Algmtu lïitins-
NIEUWE ABONNÉ's
Woensdag 13 September 1922.
65ste Jaargang. No. 7094.
Uitgeversi N.V. vl ÏKAPMAN Co, Sctiagen
ontvangen de nummers die nog
tot 1 October a.s. verschijnen,
GRATIS.
Ingezonden Stukken.
Uit en Voor de Pers.
Binnenlandsch Nieuws.
SCHADE»
Dit blad verschijnt viermaal por week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 'a morgens 8 mur, woeden Adver-
tentiön nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
COURANT.
POSTREKENINO No. 23330. - INT. TELEF. no. 20
Prijs per 8 maanden fl.06. Losse nummers 0 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels 1.10, iedere regel meen 20 cent (bewljsnOo
inbegrepen). Groote letters worden naar plaatsruimte berekend.
WEENEN HEEFT MEER DAN OOIT ONZEN STEUN
NOODIO.
Naar aanleiding .van de meer dan verontrustende
berichten, welke wij van ofücieele zijde uit Weenen
ontvingen, zijn wij besloten onze actie verder voort
te zetten en hopen we vele pleegouders te vinden,
die bereid zijn gedurende den winter een Weonscn
kind in huis te nemen. Vergeet vooral niet, dat in
alle standen en rangen in Weenen gebrek geleden
wordt en dat wij nu eens hopen ook in bwtöra krin-
gem een open deur te vinden.
Om u een idee te geven 'hoe duur het leven in
Weenen is, laten wij hier eonigo prijzen volgen:
1 Ko. vet Kronen 48000.— en schaarsch
1 Ko. kolen 1000.—
1 Ko. rundvleesch (3e srt.) 16000.
1 brood 4000.— tot 6000.—
1 Ko. suiker 9000.
1 Ko. grismeel 15000.—
Een goed vakkundig werkman verdient per week
Kr. 120.000.Daarvan kan de man precies 2 dagen
loven met. vrouw en kinderen. Een zeer hoog ge
plaatst ambtenaar heeft per maand Kr. 400.000.
pensioen en lijdt ontzettende armoede. Niemand kan
er aan denken zich iets van kleeren aan te schaffen.
Alhoewel de tijden ook hier niet bepaald gunstig
te noemen zijn, zoo meenen wij toch wel, dat ei; nog
velen zijn, die iets kunnen bijdragen om de armé
Weeners te helpen. Elke gave, ieder naar zijn ver
mogen. in geld, kleeren, ondergoederen, schoenen,
levensmiddelen, enz., wordt in grooten dank door
ons aanvaard.
Zendt uwe gaven naar Vereenigde Plaatselijke
comité's. Korte Houtstraat 24, Den Haag.
Wilt u een kind gedurende eenigen tijd in uwe
woning opnemen, geeft u dan op bij uw plaatselijk
comité.
Namens de V.P.C. voor Noodlijdend Oos
tenrijk, Gewestelijke centrale N.-Holland
boven het IJ,
Mevr. BOSMA—van Strijen.
Mevr. RIENKSKol van Kluyve.
„Sombere perspectieven."
In De Gemeente, orgaan van de Vereeniging van
Sociaal-democratische Gemeenteraadsleden, schrijft
VI. d(e heer W. H. Vliegen, lid van de Tweede Ka
mer en wethouder van Amsterdam) onder boven
staand hoofd:
Gouverner c'est prévoir, zegt het Fransche spreek
woord, dat, vertaald, luidt: regeeren is vooruitzien.
Wie Staat of gemeente of eenig ander openbaar li
chaam besturen wil, moet weten vooruit te zien. In
de eerste plaats geldt dit wel van de financiën. Me
nig partijgenoot heeft eerst als raadslid eenig begrip
gekregen van de beteekenis van het financieele
vraagstuk voor heel on/,e hervormingspolitiek.. Als
raadslid krijgt men al spoedig begrip van deze een
voudige werkelijkheid, dat om een gulden uit te ge
ven, jo hem eerst moot hebben en nog van deze an
dere, dat je een gulden die je maar éénmaal' int, ook
maar éénmaal kunt uitgeven. Zoodat tegenover het
aangename van het uitgeven, altijd het onaangename
staat het geld ergens vandaan te moeten halen.
