Algmtu lïitins- NIEUWE ABONNÉ's Woensdag 13 September 1922. 65ste Jaargang. No. 7094. Uitgeversi N.V. vl ÏKAPMAN Co, Sctiagen ontvangen de nummers die nog tot 1 October a.s. verschijnen, GRATIS. Ingezonden Stukken. Uit en Voor de Pers. Binnenlandsch Nieuws. SCHADE» Dit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 'a morgens 8 mur, woeden Adver- tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. COURANT. POSTREKENINO No. 23330. - INT. TELEF. no. 20 Prijs per 8 maanden fl.06. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels 1.10, iedere regel meen 20 cent (bewljsnOo inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend. WEENEN HEEFT MEER DAN OOIT ONZEN STEUN NOODIO. Naar aanleiding .van de meer dan verontrustende berichten, welke wij van ofücieele zijde uit Weenen ontvingen, zijn wij besloten onze actie verder voort te zetten en hopen we vele pleegouders te vinden, die bereid zijn gedurende den winter een Weonscn kind in huis te nemen. Vergeet vooral niet, dat in alle standen en rangen in Weenen gebrek geleden wordt en dat wij nu eens hopen ook in bwtöra krin- gem een open deur te vinden. Om u een idee te geven 'hoe duur het leven in Weenen is, laten wij hier eonigo prijzen volgen: 1 Ko. vet Kronen 48000.— en schaarsch 1 Ko. kolen 1000.— 1 Ko. rundvleesch (3e srt.) 16000. 1 brood 4000.— tot 6000.— 1 Ko. suiker 9000. 1 Ko. grismeel 15000.— Een goed vakkundig werkman verdient per week Kr. 120.000.Daarvan kan de man precies 2 dagen loven met. vrouw en kinderen. Een zeer hoog ge plaatst ambtenaar heeft per maand Kr. 400.000. pensioen en lijdt ontzettende armoede. Niemand kan er aan denken zich iets van kleeren aan te schaffen. Alhoewel de tijden ook hier niet bepaald gunstig te noemen zijn, zoo meenen wij toch wel, dat ei; nog velen zijn, die iets kunnen bijdragen om de armé Weeners te helpen. Elke gave, ieder naar zijn ver mogen. in geld, kleeren, ondergoederen, schoenen, levensmiddelen, enz., wordt in grooten dank door ons aanvaard. Zendt uwe gaven naar Vereenigde Plaatselijke comité's. Korte Houtstraat 24, Den Haag. Wilt u een kind gedurende eenigen tijd in uwe woning opnemen, geeft u dan op bij uw plaatselijk comité. Namens de V.P.C. voor Noodlijdend Oos tenrijk, Gewestelijke centrale N.-Holland boven het IJ, Mevr. BOSMA—van Strijen. Mevr. RIENKSKol van Kluyve. „Sombere perspectieven." In De Gemeente, orgaan van de Vereeniging van Sociaal-democratische Gemeenteraadsleden, schrijft VI. d(e heer W. H. Vliegen, lid van de Tweede Ka mer en wethouder van Amsterdam) onder boven staand hoofd: Gouverner c'est prévoir, zegt het Fransche spreek woord, dat, vertaald, luidt: regeeren is vooruitzien. Wie Staat of gemeente of eenig ander openbaar li chaam besturen wil, moet weten vooruit te zien. In de eerste plaats geldt dit wel van de financiën. Me nig partijgenoot heeft eerst als raadslid eenig begrip gekregen van de beteekenis van het financieele vraagstuk voor heel on/,e hervormingspolitiek.. Als raadslid krijgt men al spoedig begrip van deze een voudige werkelijkheid, dat om een gulden uit te ge ven, jo hem eerst moot hebben en nog van deze an dere, dat je een gulden die je maar éénmaal' int, ook maar éénmaal kunt uitgeven. Zoodat tegenover het aangename van het uitgeven, altijd het onaangename staat het geld ergens vandaan te moeten halen. In zake de gemeentepolitiek is in den laatsten tijd voor wat de financiën betreft, zetfe? een misverstand gerezen. Hot jaar 1921 in bijna overal 'een buitenge woon goed financieel jaar geweest en heeft in vele gemeenten groote overschotten opgeleverd Amster dam eri Rotterdam ieder 10 millloen, Den Kaag 4, TItrocht 1H millioen en verder schier overal soliedo bedragen. Bij slechte kenners van do gemeentefi- nanciën zal dit ongetwijfeld den indruk wekken van een zekere overvloed en ook wel 't idee dat er geen kwestie van de