V
y
Kanalisatie aan Westfriesland.
DE WILDE JACHT
Uil hef Hart van Holland.
TWEEDE BLAD.
OVERSPANNING
FEUILLETON.
Zaterdag 16 September 1922.
65ste Jaargang. Mo. 7096.
Op vei'zoek van de besturen der gemeenten Alk
maar, Hoorn, Enkhuizen, Sehagen on Grootebroek
en de toenmalige Kamers van Koophandel te Alk
maar en te Hoorn, de Vereen, tot Ontwikkeling van
den Landbouw in Hollands Noorderkwartier, ue
Vereeniging Schuttevaer en de Westfriesche Ka
naalvereeniging is indertijd een commissie benoemd
onder voorzitterschap van den heer Dr. C. J. K
van Aalst te Amsterdam, om na te gaan de moge
lijkheid en noodzakelijkheid van een algemeeno
kanalisatie van Westfriesland.
Die commissie bestond uit de heeren: Dr. C. J.
K. van Aalst, voorzitter van de Westfriesche Ka
naalvereeniging, Presidcaf. Nederlandsche Han-
del-Maatschappij, voorzitter; Mr. W. C. Bosman,
Advocaat en Procureur, lid van do Provinciale Sta
ten van Noordholland, secretaris; D. de Boer Dzn,
voorzitter van de Vereeniging tot Ontwikkeling
van den Landbouw in Hollands Noorderkwartier
J. A. R. Bosma, Burgemeester van Enkhuizen; J
Burger, Burgemeester van Harenkarspel, later ook
van Warmenhnizen, Heemraad van het Ambacht
van Westfriesland, genaamd „Geestmerarabacht";
j. Cloeck. lid van de Kamer van Koophandel en Fa
brieken Wethouder der gemeente Alkmaar; S. H.
A. Esser, Secretaris van de Kamer van Koophandel
en Fabrieken van Westfriesland; J. Helder, lid van
den gemeenteraad van Sehagen; J. Hoogland, lid
van de Kamer van Koophandel en Fabrieken in Hol
lands Noorderkwartier; J. Koomen Hzn., Burgemees
ter van Winkel, Dijkgraaf van de Schager- en Nie-
dorperkoggen; P. Noordeloos, secretaris der gemeen
te Grootebroek, vertegenwoordiger van de Tula-
bouwveraeniging „De Tuinbouw ;A. J. Poeck, Bur
gemeester van do gemeente Schoorl, Dijkgraaf van
het Hoogheemraadschap van de Uitwaterende Slui
zen in Kennemerland en Westfriesland.; S. Prins,
Burgemeester van Grootebroek, Dijkgraaf van
Drechterland; P. Schouten, Burgemeester van Mo-
demblik; Mr. H. Smeenge, voorzitter van de Ver
eeniging „Schuttevaer"; A. Spaander, Wethouder
van Hoorn; G. S. Vlieger, secretaris der VeroenJ-
ging „Schuttevaer"; Mr. W. C. Wendelaar, Buige*
meester van Alkmaar.
Deze commissie heeft zich technisch laten voor
lichten door den Ingenieur van den Waterstaat,
den heer J. A. Ringers.
Thans is het rapport van deze commissie ver
schenen. Het is opgesteld door den ingenieur J. A.
Ringers, aan wiens arbeid de commissie gaarne de
welverdiende hulde brengt.
De commissie noemt het rapport de vrucht van
veelvuldig overleg.
