REGEN JASSEN TWEEDE BLAD» Raad Hoogwoud. in gabardine, gummi en waterproof, Prijzen vanaf 18.50. Kleedingmagazijnen Schagen Helder DE WILDE JACHT Zaterdag 26 Augustus 1922. 65ste Jaargang. No. 7084. Vergadering van den Raad der gemeente Hoog woud, gehouden op Donderdag 24 Augustus 1922, des voormiddags 10 uur. Voorzitter Burgemeester Breebaart. Aanwezig allen. Voorzitter opent de vergadering met welkom, waarna lezing en goedkeuring der notulen plaats vindt. Daarna doet voorzitter eenige mededeelingen: In de woning van de wed. J. Burger en in die van de wed. P. Nannes, zullen de noodige verbeteringen wor den aangebracht. Ook het brugje naar de woning van Dekker en wed. P. Rood zal hersteld worden. B. en W. hebben ond..; gedaan naar verbete ring van de waterloozing voor het perceel van Sie- brand Oud. De aanleg van rioleeringsbuizen daar zou f 35. kosten. D. Rood, die naast Oud woont, heeft er geen bezwaar tegen dat de buizen door zijn erf zullen komen. Algemeen goedgevonden om rioleering aldaar aan t.e leggen Bij de jaarlijksche uitloting van aandeelen geld- leening Gem. Elec. Bedrijf zullen uitloten de aan deelen Nos. 31, 36, 91, 126 en 142. Die stukken zijn aflosbaar 31 December 1922. Voor kennisgeving aangenomen. Ingekomen schrijven van Ged. Staten aangaan de wijziging salaris gemeente-ontvanger, waarin er op wordt gewezen, dat de gemeente-ontvangers voor een belangrijk deel van hunne taak worden ontheven, terwijl gevraagd wordt of verlaging hier wenschelijk wordt geacht. Indien verlaging van sa laris tot stand komt, zal deze voor de tegenwoor dige titularissen in geen geval een financieels ach teruitgang mogen betcokenen, zoodat zij eerst in werking zal kunnen treden bij eventueele vacature. Ged. Staten zullen er intusschen geen bezwaar te gen hebben indien aan clen gemeenteontvanger, voor hot geval dat zijn ambtstaak niet meer ge- evenredigd is aan zijne bezoldiging, daarnevens an dere werkzaamheden worden opgedragen, die ge acht kunnen worden rechtstreoks of zijdelings met. zijn functie verband te houden. Voorzitter zegt na voorlezing van het schrijven, <!at. B. en W. voorstellen, om bij vacature f400 toe te kennen voor de betrekking van gemeente-ont vanger. indien die functie dan wordt gecombineerd met die van gemeente-secretaris of wordt gecom bineerd met die van ambtenaar ter gemeente-secre tarie: wanneer 'o functie van gemeente-ontvanger niet wordt gecombineerd met een andere betrekking dan f 600 als salaris te bepalen, stellen B. en W. voor. De heer Glas zegt: De rogeling om nu al salaris te bepalen voor een opvolger, terwijl de tegenwoor dige functionnaris nog in volle glorie is, vindt ik een wonderlijke zaak. Tevens wonderlijk, waar van alle kanten op bezuiniging wordt aangedrongen* om nu maar te zeggen de tegenwoordige titularisson mogen er niet onder lijden Ik heb niets tegen onzen tegenwoordigen titularis, maar ik spreek over de ont vangers in het algemeon. Een paar jaren geleden is door Ged. Staten, zonder dat advies van den Rand is gevraagd, het salaris naar de hoogte gebracht. En nu zeggen ze: Het moet zoo blijven, je mag er niet aan tornen. Als men ziet hoe de toestand nu gaat, misschien zal het nog een korten tijd zoo houden, maar de lijd zal komen dat het niet meer houdbaar is. De prijzen der producten zakken erg. En dan den gemeente-ontvanger met ongeveer flÖ per uur be talen dat is te erg. Ik zou er op willen wijzen, dat er zoo een misstand is. die verholpen moet wor den. Ein ik stel voor om aan Ged. Staten te be richten, dat wij tegen de alinea in het schrijven van Ged. Stélen opkomen, waarin wordt gezegd: „dat wanneer verlaging tot stand komt. deze in geen eval voor den tegenwoordigen titularis zal mogen beteekenen een financieole achteruitgang, zoodat zij eerst in werking zal kunnen treden bij eventueele „vacature." De heer Bossen: Zou het mogelijk zijn het werk als ambtenaar ter secrotarie er bij ingelascht wor.lt om door den gemeente-ontvanger te laten doen Dat zou de gemeente een voerdeel geven van f000 nis do gemeente-optvan.'