financieele verhouding van Rijk en gemeente meer behoeft te bestaan. In enkele gemeen ten heeft men zelfs gemeend, over te kunnen gaan tot teruggave van „te veel" geheven belasting. Wij vreezen, of liever, wij weten wel zeker, dat zij die den toestand zóó bekijken, het in de kunst van vooruitzien niet ver hebben gebracht. De financieele toestand is namelijk zeer donker. Het goede jaar 1921 is geheel veroorzaakt door de abnormaal hooge opbrengsten der inkomstenbelas ting die gevolg waren van do abnormale hoogkon- jvmktuur van 1919/20, toen zoowol de geheele nijver heid als de landbouwi en- handel en scheepvaart reu- Z( 'iwinsten hebben gemaakt, die zich in de inkom sten en daardoor in de inkomstenbelasting weerspie gt Iden. Het zal wel geen betoog behoeven dat dit uit is. Sinds het begin van 1921 gaat ongeveer alles heel slecht. Wij beleven een zware elconomische krisis, waarvan het einde nog door niets wordt aangekon digd. De reusachtige tekorten op spoor-, post-, tele- graafbedrijven geven een beeld van wat zoowat over al geschiedt. Feit is dat do inkomstenbelastingop brengsten met sprongen omlaag zullen gaan. Dui zenden goede betrekkingen zijn opgeheven, van tienduizenden zijn de salarissen en loonen verlaagd. Do particuliere' bedrijven kunnen dat in een tijd van overvloed van werkkrachten maar al te gemakkelijk doem Do gemeenten komeni nu, evenals het Rijk en ver dere openbare lichamen, voor financieele tekorten te staan, die slechts op twee wijzen te bestrijden zijn: door vermeerdering der inkomsten, gelijkstaand met zware belastingverhooging, of door vermindering der uitgaven. Belastingverhooging zal echter schier onmogelijk zijn in een tijd als deze, wa&rin van groot© massa's do Inkomsten lager worden. D© c^goiijkhefsd ven be lastingdruk in de verschillende gemeenten is daar voor ook nog een hi7:ü©rp£>at. 7n dis gemeensten waar veel grootkapitaal! zit en da be-tesiin# hoog 5a, dreigt altijd hot gevaar van vertrek. Want er zijn aog altijd eenige /jua to&vfcaoS-.tscwmdei). weor, door de aanwezigheid van naar verhouding veel- groote inkomens, de gemeentebelasting naar verhou ding laag is. Wij vreezen dan ook dat maar heel weinig ge meenten in de gelegenheid zullen zijn door belasting verhooging de moeilijkheden te overwinnen. Het andere middel is: verlaging der uitgaven. Voor ons is het een vanzelfsprekend iets, dat verla ging van salarissen en loonen daarbij het allerlaatst in aanmerking komen. Daar zijn wij in elk geval nog niet aan toe. Maar aan één ding zijn wij wèl toe. In schier elk bedrijf, particulier of overheidsbedrijf en -eveneens in ongeveer alle diensten, is het in den tijd die ach ter ons ligt druk geweest en heeft menveel perso neel aangesteld dat thans overbodig is. Terugkeer tot 'n economisch gebruik van werkkrachten en ver mindering van deze waar er te veel zijn, is iets waar tegen wij ons niet mogen verzettem Dat mogen o.i. ook de vakorganisaties niet doen. Aandringen op een voldoende wachtgeldregeling, en in 't algemeen op maatregelen die den overgang in anderen werkkring zonder al tu voel ).e©& doen plaats hebben, ligt natuurlijk wèl op naar weg. Maar vooral wie voorstander is van gemeenschapsbedrijf, moet zich op het standpunt stellen dat dit gemeenschapsbedrijf economisch werkt, zoodat de prijzen van hot pro- dukt de laagt mogelijke kunnen zijn, waardoor van zelf ook het grootst mogelijke verbruik wordt moge lijk gemaakt, en bedrijfsuitbreiding weer tot meer werkgelegenheid leidt. En wat de diensten betreft die geheell uit de belastingen moeten worden betaald gaat het zeker niet aan méér belasting te vragen van de bevolking om overbodig personeel te onder houden. Deze -dienst met het personeel dat strikt- noodig is om ze goed te doen functioneeren, te doen volstaan is de natuurlijke taak van elk goed bestuur der. Willen de gemeenten in staat blijven hun