In zake de gemeentepolitiek is in den laatsten tijd
voor wat de financiën betreft, zetfe? een misverstand
gerezen. Hot jaar 1921 in bijna overal 'een buitenge
woon goed financieel jaar geweest en heeft in vele
gemeenten groote overschotten opgeleverd Amster
dam eri Rotterdam ieder 10 millloen, Den Kaag 4,
TItrocht 1H millioen en verder schier overal soliedo
bedragen. Bij slechte kenners van do gemeentefi-
nanciën zal dit ongetwijfeld den indruk wekken van
een zekere overvloed en ook wel 't idee dat er geen
kwestie van de financieele verhouding van Rijk en
gemeente meer behoeft te bestaan. In enkele gemeen
ten heeft men zelfs gemeend, over te kunnen gaan
tot teruggave van „te veel" geheven belasting.
Wij vreezen, of liever, wij weten wel zeker, dat zij
die den toestand zóó bekijken, het in de kunst van
vooruitzien niet ver hebben gebracht.
De financieele toestand is namelijk zeer donker.
Het goede jaar 1921 is geheel veroorzaakt door de
abnormaal hooge opbrengsten der inkomstenbelas
ting die gevolg waren van do abnormale hoogkon-
jvmktuur van 1919/20, toen zoowol de geheele nijver
heid als de landbouwi en- handel en scheepvaart reu-
Z( 'iwinsten hebben gemaakt, die zich in de inkom
sten en daardoor in de inkomstenbelasting weerspie
gt Iden.
Het zal wel geen betoog behoeven dat dit uit is.
Sinds het begin van 1921 gaat ongeveer alles heel
slecht. Wij beleven een zware elconomische krisis,
waarvan het einde nog door niets wordt aangekon
digd. De reusachtige tekorten op spoor-, post-, tele-
graafbedrijven geven een beeld van wat zoowat over
al geschiedt. Feit is dat do inkomstenbelastingop
brengsten met sprongen omlaag zullen gaan. Dui
zenden goede betrekkingen zijn opgeheven, van
tienduizenden zijn de salarissen en loonen verlaagd.
Do particuliere' bedrijven kunnen dat in een tijd van
overvloed van werkkrachten maar al te gemakkelijk
doem
Do gemeenten komeni nu, evenals het Rijk en ver
dere openbare lichamen, voor financieele tekorten te
staan, die slechts op twee wijzen te bestrijden zijn:
door vermeerdering der inkomsten, gelijkstaand met
zware belastingverhooging, of door vermindering der
uitgaven.
Belastingverhooging zal echter schier onmogelijk
zijn in een tijd als deze, wa&rin van groot© massa's
do Inkomsten lager worden. D© c^goiijkhefsd ven be
lastingdruk in de verschillende gemeenten is daar
voor ook nog een hi7:ü©rp£>at. 7n dis gemeensten
waar veel grootkapitaal! zit en da be-tesiin# hoog 5a,
dreigt altijd hot gevaar van vertrek. Want er zijn aog
altijd eenige /jua to&vfcaoS-.tscwmdei). weor,
door de aanwezigheid van naar verhouding veel-
groote inkomens, de gemeentebelasting naar verhou
ding laag is.
Wij vreezen dan ook dat maar heel weinig ge
meenten in de gelegenheid zullen zijn door belasting
verhooging de moeilijkheden te overwinnen.
Het andere middel is: verlaging der uitgaven.
Voor ons is het een vanzelfsprekend iets, dat verla
ging van salarissen en loonen daarbij het allerlaatst
in aanmerking komen. Daar zijn wij in elk geval nog
niet aan toe.