.'er behulpzaam was ter secrota rie. Ik vermoed dat 2/3 der bevolking hier geen in komen hebben en we zullen ze toch indirect moe ten belasten. De heer Vijn: Ik vind het vroemd dat schrijven van Ged. Staten. Om te beginnen: we moeten be zuinigen en ten slotte zeggen: de salarissen moe ten blijven zooals ze zijn, niettegenstaande de werk zaamheden van den gemeente-ontvanger minder worden. Als we de prijzen, die voor de producten ge maakt worden nagaan, het is treurig, wat er door land- of tuinbouwers voor wordt ontvangen. Ik vind het een Jan Klaassen het heele schrijven. De heer Hartog, ik vind, als er een vacature is, is 't vroeg genoeg om 'n regeling voor een opvolger te maken. Het voorstel van den heer Glas om te protesteeren tegen, het hooge salaris van den ge meente-ontvanger wil ik steunen. Voorzitter zegt dat er geen bezwaar tegen is om wat de heer Glas voorstelt, aan Ged. Staten mee te deelen. Het zal wel geen succes hebben, maar er is geen bezwaar tegen. Ged. Staten wijzigen desnoods de begrooting. Wat onze gemeente-ontvanger, de beer v. d. Veen betreft, deze is reeds 68 jaren oud en dus al op leeftijd. Het gaat niet best om bem op zoo'n leeftijd met werkzaamheden ter secretarie te be lasten. We hebben hier een wettig benoemde amb- tenaresse ter secretarie en ik wil niet medewerken om die op straat te zetten. Ik wil er ook niet toe medewerken om onzen gemeente-ontvanger op diens leeftijd met werkzaamheden ter secretarie te be lasten, dan zou hij misschien weer ziek worden. De heer Bossen: Bij de spoorwegen wordt ook personeel bedankt. Voorzitter: Maar de ambtenaresse ter secretarie *s niet tijdelijk aangesteld. De heer Bossen: De druk wordt al zwaarder. Hier voor de gemeente ook. Voor de producten krijst men slechts lage prijzen Voorzitter: Maar u moet niet overdrijven dat bijv. 2/3 onzer inwoners geen inkomen hebben, zooals u daar straks zei De heer Bossen: Ik bedoelde, dat 2/3 van onze ge meentenaren niet boven f800 inkomen hebben. De heer Glas: Als het tegenwoordige salaris van -Itn gemeente-ontvanger doorgevoerd zal moeien worden, zullen er een massa menschen zijn die niet het salaris hebben, waarmee hier de gemeente-ont vanger betaald moet worden. B. en W. stellen voor om het salaris voor gemeente-ontvanger, niet gecom bineerd met een andere functie, te stellen op f ó<)0 als er vacature komt. De tegenwoordige gemeente ontvanger die hooger salaris heeft, is dus als 't ware nu in de bedeeling. De lieer Vijn vindt dit ook. Do heer Glas \frvolgt: Ja, in de bedeeling. Als zij nu meer krijgen n.9 hen toekomt. Ik begrijp daf niet. De uartiapp.' n en andere producten gelden I weinig en den gemeente-ontvanger dan met f 19 per uur betalen, daar zal toch verandering in moe- Jen komen. De heer Schilder: Ik ben het met den heer Glas eens dat het tegenwoordige salaris van den ge meente-ontvanger te hoog is. De werkzaamheden zijn niet zoo druk. De heer Bossen: Het salaris is te hoog. Met in schrijving zouden we wol voor f300 er mee klaar komen. Voorzitter: Ik hoop dat het niet bij inschrijving zou gebeuren, want dan zou er kans zijn dat de burgemeester of secretaris het werk moet doen. Bij stemming over het voorstel van B. en W. wordt dit met op één na algemeene stemmen aangenomen. De heer Hartog was tegen. liet