REGEN
JASSEN
TWEEDE BLAD»
Raad Hoogwoud.
in gabardine, gummi
en waterproof,
Prijzen vanaf 18.50.
Kleedingmagazijnen
Schagen
Helder
DE WILDE JACHT
Zaterdag 26 Augustus 1922.
65ste Jaargang. No. 7084.
Vergadering van den Raad der gemeente Hoog
woud, gehouden op Donderdag 24 Augustus 1922,
des voormiddags 10 uur.
Voorzitter Burgemeester Breebaart.
Aanwezig allen.
Voorzitter opent de vergadering met welkom,
waarna lezing en goedkeuring der notulen plaats
vindt.
Daarna doet voorzitter eenige mededeelingen: In
de woning van de wed. J. Burger en in die van de
wed. P. Nannes, zullen de noodige verbeteringen wor
den aangebracht. Ook het brugje naar de woning van
Dekker en wed. P. Rood zal hersteld worden.
B. en W. hebben ond..; gedaan naar verbete
ring van de waterloozing voor het perceel van Sie-
brand Oud.
De aanleg van rioleeringsbuizen daar zou f 35.
kosten. D. Rood, die naast Oud woont, heeft er geen
bezwaar tegen dat de buizen door zijn erf zullen
komen.
Algemeen goedgevonden om rioleering aldaar aan
t.e leggen
Bij de jaarlijksche uitloting van aandeelen geld-
leening Gem. Elec. Bedrijf zullen uitloten de aan
deelen Nos. 31, 36, 91, 126 en 142. Die stukken zijn
aflosbaar 31 December 1922.
Voor kennisgeving aangenomen.
Ingekomen schrijven van Ged. Staten aangaan
de wijziging salaris gemeente-ontvanger, waarin
er op wordt gewezen, dat de gemeente-ontvangers
voor een belangrijk deel van hunne taak worden
ontheven, terwijl gevraagd wordt of verlaging hier
wenschelijk wordt geacht. Indien verlaging van sa
laris tot stand komt, zal deze voor de tegenwoor
dige titularissen in geen geval een financieels ach
teruitgang mogen betcokenen, zoodat zij eerst in
werking zal kunnen treden bij eventueele vacature.
Ged. Staten zullen er intusschen geen bezwaar te
gen hebben indien aan clen gemeenteontvanger,
voor hot geval dat zijn ambtstaak niet meer ge-
evenredigd is aan zijne bezoldiging, daarnevens an
dere werkzaamheden worden opgedragen, die ge
acht kunnen worden rechtstreoks of zijdelings met.
zijn functie verband te houden.
Voorzitter zegt na voorlezing van het schrijven,
<!at. B. en W. voorstellen, om bij vacature f400 toe
te kennen voor de betrekking van gemeente-ont
vanger. indien die functie dan wordt gecombineerd
met die van gemeente-secretaris of wordt gecom
bineerd met die van ambtenaar ter gemeente-secre
tarie: wanneer 'o functie van gemeente-ontvanger
niet wordt gecombineerd met een andere betrekking
dan f 600 als salaris te bepalen, stellen B. en W.
voor.
