Alom» Ni:us
OE LANGE 4 DE MQRAAZ,
DE WILDE JACHT
Donderdag 24 Augustus 1922.
65ste Jaargang. No. 7083.
UitgeversN.V. v.lï. TRAPMAN 8- Co., Scliagen
Arrondissements Rechtbank
te A!v~ aar.
Gemengd Nieuws.
DEPOSITO'S.
FEUILLETON.
SCHA6EH
COURANT
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 *ur, worden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENINO No. 23330. INT. TELEF no. 20
Prijs per 3 maanden f1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TïëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Groote lettors worden naar plaatsruimte berekend.
Zitting van Dinsdag 22 Augustus 1922.
Geknipt.
Petrus de Vries, een 28-jarige rondzwervende
snuiter, was de eerste van het half dozijntje be
klaagden, dat. vandaag de revue moest passeeren. Hij
is een geboren Castricummer en scharrelde in Ju
ni jl. in de omgeving van zijn geboorteplaats rond,
huurde een rijwiel van. den fietsenhandelaar Bruin,
verkocht dat karretje stikum aan zekeren Dech j
wit./, van Schermerhom en.... tippelde de blauwe,
trappen op.
De O.v.J. braciit in zijn requisitoir naar v, ren. det
Petrus al meer straf wegens oneerlijkheid heeft on
dergaan en eischte thans 1 jaar gevangenisstraf.
Mr. J. Zeilemaker, raadsman, achtte die straf te
zwaar en pleitte clementie.
Ten goed verkooper.
Dirk Boon, vai. Ainmaar. was uummer twee. H'.j
was evenals de vorige beklaagde thans gedetineerd
in liet lluis van Bewaring te Alkmaar. Boon was
een tijdlang bij den winkelier D. Kouwenberg te Alk
maar in betrekking geweest en ventte voor dezen
met emaille-artikolen. Hij wist. nogal te verkoopen,
vriend Dirk, maar de gelden die hij beurde, wendde
hij ten eigen bate aan en met het restant koopwaar
en den venterswagen isl Boon naderhand er tusschen
uitgeknepen. Dat' was 'n leelijke streek en hij berok
kende zijn patroon met al dte grappen nog een scha-
de van 'n dikke veertig gulden.
Kouwenberg was, toen de zaken een zoodanigen
loop namen, niet over de geschiedenis tevreden en
deed aangifte.
De O.v.J. vorderde tegen den onbetrouwbaren
venter thans 5 maanden gevangenisstraf.
De verdediger, Mr. Smal, riep in zijn pleidooi de
clementie der rechtbank in.
Zeker een eerlijk gezicht.
Petrus Anthonius Franciscus Kok, in Augustus '99
te Bussum geboren, en laatstelijk zonder vaste woon-1
of verblijfplaats zwervende, was als gedetineerde ver-1
toevende in het Huis van Bewaring.
Hij heeft. t,o Bergen oplichting gepleegd. Op 23 Ju
ni jl. wist hij aldaar bij den winkelier Jozef Herman
Maria den Boeder, diens vrouw te bewegen tot het
doen afgeven van diverse goederen, als: een over
hemd. oen stroohoed, twee strikjes, een paar bre
tels. een wandelstok, regenjas, een jekker en twee
costumes.
Juffrouw den Boeder had vertrouwen in de leugen-
ochtige praatjes van beklaagde' en door haar ver-
trouwen werd haar man er toe gebracht, om de
goederen op crediet aan beklaagde af te geven.
Kok had zich niet ontzien om zich voor te doen als
Hoofdingenieur bij de Nederl. Spoorwegen. Den vol-
genden dag zou hij den manufacturier betalen,
maardaarvan is niets gebeurd.
Den 24st,en Juni heeft Kok bij den goudsmid H.
Schoonhoven te Bergen een soortgelijke oplichting
gepleegd, door dezen te bewegen tot hot op zicht
zonder betaling afgeven van een 15-tal gouden rin-
gpn, die te zamen over de 300 gulden waard waren.
