doposito's fl3873.98>v.
Wat betreft het winstsaldo 1921 f 5914.54, stellen
B. en W. alsnog voor om dit te storton in het Ver
nieuwingsfonds, teneinde uit genoemd fonds te kun
nen voldoen de kosten, verbondon aan don verbouw
van de ö-retorts-kluis met GoffiuVorfahren. Nu
bijstorting van bovengenoemd winstsaldo, zal vrij
wel een bedrog beschikbaar zijn, voldoende om bo
vengenoemde kosten to bestrijden. Allen voor.
De accountant meldt van het Eleotricitcitsbedrijf,
dat ook deze boekhouding in volkomen orde was.
Saldo winst over le halfjaar 1922 f2105.19. Afge
schreven is f2500, zijnde do helft der vaste afschrij
vingen, de verder nog nieuwe werken van het net
f532.01 en nieuwe aanschaffing van meters f 1097.20,
te zamen f4129.21. In deze berekening is alleen
opgenomen hot 11/12 gedeelte van do maximale be
lasting der firma Tuinman en Voorman. Mot de
verdere afrekening dezer firma is nog geen reke
ning gehouden. Bekond is dat deze firma in het
eersle contractjaar f21759 K.W. heeft verbruikt.
liet winstcijfer over dit le halfjaar is globaal ge
schat, daar nog nadere afrekening met de firma
Tuinman en Voorman en het P.E.N. moet plaats
hebben en de voorraadopnume ook globaal is ge
schied.
B en W. stollen voor om het saldo winst over 1921
ad f3017.63 in het vernieuwingsfonds van het be
drijf te storton.
Zonder bespreking goedgekeurd.
Do reeds aangeboden gemeenterekoning is na
gezien door de heeren J. Brogman, J. Helder en H.
van Nuland. Do laatste als rapporteur optredend,
meldt: De commissie belast met het nazien der re
kening over den dienst 1921, onlangs benoemd, heeft
dn rekening met de haar ten dienste zijnde be
scheiden vergeleken en in orde bevonden, weshalve
bovengenoemde commissie adviseert, tot goedkeu
ring dezer rekening.
Do commissie acht zich moreel verplicht een
woord van dank te zeggen tot den Secretaris der
gemeente, den hoer A. C. Roggeveen, voor de be
reidwilligheid, waarmede hij de commissie heeft bij
gestaan.
Zooals reeds is meegedeeld, sloot do gemeontore-
kening over 1921 op de gewono middelen met een
voordéelig saldo van f6801.07.
Voorzitter dankt de commissie voor haar werk
zaamheden. De rekening wordt vastgesteld.
Aan de orde is de benoeming van een leerkracht
ann de U.L.O.-school. Onder overlegging der sollici
tatiestukken, benevens het rapport van hot. hoofd
dor school der U L.O. en het bericht van den In
specteur van het L. O., bieden B. on W. de volgen
de voordracht voor: 1. mej. Dommisse te Eind
hoven, 2. mevr. M. P. G. Hasselo du Crocq te Alk
maar.
Voorzitter zegt dat het aantal sollicitanten en de
keus dientengevolge niet groot was, zoodat B. en
W. slechts 2 bevoegden aanbevelen.
Mej. Dommisse wordt daarna met algemeens
stemmen benoemd.
Bij do rondvraag informeert de heer Helder inot
hot oog on den toestan 1 in 't Rhurtrebied en nok in
ons eigen land ten opzichte van een mogelijke spoor
wegstaking, naar den voorraad steenkool aan de
gasfabriek.
mm rpr-? "zzrzs w-'w
VoojpeRter 4iüH m©4e, <J.e gfjuW^cteur ©en var-
tegenwoordige* van de Vereeniging van Nederland»
«che Steenkolenhandelaren bij zich had gehad en
die had den directeur verteld dat Amerika enorme
hoeveelheden kolen in Engeland opkocht Het was
raadzaam voor een f linken voorraad te zorgen. Vol
gens opgave van den directeur was de voorraad eon
paar dagen geloden 90 ton, terwijl voor het laatst
van deze week nog 200 ton reeds bestelde kolen te
wachten was, zoodat dan "een voorraad aanwezig was
toereikend tot half December. De directeur had bo
vendien machtiging gevraagd nog 300 ton te mogen
koopen en die vraag zullen B. en W. a.8. Zaterdag
behandelen.