Zij is overtuigd, dat de voornaamste voorwaarde
voor de ontwikkeling van de welvaart in dit bij uit
stek vruchtbare deel van Noordholland, in het ma
ken van de ontworpen kanalen gelegen is. Versto
ken van de scheepvaart, die buitengesloten wordt
door den Westfrieschen Omringdijk, ééns de mach
tige verdediger togen het dreigend zeewater, is
Westfriesland, dat de tuin van het Noorden van
Noordholland kon zijn, in zijn groei tegengehouden
en bij van nature minder rijke streken teruggeble
ven In het rapport is, naar de commissie vertrouwt,
duidelijk aangetoond, hoe te lang is gewacht eene
kanalisatie tot stand te brengen, waarvoor de bo
demgesteldheid in geenen deele een beletsel is en
waarvoor het verkeer te water, do voorname bron
van wol vaart in ons land, de vruchtbare landen tus-
schen Hoorn, Enkhuizen, Medemblik, Sehagen en
Alkmaar kan bereiken. Een halve provincie tot
volle ontwikkeling te brengen, scheepvaart en ver
keer to bevorderen, de ruiling en het vervoer van
producten en grondstoffen mogelijk te makeii, zie
daar een rijk economisch arbeidsveld voor de Over*
hoid. En de drang daartoei is geboren in de vrije bur
gorij, die niet meer wil dan noodig is voor de wer
kelijke behoefte en die geen werk begeert dat niet
productief en economisch voordeelig zal zijn voor
haarzelf en voor de gemeenschap. Dit geeft aan de
Commissie de vrijmoedigheid het rapport met
warmte aan te bevelen. Zij is overtuigd, dat. do gel
den, die voor kanalisatie van Westfriesland zullen
worden besteed, goede vruchten zullen dragen voor
hot geheelo iand.
In haar inleiding van hot rapport zegt de Com
missie verder:
Ontwikkeling van oen land is zonder goede ver
keerswegen niet mogelijk. Het is daarom noodig de
doen toenemen. De w^rbeid hiervan wordt 1$
Westfriesland duidelijk gedemonstreerd. Nadt/t ja
renlang is gewerkt aan een uitbreiding van het net
der ijzeren wegen, een uitgebreid tramweg- on lo»
caalspoorwegnet ontstond en intusscben de verhar
ding der wegen in ta! van polders werd ter hand
genomen, in andere werd verbeterd, begint ook
het verkeer te water om betere voorziening te vra
gen. Dit is inderdaad slechts zeer gebrekkig moge
lijk. In Westfriesland, dat te water alleen toegan
kelijk is door de sluis aan do Zes Wielen en sedert
zeer korten tijd door de sluis te Rustenburg, is
schoepvaart alleen mogelijk op de boezemwateren
van Raaksmaatsboezem en van den boezem van
Schager- en Niedorperkoggen, maar dan nog slechts
met scheepjes van pl.m. 36 ton door de Zes Wielen
en van pl.m. 60 ton door de sluis te Rustenburg.
Slechts enkelo polders zijn toegankelijk door slui
zen en weinige andere door overhalen of overtoo-
men, waardoor scheepjes van een zeer beperkt laad
vermogen zijn toegelaten (van 4 tot 10 ton).
De drang naar verbetering van het waterverkeer
in Westfriesland heeft zich geleidelijk ontwikkeld.
opgericht, die op haar programma zette de Kana
lisatie van Westfriesland in het algemeen en een
kanaal door Westfriesland van de Zuiderzee naar
het Groot-Noordhollandsch Kanaal in het bijzonder.
Zij begon met een ontwerp voor een kanaal Scha
gen—Stolpen te laten maken. Dit kon niet de
goedkeuring der Provinciale Staten verwerven. In
1898 werd een nader plan otolpon— Kol-
hom uitgewerkt, doch daar door de streek, die b*4
doorsnijden, moest, niet voldoende werd bijgedragen
in de kosten en geen openbaar bestuur zich m»»t
I het onderhoud, het beheer en de bediening wilde be-
I lasten, kwam er verder niets van.
Zoo ging het plannen maken, in hoofdzaak ton
bate van Sehagen, heel langzaam verder. De tijden
veranderden echter. De aangelegde tramlijnen ge
raakten tot bloei, maar bleken niet voldoende het
masaverkeer te kunnen dienen, in het bijzonder vaa
den tuinbouw, die in de laatste 15 jaren van groote
heteekenla werd. Zoowel aan de Langedijken als in
het Grootslag (HoogkarspelGrootebroek—Boven-
karspel en Andljk) begon men meer het nut in te
zien van den afvoer van tuinbouwproducten te wa
ter. Het voordeel van dezen afvoer werd nog ge
accentueerd in den crisistijd met zijn beperkten
treinenloop. Ook van de zijde van de scheepvaart
zelf begon men belangstelling voor het verkeer
door Westfriesland te toonen.