Bij de vrouw van den winkelier in manufacturen
heeft beklaagde oen vaJschen naam opgegeven en
zich als Parini Bergman gepresenteerd. Ook bij den
goudsmid had beklaagde voorgegeven Hoofdinge
nieur bij de spoorwegen te zijn.
De hoer Schoonhoven vertrouwde de geschiedenis
aanvankelijk niet, maar toen een trambeambte van
het station, zekere Grif fijn bevestigde, dat. deze man
inderdaad de nieuwe hoofdinspecteur was, is de
goudsmid er toe overgegaan de gouden ringen op
zicht af te geven.
De pseudo-Hoofdinspecteur der Spoorwegen liep
met zijne oplichtingen er leelijk tusschon cn de O.v.J.
eischte tegen sinjeur heden een jaar gevangenisstraf.
Mr. van Rhenen trad op als verdediger en conclu
deerde in zijn pleidooi tot ontslag van rechtsvervol
ging.
Geheime zaken
Volgt een zaak met gesloten deuren.
Een ijverige verzekeringsagent.
Daarna krijgen we Louis Johan van der Tweel, een
42-jarige te Utrecht woonachtige verzekeringsagent.
Deze had zich aan oplichting schuldig gemaakt te
genover Joh. S. Wijlacker, assuradeur te Alkmaar.
Hij had, zich voorstellende als vertegenwoordiger
van de „Gelria", Wijlacker voorgespiegeld, dezen
als inspecteur te hebben aangesteld bij de te Arnhem
gevestigde verzekeringsmaatschappij „Gelria", Voorts
had hij Wijlacker bewogen tot afgifte van f50 aan
hom, beklaagde, als vergoeding voor moeite en voor
onderricht in het inspecteurswerk. Zulks terwijl van
der Tweel noch aan de Directie, noch aan den hoofd
inspecteur van de „Gelria" den heer Wijlacker als in
specteur had opgegeven of voorgedragen. Deze be-
driegelijke wijze van doen, waardoor v. d. Tweel
zich f50 door Wijlacker had doen afgeven, wat in
April jl. is voorgevallen, sleepte een rechtszaakje na
zich.
Nadat de heer Wijlacker en na hem de heer J. F.
Basserien, Hoofdinspecteur van de „Gelria" als ge
tuigen waren gehoord, werd door den heer Officier
verzocht de zaak 14 dagen aan te houden, ten einde
dan alsnog als getuige te hooren zekeren mijnheer
Miltenburg.
De verdediger van beklaagde van der Tweel, de ad-
vokaat Mr. Kusters uit Alkmaar, verzocht onmiddel
lijke invrijheidstelling van zijn cliënt.
De zitting werd geschorst en de rechtbank begaf
zich in raadkamer. Na heropening der geschorste zit
ting werd door den President medegedeeld, dat de
rechtbank geen gronden aanwezig vond om beklaag-
o op vriie voeten te stellen, zoodat het verzoek van
den verdediger tot invrijheidsstelling van beklaagde
door de rochtbank werd afgewezen. De rechtbank ba
naaide, dat. de behandeling dezer strafzaak zal wor
den voortgezet op Dinsdag den 29 Augustus n.s..
vonrm 19 uur, om alsdan nog te hooren den getuige
Miltenburg.
"x, s'erht begin.
Adrlanu» Vorweij, een 21-jarig jongmensch uit
\fr» ombtik. tot. ongeveer April jl. werkzaam als vo
lontair ter secretarie te Bovenkarspel, had in die
functie een bedrag van f6.52 verduisterd. Verweij
had dat geld ontvangen van den heer P. Eeccn,
groontenhandelaar te Bovenkarspel, voor een buiten-
lanilschen pas. dien hij had afgegeven aan den heer
Kecen, die daarvoor direct de benoodigde gelden,
zijnde f6.52, aan Verweij had betaald.