sociale taak te vervullen, dan moeten er financiën zijn, en wo moeten allen beseffen, dat wij in dit opzicht een moeilijken tijd beleven. Een sociaal-democraat stelt de gemeenschap boven het individu en het ligt niet op zijn weg de gemeenschapsmiddelen uit te putten en het gemeenschapswerk lam te slaan om sommige groepen of individuen buitengewoon te bevoorrecht ten. De strijd tusschen groepsbelangen en gemeen schapsbelangen zal in den eerstkomenden tijd me nig moeilijk oogenblik opleveren. Voor en aleer de internationale politieke verhou dingen zóó verbeterd zijn dat het internationale economische leven zich weer geheel herstellen kan, zal van een verdere krachtige ontplooiing van onze sociale politiek, wel niet veel komen. Dit is een on aangenaam feit, en feiten zijn leelijke dingen. Aan kritiek op het kapitalisme en de voorspelling van zijn ondergang is het overige gedeelte van het artikel gewijd. n(jn handen rijn thans niet meer* rood en ruw zooals vroeger, omdal iknu LIFEBUOY-ZEEP <3<?bruik die de huid absoluut pein houdt en beschermt. De LEVEB'S ZEFP M* VLAARDtriGEM fabrikanten van Sunlighi en Twtnk ONGEVALLEN DOOR AANRAKING VAN ELEC- TRICITEITSDRADEN. Het provinciaal electriciteitsbedrijf van N.-Hol- land heeft een circulaire aan de gemeentebesturen gezonden, waarin het wijst op een drietal ongeval len met doodelijken afloop, in den laatsten tijd voor gekomen door aanraking van een draad van een laagspanningsnet. Het eerste werd veroorzaakt doordat iemand in de duisternis in aanraking kwam met een door den storm losgeraakten draad van een laagspanningsnet en het tweede doordat iemand in contact kwam met een gebroken telefoondraad, wel ke over het laagspanningsnet was gevallen. Het derde vond zijn oorzaak hierin, dat een opperman bij het beklimmen van een ladder contact maakte met oen stroomvoerenden draad van het laagspan ningsnet. In verhand mot de v.icfc e;*.:8ds uitbreidende toe passing van «•LecLrisch© arbeidsvermogen voor ver lichting en krachtdoeleinden en het daardoor ook toenemende gevaar, wordt de aandacht gevestigd op de wenschelijkheid van het nemen van preventie ve maatregelen, bestaande in het verspreidsn van juiste denkbeelden omtrent het weren van het ge vaar, dat door het publiek nog te weinig wordt be- Allereerst is de dwaling nog ruim verspreid als zou aanraking van geleidingen onder lage spanning (110/120 volt) niet gevaarlijk zijn. Dat niets minder juist is wordt wel aangetoond door de drie bovenver melde voorvallen, Inderdaad levert in het algemeen stroom onder lage spanning minder gevaar op, doch tegenover ongevallen met doodelijken afloop veroor zaakt door stroom onder lage spanning, zijn ge vallen bekend, waarin een stroom onder een span ning van 10.000 volt slechts enkele minder bedui dende verwondingen veroorzaakte. Alles hangt hier af van de omstandigheden, den vochtigheidstoe stand van de lucht, den weerstand van het lichaam van den getroffene, de innerlijke deelen welke door den stroom worden getroffen, de wijze waarop de getroffene contact heeft met de aarde enz. enz. Ook bij1 stroom onder lage spanning is derhalve de groot ste voorzichtigheid geboden. Gewezen wordt op de gevaren verbonden aan het betreden van transformatorruimten, het klimmen in palen van het geleidingsnet en het slingeren van touwen en andere voorwerpen over stroomvoerende draden, welke dikwijls op gemakkelijk bereikbare plaatsen in de perceelen worden ingevoerd, terwijl tenslotte ook binenshuis de noodige voorzichtigheid dient te worden betracht bij het gebruik van appara ten1 voor huishoudelijke doeleinden, waarbij men toe ziet dat bij snoeren de isolatie niet beschadigd is ter wijl men ook zelfs bij het gebruik van stopcontac ten en het inschroeven van lampen do zorg in acht neme, dat slechts geisoleerde doelen worden aan geraakt. Temeer is het wenschelijk, dat het publiek van de gevaren doordrongen ia, in verhand met. het ?