Een keerpunt in de geschieden!*» der Westfriesche
Kanaalvereeniging ontstaat doar de verkiezing in
11915 eerst tot bestuurslid, dan tot Secretaris van
Mr. W. C. Bosman te Alkmaar, een in Westfries
land zeer bekende persoonlijkheid, die door zijne
ijverige bemoeiingen krachtig den aanleg bevorder-
de van den spoorweg Alkmaar—Hoorn, waarvan de
plannen zijn overgenomen en uitgevoerd door de
H.IJ.S.M., van de tramwegen Alkmaar—Bergen,
Alkmaar—Egmond aan Zee, en AlkmaarSchoorl-
Schagen, die verder door zijn nauwe relaties met de
N.V. Alkmaar Packet, en den Veerdienst Enkhui-
zen—Stavoren op scheepvaartgebied geen vreemde
ling is. Hij ziet dadelijk in dat zoowel het doel der
Kanaalvereeniging ruimer moet worden gesteld
als dat op ruimere schaal de medewerking van per
sonen van invloed moet worden verkregen. En zoo
ontstaat het ruimere plan om de hoofdplaatsen
van Westfriesland, als Alkmaar, Hoorn, Enkhuizen,
Medemblik en Sehagen onderling en het platte
land met deze te water te verbinden cn om te trach
ten de nadeelen van de kleine verschillen der boe
zemstanden van Westfriesland op te heffen door
samenvoeging van boezems.
De medewerking van personen van invloed be
reikt hij door Dr. C. J. K. van Aalst,, den President
der Nederlandsche Handel-Maatschappij, die in den
crisistijd het land zoo groote diensten heeft be
wezen door de oprichting van de N.O.T. en ook op
velerlei ander gebied de publieke zaak dient, voor da
plannen van de streek, waar hij geboren is, te inte
resseeren, welk streven bekroond wordt door de
aanvaarding door Dr. Van Aalst van het voorzitter
schap der Westfriesche Kanaalvereeniging. Vor
der weet hij ook van Mr. H. Smeenge, lid van de
Eerste Kamer, der Staten-Generaal, de belangstel
ling te wekken, wat niemand bevreemdt, die op de
hoogte is van het jarenlange leiderschap van Mr
Smeerigo van de bekende Schippersvereniging
Schuttevaer.
Nadat aldus een krachtig bestuur gevormd is,
roeit de Kanaalvereeniging mot forsche slagen ver
der. Naar aanleiding van een schrijven van Gedepu
teerde Staten van Noordholland om de inzichten
van Gemeente-, Boezem-, en Landbouwbesturen en
de betrokken Kamers van Koophandel te kennen in
zake de Kanalisatie van Westfriesland, heeft op
initiatief van de Westfriesche Kanaalvereeniging
eeno bespreking te Alkmaar plaats op 6 December
1919. Het resultaat dezer vergadering is de samen
stelling eener Commissie die later den naam kreeg
„Commissie-Van Aalst", waarin allerlei kopstuk
ken van Westfriesland werden voreenigd, die bereid
waren om hunne krachten te geven tot bereiking
van hot gemeenschappelijk ideaal: den aanleg van
een net van stamkanalen door Westfriesland, waar
door deze deelen dos lands, veel beteekenend ten
ve cultuur, uit hun isolement zouden worden ver
last.
De Commissie begon met zich van de geldelijke
medewerking der belanghebbenden, te verzekeren.
Deze ondervond zij op ruime schaal. Naast een be
langrijke bijdrage van den voorzitter Dr. Van
Aalst, deelden de volgende lichamen in de te ma
ken kosten: de gemeenten Alkmaar, Hoorn, Enkhui
zen, Medemblik en Sehagen, de Tuinbouwvereem-
ging „De Tuinbouw" te Grootebroek, het Ambacht
van Westfriesland genaamd „Drechterland", idem
genaamd „Geestmerambacht", idem genaamd
„Schager- en Niedorperkoggen", idem genaamd
„de Vier Noorderkoggen" en het Hoogheemraad
schap van de Uitwaterende sluizen in Kennemer-
land en Westfriesland. Het totaal der bedragen be
liep f42000.—.
Deze groote Commissie vergaderde maandelijks
van April 1920 af te Amsterdam in het gebouw van
de Nederlandsche Handel-Maatschappij. Haar eer
ste daad was de aanstelling van een Ingenieur,, die
belast zou worden met het technisch en economisch
onderzoek en het maken van uitgewerkte plannen
"vOGx u.ó Kanalisatie,
Als zoodanig werd; aangezocht de heer J. A. Ringers,
toen nog waarnemend Secretaris van den Raad van
Beheer der Nederlandsch-Indische Spoorwegmaat
schappij te 's Gravenhage en Ingenieur van den
Rijkswaterstaat met verlof.