voorstel van den heer Glas om Ged. Sta(en te antwoorden dat de Raad er zich niet. mee kau vercenigen, dat de gemeente-ontvanger zijn salaris zooals dit thans is behoudt, tot er vacature komt, wordt met algemeene stemmen aangenomen. Voorzitter deelt mede, dat van Ged. Staten goed keuring is verkregen op het besluit tot het nemen van twee aandeelen, ieder groot f 100, in den over haal te Medemblik. Een nog te kort ontvangen bedrag als bijdrage in kosten vnn -..id-rwijs is thans van het Rijk inge komen. Het ontvangen bedrag is f838.33. Voor ken nisgeving aangenomen. Voorzitter zegt dat schrijven is ingekomen over uitvoering der vleoschkeuringswet. Daarin wordt er op gewezen, dat verordening moet worden gemaakt en indien er nog geen verordening is gemaakt, wordt mededeeling gevraagd, waarom dat nog niet is ge schied. Voorzitter doet mededeeling dat voor de vleesch- keuring gemeenschappelijk wordt beraadslaagd door 7 gemeenten en wel Spanbroek, Opmeer, Hoogwoud, Abbekerk, Sijbekarspel, Obdam en Hensbroek. Een comité is gevormd waarin de raden van de ge noemde zeven gemeenten vertegenwoordigd zijn. Dit comité geeft aan, vooralsnog geen centrale slacht plaats te stichten. En noodslachtplaatsen op be scheiden voet in te richten. Keuringsveearts en hulp keurmeester voorloopig voor een jaar aan te stel len. Hot comité heeft een gemeenschappelijke rege ling ontworpen, die, na door do betrokken raden" to zijn goedgekeurd, door het comité aan Ged. Staten zal worden gezonden. Die regeling is ingekomen, ver gezeld van advies der Gezondheidscommissie uit Hoorn. Deze regeling geeft onder meer aan dat 1 e Burgemeester van Spanbroek optreedt als voorzitter van het comité en de leiding zal door de gemeente Spanbroek worden gegeven. Benoemd zullen worden een keuringsveearts, een hulpkeurmeester en zoo noodig zal een benoeming van een veearts voor her keuring geschieden. Het comité wil in elke gemeente een noodslachtplaats stichten. Bij eventueel tekort zullen de betrokken gemeenten jaarlijks bijdragen, berekend naar hun zielental. De gemeenschappelijke regeling is bedoefd voor 5 jaren en als er geen be zwaren tegen inkomen, wordt zij daarna telkens voor een jaar verlengd. Bij geschillen is de beslissing aan Ged. Staten, aan wier uitspraak men zich on derwerpt. Deze regeling wordt na voorlezing algemeen door den Raad goedgevonden. De verordening op de heffing van keurloon en die op de invordering van keurloon worden mede door den Raad goedgekeurd, evenals de verordening betreffende de keuring van vleesch, nadat alle deze verordeningen door voorzitter zijn voorgelezen. De heer Glas zegt, niet tegen de verordening te zijn, maar er staat in de verordening voor vleesch- keuring, dat er Zondags niet wordt gekeurd. Maar 's Zondags wordt er toch wel geslacht in de nood- slachtplaatsen? Voorzitter meent van wel. De heer Schilder: Er staat althans niet in dat er 's Zondags niet geslacht wordt. Voorzitter: Er is een slager, Jan Leek Pz., te Spierdijk, gemeente Spanbroek, die beveelt zich ten zeerste aan om voor noodslachtplaats zijn slacht plaats aan te wijzen. Dat is dan voor Spanbroek, maar hij beveelt zich aan het Dag. Bestuur van Hoog woud en aan de Ed.A. heeren B. en W. van Aarts woud ook beleefd aan. Dat zullen we maar voor kennisgeving aannemen. Algemeen goedgevonden. Voorzitter: De noodslachtplaats wil de Raad die bepalen of zullen B. en W. dat doen? B. en W. vin den het beter dat die noodslachtplaats dan hier in de buurt is. Uit de Weere kan men wel naar Ab bekerk. De heer Vi.in: We weten niet. of de slagers liier gelegenheid hebben en het willen doen. De heer Schilder: Slager Dam hier is er erg voor