De hoer Helder zegt, door deze mededoelingen vol
komen gerust gesteld te zijn.
De heer Rempt vraagt naar het handwerkonderwijs
aan de openbare school.
Voorzitter zegt, dat voor do vacature-Roep een
onderwijzeres is opgeroepen. Door de vacantie van
den heer Brouwer is nog geen verderen voortgang
aan de zaak gegeven, maar nu zal er schot achter
gezet worden en kan aanstonds proefles worden ge
geven. Juist met het oog op het handwerkonderwijs
is een onderwijzeres opgeroepen.
De heer Roggevoen wijst op don toestand van de
oude begraafplaats en is van oordeel dat de omge
ving daar niet in overeenstemming is met het
historisch- verleden van die plaats.
Voorzitter zegt dat de heer Roggeveen daar eon
teere snaar van zijn hart aanroert. Al langen tijd
is spreker mot die torentjes doende, do torentjes
zijn bepaald mooi, maar worden bedorven door do
aangebouwde celletjes en de leelijke omgeving. Het
zou daar een groote verbetering werden als er een
aardig eonvoudig plantsoentje kwam. De gemeente
heeft nu op de Loot de boerderij Vreehurg en daar
zouden de dingen kunnen worden opgeborgen, die
thans op de oude begraafplaats geborgen worden,
aan het Witte Kruis zou verzocht kunnen worden de
ijshut op te ruimen. Bij B. en W. hebben deze za
ken reeds een onderwerp van bespreking uitgemaakt,
maar hot is voor hen pijnlijk om er over te be
ginnen, omdat alom geroopen wordt dat we zuinig
moeton zijn. Want. het is niet alleen om een paar
struikjes te doen, maar Juist het opruimen van het
geen daar is. De cellen voldoen bovendien ook in
ander opzicht niet aan de eischen.
De heer Roggeveen zegt dat de oude begraaf
plaats gebruikt wordt als een soort opslagplaats,
schapenhokken worden er opgestapeld en het is,
dat hot al zoo oud is maar anders zou het voor
sommige mensuhen kwetsend kunnen zijn.
Voorzitter 1» Wij, dat uit den Raad deze stem ia
opgegaan, want daardoor kunnen B. on W. zonder
schroom mot pionnen aankomen.
Hierna sluiting.
Zocr somber ziot men in Duitschland de toestanden
jin en njfit reden. Het is te yreezen, dat inderdaad
I men steeds meer nadert tot den ram/d van den at
1 grond. Slechts een elgeraecne samenwerking tusschen do
volkeren zal een catastrophe kunnen voorkomen. Hoe
ver zijn we daar echter nog af. Niet alleen iia sommige
geollieerde landen houdt men nog steeds den oorlögsgeest
j levendig, doch ook sommige Duitache kringen zijn ,wecr
zeker fn dit opzicht Wet van alie smetten vrij. Van
belang is het wellicht daarom melding te maken V3®
de zeer vredelievende woorden van Dr. Robert Bosch,
j eigenaar van de bekende Bosch-magnetenfhbrieken te
Stuttgart, gesproken ter gelegenheid van ecjjj interview
i met de „Fin. News".
I Bil deze gelegenheid wees Dr. Bosch erop. dat een
betere atmosfeer het allereerst noodig was en dat er b.v.
1 geen sprake van kan zijn. dat Duitschland een haat zou
koesteren tegen Engeland, gezien reeds do nauwé in
trekkingen, die tusschen boido la®dcn bestonden. In
hoeverre deze uitlatingen nu geheel overeenkomstig dó
waarheid zijn, laten wij gaarne voor rekening van
den schrijver. Als uiting blijven zij interessant.
Ten slotte stelt Dr. Bosch zich 'de vraag, welke stappen
gedaan moeten worden om to komen tot oen recon
structie van Europa en hij merkt daaromtrent op:
I ,Het antwoord is eenvoudig: Wij hebben onze kolo-
1 niön. onze schepen» onze kolen, onze kali vertordn. Wij,
in Zuid-Duitschlano. waren gewend om Duittcho Saar-
kolen le koopen. Nu moeten wij dezelfde kolen in
Franschc valuta betalen, daar het onmogelijk is Roer-
kolen te krijgen.