Den len Mei 1920 werd een Technisch Bureau te
Hoorn gesticht in een daartoe door de gemeente
Hoorn beschikbaar gesteld lokaal. Van de werk
zaamheden van dit bureau bracht de Ingenieur
maandelijks verslag uit in de vergadering der Com
missie, waarna vei der de ontwerpen besproken
werden Daar kwam geleidelijk tot stand bet plan
dat in verschillende hoofdstukken is beschreven
en dat geacht kan. worden weer te geven de meening
der Commissie.
Teneinde bovendien het publiek nog beter in de
gelegenheid te stellen invloed uit te oefenen op de
plannen dan door middel der vertegenwoordigers
van publieke lichamen en vereenlgingen mogelijk
was, werden te Hoorn, Alkmaar, Enkhuizen. Seha
gen en Winkel vergaderingen gehouden ter bespre
king der kanaalplannen, welke vergaderingen met
gelegenheid tot debat, voor de pers toegankelijk, bij
droegen om aan de plannen meer ruchtbaarheid te
geven.
Inmiddels mocht de Kanaalvereeniging waarne
men, dat ook van hoogere bestuurszijde de Kanali
satie van Westfriesland een ernstig onderwerp
van onderzoek bleef uitmaken. Gedeputeerde Sta
ten van Noordholland hadden in een brief van 29
October 1919 reeds verklaard, in beginsel bereid te
zijn medewerking te verleenen aan de totstandko
ming van eenige met name genoemde waterverbin
dingen ten bate van Sehagen, de Langendijken, Me
demblik., Avenhorn en Grootebroek. De vergadering
van 6 December 1919 was het gevolg van dit schrij
ven.
Gedeputeerden gaven verder nader blijk in hoe
hooge mate de Kanalisatie van Westfriesland c.a.
hun ter harte gaat door instelling van een „Commis
sie van Advies inzake de verbetering van de water
wegen in het Noordelijk deel van Noord hol land",
welke Commissie kwam te staan onder leiding van
den heer Commisaris der Koningin, Jhr. Mr. Dr. A.
Rottll, en welke naast vertegenwoordigers van den
Rijkswaterstaat, den Provincialen Waterstaat en
den dienst der Zuiderzeewerken onder haar leden
telt. Die Commissie in de wandeling de „Provin
ciale Commissie" genoemd, zal Gedeputeerde Sta
ten van advies moeten dienen omtrent de vraag:
„Wolke werken zullen moeten worden uitgevoerd
en welke regelingen van waterstaatkundigen, admi
nistratieven en financieelen aard zullen moeten
worden getroffen, ten einde te geraken tot een stel
sel van goede waterwegen op Let vaste land van het
Noordelijk deel van Noordholland, voornamelijk
Westfriesland."
Haar opdracht strekt dus verder dan het doel,
dat zich de Commissie-Van Aalst voor oogen stelt.
Het doel van de Commissie-Van Aalst is aldus te
omschrijven: het ontwerpen en aanbevelen van een
net van waterwegen in Westfriesland dat econo
misch te verdedigen is. Als voorloopig minder ge
schikt om daar beoordeeld te worden, nam zij zich
voor zich in eersten aanleg te onthouden van een
uitvoerig advies inzake de regelingen van water
staatkundigen, administratieven en financieelen
aard welke voor aanleg en exploitatie der kanalen
zijn te treffen. Wel had zij zich voorgenomen som
mige consequenties op dat gebied in verband met
oen kanalenplan te onderzoeken.
Waar beide Commissies dus op een gelijk doel af
gaan, werd spoedig besloten tot samenwerking. Zij
slapeloosheid, onrust gejaagdheid. Gebruik
MIJtlHARDTS ZENUW-TABLETTEN
Per koker 75cl. bij Apoth en drogisten
i &P
wk\
werd geronde®, op deze wijze, dat de Voorzitter der
Provinciale Commissie uit haar leden een techni
8Che Subcommissie benoemde, die haar van advies
zou dienen over de ontwerpen der Commissie-Van
Aalst, waartoe den Ingenieur dezer Commiss'e
werd opgedragen deze technische Subcommissie op
de hoogte te houden van zijn ontwerpen, nadat deze
de goedkeuring der Commissie-Van Aalst hadden
kunnen verwerven. Deze samenwerking bleek zeer
vruchtdragend. Van de opmerkingen der leden dier
subcommissie, Jhr. J. A. Reigersman, Hoofdinge
nieur-Directeur van den Provincialen Waterstaat in
Noord holland, Ir. A. R. van Loon, resp. Ir. W. G. C.