®it, dat tot nu too de arbeidsinspectie haar con trole beperkt tot fabrieken en werkplaatsen. Terwijl voor deze inrichtingen alle veiligheidsmaatregelen minutieus worden voorgeschreven, ontbreekt voor slwÊrische installaties en leidingen buiten zoodanige inrich tingen elke controle van rijkswege. De gemeentebesturen zouden kunnen bevorderen, dat aan onderwijzers en andere ambtenarer», die door den aard hunner werkzaamheden in ateat J.jn juiste begrigsgxan in te v$rspr-9id<M\ wordt opge dragen aan dit onderwerp eenige aandacht te wijden De ingenieurs van het provinciaal electriciteitsbe drijf zullen gaarne bereid worden gevonden de noo dige voorlichting, waar die gewenscht mocht wor den, te verstreken. DE FINANCIëN VAN WORMERVEER. Men schrijft-o|n,s uit de Zaanstreek: In de laatste ziltiing van den Wjonnervearschen ge meenteraad kwamen, als altijd, de financiën weer ter 'Loops aan de orde De heer Ferf (lib.) was vam meeningj, dat B. en W. geen plannen,, die hooge uitgaven eischen, behoefden te maken en voor extra-werken i q. cen trale verwarming ziekenhuis, kosten f 10.000 niets zouden kunnen besteden, 'daar men er 'zeker de eerste (10) jaren niet in slagen zou lteeningen te plaatsen of kasgelden op te tn£men, als men bleef doorgaan met re geeren. zooals men thans deed. Wethouder Binnendijk (soc.-dem.) was van een andere meerling. Hij verklaarde opnieuw, dat Wormerveer er niet slechter voorstond dan eenige' andere gemeenten, al gaf liij toe niet aan kasgelden te kunnen komen noch vaste leeningen te kunnen plaatsen. Doch hij meende te kunnen verzekeren, dal reeds dit jaar de credietwaardig- heid van Wormerveer weer zou worden erkend en aan vaard en dat er reeds spoedig een gunstige wending in den financieelen toestand zou komen. Ter bevoegder plaatse informeerend, vernamen wij, dat B. en W. van. Wormerveer een conferentie met de regeering aangevraagd hebben om nader te overleggen omtrent de door de regeeralng gestelde voorwaarden voor financieelen steun, daar deze voorwaarden, naar mep dacht, niet voetstoots door het gemeentebestuur te aan- j vaarden zouden zijn. Deze conferentie zal eerstdaags plaats hebben en leidt zo niet tot een gunstig resultaat, dan denkt men thans langs andere wegen alsnog tot verruiming van middelen te 'kunnen komen. Een meevaller uit de belastingen 1921—1922 van ruim f 60.000 heeft het gemeentebestuur in staat gesteld diverse betalingen te doen en ook een gedeelte van de kasgeld- let ningen bij den geldschieter der gemeente den Eheer Schaap af te lossen. Imtusschen heeft deze nog een oud tegoed va,n ruim f 200.000, waarvoor oogen- blikkelijk geen gelden rijn te vinden. Daar komt nog bij, dat Wormerveer een verlies van ruim f 20.000 van L)e Arbeid en evenveel van Goed Wonen zal hebben te dekken, daar ook deze laatste bouw vereeniging b riüh! ontving, dut liaar een verhoogd voorschot is geweigerd. Alles tezamen genomen staat het er met de gemeentetb fcajicdën te Wormerveer zeker nog niet zoo schitterend voor. ui is zij de esMge niet, die in deze omstandigheden verkeert, zoo zit het' naburige Wormer b.v. met een tekort over 1921 van lruim f 163.000 en ook 'daar is geen dekking te vinden. HONDSDOLHEID BIJ EEN PAARD. Hierover doet de districtsveearts te Groningen in het verslag van het Veeartsenii'kundig Staatstoezicht over 1920 mededeelingen, waaraan wij het volgende ontleench: Up 14 Februari stierf bij een landbouwer in de ge meente Aduard een paard onder typische verschijnselen,' van hondsdolheid. Het dier, een drachtige harddravers- merrie. had eenige dagen minder goed gegeten en was erg bijterig geworden. Het was een paard met weel temperament, altijd afgunstig op andere paarden. Daarom werci door den eigenaar aan dat blijten geen bijzondere aandacht geschonken. Toen men op den morgen van 14 Februari