Maar aan één ding zijn wij wèl toe. In schier elk
bedrijf, particulier of overheidsbedrijf en -eveneens
in ongeveer alle diensten, is het in den tijd die ach
ter ons ligt druk geweest en heeft menveel perso
neel aangesteld dat thans overbodig is. Terugkeer
tot 'n economisch gebruik van werkkrachten en ver
mindering van deze waar er te veel zijn, is iets waar
tegen wij ons niet mogen verzettem Dat mogen o.i.
ook de vakorganisaties niet doen. Aandringen op
een voldoende wachtgeldregeling, en in 't algemeen
op maatregelen die den overgang in anderen
werkkring zonder al tu voel ).e©& doen plaats hebben,
ligt natuurlijk wèl op naar weg. Maar vooral wie
voorstander is van gemeenschapsbedrijf, moet zich
op het standpunt stellen dat dit gemeenschapsbedrijf
economisch werkt, zoodat de prijzen van hot pro-
dukt de laagt mogelijke kunnen zijn, waardoor van
zelf ook het grootst mogelijke verbruik wordt moge
lijk gemaakt, en bedrijfsuitbreiding weer tot meer
werkgelegenheid leidt. En wat de diensten betreft
die geheell uit de belastingen moeten worden betaald
gaat het zeker niet aan méér belasting te vragen
van de bevolking om overbodig personeel te onder
houden. Deze -dienst met het personeel dat strikt-
noodig is om ze goed te doen functioneeren, te doen
volstaan is de natuurlijke taak van elk goed bestuur
der.
Willen de gemeenten in staat blijven hun sociale
taak te vervullen, dan moeten er financiën zijn, en
wo moeten allen beseffen, dat wij in dit opzicht een
moeilijken tijd beleven. Een sociaal-democraat stelt
de gemeenschap boven het individu en het ligt niet
op zijn weg de gemeenschapsmiddelen uit te putten
en het gemeenschapswerk lam te slaan om sommige
groepen of individuen buitengewoon te bevoorrecht
ten.
De strijd tusschen groepsbelangen en gemeen
schapsbelangen zal in den eerstkomenden tijd me
nig moeilijk oogenblik opleveren.
Voor en aleer de internationale politieke verhou
dingen zóó verbeterd zijn dat het internationale
economische leven zich weer geheel herstellen kan,
zal van een verdere krachtige ontplooiing van onze
sociale politiek, wel niet veel komen. Dit is een on
aangenaam feit, en feiten zijn leelijke dingen.
Aan kritiek op het kapitalisme en de voorspelling
van zijn ondergang is het overige gedeelte van het
artikel gewijd.
n(jn handen rijn thans niet meer*
rood en ruw zooals vroeger,
omdal iknu LIFEBUOY-ZEEP
<3<?bruik die de huid absoluut
pein houdt en beschermt.
De LEVEB'S ZEFP M*
VLAARDtriGEM
fabrikanten van
Sunlighi en Twtnk
ONGEVALLEN DOOR AANRAKING VAN ELEC-
TRICITEITSDRADEN.
Het provinciaal electriciteitsbedrijf van N.-Hol-
land heeft een circulaire aan de gemeentebesturen
gezonden, waarin het wijst op een drietal ongeval
len met doodelijken afloop, in den laatsten tijd voor
gekomen door aanraking van een draad van een
laagspanningsnet. Het eerste werd veroorzaakt
doordat iemand in de duisternis in aanraking kwam
met een door den storm losgeraakten draad van een
laagspanningsnet en het tweede doordat iemand in
contact kwam met een gebroken telefoondraad, wel
ke over het laagspanningsnet was gevallen. Het
derde vond zijn oorzaak hierin, dat een opperman
bij het beklimmen van een ladder contact maakte
met oen stroomvoerenden draad van het laagspan
ningsnet.