De heer Glas zegt: De rogeling om nu al salaris
te bepalen voor een opvolger, terwijl de tegenwoor
dige functionnaris nog in volle glorie is, vindt ik
een wonderlijke zaak. Tevens wonderlijk, waar van
alle kanten op bezuiniging wordt aangedrongen* om
nu maar te zeggen de tegenwoordige titularisson
mogen er niet onder lijden Ik heb niets tegen onzen
tegenwoordigen titularis, maar ik spreek over de ont
vangers in het algemeon. Een paar jaren geleden is
door Ged. Staten, zonder dat advies van den Rand
is gevraagd, het salaris naar de hoogte gebracht. En
nu zeggen ze: Het moet zoo blijven, je mag er niet
aan tornen. Als men ziet hoe de toestand nu gaat,
misschien zal het nog een korten tijd zoo houden,
maar de lijd zal komen dat het niet meer houdbaar
is. De prijzen der producten zakken erg. En dan den
gemeente-ontvanger met ongeveer flÖ per uur be
talen dat is te erg. Ik zou er op willen wijzen,
dat er zoo een misstand is. die verholpen moet wor
den. Ein ik stel voor om aan Ged. Staten te be
richten, dat wij tegen de alinea in het schrijven van
Ged. Stélen opkomen, waarin wordt gezegd: „dat
wanneer verlaging tot stand komt. deze in geen
eval voor den tegenwoordigen titularis zal mogen
beteekenen een financieole achteruitgang, zoodat zij
eerst in werking zal kunnen treden bij eventueele
„vacature."
De heer Bossen: Zou het mogelijk zijn het werk
als ambtenaar ter secrotarie er bij ingelascht wor.lt
om door den gemeente-ontvanger te laten doen Dat
zou de gemeente een voerdeel geven van f000 nis
do gemeente-optvan.'.'er behulpzaam was ter secrota
rie. Ik vermoed dat 2/3 der bevolking hier geen in
komen hebben en we zullen ze toch indirect moe
ten belasten.
De heer Vijn: Ik vind het vroemd dat schrijven
van Ged. Staten. Om te beginnen: we moeten be
zuinigen en ten slotte zeggen: de salarissen moe
ten blijven zooals ze zijn, niettegenstaande de werk
zaamheden van den gemeente-ontvanger minder
worden. Als we de prijzen, die voor de producten ge
maakt worden nagaan, het is treurig, wat er door
land- of tuinbouwers voor wordt ontvangen. Ik
vind het een Jan Klaassen het heele schrijven.
De heer Hartog, ik vind, als er een vacature is,
is 't vroeg genoeg om 'n regeling voor een opvolger
te maken. Het voorstel van den heer Glas om te
protesteeren tegen, het hooge salaris van den ge
meente-ontvanger wil ik steunen.
Voorzitter zegt dat er geen bezwaar tegen is om
wat de heer Glas voorstelt, aan Ged. Staten mee te
deelen. Het zal wel geen succes hebben, maar er is
geen bezwaar tegen. Ged. Staten wijzigen desnoods de
begrooting. Wat onze gemeente-ontvanger, de beer
v. d. Veen betreft, deze is reeds 68 jaren oud en dus
al op leeftijd. Het gaat niet best om bem op zoo'n
leeftijd met werkzaamheden ter secretarie te be
lasten. We hebben hier een wettig benoemde amb-
tenaresse ter secretarie en ik wil niet medewerken
om die op straat te zetten. Ik wil er ook niet toe
medewerken om onzen gemeente-ontvanger op diens
leeftijd met werkzaamheden ter secretarie te be
lasten, dan zou hij misschien weer ziek worden.
De heer Bossen: Bij de spoorwegen wordt ook
personeel bedankt.
Voorzitter: Maar de ambtenaresse ter secretarie *s
niet tijdelijk aangesteld.
De heer Bossen: De druk wordt al zwaarder. Hier
voor de gemeente ook. Voor de producten krijst
men slechts lage prijzen
Voorzitter: Maar u moet niet overdrijven dat bijv.
2/3 onzer inwoners geen inkomen hebben, zooals u
daar straks zei
De heer Bossen: Ik bedoelde, dat 2/3 van onze ge
meentenaren niet boven f800 inkomen hebben.
De heer Glas: Als het tegenwoordige salaris van
-Itn gemeente-ontvanger doorgevoerd zal moeien
worden, zullen er een massa menschen zijn die niet
het salaris hebben, waarmee hier de gemeente-ont
vanger betaald moet worden. B. en W. stellen voor
om het salaris voor gemeente-ontvanger, niet gecom
bineerd met een andere functie, te stellen op f ó<)0
als er vacature komt. De tegenwoordige gemeente
ontvanger die hooger salaris heeft, is dus als 't
ware nu in de bedeeling.