Onze boeren bezitten niet de noodige fondseh om dc
enorm dure meststoffen te betalen, wij kunnen niet
meer leven van do inspanning der boerfcn, hoe deze
ook hun best doen de productie te verhoogen. Het gold.
klat. rij voor hun producten "krijgen, Is lederen dag
minder waard en de dag is niet verre meor, dat dc boer©®,
evenals in Rusland, zullen weigeren brood te geven
voor papier. M.a.w. zonder een stabilisatie vbl dc
Duitschc valuta, snellen wij een chaos ab lp. Rusland
tegemoet
I>c Duitschers kunnen slechts geholpen worden, indifen
men het hun mogelijk maakt do arbeidskracht te benut
ten. Dit is onmogelijk niet allee® door de prohibitieve
rechten, doch ook door dc belemmeringen om markte®
te openen.
Slecht» Duitschland's industrie en handel kunnen het
dc noodige middelen verschaffen om ecui actieï deel in
de rcconsinit »,e'le r.\men.
De Geallieerden, de Vercenigde Staten inbégrópe®,
jRtiUea Frankrijk foatiM stevj-sn h©t fa fiteftt to
steils» 2ijn interest to betalen. De Franschen vreezen
voor een Duttsche revanche en daarom Wijven rij door
gaan met hun bewapening. Hun moeten dus 'de noodige
garanties gegeven worden opdat zij rulie® kunnen ontwa
penen.
Frankrijk handhaaft rijn legers in de bezet ia gebieden
op posten van Duitschland. Niemand zal kunnen be
weren, oat dit van een economisch standpunt juist is.
De uitgaun voor dit leger zijn enorm, en af dit gelid
i» verloren voo: de reconstructie.
Het is een zaak ven vtiaal belang om aan Frénkrijk 1
credieten toe te staan uit de objecten ais koloniën,
schepen, uzdie aan Duitschlainid ontnomen zijn, indien
men ftl'hens niet besluite®, kam om alle haar schulden
te schrappen.
Vier jaar geleden, toen de oorlog nog bestond, zeide ik,
dat een liquidatie van dezen oorlog nooit mogelijk zou
zijn, daar wij allen zulke enorme schudde® opgestapeld
hadden, dat de eenigo oplossing zou zijn een groot
blauw potlood te nemen, alle wederzijdsche verplichtin
gen te schrappen en opnieuw te beginnen. lederen dag
wordt heigeen ik toen zeide meer evident
Iedere nieuwe poging om uit Duitschland betalingen
te persen^ brengt ons nader tot Russische toestanden
.en het ©enige resultaat van de wanhopige pogingen
van mannen als Wirth en Rathenau, om een „vervul-
lingi"-poiitiek to voeren is geweest de volharding van de
monarchistische extremisten in hu® meening, dat deze
maimecn Duitschland tot de ruïne zullen voeren. Zoo kan
de moord op Rathïenau ala een direct gevolg van het
mislukken van deze politiek 'beschouwd worden. Deze
moord heeft ons aan den rond van den burgeroorlog
gebracht
De gevolgen van wolken burgeroorlog onberekenbaar
zouden geweest zijn. Duitschland, dat reeds va® de hand
in den tand leeft, zou zonder twijfel in een Russi
sche® chaos gestort zijn. Een monarchie is thans in
Duitschland onhoudbaar, want de groote massa is er
tegen en indien deze massa de overhand zou krijgen,
dan zouden roou®ey als Ebcrt en Noskc ons hiel
een tweede maal van een Russich Rovjetstelsel kunnen
redden. Daarom is het een ievenslielnjaS, dat de republi-
keiusche regcering eenigo suocesiw® Kan hoókón, om
vaster te komen te staan. Het ia noodzakelijk, dat de
regeering do gelegenheid gegovéu wordt, dó bévolking
to toonen, dat er mogelijkheid voor een reconstructie
bestaat.1.
Tot zoover Dr. Jio©ch. Zooals wij reeds eerder zeiden,
onverdeelde instemming met alle pu®te® van zijn betoog
kunne® wij niet betrage®. Zoo heeft de „ErfuilungJ-
poiilik" van wirth en Rathdnau o.i. voor Duitschland.
ook vele en groote voordeele® gebracht, al was hel alléén
maai. moer vertrouwen in do oprechte loyaliteit vun
Duitseltland. die voordien in vlo dit opzicht meest
belangrijke kringen vrijwel ontbrak. Toch meenden wij
het wei van belang 'deze uitlating va® een van Duilsoh-
lands grootste industrieel©® aa® onze lezers voor te
leggen.