om zijn slagerij als noodslachtplaats aangewezen te zien. Voorzitter: Ik heb slager Davidzon gesproken, die ook gaarne zag dat men zijn slagerij als noodslacht plaats aanwijst. De heer Vijn: Ik vind het 't beste dat de Raad benoemt en niet B. en W. De heer Deken: Is het de bedoeling sollicitanten voor noodslachter en voor noodslachtplaats te heb ben.. De lieer Schilder: Het is voor noodslachtplaats. De .,eer Vijn Waar de noodslachtplaats is moet altijd volk thuis zijn. De heer Glas: En 't begraven. Voorzitter: Daarvoor is gelegenheid op het Armen- bouwland. De heer Glas: Ik vind het bezwaarlijk eerst mot ziek vee rijden en dan met geslacht vee weer rijden. Voorzitter: Als hot verbrand moest worden zou nog moer kosten. Wij reserveeren voor het begraven >en gedeelte van het Armenbouwland bij het ver- zeer solide qualiteilcn, gemakkelijk passende modellen, gegarandeerd walerdichl. HOOGZUDE. FEUILLETON. naar hot Amerikaansch door ZANE GREY, Bewerkt door W. J. A. HOLDANUS Ji. „Lin, ik zal Wildfire aannemen, omdat ik je lief- heb". Sarchedon schoot als een pijl uit een boog weg. Lucy zag Slone's gezicht en hoorde zijn woorden niet Dan galoppeerde zij cloor de salie, langs den hinniken den Wildfire, met het koeltje zacht in haar gM/icht. Zij keek niet om. HOOFDSTUK XI. Goor de geheel© Meimaand heen werd een onheil spellend en sinister denkbeeld in Bostil sterker. In den beginne had hij het heftig van zich afgeworpen als te ©enenmale den man, die hij was, onwaardig. Maar liet kwam terug. Het liet zich niet bedwingen. Het werd gekoesterd door buitengewone en onvoorziene omstan digheden. De ontmoetingen met Creech, de vreemde gluiperige daden van Joel Creech en vooral de bewe ringen der pikeurs, hei' snelle paard van Cf poel) in steeds betere conditie kwam al die dingen schenen steeds grooter op te doemen en in Bostü's geil het monsterachtige denkbeeld, dat hij niet van zich af kon schudden, aan te wikkeren. Het leek een aanwijzing van zijin groote gepreoccu peerdheid te zijn, dat hij Lucy's lange tochten in het dal niet scheen op te merken. Maar Bostil had ze al lang opgemerkt vóór Holley en andere pikeurs er met hem over kwamen spreken- „Laat haar met rust," bromde hij tegen hen. „Ik heb haar bevolen den King te trainen.. En zij is er nu misschien aan gewend geraakt "daarheen te rijden. Zij kan best voor zichzelf zorgen.*' Maar wanneer hij alleen was, prevelde hij' ïn zichzelf. „Wat zou het kind toch op het oog hebben? De een of andere ondeugende streek, wed ik." Toch sprak hij* niet met haar over de zaak. Diep in zijn hart wist hij, dat hij bang was voor rijn scherp ziende dochter en in die dagen vond hij het aange naam, wanneer hij haar niet zag op de uren, dat hij zich niet geheel zou kunnen beheerachen. Bostil was bang, dat Lucy zou raden, wat hij van plan was, Om ai do anderen gaf hij niet. Holley, die oude pikeur met zijn haviksoogen, mocht hem doorzien, maar Bostil wist. dat Holley loyaal zou blijven, wat hij ook zien mocht Tegen hei einde van de maand, toen Somers van de paardenjacht terugkwam, zette Bostil hem en Shugrue aan het werk op de groote boot bij den crossing. Bostil ging er zelf ook heen en hij liep een feit, <fat zeker slerk de .aandacht getrokken zou hebben, als men het gezien had. „Zet er nieuwe planken in," beval hij dein •mannen. „Én gooit warme 'teer in de spleten-. Waninoer de teeir droog is, laat je de boot te water.... maar ik zai je wel zeggen wanneer." lederen ochtend roeide de jonge Creech over om te zien of de boot al in staat was'de paarden van zij'in vader over te brengen- Den derden dag, dat 'en aan de boot gewerkt werd, troffen Bostil en Joel elkaar aan. Joel