Gelinck, Hoofdingenieur-Directeur van den Rijks
waterstaat in de Directie Noordholland en Ir. V. J.
P. de Blocq van Kuffeler, Hoofdingenieur der Zui
derzeewerken. en den Secretaris C. Thomése, Hoofd
ingenieur van den Provincialen Waterstaat in
Noordholland werd in het volgende dankbaar ge
bruik gemaakt.
Hetl doel van dit Verslag is nu weer te geven, wat
in Westfriesland op het gehied van verbetering der
waterwegen noodzakelijk, mogelijk en het nuttigst
wordt geacht. Gestreefd is alleen die plannen te ont
werpen waarvan het grootste nut is te verwachten
voor de ontwikkeling van Westfriesland en voor de
daaraansluitende deelen der ontworpen Zuiderzee
werken.
In verschillende Hoofdstukken worden dan be
handeld: Doel van de kanalisatie van Westfries
land; Richting van de kanalen; Omvang van het
vervoer op de kanalen; Bepaling van de grootte der
schepen, die de kanalen zullen bevaren; Verdeeling
der kanalen in typen; Bepaling van de hoofdafme
tingen der kanalen; Afmetingen der kunstwerken;
Bogen, wachtplaatsen, zwaaiplaatsen enz.; Wegen
aanleg; De kanalisatie van Westfriesland in ver
band met het boezemvraagstuk in Noordholland;
Beschrijving der tracé's; Bijzondere situaties; Be
schrijving van onderdeelen; Begrootingen; Renta
biliteit; Slotbeschouwingen.
Dan zijn nog bijgevoegd de volgende gedrukte bij
lagen: 1. Overzicht van de Groentenmarkten van
Westfriesland; 2. Overzicht van het gebruik der
gronden in Westfriesland; 3. Overzicht van de Zui-
velfabricage in Westfriesland; 4. Overzicht van de
toeneming der bevolking van Westfriesland; 5. Ver
slag der Commissie benoemd door het Bestuur van
de Vereeniging tot Bevordering van den Landbouw
in Hollands Noorderkwartier, voor het geven van
advies otmrent de voordeelen van het kanalisatie
plan voor Westfriesland voor den afvoer van land
bouwproducten en den toevoer van bedrijfshulpmid-
delen; 6. Overzichtelijke Staat van den vooruit
gang van den Tuinbouw, tengevolge van een even-
tueele kanalisatie van Westfriesland7. Uit3lag
van een onderzoek naar de verwachting omtrent af
voer te water; 8. Opgave van de aankoopen door
Coöperatieve Vereenigingen in Westfriesland; 9.
Overzicht van de afmetingen van binnenschepen;
10. Overzicht van de kosten der ontworpen kanalen;
11. Kanaal (Rustenburg) ObdamOpmeerOost-
woud (Medemblik).
Verder vindt men bij het rapport de volgende
kaarten:
a. Kaart van den bestaanden toestand van West
friesland met de Markten; b. Kaart van Noordhol
land met de ontworpen kanalen; c. Kaart van
Noordholland met oude kanaalplannen; d. Dwars
profielen der ontworpen kanalen; e. Bestaande boe-
zemverdeeling van Noordholland; f. Gewijzigde
boezemverdeeling van Noordholland, in verband
met de kanalisatie van Westfriesland; g. Tracé Alk
maar—Hoorn—Enkhuizen; h. Tracé Noordhol-
landsch Kanaal—Sehagen—Kolhorn; i. Tracé Alk
maar—Langendijken—Lutjewinkel-Kolhorn; k. Tra
cé ZwaagdijkMedemblik; 1. Situatie bij Alkmaar;
m. Situatie bij Hoorn; n. Situatie bij Enkhuizen; o.
Situatie bij Medemblik; p. Schutsluis te Enkhuizen.