in den paardenstal kwam, was het dier los gebroken, had ramen vernield, gebeten in muren, kribben en üatierpalen en ook twee er naast staande paarden. Van het derde, dn denzelfden stal aanwezig paard, kon dat met met zekerheid worden geconstateerd. Een der twee naaststaande dieren was op tal van plaatsen ver wond. Rondom de wonden waren de haren met bloed bedekt. Het kon [niet anders of dat bloed was afkomstig van het dolle dier, dat zijn mond door het bijten op glas, ijzer en steen, deerlijk had gehavend. Met veel' moeite kreeg men het dier in een box, .waar het stierf, nog voor de te hulp geroepen veearts ter plaatse iiad kunnen zijn. Het beeld was zco duidelijk., vooral ook door de waargenomen verlanimingpverschijnselen,, dat geen twijfel bestond omtrent de diagnose. Te-n overvloede werd het hoofd opgestuurd naar het Instituut voor Para sitaire en Infectieziekten van prof. de Blieck. Het hersen onderzoek toonde aan, dat het paard had geleden aan hondsdolheid. Nu kwam uit, dat het dier 22 September 1919 was 'gebeten door den dollen hond. die toen op het erf van dezen landbouwer was doodgeschoten. Men had dit, ook bij herhaalde navraag, stelselmatig ontkend. I blijkbaar omdat men vreesde voor de maatregelen, en men daardoor niet meer aan de h?. 1919 te houden drave- rijen zou kunnen deelnemen. Dit eene geval leert, flat de termijn '.ar vier ma.«nden, genoemd voor verdacht rijn van hondsdolheid, ten aanzien van paarden in het Kon- besluit van 10 Juli 1896, te kort is, In Dultschlapjdi heeft men érzen i termijn trouwens, evenals voor runderen, gesteld op zes maanden. I De andere drie paarden werden verdacht verklaard. I Twee arbeiders, die het zieke dier naar de box hadden gebracht bij tfce gslsganbekl hun handen geschramd! aan muren en schutten 7tn o>p dve schramm^r. hadden gekregen van hri dolle paard, vertrokken naar I Utrecht, tóch oudar stefc mm p<r©f. Spronck. De verdachte paarden rijn"behandeld met entstof en gezond gebleven. EEN NOODLOTTIG SLAAPPOEDER. De landbouwer S., te Nieuw-Bufiien, nam voor hoofd pijn eem slaappoeder. De hoeveelheid was zeker te groot, want de dokter g|af al dadelijk weinig hoop. S. werd naar het ziekenhuis te Grotningen overgebracht, waar hij is overleden. BEDRIJFSSLAPTE. Wegens slapte in het "bedrijf zijn Zaterdag JJ, aan de fabriek der N.V. Deventer Ijzergieterij e(ni Machinefabriek v.h, Nering Bögel Cn Go., en van die Overijisielsche IJzer- gieterij en Machinefabriek te Deventer resp. 60 en 30 werklieden ontslagen. IN DE MODDER GESTIKT. L>e zoon valn den landbouwer V. V. In de buurt van Lakerveld (gem. Lexmond), die aa[n: het baggeren was, had het ongeluk in de sloot te vallen, met het noodlottig gevolg, dat hij in de modder stikte. AARTSWOUD. Onze plaatsgenoot H. M. Koeten behaalde te 's Gravenhage het certificaat 2e klasse als radio telegrafist. Hij was een leerling van de Radioschool te den Helder. ODUKARSPEL. Dinsdagmiddag vergaderde de visschersvereeni- ging afd. Geestmerambacht, in het lokaal van den heer P. Kuilman. Aanwezig 34 leden. De voorzitter opent met een woord van welkom de vergadering, zijn genoegen uitsprekende over het groot aantal opgekomen leden, waaromtrent het be stuur de laatste jaren niet verwend is. De secretaris, de heer P. Glas, leest de notulen, welke worden goedgekeurd. Naar aanleiding van de notulen merkt de heer Veldhuis op, dat in de laatste vergadering besloten is om de hengelvergunningen aan de ingezetenen gratis uit te reiken en aan de buitenstaanders voor een gulden. Dit besluit is echter door het bestuur niet gehand- haafd, want er moest door ingezetenen tevens 25 ct. en door niet ingezetenen 2 gulden betaald worden. Voorzitter: De toevloed van aanvragen was zoo groot, dat het niet mogelijk, was om daarvoor steeds klaar te staan, waarom een kwartje geheven werd om de moeite vergoed te krijgen. Wij meenden, dat