De Bloedarmoede
it Uw vyandin
Üe
z|jn de vjjarid der
bloedarmoede.
EJeckt Holiaa3anb« Terpaikiag ea G«bniik «va* waring.
Het Nansencomité zendt o®s con deel van öcü schrij-
jvan van 23 Juli van de® heer E. iUemersma, zijn verte
genwoordiger tc EicraiuMka, waaraan we het volgende
I oütlecnen:
Door de gunstige ligging heb ik Diemitriefka als batte
van mijn actie in het oostelijk district gekoze® en daar
ik hierwoon, kom ik natuurlijk ia» ®og veel nauwer
contact met de mcnschen hier, d£® mei die in andere
dorpen. Daardoor leert men de menschen ecret fpoht
kenii' n
Prachtige typen zijn er onder. Zoo b.v. mij® ou<)e
vriend Egor Ivanowilsj. Was vroeger vermogend boon.
Heeft door de tijden en don misoogst alles veriore®. Nau<
wclijka het veege lijf getred. Woont een paar huizen van
mij ui cn daardoor houü ik zoo 's avonds noa al eens
©en buurpraatje op zijn bankjo voor het huis. De slum»
perd is b:jaa blind. Woet go wat hij gisteravond tegen, mij
zeide V „fvleen io det tk blind ben Mee® je dat ik niet iaie,
hoe Diemitrietkn sedert jouw komst veranderd is? ZAe
j ij cki n zelf niet, dat dc menschje® uit de® doode zijn opge
staan? Zie jij dan niet, dat de kinderen weer spelen
en vechten?" ,.Ja Egor Ivanovitsj, is mij® antwoord, het
wil mij ook zóo voorkomen"
Het is werkelijk zooals de man zegt. Het is ver
bazingwekkend hoe spoedig een beetje goede voeding
onder onze strenge controle de menschen weer in hei
leven terugloopt. Evenals zooveel aiideiv®, heeft E;,or
ivanovilSj een vrees en die is, dal i£olia®d zicii terug
zal trekken. Reeds het woord Holiand doel de
menschen een kruis alaa®.
naar het Amerlkr.ansch door ZANE 6REY,
Bewerkt door W. J. A. R0LDANU8 Jr.
17.
„Of hij mij kent," riep zij uit. Nooit had zq zich zoo
gevleid gevoeld Zij had allerlei teekenen van woestheid
van hem verwacht en was zeker niet van pla® geweest
naar hem toe te gaan. Maar Wildöre toonde geen a'ng&t
of liaat. Lucy ging vlak naast hem staan en legde ee®
hflud op hem. WifdÖre sloeg wat achteruit en beefde
wat .maar dat hield onder haar aanraking op. Hij hield
rijn kop heel hoog en keek haar met zijn prachtige oogen
«an. langzaam duwde zij zijn kop naer be®eden- Voor
hem staande, verplaats to zij voorzichtig don hackamorc,
die een buil op zijn neus gemaakt nad Hét scheen
baar goed geluk geweest te zijn, dat iedere bewering, die
rij om hem heen gomaakt had, als het ware bestemd
geweest was om rijn pijn te verzachten. Lucy geloofde,
aat hij dat even nood wist als zij. Haar theorie, dikwijls
bartreden, was, dit paarden ©ven intellige®! waren als
mcnschen en dezelfde angste®, sym- ©n antipathieën
hadden. Lucy wist, dat zjj veilig jvas. toen rij den lasso
van den sterken boom. waaraan rij hem vastgebo®deQ
had, losmaakte en den hengst naar oe® waterplas bracht
En zij stond met haar hand op rijn Bcliort, toe® hij
zijn kop boog om Ban hot water te ruiken- Hij proefde
het, blijkbaar met afkeer. Het was stilstaand wator vol
ongedierte. Maar ten slotte dronk hij hot, Lucy bracht
hem dan weer naar oen ander© dergelijke plok e® bond
hom daar stevig vast.