Maar de volontair had dat bedrag niet afgedragen,
doch wederrechtelijk onder zich gehouden.
Nadat Burgemeester Boon, de gemeente-secretaris
A. II. Lowar en de heer Eecen als getuigen waren
gehoord, werd door den heer Officier tegen Verweij
o<rens verduistering geëischt 14 dagen gev.
Mr. Zeilemaker, verdediger, concludeert tot vrij
spraak. subsidiair voorwaardelijke straf.
A.s. Dinsdag uitspraken. Tevens a.a. Dinsdag be
handeling van één strafzaak en wel de hernieuwde
behandeling der strafzaak contra L. J. v. d. Tweel uit
Utrecht.
ANTI-DRANiKWET IN AMERIKA.
Te Londen is uit Parijs zekere heer J. W. Gle
nister gearriveerd. Het is een Amerikaan, die behoorJ
tot de krachtige bestrijders van de anti-drankwetten in
de Unie.
Glenister hoeft zich te Londen laten interviewen- Hij
waarschuwde tegen de invoering in Engeland en andere
landen, van anli-drankwetten, zooals die thans in de
Unie beslaan.
,.Wij hebben in Amerika" zoo zeidlo hij „een
drankverbod, dat geen verbod is. Wie duiten heeft kan
zich drank verschaffen. Het is de groote massa die er
onder te lijden heeft. Zij kan het niet betalen §n moei
dus goodkoope, vergiftigde, sinokkel-whiskey koopen, die
duizenden van onze lanudgénooUan doodt.
De groote meerderheid van onze landgenooten. in de
Ver. Staten is er voor, den soldaten (uit den grootem
oorlog) een gift toe te staan onder het voorbehoud, dat
wij het geld ervoor kunnen vinden. Wij zien ohs tha'ns
gesteld voor een tekort van 485.000.000 in 1923. Dit
tekort zou tezamen met het bedrug der schenkingen aan
de ex-soldaten, gemakkelijk kunnen worden gevonden
uit de belastingen, die van sterken dramk plachten
te worden geheven.
De dranksmokkellarij is bezig in de Ver. Staten een
nieuwe misdadigersklasse in het leven te roepen. MiMi-
oenen dollars zijn .bij 'dezen ongeooribofden handel
betrokken. En waar zooveel op Jiet spel staat moet er
bescherm!(ig zijn, doch daar dl^ bescherming er niet
is, zijn «de overtreders der wet,, de smokkelaars, hun
eigen politie aan het vormen, welke voor het meerendeéli
j wordt cerecruteerd uit jeugdige Italianen.
Wij nebben in de Ver. Staten het verwonderlijk
'schouwspel van lieroepswetgevers, die in het groot ban
dieten en moordenaars kweeken.
Er is in 1922 een toeneming met 27 pet. geweest
van het aantal dooden als gevolg van acuut alco
holisme vergeleken met de overeenkomstige maan
den in 1921 en een toeneming van 89 pet. vergeleken
bij 1920.
In Ncw-York zijn gedurende de eerste helft van
1922 tachtig personen ten gevolge van drankmisbruik
overleden. In 1923 zal het aantal veel grooter zijn,
omdat er dan minder goede whisky verkrijgbaar
zal wezen en er meer smokkelwaar in omloop zal
zijn".
„Er wordt" zeide Glenister „m Frankrijk min
der gedronken dan in do Ver. Staten Tnet zijn anti-
I drankwetgeving. Wanneer wij het drankverbod te
niet doen, doen wij tevens het bolsjewisme, de drank-
smokkelarij en het gebruik van verdoovende midde-
len te niet. Wij moeten 20 dollar voor een „quart"
i betalen, indien wij goede whisky willen hebben-
De Ver. Staten bezitten de grootste „heupzakveld-
flesch"-brigade ter wereld. De veldflesch-fabrikanten
moeten rijk zijn geworden."
ALKMAAR.