scheen Bostil een hartig woordje te willen zeggen- „Bostil, de oude kan niet meer slapen door het wach ten' om de paarden over te krijgen," zeide hij openhartig. „Hef oer is zo goed als op.' „Dat komt in orde, Joel. Je riet, de rivier is nog niet aan het wassenHoe gaat het met de paarden „Prachtig- sir prachtig," riep de eenvoudige Joel uit „Peg is sneller dan verleden jaar, maar kruipt vergeleken bij de Blue Roan. Vader wedt er alles op, wat hij heeft De ruin kan dit jaar niet verliezen-' Bostil voelde ach als een stier, die door een hond 'in het nauw gedreven wordt. Blue Roan was een jotng paard en werd ieder seizoen sneller. De King had het toppunt van rijn snolheid bereikt En die was groot, dat wist Bostil, en voldoende om alle paarden m de bovenlanden te slaan, als het geluk voor allen gelijk was. Geluk was echter grillig. „Ik heb vader aangeraden de paarden maar over te laten zwemmen," zeide Joel. „Zoo?En waarom?" vroeg Bostil. Joel's eenvoud en openhartigheid verdwenen en daar mede rijn gezond verstand. Hij zag er vreemd uit. Zijn oogen met de verschillende kleuren schoten kwaadaar dige blikken. Hij mompelde iets onsamenhangends en ging terug naar zijn bootje met heftige gebaren en terwijl zijn gemompel een geschreeuw werd, dat 'echter on samenhangend bleef. Hij stapte in en begon naar den overkant te roeien. „Hij heeft ze niet allemaal' bii elkaar," zeide Somers. Shugrue wee» veelbeteekenend op zijn voorhoofd. au ren van dat land. We moeten afwachten dat de veearts die de keuringsdienst verricht de plaats gcedkeurt. Als die, nadat wij benoeming hadden ge daan zei, dat het niet deugt, zouden wij met den benoemde zitten. De heer Vijn: De inrichting zou volgens den Mi nister f400 of minder kosten. De heer Bossen: Als we een benoeming doen en een eventueele opvolger in die slagerij wil zijn sla gerij niet als noodslachtplaats aangewezen zien, dan kunnen we weer opnieuw f 400 besteden aan inrich ting. Anderen meenen dat we wel evengoed tweemaal f 400 voor verandering kunnen geven als dat we eenmaal geheele stichting van noodslachtplaats van gemeentewege moesten dragen. Voorzitter: Al heeft men een eigen slager, is er wel kans dat men toch gaat naar den slager in de noodslachtplaats. Het wordt dan voor de andere slagers niet beter. Goedgevonden wordt om sollicitanten voor nood slachtplaats op te roepen aan de aanplakborden vóór 1 September a.s., terwijl omtrent de noodslacht plaats dan nog nader geraadpleegd zal worden. We moeten ook den keuringsveearts hebben. Goedgevonden wordt voorts dat B. en W. zullen informeeren wat de inrichting bij Dam of bij Da vidzon zal moeten kosten. Voorzitter deelt mede, dat schrijven is ingeko men, dat do verordening voor bet op de ouders ver halen van schoolgelden voor leerlingen op de school voor Nijverheidsonderwijs te Hoorn niet is goedge keurd. Ged. Staten geven in overweging die veror dening in te trekken. Voorzitter zegt dat B. en W. nu voorstellen tot intrekking der verordening over te gaan. De heer Vijn: We moeten intrekken wel goedvin den, maar ik vind het toch een beetje krenterig dat ouders die het kunnen betalen, dat niet zullen doen. Met allen voor wordt tot intrekken besloten. Van de Federatie Hollands Noorden der Ned. Ver. tot afschaffing van alcoholische dranken is verzoek ingekomen om subsidie. Wordt aangehouden tot de behandeling der be grooting. Een verzoek om steun, ingekomen van het hoofd bestuur der Ned. Vereen, tot afschaffing van alcoholi sche dranken, zal bij de begrooting worden behan deld. Dan is nog ingekomen een adres van de afdeeling van het WitGele Kruis, Roomsch Katholieke Ver- eeniging voor Ziekenverpleging, waarin