Toen rij bij do oedera terugkwam, vond rij daar den
pikeur die op rijn knieën het vuur fca® hot aanstoken
wns. Zijn gladgeschoren gezicht en riJfc ®ieuwo kleeren
deden hem er heel anders uit rien. Hij was Jong, e® als
hij niet zoo mager geweest was, zou hij knap geweesl
rijn, dacht Lucy.
„Wildfire heeft me herkend," barstte Lucy uit „Hty
was hoelcmaal niet bang. Ik kon alles piet hom doen. E|n
hij volgde me naar ©on waterplas."
,,Hii "houdt vnn u," antwoordde de pikeur ernstig.
JÖBt heb ik meer meegemaakt, maar nooit, dat het zoo
gauw ging. Was hij kwaadaardig, toe® u gisteren bij
hem kwam?"
Lucy vertelde .alles in het kort
*Ahar..,„ Als die roode duivel sympathie in zteb
heeft, zbI 'ik die nooit krijgen. Ik wou, dat ik zooveel
yoor hem had kunnen doen. Maar altijd wa®®oer hij me
I ziet, zal hij zich alles herinneren."
Lucy zag, dut de pikeur erg? pijn had. Hij kon rijn
rug niet buigen. Zijn voorhoofd was met zweet bedekt
„Laat mii dat vuur aanmaken," zeide zij.
1 „Graag. Al mijn krachten zijn uitgeput door het aan
trekken van dat jileuwe pak," zeide hij» terwijl hij voor
Lucy plaals maakte.
Toen zij daarna even van haar werk opkeek, zat hij
in de schaduw van den ceder naar haar te kijke®. Hij
had de uitdrukking van iemand, die nauwelijks geloofde
jwat hij zag.
I „Hebt u last geliad om weg to komen, zonder iets
;over mij te zegden?" vroeg hij.
5VNeeiL Maar ik heb wel een heel werk met die pakken
gehad,' antwoordde zij.
„U moet wonderlijk goed met een paard kunne®
omgaan."
Wat ijdelheid betreft had Lucy slechts één zwak
punt en dat had hij aangeraakt
„Nou. Vader en Holley en Farlfln© rodenecre® dik
wijls over me. Maar ik geloof, dat 'zij het alle drie eens
zijn, dat ik kan rijden."
„Zijn Holley en Farlane pikeurs?" vroeg hij.
„ja, da rechterhanden vau vader."
„Uw vader hoeft zeker veel pikeurs in dienst?"
„Ik heb nooit gehoord, dat hij een pikeur niet i®
dienst nam."
.Zou hij mij een baantje willen geve®?"
Lucy koek vlug op. liet denkbeeld verraste haar, viel
in haar smaak. „Onmiddellijk," zeide zij. „Eu hij zou
goed voor ie zün. Want hij zou dhdelijk zien, wat voor
een paard Wildfire is, zie Je.1'
De pikeur knikte, nlsof hij begreep, hoe dat gaan zou.
„En u zou natuurlijk Wildhre nooit wille® vc/koopcn
of ruiten ring Lucy voort
Do glimlach van den pikeur was droevig, maar alles
zeggend.
^Dan zult u boter doen Bcetil uit den weg te blqve®/'
antwoordde Lucy kortaf.
Hij bleef zwijgen en Lucy, die met het vuur bezig was,
zeide ook niets meer voor het eenvoudige ma&I klaar
was. Dan spreidde zij een dekkleed in de schaduw.
„Ik heb zelf honger gekregen," zeide zij. „Ofschoon
ik niet geloof, dat ik weet wat honger ii/'
„Na een poosje merk je niet meer, dat' jo honger
hebt," zeide hij. „Maar dat gevoel zal wel gauw terug
komen, denk ikDat alles ziot er lekker uit"
Zq begonnen te ede®. Lucy» opwinding, haar gevoel
alsof dit avontuur iets onwerkelijks was, hadden geen
enkelen invloed op haar trek. Zij schee® uiterst gevoelig
i voor do gewaarwordingen vau het oogewblik. l>e sclia-
duw der ceders was koel. En verder in de wildernis ko®
rij de donkere hittegolven zien opstijge®. De wind voerde
oen drogen geur van gras e® zand mede. Zij "hoorde
bijen zoemen.