De lieer Vijn vindt dit ook.
Do heer Glas \frvolgt: Ja, in de bedeeling. Als zij
nu meer krijgen n.9 hen toekomt. Ik begrijp daf
niet. De uartiapp.' n en andere producten gelden
I weinig en den gemeente-ontvanger dan met f 19 per
uur betalen, daar zal toch verandering in moe-
Jen komen.
De heer Schilder: Ik ben het met den heer Glas
eens dat het tegenwoordige salaris van den ge
meente-ontvanger te hoog is. De werkzaamheden
zijn niet zoo druk.
De heer Bossen: Het salaris is te hoog. Met in
schrijving zouden we wol voor f300 er mee klaar
komen.
Voorzitter: Ik hoop dat het niet bij inschrijving
zou gebeuren, want dan zou er kans zijn dat de
burgemeester of secretaris het werk moet doen.
Bij stemming over het voorstel van B. en W. wordt
dit met op één na algemeene stemmen aangenomen.
De heer Hartog was tegen.
liet voorstel van den heer Glas om Ged. Sta(en
te antwoorden dat de Raad er zich niet. mee kau
vercenigen, dat de gemeente-ontvanger zijn salaris
zooals dit thans is behoudt, tot er vacature komt,
wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Voorzitter deelt mede, dat van Ged. Staten goed
keuring is verkregen op het besluit tot het nemen
van twee aandeelen, ieder groot f 100, in den over
haal te Medemblik.
Een nog te kort ontvangen bedrag als bijdrage in
kosten vnn -..id-rwijs is thans van het Rijk inge
komen. Het ontvangen bedrag is f838.33. Voor ken
nisgeving aangenomen.
Voorzitter zegt dat schrijven is ingekomen over
uitvoering der vleoschkeuringswet. Daarin wordt er
op gewezen, dat verordening moet worden gemaakt
en indien er nog geen verordening is gemaakt, wordt
mededeeling gevraagd, waarom dat nog niet is ge
schied.
Voorzitter doet mededeeling dat voor de vleesch-
keuring gemeenschappelijk wordt beraadslaagd door
7 gemeenten en wel Spanbroek, Opmeer, Hoogwoud,
Abbekerk, Sijbekarspel, Obdam en Hensbroek. Een
comité is gevormd waarin de raden van de ge
noemde zeven gemeenten vertegenwoordigd zijn. Dit
comité geeft aan, vooralsnog geen centrale slacht
plaats te stichten. En noodslachtplaatsen op be
scheiden voet in te richten. Keuringsveearts en hulp
keurmeester voorloopig voor een jaar aan te stel
len. Hot comité heeft een gemeenschappelijke rege
ling ontworpen, die, na door do betrokken raden" to
zijn goedgekeurd, door het comité aan Ged. Staten
zal worden gezonden. Die regeling is ingekomen, ver
gezeld van advies der Gezondheidscommissie uit
Hoorn. Deze regeling geeft onder meer aan dat 1 e
Burgemeester van Spanbroek optreedt als voorzitter
van het comité en de leiding zal door de gemeente
Spanbroek worden gegeven. Benoemd zullen worden
een keuringsveearts, een hulpkeurmeester en zoo
noodig zal een benoeming van een veearts voor her
keuring geschieden. Het comité wil in elke gemeente
een noodslachtplaats stichten. Bij eventueel tekort
zullen de betrokken gemeenten jaarlijks bijdragen,
berekend naar hun zielental. De gemeenschappelijke
regeling is bedoefd voor 5 jaren en als er geen be
zwaren tegen inkomen, wordt zij daarna telkens
voor een jaar verlengd. Bij geschillen is de beslissing
aan Ged. Staten, aan wier uitspraak men zich on
derwerpt.