Tc SCHAGEN Uoiulrrdims in MSlrl Vredidus).
naar het Amerikaansch door ZANE GREY,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
20. 1
„Ga als het je blief niet naar vader," zeide zij na
ecnigen tijd, terwijl zij haar hand legde, op den arm
van Slone, aie vla ft bij Wiidfïre was gaan staan.
„Dat zal ik, geloof ik, wel doen," zeide hij.
,.Lin," In dat woord klonk de subtiele, naamlooze
bekoring van een intimiteit, die zij hem tot dusverre
niet toegestaan had. Hij scheen als door onzichtbare
draden aangetrokken te worden- Hij legde eein bevende
hand op de hare en drukte hard haar gehandschoende
vingers. En Lucy, die niet als een -echte vrouw verzoend
wilde worden, drukte haar klein handje tegen de zijne.
Vreemd, dat een klein toegeven ëan haar gevoel, zulkb
gevolgen had Ieder gesproken woord, iedere beweging
scheen meer van haar te eischen. Zij kende zichzelf niet
„Lini.... "Beloof me niet met vader te spreken."
Neen." Zijn stem. klonk vast.
erraad mij niet vertel het niet aan vader."
Wat?" vroeg hij ongel oovig.
Lucy begreep met wat Maar zijn verbaasde stem,
zijn van verbijstering groote oogen schenen haar te
helpen door tc dringen in den doolhof. Een honderd
gedichten warrelden door haar heen en daaromheen
de
m?
i verborgen ik te rijn. En uit
die diepten klonk, als een lichtstraal, een gefluister, dat
tot haar zeide, dat er meer hoop voor T Jn olone bestond
dan hij ooit in zijn vermetelste droomen ooit gekend had.
,.Lin, als je net tegen vader zegt, zal hij het weten
en zal er in het geheel geen hoop meer voor je zijn,"
riep Lucy uit
Ook al begreep Slone de beteekenis van haar woorden,
hij geloofde ze niet
„Ik ga na de races naar je vader om het hem lei
vragen. Dat staat als een paal boven water," zeido
Slone koppig.
Bii dje woorden verloor Lucy heelemaal hbar geduld.
,,0 jij idioot," riep zij.
Slone deinsde plotseling terug, als was hij geslagen.
Een blocdroode vlek sprong op zijn mager gezicht ,Neen,
het lijkt mij de juiste weg.
„Er is hier geen sprake van een juisten of onjuisten
Weg omdat omdat O, kan je het niet inzien?"
,-Ik zie meer in dan vroeger," antwoordde hij. „Ik was
dol op een paard. En nu ben ik dol op een, jong meisje.
Ik wou, dat je me dien dag niet gevonden haat''
Lucy keerde zich om in den zadel en liet Wildfire
spring©-». Zij kalmeente hem, sprong uit den zadel en
wierp Slone den teugel toe. „Ik rijd je paard niet in de
races." zeide zij met plotselingen hartstocht. Zij voelde
zich over al haar leden beven.
„Lucy Bostii, ik wou, dat ik éven zeker was van den
hemel als van het 'feit, dat jij in die race op den rug
van Wildfire zult ziuen, 'zeide hij.
,.Ik zal ie paard niet rijden."
I „Mijn paard. Dat is mogelijkMaar Je aftilt Wildfire
rijden.''
„Dat zal ik niet."
Slone werd plotseling doodsbleek en zijn oogem schoten
vuur. zrut er even? weinig tegen kupnen doen
om hem t< rijden als ik het kan.
„Jij schijnt een heele boel over mij te weten, Lln
Slone," r. woordde Lucv. „Ik kan als het noodig is
even koppig zijn als jij."
Slone trachtte zich blijkbaar te beheerschen, ofschoon
zijn gezicht wit bleef. Hij glimlachte zei És tegen haar.
„Je b, ut Bostil's dochter," zeide hij.
„Ja."'
„Je bent met hart en ziel een ruiter. Je bent een
^vonder met een paard beter dan eenige ma'n, dien
ik ooit gezien heb. Je houdt van Wildfire. En hoe
vreenul. Die wilde hengst - die dooder van paarden
loopt jou na, hinnikt om ie, vliegt als het Veerlicht naar
'je toe; hij houdt van ie.