„Lk kan niet lang blijvc®,' zeide zij, plotseling lot de
werkelijkheid tcrugiceerend.
„Wilt u nog eens komen?" vroeg hij.
De vraag deed Lucy schrikken. „O dat weet
ik nietZoudt u niet naar de® Ford willen rijden,
I'zoodra u weer kunt?"
„Ik geloof het niet."
I „Maar het is de eemge plek 'in een omtrek van
honderd mijlen, waar menschen wonen- U zult toch niet
willen probeeren -- langs de®zelfde® weg terug te gaan?'
„Toen Wildfire dat land verlaten heeft, neb ik het
ook verlaten. Wij kunne® niet 'terug."
I „Hebt u dan geca iamilie memand, van wie u
houdt?" vroeg 22J in diepen ernst
„Niemand. Ik ben een wees. Mijn familie wond gedood
bij een bloedbad, dat 'de Indianen aanrichtten. Slechts
enkelen ontsnapte® cn ik was etn van do jonaste®. Ik
had een zwaren "tijd, net ee® zwervende houd, tot ik
groot werd. En toen ben ik de wildernis ingegaan."
„Ja, ik begrijp het Ik ik vind hef vreeslijk."'
antwoordde Lucy. ,»Maar dat 'lijkt heel veel op de
geschiedenis van mijn vader in zq® jonge prenv
\vat wilt u nu doen?"
,Ik rol hier blijven, tot mijn rug weer beter is..*
Wilt u nog eens hier komen?"
„Ja antwoordde Lucy zonder hem aan te kijke®; ©n
rij vroeg zich af, ol zij' het aelf was, die het zeide.
Dan vroeg hij naar den Ford e® öostil e® de
ranchos en dorpen, die Noordelijker lage®, ©n de pikeur p
cn de paarden. Lucy vertelde hem alles, Wat zij wist en
ten slotte gaf zij hem, nadat zij heel welsprekend vertel!»
had van de paarden der bovenlanden, speciaal die van
Bostil, een duidelijke beschrijving van Gordt e® Drek
Sears.
„Paardendieven" riep hij somber uit Er klonk zoo
wel grimmigheid als angst m zijn stem. „Va® Sears heb
ik meer gehoord, maar van Gordts nooit Waar twc®h.
die bende rond?"
„Dat weet niemand. Holley beweert, dat zij zich
schuil houden in den canon- Geen der pikeurs heeft
ooit geprobeerd ze er te volgen. Het zou toch melr*
geven. Holley zegt, dat er daar plateaux met weelderig
gras en groote bosschen rijn. E® de Utah-Indianeu
Eea ander goed Is geworde® de oude Djedeska
(oom) Fedot. Oud. type, stapt op een goeden
avond myn hutje binnen. Dient zich als volgt aan,-jHier
hen ik." ,Ja, z$g lk, dat He 'ik, inaar wie ia'ik?'
„Wel» zegt hij, kén jij Djedeska Fedot nietf'
Op zijn rug had hy een zak, dien hij op de® grond
zette. Daarin bevonden zich 200 mooie frissche augur
ken. „En die kom ik jou nu bre®gea." „Maar Djedeska,
wat scheelt je toch, ik heb .die niet 'noodig.' „Wat,
zegt hy, jij zoudt niet van mij aan wille® ®emen? Weet
je wal Rj gedaan hebt? Als jij niet gekomen waart,
had mii stens de helft van mijn gezin reeds op het
kerkhof gelecen. Dit is het eenige wat ik voor je doen
kan, doi-n als het moet, wil ik graag voor je sLerve®.''
Djedeska Fedot is ee® heerlijk typedoch als je het druk
hebt, houdt hem buiten de deur. Als hij be$®t te praten
en te vertellen van rij® veel bewoge® leven, en vooral
de laatste jare®, scheidt hij nooit meer uitdeze
stippeltjes om aan te duiden dat «r een pauze i® mijn
brief intreedt
Het 4a n.L Zondag 11 uur. Terwijl ik zit te schrijven
hoor ik harmonicomuziek voor miin hutje. Wordt ge
vraagd of men mij eenige Russische volksdanse® mag
laten zien Natuurlijk graag. In de eerate plaats omdat
het werkelijk aardig is, die volksdansen door het primi
tieve volkje uitgevoerd te zien, doch ook omdat het
een vertier bewijs is dat het volk weer tot het leven is
teruggekeerd.