Deze regeling wordt na voorlezing algemeen door
den Raad goedgevonden.
De verordening op de heffing van keurloon en
die op de invordering van keurloon worden mede
door den Raad goedgekeurd, evenals de verordening
betreffende de keuring van vleesch, nadat alle deze
verordeningen door voorzitter zijn voorgelezen.
De heer Glas zegt, niet tegen de verordening te
zijn, maar er staat in de verordening voor vleesch-
keuring, dat er Zondags niet wordt gekeurd. Maar
's Zondags wordt er toch wel geslacht in de nood-
slachtplaatsen?
Voorzitter meent van wel.
De heer Schilder: Er staat althans niet in dat er
's Zondags niet geslacht wordt.
Voorzitter: Er is een slager, Jan Leek Pz., te
Spierdijk, gemeente Spanbroek, die beveelt zich ten
zeerste aan om voor noodslachtplaats zijn slacht
plaats aan te wijzen. Dat is dan voor Spanbroek,
maar hij beveelt zich aan het Dag. Bestuur van Hoog
woud en aan de Ed.A. heeren B. en W. van Aarts
woud ook beleefd aan. Dat zullen we maar voor
kennisgeving aannemen.
Algemeen goedgevonden.
Voorzitter: De noodslachtplaats wil de Raad die
bepalen of zullen B. en W. dat doen? B. en W. vin
den het beter dat die noodslachtplaats dan hier in
de buurt is. Uit de Weere kan men wel naar Ab
bekerk.
De heer Vi.in: We weten niet. of de slagers liier
gelegenheid hebben en het willen doen.
De heer Schilder: Slager Dam hier is er erg voor
om zijn slagerij als noodslachtplaats aangewezen te
zien.
Voorzitter: Ik heb slager Davidzon gesproken, die
ook gaarne zag dat men zijn slagerij als noodslacht
plaats aanwijst.
De heer Vijn: Ik vind het 't beste dat de Raad
benoemt en niet B. en W.
De heer Deken: Is het de bedoeling sollicitanten
voor noodslachter en voor noodslachtplaats te heb
ben..
De lieer Schilder: Het is voor noodslachtplaats.
De .,eer Vijn Waar de noodslachtplaats is moet
altijd volk thuis zijn.
De heer Glas: En 't begraven.
Voorzitter: Daarvoor is gelegenheid op het Armen-
bouwland.
De heer Glas: Ik vind het bezwaarlijk eerst mot
ziek vee rijden en dan met geslacht vee weer rijden.
Voorzitter: Als hot verbrand moest worden zou
nog moer kosten. Wij reserveeren voor het begraven
>en gedeelte van het Armenbouwland bij het ver-
zeer solide qualiteilcn, gemakkelijk
passende modellen, gegarandeerd
walerdichl.
HOOGZUDE.
FEUILLETON.
naar hot Amerikaansch door ZANE GREY,
Bewerkt door W. J. A. HOLDANUS Ji.
„Lin, ik zal Wildfire aannemen, omdat ik je lief-
heb".
Sarchedon schoot als een pijl uit een boog weg.
Lucy zag Slone's gezicht en hoorde zijn woorden
niet Dan galoppeerde zij cloor de salie, langs den
hinniken den Wildfire, met het koeltje zacht in haar
gM/icht. Zij keek niet om.
HOOFDSTUK XI.
Goor de geheel© Meimaand heen werd een onheil
spellend en sinister denkbeeld in Bostil sterker. In den
beginne had hij het heftig van zich afgeworpen als te
©enenmale den man, die hij was, onwaardig. Maar liet
kwam terug. Het liet zich niet bedwingen. Het werd
gekoesterd door buitengewone en onvoorziene omstan
digheden. De ontmoetingen met Creech, de vreemde
gluiperige daden van Joel Creech en vooral de bewe
ringen der pikeurs, hei' snelle paard van Cf poel)
in steeds betere conditie kwam al die dingen schenen
steeds grooter op te doemen en in Bostü's geil
het monsterachtige denkbeeld, dat hij niet van zich af
kon schudden, aan te wikkeren.