Verkrijgbaar te SCHAüEN bij Gebr. Rotgans, Molen
straat O 14: Drogisterij Het Groene Kruis; te ANNA
PAUïjOWNA bij P. Govers., Kleine Sluis en verder bij
alle» goede drogisten ter plaatse en in den omtrek.
naar het Amerlkaansch door ZANÏÏ GEEY,
Bewerkt door W. J. A. ROLDANUS Jr.
27
-Nou je hebt er heel verkeerd aan gedaan dagaan
dag naar Slome te rijden, omdat jonge dame als
hij ooit den moed heeft mij om je hatnd te vragen, ik
hem een flink pak rammel' zal geven."
Dan zou je een groote bruut ziin."
„Best mogelijk," antwoordde Bostil, heimelijk blij
en verbaasd, dat zij hem niet doorzag. Maar zy1 keek in
zich zelf. Hij vroeg zich of wat er diep in haar
verborgen was. „Maar ik zou het niet kunnen uitstaan."
„Hij hij is van plan mijn hand te vragen."
„Verd.... I"
Lucv hoonde den halven vloek niet eens. Zij bloosde
nu. %Hij zeide, dat hij niet wilde hebben, dat ik alleen
bij hem kwam als hij mij -niet liefhad esn
dwar onze buren en de pikeurs het zouden te weten
komen én er over praten -- wikte hij, dat jij en zij
wisten, dat hij mij ten huwelijk gevraagd had."
„Dan is hij een flinke ionoe kerel'' riep BosJil onwil
lekeurig uit Het viel Bostil Bitijd moeilijk atyn gevoelens
te verbergen. ^En ctoarom ral {k 'hem netjes beh^ndukm
en wanneer hij je komt vragen, eenvowhg, n«eu zegghn."
Luey Het hanr hoofd rakken. Bostil zou alles wat
Wij berat behalve zijn paarden g^ven hebben
voor de zekerheid, dat zij niet van Slone hield.
„Vader fik heb zelf ai1 neen gezegd" stamelde
„Maar dan heeft hij je gevraagd? Wel wel' En
wanneer?"
„Vandaag Jn de rotsen, waar hij met Wildfire op
mij wachtte. Hij hij
Lucy liet zich in de van haar vader vallen, en
haar slank lichaam boeide. Bostil voelde instinctief,, tint
zij op dat oogenblik haar moeder miste. Haar mooier
was dood en hij was slechte een ruwe. oude, pikeur,
Hij wist niet wat lfij doan, wat seggen moest. Een
zacht eevocl ontroerde zijn Swart en Wj drukte hr»ar
liefdevol 'tegen zicfc aan. Het 'deed hem er^e pijia te
beseffen, dat hil een beter, hariatiJLsr vader had emmeri
zijn, wanneer hii nfet gwwast was, dst tri} hem
zou doorzien. Maar iJtet fcoww®. dal htbwr
vurig verlangde ha«?r ïfiroe sa toegsrrfig&tibsfci
„Wat is er toch, Ifesva icwc m
-Hij haaft zijn woord tegenover mij gebroken."
.Dat fa te erg. En hoe?"
..HIJ - hij Lucy scheen ntet verder to durven.
Boötil wist zeker, dat zij van plan geweest was hem
iets te vertellen en plotseling van besluit veranderd
was. Op de een of andere subtiele wijze verdween eén
kind bleef de vrouw over. Lucy ging weer volkomen
kalm zitten. Een krachtige gedachte had haar geheel
veranderd. BostiTs scherp verstand begreep, dat wat
zij niet wikte zeggen, niet haar geheim alleen was. 'Voor
zichzelf was zij de ziel van eenvoud en openhartigheid.
K,Dögetn geledefci heb ik hem gezegd, dat ik hem
liefliad." ging zij voort. -Maar ik verbood hem er tegen
mij over te spreken. Hij beloofde het me. Ik wilde
wachten tot na do race tot ik den moed gevoradeq
had het u te bekennen. Hij heeft zijn woord gebroken-...
Vandaag, toen hij mij op WiMfire hielp, kon hij zich
niet meer bedwingen.
Een diepe blos steeg nsar Lucy's gezicht en in haar
oogen kwam een schaamtevolle uitdrukking, maar zij
bleef haar vader dapper aankijken- i
„Hij bok mij van het paard liefkoosde me 1
zoende me.... O, het was vreeselijk. schandelijk.... Tocd
heb ik hem iets iets, dat nij mij gegeven had
teruggegeven. En ik zeidé, dat ik hem naatte en
ik «efcfc: iteenf
„Maar je hebt toch zijn paard ta. de race gereden."