dit niet zoo erg was. Men bleek er nogal tegen op te komen, waarom het bestuur het zaakje heel gauw heeft laten zakken De heer Veldhuis wees er op, dat het besluit niet gehandhaafd is, wat natuurlijk de voorzitter toe geeft. i De heer Leegwater vroeg, waarom/ buitenmenschen vrij mogen visschen. Uit de discussies blijkt, dat de kantonrechter te Alkmaar geen medewerking wenscht te verleenen I zoodat het niets baat als proces-verbaal wordt op- gemaakt, Verder deelt voorzitter mee, dat de visschers die geen carbol eum gekocht hebben, omdat ze meen den dat door het zoute water de rietworm verdwe- nen was, gelijk gehad hebben. Deze blijkt totaal vernietigd te zijn. Ook de Azalla is door het zoute water grondig vernietigd. Geen plantje is meer te vinden. Er is een proef genomen om jonge snoek kunst matig te telen, doch het is totaal mislukt. Het weer liep tegen en de snoek wilde niet rijp worden. We hebben een mooie partij snoekbroed gekregen. Tot heden hebben we ze nog niet zoo mooi gehad. Er is 2000 pond jonge paling uitgezet. Aan de orde komt hierna een verzoek van de le den, om de maat van blei terug te brengen van 35 op 30 c.M. Het bestuur heeft geen voorstel, doch de voorzitter meent, het verzoek niet te moeten aanbe velen. De heer Veldhuis, die het vorigjaar vurig voor-* stander van 35 c.M. was. is daarop terug gekomen en stelt voor, terwille van den vrede de maat op 30 c.M. terug te brengen. Bovendien wil de Rijksveld wachter met de maat van 35 c.M. niets te maken hebben. Deze schijnt zich te houden aan de maat van 20 c.M., waarop de voorzitter meedeelt, dat dit ten onrechte is, want wel is de Rijksmaat 20 c.M., doch in geheel Noordholland mag geen blei beneden 30 c.M. gevangen worden. De heer Veldhuis heeft enkele stuks meegeno men om te bewijzen, dat de maat van 35 c.M. te groot is. Van deze maat wordt slechts een zeer en kele gevangen. De heer J. Vlug wijst er op, dat met het verlagen van de maat de visschers bezig zijn hun eigen gla zen in te gooien. De kleine blei gaat in Londen de mest op. De blei brengt daar op het oogenblik 15 ct. per pond op, waar afgaat 8 cent voor vracht en 4 cent voor verpakking, zoodat er 3 cent voor thuis komt. Het was te wenschen, dat het kon, doch ze willen ze in Londen niet anders dan 'n pond. Houdt de maat op 35 c.M., het is een opschorting van 4 maanden. Wil men het dan absoluut, neem dan voor twee of drie weken een proef. Dan zijn er de Jood- sche feestdagen, in welken tijd ze nog wel gebruikt kunnen worden. Ze moeten naar Engeland, want Duitschland kan ze niet gebruiken door den geld koers. De heer A. Vlug merkt op, dat het vorig jaar het besluit van 35 c.M. genomen is, doch er nog geen gelegenheid was er de proef mee te nemen. Ten slotte wordt gestemd en wordt besloten met 23 voor 30 c.M., 4 voor 35 c.M. en 7 blanco, de maat op 30 c.M. te bepalen. Het bestuur stemt blanco, omdat het in deze geen verantwoordelijkheid wil aanvaarden. Voorstellen voor de algemeene vergadering en voor de bondsvergadering komen niet naar voren. Aan de orde komt hierna een voorstel van den heer A. Vlug, om bij overtreding van het beschadi gen van een ander zijn vischtuig, direct het lid te royeeren. Enkelen komen tegen het vaststellen van een zoodanige bepaling op, omdat het feit zoo moeilijk te constateeren is. Bij meerderheid van stemmen verklaart de verga dering zich voor het voorstel. Punt 5 is bespreking invoer van Duitsche paling. Het bestuur meende als gevolg van de feiten die zich voordoen, dit punt eens in bespreking te bren gen. In Zaandam was een heele spoorwagon vol te gelijk aangekomen en op bijna elke kermis komt een auto vol. Dit is zeer van invloed op de Holland- sche paling. De heer A. Vlug merkt op, dat het niet alleen de Duitsche is, doch ook de Deensche gaat men straks

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1922 | | pagina 1