Het leek een aanwijzing van zijin groote gepreoccu
peerdheid te zijn, dat hij Lucy's lange tochten in het dal
niet scheen op te merken. Maar Bostil had ze al lang
opgemerkt vóór Holley en andere pikeurs er met hem
over kwamen spreken-
„Laat haar met rust," bromde hij tegen hen. „Ik heb
haar bevolen den King te trainen.. En zij is er nu
misschien aan gewend geraakt "daarheen te rijden. Zij
kan best voor zichzelf zorgen.*'
Maar wanneer hij alleen was, prevelde hij' ïn zichzelf.
„Wat zou het kind toch op het oog hebben? De een of
andere ondeugende streek, wed ik."
Toch sprak hij* niet met haar over de zaak. Diep in
zijn hart wist hij, dat hij bang was voor rijn scherp
ziende dochter en in die dagen vond hij het aange
naam, wanneer hij haar niet zag op de uren, dat hij
zich niet geheel zou kunnen beheerachen. Bostil was
bang, dat Lucy zou raden, wat hij van plan was, Om
ai do anderen gaf hij niet. Holley, die oude pikeur met
zijn haviksoogen, mocht hem doorzien, maar Bostil
wist. dat Holley loyaal zou blijven, wat hij ook zien
mocht
Tegen hei einde van de maand, toen Somers van de
paardenjacht terugkwam, zette Bostil hem en Shugrue
aan het werk op de groote boot bij den crossing. Bostil
ging er zelf ook heen en hij liep een feit, <fat zeker
slerk de .aandacht getrokken zou hebben, als men het
gezien had.
„Zet er nieuwe planken in," beval hij dein •mannen.
„Én gooit warme 'teer in de spleten-. Waninoer de teeir
droog is, laat je de boot te water.... maar ik zai je
wel zeggen wanneer."
lederen ochtend roeide de jonge Creech over om te
zien of de boot al in staat was'de paarden van zij'in
vader over te brengen- Den derden dag, dat 'en aan de
boot gewerkt werd, troffen Bostil en Joel elkaar aan.
Joel scheen Bostil een hartig woordje te willen zeggen-
„Bostil, de oude kan niet meer slapen door het wach
ten' om de paarden over te krijgen," zeide hij openhartig.
„Hef oer is zo goed als op.'
„Dat komt in orde, Joel. Je riet, de rivier is nog niet
aan het wassenHoe gaat het met de paarden
„Prachtig- sir prachtig," riep de eenvoudige Joel
uit „Peg is sneller dan verleden jaar, maar kruipt
vergeleken bij de Blue Roan. Vader wedt er alles op, wat
hij heeft De ruin kan dit jaar niet verliezen-'
Bostil voelde ach als een stier, die door een hond
'in het nauw gedreven wordt. Blue Roan was een jotng
paard en werd ieder seizoen sneller. De King had het
toppunt van rijn snolheid bereikt En die was groot,
dat wist Bostil, en voldoende om alle paarden m de
bovenlanden te slaan, als het geluk voor allen gelijk
was. Geluk was echter grillig.
„Ik heb vader aangeraden de paarden maar over te
laten zwemmen," zeide Joel.
„Zoo?En waarom?" vroeg Bostil.
Joel's eenvoud en openhartigheid verdwenen en daar
mede rijn gezond verstand. Hij zag er vreemd uit. Zijn
oogen met de verschillende kleuren schoten kwaadaar
dige blikken. Hij mompelde iets onsamenhangends en
ging terug naar zijn bootje met heftige gebaren en terwijl
zijn gemompel een geschreeuw werd, dat 'echter on
samenhangend bleef. Hij stapte in en begon naar den
overkant te roeien.