In verhand mot de v.icfc e;*.:8ds uitbreidende toe
passing van «•LecLrisch© arbeidsvermogen voor ver
lichting en krachtdoeleinden en het daardoor ook
toenemende gevaar, wordt de aandacht gevestigd op
de wenschelijkheid van het nemen van preventie
ve maatregelen, bestaande in het verspreidsn van
juiste denkbeelden omtrent het weren van het ge
vaar, dat door het publiek nog te weinig wordt be-
Allereerst is de dwaling nog ruim verspreid als
zou aanraking van geleidingen onder lage spanning
(110/120 volt) niet gevaarlijk zijn. Dat niets minder
juist is wordt wel aangetoond door de drie bovenver
melde voorvallen, Inderdaad levert in het algemeen
stroom onder lage spanning minder gevaar op, doch
tegenover ongevallen met doodelijken afloop veroor
zaakt door stroom onder lage spanning, zijn ge
vallen bekend, waarin een stroom onder een span
ning van 10.000 volt slechts enkele minder bedui
dende verwondingen veroorzaakte. Alles hangt hier
af van de omstandigheden, den vochtigheidstoe
stand van de lucht, den weerstand van het lichaam
van den getroffene, de innerlijke deelen welke door
den stroom worden getroffen, de wijze waarop de
getroffene contact heeft met de aarde enz. enz. Ook
bij1 stroom onder lage spanning is derhalve de groot
ste voorzichtigheid geboden.
Gewezen wordt op de gevaren verbonden aan het
betreden van transformatorruimten, het klimmen in
palen van het geleidingsnet en het slingeren van
touwen en andere voorwerpen over stroomvoerende
draden, welke dikwijls op gemakkelijk bereikbare
plaatsen in de perceelen worden ingevoerd, terwijl
tenslotte ook binenshuis de noodige voorzichtigheid
dient te worden betracht bij het gebruik van appara
ten1 voor huishoudelijke doeleinden, waarbij men toe
ziet dat bij snoeren de isolatie niet beschadigd is ter
wijl men ook zelfs bij het gebruik van stopcontac
ten en het inschroeven van lampen do zorg in acht
neme, dat slechts geisoleerde doelen worden aan
geraakt.
Temeer is het wenschelijk, dat het publiek van de
gevaren doordrongen ia, in verhand met. het ?®it, dat
tot nu too de arbeidsinspectie haar con trole beperkt
tot fabrieken en werkplaatsen. Terwijl voor deze
inrichtingen alle veiligheidsmaatregelen minutieus
worden voorgeschreven, ontbreekt voor slwÊrische
installaties en leidingen buiten zoodanige inrich
tingen elke controle van rijkswege.
De gemeentebesturen zouden kunnen bevorderen,
dat aan onderwijzers en andere ambtenarer», die
door den aard hunner werkzaamheden in ateat J.jn
juiste begrigsgxan in te v$rspr-9id<M\ wordt opge
dragen aan dit onderwerp eenige aandacht te wijden
De ingenieurs van het provinciaal electriciteitsbe
drijf zullen gaarne bereid worden gevonden de noo
dige voorlichting, waar die gewenscht mocht wor
den, te verstreken.
DE FINANCIëN VAN WORMERVEER.
Men schrijft-o|n,s uit de Zaanstreek:
In de laatste ziltiing van den Wjonnervearschen ge
meenteraad kwamen, als altijd, de financiën weer ter
'Loops aan de orde De heer Ferf (lib.) was vam meeningj,
dat B. en W. geen plannen,, die hooge uitgaven eischen,
behoefden te maken en voor extra-werken i q. cen
trale verwarming ziekenhuis, kosten f 10.000 niets
zouden kunnen besteden, 'daar men er 'zeker de eerste
(10) jaren niet in slagen zou lteeningen te plaatsen of
kasgelden op te tn£men, als men bleef doorgaan met re
geeren. zooals men thans deed.
Wethouder Binnendijk (soc.-dem.) was van een andere
meerling. Hij verklaarde opnieuw, dat Wormerveer er
niet slechter voorstond dan eenige' andere gemeenten, al
gaf liij toe niet aan kasgelden te kunnen komen noch
vaste leeningen te kunnen plaatsen. Doch hij meende te
kunnen verzekeren, dal reeds dit jaar de credietwaardig-
heid van Wormerveer weer zou worden erkend en aan
vaard en dat er reeds spoedig een gunstige wending in
den financieelen toestand zou komen.