subsidie wordt gevraagd. Eveneens aangehouden tot de begrooting. Volgt schrijven van het hoofdbestuur van het Ned. Roode Kruis, dat op 30 September a.s. collectedag wordt gehouden. Verzocht wordt ook hier dien dag collecte te houden. Voorzitter acht het Roode Kruis een zeer nuttige instelling. De Minister heeft een schrijven gezonden, waarin dc aandacht op dezen collectedag wordt gevestigd en in overweging wordt gegeven, steun te verleenen. De heer Vijn meent dat de oogst niet groot zal zijn. De heer Bossen: We moesten het maar laten rus ten. Er wordt al zooveel gecollecteerd. De heer Schilder wijst op het nut van het Roode Kruis. Voorzitter zegt de Raad voelt er wel niet voor om zelf te collecteeren. We zouden er jonge dames voor kunnen vragen. Voorzitter leest nog een toelichting op het schrij- van van het Roode Kruis en zegt daarna, te zullen trachten een comité van jonge dames voor het hou den van collecte te vormen. Wordt goedgevonden. Van D. Rempt, klokopwinder en doodgraver te Aartswoud, is verzoek ingekomen om gelijkstelling van salaris met zijn collega te Hoogwoud. Zal bij de begrooting worden behandeld. Ingekomen is een verzoek van den heer Niele in de Weere om een stukje gemeentegrond vlak achter zijn erf aan hem te verhuren. Voorzitter zegt: B. en W. willen die Are grond voor den tijd van 4 jaren a f 12.50 per jaar aan Nielo verhuren. Algemeen goedgevonden. Van den rijksontvanger te Spanbroek is schrijven ingekomen omtrent te houden zitdagen te Aarts- woud Die worden thans aldaar in het lokaal van kastelein Veerman gehouden en adressant zou daar voor gaarne hebben een door de gemeente beschik baar te stellen lokaal bv. een schoollokaal te Aarts- waud, met tafel, schrijfgereedschap en een paar stoelen. B. en W. zouden het gewenscht vinden de zitting in de kerkekamer aldaar te doen plaatsvin den en hebben zich daartoe reeds tot den Pres.-Kerk voogd gewend. Mocht er bezwaar zijn, dan zullen we een schoollokaal beschikbaar stellen. Goedge vonden. Ingekomen begrooting der Gezondheidscommissie to Hoorn, sluitende in ontvangst en uitgaaf op f 2003.57/4. Met f68.57 voor onvoorzien. De in het ge bied ressorteerende gemeenten' zullen 3 cents per in woner hebben bij te dragen. Voor onze gemeente wordt dat f 62.40. Zal bij de gemeentebegrooting aan de orde komen. Verslag der vereen. „Volksmin" over 1921 en '22. De rekening sluit met f 24.64, batig saldo. Van de 234 leerlingen moesten slechts 2 worden uitgezonderd Bostil zeide niets, maar liep naar don oever en ging op eer: steen ritten kijken en luisteren haar langzaam kolkenden rooden stroom der rivier Als iemand den Colorado kende, dan was hij liet. Hij vergiste zich nooit ra rijn voorspellingen omtrent wat de rivier zou gaa-n doen. En nu luisterde hij. alsof bet doffe geruisch. het fluisterende gekolk, het plotselinge vreemde geplas woorden waren, alleen voor zijn ooren bestemd. De rivier was laag. Zij scheen uitgeput. Zij was vuilrood van kleur en stroomde traag voorbij. Op sommige oogemblik- ken was de stroom bijna onmerkbaar en dan weer vrij snel. Zij scheen een onstuimige, wachtende, maar toch onvermijdelijke rivier, mei een onbarmhartig doel voor oogen. Zij had een duizend stemmen, maar niet die, welke Bostil. zoo graag zou willen hooren. Hij ploeterde soullier liet pad op, rustend in de rustige, aonkere plekken van den canon', afkecrig pin ïh het heldere daglicht te klimmen. Eenmaal in het dorp schudde Bostil zich als om een kwade, drukkende betoo- vering van zich af to werpen.. De races zouden over oen paar dagen gehouden wonden. Piutes en Navajo's kampeerden in de salievelden en ieder uur weixl hun aantal grooter