„Hij heeft ze niet allemaal' bii elkaar," zeide Somers.
Shugrue wee» veelbeteekenend op zijn voorhoofd.
au ren van dat land. We moeten afwachten dat de
veearts die de keuringsdienst verricht de plaats
gcedkeurt. Als die, nadat wij benoeming hadden ge
daan zei, dat het niet deugt, zouden wij met den
benoemde zitten.
De heer Vijn: De inrichting zou volgens den Mi
nister f400 of minder kosten.
De heer Bossen: Als we een benoeming doen en
een eventueele opvolger in die slagerij wil zijn sla
gerij niet als noodslachtplaats aangewezen zien, dan
kunnen we weer opnieuw f 400 besteden aan inrich
ting.
Anderen meenen dat we wel evengoed tweemaal
f 400 voor verandering kunnen geven als dat we
eenmaal geheele stichting van noodslachtplaats van
gemeentewege moesten dragen.
Voorzitter: Al heeft men een eigen slager, is
er wel kans dat men toch gaat naar den slager in
de noodslachtplaats. Het wordt dan voor de andere
slagers niet beter.
Goedgevonden wordt om sollicitanten voor nood
slachtplaats op te roepen aan de aanplakborden
vóór 1 September a.s., terwijl omtrent de noodslacht
plaats dan nog nader geraadpleegd zal worden. We
moeten ook den keuringsveearts hebben.
Goedgevonden wordt voorts dat B. en W. zullen
informeeren wat de inrichting bij Dam of bij Da
vidzon zal moeten kosten.
Voorzitter deelt mede, dat schrijven is ingeko
men, dat do verordening voor bet op de ouders ver
halen van schoolgelden voor leerlingen op de school
voor Nijverheidsonderwijs te Hoorn niet is goedge
keurd. Ged. Staten geven in overweging die veror
dening in te trekken.
Voorzitter zegt dat B. en W. nu voorstellen tot
intrekking der verordening over te gaan.
De heer Vijn: We moeten intrekken wel goedvin
den, maar ik vind het toch een beetje krenterig
dat ouders die het kunnen betalen, dat niet zullen
doen.
Met allen voor wordt tot intrekken besloten.
Van de Federatie Hollands Noorden der Ned. Ver.
tot afschaffing van alcoholische dranken is verzoek
ingekomen om subsidie.
Wordt aangehouden tot de behandeling der be
grooting.
Een verzoek om steun, ingekomen van het hoofd
bestuur der Ned. Vereen, tot afschaffing van alcoholi
sche dranken, zal bij de begrooting worden behan
deld.
Dan is nog ingekomen een adres van de afdeeling
van het WitGele Kruis, Roomsch Katholieke Ver-
eeniging voor Ziekenverpleging, waarin subsidie
wordt gevraagd.
Eveneens aangehouden tot de begrooting.
Volgt schrijven van het hoofdbestuur van het Ned.
Roode Kruis, dat op 30 September a.s. collectedag
wordt gehouden. Verzocht wordt ook hier dien dag
collecte te houden.
Voorzitter acht het Roode Kruis een zeer nuttige
instelling.
De Minister heeft een schrijven gezonden, waarin
dc aandacht op dezen collectedag wordt gevestigd
en in overweging wordt gegeven, steun te verleenen.
De heer Vijn meent dat de oogst niet groot zal
zijn.
De heer Bossen: We moesten het maar laten rus
ten. Er wordt al zooveel gecollecteerd.
De heer Schilder wijst op het nut van het Roode
Kruis.
Voorzitter zegt de Raad voelt er wel niet voor
om zelf te collecteeren. We zouden er jonge dames
voor kunnen vragen.
Voorzitter leest nog een toelichting op het schrij-
van van het Roode Kruis en zegt daarna, te zullen
trachten een comité van jonge dames voor het hou
den van collecte te vormen.