Ter bevoegder plaatse informeerend, vernamen wij,
dat B. en W. van. Wormerveer een conferentie met de
regeering aangevraagd hebben om nader te overleggen
omtrent de door de regeeralng gestelde voorwaarden voor
financieelen steun, daar deze voorwaarden, naar mep
dacht, niet voetstoots door het gemeentebestuur te aan- j
vaarden zouden zijn. Deze conferentie zal eerstdaags
plaats hebben en leidt zo niet tot een gunstig resultaat,
dan denkt men thans langs andere wegen alsnog tot
verruiming van middelen te 'kunnen komen.
Een meevaller uit de belastingen 1921—1922 van ruim
f 60.000 heeft het gemeentebestuur in staat gesteld diverse
betalingen te doen en ook een gedeelte van de kasgeld-
let ningen bij den geldschieter der gemeente den
Eheer Schaap af te lossen. Imtusschen heeft deze
nog een oud tegoed va,n ruim f 200.000, waarvoor oogen-
blikkelijk geen gelden rijn te vinden. Daar komt nog
bij, dat Wormerveer een verlies van ruim f 20.000 van
L)e Arbeid en evenveel van Goed Wonen zal hebben
te dekken, daar ook deze laatste bouw vereeniging b riüh!
ontving, dut liaar een verhoogd voorschot is geweigerd.
Alles tezamen genomen staat het er met de gemeentetb
fcajicdën te Wormerveer zeker nog niet zoo schitterend
voor. ui is zij de esMge niet, die in deze omstandigheden
verkeert, zoo zit het' naburige Wormer b.v. met een
tekort over 1921 van lruim f 163.000 en ook 'daar is geen
dekking te vinden.
HONDSDOLHEID BIJ EEN PAARD.
Hierover doet de districtsveearts te Groningen in het
verslag van het Veeartsenii'kundig Staatstoezicht over 1920
mededeelingen, waaraan wij het volgende ontleench:
Up 14 Februari stierf bij een landbouwer in de ge
meente Aduard een paard onder typische verschijnselen,'
van hondsdolheid. Het dier, een drachtige harddravers-
merrie. had eenige dagen minder goed gegeten en was
erg bijterig geworden. Het was een paard met weel
temperament, altijd afgunstig op andere paarden. Daarom
werci door den eigenaar aan dat blijten geen bijzondere
aandacht geschonken. Toen men op den morgen van 14
Februari in den paardenstal kwam, was het dier los
gebroken, had ramen vernield, gebeten in muren, kribben
en üatierpalen en ook twee er naast staande paarden.
Van het derde, dn denzelfden stal aanwezig paard, kon
dat met met zekerheid worden geconstateerd. Een der
twee naaststaande dieren was op tal van plaatsen ver
wond. Rondom de wonden waren de haren met bloed
bedekt. Het kon [niet anders of dat bloed was afkomstig
van het dolle dier, dat zijn mond door het bijten op
glas, ijzer en steen, deerlijk had gehavend. Met veel'
moeite kreeg men het dier in een box, .waar het
stierf, nog voor de te hulp geroepen veearts ter plaatse
iiad kunnen zijn. Het beeld was zco duidelijk., vooral ook
door de waargenomen verlanimingpverschijnselen,, dat
geen twijfel bestond omtrent de diagnose. Te-n overvloede
werd het hoofd opgestuurd naar het Instituut voor Para
sitaire en Infectieziekten van prof. de Blieck. Het hersen
onderzoek toonde aan, dat het paard had geleden aan
hondsdolheid. Nu kwam uit, dat het dier 22 September
1919 was 'gebeten door den dollen hond. die toen op
het erf van dezen landbouwer was doodgeschoten. Men
had dit, ook bij herhaalde navraag, stelselmatig ontkend.