Lucy boog haar hoofd bij die vraag. „Ik kon niet
anders."
Boetil streelde haar goudblond kopje. Wat eeta moeilijk
geval voor oen dotmncn, ouden ruiter. „Nou achteraf
beschouwd heeft Slone toch niet zoo slecht gehandeld.
Jij hadt hem gezegd, dat je van hem hield Als dat niet
gebeurd wasIk herinner me, dat ik vrijwel hetzelfde
met je moeder gedaan heb. Zij wist ook iemaind het
hoofd te doen verliezen, maar ik heb nooit gemerkt,
dat zij daardoor minder va» me hield."
vIk zal het hem nooit vergeven," riep Lucy hartstoch
telijk uit. „Ik haat hem. Iemand, die zijlu weord 'in hot
ééne geval breekt, ral het ook in een ander geval doen."
Bostil begreep, ttet rijn klein xmaisja vrouw geworden
was en do liefde had loerojj. kenr/On en daarmede
de zoet-bittere smarten des leven?. Hij beaefto ook, dat
hier een crisis doorgemaakt wcsvfc, waaritn een woord
eon verkeerd of leugenachtig woord va» htm» voor
eeuwig alle hoop, die er nog Slop# beataass mocht,
zou vernietigen. Bcstil besefte drt ncaar Jwt
besef bracht hem gera ooge&bl&k vertekÜng.
„Luister bc?te kfed. Ik owwrt dat (owv
ntettw» pikeur cftgatwQhkt vlug fe, Er» >i|*
tmn vfrag «smas# m® mme* too 4f.o
We hebben dus weer een Ministerie.
Eerlijk gezegd, als men die lijst bekijkt, moet men
Zich verbazen, dat de heer Ruys zooveel weken noodig
heeft gehad om dat resultaat te bereiken. Twee brave
menschon uit wandelen en twee brave menschen er voor
in plaats. Net zooveel zwart als vroeger e®. net zoo veel
grijs en met zooveel groen.
Ca ne vaus pas la peine assurément.
De changer le Gouvernement, zooals het heet in dte
Fille de Madame Angot
Er zijn een paar nieuwe firmanten opgenomen in
de affaire.
1 Dat is alles wat het publiek voorloopig mag wetepj.
doch het eenige waar naar het terecht nieuwsgierig is,
n.1. ta hoeverre de „zaak op den zelfden voet zal worden
voortgezet", blijft een geheim. En toch zou men dit zoo
gaarne weten.
De oude firma smeet met geld, wat trouwens iedereen
deed in de dagen, toen de vennootschap in haar
eerste fleur was. Nu hebben de aandeelhouders er
aanmerking op gemaakt, maar zonder het resultaat, dat
de zuinigers meer te ze-j^n kregen in de directie. Het
zal dus zeer de vraag zijn of er vain bezuiniging door
de oude directeuren iets komt en bf de twee nieuwe wer
kelijk genoeg zullen hebben in te brengen om iets in die
hij in d© liefde Is fhu, dan 2ou je nu je
ouden vader niet meer hebben, Lucy."
Zjj werd zoo wit als haar japon. ,,0, vader ik wist
dat er iets gebeurd was," riep rij uit, terwijl zij zich
tegen hem aan drukte.
Bostil vertelde haar hoe Dick Sears hem bedreigd en
hoe Slone detn paardendief gevangen had. Hij vertelde
haar het vertiaal nu, maar welsprekend, met al de lof
uitingen van een echten pikeur.
Lucy stond met tegen haar borst gedrukte handen op,
Wanneer had Bostil dergelijke oogen gezien donker,
fonkelend, wonder-mooi? Ha, hij herinnerde het zich
die van haar moeder eenmaal eenmaal' slechts ols
jong meisje.
Toen gaf Lucy hem een zoen, en liep, zonder verder
een woord te zeggen- de kamer uit.
Bostil keek haar na. „Vend...vloekte hij, terwijl
hij een laars tegen den muur gooide. „Jk zal' haar nooit
met Slone laten trouwen, maar ik moest haar toch
zeggen, hoe ik over hem denk."
HOOFDSTUK XIV.