Wordt goedgevonden.
Van D. Rempt, klokopwinder en doodgraver te
Aartswoud, is verzoek ingekomen om gelijkstelling
van salaris met zijn collega te Hoogwoud.
Zal bij de begrooting worden behandeld.
Ingekomen is een verzoek van den heer Niele in
de Weere om een stukje gemeentegrond vlak achter
zijn erf aan hem te verhuren.
Voorzitter zegt: B. en W. willen die Are grond
voor den tijd van 4 jaren a f 12.50 per jaar aan Nielo
verhuren. Algemeen goedgevonden.
Van den rijksontvanger te Spanbroek is schrijven
ingekomen omtrent te houden zitdagen te Aarts-
woud Die worden thans aldaar in het lokaal van
kastelein Veerman gehouden en adressant zou daar
voor gaarne hebben een door de gemeente beschik
baar te stellen lokaal bv. een schoollokaal te Aarts-
waud, met tafel, schrijfgereedschap en een paar
stoelen. B. en W. zouden het gewenscht vinden de
zitting in de kerkekamer aldaar te doen plaatsvin
den en hebben zich daartoe reeds tot den Pres.-Kerk
voogd gewend. Mocht er bezwaar zijn, dan zullen
we een schoollokaal beschikbaar stellen. Goedge
vonden.
Ingekomen begrooting der Gezondheidscommissie
to Hoorn, sluitende in ontvangst en uitgaaf op
f 2003.57/4. Met f68.57 voor onvoorzien. De in het ge
bied ressorteerende gemeenten' zullen 3 cents per in
woner hebben bij te dragen. Voor onze gemeente
wordt dat f 62.40. Zal bij de gemeentebegrooting aan
de orde komen.
Verslag der vereen. „Volksmin" over 1921 en '22.
De rekening sluit met f 24.64, batig saldo. Van de 234
leerlingen moesten slechts 2 worden uitgezonderd
Bostil zeide niets, maar liep naar don oever en ging op
eer: steen ritten kijken en luisteren haar langzaam
kolkenden rooden stroom der rivier Als iemand den
Colorado kende, dan was hij liet. Hij vergiste zich nooit
ra rijn voorspellingen omtrent wat de rivier zou gaa-n
doen.
En nu luisterde hij. alsof bet doffe geruisch. het
fluisterende gekolk, het plotselinge vreemde geplas
woorden waren, alleen voor zijn ooren bestemd. De
rivier was laag. Zij scheen uitgeput. Zij was vuilrood van
kleur en stroomde traag voorbij. Op sommige oogemblik-
ken was de stroom bijna onmerkbaar en dan weer
vrij snel. Zij scheen een onstuimige, wachtende, maar
toch onvermijdelijke rivier, mei een onbarmhartig doel
voor oogen. Zij had een duizend stemmen, maar niet die,
welke Bostil. zoo graag zou willen hooren.
Hij ploeterde soullier liet pad op, rustend in de rustige,
aonkere plekken van den canon', afkecrig pin ïh het
heldere daglicht te klimmen. Eenmaal in het dorp
schudde Bostil zich als om een kwade, drukkende betoo-
vering van zich af to werpen..
De races zouden over oen paar dagen gehouden
wonden. Piutes en Navajo's kampeerden in de salievelden
en ieder uur weixl hun aantal grooter
Boslii liep het 'dorp ju, 'zich grimmig bewust., dat dt
aanwezigheid van Indianen, pikeurs en paardén, de
drukte en het lawaai en 'de kleurenschittering, de nade
ring der groote races dingen, die hem vroeger jaircr
in verrukking gebracht hadden op de een of andere
wijze hun bekoring voor hem hadden verloren. Hij was
veranderd Hij had iels in zich, dat niet goed was. Maar
hij moest toch als van ouds de bezoekers gaan verwelko
men; hij, die altijd de ziel van die dagen gewieesfl
was, moest uiterlijk dezelfde rijn. En dat viel' hem des
te moeilijker, omdat oude vrienden onder de Indianein
en de pikeurs hem zoo hartelijk kwamen begroeten.