I blijkbaar omdat men vreesde voor de maatregelen, en
men daardoor niet meer aan de h?. 1919 te houden drave-
rijen zou kunnen deelnemen.
Dit eene geval leert, flat de termijn '.ar vier ma.«nden,
genoemd voor verdacht rijn van hondsdolheid, ten
aanzien van paarden in het Kon- besluit van 10 Juli 1896,
te kort is, In Dultschlapjdi heeft men érzen i termijn
trouwens, evenals voor runderen, gesteld op zes maanden.
I De andere drie paarden werden verdacht verklaard.
I Twee arbeiders, die het zieke dier naar de box hadden
gebracht bij tfce gslsganbekl hun handen geschramd!
aan muren en schutten 7tn o>p dve schramm^r.
hadden gekregen van hri dolle paard, vertrokken naar
I Utrecht, tóch oudar stefc mm p<r©f.
Spronck. De verdachte paarden rijn"behandeld met
entstof en gezond gebleven.
EEN NOODLOTTIG SLAAPPOEDER.
De landbouwer S., te Nieuw-Bufiien, nam voor hoofd
pijn eem slaappoeder. De hoeveelheid was zeker te groot,
want de dokter g|af al dadelijk weinig hoop. S. werd naar
het ziekenhuis te Grotningen overgebracht, waar hij is
overleden.
BEDRIJFSSLAPTE.
Wegens slapte in het "bedrijf zijn Zaterdag JJ, aan de
fabriek der N.V. Deventer Ijzergieterij e(ni Machinefabriek
v.h, Nering Bögel Cn Go., en van die Overijisielsche IJzer-
gieterij en Machinefabriek te Deventer resp. 60 en 30
werklieden ontslagen.
IN DE MODDER GESTIKT.
L>e zoon valn den landbouwer V. V. In de buurt van
Lakerveld (gem. Lexmond), die aa[n: het baggeren was,
had het ongeluk in de sloot te vallen, met het noodlottig
gevolg, dat hij in de modder stikte.
AARTSWOUD.
Onze plaatsgenoot H. M. Koeten behaalde te
's Gravenhage het certificaat 2e klasse als radio
telegrafist. Hij was een leerling van de Radioschool
te den Helder.
ODUKARSPEL.
Dinsdagmiddag vergaderde de visschersvereeni-
ging afd. Geestmerambacht, in het lokaal van den
heer P. Kuilman. Aanwezig 34 leden.
De voorzitter opent met een woord van welkom
de vergadering, zijn genoegen uitsprekende over het
groot aantal opgekomen leden, waaromtrent het be
stuur de laatste jaren niet verwend is.
De secretaris, de heer P. Glas, leest de notulen,
welke worden goedgekeurd.
Naar aanleiding van de notulen merkt de heer
Veldhuis op, dat in de laatste vergadering besloten
is om de hengelvergunningen aan de ingezetenen
gratis uit te reiken en aan de buitenstaanders voor
een gulden.
Dit besluit is echter door het bestuur niet gehand-
haafd, want er moest door ingezetenen tevens 25 ct.
en door niet ingezetenen 2 gulden betaald worden.
Voorzitter: De toevloed van aanvragen was zoo
groot, dat het niet mogelijk, was om daarvoor steeds
klaar te staan, waarom een kwartje geheven werd
om de moeite vergoed te krijgen. Wij meenden,
dat dit niet zoo erg was.
Men bleek er nogal tegen op te komen, waarom
het bestuur het zaakje heel gauw heeft laten zakken
De heer Veldhuis wees er op, dat het besluit niet
gehandhaafd is, wat natuurlijk de voorzitter toe
geeft.
i De heer Leegwater vroeg, waarom/ buitenmenschen
vrij mogen visschen.