Slone lia.1 Lucy in naar eenige zwakke punt getast.
Zij voelde, dat een onweerstaanbare kracht haar ver-1
scheurde. Zij durfde niet naar Wildfire kijken. Ja I
alles wat Slone gezegd had was waar. Hoe wanhopig
hard was net te moeten denken, dat zij de groote race,
die zij kon winnen, opgeven moest
i „Nooit,' Ik zal jouw Wildfire nooit meer rijden,"
zeide zij heel zacht.
„Mijn Wildfire.... O, zit het hem daarin? Nou, Wlkl-
I lire zal mei van mij zijn, als je de race rijdt''
„Wat Fe. loei je?" vroeg Lucy. „Je verkoopt hem tocli
niet aan Bostii? Dat zou je niet kunnen!"
i „Wildfire verkoopenl Na wat het mij gekost
heeft om hem te vangen en te temmen 1Niet voor
i a.1 de landerijen en paarden en al het geld van je
vader!"
Er klonk een diepe minachting in Slone's stem.
Hij kwam naar haar toe. Lucy leunde tegen den ce
der en kon niet verder gaan. Hoe bleek was hij nu!
Lucy's hart begon te kloppen en te hameren, want zij
dacht, dat Slono haar in zijn a:men wilde nemen.
Maar hij deed hot niet.
„Wanneer jij Wildfire in die race rijdt, zal hij
van jou zijn", zeide Slone hard.
„Hoe kan dat?" vroeg Lucy In de grootste verba
zing.
„Ik geef hem aan jou".
„Jij geeft Wildfire aan mijl
„Ja. Hier, op dit oogenblik."
Hot bleeke gezicht en de donkere oogen verrieden
het groote en hartstochtelijke offer ,dat hij bracht.
„Lin Slone 1Ik kan het niet begrijpen".
„Je moet Wildfire in die race rijden. Je moet den
King siaan.... Daarom geef ik Wildfire aan jou.
En nu moet je hem rijden, of Je wilti of niet."
„Waarom waarom geef je hem aan mij?"
vroeg zij nog ten hoogste verbaasd. Al haar trots en
temperament waron verdwenen..
„Omdat jij Wildfire lief hebt en Wildfire Jou....
En als dat geen roden voldoende is danom
dat ik hem liefheb zooals nooit een ruiter een
paard lief gehad heeft.... En ik heb jou lief, zooals
nooit een man een vrouw lief gehad heeft!"
Slono had nog nooit woorden van liefde tegen Lu
cy gesproken .Zij liet haar hoofd zakken. Zij wist,
dat hij verliefd op haar was. Maar bij was altijd be
deesd geweest, behalve dat eene oogenblik, dat hij
heftig geweest was en dat had toen een woordenwis
seling veroorzaakt. Met een vreemde pijn in haar
borst vroeg Lucy zich af, waarom hij niet eerder op
die wijze gesproken had. Het maakte een even groo
te verandering in haar als wanneer zij herboren ge
weest was. Het gaf haar eenige verlichting. Zij wist,
dat zij trilde als een espenblad en geen macht had
om haar spieren te controleeren. Zij wist, dat, als zij
opkeek, Slone in de diepten van haar ziel zou kun
nen lezen. Zelfs nu zij met, haar handen het licht uit
haar oogen buitensloot, dacht zij, dat de wildernis
veranderd en geheel goud en blauw en wit geworden
was, stralend als het maanlicht van droomen en
dat de borgen boven hen zweefden en mooi en edel
waren als openbaringen van liefde en vreugde voor
haar. En plotseling vond zij zich terug zittend aan
den, voet va nd enceder, huilend, met door tranen
natte handen over haar gezicht.
„Er is niets om over te huilen", zeide Slone.
„Maar het spijt me, dat ik je pijn gedaan heb!"