Bostil wist, dat hij ©en geslepen paardenhandelaar ge
weest was, maar hij was eveneens een goed vriend ge
weest. Verscheidene Indianen en pikeurs hadden hem
veel te danken. Dus werd. hij overal aangefoepen ep
omringd, totdat de oude opwinding van "wedden ön
schertsen en plagen weer vat op hem kreeg en hij
rijn somber gepeins' vergat
Brackton's herberg was öls altijd de groote trek
pleister voor alle bezoekers. Nacomber was luist binnen
gekomen vol geestdrift over het paard, dat hij had Laten
inschrijven. Iwee Navajo-opperhoofden, Old Horse en
Silver, zooals de blanken ,ben noemden, waren er na
lange jaren ook weer. Cal Blinn« rijn; pikeurs 'van
Durango waren ook gearriveerd, evenals Colson, Stick»
en Burthwait, oude vrienden en concurrenten van Bostil.
Een tijd lang was het vnoolhk bij Brackton. Er werd
wat gedronken en voel gewed. Het was karakteristiek
voor Bostil, (fat hij iedere weddenschap, die op den
King aangeboden werd, aannam, terwijl hij bovendien
alle andere weddenschappen op andere paarden ook
aanvaardde. Waren rijn eigen paarden in net spel, dan
wedde hij op een geslepen manier, fliaar voor races,
waarin rijn paarden niet meeliepen, scheen hij te wed
den voor zijn pleirier,- onverschillig of hij won ól
verloor.
Hel feit bleef echter bestaan, (fat er slechts twee
weddenschappen tegen den King waren, beide van In
dianen. Macomber wedde voor de tweede of derde
plaats voor zijn paard in de groote race.
„Zeg eens, waar is Wetherby?" vroeg Bostil plotse
ling. „Hij zal wel op rijn paard zetten."
„Wetherby komt morgen," antwoordde Macomber.
„Maar je kan hem twee tegen een krijgen."
nZeg,Bostil," zeide de oude Cal Blinn, je moet voor
mij wachten, tot ik den King heb zien loopen. Misschien
geef ik je gelijk geld.
„En vat mij betreft, Bostil," zeide Golson, ik weet
nog niet welk paard ik spelen 2alL"
Burthwait, een oude pikeur, ging naar de lessenaar
yan Brackton en liet een weddenschap inschrijven legen
net veld, die alle aanwezigen verbaasd deed opkijken,
„Lieve hemel, kerel, jij spuugt er ook niet op," riep
Bostil bewonderend uit, terwijl hij rijn hand op Burth
wait's schouder legde.
„Bostilj ik heb een prachtpaard," antwoordde Burth
wait „Hij is vier jaar, vermoed ik, want hij is in. het
wild geboren en je hebt hem nooit gezien."
?JEen wild paard, Hum," bromde Bostil ,Je schijnt
wei overtuigd, dat hij loopen kan."
„Nou Bostil, een bliksemstraal is nergens bij hem."
„Nou, ik ben blij het te hooren," zeide Bostil brom
merig. „Brack, hoeveel paaiden zijn er nu voor de
groote raoe ingeschreven?"
,Xaat eens kijken," antwoordde Brackton- „Sage King
van Bostil. Blue Roan. en Peg van Creech, Whitefoot
van Mooember, Rocks van Holley, Hossshoes van Blinn,
Bay Charlev van Burthwait Dan nog twee mustangö
van Old Hoss en Silver en jen slotte WiljHifire»
van Lucy Bostil.
„Wat zeg je daar het laatst?" vroeg Bostil.
„Wildfire van Lucy Bostil," herhaalde Brackton.
„Heeft het meisje een paard laten inschrijven?"