Boslii liep het 'dorp ju, 'zich grimmig bewust., dat dt aanwezigheid van Indianen, pikeurs en paardén, de drukte en het lawaai en 'de kleurenschittering, de nade ring der groote races dingen, die hem vroeger jaircr in verrukking gebracht hadden op de een of andere wijze hun bekoring voor hem hadden verloren. Hij was veranderd Hij had iels in zich, dat niet goed was. Maar hij moest toch als van ouds de bezoekers gaan verwelko men; hij, die altijd de ziel van die dagen gewieesfl was, moest uiterlijk dezelfde rijn. En dat viel' hem des te moeilijker, omdat oude vrienden onder de Indianein en de pikeurs hem zoo hartelijk kwamen begroeten. Bostil wist, dat hij ©en geslepen paardenhandelaar ge weest was, maar hij was eveneens een goed vriend ge weest. Verscheidene Indianen en pikeurs hadden hem veel te danken. Dus werd. hij overal aangefoepen ep omringd, totdat de oude opwinding van "wedden ön schertsen en plagen weer vat op hem kreeg en hij rijn somber gepeins' vergat Brackton's herberg was öls altijd de groote trek pleister voor alle bezoekers. Nacomber was luist binnen gekomen vol geestdrift over het paard, dat hij had Laten inschrijven. Iwee Navajo-opperhoofden, Old Horse en Silver, zooals de blanken ,ben noemden, waren er na lange jaren ook weer. Cal Blinn« rijn; pikeurs 'van Durango waren ook gearriveerd, evenals Colson, Stick» en Burthwait, oude vrienden en concurrenten van Bostil. Een tijd lang was het vnoolhk bij Brackton. Er werd wat gedronken en voel gewed. Het was karakteristiek voor Bostil, (fat hij iedere weddenschap, die op den King aangeboden werd, aannam, terwijl hij bovendien alle andere weddenschappen op andere paarden ook aanvaardde. Waren rijn eigen paarden in net spel, dan wedde hij op een geslepen manier, fliaar voor races, waarin rijn paarden niet meeliepen, scheen hij te wed den voor zijn pleirier,- onverschillig of hij won ól verloor. Hel feit bleef echter bestaan, (fat er slechts twee weddenschappen tegen den King waren, beide van In dianen. Macomber wedde voor de tweede of derde plaats voor zijn paard in de groote race. „Zeg eens, waar is Wetherby?" vroeg Bostil plotse ling. „Hij zal wel op rijn paard zetten." „Wetherby komt morgen," antwoordde Macomber. „Maar je kan hem twee tegen een krijgen." nZeg,Bostil," zeide de oude Cal Blinn, je moet voor mij wachten, tot ik den King heb zien loopen. Misschien geef ik je gelijk geld. „En vat mij betreft, Bostil," zeide Golson, ik weet nog niet welk paard ik spelen 2alL" Burthwait, een oude pikeur, ging naar de lessenaar yan Brackton en liet een weddenschap inschrijven legen net veld, die alle aanwezigen verbaasd deed opkijken, „Lieve hemel, kerel, jij spuugt er ook niet op," riep Bostil bewonderend uit, terwijl hij rijn hand op Burth wait's schouder legde. „Bostilj ik heb een prachtpaard," antwoordde Burth wait „Hij is vier jaar, vermoed ik, want hij is in. het wild geboren en je hebt hem nooit gezien." ?JEen wild paard, Hum," bromde Bostil ,Je schijnt wei overtuigd, dat hij loopen kan." „Nou Bostil, een bliksemstraal is nergens bij hem." „Nou, ik ben blij het te hooren," zeide Bostil brom merig. „Brack, hoeveel paaiden zijn er nu voor de groote raoe ingeschreven?" ,Xaat eens kijken," antwoordde Brackton- „Sage King van Bostil. Blue Roan. en Peg van Creech, Whitefoot van Mooember, Rocks van Holley, Hossshoes van Blinn, Bay Charlev van Burthwait Dan nog twee mustangö van Old Hoss en Silver en jen slotte WiljHifire» van Lucy Bostil. „Wat zeg je daar het laatst?" vroeg Bostil. „Wildfire van Lucy Bostil," herhaalde Brackton. „Heeft het meisje een paard laten inschrijven?"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 5