Ik dus naar buiten. ^Ja," zegt men tege® mij, wq
willen 'u tle kracht va® t Hollandsche brood ee®s late®
zien.'1 De eerste die optreedt is een solodanser. Kostuum
niet erg talonüahig. Op bloote voeten e® een broek,
the erg \tel gelijkenis had met het bekende broekje
\uu Jamje vau Speojahof. Danét echter uitstekend. Het
tweede n- inmer van het programma is een Russische
boerendai a deer twee dorpsschoonc® opgevoerd. Evenals
olies, is hier d: mode wat te® achteren. Rokken, die i®
het St';I slepen doch de beweging .worden met cc®
Sl.ivis.nie gratie 'uitgevoerd. Daarna een algemeen© da®s
door vernnillende paren uitgevoerd. Onder de meisjes,
schrik niet o lezer, een meisje, dateen hoed draagt.
tyaarschynliu do ©enige op net dorp. Aiie a adert®
dragen hoofddoeken Nog ce® solo®urnmer en dan door
een aantal jongelieden, *het Wolgalied gezongen- Erg
welluidend was het wel niet, doch do goede bedoelingen
moeten altijd geapprecieerd worden, nietwaar?
Ik heb geen tija meer de voorstelling by te wone®,
daar vannacht d© brief naar Samar moet met «en boer,
daur er DJusdag oen koerier zal vertrekken.... voont-
zctdng.
ik was uilgescheiden bij Djedeska Fedot. Die noodigdc
mij "Voor paar dagen uit, eens zij® Tuin te komen
zien. Daar waa ik wel wat (nieuwsgierig naar. Ik dus
naar zyn tuin. Hij ofcjtving mij en liet mij het hek bin
nen vau zij® tuintje, waar enkele appel hoornen ston
den. Direct bij het hek ontdek ik een slaapplaats va®
stroo op dc® grond en naar ik meen een sla penden
man ondca* een deke®, met de pet nog op. Djedeska
begon ondeugend te grijnzen, „Ja, zegt hij, Djedeskka fopt
de jongens. Die denke® dan dat Djedeska slaapt en
komen niet in de® tuin, want als Djedeska wakker wordt
en hen betrapt, wee hun gebee®te. Ee® deel van zijn
tuintje was gereserveerd voor augurken eu verpischt oe®
kolossalen arbeid voor het aanslepen va® water i® deze®
drogen zomer, waar alle veldvruchten op het laud
verdroogd of door sprinkhanen opgevreten zijn. Ik
betuigde Djedeska mijn groote voldoening, dat hij ®iet
bij die pakken neerzat, zooals tot 'voor zeer korten tijd
nog velen, die gelaten wachtten, tot de dood ook hen zou
aaien. Ook Djedeska was eens welgesteld, analfabeet,
dodh door noesten vlijt en ee® gezond versland zichzelf
opgewerkt, thans arm ah een kerkrat.
Een heel ander type is onze president van de Ge
meentelijke Sovjet Natuurlijk gloeiend bolsjewiek, doch
in zijn hart een goeie boer. Drinkt geen Bpiritus onder
96 dCl Onder de kleeren, die ik ter verdeeling had,
vond ik ©en vuurroode damesmuts. Daar geen enkele
vrouw hier zooiets draagt en Andree Ivanovitch my i®
vele dingen steeds flink behulpzaam is, dacht ik ®icl
beter tc doen, dan hem de muts te geven. Hij paste
hem precies. Daarbij nog een vuurrood kinderktpagjo
cn onze Andree Ivanovitch was i® de wolke® Dagelijks
zien wij hem nu wandelen met een vuurrood© bontmuts
onder een zon van 40 tot 50 graden en 's Zondags
nog bovendien de mooie roode kraag om. Werkelijk,
de Russische landmenschen, zijn ®et groote kinderen.