„Wil je als het je blieft Sarch halen?"
vroeg Lucy bevend.
Terwijl Slone hot paard ging halen en het zadelde,
wist Lucy zich voor het uiterlijk te beheerschen. En
zij voelde twee sterke verlangens in zich één om
iets aan Slone te zeggen, en één om weg te gaan. Zij
besloot beide te doen.
Slone bracht bet paard. Lucy trok haar rijhand-
schoenen aan, steeg op en legde haar rokken goed
voor zij naar Slone keek.
Hij was nog doodsbleek en inplaats van vuur was
er droefheid in zijn oogen te lezen. Lucy voelde haar
hart hameren en een lange huivering haar geheel
doortrillen.
„Lin, ik wil Wildfire niet aannemen', zeide zij.
,.Ja, dat moet je. Je kan het niet weigeren. Hij is
te gewend aan je geraakt. Het zou niet eerlijk zijn
tegenover het paard"
Omtrent zijn ervaringen in Frankrijk vertelde
Glenister nog, dat de aanblik van al die menschen
die voor de café's zaten met hun wijntje, hem ont
zaglijk had getroffen: „Duivels, ik heb nooit zoo'n
tevredenheid ontwaard."
FORD EN ZIJN SPOORWEGEN.
Henry Ford, de bekende autofabrikant, heeft, ge
lijk wij indertijd hebben gemeld, in Maart van bet
vorige jaar den Dotroit-, Toledo- en Ironton Spoor
weg die een lengte had van 700 K.M. aangekocht om
voor zijn fabriek de zekerheid van een goede spoor
verbinding te hebben. De exploitatie van dezen spoor
weg door Ford geeft belangrijke en leerrijke bijzon
derheden, waarover de „Zeitung des Verein Deut-
sches Eisenbohn Verwallungen" o.m. het volgende
schrijft:
Of het Ford's bedoeling is geweest, de wereld te
laten zien, wat men met zijn arbeiders- en loonsys
teem op spoorweggebied kan bereiken, weten wij
niot, maar het is een feit, dat een nadeelig saldo
van 105.000 dollar in Februari 1921 reeds in April d.
a. v. was veranderd in een winstsaldo van ongeveer
302.000 dollar. Het voordeelige saldo is daarna voort
durend gestegen. De middelen, welke Ford heeft ge
bruikt om dat te bereiken, zijn: le vermindering van
de tarieven, 2e verhooging van de loonen, 3e het
meer productief maken van de arbeidskrachten.
Het meeste opzien heeft Ford gewekt met zijn
loonpolitiek. Hij ging van het beginsel uit dat men
een tevreden kring van personeel moest hebben,
dat vast in dienst zijner maatschappij bleef.
In een tijd, dat van staatswegen het loon der ar
beiders zoodanig werd vastgesteld, dat b.v. de
minste arbeider 2.65 dollar per dag ontving, terwijl
het hoogste loon b.v, voor een machinist 6 dollar be
droeg, voerde Ford een minimum loon van 6 dollar
in. Verschillende groepen ontvingen evenwel aan
zienlijk meer.
Zoo kregen b.v. machinisten, bij een arbeidsweek
van 48 uur, een maandloon van 375 dollar.
Bij de regeling van het werk werd er in het bij
zonder op gelet, het werk te vereenvoudigen, een
betere samenwerking tusschen de verschillende groe
pen te verkrijgen, en alle tusschenpersonen, die maar
ecnigszins gemist konden worden, uit te schakelen.
Bij het overnemen van den spoorweg door Ford
waren er 2733 man in dienst. Dit aantal werd reeds
binnen enkele maanden verminderd tot 1326. De in
voering van den 8-urigen arbeidsdag was oorzaak
dao or ten slotte 1822 man in dienst waren. Vooral
werd vereenvoudigd het onderhoud van den weg,
wat men hoofdzakelijk door ploegen van 3 man liet
verrichten. In de werkplaatsen werd de arbeid zoo in
gedeeld, dat men met 60 pet. van de vroegere kracht
ten hetzelfde werk kon verrichten als voorheen.