Slone lag klaar wakker onder een open raam te
kijken naar de sterren, die door het ritselend ge
bladerte der katoenboomen flikkerden. Ergens
jankte een hond. Heel zwak klonk het zilveren ge
tinkel van stroomend water tot hem door.
Vijf dagen was Slono de gast van Bostil geweest
en al die vijf dagen waren één marteling geweest-
Den ochtend na den dag van de races had Lucy
hem aangesproken. Zou hij ooit haar oogen haar
stom vorgoten? „Ik dank je, dat je mijn vader ge
red hebt!" had zij gezegd. „Het. was heel dapper
van je.... Maar laat jo niet door vader misleidenl
Vertrouw zijn vrienden niet. En vóór alles, rijd
niet voor hemt Hij wil alleen Wildfire hebben en als
hij hem niet krijgt, zal hij je haten!"
Die woorden van Lucy hadden de volgende dagen
voor Slone moeilijk gemaakt. Bostil overlaadde
hem met geschenken en attenties. Zonder Lucy
zou Slone ze aangenomen hebben. Zij had den eer
sten achterdocht tegen Bostil in hem genaaid. Lu
cy had hem verzekerd, dat haar vader royaal en
goed was in alle opzichten, behalve wat betreft
snelle paarden; op dat gebied was hij absoluut niet
te vertrouwen.
De groote hengel waarvoor Sloot bijna zijn
ven opgeofferd had osw te als
een doorn in het oog varo der oudon pfkaur. Slone
•lag daar ba de deMttprte» iraa'taulkwwss wavyijp. t®
len of te staren naar den met sterren bezaaiden he
mel diep ongelukkig tengevolge van dat paard.
Bijna haatte hij den hengst. Hoe trotsch was hij
geweest op Wildfire! Met hoeveel blijdschap had
hij hem aan Lucy gegeven! En toen, op den och
tend voor de race, was die onverwachte, onbegrij
pelijke, wilde daad gekomen! Toch kon hij, al zou
hij er zijn ziel mede kunnen redden, geen berouw
over hebben. Was hij er verantwoordelijk voor of
een onoekende woesteling in hem? Hij had zijn
woord tegenover Lucy gehouden, hoewel hij dage
lijks meer door zijn liefde voor haar verteerd werd,
tot dat uwih'ttige oogenblik, waarop de aanraking
van haar, toen hij haar op Wildfire in den zadel
hielp, een dolleman van hem gemaakt had. Hij had
haar in zijn armen gehouden en haar borst to
gen de zijne gedrukt en de heerlijke, even geschei
den lippen gekust, tot hij er door verblind was.
Toen had hij gemerkt, welk een kleine furie zij
was. Toen had hij gemerkt, hoe hij gevallen was,
wat hij verbeurd had. In zijn verbazing over zich
zelf, in zijn vernedering en schaamte was hij niet
in staat geweest een woord tot zijn verdediging te
zeggen. Zij wist nog niet, dat hij zich niet had kun
nen beheerschen en dat hij zelf niet geweten had
wat hij deed, vóór het te laat was. En haar laatste
woorden waren geweest: „Ik zal Wildfire in de race
rijden, maar ik wil hem niet hebben en ik wil
jou niet hebben. Neen!"
Zij had het staalharde karakter van haar vader.
Voor Slone was het kijken naar die race een ver
menging van verrukking en wanhoop geweest. Hij
herhaalde in zijn geest al den tijd, die verloopen
was tusschen den ren en het uur, dat hij hier sla
peloos en vol wroeging lag. Zijn geest was als een
renbaan met vele races; en predomineerend daar
onder was die snelle, vreemde, prikkelende race van
zijn herinnering aan Lucy Bostil's blikken en daden.
Wat een groote gek was hij geweest, om te den
ken, dat zij die liefdevolle woorden, toen zij Wild
fire had aangenomen, echt gemeend had. Zij was
impulsief kind geweest. Haar minachting en woe
de op dien ochtend van de race hadden voor hem
niets overgelaten dan onbeteekenende grillen. Zij
had liefde voor Wildfire verward met liefde voor
hem. Neen, het was hopeloos voor hem met Lucy
en als dat niet zoo geweest was, zou Bostil het geval
hopeloos gemaakt hebbben. Toch waren er dingen,
die Slone niet begrijpen kon de grillige, elkaar
tegensprekende, trotsche en koele en onverklaarbare