Wij hebben hier thans ook een kindertafel, waar
«Lki.yks e. nisje honderden kinderen een voeefcame soep
kragen van Hollandsche soeptabletten en margarine en
wat meel toegevoegd. Een genot die stumpertjes te zien
smullen. Zij eten aan tafels buiten Onder een overkapping,
steeds ten getale van circa 100 en worden door eenige
nonnetjes bediend, de ook voor ide zindelijkheid en
orde moeten zorgen. Er zijn verschrikkelijke hongert
typen bij, waarvan kleine Wasja, een jongetje, waarvan
de oudera ook van honger gestorven zij®, wei het
ergste type is. Ik schat hem op circa 7 jaar, doch hij
woot niet hoe oud hij is. Volgens het gezicht kan hij
wel 70 zijn. Dat kereltje eet als een slootgraver, zijn
twee ons brood en drie borden soep gaan er glad in-
Het 'is enkel vel over been. Ik ben nieuwsgierig of hij
er nog weer bovenop zal komen.
Zoo ziel u, dat het leven weer teruggekeerd is, waf
in de andere Hollandsche plaatse® eve®zoo Is. Er komen
ook vaak deputaties 3>y ons, om ook nog in andere
plaatsen hulp te verleencn, doch hoe gaarne ;L zou
willen, ik vrees dat de middelen zullen ontbreken. Het
is hetaai een droevig feit, dat hoewel de oogst in de
nutste plaatsen goud ij, een verdere hongersnood voor
de deur slaat in veie andere plaatsen. Er is ®.1. nergens te
veel gezaaid, wat te begrijpen is na den hongersnood, ter-
beweren dat ook. Maar ,wij weten weinig va® die woeste
streek.'"
„Zijn er jagers op Bostil's Ford?"
„Wilde-paardenjagere, bedoelt u?"
„Neen, beren- en hertenjagers.''
„Neen, die zijn er nieL E® dal is vermoedelijk de
reden, waarom wij zoo weinig van die woeste canon-
streken weten. Ik zou er wel eens hee® willen rijden
en kampeeren. Maar onze menschen willen dat niet.
Zij 'houden van open ranges. Niemand, dien ik ken,
behalve een half-idnote jongen, heeft ooit tussche® die
ijergen gereden. En hoe prachtig is het daar. Het ka®
.niet verder dan twintig mijl va® hie rrijnIk moet nu
gauw gaan. Ik vergeet Sage King heelemaal. Heb ik u
al verleid, dat ik hem train voor de races?"
,»Neen, neg niet. Wat \oor races? Vertel eens/ reido
hij vol belangstelling.
Dan vertelde Lucy hem over den grootcn hartstocht
vau haar vader over de lango, door den tijd eerbied
waardig geworden gewoonte van voor iedcree® open
races over de welpennen, die reeds geloope® waren
over do Creeches en hu® snelle paarde® over de®
naijver en de weddenschappen en ten slotte over de
races, et ie over een paarwaken gehouden zulle® wor
den, races, die zooveel beloofden, dat zelfs de paarden
dief Cordts gevraagd had erbij te mogen zijn.
„Ik ga kijken, hoe de King don rui® va® Creoch slaat,"
riep de pikeur met een bios op zijn wangen e® schit
terende oogen.
Zijn geestdrift deed Lucy's belangstelling i® hem nog
toenemen, maar bracht 'haar tevens aa® het pei®ze®
Verschillende gedachten flitsten door haar hee®. Wanneer
do pikeur de races bijwoonde, zou hij dien snelle^
hengit bij ach hebben. Hij zou niet kunnen scheiden van
het vpaarcL dat hem zooveel gekost had. Wat zoude®
Bostil en Holley en Farlane zeggen, wanneer rij Wildhre
zogen? Stel ie v<or, dal Witdlixe aan de races zou
deelnemen. Het was hoogstwaarschijnlijk, dat hij het
heele veld achter zich zou laten ia zelfe dc®
King zou slaan. Lucy bilde cn huiverde. Wat eet,
verrassing zou dat rijn. Zij had de ware ruiterjiofdo ora
een outsider te zien win®en van een favoriet. Zij had
er jaren naar verlangd ee® paard to zien een paard
te rijden dat Sage King achter zich liet Dan scüe®e®
al die flitsende gedachten zich to conoe®treeren tot een
cpsp:'ngend, stralend svf®ier6ajrlii j beeld. On
weerstaanbaar kwam het over haar lippe®.
„Mag ik uw "V^jildfira i® dan groote® race rijde®?'
vroeg rij hijgend.
Zqn antwoord liet niet op zich Vachten een glim-