Uit de discussies blijkt, dat de kantonrechter te
Alkmaar geen medewerking wenscht te verleenen
I zoodat het niets baat als proces-verbaal wordt op-
gemaakt,
Verder deelt voorzitter mee, dat de visschers
die geen carbol eum gekocht hebben, omdat ze meen
den dat door het zoute water de rietworm verdwe-
nen was, gelijk gehad hebben. Deze blijkt totaal
vernietigd te zijn. Ook de Azalla is door het zoute
water grondig vernietigd. Geen plantje is meer te
vinden.
Er is een proef genomen om jonge snoek kunst
matig te telen, doch het is totaal mislukt. Het
weer liep tegen en de snoek wilde niet rijp worden.
We hebben een mooie partij snoekbroed gekregen.
Tot heden hebben we ze nog niet zoo mooi gehad.
Er is 2000 pond jonge paling uitgezet.
Aan de orde komt hierna een verzoek van de le
den, om de maat van blei terug te brengen van 35
op 30 c.M. Het bestuur heeft geen voorstel, doch de
voorzitter meent, het verzoek niet te moeten aanbe
velen.
De heer Veldhuis, die het vorigjaar vurig voor-*
stander van 35 c.M. was. is daarop terug gekomen
en stelt voor, terwille van den vrede de maat op 30
c.M. terug te brengen. Bovendien wil de Rijksveld
wachter met de maat van 35 c.M. niets te maken
hebben. Deze schijnt zich te houden aan de maat
van 20 c.M., waarop de voorzitter meedeelt, dat dit
ten onrechte is, want wel is de Rijksmaat 20 c.M.,
doch in geheel Noordholland mag geen blei beneden
30 c.M. gevangen worden.
De heer Veldhuis heeft enkele stuks meegeno
men om te bewijzen, dat de maat van 35 c.M. te
groot is. Van deze maat wordt slechts een zeer en
kele gevangen.
De heer J. Vlug wijst er op, dat met het verlagen
van de maat de visschers bezig zijn hun eigen gla
zen in te gooien. De kleine blei gaat in Londen de
mest op. De blei brengt daar op het oogenblik 15 ct.
per pond op, waar afgaat 8 cent voor vracht en 4
cent voor verpakking, zoodat er 3 cent voor thuis
komt. Het was te wenschen, dat het kon, doch ze
willen ze in Londen niet anders dan 'n pond. Houdt
de maat op 35 c.M., het is een opschorting van 4
maanden. Wil men het dan absoluut, neem dan voor
twee of drie weken een proef. Dan zijn er de Jood-
sche feestdagen, in welken tijd ze nog wel gebruikt
kunnen worden. Ze moeten naar Engeland, want
Duitschland kan ze niet gebruiken door den geld
koers.
De heer A. Vlug merkt op, dat het vorig jaar het
besluit van 35 c.M. genomen is, doch er nog geen
gelegenheid was er de proef mee te nemen.
Ten slotte wordt gestemd en wordt besloten met
23 voor 30 c.M., 4 voor 35 c.M. en 7 blanco, de maat
op 30 c.M. te bepalen. Het bestuur stemt blanco,
omdat het in deze geen verantwoordelijkheid wil
aanvaarden.
Voorstellen voor de algemeene vergadering en
voor de bondsvergadering komen niet naar voren.
Aan de orde komt hierna een voorstel van den
heer A. Vlug, om bij overtreding van het beschadi
gen van een ander zijn vischtuig, direct het lid te
royeeren. Enkelen komen tegen het vaststellen
van een zoodanige bepaling op, omdat het feit zoo
moeilijk te constateeren is.
Bij meerderheid van stemmen verklaart de verga
dering zich voor het voorstel.
Punt 5 is bespreking invoer van Duitsche paling.
Het bestuur meende als gevolg van de feiten die
zich voordoen, dit punt eens in bespreking te bren
gen. In Zaandam was een heele spoorwagon vol te
gelijk aangekomen en op bijna elke kermis komt
een auto vol. Dit is zeer van invloed op de Holland-
sche paling.
De heer A. Vlug merkt op, dat het niet alleen de
Duitsche is, doch ook de Deensche gaat men straks