Onder de leiding van Ford ging dadelijk het ver-
koer vooruit, terwijl juist in dien tijd bij de andere
spoorwegen achteruitgang viel waar te nemen. De
ontvangsten liepen op van 1 cent per ton en per
mijl. tot 1.88 cent.
In Juli 1921 legde Ford aan de autoriteiten van
Ohio een tarief ter goedkeuring voor, dat een ver
mindering van 20 pet. op de bestaande tarieven be-
teekende. In dit geval kon hij: dat gemakkelijk doen,
omdat hij zelf een zeer groot vervoerder was op an
dere spoorwegen, die door zijn voorbeeld werden ge
dwongen eveneens hun tarieven te verlagen. Hetgeen
hij derhalve op eigen spoorweg door de tariefverla
ging minder ontving, spaarde hij uit op de door
hém aan andere spoorwegen betaalde vrachten.
Ford is van meening. dat een spoorweg evengoed
oen bedrijf is als een fabriek en de bekwaamheid,
welke tot het leiden van een fabriek nooilig is, zal
..Maar hij is alles, wat je in de wereld bezit",
protesteerde zij. Toch wist zij, dat al haar protesten
nuteloos zijn zouden.
„Neen, ik. heb den goeden, ouden, trouwen Nag-
ger."
„Zou je gaan probeeren een anderen wilden hengst
zooals Wildfire, te vangen?" vroeg zij nieuwsgie
rig. Zij speelde met het heerlijke bewustzijn van
haar macht om geluk te geven, wanneer zij dat
wilde.
„Neen, met paardonjagen is het uit voor mij", zei-
do Slone. „En een paard als Wildfire nogmaals vin
den behoort vrijwel tot de onmogelijkheden".
„En als ik hem eens aannam?"
„Hoe zou je kunnen weigeren? O, niet ter wille
van mij, maar van WildfirelMaar als je zoo
laag was om te weigeren, nou,dan kan Wildfire te
ruggaan naar de wildernis".
„Neen!" riep Lucy uit.
„En toch gebeurt het
Lucy bleef even zwijgen. Hoe droog leek haar tong!
En het ademhalen viel haar moeilijk. Een onwezen
lijke glans omhulde alles om haar heen. Zelfs de
roode hengst scheen daardoor versluierd.
„Wildfire moet nog eenige dagen getraind worden
dan een dag rusten en dan de race", zeide Lu
cy, terwijl zij Slone weer aankeek.
Een glimlach begon zijn harde gelaatstrekken te
verzachten. „Ja, Lucy", zeide hij.
,.En ik zal hem moeten rijden?"
„Zeker als hij ooit den King slaan wil."
Lucy's oogen begonnen te schitteren. Zij zag de
menigte de nieuwsgierige, vriendschappelijk ge
zinde Indianen de enthousiaste pikeurs de
vurige paarden het gezicht van haar vader en
ten slotte de race zelf, een race, zooals er nog nooit
een geloopen was, zoo snel, zoo heftig, zoo wonder
baarlijk.
„Dan Lin', begon Lucy, terwijl haar boezem lang
zaam op en neer ging, „als ik Wildfire aanneem,
wil je hem dan voor me bewaren tot dat.... en
als ik hem aanneem en je zeg waarom, wil je me
dan beloven...."
„Vraag het me niet meer!" viel Slone haar vlug in
de rode. „Ik zal met Bostii spreken."
„Wacht, wil jobeloven geen woord te zeggen
geen enkel woord tegen mij tot na de race?"
„Geen woord tegen jou? Waarover?" vroeg hij
verbaasd.
„Over de Omdat Enfin, ik ik zal je
paard aanemen."
„Ja", antwoordde hij vlug.
Lucy sprong in den zadel, trok de teugel aan en
maakte zich gereed Sarchedon de sporen te geven.
Wordt vervolgd.